n van
lhuis
'Als jurylid
moet je nooit echt
De dirigent kan nooit
eens zenuwachtig zijn
'Ik schrijf voor hobbyisten'
Kolonel Laro beoordeelt kwaliteit
Componist Wim Laseroms
Goede scholing
erg belangrijk
leimaand
ctiemaaiM
Ixel loopt
;esmeerd
Van straat
Traditioneel
Ander ritme
107
en mijn persoontje," zegt
ik Deij, „aanleiding om
Gezellenhuis nog een keer
te gooien voor de muziek
ie mensen van toen. Dit
gebeuren op vrijdag 27
van 19.00 tot 02.00 uur. De
:iek van toen werd onder
gemaakt door Desola-
The Sheiks, The Con-
is, The Hitch Hikers,
i'67 en The Rescue. Een
van dat muzikale aanbod
x)k, voor zover mogelijk in
;inele bezetting, vrijdag 27
i in het Gezellenhuis te
ïl te horen zijn.
Iet gaat te ver om deze
pening een reünie te noe-
Het is ondoenlijk ieder-
die ooit voet binnen het
-onaat heeft gezet uit te
igen. Het patronaat heeft
r de jaren heen wel duizen-
gasten gehad. Wij kunner
zaterdag 27 juni niet mee
i 200 herbergen," zegt
ink Deij.
lan dit spektakel zijn uiter
d kosten verbonden. On
te drukken vragen de or
ïisatoren aan iedere gas
gulden. Dit bedrag moe
>r 1 juni overgemaakt ziji
gironummer 2718054, te;
ne van Frank Deij, Stelle
aat 9, 4561 RG in Hulst oi
itant worden voldaan bi
i van de organisatoren.
Yank Deij„Na 1 juni wor-
i de toegangsbewijzen toe
ituurd. We adviseren di
'hebbers die deze avow
lien bezoeken zo vlug mogi
iets van zich te laten hi
omdat we een groot aan
r verwachten. Na de twee
iderdste inschrijving zulle;
helaas mensen moeten
irs tellen.
\XE1. - De 'Meimaand acj
maand' van de actievt
ichting Streekcentrum Axe
>pt gesmeerd. De Axel
ddenstanders haakti
ontaan in op dit initiatie!
n de Axelse middenstands^
reniging en de activiteitej
tan bijzonder goed aan bi'
t kooplustige publiek.
Zo was er enige weken gele
n te genieten van de demonj
•aties van de EZAC, de Eerj
Zeeuws-Vlaamse Airocluï
de Noordstraatpromenadd
EZAC, die in juni een
ootse vliegshow houdt on
t zweefvliegterrein, demonj
reerde in de Noordstraatproj
enade onder grote publiek!
langstelling hoe een zweefj
iegtuig in elkaar geze|
ordt.
Afgelopen vrijdag kon he
ibliek genieten van een dej
onstratie schansspringer
>or leden van de Stichtinj
ES, de Axelse motorcross!
reniging. De topcrosser
rgden voor spectaculair
aaltjes met hun motoren i
i Noordstraatpromenade
aar waren ook de leden van
Ruitersportvereniging Axe!
'tief met een demonstrate
ngsteken. Een initiatief dj
ichting Streekcentrum AxeJ
aarop Levien Schieman var
Ruitersportvereniging Axe
•aag inhaakte. Voorts warej
weer de kansenveloppen dij
tgereikt werden aan het puj
iek met daarbij de kans oj
in gratis geheel verzorgt
is naar Parijs voor twee pet]
inen. De Axelse winkelier?
adden weer gezorgd voor eei]
ks aantal voordeelaanbie
ngen en allerlei attracties.
Zaterdag 31 mei haakt ooj
ambulante handel tijden?
traditionele weekmarkt
xel in op 'Meimaand actie
laand' van de Stichting
treekcentrum Axel. Een ge
eldig succes tot nu toe, dat
st komende weekeinde
orden afgesloten.
Door Jan de Breet
BLAASORKESTEN in Nederland,
dus ook die in Zeeland en West-
Brabant moeten minstens eens per
vij'f jaar hun kwaliteit laten beoor
delen door een desksundige jury.
Doen zij dat niet dan degraderen zij
automatisch naar een lagere divisie.
