n van lhuis 'Als jurylid moet je nooit echt De dirigent kan nooit eens zenuwachtig zijn 'Ik schrijf voor hobbyisten' Kolonel Laro beoordeelt kwaliteit Componist Wim Laseroms Goede scholing erg belangrijk leimaand ctiemaaiM Ixel loopt ;esmeerd Van straat Traditioneel Ander ritme 107 en mijn persoontje," zegt ik Deij, „aanleiding om Gezellenhuis nog een keer te gooien voor de muziek ie mensen van toen. Dit gebeuren op vrijdag 27 van 19.00 tot 02.00 uur. De :iek van toen werd onder gemaakt door Desola- The Sheiks, The Con- is, The Hitch Hikers, i'67 en The Rescue. Een van dat muzikale aanbod x)k, voor zover mogelijk in ;inele bezetting, vrijdag 27 i in het Gezellenhuis te ïl te horen zijn. Iet gaat te ver om deze pening een reünie te noe- Het is ondoenlijk ieder- die ooit voet binnen het -onaat heeft gezet uit te igen. Het patronaat heeft r de jaren heen wel duizen- gasten gehad. Wij kunner zaterdag 27 juni niet mee i 200 herbergen," zegt ink Deij. lan dit spektakel zijn uiter d kosten verbonden. On te drukken vragen de or ïisatoren aan iedere gas gulden. Dit bedrag moe >r 1 juni overgemaakt ziji gironummer 2718054, te; ne van Frank Deij, Stelle aat 9, 4561 RG in Hulst oi itant worden voldaan bi i van de organisatoren. Yank Deij„Na 1 juni wor- i de toegangsbewijzen toe ituurd. We adviseren di 'hebbers die deze avow lien bezoeken zo vlug mogi iets van zich te laten hi omdat we een groot aan r verwachten. Na de twee iderdste inschrijving zulle; helaas mensen moeten irs tellen. \XE1. - De 'Meimaand acj maand' van de actievt ichting Streekcentrum Axe >pt gesmeerd. De Axel ddenstanders haakti ontaan in op dit initiatie! n de Axelse middenstands^ reniging en de activiteitej tan bijzonder goed aan bi' t kooplustige publiek. Zo was er enige weken gele n te genieten van de demonj •aties van de EZAC, de Eerj Zeeuws-Vlaamse Airocluï de Noordstraatpromenadd EZAC, die in juni een ootse vliegshow houdt on t zweefvliegterrein, demonj reerde in de Noordstraatproj enade onder grote publiek! langstelling hoe een zweefj iegtuig in elkaar geze| ordt. Afgelopen vrijdag kon he ibliek genieten van een dej onstratie schansspringer >or leden van de Stichtinj ES, de Axelse motorcross! reniging. De topcrosser rgden voor spectaculair aaltjes met hun motoren i i Noordstraatpromenade aar waren ook de leden van Ruitersportvereniging Axe! 'tief met een demonstrate ngsteken. Een initiatief dj ichting Streekcentrum AxeJ aarop Levien Schieman var Ruitersportvereniging Axe •aag inhaakte. Voorts warej weer de kansenveloppen dij tgereikt werden aan het puj iek met daarbij de kans oj in gratis geheel verzorgt is naar Parijs voor twee pet] inen. De Axelse winkelier? adden weer gezorgd voor eei] ks aantal voordeelaanbie ngen en allerlei attracties. Zaterdag 31 mei haakt ooj ambulante handel tijden? traditionele weekmarkt xel in op 'Meimaand actie laand' van de Stichting treekcentrum Axel. Een ge eldig succes tot nu toe, dat st komende weekeinde orden afgesloten. Door Jan de Breet BLAASORKESTEN in Nederland, dus ook die in Zeeland en West- Brabant moeten minstens eens per vij'f jaar hun kwaliteit laten beoor delen door een desksundige jury. Doen zij dat niet dan degraderen zij automatisch naar een lagere divisie. Het meest bekende jurylid is ongetwij feld kolonel b.d. J.P. Laro (59) een goedfe zaak. De kolonel-dirigent, van geboorte Bredanaar, kreeg vooral bekendheid als dirigent van de Joh. Willem Frisokapel en de Marinierskapel. Sinds 1953 is hij ook als jurylid actief, zowel in binnen- als buitenland. Jaarlijks hoort Laro tegen de duizend