BOEKEN
Ik haat de werkelijkheid!'
Jan Lampo over
de schooljeugd
Kaspar Hauser als
Europese vondeling
Een sjiek en een alledaags
lexicon van de letterkunde
Italo Svevo: hygiënisch
werkende bekentenissen
Salamanderreeks wordt steeds fraaiei
Poolse ki
moeten
jodium dj
Coolen en Van Doorne na de oorlog
MARGARETHA FERGUSON EN HAAR DAGBOEK:
Over wonen
ZATERDAG 3 ME11986
Driedelige
pakken en
gekleurde
handjes
T
I joure maar nou zie je
Door Henk Egbers
„Ik word eindelijk vol
wassen. Bah. Voor mij
kan al die volwassenheid
verrekken, al dat betrek
kelijke, al dat rijpe. Een
volwassen bestaan heeft
voor mij geen smaak. Ik
haat de protestantse wes
terse werkelijkheid. Ik
haat de open, democrati
sche, gedifferentieerde,
van naastenliefde verge
ven werkelijkheid! Ik
haat de realiteit!
Dit citaat lijkt min of meer
representatief voor het 437 pa
gina's tellende dagboek dat
Margaretha Ferguson schreef
tussen 1948 en 1984 en frag
mentarisch uitgaf onder de
titel 'Brief aan niemand'. Dit
gesprek met haarzelf is voor
de lezer tegelijk verwarrend
en ontnuchterend; machteloos
en krachtig.
Margaretha Ferguson be
gint haar dagboek in haar Ne
derlands-Indische nadagen
(opkomst van Indonesië en af
tocht der Nederlanders), met
een kampsyndroom (langza
merhand ook een soort cliché)
als noodlot. Ze zal het niet
meer kwijtraken, ook al helpt
de Utrechtse dr. P. Baan haar
op weg. Het (dag)boek wordt
er door getekend; de angsten,
het voortdurend leven onder
doodsdreiging en de niet afla
tende pijn van het bewustzijn
te falen (i.e. bij de opbouw van
een literair bestaan). Zulke
angsten werken feilloos als
zichzelf vervullende profe
tieën.
Zij schrijft zoals ze 'is' - voor
waarnemers, die tegen de bui
tenkant aankijken spontaan,
wat anarchsitisch, emotioneel
bewogen met de dingen die ge
beuren rondom, chaotisch en
de dingen scherp benoemend.
Dat past natuurlijk slecht bin
nen een bourgeoisie-mentali-
teit. Bovendien vang je veel
'wind' en word je 'gepakt'. Al
die dingen samen - gevat bin
nen de accolade van onuitwis
bare oorlogservaringen en een
slecht begeleide (indruk) op
bouw van een schrijverscar
rière - geven dit boek iets tra
gisch. Maar tegelijk is het de
tragiek van een vrouw die niet
opgeeft; wier enthousiasme
uiteindelijk niet kapot is te
krijgen. Mag het boek dan
geen literair document zijn
('de' kritiek zal daarover onge
twijfeld heel gevoelig zijn), een
menselijk document (om het
niet in het fraaie Frans te zeg
gen) is het zeker. Eerlijk is eer
lijk: het heeft me enige aan
looptijd gekost om ermee op
dreef te raken (waarschijnlijk
omdat het zo springerig is),
maar toen ik eenmaal de
smaak te pakken had, wist ik
verder van geen ophouden.
"Ija, dagboeken zijn een wat
problematische verschijning
in ons taalgebied. We hebben,
in tegenstelling met de Fran
sen bijvoorbeeld, daaromtrent
geen traditie - zo heet dat -.
Hans Warren heeft daar met
zijn eeuwigdurende dagboek
wat verandering in gebracht.
