;trator
'Armoede
werkt nog
iager
ren
-atprdAG 8 MAART 1986
T48
EXTRA
Ret gaat niet alleen om de lengte, hoewel dat
Rtuurlijk het gegeven is wat er het meeste
fatspringt. De lengte van mensen is het ge
makkelijkste te meten en er is ook het meeste
an bekend".
DR.MACHTELD
ROEDE OVER
DE STEEDS
LANGERE
LAAGLANDERS:
Verzorgende
ewuste vrouwen als
MBO of HAVO
gen de nieuwe trends
ze een vak op zich
zelfsprekend. Hun
iren en te motiveren.
che opleiding van
;er worden ingezet
erdam, Den Haag,
en Walcheren.
in en een goed salaris
dsvoorwaarden.
n, schrijf dan direkt
000 AZ Amsterdam
Leger
Einde
PAPIER
VOOR UW PEN
Euthanasie-
kernwapens
Verwijt
Gemeenschaps
geld
voor mest
Reünie 41 Afdva
Geen brand-bijten?
Een plaatselijke
partij
Noordwijkerhout
Door Laur Crtmzen
uisconcern in Europa.
Igd in Hulst.
Eeuwenoude skeletten laten nog zien hoe lang of
kort de mensen vroeger waren. Toch is lengte
„ar een onderdeel van datgene, dat wij geprobeerd
ï»ben in kaart te brengen".
Het onderzoek, waarvoor de Wat is er tijdens het onderzoek
,j eigenlijk gemeten. Wat bete
kenen al die meetcijfers?
die richting
i zorg voor het optimaal
|Pn onder meer de volgende
Im.v. prestatiemetingen
programmatuur
outines
hard- en software storingen
Iprekspartner bij storingen.
«evens verzameld zijn van
jtober 1978 tot en met sep-
nber 1980, wil een beeld ge-
van het hele groeipatroon
rSr, mensen. Een kind groeit
ai dan zijn er een aantal din
eer; die belangrijk zijn. De
ie id, waarmee een kind
oeit, het moment, waarop de
Ibérteit begint, de eerste on-
jsteldheid bij meisjes, hoe
iel het bolletje van een baby
di volwassen omtrek heeft,
het gewicht van kinderen op
^schillende tijdstippen en
het gewicht gekoppeld aan
lengte De vraag is nu: wat doe
je met al die gegevens, niet al
leen als arts, maar ook als we-
aschapper, die naar de hele
volking van een land kijkt."
Dr. Machteld Roede, onder-
Tekster op het terrein van de
Menselijke biologie aan de
Rijksuniversiteit Limburg in
Maastricht, trok in 1978 het
nd in langs 126 consultatie-
jreaus voor zuigelingen- en
[euterzorg, 56 schoolartsen-
iireau's en 5 bedrijfsgezond-
jBidsdiensten. Ze controleerde
jeegschaleri, meetlatten en -
fcten. Ze vertelde ook aan
introlerende artsen en wijk-
arpleegkundigen hoe er ge
iten en gewogen moest wor-
Jen. En verder hoe er naar bij
jongens naar de groei van
tiaamhaar, balzak en penis
■keken moest worden en bij
Meisjes naar de ontwikkeling
van schaamhaar en borsten.
Machteld Roede: „Al die
maten staan voor het groeipa
troon van het kind. Dat wordt
niet door één erfelijk kenmerk
bepaald, maar door een een
aantal van die kenmerken, die
De tien maanden
oude Jamie Roodnat
wordt in een Maas
trichts Groene-Kruis
centrum nauwkeurig
opgemeten door wijk-
ziekenverzorgster Alice
Mertens-van Loo. Op de
achtergrond links zijn
moeder en 'groei-on
derzoekster' dr. Mach
teld Roede van de RL in
Maastricht.
FOTO ANTON WERKER
na in ons groeipatroon
Tpatible-apparatuur onder Alweer langer
hor langdurig zieken,
bge mensen.
I jou is, dan kun je de
Iin op 16 juni 1986 Heb je
Vlan kun je bij ons pas starten
Iel een half jaar langer.
|/uf> haast, want
6 juni start de ap-
l/ng tot ziekenver-
1nde. En deze duurt
naar 27 maanden
ik moet snel zijn,
Het resultaat van dat on-
przoek bij in totaal 42.000
nderen over heel Nederland
■rspreid werd in het Wilhel-
Dina kinderziekenhuis met
Indeloos hand- en computer
sreken in Utrecht bewerkt.