Het meest bekende jurylid is ongetwij
feld kolonel b.d. J.P. Laro (59) een goedfe
zaak. De kolonel-dirigent, van geboorte
Bredanaar, kreeg vooral bekendheid als
dirigent van de Joh. Willem Frisokapel
en de Marinierskapel. Sinds 1953 is hij
ook als jurylid actief, zowel in binnen-
als buitenland. Jaarlijks hoort Laro tegen
de duizend blaasverenigingen; praktisch
elk weekend is hij te vinden achter een
jurytafel, om de vijf jaar jureert hij in
Kerkrade bij het Wereld Muziek Con
cours.
Laro is dus de juiste man om iets uit
de doeken te doen over de kwaliteit van
dat, wat er zo om ons heen wordt wegge
blazen.
Laro: „Je moet nooit echt katten,
nooit echt negatief zijn." Met die opmer
king is de goede instelling van dit jurylid
goed getekend evenals met: „Niet alleen
de fouten aanwijzen maar ook aangeven
hoe er verbetering kan komen."
Wat de Nederlandse blaasmuziek en
die van onze regio in het bijzonder aan
gaat, is Laro zeker niet ontevreden. Hij
zet uiteen, dat de opvallende niveauver
betering in de laatste jaren vooral moet
worden toegeschreven aan de zoveel be
tere scholing van zowel dirigenten als
van de muzikanten. Voor heel veel ver
enigingen staan jonge aan het conserva
torium opgeleide dirigenten met een vol
waardig diploma.
Wat West-Brabant betreft, ziet Laro
dat goed opgeleide dirigenten ep in ge
slaagd zijn om in het moeras gezakte
clubs er weer bovenop te helpen. „Ik zie
dan na een periode zo'n korps terug met
een flinke uitbreiding van het aantal le
den en vaak zelfs al het begin van een
jeugdkorps en van dat laatste moeten ze
het natuurlijk in de toekomst hebben."
Ook over de vooruitgang in het
Zeeuwse is Laro uiterst tevreden. „Ze
voelden zich daar lang geïsoleerd, maar
ze profiteren nu ook mee van de ontwik
kelingen en menige prijs gaat tegenwoor
dig naar een korps uit Zeeland."
Als het gaat over de vergelijking van
blaasorkesten uit de Westbrabantse en
Zeeuwse regio met die 'beroemde' korp
sen uit Thorn, Beek en Donk, Loon op
Zand en noem maar op laat de kolonel
niet echt het achterste van zijn tong zien.
Kolonel Laro.
Hij is wel overtuigd van de superkwali
teit van de Limburgse muzikanten, maar
noemt tocihi heel graag 'Cecilia' uit Prin-
cenhage als een van tie top-orkesten van
ons land.
Duidelijk is voor hem ook dat top-di-
rigenten, zoals Jan Cober en Heinz Frie-
sen die laatste bijdrage kunnen leveren,
om een toch al superieur gezelschap echt
tot op de Olympus te brengen. Financiën
hebben ook met de kwaliteit te maken.
Privé-middelen van welgestelde bestuur
ders kunnen net dat laatste stootje geven
om het hoge honorarium van de top-diri-
gent te kunnen büjven betalen en dus
kwaliteit. Maar ook komt aan het licht,
dat terwille van de kwaliteit te bestendi
gen, mensen in deze wereld van de blaas
muziek elkaar bijna naar het leven staan.
Laro voorziet dat de strijd om de
korpseer er zal blijven. Als die door diri
genten, muzikanten en vooral bestuur
ders in een goed raam geplaatst wordt
dan is er echt sprake van winst. Aanrom
melen is dan afgelopen, de verenigingen
zijn dan definitief gered door de aanwas
met jonge leden, dirigenten en componis
ten kunnen dan steeds meer hun kwali
teiten tot op de bodem aanspreken. Het
tafereel met de zwoegende, zwetende
maar o zo charmante dorpsharmonie, die
de gezamenlijke 'ammezuur' omzet in
von Suppé's 'Dichter und Bauer' gaat
dan tot het verleden behoren. Een beetje
jammer is dat wel.
Z-IJN handen dirigeerden
orkesten naar hogere regionen.
Die resultaten zijn leuk, zegt hij.
Maar je moet ze alleen zien als
graadmeter voor je eigen
orkest. De meeste mensen
zitten daar voor hun
speelplezier. Op zijn schouders
moeten ze kunnen leunen. Aan
het filburgs conservatorium
studeerde hij naast saxofoon
directie Harmonie en Fanfare.