Ferguson stelt zichzelf voort
durend vragen over haar dak-
boekengeschrijf, maar toch zet
ze die vraagtekens bij Warren,
die ik ook heb. Ik kom Hans zo
af en toe tegen, vind hem een
hele aardige man en heb nooit,
als Margaretha hardop durven
zeggen dat hij gepolijste en
verliteratuurde eerlijkheid
verkoopt. Dat is nu het aardige
van Ferguson: ze maakt er
vaak een ratjetoe van; ze polij-
ste ongetwijfeld her en der,
maar het boek heeft een ho
gere graad van geloofwaar
dige directheid dan Warren; al
is dat geen literaire kwaliteits
norm.
Het is moeilijk samen te
vatten wat zij in haar dagboek
schrijft. De situatie en perso
nen zijn vaak te persoonlijk,
om daarin mee te kunnen voe
len. Een gedeelte van het dag
boek ervaar ik zelf heel anders
dan de rest, omdat daarin toe
vallig een aantal mensen
voorkomt die ik uit eigen erva
ring ken. Als zij over haar er
varingen schrijft in het
Haagse wereldje met - om de
meest expressieven te noemen
- Albert Vogel en de muzikale
familie Andriessen, dan is dit
voor een 'buitenstaander' een
interessant stukje gedocumen
teerde cultuurhistorie voor
zien van een persoonlijke tint;
anders wordt het dan weer als
zij over de Tilburgse Theo en
Arjan schrijft, omdat we die -
binnen het kader van De Stem
- behandeld en geïnterviewd
hebben. Samenvattend: er ko
men in haar verhaal veel per
sonen en feiten voor die dan
wel niet wereldschokkend zijn,
maar toch voldoende kaliber
hebben om te kunnen spreken
van een gedocumenteerde cul
tuurhistorie der Kleine Zielen
(om Haags te blijven).
Het belang van dit zeer per-
Margaretha Ferguson
soonlijke dagboek zit, naar ons
gevoel, in het feit dat Marga
retha Ferguson heel invoel
baar maakt de processen die
zich afspelen bij mensen die in
de Indische oorlog 'gejapt' zijn
en nadien in Nederland, vanuit
een totaal ander cultureel be
levingspatroon, vechten voor
een manier van zijn, die nau
welijks past binnen de Hol
landse bourgeoisie. Dat zij ter-
- FOTO NIJGH EN VAN DITMAR
zijde Karei van 't Reve, Karei
Roskam, Luns, Van Agt en
vele anderen op de hak neemt
als enorme kloothommels bin
nen de vaart der volken, kleurt
alleen maar haar verhaal.
Maar het gaat om heel wat
meer dan 'kleuren'. Wie het
leest, zal weten wat ik bedoel.
Margaretha Ferguson: 'Brief
aan niemand'. Uitg. Nijgh
Van Ditmar, prijs 42,50.
Door Henk Egbers
Soms kan het een last,
dan weer een gemak zijn
om in de voetsporen van
een bekende vader te
treden.
Voor een recensent bestaat
het gevaar te gaan vergelij
ken en te weinig de eigenzin
nigheid van de zoon te (h)er-
kennen. Jan Lampo schreef
een roman over middelbare
schooljeugd; een leefperiode
en -stijl, die hij nog nauwe
lijks achter zich zal hebben
(de flap geeft geen informatie
over deze Lampo).
Zijn verhaal speelt in Ant
werpen en dat heeft hij niet
van een vreemde. Die school
tijd overigens ook niet, want
inhoudelijk is hij nogal cli
chématig. Alle bekende pa
tronen en vooroordelen wor
den erin bevestigd: school
liefdes met op de achtergrond
huiselijke problemen;
schoolfeestjes, hasj-gebruik,
thuis weglopen etc. Voor de
manier waarop hij met deze
gegevens omgaat, is waarde
ring op te brengen; zonder
dat er écht verrassende din
gen mee gebeuren, laat Jan
Lampo wel zien een goed sti
list te zijn, die beeldend kan
boeien.
Helga is een 'ongelegen'
dochter van een artsen-echt-
paar, dat bezig is te scheiden.
Ze zoekt warmte bij klasge
noten; de een (een jongen)
neemt haar (ze ervaart het
als doodgaan), de ander (een
meisje) vertedert haar (Hil-
des' vader wijst haar terug).