Een 'extra editie' van het Tijd-
hrift voor Sociale Gezond-
^idszorg was onlangs geheel
ijd aan dit groei-onder-
zoek onder de titel 'Growth
Ëagrams 1980', geschreven en
gevoerd door dr. Roede sa-
jen met prof. dr. J. C. van
Beringen, hoofd van de
noolartsendienst in Utrecht.
134 bladzijden vol lijngrafie-
pn (diagrammen) en cijfer-
stellingen. Het voornaamste
jeuws, dat uit de monsterme-
ïg de krant haalde, was dat
sderlanders, die toch al tot
langste mensen ter wereld
rekend moeten worden,
ids 1965 alweer gemiddeld
kele centimeters langer zijn
worden met scores van 1
eter 82 voor mannen en 1
eter 68 voor vrouwen.
WO-3863.
genen genoemd worden. En nu
is gebleken, dat het milieu, zeg
maar de omgeving en de leef
omstandigheden van mensen,
invloed heeft op hoe kinderen
groeien, zichontwikkelen."
Is er dan sprake wn een veran
dering van erfelijke kenmer
ken? Is de mens zich in 15 jaar
tijds aan het ontwikkelen, zo
als Charles Darwin in het mid
den van de vorige eeuw in zijn
evolutie-theorie omschreef.
Kortom: zijn we echt en blij
vend anders aan het worden?
Machteld Roede: "Er is geen
sprake van verandering van
bepaalde erfelijke kenmerken
door de invloed van de omge
ving. Die erfelijke codes zeg
gen: je moet met je groeipa
troon op die en die lengte en
dat gewicht uitkomen, maar
door het milieu wordt die
planning steeds afgeremd. En
dat milieu begint al in de
baarmoeder, later in de box,
op school enzovoort. Want een
mens groeit bijna twintig jaar
lang en al die tijd staat hij of
zij bloot aan invloeden van
buitenaf. Door ziekte bijvoor
beeld wordt de groei en ont
wikkeling geremd. Vroeger
zag je veel meer langslepende
infectie-ziektes met felle
koortsen bij kinderen. Wordt
een kind ziek, dan gaat het
minder hard groeien en die
achterstand kon vaak niet in
gehaald worden. Al groeiden
de mensen vroeger tot 25, 30
jaar door. In feite is het zo, dat
het erfelijk materiaal van de
mens een bepaald ideaal voor
schrijft, dat nog steeds niet he
lemaal gehaald wordt door de
remmende invloed van de om
geving. Hoe dat mechanisme
nu precies werkt, weten we
niet. Hoe een kind nu precies
weet, dat het na een ziekte een
achterstand moet inhalen en
na een tijdje weer op het goede
spoor zit: dat hebben we nog
niet achterhaald."
Wat de lengte van mensen
betreft hebben de onderzoe
kers vergelijkingsmateriaal,
dat heel ver in de tijd terug
gaat. Exacte cijfers van le
vende mensen werden voor
het eerst in het midden van de
vorige eeuw verzameld bij het
inschrijven van jonge mannen
voor de militaire dienst. In
1955 werd een eerste, echte be
volkingsonderzoek gedaan op
lengte en gewicht. In 1965
kwam daar dan ook nog de
sexuele ontwikkeling naar
uiterlijke kenmerken bij en in
dit laatste onderzoek, dat offi
cieel in 1980 gedateerd staat, is
ook de hoofdomtrek van jonge
kinderen gemeten.
Waarom hebben onderzoekers
als J.C. van Wieringen en
Machteld Roede, geholpen door
honderden artsen en wijkver
pleegkundigen zich al die
moeite gegeven?
Machteld Roede: "Wij heb
ben dat gedaan omdat het een
groot praktisch belang heeft.
Nederland heeft een unieke
jeugdgezondheidszorg met
consultatiebureaus voor zui
gelingen en kleuters en
schoolartsendiensten. De kin
deren worden zeer geregeld
bekeken en gemeten. De ma
ten van al die kinderen wor
den op een kaart aangetekend
en al die meetpunten samen
vormen op die kaart een groei-
curve, een groeilijn. Nu zegt
zo'n lijn helemaal niets, als je
geen materiaal hebt om te
vergelijken.
