;trator 'Armoede werkt nog iager ren -atprdAG 8 MAART 1986 T48 EXTRA Ret gaat niet alleen om de lengte, hoewel dat Rtuurlijk het gegeven is wat er het meeste fatspringt. De lengte van mensen is het ge makkelijkste te meten en er is ook het meeste an bekend". DR.MACHTELD ROEDE OVER DE STEEDS LANGERE LAAGLANDERS: Verzorgende ewuste vrouwen als MBO of HAVO gen de nieuwe trends ze een vak op zich zelfsprekend. Hun iren en te motiveren. che opleiding van ;er worden ingezet erdam, Den Haag, en Walcheren. in en een goed salaris dsvoorwaarden. n, schrijf dan direkt 000 AZ Amsterdam Leger Einde PAPIER VOOR UW PEN Euthanasie- kernwapens Verwijt Gemeenschaps geld voor mest Reünie 41 Afdva Geen brand-bijten? Een plaatselijke partij Noordwijkerhout Door Laur Crtmzen uisconcern in Europa. Igd in Hulst. Eeuwenoude skeletten laten nog zien hoe lang of kort de mensen vroeger waren. Toch is lengte „ar een onderdeel van datgene, dat wij geprobeerd ï»ben in kaart te brengen". Het onderzoek, waarvoor de Wat is er tijdens het onderzoek ,j eigenlijk gemeten. Wat bete kenen al die meetcijfers? die richting i zorg voor het optimaal |Pn onder meer de volgende Im.v. prestatiemetingen programmatuur outines hard- en software storingen Iprekspartner bij storingen. «evens verzameld zijn van jtober 1978 tot en met sep- nber 1980, wil een beeld ge- van het hele groeipatroon rSr, mensen. Een kind groeit ai dan zijn er een aantal din eer; die belangrijk zijn. De ie id, waarmee een kind oeit, het moment, waarop de Ibérteit begint, de eerste on- jsteldheid bij meisjes, hoe iel het bolletje van een baby di volwassen omtrek heeft, het gewicht van kinderen op ^schillende tijdstippen en het gewicht gekoppeld aan lengte De vraag is nu: wat doe je met al die gegevens, niet al leen als arts, maar ook als we- aschapper, die naar de hele volking van een land kijkt." Dr. Machteld Roede, onder- Tekster op het terrein van de Menselijke biologie aan de Rijksuniversiteit Limburg in Maastricht, trok in 1978 het nd in langs 126 consultatie- jreaus voor zuigelingen- en [euterzorg, 56 schoolartsen- iireau's en 5 bedrijfsgezond- jBidsdiensten. Ze controleerde jeegschaleri, meetlatten en - fcten. Ze vertelde ook aan introlerende artsen en wijk- arpleegkundigen hoe er ge iten en gewogen moest wor- Jen. En verder hoe er naar bij jongens naar de groei van tiaamhaar, balzak en penis ■keken moest worden en bij Meisjes naar de ontwikkeling van schaamhaar en borsten. Machteld Roede: „Al die maten staan voor het groeipa troon van het kind. Dat wordt niet door één erfelijk kenmerk bepaald, maar door een een aantal van die kenmerken, die De tien maanden oude Jamie Roodnat wordt in een Maas trichts Groene-Kruis centrum nauwkeurig opgemeten door wijk- ziekenverzorgster Alice Mertens-van Loo. Op de achtergrond links zijn moeder en 'groei-on derzoekster' dr. Mach teld Roede van de RL in Maastricht. FOTO ANTON WERKER na in ons groeipatroon Tpatible-apparatuur onder Alweer langer hor langdurig zieken, bge mensen. I jou is, dan kun je de Iin op 16 juni 1986 Heb je Vlan kun je bij ons pas starten Iel een half jaar langer. |/uf> haast, want 6 juni start de ap- l/ng tot ziekenver- 1nde. En deze duurt naar 27 maanden ik moet snel zijn, Het resultaat van dat on- przoek bij in totaal 42.000 nderen over heel Nederland ■rspreid werd in het Wilhel- Dina kinderziekenhuis met Indeloos hand- en computer sreken in Utrecht bewerkt. Een 'extra editie' van het Tijd- hrift voor Sociale Gezond- ^idszorg was onlangs geheel ijd aan dit groei-onder- zoek onder de titel 'Growth Ëagrams 1980', geschreven en gevoerd door dr. Roede sa- jen met prof. dr. J. C. van Beringen, hoofd van de noolartsendienst in Utrecht. 