D, rO \Ondanks de noodklok van de groothandel iOGISCH ID 0 in CnM qU IEDEWERKER V/M Vernieuwen Illegaal Proeflokalen Rijpen ?gnP in service en de I After shave Samenwerken JONGE c;t:Tï*.#üvt~N {Fuur^lSatuur <Wkj«<v $tHMra«Xty mi&fnatin $1*\Mja£{t3. ïpatr 'isa-av/st «sfa v i.' «UK JENEVfil JENEVER JENEVER JKIH EÖSSi* (Krit' ;1Z .M tt "AJ ^FuurPKatuur fcinwr^wii-^W tw trat^iiiiWrvaifctrmrvét 'Kt f if n. van <J04ÊnpwJI> ^SSfCt' Qigagmu^ steeds c: 'Onze jajem is nog *H •jflHfil E neut, het pikketanisie, het citroentje met suiker, de vieux en het brandewijntje verdwijnen van de markt. Onze Hollandse borrel wordt met de ondergang bedreigd. Onho Ruding van Financiën haalt de strop van het accijns steeds strakker aan. En de gemiddelde gebruiker van het vaderlands gedistilleerd vergrijst. Grossiers vrezen, dat met hem ook de borrel dreigt uit te sterven. Maar niet zonder slag of stoot. Want een glaasje jajem op een pootje is een oude taaie rakker. N 01155-2710 ollicitanten op voor onderstaande vacatures 'aste aanstelling mogelijk, evoegd aan de Ondersteuningsgroep j. Ze verricht haar werk onder verantwoordelijk!)^! ,n, zoals verzorgen van korrespondentie. |van vergaderingen, zicht houden op uitvoering van j n, zoals verzorging van typewerk en publikatis len, waaronder het beheer van een info-bank en M arover. tie zelfstandig kan werken, goede kontaktuele i Nederlandse taal beheerst; Érk; [HAVO/VWO, goede typevaardigheid, zicht op strekt tot aanbeveling. iring, volgens schaal 3/4 van het BBRA (van 1837.' telijk tot max. schaal 5 is 2806.- per maand, braken gemaakt. «ijsvoorrangsgebied Middelburg/Vlissingen f medewerker toegevoegd, die onder diens euning van de projektleider en andere betrokken en archievering; indig voeren van korrespondentie; den van vergaderingen, opstellen en mee bewerken irstrekken van inlichtingen; tratiet/organisatorische werkzaamheden ter ojektleider. tVO/HAVO-niveau; t kunnen werken; tnschappen. ia! 3 van het BBRA 1020.- tot J1403.- per maand)1" 1480.- per maand). Werktijden; voorlopig zal onze de 20 uren over alle ochtenden van de week. oepassing, die gelijk is aan die van rijksambtenaren- In gericht aan het bestuur van het R.P.C.Z., Noordweü funktie wordt gesolliciteerd. Ook kan naar beide lunkt'" geef aan naar welk van beide vakatures de voorkeu' j Jasper Zuijdervliet, (01180-26851). Door Peter Schouten DE oorlog moet een paar dagen oud geweest zijn, toen mijn grootvader een geluidswagen door de straat hoorde rijden. Alle sterke drank moest vernietigd worden, zo luidde de boodschap. De man pakte een fles 'oude genever' en twee glaasjes, stapte daarmee naar de buurman en belde aan. Toen die open deed, sprak mijn grootvader de gevleu gelde woorden: „Kom op Noud, ver nietigen!" De Duitse bezetter heeft dus toen al een vergeefse zwanenzang gezongen voor de borrel. Net zo vergeefs als al die droogleggingen, waaraan Capone en de zijnen zo rijk zijn geworden. Wat moet ik dan met de noodklok, die voorzitter E. van der List van de VGAAD (Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Alcohol houdende en Alcoholvrije Dranken) de vorige week heeft geluid voor ons vader lands gedistilleerd? De vergrijzing zou de borrel bedreigen. Is er dan écht reden voor kommer en treurnis? Mr. R. Basart is voorzitter van de Ne derlandse Unie van Distillateurs en waarnemend voorzitter van het Product schap. Wie aan de wieg staat van de bor rel, speelt vast en zeker ook een voor name rol bij de stervensbegeleiding. Zo denk ik in mijn argeloosheid. Ik ver wacht hem dus aan te treffen in bedrukte stemming. „Er is weinig of niks aan de hand", zegt hij tot mijn niet geringe verrassing. Maar je ziet in