blaasverenigingen; praktisch elk weekend is hij te vinden achter een jurytafel, om de vijf jaar jureert hij in Kerkrade bij het Wereld Muziek Con cours. Laro is dus de juiste man om iets uit de doeken te doen over de kwaliteit van dat, wat er zo om ons heen wordt wegge blazen. Laro: „Je moet nooit echt katten, nooit echt negatief zijn." Met die opmer king is de goede instelling van dit jurylid goed getekend evenals met: „Niet alleen de fouten aanwijzen maar ook aangeven hoe er verbetering kan komen." Wat de Nederlandse blaasmuziek en die van onze regio in het bijzonder aan gaat, is Laro zeker niet ontevreden. Hij zet uiteen, dat de opvallende niveauver betering in de laatste jaren vooral moet worden toegeschreven aan de zoveel be tere scholing van zowel dirigenten als van de muzikanten. Voor heel veel ver enigingen staan jonge aan het conserva torium opgeleide dirigenten met een vol waardig diploma. Wat West-Brabant betreft, ziet Laro dat goed opgeleide dirigenten ep in ge slaagd zijn om in het moeras gezakte clubs er weer bovenop te helpen. „Ik zie dan na een periode zo'n korps terug met een flinke uitbreiding van het aantal le den en vaak zelfs al het begin van een jeugdkorps en van dat laatste moeten ze het natuurlijk in de toekomst hebben." Ook over de vooruitgang in het Zeeuwse is Laro uiterst tevreden. „Ze voelden zich daar lang geïsoleerd, maar ze profiteren nu ook mee van de ontwik kelingen en menige prijs gaat tegenwoor dig naar een korps uit Zeeland." Als het gaat over de vergelijking van blaasorkesten uit de Westbrabantse en Zeeuwse regio met die 'beroemde' korp sen uit Thorn, Beek en Donk, Loon op Zand en noem maar op laat de kolonel niet echt het achterste van zijn tong zien. Kolonel Laro. Hij is wel overtuigd van de superkwali teit van de Limburgse muzikanten, maar noemt tocihi heel graag 'Cecilia' uit Prin- cenhage als een van tie top-orkesten van ons land. Duidelijk is voor hem ook dat top-di- rigenten, zoals Jan Cober en Heinz Frie- sen die laatste bijdrage kunnen leveren, om een toch al superieur gezelschap echt tot op de Olympus te brengen. Financiën hebben ook met de kwaliteit te maken. Privé-middelen van welgestelde bestuur ders kunnen net dat laatste stootje geven om het hoge honorarium van de top-diri- gent te kunnen büjven betalen en dus kwaliteit. Maar ook komt aan het licht, dat terwille van de kwaliteit te bestendi gen, mensen in deze wereld van de blaas muziek elkaar bijna naar het leven staan. Laro voorziet dat de strijd om de korpseer er zal blijven. Als die door diri genten, muzikanten en vooral bestuur ders in een goed raam geplaatst wordt dan is er echt sprake van winst. Aanrom melen is dan afgelopen, de verenigingen zijn dan definitief gered door de aanwas met jonge leden, dirigenten en componis ten kunnen dan steeds meer hun kwali teiten tot op de bodem aanspreken. Het tafereel met de zwoegende, zwetende maar o zo charmante dorpsharmonie, die de gezamenlijke 'ammezuur' omzet in von Suppé's 'Dichter und Bauer' gaat dan tot het verleden behoren. Een beetje jammer is dat wel. Z-IJN handen dirigeerden orkesten naar hogere regionen. Die resultaten zijn leuk, zegt hij. Maar je moet ze alleen zien als graadmeter voor je eigen orkest. De meeste mensen zitten daar voor hun speelplezier. Op zijn schouders moeten ze kunnen leunen. Aan het filburgs conservatorium studeerde hij naast saxofoon directie Harmonie en Fanfare. Overdag geeft hij les aan de muziekschool in Bergen op Zoom. In zijn vrije tijd staat hij voor de harmonie-orkesten Oranje uit Wouw, Anthonius uit Lepelstraat en de fanfare Euterpe uit