134 bladzijden vol lijngrafie- pn (diagrammen) en cijfer- stellingen. Het voornaamste jeuws, dat uit de monsterme- ïg de krant haalde, was dat sderlanders, die toch al tot langste mensen ter wereld rekend moeten worden, ids 1965 alweer gemiddeld kele centimeters langer zijn worden met scores van 1 eter 82 voor mannen en 1 eter 68 voor vrouwen. WO-3863. genen genoemd worden. En nu is gebleken, dat het milieu, zeg maar de omgeving en de leef omstandigheden van mensen, invloed heeft op hoe kinderen groeien, zichontwikkelen." Is er dan sprake wn een veran dering van erfelijke kenmer ken? Is de mens zich in 15 jaar tijds aan het ontwikkelen, zo als Charles Darwin in het mid den van de vorige eeuw in zijn evolutie-theorie omschreef. Kortom: zijn we echt en blij vend anders aan het worden? Machteld Roede: "Er is geen sprake van verandering van bepaalde erfelijke kenmerken door de invloed van de omge ving. Die erfelijke codes zeg gen: je moet met je groeipa troon op die en die lengte en dat gewicht uitkomen, maar door het milieu wordt die planning steeds afgeremd. En dat milieu begint al in de baarmoeder, later in de box, op school enzovoort. Want een mens groeit bijna twintig jaar lang en al die tijd staat hij of zij bloot aan invloeden van buitenaf. Door ziekte bijvoor beeld wordt de groei en ont wikkeling geremd. Vroeger zag je veel meer langslepende infectie-ziektes met felle koortsen bij kinderen. Wordt een kind ziek, dan gaat het minder hard groeien en die achterstand kon vaak niet in gehaald worden. Al groeiden de mensen vroeger tot 25, 30 jaar door. In feite is het zo, dat het erfelijk materiaal van de mens een bepaald ideaal voor schrijft, dat nog steeds niet he lemaal gehaald wordt door de remmende invloed van de om geving. Hoe dat mechanisme nu precies werkt, weten we niet. Hoe een kind nu precies weet, dat het na een ziekte een achterstand moet inhalen en na een tijdje weer op het goede spoor zit: dat hebben we nog niet achterhaald." Wat de lengte van mensen betreft hebben de onderzoe kers vergelijkingsmateriaal, dat heel ver in de tijd terug gaat. Exacte cijfers van le vende mensen werden voor het eerst in het midden van de vorige eeuw verzameld bij het inschrijven van jonge mannen voor de militaire dienst. In 1955 werd een eerste, echte be volkingsonderzoek gedaan op lengte en gewicht. In 1965 kwam daar dan ook nog de sexuele ontwikkeling naar uiterlijke kenmerken bij en in dit laatste onderzoek, dat offi cieel in 1980 gedateerd staat, is ook de hoofdomtrek van jonge kinderen gemeten. Waarom hebben onderzoekers als J.C. van Wieringen en Machteld Roede, geholpen door honderden artsen en wijkver pleegkundigen zich al die moeite gegeven? Machteld Roede: "Wij heb ben dat gedaan omdat het een groot praktisch belang heeft. Nederland heeft een unieke jeugdgezondheidszorg met consultatiebureaus voor zui gelingen en kleuters en schoolartsendiensten. De kin deren worden zeer geregeld bekeken en gemeten. De ma ten van al die kinderen wor den op een kaart aangetekend en al die meetpunten samen vormen op die kaart een groei- curve, een groeilijn. Nu zegt zo'n lijn helemaal niets, als je geen materiaal hebt om te vergelijken. Als je niet een norm hebt aan de hand waar van je de groei en de ontwik keling van een kind kunt be oordelen. Zo'n norm wordt nu gehaald uit het gemiddelde groeicijfer van het Neder landse kind aan de hand van zo goed mogelijke, betrouw bare metingen door het hele