de kroeg toch nog zelden iemand een gewone borrel drinken? En de slijter klaagt toch ook steen en been? Hoe zit dat dan met onze neut? „Ik geef toe dat het binnenlands gedistilleerd eetf moeilijke tijd doormaakt", vindt de heer Basart na enig nadenken. „Maar onze borrel heeft intussen een eerbiedwaar dige leeftijd bereikt. Hij is er al sinds de zestiende eeuw. En heeft het in die eeu wen wel vaker te verduren gehad. Onze Nederlandse distillateurs hebben de moeilijkheden steeds weten op te vangen. Ze hebben elke keer weer de smaak aan gepast. En zo is onze borrel honderden jaren lang in staat geweest om zich te handhaven". Het is volgens de voorzitter van de Unie overigens waar, dat vooral de oudere mensen drinken uit het bekende tulpglaasje op een pootje. „Maar er zul len dan ook altijd oudere mensen zijn. Sterker nog; er komen er steeds meer. De vergrijzing is volgens mij eerder in het voordeel, dan in het nadeel van de bor rel". Onze jajem is dus nog springlevend? „Nou en of. Ook omdat we hem steeds vernieuwen", legt Basart uit. „We stop pen tegenwoordig een beter product in een mooiere fles. En met een mooier eti ket. Denk aan de korenwijnen, de echte graanjenevers, moutwijnjenevers, daar voor is echt wel weer een markt aan het groeien. Ik zeg niet dat ik optimistisch ben. Maar ik ben ook zeker niet pessi mistisch". v Voorzitter E. van der List van de VGAAD sluit zijn pleidooi daarbij aan: „Het gaat erom de jeugd weer aan de borrel te krijgen. Versta me goed, met jeugd' bedoel ik dan de 'jongere consu ment', natuurlijk niet de schooljeugd. Je mag er niet van uitgaan dat die jongere consument straks, als hij Abraham een maal gezien heeft, vanzelf op de borrel overstapt. Want als hij ons vaderlands gedistilleerd jaren tevoren al heeft afge- dmweiysintm ijratmiptaxr - FOTO DE STEM BEN STEFFEN koop van alle alcoholhoudende dranken met meer dan vijftien procent naar de vergunningen-lokaliteiten gaat. „Als dat gebeurt, houden we er greep op. En een markt is er zeker voor, als de regering tenminste het accijns niet zo onevenredig zwaar laat drukken op het gedistilleerd". Dat er een markt is, wordt volgens de voorzitter van de slijters ook bewezen door de bewegingen in het groezelige we reldje van de illegaliteit. „Sinds '75 zijn er bij mijn weten nog altijd 54 illegale stokerijen opgerold. De statistieken wil len met andere woorden, dat tussen de zes en de negen procent van de jenever consumptie in ons land gestookt is in een afgelegen boerenschuur. Jenever van een inferieure soort, die overigens wél gretig aftrek vindt. De consument lust de borrel nog wel degelijk". Het wordt volgens Van Bilsen dan ook hoog tijd om samen met de groothandel en de distillateurs maatregelen te nemen. „Het tij moet keren. Maar dat kan alleen als de destillateurs met ons willen samen werken. Die moeten eerst maar eens de hand in eigen boezem steken. Maar tot nog toe denken die alleen aan hun eigen hachje". Zo denkt Jan van Gils er ook over. Hij is directeur van een drankensuper in Oosterhout met tal van filialen in omlig gende plaatsen. „Het zijn de distillateurs zelf, die de borrel om zeep brengen", be weert hij. „Je moet eens in mijn magazijn komen kijken, wat ze allemaal voor mal lotige drankjes op de markt brengen. Ik heb hier een in Nederland vervaardigde 'Real Dutch Cream-cocktail' op basis van Griekse Metaxa. Je moet maar op het zotte idee komen". Volgens Van Gils wordt de markt de laatste tijd overspoeld met nieuwe trendy drankjes. „Dat begon met de Pisang Am- bon. Maar vooral de jeugd drinkt tegen woordig ook veel Blue Curacao, of Kiwi, of een stroperige roze perzikenlikeur. Aangelengd met water, of met