Ze gaat als het ware mee de
scheiding in met haar ouders
en op een kamer wonen. Ver
ward zijn haar gevoelens en
in tweespalt met liefde voor
man erv'of vrouw. 'Helga
dacht: Mijn leven is een ont
zettende troep'Ze komt in
de criminele sfeer van de
drughandel terecht; raakt in
verwachting etc. Kortom, het'
'volkstoneel' van de zestiger
en zeventiger jaren viert
hoogtij.
Lampo schrijft korte
hoofdstukjes; een soort log
boek van kleine gebeurtenis
sen, die zich aaneenrijgen
Hij heeft goed geobserveerd
en weet de processen, die zich
in en met mensen afspelen
redelijk te duiden. Uit de
aangevoerde scènes ontstaat
nog niet iets nieuws; datgene
wat een roman zijn eigen ka
rakter geeft.
Jan Lampo: 'In altijd lege
kamers'. Uitg. Kritak/Van
Gennep, prijs 19,50.
Door Henk Egbers
Nu in onze tijd tiendui
zenden identiteitsloze
kinderen over de wereld
zwerven kan je een ge
voel van onbehagen be
sluipen bij de uitgave
van méér dan 300 pagi
na's boek over een soort
gelijk 'geval' uit de vo
rige eeuw.
Maar Kaspar Hauser
maakte geschiedenis, omdat
zijn verschijnen en verdwij
nen een politiek gekleurd
tintje had en samenhing met
het toen nog zwaarwichtige
bestaan van vorstenhuizen.
Rond dit zogeheten 'kind van
Europa' is in de voorbije 150
jaar heel wat literatuur ver
schenen. Daaraan is nu een
origineel Nederlands boek
van de hand van de histori
cus Hans Peter van Manen
toegevoegd.
Op 26 mei 1828 komt in het
Duitse Neurenberg een jon
gen van een jaar of zestien
binnenwandelen, waarvan
men niet kan achterhalen
waar hij vandaan komt en
hoe hij heet. En hij weet het -
nogal moeizaam communice
rend - ook zelf niet. Hij blijkt
niet debiel of zwakzinnig.
Spoedig wordt duidelijk dat
zijn ontwikkeling is achter
gebleven, omdat hij minstens
vanaf zijn vijfde jaar in een
zame opsluiting heeft door
gebracht. Er wordt driftig
onderzoek gepleegd en de fei
ten wijzen in de richting van
het Badense vorstenhuis,
waar een kroonprins op een
zijspoor gezet zou zijn. Als er
meer duidelijkheid lijkt te
komen wordt Kaspar neerge
stoken en sterft 19 december
1833 (21 jaar oud). In de vijf
jaren dat hij 'onder de men
sen' verbleef had hij zich re
delijk ontwikkeld. Tot op de
dag van vandaag is men blij
ven gissen naar zijn identi
teit.
Hans Peter van Manen
vertelt - iets te omslachtig en
daardoor met doublures - het
'spannende verhaal' tegen de
politieke- en sociale achter
gronden van die tijd. Goed
gedocumenteerd en prettig
verteld brengt Van Manen
deze historie als 'een appèl
aan het pedagogische gewe
ten van de mensheid'. Hij
gaat zelfs zover om Kaspar te
vergelijken met Parsival uit
het 13e eeuwse epos. Wat was
het belangrijke aan Kaspar
zo vraagt hij zich af. „In de
eerste plaats zijn oorspron
kelijke, zuivere kinderlijk
heid, die paradoxaal genoeg
bij zijn zestienjarige leeftijd
nog volmaakt natuurlijk
was. Maar zo dat het natuur
lijke transparant was voor
het bovennatuurlijke... Het
was een uitdaging aan het
pedagogische kunnen van de
hele toenmalige cultuur om
deze in negatieve en positieve
zin achtergebleven knaap zo
op te vangen en op te voeden
dat hij zich in het maat
schappelijke leven had kun
nen ontplooien":.. De geschie
denis van Kaspar heeft dus
iets dubbels: een ideale
Rousseau-Emile-situatie en
bovendien nog een politieke
thriller. Van Manen bouwt
dat eerste aspect nog wat
verder uit in de Steineriaan-
se-anthroposofische richting.