land. Dat kaartsysteem is niet uniek voor Nederland. Dat hebben ze bijvoorbeeld in En geland ook. Maar het verschil is dat in Engeland de groei- en ontwikkelingsnormen, waar mee je moet vergelijken om te kijken of een kind normaal groeit, gebaseerd zijn op een aantal maten van kinderen van een elite-kostschooltje er gens buiten Londen. Dat geeft geen goed beeld van de hele bevolking." „Nu dateerden de groeinor- men voor de Nederlandse jeugd -en vergeet niet dat eenderde van alle Nederlan ders onder de twintig is- uit 1965. Men kreeg daarom in de gaten dat de gemiddelde groeilijnen eveneens niet meer klopten, omdat alsmaar meer kinderen met hun maten bo ven die lijnen uitkwamen. En vandaar dat het ministerie van toen nog Volksgezondheid en Milieuhygiëne vijf ton heeft uitgetrokken om het be volkingsonderzoek van 1965 over te doen." Waarom is dat vergelijken zo belangrijk? Machteld Roede: "Het gaat erom dat een kind steeds wordt gevolgd. En vaak zie je dat een kind wat zijn groei en ontwikkeling betreft achter blijft nog voordat zich de ver schijnselen van een ziekte aandienen. Dat moet voor de controlerende artsen -een eer ste sein zijn, dat er iets niet in orde kan zijn met een kind. Dat is heel belangrijk want hoe eerder je zoiets onderkent, hoe minder achterstand zo'n kind hoeft op te lopen. Aan de andere kant kun je met de groeicurve in de hand ook te gen bezorgde ouders zeggen: er is niets aan de hand met je kind. Het is wat klein, maar het groeit precies volgens de te verwachten lijn en dus hoeft er van ziekte geen sprake te zijn." Het onderzoek is dus be langrijk om er bij de opspo ring en voorkoming van ziek tes in de praktijk mee te wer ken. Zijn er nu ook nog andere dingen in de puur weten schappelijke hoek mee te doen? Machteld Roede: "Wat ons ook zeer interesseerde was de vraag of er nu nog verschillen zouden optreden tussen -je mag het woord haast niet meer zeggen - de 'gegoede' jeugd en de jongeren, die het thuis niet zo breed hebben. En tussen de verschillende regio's in Nederland. Gebleken is dat de verschuiving naar nog gro tere lengte in alle lagen van de bevolking is opgetreden; En dat betekent, dat ook de jeugd uit de 'betere' kringen nog steeds niet aan zijn genetisch streepje is, nog steeds niet alle erfelijke mogelijkheden op het vlak van grqei en ontwikke ling volledig benut heeft. Dat is erg verrassend, omdat men in het buitenland denkt, dat de groei er nu toch wel uit is. Wat het verschil in lengtes tussen de jeugd in de verschillende provincies betreft is er wel sprake van een inhaal-actie. Zo zijn de Limburgers bij voorbeeld duidelijk aan het inlopen op de van oudsher lan gere noorderlingen. De ver klaring van die verschuivin gen moet gezocht worden in de betere leefomstandigheden van de mensen: beter eten, minder armoede en betere hy giëne. Daarom gaat van dit onderzoek ook een boodschap uit naar de politiek: blijf zor gen voor een goed leefmilieu, een evenwichtige bevolkings opbouw en gespreide wel vaart. En voor ruimte voor die unieke kinderbegeleiding in Nederland. Want er is nog steeds sprake van sociaal ver schil en de armoede en sociale ellende van vroeger werken •nog steeds na." Is er een eind aan de groei? Machteld Roede: "Waar we naar toe gaan is moeilijk te zeggen. Wel is bekend, dat bij eenlengte van boven de twee meter twintig ernstige proble men gaan optreden door over belasting van de gewrichten. Met name in de enkels en de voeten. De langste man die ooit leefde was de Amerikaan Robert Pershing Wadlow: twee meter tweeënzeventig. Hij overleed in 1940 op 