Seven Up en vooral met ijs. Veel ijs. Het ziet er wel mooi uit. Kleurig vooral. Dat hoort er te genwoordig bij, veel kleur. Net als in de mode. Kijk maar naar TV-series als Miami Vice, waar ze ook om de andere scene van die fancy aangeklede glaasjes staan te sippen". De jeugd drinkt dus vooral uit een glas Ik ben op een dwaalspoor gebracht. Ik heb het aan de vakmensen gevraagd. Maar de geleerden zijn het al niet eens, wat zal ik dan als onervaren gebruiker een oordeel vellen? Als ik op zoek ben naar een betrouwbare diagnose van de gezondheidstoestand van het vaderlands gedistilleerd, als ik wil weten of de borrel nog volop 'tijd van leven' heeft, zal ik te rade moeten gaan bij de rechtgeaarde proevers. Bij hen, die al meer dan vijftig zestig jaar verstand hebben van een bo venste beste borrel. Dat wordt een ris kante onderneming. Want de wijsheid, leert een oude volksspreuk, komt niet uit de fles. Van de andere kant: een tocht langs de notoire proeflokalen brengt me in kontakt met de mensen die het écht we ten kunnen. „De borrel op sterven?", vraagt Leentje van 't Kruispunt in Gal- der, „Ze zijn niet goed wijs. Hier in mijn café merk ik daar niks van". Leentje heeft wél ontdekt dat er in het drinkge drag van haar vaste klanten tóch iets ver anderd is de laatste tien jaren. „De vieux doet het niet meer zo goed. Vroeger, ik bedoel zo'n tien jaar geleden, kocht ik daar elke week een jerry-can van tien li ter van. Daar doe ik nu weken lang mee. Maar jonge jenever? Praat me d'r niet van. Elke dinsdag en donderdag komt hier een ploegje kaarten. Daar zitten mannekes bij die niet terugschrikken van een liter". De kasteleinse van het 'Pauske' in Oosterhout denkt er al precies zo over. „Wij zijn begonnen als een echt bor reltjescafé. En dat is niet veranderd". De borrel hoort in het Pauske, zo goed als in Galder en in al die andere tapperijen waar de stamtafel dagelijks met ver trouwde gezichten bevolkt wordt, ook een beetje hij het kaarten en het biljar ten. De geur van de jeneverbes heeft iets vertrouwds, iets van 'ouwe-jonges-onder- mekaar'. Vreugde en verdriet zitten dicht bij elkaar. En bij een borrel zijn voor- en tegenspoed gemakkelijker te delen. Ik tref een echte proever aan een ta feltje in de hoek. Hij tuurt naar zijn glaasje, neemt het vervolgens met veel ri tueel tussen duim en wijsvinger, zet het dan met een geroutineerd gebaar ergens tussen neus en kin en kiepert het achter over. „Omgevallen", zegt hij triomfante lijk, pas nadat hij er minstens een halve minuut op gekauwd heeft. „Maar het is godzijdank wél op de goede plaats geval len". Ik vraag hem, waarom hij zijn slokje zo lang in de mond houdt voor het zijn weg vindt naar slokdarm en maag. Hij kijkt me vorsend aan, steekt een belerend vingertje op, wijst op zijn glaasje en zegt dan: „Meneer, al wat deze borrel op fust tekort gekomen is, krijgt hij nu nog de kans op de huig te rijpen". Onze jajem is nog springlevend. [ZATERDAG 7 JUN11986 springlevend' met opvallende kleur en veel tierelantij nen. In de disco zouden ze nog het liefst een fluorescerende slok lusten. De jonge ren bekommeren zich veel minder om de smaak, die hun ouders met inmiddels half versleten smaakpapillen wel degelijk weten te waarderen. De modedrankjës zijn in. De handel hanteert tegenwoordig ook al een begrip als 'zomerdrankjes'. Het verhaal van Jan van Gils wordt me bevestigd door een collega wiens zoon met soortgelijke verhalen thuis komt. „Ze drinken niet alleen rare drankjes, ze smeren hun gezicht ook ge rust in met een after shave van tachtig piek per flesje". Zolang ze die dure after shave niet gaan drinken is er misschien tóch nog hoop voor de goede borrel. Dat