mm
Minister Braks is bang voor gebrek aan perspectief in de landbouw
i
BBC OVER,
ZATERDAG 8 MAART 1986
W4
Veel begrip
Indringender
Euthanasie
Solidair
Evenwichtig
I dcm^u Van de erachf. Jef Ra- ta|
wfflüOL
'Uit chaos kan ook
sanering ontstaan'
k wil dat elke Landbouwraad
tenminste één beslissing neemt." Ir
Gerrit Braks, minister van
Landbouw, voorzitter van de EG-
Landbouwraad, zegt dat op een
maandagochtend eind februari rond
negen uur ter hoogte van
Antwerpen.
De dinsdagavond nadien kwart
over acht. Brussel. Braks toont zich
een tevreden man. Trots meldt hij:
„De raad heeft alle beslissingen die
ik wilde genomen." Het zijn er een
stuk of tien geworden.
Braks weet zich op het gladde
toneel van de
landbouwproblematiek goed
staande te houden. Deze week nog
speelde hij een 'thuiswedstrijd' in
Oud Gastel. De minister veegde
daar het aanvankelijke protest van
tafel en kreeg na afloop een staande
ovatie. Een dag later had hij het in
Groningen een stuk moeilijker. De
minister werd met graan bekogeld.
Over zijn politieke loopbaan zegt
de Braks ondermeer: „Ik zou best
in een ander kabinet kunnen zitten.
Ik heb het gevoel minder aan de
rechterkant te staan dan velen van
een minister van Landbouw
eigenlijk verwachten. Maar ik wil
me nu niet links gaan zitten
praten."
Gerrit Braks. Zelfverzekerd,
ontwapend ijdel.
Een interview met een radde
prater.
Door Max de Bok
„Het probleem in de landbouw is
het gebrek aan perspectief. Nie
mand wil de Europese landbouwge-
meenschap torpederen; iedereen
onderkent de enorme problematiek:
torenhoge overschotten, het niet
meer toenemen van markten binnen
en buiten de gemeenschap, het ver
spillen van geld aan overschotpro-
duktie. Maar als het op maatregelen
aankomt dan is het hemd nader dan
de rok. Dat wil in de praktijk zeg
gen dat de volgende verkiezingen
interessanter worden geacht dan het
overleven van het gemeenschappe
lijk landbouwbeleid. Ik zeg dat zon
der aarzelen."
Verrassend antwoord op de opmer
king dat dit dan ook wel voor de Neder
landse minister van Landbouw zal gel
den.
„Toch in mindere mate. Zeker, ik heb
wel wat uit te leggen, maar bij ons is er
toch veel begrip voor het in standhouden
van de basisbeginselen van de gemeen
schappelijke markt: vrij verkeer van goe
deren, zorgen voor voldoende afzetmark
ten voor je eigen produkten binnen de
gemeenschap maar ook de invoer van
buiten de gemeenschap mogelijk maken
en -het allerbelangrijkste - financiële
solidariteit. Ik werk daaraan ondanks de
naderende verkiezingen."
Van de kritiek op zijn beleid - de in
middels al beruchte mestwet ter inper
king van de bio-industrie, het prijsbeleid
gericht op bevriezing van de landbouw
prijzen, net terugdringen van de over-
schotproduktie - is Braks niet echt on
dersteboven.
„Het probleem in Nederland is de on
zekerheid over de toekomst. Men is be
zorgd over het in stand blijven van de ge
meenschappelijke markt, waar men zo
afhankelijk van is. De Nederlandse land
bouw, die voor zestig procent leeft van
de export, heeft geen enkele kans om in
deze vorm te overleven als de markt niet
functioneel blijft. Een ander vraagstuk is
hoe we omgaan met de grenzen die agra
risch Nederland heeft bereikt ten op
zichte van het leefmilieu. Dat manifes
teert zich op dit moment het duidelijkst
in de mestproblematiek."
Is er sprake van een crisis in de land
bouw
„Wat Schelhaas (voorzitter van het
Produktschap voor Zuivel, red) daarover
gezegd heeft, dat het een crisis is verge
lijkbaar met die van de jaren dertig.
Het spijt me het te moeten zeggen, maar
wie zo iets beweert, gaat aan de realiteit
voorbij. Het is verdorie een landbouw op
zö'n niveau."
Zó'n niveau. Met zijn stevige knuisten
geeft hij een metertje of anderhalf aan.
„De problemen van nu zijn in feite
maar marginaal, nog te overzien. Het
kan hoogstens een chaotische toestand
worden door een gebrek aan besluitvor
ming. Maar het kan wel eens zo zijn dat
uit die chaos de sanering voortkomt."
Maar telkens weer zegt u: er is geen
uitzicht.
„Dat is ook het kernprobleem.
Daarom moeten er beslissingen genomen
worden. Ik neem daarin een heel duide
lijk standpunt in. Als je gisteren de dis
cussies hoorde in de Landbouwraad dan
valt op dat vrijwel alleen wij in Neder
land ae ruimte hebben om een op de toe
komst gerichte positie in te nemen. Dat
is in andere landen helaas nauwelijks het
geval. Dat is het meest ffustrerend."
Wordt u niet moe van het alsmaar zeg
gen dat er besluiten moeten worden ge
nomen Gelooft u er nog in
„Ja, ik geloof er sterk in."
In een interview uit 1983 las ik precies
hetzelfde: er is geen uitzicht, er zijn te
grote overschotten, we moeten besluiten
nemen.
„1983, dat is nog niet zo lang gele
den."