Als je niet een
norm hebt aan de hand waar
van je de groei en de ontwik
keling van een kind kunt be
oordelen. Zo'n norm wordt nu
gehaald uit het gemiddelde
groeicijfer van het Neder
landse kind aan de hand van
zo goed mogelijke, betrouw
bare metingen door het hele
land. Dat kaartsysteem is niet
uniek voor Nederland. Dat
hebben ze bijvoorbeeld in En
geland ook. Maar het verschil
is dat in Engeland de groei- en
ontwikkelingsnormen, waar
mee je moet vergelijken om te
kijken of een kind normaal
groeit, gebaseerd zijn op een
aantal maten van kinderen
van een elite-kostschooltje er
gens buiten Londen. Dat geeft
geen goed beeld van de hele
bevolking."
„Nu dateerden de groeinor-
men voor de Nederlandse
jeugd -en vergeet niet dat
eenderde van alle Nederlan
ders onder de twintig is- uit
1965. Men kreeg daarom in de
gaten dat de gemiddelde
groeilijnen eveneens niet meer
klopten, omdat alsmaar meer
kinderen met hun maten bo
ven die lijnen uitkwamen. En
vandaar dat het ministerie
van toen nog Volksgezondheid
en Milieuhygiëne vijf ton
heeft uitgetrokken om het be
volkingsonderzoek van 1965
over te doen."
Waarom is dat vergelijken zo
belangrijk?
Machteld Roede: "Het gaat
erom dat een kind steeds
wordt gevolgd. En vaak zie je
dat een kind wat zijn groei en
ontwikkeling betreft achter
blijft nog voordat zich de ver
schijnselen van een ziekte
aandienen. Dat moet voor de
controlerende artsen -een eer
ste sein zijn, dat er iets niet in
orde kan zijn met een kind.
Dat is heel belangrijk want
hoe eerder je zoiets onderkent,
hoe minder achterstand zo'n
kind hoeft op te lopen. Aan de
andere kant kun je met de
groeicurve in de hand ook te
gen bezorgde ouders zeggen:
er is niets aan de hand met je
kind. Het is wat klein, maar
het groeit precies volgens de te
verwachten lijn en dus hoeft
er van ziekte geen sprake te
zijn."
Het onderzoek is dus be
langrijk om er bij de opspo
ring en voorkoming van ziek
tes in de praktijk mee te wer
ken. Zijn er nu ook nog andere
dingen in de puur weten
schappelijke hoek mee te
doen?
Machteld Roede: "Wat ons
ook zeer interesseerde was de
vraag of er nu nog verschillen
zouden optreden tussen -je
mag het woord haast niet
meer zeggen - de 'gegoede'
jeugd en de jongeren, die het
thuis niet zo breed hebben. En
tussen de verschillende regio's
in Nederland. Gebleken is dat
de verschuiving naar nog gro
tere lengte in alle lagen van de
bevolking is opgetreden; En
dat betekent, dat ook de jeugd
uit de 'betere' kringen nog
steeds niet aan zijn genetisch
streepje is, nog steeds niet alle
erfelijke mogelijkheden op het
vlak van grqei en ontwikke
ling volledig benut heeft. Dat
is erg verrassend, omdat men
in het buitenland denkt, dat de
groei er nu toch wel uit is. Wat
het verschil in lengtes tussen
de jeugd in de verschillende
provincies betreft is er wel
sprake van een inhaal-actie.
Zo zijn de Limburgers bij
voorbeeld duidelijk aan het
inlopen op de van oudsher lan
gere noorderlingen. De ver
klaring van die verschuivin
gen moet gezocht worden in de
betere leefomstandigheden
van de mensen: beter eten,
minder armoede en betere hy
giëne. Daarom gaat van dit
onderzoek ook een boodschap
uit naar de politiek: blijf zor
gen voor een goed leefmilieu,
een evenwichtige bevolkings
opbouw en gespreide wel
vaart. En voor ruimte voor die
unieke kinderbegeleiding in
Nederland. Want er is nog
steeds sprake van sociaal ver
schil en de armoede en sociale
ellende van vroeger werken
•nog steeds na."
Is er een eind aan de groei?
Machteld Roede: "Waar we
naar toe gaan is moeilijk te
zeggen. Wel is bekend, dat bij
eenlengte van boven de twee
meter twintig ernstige proble
men gaan optreden door over
belasting van de gewrichten.