Het Duitsland van het be
gin der 19e eeuw - met op de
achtergrond de 'vakbond der
vorsten' (door Metternich als
Heilige Alliantie in elkaar
getimmerd) is het décor voor
verdwijnende vorsten. Van
Manen wijst o.a. op Napo
leons' zoon en de in Neder
land wonende meubelmaker
Naundorf en zijn koninklijke
claim. Dé elkaar bestrijdende
vorstenstaat] es deden niet
onder voor het hedendaagse
terrorisme.
Kaspar komt met twee ge
heimzinnige brieven in zijn
hand in 1828 Neurenberg bin
nen. Hij wordt met zijn ach
tergebleven ontwikkeling
een soort officiële stadsvon-
deling, waarbij in eerste in
stantie de burgemeester en
de gymnasiumleraar Dau-
mer zich over hem ontfer
men. Talrijke personen zul
len zich nadien met hem
gaan bezig houden; in posi
tieve- en negatieve zin. Hij is
vriend en proefkonijn. Hij
kan duidelijk maken dat hij
jarenlang opgesloten heeft
gezeten, maar moet nog goed
leren spreken. Typisch zijn
zij n reactie op ondermeer het
zien van kleuren, voedsel, re
ligie, man-vrouw-relatie etc.
Voer voor psychologen. An-
selm Feuerbach (vader van
de grote filosoof) speelt daar
bij onder anderen een grote
rol. Kaspar werd een 'natio
nale' bezienswaardigheid. Er
werd over hem geschreven.
Politiek gezien broedde de
zaak ook; ontwikkelden zich
voor- en tegenstanders: Kas
par is een weggewerkt vor
stenkind èn Kaspar is een be
drieger. De voor- en tegen
standers blijken tot op de dag
van vandaag nog te bestaan.
Een hele merkwaardige rol
heeft daarbij gespeeld de En
gelse lord Stanhope, als
'doortrapte medeplichtige of
als een hysterische negen
tiende eeuwer'; een man die
zich eerst ontwerpt als zijn
voogd en vriend en alter een
soort Judas-rol lijkt te ver
vullen.
Van Manen is van mening
dat Kaspar de in 1812 in
Karlsruhe geboren Badense
erfgroothertog was. Hij ad
strueert die conclusie duide
lijk. Ook gaat hij in op me
ningen omtrent de invloed
van occulte krachten (o.a. via
vrijmetselarij en rooms ka
tholicisme) en zoekt daarbij
een uitweg in Steineriaanse
zin. Hij concludeert onder
'meer: „De bespiegeling over
de reine dwaas, de uitwei
ding over de verbeelding in
het denken in relatie tot het
verdwijnen van het koning
schap leidt ons precies naar
de plaats van het Kind van
Europa in de cultuurgeschie
denis. Kaspar Hauser was, in
de laatste eeuw van het erfe
lijke koningschap, eigenlijk
een tot de troon geroepene..."
Hans Peter van Manen:
'Kaspar Hauser'. Uitg. Vrij
Geestesleven, prijs/ 34,50.
Door Hans Roosen boom
De literatuurliefhebber heeft sinds kort
de riante keuze tussen twee gelijktijdig
verschenen woordenboeken, die allebei
de pretentie hebben de gehele Neder
landse literatuur van middeleeuwen tot
heden auteursgewijs te behandelen.
De keus gaat tussen 456 bladzijden (van Mar-
tinus Van der Aa tot Gerrit Jan Zwier) raison
van 99,50 enerzijds, en 635 bladzijden (van
Bertus Aafjes tot Harmen Zijlstra) voor 39,50
anderzijds.
Het Winkler Prins Lexicon van uitgever El
sevier (dit boek noemen we daarom maar kort
weg ELS) is het sjieke broertje van de twee, 'De
Nederlandse en Vlaamse Auteurs' (van uitge
ver De Haan, vandaar: HAAN) is meer het
volkse type om te zien.