het Zeeuwse Heinekenszand. Dirigeren is zijn pepmiddel, muziek zijn dope. Dirigent René de Jong uit Halsteren. Door Joyce Ernest HIJ LAAT zien hoe van de redelijk drukke laan vanuit zijn kamerraam hoog in de Bergen op Zoomse mu ziekschool alleen een enorm lente bos overblijft. Misschien komt het door het bladerdak, misschien door de drums of het orgel of wellicht door hemzelf, de kamer lijkt te zin gen. Ergens beneden zijn mu zieklessen in volle gang. „Een heel verschil de laatste jaren", zegt De Jong, „de jongeren in het orkest krijgen een veel betere opleiding". De di rigent van de gemiddelde harmonie of fanfare komt nog nauwelijks onder een beroepsopleiding uit. „Vroeger, dan ging je er maar voor staan met de bezemstok en er werd getoeterd. Zo boekje vandaag de dag geen resultaten". Niet het lagere niveau zette het harmo niewezen een tijdlang in een slechte reuk bij sommige kringen. „In het verleden doken veel kleine verenigingen na afloop van een gebeuren nogal eens de kroeg in. Laveloos speelden ze nog een deuntje. Dan krijg je zo'n hoempapa-associatie. Maar harmonie en carnaval, dat heeft niets met elkaar te maken". De kans op beschonken straattafe reeltjes is, afgezien van de hogere muzi kale prioriteit in het gemiddelde orkest, nog uiterst gering. De muziekvereniging pleegt zich haast nog uitsluitend op het podium te bewegen. De Jong vindt dat eigenlijk jammer. „De fanfare stamt af van het leger. De muzieksoort tilt de voe ten gewoon op. Alleen op koninginnedag en met sinterklaas komen we nog op straat. Muzikaal gezien voor het orkest niet altijd het leukst. Vroeger stond iedereen stil bij de kiosk te luisteren. Nu kamp je altijd met omgevingslawaai. En René de Jong: „De dirigent moet stimuleren en inspireren. Dat gaat niet door muzikan ten in hun hemd te zetten. Een knipoog is vaak genoeg om op een fout te wijzen. - fotodestem/dickdeboer de instrumenten kun je steeds moeilijker meesjouwen. Ze worden steeds zwaarder en duurder. Een regenbui op een klarinet van vierduizend gulden is doodzonde". De Jong speelt zelf - saxofoon- bij voorkeur in een kleine bezetting. De in breng is dan groter. Wellicht, meent hij, is die behoefte het eigen gevoel te ont plooien de reden dat hij vóór het orkest staat. Het vergt speciale eigenschappen om die speciale plaats waar te maken. „Je moet zeker zijn. Dat moet je uitstralen. De dirigent kan nooit zenuwachtig of ge spannen zijn. Vijftig, zestig man hangen op je schouders. Ze moeten op je kunnen bouwen en jij op hen. Dan is er een rela tie". Het is niet waar, bekent hij, dat hij niet weet wat spanning is. 's Avonds in bed, vlak voor het grote concours, kan het repertoire door zijn hoofd dreunen, krijgt zijn maag kuren. Opladen voor het moment suprème. Misschien zet de flui tist iets te laat in. Hij moet hoe dan ook de oplossing kennen om de boel niet in de soep te laten lopen. Bij een concert zweet hij als een werkpaard. Na afloop loopt hij leeg. De inspanning zit hem in het goed muziek willen maken. „Het concours op zich is niet zo belangrijk. Het is een graadmeter voor je eigen orkest: zijn we nog net zo zuiver, nog net zo dynamisch als we zelf denken. Het is leuk om af en toe resultaten te boeken. Maar gaat het een tijd niet zo goed, dan doe je zelf ge woon een stap terug. Voor dat een ander het zegt. Je niveau wil je natuurlijk ver beteren. Maar het moet onderbouwd zijn. Hardlopers zijn doodlopers". Repertoire wordt, in overleg met de orkesten, gekozen. Een gevorderd orkest heeft er een programmacommissie voor. Zelf vindt hij, dat de dirigent een opvoe dende taak in