Met name in de enkels en de
voeten. De langste man die
ooit leefde was de Amerikaan
Robert Pershing Wadlow:
twee meter tweeënzeventig.
Hij overleed in 1940 op 21-ja-
rige leeftijd aan een ontste
king van zijn voeten. Het
meest opvallende resultaat is
naast de toegenomen lengte in
het algemeen de geringere
lengte van de babies en peu
ters tot twee jaar in vergelij
king met 1965. Dat moet te ma
ken hebben met het minder
eten van vet en suikers en dat
is een goede zaak. Verder gaat
zowel bij de jongens als bij de
meisjes de sexuele rijping wei
een jaar sneller. Ze beginnen
iets eerder, maar zijn veel
vlugger 'afgebouwd' wat dat
betreft. Zeer gewenst is een
vervolg-onderzoek op korte
termijn, waarbij je de nu onr
derzochte kinderen enkele ja
ren later nog eens 'gemeten'
worden. Dan kun je namelijk
niet alleen iets zeggen over ge
middelden maar ook over de
concrete ontwikkeling van de
jeugd. Ik ben heel nieuwsgie
rig ernaar wat van de babies
van 1980 in bijvoorbeeld in
1990 geworden is. Dr. Frits
Wafelbakker, geneeskundig
inspecteur jeugdgezondheids
zorg van het ministerie van
WVC en begeleider van het
groeionderzoek 1980, is in ieder
geval voorstander van het
doorgaan met dergelijk be
langrijk veldwerk."
1
0*0*1"
1 -iiSLfei"61
Hiermee reageer ik op de in-
|gezonden brief euthanasie-
kernwapens.Kruisraketten:
De Nederlandse regering
heeft wel degelijk christe-
I lijke moed getoond de laat
ste jaren. Jarenlang heeft
men getracht de Sovjet-
Unie van gedachten te doen
veranderen en dit heeft, zo-
als 't er nu naar uit ziet, wel
„enig succes geboekt. Plaat-
Ising in 1988 kan, n.a.v. het
I Nederlands standpunt, rao-
I gelijk uitgesteld (hopelijk
I afgesteld) worden.
Euthanasie: Verder vraag
ik me wel af hoe 'n aantal
regeringsleiders (Kamerle
den) zich zo star verzetten
I tegen plaatsen van kruisra
ketten welke niet (nooit) ge
bruikt worden. Evenwicht is
nu gewoon nodig, eenzijdge
ontwapening is gevaarlijk,
en verzwakt de onderhande-
hngspositie van de NAVO.
Daar staat tegenover dat
diezelfde groep Kamerleden
j erg positief' staan m.b.t.
I abortus en euthanasie, wat
I wel ,veel christelijk inzicht
I en handelen vraagt. Hoe
|l verklaart men dit
Welvaart: Wat denkt u
yan t aantal slachtoffers
yan het weg-, vlieg- en
treinverkeer. Dit heeft meer
I "iet welvaart te maken dan
de kruisraketten. Ook dit
I' t00^ gewoon geaccep-
Waspik,
P- Smits
hnl CDA van de
TO^e-f°]ltieke Partijen het
rwijt dat het, inzake de
kwestie euthanasie, haar
normen zou willen opleggen
aan het hele Nederlandse
volk. Niets is minder waar.
Men ziet niet of wil niet zien
dat, als het om ehtische, z.g.
immateriële zaken gaat, bij
christelijke partijen en ze
ker ook bij kleinrechts, prin
cipes in het geding zijn. Voor
een christen is de bijbelse
getuigenis norm voor handel
en wandel, ook voor het po
litieke handelen. Vaak is het
moeilijk een bepaalde stel-
lingname bijbels verant
woord te verdedigen of te
veroordelen en falen is
daarbij geenszins uitgeslo
ten. Het politieke bedrijf is
immers al ingewikkelder
geworden. Er zijn echter za
ken waarbij het principe
duidelijk in geding is. Ik
noem: de abortus, de eutha
nasie en het onderwijs. Vol
gens de Bijbel is het leven
niet iets waarover we zelf
het beschikkingsrecht heb
ben. 'Baas in eigen buik' en
'baas over eigen leven' zijn
anti-bijbelse, anti-christe
lijke leuzen. Bij abortus gaat
het trouwens niet eens om
ons eigen leven doch om dat
van een ander, een wordend
mensenkind. Staat het ver
nielen van dit wonderbare
begin op hetzelfde vlak als
het doodtrappen van een
lastig insekt? Zeker, een
CDA-minister heeft meege
werkt aan de totstandko
ming van de huidige abor
tuswet, die het overigens
nauwelijks haalde in het
parlement. Helaas, durf ik te
zeggen. Want ondanks het
feit dat er enige beperkingen
en zekeringen zijn inge
bouwd is dit de praktijk ge
worden: iedere vrouw die
erop staat, kan, zonder veel
moeite geaborteerd worden.