Met HAAN haalt men voor zestig gulden
minder geld zo'n tweehonderd bladzijden meer
aan informatie in huis. Dat HAAN dikker is
uitgevallen komt ook wel omdat daarin ook de
Friese auteurs zijn opgenomen. Echte Fries
Nationalen zullen overigens niet blij zijn dat
hun schrijvers ressorteren onder de hoofdnoe
mer 'De Nederlandse en Vlaamse auteurs'.
Het voordeel van de lagere prijs en een gro
tere omvang van HAAN valt trouwens weer
weg tegen zijn proletarische uitvoering: na iets
meer dan oppervlakkig doorbladeren blijkt de
(dikke) rug op een dozijn plaatsen gebroken,
een lelijk gezicht.
Het uiterlijk van ELS daarentegen zal veel
boekenkastbezitters meer aansprekendonker
blauwe (imitatie)leren band, goud-opdruk op
de rug, kortom een deftig boekdeel, dat ook wat
makkelijker m de hand ligt dan de weerbar
stige HAAN.
Het verschil in uiterlijk voorkomen van
beide auteurs-lexica wordt hier een beetje naar
voren gehaald, omdat dat uiterlijk voor een
aantal potentiële kopers misschien de doorslag
kan geven. Want inhoudelijk ontlopen de twee
elkaar niet zo heel veel.
Detailkritiek is op allebei mogelijk. Zondi
nu maar in al die details te treden: beide woo:
denboeken kennen hun fouten, slordighede:
omissies. Helemaal compleet en zonder gebrf
ken kan zo'n soort boekwerk nooit helemai
zijn. Ook al doet er nóg zo'n keur van deskut
digen aan mee.
Overigens bestond het werk van die deskun
digen in beide gevallen uit het zorgvuldig bi;
eengaren van lemma's uit reeds bestaand
woordenboeken. ELS is een bloemlezing uit
Winkler Prins Encyclopedie, HAAN uit de Mi
derne Encyclopedie van de Wereldliteratui
(in tien delen).
Beide lexica hebben voordelen die de and:
niet heeft. Zo bevat ELS achterin een complei
naamsregister, waarin ook schrijvers zijn
genomen die geen 'eigen' artikel op hun naai
hebben, maar die wel onder een ander lemm
voorkomen. HAAN mist dat.
HAAN heeft weer wel een beter verzorg
systeem van kruisverwijzingen, in de trant va
Alfons de Ridder, zie Willem Elsschot. El
voorziet daarin minder.
HAAN heeft de detective-literatuur 'meeg<
nomen', ELS de kinderliteratuur, omgekee:
niet. Tenslotte (we kunnen niet blijven dooi
gaan) is ieder artikel in HAAN gesigneer
Voor de ingewijde is dat een voordeel, dath.
bij ELS moet missen.
Conclusie: HAAN biedt uiteindelijk ie
meer, is iets veelzijdiger, en stukken goedkt
per. Een gebruiksvoorwerp. ELS is het officiêl
standaardwerk voor in de openbare leeszaal,!
in het wandmeubel van de draagkrachtige lie
hebber. Maar men kan in beide werken voo
dezelfde informatie terecht.
'De Nederlandse en Vlaamse auteurs'. Vi
middeleeuwen tot heden, met inbegrip van
Friese auteurs. Onder hoofdredactie van D:
G. J. van Bork en Dr. P. J. Verkruysse. Uitg. B
Haan, Weesp. 670 blz. Prijs 39,50.
'Winkler Prins Lexicon van de Nederlands
Letterkunde'. Auteurs, anonieme werken, pf
riodieken. Uitg. Elsevier, Amsterdam/Brussr
477 blz. Prijs 99,50.
Door Henk Egbers
In het begin van de jaren zeventig ver
scheen bij Athenaeum-Polak Van
Gennep 'Bekentenissen van Zeno' (La
coscienza di Zeno) geschreven door
Italo Svevo.
