BOEKEN Ik haat de werkelijkheid!' Jan Lampo over de schooljeugd Kaspar Hauser als Europese vondeling Een sjiek en een alledaags lexicon van de letterkunde Italo Svevo: hygiënisch werkende bekentenissen Salamanderreeks wordt steeds fraaiei Poolse ki moeten jodium dj Coolen en Van Doorne na de oorlog MARGARETHA FERGUSON EN HAAR DAGBOEK: Over wonen ZATERDAG 3 ME11986 Driedelige pakken en gekleurde handjes T I joure maar nou zie je Door Henk Egbers „Ik word eindelijk vol wassen. Bah. Voor mij kan al die volwassenheid verrekken, al dat betrek kelijke, al dat rijpe. Een volwassen bestaan heeft voor mij geen smaak. Ik haat de protestantse wes terse werkelijkheid. Ik haat de open, democrati sche, gedifferentieerde, van naastenliefde verge ven werkelijkheid! Ik haat de realiteit! Dit citaat lijkt min of meer representatief voor het 437 pa gina's tellende dagboek dat Margaretha Ferguson schreef tussen 1948 en 1984 en frag mentarisch uitgaf onder de titel 'Brief aan niemand'. Dit gesprek met haarzelf is voor de lezer tegelijk verwarrend en ontnuchterend; machteloos en krachtig. Margaretha Ferguson be gint haar dagboek in haar Ne derlands-Indische nadagen (opkomst van Indonesië en af tocht der Nederlanders), met een kampsyndroom (langza merhand ook een soort cliché) als noodlot. Ze zal het niet meer kwijtraken, ook al helpt de Utrechtse dr. P. Baan haar op weg. Het (dag)boek wordt er door getekend; de angsten, het voortdurend leven onder doodsdreiging en de niet afla tende pijn van het bewustzijn te falen (i.e. bij de opbouw van een literair bestaan). Zulke angsten werken feilloos als zichzelf vervullende profe tieën. Zij schrijft zoals ze 'is' - voor waarnemers, die tegen de bui tenkant aankijken spontaan, wat anarchsitisch, emotioneel bewogen met de dingen die ge beuren rondom, chaotisch en de dingen scherp benoemend. Dat past natuurlijk slecht bin nen een bourgeoisie-mentali- teit. Bovendien vang je veel 'wind' en word je 'gepakt'. Al die dingen samen - gevat bin nen de accolade van onuitwis bare oorlogservaringen en een slecht begeleide (indruk) op bouw van een schrijverscar rière - geven dit boek iets tra gisch. Maar tegelijk is het de tragiek van een vrouw die niet opgeeft; wier enthousiasme uiteindelijk niet kapot is te krijgen. Mag het boek dan geen literair document zijn ('de' kritiek zal daarover onge twijfeld heel gevoelig zijn), een menselijk document (om het niet in het fraaie Frans te zeg gen) is het zeker. Eerlijk is eer lijk: het heeft me enige aan looptijd gekost om ermee op dreef te raken (waarschijnlijk omdat het zo springerig is), maar toen ik eenmaal de smaak te pakken had, wist ik verder van geen ophouden. "Ija, dagboeken zijn een wat problematische verschijning in ons taalgebied. We hebben, in tegenstelling met de Fran sen bijvoorbeeld, daaromtrent geen traditie - zo heet dat -. Hans Warren heeft daar met zijn eeuwigdurende dagboek wat verandering in gebracht. Ferguson stelt zichzelf voort durend vragen over haar dak- boekengeschrijf, maar toch zet ze die vraagtekens bij Warren, die ik ook heb. Ik kom Hans zo af en toe tegen, vind hem een hele aardige man en heb nooit, als Margaretha hardop durven zeggen dat hij gepolijste en verliteratuurde eerlijkheid verkoopt. Dat is nu het aardige van Ferguson: ze maakt er vaak een ratjetoe van; ze polij- ste ongetwijfeld her en der, maar het boek heeft een ho gere graad van geloofwaar dige directheid dan Warren; al is dat geen literaire kwaliteits norm. Het is moeilijk samen te vatten wat zij in haar dagboek schrijft. De situatie en perso nen zijn vaak te persoonlijk, om daarin mee te kunnen voe len. Een gedeelte van het dag boek ervaar ik zelf heel