Er is op het haalbare ge
speeld. Gaat het bij abortus
om het beginnende leven, bij
de euthanasie gaat het om
het eindigende leven, oni de
goede dood. Ook dan betreft
het de bescherming van het
leven. Ik denk dat vrijwel
niemand van de doktoren
eist dat zij, met alle moge
lijke slangen en apparaten,
het naderende einde verlen
gen. Een andere kwestie is of
zij, op verzoek van een pa
tiënt, in uitzichtloze geval
len, met een injeciespuit op
zettelijk het leven mogen
bekorten, actieve euthanasie
dus mogen toepassen, Kun
nen we bijvoorbeeld het
'verzoek' van een geestelijk
gestoorde een verantwoord
verzoek noemen? Moet de
dokter dan beslissen? Maar
ja, als het besef verloren
gaat dat God mensen wil,
liefheeft, een plan en be
stemming voor hen heeft,
vanaf het moment van de
conceptie tot aan hun laatste
adem en daarna, dan wor
den mensen steeds meer tot
'artikelen', gebruiks- en
wegwerpartikelen. Mensen
handen zijn onbetrouwbaar.
Alleen Gods handen zijn
veilig. Bovendien, ook ai
wordx hier de deur weer op
een kier gezet, zoals in de
'Proeve' van het kabinet, het
gevolg zal zijn, omdat het nu
eenmaal stormt in de sa
menleving, dat die deur
openwaait. Vandaar dat de
enig juiste beslissing moet
zijn: vooralsnog geen wette
lijke regeling. Wat het on
derwijs betreft: in de vorige
eeuw tot aan de gelijkstel
ling in 1917 hebben de chris
tenen gevochten voor een
christelijke school voor hun
kinderen en ze hebben er
grote offers voor gebracht.
Zij zagen het weer als een
bijbels principe dat de kin
deren niet alleen thuis doch
ook op de scholen moeten
worden opgevoed bij de Bij
bel. Scholen met de Bijbel.
En nu zou er 'in een dorp,
waar maar één school meer
kan bestaan, dit per se een
openbare school moeten
zijn? Ook als in dat dorp de
meeste bewoners christelijk
onderwijs zouden begeren
voor hun kinderen? Ik zou
willen dat onze linkse broe
ders en zusters meer begrip
zouden tonen voor mensen,
in dit geval christenen, die
er principes op na houden,
principes waarmee ze niet
kunnen en daarom ook niet
wensen te marchanderen. Ze
willen die niet opleggen aan
anderen doch ze willen ze
ook niet opgeven. Dan moet
het CDA desnoods maar in
de oppositie gaan. 'Principiis
obsta'. Voor je principes
moet je staan, ongeacht de
gevolgen. In het isolement
kan, onder Gods zegen, grote
kracht gelegen zijn.
Breda,
K. Talsma
De boeren - of wat daar
voor doorgaat, want met
landbouw heeft het al jaren
niet veel meer te maken -
hebben van Brabant één gi
gantische zwijnestal en één
onafzienbaar gierveld weten
te maken. Dit allemaal
strikt in eigen voordeel,
maar ten nadele van het mi
lieu, of wat erger is van aile
andere inwoners van deze
provincie. Blijkens De Stem
van 1 maart jl. zijn in
Baarle-Nassau de kalver-
mesters bijeengeweest om
(eindelijk) eens te bezien
wat aan de zelf gecreëerde
problemen kan worden ge
daan; dit onder begeleiding
van de Noordbrabantse
Christelijke Boeren Bond
NCB (ik zou die C er voor
alsnog maar aflaten, want
met begrippen als rentmees
terschap en mede-verant
woordelijkheid heeft het al
les niet veel te maken). On
der dwang van de tijdsom
standigheden - in Gelder
land heeft de politierechter
al forse geldboetes opgelegd
aan mest dumpende boe
ren - is nu (men leze De
Stem er maar op na) het idee
ontwikkeld om de proble
men op te lossen met behulp
van zuiveringsinstallaties;
als volgt te financieren: de
overheid (de gemeenschap
dus) 60%, het agrarische be
drijfsleven 40%. Benieuwd of
de overheid zich voor de zo
veelste keer in de luren zal
gaan laten leggen door de
pressie van pure groepsbe
langen.