de keuze heeft. Aan de smaak van de spelers wil hij tegemoet komen, concessies aan de goede smaak zijn uitgesloten. Voor het serieuze gedeelte voor de pauze levert dat weinig of geen proble men op. Er is genoeg. Anders ligt dat na de pauze 'als er ook aan de donateurs moet worden gedacht'. Lichte muziek, meent De Jong, het klinkt zo gauw ba naal. Nieuwere muziek slaat niet altijd meteen aan bij de orkestleden. Meestal hapt het orkest na rijping toch toe. „De stukken moeten voor de orkestleden wel leuk büjven om uit te voeren. De meeste mensen zitten er tenslotte voor hun speelplezier". De dirigent, zegt hij, moet stimuleren en inspireren. Dat gaat niet door muzi kanten in hun hemd te zetten. Een knip oog, weet hij, is vaak genoeg om op een fout te wijzen. Füj laat zijn orkestleden nooit in hun eentje voorspelen. Met twee of drie tegeüjk, dan hoor je al voldoende. Het uiteindeüjke resultaat klinkt altijd zoals hij zich had voorgesteld. Hij weet wat voor vlees hij in de kuip heeft, dan valt het nooit tegen. Wegbüjven van con certen, dat kan hem mateloos teleurstel len. Het komt minder voor naarmate het niveau stijgt, de leden zich verbonden voelen met hun club. Steeds meer men sen gaan voor hun vereniging door het vuur. Alleen tegen de vakantie slaat hem, zoals iedere dirigent, de schrik om het hart als jongeren voor hun studie het dorp uittrekken. Begint de opbouw weer van vooraf aan. „Je moet er wel van bezeten zijn. Na een dag lesgeven kom ik bek-af het repe titielokaal binnen. Een uur later ben ik helemaal fris. Dirigeren is een pepmid- del. Muziek is mijn dope". UN composities schrijft hij bij voorkeur voor het grote leger muzikanten in de laagste en middelste regionen van harmonie en fanfare. Omdat; vindt hij, er volop repertoire is voor de technisch meervermogende. Omdat, vindt hij, beperkingen, even zovele uitdagingen zijn. Omdat, zegt hij zelf, het werk voor de hogere klassen misschien nog niet in zijn bereik ligt. Aan het Tilburgs Conservatorium kreeg hij zijn opleiding Algemene Vorming en directie Hafa. Als gemeentelijk muziekconsulent voor de Etten-Leurse basisscholen verdient hij zijn brood. In zijn vrije tijd dirigeert hij harmonie en fanfare en schrijft voor hen zijn muziek. Hobbyist met de hobbyisten: componist Wim Laseroms uit Bosschenhoofd. „Ik ben verguld als een beter gekwalifieerd orkest mijn werk speelt. Maar het is niet mijn opzet cl Heen voor hen te schrijven.- foto de stem/ben steffen Door Joyce Ernest HET GEBOUW waar hij werkt is groot. Lange gangen, hoge trappen, rijen waarachter afwisselend fluit en saxofoon klinken. Zijn werkkamer is geen ivoren toren om composities uit te broeden. Muziek wordt overal geboren. „Juist op de meest onverwachtte mo menten. Zit je net ontspannen te lezen of tv te kijken. Of wanneer je lang in de auto zit. Dan moet het altijd huppakee op papier. Soms een krabbeltje bij een stoplicht, maar meestal rij ik naar een parkeerplaats. AUeen 's nachts kom ik er niet voor uit bed". Wim Laseroms stippelde zijn carrière in de muziek niet uit. Als vanzelfspre kend werd het zijn weg, aanbevolen door niet de kleinsten in de muziekwereld. Maar zijn vader was de eerste die hem aan de hand nam. „Tja, hoe gaat dat hij nam me als vierjarig kereltje mee naar de fanfare in Bosschenhoofd. Als je ze ven bent loop je mee als volledig tam- boertje". Nauwelijks tien jaar later werd hij voor de leeuwen geworpen, toen de diri gent van FCO Bosschenhoofd het voor goed het afweten. Hij dirigeert de fanfare naast harmonie Sint Ceciha in Zegge nog steeds. Staande voor het orkest kwamen de