21-ja- rige leeftijd aan een ontste king van zijn voeten. Het meest opvallende resultaat is naast de toegenomen lengte in het algemeen de geringere lengte van de babies en peu ters tot twee jaar in vergelij king met 1965. Dat moet te ma ken hebben met het minder eten van vet en suikers en dat is een goede zaak. Verder gaat zowel bij de jongens als bij de meisjes de sexuele rijping wei een jaar sneller. Ze beginnen iets eerder, maar zijn veel vlugger 'afgebouwd' wat dat betreft. Zeer gewenst is een vervolg-onderzoek op korte termijn, waarbij je de nu onr derzochte kinderen enkele ja ren later nog eens 'gemeten' worden. Dan kun je namelijk niet alleen iets zeggen over ge middelden maar ook over de concrete ontwikkeling van de jeugd. Ik ben heel nieuwsgie rig ernaar wat van de babies van 1980 in bijvoorbeeld in 1990 geworden is. Dr. Frits Wafelbakker, geneeskundig inspecteur jeugdgezondheids zorg van het ministerie van WVC en begeleider van het groeionderzoek 1980, is in ieder geval voorstander van het doorgaan met dergelijk be langrijk veldwerk." 1 0*0*1" 1 -iiSLfei"61 Hiermee reageer ik op de in- |gezonden brief euthanasie- kernwapens.Kruisraketten: De Nederlandse regering heeft wel degelijk christe- I lijke moed getoond de laat ste jaren. Jarenlang heeft men getracht de Sovjet- Unie van gedachten te doen veranderen en dit heeft, zo- als 't er nu naar uit ziet, wel „enig succes geboekt. Plaat- Ising in 1988 kan, n.a.v. het I Nederlands standpunt, rao- I gelijk uitgesteld (hopelijk I afgesteld) worden. Euthanasie: Verder vraag ik me wel af hoe 'n aantal regeringsleiders (Kamerle den) zich zo star verzetten I tegen plaatsen van kruisra ketten welke niet (nooit) ge bruikt worden. Evenwicht is nu gewoon nodig, eenzijdge ontwapening is gevaarlijk, en verzwakt de onderhande- hngspositie van de NAVO. Daar staat tegenover dat diezelfde groep Kamerleden j erg positief' staan m.b.t. I abortus en euthanasie, wat I wel ,veel christelijk inzicht I en handelen vraagt. Hoe |l verklaart men dit Welvaart: Wat denkt u yan t aantal slachtoffers yan het weg-, vlieg- en treinverkeer. Dit heeft meer I "iet welvaart te maken dan de kruisraketten. Ook dit I' t00^ gewoon geaccep- Waspik, P- Smits hnl CDA van de TO^e-f°]ltieke Partijen het rwijt dat het, inzake de kwestie euthanasie, haar normen zou willen opleggen aan het hele Nederlandse volk. Niets is minder waar. Men ziet niet of wil niet zien dat, als het om ehtische, z.g. immateriële zaken gaat, bij christelijke partijen en ze ker ook bij kleinrechts, prin cipes in het geding zijn. Voor een christen is de bijbelse getuigenis norm voor handel en wandel, ook voor het po litieke handelen. Vaak is het moeilijk een bepaalde stel- lingname bijbels verant woord te verdedigen of te veroordelen en falen is daarbij geenszins uitgeslo ten. Het politieke bedrijf is immers al ingewikkelder geworden. Er zijn echter za ken waarbij het principe duidelijk in geding is. Ik noem: de abortus, de eutha nasie en het onderwijs. Vol gens de Bijbel is het leven niet iets waarover we zelf het beschikkingsrecht heb ben. 