Het boek werd toen de eerste Freudiaanse
roman genoemd; het stamt uit 1923. Svevo heeft
op het eind van zijn leven gewerkt aan een ver
volg op deze bekentenissen. Hij heeft dat boek
niet kunnen voltooien. Alle bewaard gebleven
fragmenten, die na zijn dood in 1929 en 1949
werden gepubliceerd, zijn nu in een Neder
landse vertaling bijeengebracht als 'Nieuwe
bekentenissen van Zeno'. Ze staan in de scha
duw van het eerste boek.
Ettore Schmitz (1861-1928) - pseudoniem Italo
Svevo - was een zakenman van Italiaans(Ita-
lo)-Duitse (Svevo Schwaben) afkomst. Zijn
eerste roman Una Vita uit 1892 was geen succs.
Ook Senilita uit 1898 kreeg weinig weerklank.
Svevo stortte zch weer in het zakenleven. Het
was James Joyce die hem aanzette om in 1923
La coscienza di Zeno (Bekentenissen van Zeno)
te publiceren. Daarmee plaatste hij zich bij de
nieuwe Europese schrijversgeneratie der twin
tiger jaren, zoals Robert Musil, Thomas Mann,
James Joyce en Marcel Proust. Met Zeno
breekt hij met de traditionele verhaaltechniek
en voert de freudiaanse psycho-analyse de ro
mankunst binnen, waarbij hij zijn twijfels
heeft over zijn helende kracht voor een zieke
wereld. Het is vooral de inhoud die wordt ge
prezen, want zijn Italiaans blijkt niet best te
zijn.
Dit boek is een vervolg op deze bekentenis
sen van een zakenman uit Triëst, die zich oud
voelt worden. De dood heeft de auteur overval
len; niet als het einde van een verouderings
proces, maar door een auto-ongeluk. De titels
van de beide eerste 'hoofdstukken' luiden ove
rigens: De oude man en Bekentenissen van een
oriicaavH J -1fl-
vermengt in deze stukken familiaal gekout met
filosofisch-diepzinnige opmerkingen. Naar
mate het boek vordert, neemt het kouten nogal
toe.
Svevo laat Zeno zeggen, dat er een groot ver
schil is tussen de gemoedstoestand waarin hij
de vorige keer zijn leven vertelde en de huidige.
„Mijn positie is eenvoudiger geworden"...
Schrijven is voor hem een hygiënische maatre
gel. Temeer omdat zijn openheid naar zijn
vrouw niet zo optimaal blijkt. Zijn problemen
met het ouder worden meent hij vanuit het
protest te kunnen oplossen, omdat protest de
kortste weg is naar berusting"Hij wel!
Wat ben ik nu? „Niet degeen die heeft ge
leefd maar degeen die ik heb beschreven", con
stateert hij vervolgens. Zijn leven is literatuur
geworden. „De helft van de mensheid zal zich
wijden aan het lezen en bestuderen van wat de
andere helft heeft opgetekend"Verder ver
telt hij over zijn zoon die schildert en zijn doch
ter die door de nonnen werd verpest en al jong
weduwe werd. Niet bijster interessante anec
dotes, gelardeerd met korte overpeinzingen, zo
als zijn ingroeien in moderne kunst als verjon
gingskuur.
In de volgende bijdragen gaat het over zijn
kleinzoontje, manipulaties bij het overdoen
van zijn zaak en moeizame huwelijksrelaties.
Daarbij uitspraken als: 'doordat ik bleef heer
sen zonder te regeren, wist ik spoedig niets
meer van mijn zaken af' of: 'Zij behandelde
hem als echtgenoot, dat wil zeggen weinig lief
devol', die dan toch de spanning bij het lezen
erin kunnen houden. Tenslotte een wel tragi
komische slotbijdrage over een verjongings
kuur via een maitresse. Zij voedt hem op tot
grijsaard!
Er zitten in dit boekje her en der wat levens
wijsheden die laten denken en tevens de niet al
te bijzondere 'memoires' van een grijsaard ver
teerbaar maken.