anders dan de rest, omdat daarin toe vallig een aantal mensen voorkomt die ik uit eigen erva ring ken. Als zij over haar er varingen schrijft in het Haagse wereldje met - om de meest expressieven te noemen - Albert Vogel en de muzikale familie Andriessen, dan is dit voor een 'buitenstaander' een interessant stukje gedocumen teerde cultuurhistorie voor zien van een persoonlijke tint; anders wordt het dan weer als zij over de Tilburgse Theo en Arjan schrijft, omdat we die - binnen het kader van De Stem - behandeld en geïnterviewd hebben. Samenvattend: er ko men in haar verhaal veel per sonen en feiten voor die dan wel niet wereldschokkend zijn, maar toch voldoende kaliber hebben om te kunnen spreken van een gedocumenteerde cul tuurhistorie der Kleine Zielen (om Haags te blijven). Het belang van dit zeer per- Margaretha Ferguson soonlijke dagboek zit, naar ons gevoel, in het feit dat Marga retha Ferguson heel invoel baar maakt de processen die zich afspelen bij mensen die in de Indische oorlog 'gejapt' zijn en nadien in Nederland, vanuit een totaal ander cultureel be levingspatroon, vechten voor een manier van zijn, die nau welijks past binnen de Hol landse bourgeoisie. Dat zij ter- - FOTO NIJGH EN VAN DITMAR zijde Karei van 't Reve, Karei Roskam, Luns, Van Agt en vele anderen op de hak neemt als enorme kloothommels bin nen de vaart der volken, kleurt alleen maar haar verhaal. Maar het gaat om heel wat meer dan 'kleuren'. Wie het leest, zal weten wat ik bedoel. Margaretha Ferguson: 'Brief aan niemand'. Uitg. Nijgh Van Ditmar, prijs 42,50. Door Henk Egbers Soms kan het een last, dan weer een gemak zijn om in de voetsporen van een bekende vader te treden. Voor een recensent bestaat het gevaar te gaan vergelij ken en te weinig de eigenzin nigheid van de zoon te (h)er- kennen. Jan Lampo schreef een roman over middelbare schooljeugd; een leefperiode en -stijl, die hij nog nauwe lijks achter zich zal hebben (de flap geeft geen informatie over deze Lampo). Zijn verhaal speelt in Ant werpen en dat heeft hij niet van een vreemde. Die school tijd overigens ook niet, want inhoudelijk is hij nogal cli chématig. Alle bekende pa tronen en vooroordelen wor den erin bevestigd: school liefdes met op de achtergrond huiselijke problemen; schoolfeestjes, hasj-gebruik, thuis weglopen etc. Voor de manier waarop hij met deze gegevens omgaat, is waarde ring op te brengen; zonder dat er écht verrassende din gen mee gebeuren, laat Jan Lampo wel zien een goed sti list te zijn, die beeldend kan boeien. Helga is een 'ongelegen' dochter van een artsen-echt- paar, dat bezig is te scheiden. Ze zoekt warmte bij klasge noten; de een (een jongen) neemt haar (ze ervaart het als doodgaan), de ander (een meisje) vertedert haar (Hil- des' vader wijst haar terug). Ze gaat als het ware mee de scheiding in met haar ouders en op een kamer wonen. Ver ward zijn haar gevoelens en in tweespalt met liefde voor man erv'of vrouw. 'Helga dacht: Mijn leven is een ont zettende troep'Ze komt in de criminele sfeer van de drughandel terecht; raakt in verwachting etc. Kortom, het' 'volkstoneel' van de zestiger en zeventiger jaren viert hoogtij. Lampo schrijft korte hoofdstukjes; een soort log boek van kleine gebeurtenis sen, die zich aaneenrijgen Hij heeft goed geobserveerd en weet de processen, die zich in en met mensen afspelen redelijk te duiden. Uit de aangevoerde scènes ontstaat nog niet iets nieuws; datgene wat een roman zijn eigen ka rakter geeft. Jan Lampo: 'In altijd lege kamers'. Uitg. Kritak/Van Gennep, prijs 19,50. Door Henk Egbers Nu in onze tijd tiendui zenden identiteitsloze kinderen over de wereld zwerven kan je een ge voel van onbehagen