Teteringen,
Ir. K. Groenevelt.
Op 21 juni 1986 zal 41 Afdva
in de legerplaats Seedorf
(BRD) een reünie houden
van oud-personeel (officie
ren, onderofficieren en kor-
poraals-TS) ter gelegenheid
van het 20-jarig verblijf van
de afdeling in Duitsland.
Belangstellenden kunnen
zich schriftelijk of telefo
nisch opgeven waarna een
uitnodiging volgt. Tevens
zal een antwoordstrook met
retourenveloppe worden
bijgesloten waarop wensen
t.a.v. verblijf etc. kenbaar
gemaakt kunnen worden.
De organiserende commissie
zou het op prijs stellen als u
mede ruime bekendheid aan
dit bericht wilde geven.
Schriftelijke reacties gaarne
aan: Coördinator Reünie 41
Afdva 1986, NAPO 880, 3509
VP Utrecht. Telefonische re
acties gaarne aan:
094942814011 toestel 425.
'Brandweer zaagde met ket
tingzagen gaten in het ijs om
aan water te komen,' schrijft
De Stem maandag. De be
treffende inwoners en de ge
meente hebben er niet op ge
let, dat er voldoende 'brand-
bijten' op voldoende diepe
sloten en vaarten aanwezig
waren. Als dat zo is, en het
lijkt er wel op, dan zou een
algemeen artikel over
brandpreventie bij een
vorstperiode stellig op zijn
plaats zijn. Ik ken Ottoland,
er loopt een vaart dwars of
langs het dorp, een uitloper
van de Graafstroom, die in
Alblasserdam begint. In Ot
toland is deze wat smaller,
door de oorsprong zou daar
voldoende water moeten
staan, maar als er geen bij
ten zijn en men moet ze eerst
zagen, dan houdt de brand
pas op als deze geen 'voer'
meer heeft! En dat lijkt er
sterk op! Of men hier in
Breda en omgeving deze za
ken in orde heeft, kan ik niet
beoordelen. Ik weet dat in
mijn geboorteplaats, Lek-
kerkerk, waar ik tot mijn
72e jaar gewoond heb,
brand-bijten werden gehakt
zodra het ijs sterk genoeg
was om er op te komen; deze
werden bij vorst ook dage
lijks weer open gehakt. Dan
is er in tijd van nood water;
en anders ontwikkelt zich
een ramp, vooral bij boerde
rijen gedekt met riet dat in
een vorstperiode ook nog
gortdroog is.
Breda
C.A. den Oudsten
Elke vier jaar, als de ge
meenteraadsverkiezingen
voor de deur staan rijst bij
velen de vraag of het wel
zinnig is dat zoveel plaatse
lijke groeperingen aan deze
verkiezingen deelnemen.
Vooral wanneer blijkt dat
men niet elke plaatselijke
partij bij voorbaat als erg
serieus moet beschouwen.
De laatste tijd valt dan ook
het verschijnsel waar te ne
men, dat steeds meer kiezers
hun stem uitbrengen op een
kandidaat van een lande
lijke partij, zodat de frakties
van landelijke partijen ook
op gemeentelijk niveau het
beeld dreigen te gaan bepa
len. Het lijkt me een goede
zaak even bij deze ontwik
keling stil te staan en eens
na te gaan welke de voor-
dan wel nadelen van een
dergelijke ontwikkeling
(kunnen) zijn. Wat is er zo
tegen het bestaan van de
plaatselijke partijen? In
sommige gemeenten heeft
het grote aantal plaatselijke
groeperingen voor een te
grote versplintering ge
zorgd, waardoor voor de
kiezers grote onduidelijk
heid omtrent het gemeente
lijk bestuur ontstond. De
landelijke partijen hebben
zich steeds meer verzekerd
van een professionele aan
pak van hun campagnes.
Zulks in navolging van de
aanpak in de Verenigde Sta
ten. Daar staat een toch
vaak amateuristische werk
wijze van plaaselijke groe
peringen tegenover, hetgeen
tot gevolg heeft, dat meer
kiezers hun stem geven aan
eerstgenoemde. Het finan
cieel aspect gaat hierbij ook
steeds meer een rol spelen.