Italo Svevo: 'Nieuwe bekentenissen van Zeno'.
HET leek dinsdag wel of er
een demonstratie was in het
Amsterdamse stadhuis. Veel
gemeenteraadsleden liepen
met het bekende anti-fascis
tische handje 'Blijf van mijn
makker' en dat deden ze om
dat er die dag iemand van de
Centrumpartij in de raad
werd geïnstalleerd. Het was
dus eigenlijk ook een de
monstratie. „Een zwarte
dag," zei burgemeester Ed
van' Thijn die naast zijn
ambtsketen ook een handje
op zijn driedelige pak droeg.
Op maandagavond al waren
de eerste demonstranten vool
liggen omdat ze het Centrum/
wilden tegenhouden. De volgcl
monstranten die met bakstenl
gen langs de waterkant en ol
naar het stadhuis afsloten.
heeft niet geholpen, Bouman
in een politiebusje aangekomd
In 1939 kwam de NSB geruil
dinsdag lieten veel mensen goT
cistische ideeën van de Centi]
op dat er met ogen op steeltjejj
Bouman doet in de raad. In
Lelystad kwamen dinsdag
raad.
„NEE hoor, hier is niets aan
de hand", zeiden ze in Rus
land, toen Zweden vroeg of
daar misschien een ongeluk
met kernenergie was ge
beurd. In Zweden was
maandag veel meer radio
activiteit in de lucht geme
ten dan normaal en in het
hele land werd gezocht waar
een ongeluk gebeurd kon
zijn. Er werd zelfs een hele
kerncentrale ontruimd om
dat ze dachten dat daar mis
schien een lek zat. Het was
niet zo, 's avonds werd op de
Russische tv gezegd dat er
een ongeluk was gebeurd in
een kerncentrale bij Kiev.
Ze zeiden er onmiddellijk
achter dat er in de VS wel
2300 ongelukken met kern
centrales waren geweest.
Waarschijnlijk is het niet
zomaar een ongeluk, maar
een grote ramp. De kerncen
trale staat in brand en er
wordt gezegd dat er wel 2000
doden zijn. Tienduizenden
mensen zouden met bussen
en vliegtuigen naar een vei
lige plaats zijn gebracht. We
moeten maar raden wat er
precies is gebeurd, want
Kesteren is een hele nieuwe 1
gebouwd wordt. Daarom hei
school Kesteren een project oiT
Wordt er bij het bouwen I
gehouden?" „Ze bouwen welf
klein dat je er maar weinig aq
en Bas. Ook de huizen zijn
plaats zijn om te kunnen knj\
heeft een eigen kamertje, ze
zou moeten hebben. Geen vd
Volgens Bas heb je zo hoog oua
vervuild. Oude mensen willet
tuin willen en voor kinderen f
heeft vroeger op een flat gewg
ik bij het raam kwam, begon I
om te vallen. De dokter zei daq
ging de angst wel over."
Op school zijn films gedrd
mensen duizenden jaren gelei
in de grond en vlochten er
werd alles met modder dichta
puske en Wiske:
Jpptl m bid i wspecjiei H-V
tr—ti, LS7T-f A
Boudewijn Büch: 'De
blauwe/salon' als Salaman
der. - FOTO ARCHIEF DE STEM
Iedere boekenlezer kent de reeks
'Salamanders' van uitgever Que-
rido.
Al meer dan vijftig jaar (vanaf 1934)
worden in die reeks goedkope herdruk
ken van Nederlandse en buitenlandse
romans op de markt gebracht.
„Nederlandse schrijvers kunnen een
tweede leven beginnen als Salamander",
schrijft de uitgever in zijn nieuwste
kleurrijke brochure.
„Naast de klassieken van gisteren (zo
als Multatuli, Couperus en Vestdijk) is er
in de jaarlijkse Salamanderserie van
dertig titels ruim voldoende plaats voor
de klassieken van morgen: al na enkele
jaren kunnen titels van Brakman, Haas-
se, Komrij, Meijsing, Mulisch, Ritzerfeld
in de reeks worden opgenomen. Het re
sultaat is dat er van de Nederlandse lite
ratuur sinds Multatuli een veelomvat
tend en representatief beeld ontstaat",
aldus een trotse uitgever.