be sluipen bij de uitgave van méér dan 300 pagi na's boek over een soort gelijk 'geval' uit de vo rige eeuw. Maar Kaspar Hauser maakte geschiedenis, omdat zijn verschijnen en verdwij nen een politiek gekleurd tintje had en samenhing met het toen nog zwaarwichtige bestaan van vorstenhuizen. Rond dit zogeheten 'kind van Europa' is in de voorbije 150 jaar heel wat literatuur ver schenen. Daaraan is nu een origineel Nederlands boek van de hand van de histori cus Hans Peter van Manen toegevoegd. Op 26 mei 1828 komt in het Duitse Neurenberg een jon gen van een jaar of zestien binnenwandelen, waarvan men niet kan achterhalen waar hij vandaan komt en hoe hij heet. En hij weet het - nogal moeizaam communice rend - ook zelf niet. Hij blijkt niet debiel of zwakzinnig. Spoedig wordt duidelijk dat zijn ontwikkeling is achter gebleven, omdat hij minstens vanaf zijn vijfde jaar in een zame opsluiting heeft door gebracht. Er wordt driftig onderzoek gepleegd en de fei ten wijzen in de richting van het Badense vorstenhuis, waar een kroonprins op een zijspoor gezet zou zijn. Als er meer duidelijkheid lijkt te komen wordt Kaspar neerge stoken en sterft 19 december 1833 (21 jaar oud). In de vijf jaren dat hij 'onder de men sen' verbleef had hij zich re delijk ontwikkeld. Tot op de dag van vandaag is men blij ven gissen naar zijn identi teit. Hans Peter van Manen vertelt - iets te omslachtig en daardoor met doublures - het 'spannende verhaal' tegen de politieke- en sociale achter gronden van die tijd. Goed gedocumenteerd en prettig verteld brengt Van Manen deze historie als 'een appèl aan het pedagogische gewe ten van de mensheid'. Hij gaat zelfs zover om Kaspar te vergelijken met Parsival uit het 13e eeuwse epos. Wat was het belangrijke aan Kaspar zo vraagt hij zich af. „In de eerste plaats zijn oorspron kelijke, zuivere kinderlijk heid, die paradoxaal genoeg bij zijn zestienjarige leeftijd nog volmaakt natuurlijk was. Maar zo dat het natuur lijke transparant was voor het bovennatuurlijke... Het was een uitdaging aan het pedagogische kunnen van de hele toenmalige cultuur om deze in negatieve en positieve zin achtergebleven knaap zo op te vangen en op te voeden dat hij zich in het maat schappelijke leven had kun nen ontplooien":.. De geschie denis van Kaspar heeft dus iets dubbels: een ideale Rousseau-Emile-situatie en bovendien nog een politieke thriller. Van Manen bouwt dat eerste aspect nog wat verder uit in de Steineriaan- se-anthroposofische richting. Het Duitsland van het be gin der 19e eeuw - met op de achtergrond de 'vakbond der vorsten' (door Metternich als Heilige Alliantie in elkaar getimmerd) is het décor voor verdwijnende vorsten. Van Manen wijst o.a. op Napo leons' zoon en de in Neder land wonende meubelmaker Naundorf en zijn koninklijke claim. Dé elkaar bestrijdende vorstenstaat] es deden niet onder voor het hedendaagse terrorisme. Kaspar komt met twee ge heimzinnige brieven in zijn hand in 1828 Neurenberg bin nen. Hij wordt met zijn ach tergebleven ontwikkeling een soort officiële stadsvon- deling, waarbij in eerste in stantie de burgemeester en de gymnasiumleraar Dau- mer zich over hem ontfer men. Talrijke personen zul len zich nadien met hem gaan bezig houden; in posi tieve- en negatieve zin. Hij is vriend en proefkonijn. Hij kan duidelijk maken dat hij jarenlang opgesloten heeft gezeten, maar moet nog goed leren spreken. Typisch zijn zij n reactie op ondermeer het zien van kleuren, voedsel, re ligie, man-vrouw-relatie etc. Voer voor psychologen. An- selm Feuerbach (vader van de grote filosoof) speelt daar bij onder anderen een grote rol. Kaspar werd een 'natio nale' bezienswaardigheid. Er werd over