Overdag geeft hij les aan de
muziekschool in Bergen op
Zoom. In zijn vrije tijd staat hij
voor de harmonie-orkesten
Oranje uit Wouw, Anthonius uit
Lepelstraat en de fanfare
Euterpe uit het Zeeuwse
Heinekenszand. Dirigeren is zijn
pepmiddel, muziek zijn dope.
Dirigent René de Jong uit
Halsteren.
Door Joyce Ernest
HIJ LAAT zien hoe van de redelijk
drukke laan vanuit zijn kamerraam
hoog in de Bergen op Zoomse mu
ziekschool alleen een enorm lente
bos overblijft. Misschien komt het
door het bladerdak, misschien door
de drums of het orgel of wellicht
door hemzelf, de kamer lijkt te zin
gen. Ergens beneden zijn mu
zieklessen in volle gang.
„Een heel verschil de laatste jaren",
zegt De Jong, „de jongeren in het orkest
krijgen een veel betere opleiding". De di
rigent van de gemiddelde harmonie of
fanfare komt nog nauwelijks onder een
beroepsopleiding uit. „Vroeger, dan ging
je er maar voor staan met de bezemstok
en er werd getoeterd. Zo boekje vandaag
de dag geen resultaten".
Niet het lagere niveau zette het harmo
niewezen een tijdlang in een slechte reuk
bij sommige kringen. „In het verleden
doken veel kleine verenigingen na afloop
van een gebeuren nogal eens de kroeg in.
Laveloos speelden ze nog een deuntje.
Dan krijg je zo'n hoempapa-associatie.
Maar harmonie en carnaval, dat heeft
niets met elkaar te maken".
De kans op beschonken straattafe
reeltjes is, afgezien van de hogere muzi
kale prioriteit in het gemiddelde orkest,
nog uiterst gering. De muziekvereniging
pleegt zich haast nog uitsluitend op het
podium te bewegen. De Jong vindt dat
eigenlijk jammer. „De fanfare stamt af
van het leger. De muzieksoort tilt de voe
ten gewoon op. Alleen op koninginnedag
en met sinterklaas komen we nog op
straat. Muzikaal gezien voor het orkest
niet altijd het leukst. Vroeger stond
iedereen stil bij de kiosk te luisteren. Nu
kamp je altijd met omgevingslawaai. En
René de Jong: „De dirigent moet stimuleren en inspireren. Dat gaat niet door muzikan
ten in hun hemd te zetten. Een knipoog is vaak genoeg om op een fout te wijzen.
- fotodestem/dickdeboer
de instrumenten kun je steeds moeilijker
meesjouwen. Ze worden steeds zwaarder
en duurder. Een regenbui op een klarinet
van vierduizend gulden is doodzonde".
De Jong speelt zelf - saxofoon- bij
voorkeur in een kleine bezetting. De in
breng is dan groter. Wellicht, meent hij,
is die behoefte het eigen gevoel te ont
plooien de reden dat hij vóór het orkest
staat.
Het vergt speciale eigenschappen om
die speciale plaats waar te maken. „Je
moet zeker zijn. Dat moet je uitstralen.
De dirigent kan nooit zenuwachtig of ge
spannen zijn. Vijftig, zestig man hangen
op je schouders. Ze moeten op je kunnen
bouwen en jij op hen. Dan is er een rela
tie".
Het is niet waar, bekent hij, dat hij
niet weet wat spanning is. 's Avonds in
bed, vlak voor het grote concours, kan
het repertoire door zijn hoofd dreunen,
krijgt zijn maag kuren. Opladen voor het
moment suprème. Misschien zet de flui
tist iets te laat in. Hij moet hoe dan ook
de oplossing kennen om de boel niet in
de soep te laten lopen. Bij een concert
zweet hij als een werkpaard. Na afloop
loopt hij leeg.
De inspanning zit hem in het goed
muziek willen maken. „Het concours op
zich is niet zo belangrijk. Het is een
graadmeter voor je eigen orkest: zijn we
nog net zo zuiver, nog net zo dynamisch
als we zelf denken. Het is leuk om af en
toe resultaten te boeken. Maar gaat het
een tijd niet zo goed, dan doe je zelf ge
woon een stap terug. Voor dat een ander
het zegt. Je niveau wil je natuurlijk ver
beteren. Maar het moet onderbouwd
zijn. Hardlopers zijn doodlopers".