De Salamanders zijn de laatste jaren
steeds meer een lust voor het oog gewor
den. Niet alleen „wordt voor iedere titel
(het zijn er nu 655) een omslag in kleuren
ontworpen door een hedendaags Neder
lands beeldend kunstenaar", ook „wor
den Salamanders tegenwoordig weer ge
drukt op houtvrij papier". Volwaardige
boekwerken alzo, die je wel op hun k(|
in je boekenkast moet zetten, want d
rugtitels lezen 'op z'n Frans'
De nieuwste vijf oogstrelende titels 1
de Salamander-reeks zijn: Meeuwen v«
J. Bernlef, Een eilandje van pijn va!
Willem G. van Maanen, De blauwe salt'.
van Boudewijn Büch, Gods wegen zijl
duister en zelden aangenaam en De likf
raire salon van Andreas Burnier.
De boekjes kosten, al naar gelang hal
dikte, 8,90, 10,90 en 13,90. Queridoij
naast de Salamanders begonnen aan e
reeks 'Griffioenen', in dezelfde uitvof
ring, en voor dezelfde prijs. In die reftj
komt de Nederlandse literatuur vaj
voor 1850 aan bod.
I VERMm I EEfl HEM
Omdat ïK etn mm bin. tun
tb nof jein nrradtr
De Brabantse schrijver
Antoon Coolen en de Bra
bantse industrieel Huub
van Doorne woonden
voor de Tweede Wereld
oorlog beiden in Deurne,
kenden elkaar goed en
stonden met elkaar op
goede voet.
De oorlogsjaren hebben aan
die relatie een einde gemaakt.
Volgens Coolen heeft Van
Doorne zich tijdens de bezet
ting danig gecompromitteerd
door zijn omgang met de be
zetters en door het maken van
oorlogswinst.
De gespannen verhouding
die daaruit ontstond heeft in
het na-oorlogse Deurne voor
een persoorlog(je) geleid,
waarvoor toen vanwege de
landelijke bekendheid van de
strijdende partijen ook lande-
lij k belangstelling was. Coolen,
voorzitter van het Deurnesche
Persfonds, wilde Deurne snel
na de bevrijding een nieuwe
krant crovpn Ho rtlaa+«2 van
het Nieuwsblad van Deurne
dat in de bezetting Duitsgezind
was geweest.
Maar op 20 januari 1945, zes
dagen vóór het eerste nummer
van de Deurnesche Courant,
verscheen het eerste nummer
van Het Licht, ook een week
blad voor Deurne, dat er dui
delijk op uit was Van Doorne
tegen aantijgingen van Coolen
in bescherming te nemen.
fV»rtlonQ Dpi irnpichp Courant
heeft het tot 1 augustus 1947
uitgehouden, het laatste num
mer van Het Licht verscheen
op 19 juni 1948. Toen was het
oorlogje afgelopen. In de tus
sentijd had Van Doorne met
succes tegen Coolen en zijn be-
In het nu verschenen boekje
heeft Tij Kools de feiten van
dat Deurnese tweegevecht op
een rijtje gezet en rijkelijk
'geïllustreerd' met kranten-
lrninaelq Het vormen van een
oordeel over de kwestie laat
hij aan de lezers over, die daar,
met niet meer inzicht en ken
nis dan het boekje verschaft,
nauwelijks of niet aan uit zul
len komen.
Tij Kools: 'De na-oorlogse re
latie tussen Antoon Coolen en
Huub van Doorne'. Uitgeverij
Tij Kools, Deurne, prijs 20,-.
Antoon Coolen
- FOTO ARCHIEF DE STEM
)KKE: De hindeI
nou,wij gaan door naarY ^aj
toch maar dat okke niet wai
te vertrouwen is x tjit|