'Baas in eigen buik' en 'baas over eigen leven' zijn anti-bijbelse, anti-christe lijke leuzen. Bij abortus gaat het trouwens niet eens om ons eigen leven doch om dat van een ander, een wordend mensenkind. Staat het ver nielen van dit wonderbare begin op hetzelfde vlak als het doodtrappen van een lastig insekt? Zeker, een CDA-minister heeft meege werkt aan de totstandko ming van de huidige abor tuswet, die het overigens nauwelijks haalde in het parlement. Helaas, durf ik te zeggen. Want ondanks het feit dat er enige beperkingen en zekeringen zijn inge bouwd is dit de praktijk ge worden: iedere vrouw die erop staat, kan, zonder veel moeite geaborteerd worden. Er is op het haalbare ge speeld. Gaat het bij abortus om het beginnende leven, bij de euthanasie gaat het om het eindigende leven, oni de goede dood. Ook dan betreft het de bescherming van het leven. Ik denk dat vrijwel niemand van de doktoren eist dat zij, met alle moge lijke slangen en apparaten, het naderende einde verlen gen. Een andere kwestie is of zij, op verzoek van een pa tiënt, in uitzichtloze geval len, met een injeciespuit op zettelijk het leven mogen bekorten, actieve euthanasie dus mogen toepassen, Kun nen we bijvoorbeeld het 'verzoek' van een geestelijk gestoorde een verantwoord verzoek noemen? Moet de dokter dan beslissen? Maar ja, als het besef verloren gaat dat God mensen wil, liefheeft, een plan en be stemming voor hen heeft, vanaf het moment van de conceptie tot aan hun laatste adem en daarna, dan wor den mensen steeds meer tot 'artikelen', gebruiks- en wegwerpartikelen. Mensen handen zijn onbetrouwbaar. Alleen Gods handen zijn veilig. Bovendien, ook ai wordx hier de deur weer op een kier gezet, zoals in de 'Proeve' van het kabinet, het gevolg zal zijn, omdat het nu eenmaal stormt in de sa menleving, dat die deur openwaait. Vandaar dat de enig juiste beslissing moet zijn: vooralsnog geen wette lijke regeling. Wat het on derwijs betreft: in de vorige eeuw tot aan de gelijkstel ling in 1917 hebben de chris tenen gevochten voor een christelijke school voor hun kinderen en ze hebben er grote offers voor gebracht. Zij zagen het weer als een bijbels principe dat de kin deren niet alleen thuis doch ook op de scholen moeten worden opgevoed bij de Bij bel. Scholen met de Bijbel. En nu zou er 'in een dorp, waar maar één school meer kan bestaan, dit per se een openbare school moeten zijn? Ook als in dat dorp de meeste bewoners christelijk onderwijs zouden begeren voor hun kinderen? Ik zou willen dat onze linkse broe ders en zusters meer begrip zouden tonen voor mensen, in dit geval christenen, die er principes op na houden, principes waarmee ze niet kunnen en daarom ook niet wensen te marchanderen. Ze willen die niet opleggen aan anderen doch ze willen ze ook niet opgeven. Dan moet het CDA desnoods maar in de oppositie gaan. 'Principiis obsta'. Voor je principes moet je staan, ongeacht de gevolgen. In het isolement kan, onder Gods zegen, grote kracht gelegen zijn. Breda, K. Talsma De boeren - of wat daar voor doorgaat, want met landbouw heeft het al jaren niet veel meer te maken - hebben van Brabant één gi gantische zwijnestal en één onafzienbaar gierveld weten te maken. Dit allemaal strikt in eigen voordeel, maar ten nadele van het mi lieu, of wat erger is van aile andere inwoners van deze provincie. Blijkens De Stem van 1 maart jl. zijn in Baarle-Nassau de kalver- mesters bijeengeweest om (eindelijk) eens te bezien wat aan de zelf gecreëerde problemen kan worden ge daan; dit onder begeleiding van de Noordbrabantse Christelijke Boeren Bond NCB (ik zou die C er voor alsnog maar aflaten, want met begrippen als rentmees terschap en mede-verant woordelijkheid heeft het al les niet veel te maken). On der dwang van de tijdsom standigheden - in Gelder land heeft de politierechter al forse geldboetes opgelegd aan mest dumpende boe ren - is nu (men leze De Stem er maar op na) het idee ontwikkeld om de proble men op te lossen met behulp van zuiveringsinstallaties; als volgt te financieren: de overheid (de gemeenschap dus) 