hem geschreven. Politiek gezien broedde de zaak ook; ontwikkelden zich voor- en tegenstanders: Kas par is een weggewerkt vor stenkind èn Kaspar is een be drieger. De voor- en tegen standers blijken tot op de dag van vandaag nog te bestaan. Een hele merkwaardige rol heeft daarbij gespeeld de En gelse lord Stanhope, als 'doortrapte medeplichtige of als een hysterische negen tiende eeuwer'; een man die zich eerst ontwerpt als zijn voogd en vriend en alter een soort Judas-rol lijkt te ver vullen. Van Manen is van mening dat Kaspar de in 1812 in Karlsruhe geboren Badense erfgroothertog was. Hij ad strueert die conclusie duide lijk. Ook gaat hij in op me ningen omtrent de invloed van occulte krachten (o.a. via vrijmetselarij en rooms ka tholicisme) en zoekt daarbij een uitweg in Steineriaanse zin. Hij concludeert onder 'meer: „De bespiegeling over de reine dwaas, de uitwei ding over de verbeelding in het denken in relatie tot het verdwijnen van het koning schap leidt ons precies naar de plaats van het Kind van Europa in de cultuurgeschie denis. Kaspar Hauser was, in de laatste eeuw van het erfe lijke koningschap, eigenlijk een tot de troon geroepene..." Hans Peter van Manen: 'Kaspar Hauser'. Uitg. Vrij Geestesleven, prijs/ 34,50. Door Hans Roosen boom De literatuurliefhebber heeft sinds kort de riante keuze tussen twee gelijktijdig verschenen woordenboeken, die allebei de pretentie hebben de gehele Neder landse literatuur van middeleeuwen tot heden auteursgewijs te behandelen. De keus gaat tussen 456 bladzijden (van Mar- tinus Van der Aa tot Gerrit Jan Zwier) raison van 99,50 enerzijds, en 635 bladzijden (van Bertus Aafjes tot Harmen Zijlstra) voor 39,50 anderzijds. Het Winkler Prins Lexicon van uitgever El sevier (dit boek noemen we daarom maar kort weg ELS) is het sjieke broertje van de twee, 'De Nederlandse en Vlaamse Auteurs' (van uitge ver De Haan, vandaar: HAAN) is meer het volkse type om te zien. Met HAAN haalt men voor zestig gulden minder geld zo'n tweehonderd bladzijden meer aan informatie in huis. Dat HAAN dikker is uitgevallen komt ook wel omdat daarin ook de Friese auteurs zijn opgenomen. Echte Fries Nationalen zullen overigens niet blij zijn dat hun schrijvers ressorteren onder de hoofdnoe mer 'De Nederlandse en Vlaamse auteurs'. Het voordeel van de lagere prijs en een gro tere omvang van HAAN valt trouwens weer weg tegen zijn proletarische uitvoering: na iets meer dan oppervlakkig doorbladeren blijkt de (dikke) rug op een dozijn plaatsen gebroken, een lelijk gezicht. Het uiterlijk van ELS daarentegen zal veel boekenkastbezitters meer aansprekendonker blauwe (imitatie)leren band, goud-opdruk op de rug, kortom een deftig boekdeel, dat ook wat makkelijker m de hand ligt dan de weerbar stige HAAN. Het verschil in uiterlijk voorkomen van beide auteurs-lexica wordt hier een beetje naar voren gehaald, omdat dat uiterlijk voor een aantal potentiële kopers misschien de doorslag kan geven. Want inhoudelijk ontlopen de twee elkaar niet zo heel veel. Detailkritiek is op allebei mogelijk. Zondi nu maar in al die details te treden: beide woo: denboeken kennen hun fouten, slordighede: omissies. Helemaal compleet en zonder gebrf ken kan zo'n soort boekwerk nooit helemai zijn. Ook al doet er nóg zo'n keur van deskut digen aan mee. Overigens bestond het werk van die deskun digen in beide gevallen uit het zorgvuldig bi; eengaren van lemma's uit reeds bestaand woordenboeken. ELS is een bloemlezing uit Winkler Prins Encyclopedie, HAAN uit de Mi derne Encyclopedie van de Wereldliteratui (in tien delen). Beide lexica hebben voordelen die de and: niet heeft. Zo bevat ELS achterin een complei naamsregister, waarin