Repertoire wordt, in overleg met de
orkesten, gekozen. Een gevorderd orkest
heeft er een programmacommissie voor.
Zelf vindt hij, dat de dirigent een opvoe
dende taak in de keuze heeft. Aan de
smaak van de spelers wil hij tegemoet
komen, concessies aan de goede smaak
zijn uitgesloten.
Voor het serieuze gedeelte voor de
pauze levert dat weinig of geen proble
men op. Er is genoeg. Anders ligt dat na
de pauze 'als er ook aan de donateurs
moet worden gedacht'. Lichte muziek,
meent De Jong, het klinkt zo gauw ba
naal. Nieuwere muziek slaat niet altijd
meteen aan bij de orkestleden. Meestal
hapt het orkest na rijping toch toe. „De
stukken moeten voor de orkestleden wel
leuk büjven om uit te voeren. De meeste
mensen zitten er tenslotte voor hun
speelplezier".
De dirigent, zegt hij, moet stimuleren
en inspireren. Dat gaat niet door muzi
kanten in hun hemd te zetten. Een knip
oog, weet hij, is vaak genoeg om op een
fout te wijzen. Füj laat zijn orkestleden
nooit in hun eentje voorspelen. Met twee
of drie tegeüjk, dan hoor je al voldoende.
Het uiteindeüjke resultaat klinkt altijd
zoals hij zich had voorgesteld. Hij weet
wat voor vlees hij in de kuip heeft, dan
valt het nooit tegen. Wegbüjven van con
certen, dat kan hem mateloos teleurstel
len. Het komt minder voor naarmate het
niveau stijgt, de leden zich verbonden
voelen met hun club. Steeds meer men
sen gaan voor hun vereniging door het
vuur. Alleen tegen de vakantie slaat hem,
zoals iedere dirigent, de schrik om het
hart als jongeren voor hun studie het
dorp uittrekken. Begint de opbouw weer
van vooraf aan.
„Je moet er wel van bezeten zijn. Na
een dag lesgeven kom ik bek-af het repe
titielokaal binnen. Een uur later ben ik
helemaal fris. Dirigeren is een pepmid-
del. Muziek is mijn dope".
UN composities schrijft hij
bij voorkeur voor het grote leger
muzikanten in de laagste en
middelste regionen van
harmonie en fanfare. Omdat;
vindt hij, er volop repertoire is
voor de technisch
meervermogende. Omdat, vindt
hij, beperkingen, even zovele
uitdagingen zijn. Omdat, zegt
hij zelf, het werk voor de hogere
klassen misschien nog niet
in zijn bereik ligt. Aan het
Tilburgs Conservatorium kreeg
hij zijn opleiding Algemene
Vorming en directie Hafa. Als
gemeentelijk muziekconsulent
voor de Etten-Leurse
basisscholen verdient hij zijn
brood. In zijn vrije tijd dirigeert
hij harmonie en fanfare en
schrijft voor hen zijn muziek.
Hobbyist met de hobbyisten:
componist Wim Laseroms uit
Bosschenhoofd.
„Ik ben verguld als een beter gekwalifieerd orkest mijn werk speelt. Maar het is niet
mijn opzet cl Heen voor hen te schrijven.- foto de stem/ben steffen
Door Joyce Ernest
HET GEBOUW waar hij werkt is
groot. Lange gangen, hoge trappen,
rijen waarachter afwisselend fluit en
saxofoon klinken. Zijn werkkamer
is geen ivoren toren om composities
uit te broeden. Muziek wordt overal
geboren.
„Juist op de meest onverwachtte mo
menten. Zit je net ontspannen te lezen of
tv te kijken. Of wanneer je lang in de
auto zit. Dan moet het altijd huppakee
op papier. Soms een krabbeltje bij een
stoplicht, maar meestal rij ik naar een
parkeerplaats. AUeen 's nachts kom ik er
niet voor uit bed".
Wim Laseroms stippelde zijn carrière
in de muziek niet uit. Als vanzelfspre
kend werd het zijn weg, aanbevolen door
niet de kleinsten in de muziekwereld.
Maar zijn vader was de eerste die hem
aan de hand nam. „Tja, hoe gaat dat
hij nam me als vierjarig kereltje mee naar
de fanfare in Bosschenhoofd. Als je ze
ven bent loop je mee als volledig tam-
boertje".