60%, het agrarische be drijfsleven 40%. Benieuwd of de overheid zich voor de zo veelste keer in de luren zal gaan laten leggen door de pressie van pure groepsbe langen. Teteringen, Ir. K. Groenevelt. Op 21 juni 1986 zal 41 Afdva in de legerplaats Seedorf (BRD) een reünie houden van oud-personeel (officie ren, onderofficieren en kor- poraals-TS) ter gelegenheid van het 20-jarig verblijf van de afdeling in Duitsland. Belangstellenden kunnen zich schriftelijk of telefo nisch opgeven waarna een uitnodiging volgt. Tevens zal een antwoordstrook met retourenveloppe worden bijgesloten waarop wensen t.a.v. verblijf etc. kenbaar gemaakt kunnen worden. De organiserende commissie zou het op prijs stellen als u mede ruime bekendheid aan dit bericht wilde geven. Schriftelijke reacties gaarne aan: Coördinator Reünie 41 Afdva 1986, NAPO 880, 3509 VP Utrecht. Telefonische re acties gaarne aan: 094942814011 toestel 425. 'Brandweer zaagde met ket tingzagen gaten in het ijs om aan water te komen,' schrijft De Stem maandag. De be treffende inwoners en de ge meente hebben er niet op ge let, dat er voldoende 'brand- bijten' op voldoende diepe sloten en vaarten aanwezig waren. Als dat zo is, en het lijkt er wel op, dan zou een algemeen artikel over brandpreventie bij een vorstperiode stellig op zijn plaats zijn. Ik ken Ottoland, er loopt een vaart dwars of langs het dorp, een uitloper van de Graafstroom, die in Alblasserdam begint. In Ot toland is deze wat smaller, door de oorsprong zou daar voldoende water moeten staan, maar als er geen bij ten zijn en men moet ze eerst zagen, dan houdt de brand pas op als deze geen 'voer' meer heeft! En dat lijkt er sterk op! Of men hier in Breda en omgeving deze za ken in orde heeft, kan ik niet beoordelen. Ik weet dat in mijn geboorteplaats, Lek- kerkerk, waar ik tot mijn 72e jaar gewoond heb, brand-bijten werden gehakt zodra het ijs sterk genoeg was om er op te komen; deze werden bij vorst ook dage lijks weer open gehakt. Dan is er in tijd van nood water; en anders ontwikkelt zich een ramp, vooral bij boerde rijen gedekt met riet dat in een vorstperiode ook nog gortdroog is. Breda C.A. den Oudsten Elke vier jaar, als de ge meenteraadsverkiezingen voor de deur staan rijst bij velen de vraag of het wel zinnig is dat zoveel plaatse lijke groeperingen aan deze verkiezingen deelnemen. Vooral wanneer blijkt dat men niet elke plaatselijke partij bij voorbaat als erg serieus moet beschouwen. De laatste tijd valt dan ook het verschijnsel waar te ne men, dat steeds meer kiezers hun stem uitbrengen op een kandidaat van een lande lijke partij, zodat de frakties van landelijke partijen ook op gemeentelijk niveau het beeld dreigen te gaan bepa len. Het lijkt me een goede zaak even bij deze ontwik keling stil te staan en eens na te gaan welke de voor- dan wel nadelen van een dergelijke ontwikkeling (kunnen) zijn. Wat is er zo tegen het bestaan van de plaatselijke partijen? In sommige gemeenten heeft het grote aantal plaatselijke groeperingen voor een te grote versplintering ge zorgd, waardoor voor de kiezers grote onduidelijk heid omtrent het gemeente lijk bestuur ontstond. De landelijke partijen hebben zich steeds meer verzekerd van een professionele aan pak van hun campagnes. Zulks in navolging van de aanpak in de Verenigde Sta ten. Daar staat een toch vaak amateuristische werk wijze van plaaselijke groe peringen tegenover, hetgeen tot gevolg heeft, dat meer kiezers hun stem geven aan eerstgenoemde. Het finan cieel aspect gaat hierbij ook steeds meer een rol spelen. Immers, het zal duidelijk zijn, dat