ook schrijvers zijn genomen die geen 'eigen' artikel op hun naai hebben, maar die wel onder een ander lemm voorkomen. HAAN mist dat. HAAN heeft weer wel een beter verzorg systeem van kruisverwijzingen, in de trant va Alfons de Ridder, zie Willem Elsschot. El voorziet daarin minder. HAAN heeft de detective-literatuur 'meeg< nomen', ELS de kinderliteratuur, omgekee: niet. Tenslotte (we kunnen niet blijven dooi gaan) is ieder artikel in HAAN gesigneer Voor de ingewijde is dat een voordeel, dath. bij ELS moet missen. Conclusie: HAAN biedt uiteindelijk ie meer, is iets veelzijdiger, en stukken goedkt per. Een gebruiksvoorwerp. ELS is het officiêl standaardwerk voor in de openbare leeszaal,! in het wandmeubel van de draagkrachtige lie hebber. Maar men kan in beide werken voo dezelfde informatie terecht. 'De Nederlandse en Vlaamse auteurs'. Vi middeleeuwen tot heden, met inbegrip van Friese auteurs. Onder hoofdredactie van D: G. J. van Bork en Dr. P. J. Verkruysse. Uitg. B Haan, Weesp. 670 blz. Prijs 39,50. 'Winkler Prins Lexicon van de Nederlands Letterkunde'. Auteurs, anonieme werken, pf riodieken. Uitg. Elsevier, Amsterdam/Brussr 477 blz. Prijs 99,50. Door Henk Egbers In het begin van de jaren zeventig ver scheen bij Athenaeum-Polak Van Gennep 'Bekentenissen van Zeno' (La coscienza di Zeno) geschreven door Italo Svevo. Het boek werd toen de eerste Freudiaanse roman genoemd; het stamt uit 1923. Svevo heeft op het eind van zijn leven gewerkt aan een ver volg op deze bekentenissen. Hij heeft dat boek niet kunnen voltooien. Alle bewaard gebleven fragmenten, die na zijn dood in 1929 en 1949 werden gepubliceerd, zijn nu in een Neder landse vertaling bijeengebracht als 'Nieuwe bekentenissen van Zeno'. Ze staan in de scha duw van het eerste boek. Ettore Schmitz (1861-1928) - pseudoniem Italo Svevo - was een zakenman van Italiaans(Ita- lo)-Duitse (Svevo Schwaben) afkomst. Zijn eerste roman Una Vita uit 1892 was geen succs. Ook Senilita uit 1898 kreeg weinig weerklank. Svevo stortte zch weer in het zakenleven. Het was James Joyce die hem aanzette om in 1923 La coscienza di Zeno (Bekentenissen van Zeno) te publiceren. Daarmee plaatste hij zich bij de nieuwe Europese schrijversgeneratie der twin tiger jaren, zoals Robert Musil, Thomas Mann, James Joyce en Marcel Proust. Met Zeno breekt hij met de traditionele verhaaltechniek en voert de freudiaanse psycho-analyse de ro mankunst binnen, waarbij hij zijn twijfels heeft over zijn helende kracht voor een zieke wereld. Het is vooral de inhoud die wordt ge prezen, want zijn Italiaans blijkt niet best te zijn. Dit boek is een vervolg op deze bekentenis sen van een zakenman uit Triëst, die zich oud voelt worden. De dood heeft de auteur overval len; niet als het einde van een verouderings proces, maar door een auto-ongeluk. De titels van de beide eerste 'hoofdstukken' luiden ove rigens: De oude man en Bekentenissen van een oriicaavH J -1fl- vermengt in deze stukken familiaal gekout met filosofisch-diepzinnige opmerkingen. Naar mate het boek vordert, neemt het kouten nogal toe. Svevo laat Zeno zeggen, dat er een groot ver schil is tussen de gemoedstoestand waarin hij de vorige keer zijn leven vertelde en de huidige. „Mijn positie is eenvoudiger geworden"... Schrijven is voor hem een hygiënische maatre gel. Temeer omdat zijn openheid naar zijn vrouw niet zo optimaal blijkt. Zijn problemen met het ouder worden meent hij vanuit het protest te kunnen oplossen, omdat protest de kortste weg is naar berusting"Hij wel! Wat ben ik nu? „Niet degeen die heeft ge leefd maar degeen die ik heb beschreven", con stateert hij vervolgens. Zijn leven is literatuur geworden. „De helft van de