de jeugd zo massaal afwijkt van hel pad van de goede smaak, is volgens Jan van Gils de schuld van de distilla teurs zelf. Én van de niet-gespeciali- seerde detaillist. „Natuurlijk, ze brengen bijvoorbeeld een zogeheten 'wine-cooler' op de markt waar maar zo'n vier k vijf procent alcohol in zit. Niks aan de hand, zou je zeggen. Maar de supermarkt zet die fles vervolgens in het limonadevak. En de jeugd gaat dat spul dan ook gega randeerd drinken als limonade". „Ik zie het in mijn winkels gebeuren", zegt Jan van Gils. „Ze rijden met hun winkelwagentje langs alle vakken. Oh, denk ik dan, die hebben een feestje: bier, fris, wijn rood en wit, sherry, de dranken met de kleurtjes, soms nog een jonge bor rel erbij en een hoogst enkele keer een half flesje vieux. Er moest eens iemand komen, die graag een vieux drinkt. Nee, dat was vroeger anders. Brabant was een echt vieux-land. Maar dat is lang gele den". zworen, wordt die kans natuurlijk uiterst klein". Maar waarom hebben grote groepen de borrel dan afgezworen? „Omdat er de afgelopen tientallen jaren een gigantische smaakvervlakking heeft toegeslagen", legt Van der List uit. Er zijn volgens hem hele sloten jonge jenever van weliswaar verschillende merken gebrouwen. Maar die kon zelfs de meest geoefende proever van schavuitenwater niet uit elkaar hou den. „Op die manier krijg je natuurlijk ook nooit zoiets als merkentrouw". Want met die merkentrouw is het vol gens grootgrossier Van der List slecht ge steld. „Geen wonder, de smaken ver schillen nauwelijks. Dan kun je het de consument ook niet kwalijk nemen dat hij bij de slijter de jenever uit de aanbie ding meeneemt. Om die vervolgens dan in de Cola of de Seven Up te smijten". Duidelijk is intussen, dat als gevolg van verschillende belangen de distilla teur, de grossier en de detaillist heel an ders tegen het probleem aankijken. „Toch moet er volgens iAij samenwer king mogeüjk zijn", denkt Van der List. „Met gezamenlijke inspanningen kunnen we er hopelijk een positieve ontwikkeling van maken. Samen moeten we regels gaan stellen aan de kwaliteit. Die regels moeten bijvoorbeeld ook de juistheid van de boodschap op het etiket garanderen. Zo is er sinds kort ook een produkt op de markt dat 'roggejenever' heet. Het moet niet kunnen gebeuren, dat vandaag of morgen de een of andere oplichter een malafide brouwsel op de markt brengt met het etiket 'roggejenever'. De kwali teit moet beschermd worden. Dan heeft onze borrel waarachtig weer een toe komst". Jan van Bilsen, slijter in Tilburg en voorzitter van de VNSW (Verenigde Ne derlandse Slijters en Wijnhandelaren) ziet het daarentegen somber in. „We moeten natuurlijk niet te vlug aan 'de noodklok gaan hangen, maar het publiek keert zich toch duidelijk van de borrel af. Vooral sinds de laatste accijnsverhoging gaat het snel bergaf. De destillateurs brengen bijna dagelijks nieuwe mode drankjes op de markt. Die hebben een la ger alcoholgehalte, bijgevolg zit er min der accijns op. En dus is de winstmarge veel groter. En er is een moordende con currentie, vooral met de niet-slijter. Wij vragen niet voor niets om een betere al coholwetgeving. We verkopen geen zoe thout, we verkopen alcohol. En wij als vakmensen hebben verdomd goed in de gaten, dat er aan de verkoop van alcohol ook sociaal-hygiènische aspecten zitten. Denkt u, dat de grote supers zich daar iets aan gelegen laten liggen? Welnee. Die verkopen gewoon. Die verkopen zo veel mogelijk, als het moet voor dump prijzen". Van Bilsen wil daarom, dat de ver- Rijpen op de huig. ll jSÊSk v j ■HHSpSi iM 'KtiMÊBixWé Wj- y* fllH m <:*1 p| ipf •i -■ -it- pnvv

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 29