Nauwelijks tien jaar later werd hij
voor de leeuwen geworpen, toen de diri
gent van FCO Bosschenhoofd het voor
goed het afweten. Hij dirigeert de fanfare
naast harmonie Sint Ceciha in Zegge nog
steeds. Staande voor het orkest kwamen
de composities vanzelf. Aanvankeüjk wat
voorzichtige arrangementjes als het bij
carnaval of een speciale mis te pas
kwam. Voormaüg dirigent en componist
Laro spoorde hem aan dóór te gaan. In
middels heeft hij talloze werken op zijn
naam staan. Soms hoort hij ze op de ra
dio.
Hij is, zegt Laseroms zelf, traditioneel
gericht, op het marsachtige. Vernieu
wing, best. Maar niet ten koste van het
traditionele. Harmonie en fanfare - Hafa
zeggen dt; insiders -, het stamt tenslotte
af van de militairen, die hun legers op de
maat van de muziek üchter voort lieten
marcheren. Op eenvoudige deunen voor
een trommel en een fluit.
De buirgerij werd al gauw gegrepen
door dezie muzikale wandeüngen en har
monie em fanfare werden een belangrijke
vrijetijdsbesteding voor een groeiende
groep mensen. Het repertoire hield er
geen gellijke tred mee. „Oorspronkeüjk
repertoire voor harmonie en zelfs voor
fanfare, i dat is er nu volop. Een groot
goed van de uitgevers, die zich daarvoor
inzettenHet büjft toch altijd een risico
volle za ak".
Dat 'er nu - Frankrijk en België span
nen daairin de kroon - steeds meer werk
op Hal'a-gebied verschijnt, brengt veran
dering in het orkest. Meer kleur vraagt
om meer bezetting. „Het wordt steeds
beter uitgebuit. Het slagwerk is uitge
breider, steeds vaker is er percussie bij.
Soms hoor je eens een gitaar", zegt Lase
roms.
Bij zijn composities houdt hij er ter
dege rekening mee, dat de gemiddelde
dorpsheumonie echter lang niet vol
doende Ibij kas zit om alle mogeüjke in-
strumenten aan te schaffen. Ook lang
niet iedereen beschikt over genoeg tech
niek om die te bespelen. Het komt voor
dat hij daardoor een gedacht instrument
weer ui t de compositie gooit. Bovendien
moet een partij voor het ene instrument
door ee m ander ingevuld kunnen worden.
Bruikbaar werk of het orkest nu toevalüg
een hot io in huis heeft of een sax-sopraan
of cornet.
Mag er tegenwoordig ook voor Hafa
modern werk worden geschreven, veelal
wordt idlat overwegend in de hogere re
gionen geapprecieerd. „De historie van
de harmonie loopt uiteraard, in vergeüj-
king met het symfonie-orkest, achter. De
ontwik keüng is in volle gang, maar nog
lang ninet algemeen", zegt Laseroms. Al
sijpelt cle moderne inslag langzaam door
in de regio, een dissonant wordt er niet
zelden als 'foute noot' gemeld.
Bij het pubhek staan de traditiege
trouwe nummers hoog genoteerd. Hoe
wel, hun waardering voor het uitge
voerde concert vindt Laseroms moeilijk
meetbaar. „Na afloop roepen ze wel bra
vo! Maar is dat voor de muziek of voor
hun club"?
Het ritme, dat is volgens Laseroms
duideüjk veranderd. In zijn composities
moet het er in ieder geval lekker inzitten
'zo, dat iedereen het als smeuïg eigentijds
ervaart'. Voor de met Hilversum 3 opge
groeide jeugd, die de weg naar de harmo
nie weer beter weet te vinden, is het alle
maal heel herkenbaar.
Wat volgens Wim Laseroms nog te
weinig aandacht krijgt, zijn werken die
de aparte secties aan bod laten komen.
Zelf houdt hij zich daar druk mee bezig.
'Suitony' is er een voorbeeld van. In de
vier delen, die halverwege een klassiek
thema verlaten voor modern, komt ook
de begeleidende sector aan zijn trekken.
'Suitony' is een van zijn werken op de
üjst van verpüchte concoursnummers.
„Dat is wel eervol. Ik ben ook verguld als
een beter gekwalifieerd orkest mijn werk
speelt. Maar het is niet mijn opzet alleen
voor hen te schrijven. Altijd houd ik er
rekening mee, dat de bestaande clubjes
het moeten kunnen spelen, het leuk vin
den om uit te voeren. Ik schrijf voor hob
byisten. dat ben ik zelf ook".