mensheid zal zich wijden aan het lezen en bestuderen van wat de andere helft heeft opgetekend"Verder ver telt hij over zijn zoon die schildert en zijn doch ter die door de nonnen werd verpest en al jong weduwe werd. Niet bijster interessante anec dotes, gelardeerd met korte overpeinzingen, zo als zijn ingroeien in moderne kunst als verjon gingskuur. In de volgende bijdragen gaat het over zijn kleinzoontje, manipulaties bij het overdoen van zijn zaak en moeizame huwelijksrelaties. Daarbij uitspraken als: 'doordat ik bleef heer sen zonder te regeren, wist ik spoedig niets meer van mijn zaken af' of: 'Zij behandelde hem als echtgenoot, dat wil zeggen weinig lief devol', die dan toch de spanning bij het lezen erin kunnen houden. Tenslotte een wel tragi komische slotbijdrage over een verjongings kuur via een maitresse. Zij voedt hem op tot grijsaard! Er zitten in dit boekje her en der wat levens wijsheden die laten denken en tevens de niet al te bijzondere 'memoires' van een grijsaard ver teerbaar maken. Italo Svevo: 'Nieuwe bekentenissen van Zeno'. HET leek dinsdag wel of er een demonstratie was in het Amsterdamse stadhuis. Veel gemeenteraadsleden liepen met het bekende anti-fascis tische handje 'Blijf van mijn makker' en dat deden ze om dat er die dag iemand van de Centrumpartij in de raad werd geïnstalleerd. Het was dus eigenlijk ook een de monstratie. „Een zwarte dag," zei burgemeester Ed van' Thijn die naast zijn ambtsketen ook een handje op zijn driedelige pak droeg. Op maandagavond al waren de eerste demonstranten vool liggen omdat ze het Centrum/ wilden tegenhouden. De volgcl monstranten die met bakstenl gen langs de waterkant en ol naar het stadhuis afsloten. heeft niet geholpen, Bouman in een politiebusje aangekomd In 1939 kwam de NSB geruil dinsdag lieten veel mensen goT cistische ideeën van de Centi] op dat er met ogen op steeltjejj Bouman doet in de raad. In Lelystad kwamen dinsdag raad. „NEE hoor, hier is niets aan de hand", zeiden ze in Rus land, toen Zweden vroeg of daar misschien een ongeluk met kernenergie was ge beurd. In Zweden was maandag veel meer radio activiteit in de lucht geme ten dan normaal en in het hele land werd gezocht waar een ongeluk gebeurd kon zijn. Er werd zelfs een hele kerncentrale ontruimd om dat ze dachten dat daar mis schien een lek zat. Het was niet zo, 's avonds werd op de Russische tv gezegd dat er een ongeluk was gebeurd in een kerncentrale bij Kiev. Ze zeiden er onmiddellijk achter dat er in de VS wel 2300 ongelukken met kern centrales waren geweest. Waarschijnlijk is het niet zomaar een ongeluk, maar een grote ramp. De kerncen trale staat in brand en er wordt gezegd dat er wel 2000 doden zijn. Tienduizenden mensen zouden met bussen en vliegtuigen naar een vei lige plaats zijn gebracht. We moeten maar raden wat er precies is gebeurd, want Kesteren is een hele nieuwe 1 gebouwd wordt. Daarom hei school Kesteren een project oiT Wordt er bij het bouwen I gehouden?" „Ze bouwen welf klein dat je er maar weinig aq en Bas. Ook de huizen zijn plaats zijn om te kunnen knj\ heeft een eigen kamertje, ze zou moeten hebben. Geen vd Volgens Bas heb je zo hoog oua vervuild. Oude mensen willet tuin willen en voor kinderen f heeft vroeger op een flat gewg ik bij het raam kwam, begon I om te vallen. De dokter zei daq ging de angst wel over." Op school zijn films gedrd mensen duizenden jaren gelei in de grond en vlochten er werd alles met modder dichta puske en Wiske: Jpptl m bid i wspecjiei H-V tr—ti, LS7T-f A Boudewijn Büch: 'De blauwe/salon' als Salaman der. - FOTO ARCHIEF DE STEM Iedere boekenlezer kent de reeks 'Salamanders' van uitgever Que- rido. Al meer dan vijftig jaar (vanaf 1934) worden in die reeks goedkope herdruk ken van Nederlandse en buitenlandse romans op de markt gebracht. „Nederlandse schrijvers kunnen een tweede leven beginnen als Salamander", schrijft de uitgever in zijn nieuwste kleurrijke brochure. „Naast de klassieken van gisteren (zo als Multatuli, Couperus en Vestdijk) is er in de jaarlijkse Salamanderserie van dertig titels ruim voldoende plaats voor de klassieken van morgen: al na enkele jaren kunnen titels van Brakman, Haas- se, Komrij, Meijsing, Mulisch, Ritzerfeld in de reeks worden opgenomen. Het re sultaat is dat er van de Nederlandse lite ratuur sinds Multatuli een veelomvat tend en representatief beeld ontstaat", aldus een trotse uitgever. De Salamanders zijn de laatste jaren steeds meer een lust voor het oog gewor den. Niet alleen „wordt voor iedere titel (het zijn er nu 655) een omslag in kleuren ontworpen door een hedendaags Neder lands beeldend kunstenaar", ook „wor den Salamanders tegenwoordig weer ge drukt op houtvrij papier". Volwaardige boekwerken alzo, die je wel op hun k(| in je boekenkast moet zetten, want d rugtitels lezen 'op z'n Frans' De nieuwste vijf oogstrelende titels 1 de Salamander-reeks zijn: Meeuwen v« J. Bernlef, Een eilandje van pijn va! Willem G. van Maanen, De blauwe salt'. van Boudewijn Büch, Gods wegen zijl duister en zelden aangenaam en De likf raire salon van Andreas Burnier. De boekjes kosten, al naar gelang hal dikte, 8,90, 10,90 en 13,90. Queridoij naast de Salamanders begonnen aan e reeks 'Griffioenen', in dezelfde uitvof ring, en voor dezelfde prijs. In die reftj komt de Nederlandse literatuur vaj voor 1850 aan bod. I VERMm I EEfl HEM Omdat ïK etn mm bin. tun tb nof jein nrradtr De Brabantse schrijver Antoon Coolen en de Bra bantse industrieel Huub van Doorne woonden voor de Tweede Wereld oorlog beiden in Deurne, kenden elkaar goed en stonden met elkaar op goede voet. De oorlogsjaren hebben aan die relatie een einde gemaakt. Volgens Coolen heeft Van Doorne zich tijdens de bezet ting danig gecompromitteerd door zijn omgang met de be zetters en door het maken van oorlogswinst. De gespannen verhouding die daaruit ontstond heeft in het na-oorlogse Deurne voor een persoorlog(je) geleid, waarvoor toen vanwege de landelijke bekendheid van de strijdende partijen ook lande- lij k belangstelling was. Coolen, voorzitter van het Deurnesche Persfonds, wilde Deurne snel na de bevrijding een nieuwe krant crovpn Ho rtlaa+«2 van het Nieuwsblad van Deurne dat in de bezetting Duitsgezind was geweest. Maar op 20 januari 1945, zes dagen vóór het eerste nummer van de Deurnesche Courant, verscheen het eerste nummer van Het Licht, ook een week blad voor Deurne, dat er dui delijk op uit was Van Doorne tegen aantijgingen van Coolen in bescherming te nemen. fV»rtlonQ Dpi irnpichp Courant heeft het tot 1 augustus 1947 uitgehouden, het laatste num mer van Het Licht verscheen op 19 juni 1948. Toen was het oorlogje afgelopen. In de tus sentijd had Van Doorne met succes tegen Coolen en zijn be- In het nu verschenen boekje heeft Tij Kools de feiten van dat Deurnese tweegevecht op een rijtje gezet en rijkelijk 'geïllustreerd' met kranten- lrninaelq Het vormen van een oordeel over de kwestie laat hij aan de lezers over, die daar, met niet meer inzicht en ken nis dan het boekje verschaft, nauwelijks of niet aan uit zul len komen. Tij Kools: 'De na-oorlogse re latie tussen Antoon Coolen en Huub van Doorne'. Uitgeverij Tij Kools, Deurne, prijs 20,-. Antoon Coolen - FOTO ARCHIEF DE STEM )KKE: De hindeI nou,wij gaan door naarY ^aj toch maar dat okke niet wai te vertrouwen is x tjit|

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 34