grote landelijke groeperingen ter verwer ving van hun politieke macht meer geld ter be schikking kunnen stellen dan dat bij de plaatselijke groeperingen doorgaans het geval is. Tenslotte is er het feit, dat bij de laatste ver kiezingen steeds duidelijker is geworden dat kiezers van lieverlee zijn overgegaan van het stemmen op een ide aal naar het stemmen op een persoon. Men stemt niet meer zozeer op een partij, maar veel meer op een lijst trekker die liefst zoveel mo gelijk nationaal bekendheid geniet. Ook hier weer een navolging van het Ameri kaanse systeem. Wat kun nen plaatselijke partijen daar tegenoverstellen? Met andere woorden: waarom hebben plaatselijke partijen zin? Op de eerste plaats merken we dan op, dat plaatselijke partijen meestal ontstaan uit een onvrede met het plaatselijk bestuur. De kiezer neemt zelf een ini tiatief om verbetering in de situatie te krijgen. Dat bete kent, dat de betrokkenheid bij het hele gebeuren erg groot is, veel groter dan op landelijk niveau waar toch op een wat abstracter ma nier wordt bestuurd. De be trokkenheid bij bijv. kamer leden is vaak waarneem baar geringer dan die op ge meentelijk vlak bij de raadsleden. De raadsleden staan veel dichter- bij hun achterban dan de overige volksvertegenwoordigers. Naarmate de gemeente klei ner is, is het directe contact met de achterban groter. Vertegenwoordigers van plaatselijke groeperingen zijn doorgaans goed op de hoogte van lokale situaties en achtergronden en worden bij hun besluitvorming niet gehinderd door landelijke partijpolitiek. Zij kunnen zich doorgaans veel flexibe ler opstellen dan hun colle ga's van de landelijke par tijen. Concluderend kunnen we stellen, dat er zeker na delen kleven aan het be staan van plaatselijke poli tieke partijen, maar dat de voordelen daar ruimschoots tegen op wegen. Immers, welzijn begint in je eigen omgeving. Het gemeentelijk besturen vraagt daar dan ook voornamelijk aandacht voor en toch minder voor landelijke ontwikkelingen, al dient ook vaak daarop te worden ingespeeld. De plaatselijke politieke par tijen vragen doorgaans juist aandacht voor die welzijns- bevorderende zaken en ge zien in dat kader hebben zij wel degelijk bestaansrecht en vervullen zij vooral t.b.v. het welzijn onder de bevol king een belangrijke functie. Laat die plaatselijke par tijen er gerust blijven, ze zijn van wezenlijk belang voor onze democratie! Oudenbosch VV. van Overveld Als een boom groeit en bloeit en goede vruchten draagt dan mag je aannemen dat het een goede boom is. Maar wat gebeurt er, als de boom geen vruchten meer draagt en als de boom ziek wordt? Dan wordt hij omgehakt en verbrand. Dat is een bijbels principe. Wanneer wordt een boom ziek? Zodra de grond niet goed meer is, zo dra de lucht vervuild wordt en zodra er geen goed voed sel meer gegeven wordt. Wij leven in zo'n tijd in de na tuur, maar ook in de kerken. Vroeger groeiden kerken, de kloostergemeenschappen werden uit de grond ge stampt, er werd gebeden, er waren volle kerken. In Noordwijkerhout is weer een aantal hoge heren bij el kaar geweest om te bekijken hoe zij nieuw leven in die boom kunnen brengen. Maar de onenigheid is zo groot, dat je er niet veel van verwachten kunt. Hoe komt dat? Ik denk omdat ieder te veel op zichzelf gericht is. Het boek dat eeuwen oud is en waarvan het brein de H. Geest is, wordt niet meer se rieus genomen. Mensen wil len het aanpassen aan we reldse normen van deze tijd. Dan missen Wij de steun van dat zelfde brein. Roosendaal M. v.d. Broek

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 9