Een hele avond muziek horen spelen
noemt Laseroms een groot genot. In zijn
eigen werkt hoopt hij de bedoeling terug
te vinden. Soms slaat een dirigent de
plank mis door een onverwachte tempo
keuze. Soms is de verrassing aangenaam.
Benieuwd hoe het de componist op 1
juni in de oren ktinkt als op sportpark
Rozenoord in Bergen op Zoom zestig
verenigingen uit de regio allemaal tege
üjk hun jarige bond het BB-jubilee ofte
wel 'Lang zal ze leven' toespelen.
4C, de Eerste Zeeuws-Vla1"''
GH.
Door Wippel Houben
DE Stichting Overkoepeling Ne
derlandse Muziek Organisaties
SONMO heeft enkele jaren gele
den een raamleerplan voor harmo
nieën, fanfares en brassbands opge-
Av*ld, dat de opleiding aan muziek
scholen regëlt. Tot dat moment
hadden de diverse federaties hun
eigen opleidingen en ook hun eigen
examens.
Het plan speelde in op de behoefte
aan het samen spelen, die in de hafa-we-
reld voorop staat. De meer op particu-
Uere les afgestemde muziekscholen kre
gen een plan voorgeschoteld, dat vooral
mgegeven was door het samenspel. De
basis ervan bestond uit een brede alge
mene muzikale en instrumentale vor
ming, die ook de moderne speeltechnie-
kei^,omvat. De opleiding onderscheidde
zich wat dit betreft niet van andere.
In het SOMNO-plan wordt uitgegaan
van kennis van en begrip voor de sociale
eigenheid van de wereld van de blaasmu
ziek en van de leerlingen die vanuit die
sfeer de muziekschool bezoeken. Voor de
opleiding is het erg belangrijk dat de le
raar die achtergrond goed verstaat. Het
raamleerplan gaat daarbij uit van vier
karakteristieken: de groepsles, het sa
menspel, het luisteren naar en bespreken
van muziek, de beginselen van de alge
mene muziekleer.
Groepsspel heeft in het plan de voor
keur gekregen boven individuele les, om
dat s_.men spelen mensen gemakkeüjker
over een drempel trekt en omdat al le
rend in een moeite ook het samenspel
wordt meegenomen. Daardoor wordt het
muzikaal waarnemingsvermogen ge
scherpt. Bovendien leer de leerling op
deze manier zijn fouten eerder te zien.
Sinds 1 januari van dit jaar gelden al
leen nog de door het ministerie van
WVC uitgegeven en/of erkende diplo
ma's. Niet elke regio heeft een muziek
school of een muziekschool met een
hafa-opleiding. Daarom geeft het minis
terie voor bepaalde gebieden en/of som
mige situaties een erkend diploma af. Bij
die examens is altijd een rijksgecomi-
tcferde aanwezig. De SONMO heeft
hierop aangedrongen om de vakbe
kwaamheidseisen aan de docenten en de
leerlingen veitig te stellen.
Het staat daarnaast elke muziekver
eniging; vrij er een eigen opleiding op na
te houden. In een aantal gevaüen gebeurt
dat ookSommige verenigingen, zoals de
harmonie Concordia in Breda, gaan
daarbi i erg actief te werk en schakelen
basisscholen in. Deze opleidingen leiden
echter niet op tot door het rijk erkende
diploma's. Wat niet wil zeggen dat ze
kwalitia tief minder goed zouden zijn. Bo
vendien staat het een muzikant altijd vrij
om vaunuit zo'n opleiding met subsidie
van de vereniging alsnog naar een mu
ziekschool te gaan.
Wat de opleidingen in de haf a-sfeer
betreft gaat de SONMO goede tijden te
gemoet. De laatste jaren hebben enkele
conservatoria, o.a. die in Tilburg, veel
goede, jonge dirigenten afgeleverd. Aan
de muziekschool in Roosendaal wordt nu
een opleiding verzorgd voor assistent-di
rigenten, die later kunnen doorstoten
naar het conservatorium. En steeds meer
verenigingsmensen volgen een dirigen
ten- of instructeursopleiding.
Door deze gerichte aanpak vergroot
Nederland haar voorsprong op muzikaal
gebied ten opzichte van andere landen.