composities vanzelf. Aanvankeüjk wat voorzichtige arrangementjes als het bij carnaval of een speciale mis te pas kwam. Voormaüg dirigent en componist Laro spoorde hem aan dóór te gaan. In middels heeft hij talloze werken op zijn naam staan. Soms hoort hij ze op de ra dio. Hij is, zegt Laseroms zelf, traditioneel gericht, op het marsachtige. Vernieu wing, best. Maar niet ten koste van het traditionele. Harmonie en fanfare - Hafa zeggen dt; insiders -, het stamt tenslotte af van de militairen, die hun legers op de maat van de muziek üchter voort lieten marcheren. Op eenvoudige deunen voor een trommel en een fluit. De buirgerij werd al gauw gegrepen door dezie muzikale wandeüngen en har monie em fanfare werden een belangrijke vrijetijdsbesteding voor een groeiende groep mensen. Het repertoire hield er geen gellijke tred mee. „Oorspronkeüjk repertoire voor harmonie en zelfs voor fanfare, i dat is er nu volop. Een groot goed van de uitgevers, die zich daarvoor inzettenHet büjft toch altijd een risico volle za ak". Dat 'er nu - Frankrijk en België span nen daairin de kroon - steeds meer werk op Hal'a-gebied verschijnt, brengt veran dering in het orkest. Meer kleur vraagt om meer bezetting. „Het wordt steeds beter uitgebuit. Het slagwerk is uitge breider, steeds vaker is er percussie bij. Soms hoor je eens een gitaar", zegt Lase roms. Bij zijn composities houdt hij er ter dege rekening mee, dat de gemiddelde dorpsheumonie echter lang niet vol doende Ibij kas zit om alle mogeüjke in- strumenten aan te schaffen. Ook lang niet iedereen beschikt over genoeg tech niek om die te bespelen. Het komt voor dat hij daardoor een gedacht instrument weer ui t de compositie gooit. Bovendien moet een partij voor het ene instrument door ee m ander ingevuld kunnen worden. Bruikbaar werk of het orkest nu toevalüg een hot io in huis heeft of een sax-sopraan of cornet. Mag er tegenwoordig ook voor Hafa modern werk worden geschreven, veelal wordt idlat overwegend in de hogere re gionen geapprecieerd. „De historie van de harmonie loopt uiteraard, in vergeüj- king met het symfonie-orkest, achter. De ontwik keüng is in volle gang, maar nog lang ninet algemeen", zegt Laseroms. Al sijpelt cle moderne inslag langzaam door in de regio, een dissonant wordt er niet zelden als 'foute noot' gemeld. Bij het pubhek staan de traditiege trouwe nummers hoog genoteerd. Hoe wel, hun waardering voor het uitge voerde concert vindt Laseroms moeilijk meetbaar. „Na afloop roepen ze wel bra vo! Maar is dat voor de muziek of voor hun club"? Het ritme, dat is volgens Laseroms duideüjk veranderd. In zijn composities moet het er in ieder geval lekker inzitten 'zo, dat iedereen het als smeuïg eigentijds ervaart'. Voor de met Hilversum 3 opge groeide jeugd, die de weg naar de harmo nie weer beter weet te vinden, is het alle maal heel herkenbaar. Wat volgens Wim Laseroms nog te weinig aandacht krijgt, zijn werken die de aparte secties aan bod laten komen. Zelf houdt hij zich daar druk mee bezig. 'Suitony' is er een voorbeeld van. In de vier delen, die halverwege een klassiek thema verlaten voor modern, komt ook de begeleidende sector aan zijn trekken. 'Suitony' is een van zijn werken op de üjst van verpüchte concoursnummers. „Dat is wel eervol. Ik ben ook verguld als een beter gekwalifieerd orkest mijn werk speelt. Maar het is niet mijn opzet alleen voor hen te schrijven. Altijd houd ik er rekening mee, dat de bestaande clubjes het moeten kunnen spelen, het leuk vin den om uit te voeren. Ik schrijf voor hob byisten. dat ben ik zelf ook". Een hele avond muziek horen spelen noemt Laseroms een groot genot. In zijn eigen werkt hoopt hij de bedoeling terug te vinden. Soms slaat een dirigent de plank mis door een onverwachte tempo keuze. Soms is de verrassing aangenaam. Benieuwd hoe het de componist op 1 juni in de oren ktinkt als op sportpark Rozenoord in Bergen op Zoom zestig verenigingen uit de regio allemaal tege üjk hun jarige bond het BB-jubilee ofte wel 'Lang zal ze leven' toespelen. 