Immers, het zal duidelijk
zijn, dat grote landelijke
groeperingen ter verwer
ving van hun politieke
macht meer geld ter be
schikking kunnen stellen
dan dat bij de plaatselijke
groeperingen doorgaans het
geval is. Tenslotte is er het
feit, dat bij de laatste ver
kiezingen steeds duidelijker
is geworden dat kiezers van
lieverlee zijn overgegaan
van het stemmen op een ide
aal naar het stemmen op een
persoon. Men stemt niet
meer zozeer op een partij,
maar veel meer op een lijst
trekker die liefst zoveel mo
gelijk nationaal bekendheid
geniet. Ook hier weer een
navolging van het Ameri
kaanse systeem. Wat kun
nen plaatselijke partijen
daar tegenoverstellen? Met
andere woorden: waarom
hebben plaatselijke partijen
zin? Op de eerste plaats
merken we dan op, dat
plaatselijke partijen meestal
ontstaan uit een onvrede
met het plaatselijk bestuur.
De kiezer neemt zelf een ini
tiatief om verbetering in de
situatie te krijgen. Dat bete
kent, dat de betrokkenheid
bij het hele gebeuren erg
groot is, veel groter dan op
landelijk niveau waar toch
op een wat abstracter ma
nier wordt bestuurd. De be
trokkenheid bij bijv. kamer
leden is vaak waarneem
baar geringer dan die op ge
meentelijk vlak bij de
raadsleden. De raadsleden
staan veel dichter- bij hun
achterban dan de overige
volksvertegenwoordigers.
Naarmate de gemeente klei
ner is, is het directe contact
met de achterban groter.
Vertegenwoordigers van
plaatselijke groeperingen
zijn doorgaans goed op de
hoogte van lokale situaties
en achtergronden en worden
bij hun besluitvorming niet
gehinderd door landelijke
partijpolitiek. Zij kunnen
zich doorgaans veel flexibe
ler opstellen dan hun colle
ga's van de landelijke par
tijen. Concluderend kunnen
we stellen, dat er zeker na
delen kleven aan het be
staan van plaatselijke poli
tieke partijen, maar dat de
voordelen daar ruimschoots
tegen op wegen. Immers,
welzijn begint in je eigen
omgeving. Het gemeentelijk
besturen vraagt daar dan
ook voornamelijk aandacht
voor en toch minder voor
landelijke ontwikkelingen,
al dient ook vaak daarop te
worden ingespeeld. De
plaatselijke politieke par
tijen vragen doorgaans juist
aandacht voor die welzijns-
bevorderende zaken en ge
zien in dat kader hebben zij
wel degelijk bestaansrecht
en vervullen zij vooral t.b.v.
het welzijn onder de bevol
king een belangrijke functie.
Laat die plaatselijke par
tijen er gerust blijven, ze
zijn van wezenlijk belang
voor onze democratie!
Oudenbosch
VV. van Overveld
Als een boom groeit en bloeit
en goede vruchten draagt
dan mag je aannemen dat
het een goede boom is. Maar
wat gebeurt er, als de boom
geen vruchten meer draagt
en als de boom ziek wordt?
Dan wordt hij omgehakt en
verbrand. Dat is een bijbels
principe. Wanneer wordt
een boom ziek? Zodra de
grond niet goed meer is, zo
dra de lucht vervuild wordt
en zodra er geen goed voed
sel meer gegeven wordt. Wij
leven in zo'n tijd in de na
tuur, maar ook in de kerken.
Vroeger groeiden kerken, de
kloostergemeenschappen
werden uit de grond ge
stampt, er werd gebeden, er
waren volle kerken. In
Noordwijkerhout is weer
een aantal hoge heren bij el
kaar geweest om te bekijken
hoe zij nieuw leven in die
boom kunnen brengen.
Maar de onenigheid is zo
groot, dat je er niet veel van
verwachten kunt. Hoe komt
dat? Ik denk omdat ieder te
veel op zichzelf gericht is.
Het boek dat eeuwen oud is
en waarvan het brein de H.
Geest is, wordt niet meer se
rieus genomen. Mensen wil
len het aanpassen aan we
reldse normen van deze tijd.
Dan missen Wij de steun van
dat zelfde brein.
Roosendaal
M. v.d. Broek