4C, de Eerste Zeeuws-Vla1"'' GH. Door Wippel Houben DE Stichting Overkoepeling Ne derlandse Muziek Organisaties SONMO heeft enkele jaren gele den een raamleerplan voor harmo nieën, fanfares en brassbands opge- Av*ld, dat de opleiding aan muziek scholen regëlt. Tot dat moment hadden de diverse federaties hun eigen opleidingen en ook hun eigen examens. Het plan speelde in op de behoefte aan het samen spelen, die in de hafa-we- reld voorop staat. De meer op particu- Uere les afgestemde muziekscholen kre gen een plan voorgeschoteld, dat vooral mgegeven was door het samenspel. De basis ervan bestond uit een brede alge mene muzikale en instrumentale vor ming, die ook de moderne speeltechnie- kei^,omvat. De opleiding onderscheidde zich wat dit betreft niet van andere. In het SOMNO-plan wordt uitgegaan van kennis van en begrip voor de sociale eigenheid van de wereld van de blaasmu ziek en van de leerlingen die vanuit die sfeer de muziekschool bezoeken. Voor de opleiding is het erg belangrijk dat de le raar die achtergrond goed verstaat. Het raamleerplan gaat daarbij uit van vier karakteristieken: de groepsles, het sa menspel, het luisteren naar en bespreken van muziek, de beginselen van de alge mene muziekleer. Groepsspel heeft in het plan de voor keur gekregen boven individuele les, om dat s_.men spelen mensen gemakkeüjker over een drempel trekt en omdat al le rend in een moeite ook het samenspel wordt meegenomen. Daardoor wordt het muzikaal waarnemingsvermogen ge scherpt. Bovendien leer de leerling op deze manier zijn fouten eerder te zien. Sinds 1 januari van dit jaar gelden al leen nog de door het ministerie van WVC uitgegeven en/of erkende diplo ma's. Niet elke regio heeft een muziek school of een muziekschool met een hafa-opleiding. Daarom geeft het minis terie voor bepaalde gebieden en/of som mige situaties een erkend diploma af. Bij die examens is altijd een rijksgecomi- tcferde aanwezig. De SONMO heeft hierop aangedrongen om de vakbe kwaamheidseisen aan de docenten en de leerlingen veitig te stellen. Het staat daarnaast elke muziekver eniging; vrij er een eigen opleiding op na te houden. In een aantal gevaüen gebeurt dat ookSommige verenigingen, zoals de harmonie Concordia in Breda, gaan daarbi i erg actief te werk en schakelen basisscholen in. Deze opleidingen leiden echter niet op tot door het rijk erkende diploma's. Wat niet wil zeggen dat ze kwalitia tief minder goed zouden zijn. Bo vendien staat het een muzikant altijd vrij om vaunuit zo'n opleiding met subsidie van de vereniging alsnog naar een mu ziekschool te gaan. Wat de opleidingen in de haf a-sfeer betreft gaat de SONMO goede tijden te gemoet. De laatste jaren hebben enkele conservatoria, o.a. die in Tilburg, veel goede, jonge dirigenten afgeleverd. Aan de muziekschool in Roosendaal wordt nu een opleiding verzorgd voor assistent-di rigenten, die later kunnen doorstoten naar het conservatorium. En steeds meer verenigingsmensen volgen een dirigen ten- of instructeursopleiding. Door deze gerichte aanpak vergroot Nederland haar voorsprong op muzikaal gebied ten opzichte van andere landen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 19