Maar er is dus niets gebeurd in drie
jaar.
„Ja.maar in die jaren is de inko
menspositie van agrarisch Nederland be
paald niet slechter geworden. De achter
stand in inkomen is relatief sterk ingelo
pen. Wat heb ik intussen gedaan Je lokt
me nu uit. Ik heb op een gegeven mo
ment gezegd: tot hier en niet verder, ben
naar Brussel gegaan en heb me bereid
verklaard aan de superheffing op melk
mee te werken. Dat is me verweten, maar
het gevolg is wel, dat we nu met enige be
heersing van de melkplas bezig zijn. Wat
heb ik verder gedaan Temidden van die
pessimistische toonzetting over de inten
sieve veehouderij gezegd: tot hier en niet
verder. Dat heb ik gezegd met een wette
lijk instrumentarium dat in de parlemen
taire geschiedenis zijn weerga niet kent:
een noodwet die onmiddellijk van kracht
werd."
En die niet werkt. Sindsdien nog 1
miljoen varkens erbij.
„Ja maar,Dat is de rechtsbescher
ming in ons land. Je kunt niet met terug
werkende kracht mensen straffen die in
volle vrijheid beslissingen hebben geno
men. Dat zou de rechter terecht niet tole
reren."
Het verzet van de boeren tegen uw be
leid concentreert zich nu op de defini
tieve mestwet.
„Het zal je verbazen, maar ik onder
vind ook ongelooflijk veel begrip in de
agrarische wereld. Het enige is dat het
nog niemand past. Het past de buurman,
de andere regio. De mteme discussie
moet nog uitkristalliseren. Ik denk dat
het vrij evenwichtig zal aflopen. Er is
„Ik voel me erg soli
dair met die kleine boer
en de grote gezinnen van
toen, maar evengoed met
de mensen uit die voor
malige katholieke arbei-
dersbewegings-families".
- FOTO CORD 0TTING
GERRIT Braks werd in 1933 op de boerderij van zijn vader in Odiliapeel geboren.
Hij noemt zichzelf een „typische representant van het kleine- en jonge boeren
vraagstuk, dat vooral In Brabant in het begin van de jaren vijftig speelde. Grote
gezinnen op relatief kleine boerderijen, kinderen zonder opleiding voor wie de
keus was emigreren of ongeschoold naar de fabriek. Ik ben die dans net op tijd
ontsprongen." Hij werkte tot 1955 op vaders boerderij. „Ik wilde niet anders
dan boer worden." Maar het liep anders, omdat er geen toekomst was. Land
bouw-winter school in Cuijk, Landbouwvoorlichtingsdienst, avondstudie HBS
b, Wagenlngen. Ambtenaar op het ministerie van Landbouw, twintig jaar gele
den voor het eerst naar Brussel als adjunct-landbouwattaché bij de Neder-
landse vertegenwoordiging bij de EG. Na sen jaar secretaris van de Noordbra
bantse Christelijke Boerenbond. Maar Brussel bleef trekken. In 1969 zat Braks er
weer nu als Landbouwraad. Dat bleef hij acht jaar, waarna hij het ambtelijke be
staan inruilde voor de politiek: lid van de Tweede Kamer.
In maart 1980 was hij met zijn enorme kennis van landbouwzaken in het al
gemeen en 'Brussel' In het bijzonder de aangewezen man om Van
der Stee In het kabinet-Van Agt I op te volgen als minister van
Landbouw. In het kabinet-Van Agt II mocht hij niet mee doen
(„dat heeft me teleurgesteld, vooral vanwege de manier
waarop dat ging") maar hij keerde op zijn post terug in het
kablnet-Lubbers.
litieke geklets elke dag, ook dat partijpo
litieke geklets. Ik heb er alle begrip voor
dat het moet gebeuren, maar ik richt m'n
energie liever anders. Ik heb belangrijker
taken te vervullen in de Nederlandse sa
menleving. In die zin steekt het me dat je
die vraag blijft stellen. Ik vind dat al de
genen die zich primair occuperen met
hun politieke profilering verkeerde prio
riteiten stellen."
„Ik zal eerlijk zeggen waarom ik dat
over de euthanasie kwijt wilde. Omdat ik
me inderdaad binnen het kabinet als eer
ste gemanifesteerd heb op dat punt en ik
daar tot op dit moment op geen enkele
wijze over gesproken heb. Maar het ver
baast me dat alle lekken uit de minister
raad hierover zich beperken tot in dat
opzicht volstrekt secundair optredende
ministers. Ik wil me op dit onderwerp
niet profileren. Ik wil alleen maar zeggen
dat ik met alle relevante zaken in het ka
binet volledig bezig ben. Maar als ik sta
voor de keus óf zorgen dat agrarisch Ne
derland kan overleven met deze mestpro
blematiek óf volstrekt marginale invloed
uitoefenen op de vorming van de toe
komstige coalitie, dan kies ik voor die
mestproblematiek. Dat karakteriseert me
als minister van Landbouw en daar ben
ik dan zeer trots op."
ZATERDAG 8 MAART 1986
geen fundamentele kritiek op onze aan
pak. Er is kritiek op het tempo, op de
uniformering."
Gemakshalve vergeet u maar even de
kritiek op de investeringskosten voor de
bouw van opslagcapaciteit en de over
schotheffing.
„Ja de kosten, daar verzet natuurlijk
iedereen zich tegen, maar in een sector
die voor 15 miljard per jaar exporteert,
bij een totale produktie van 25 miljard,
moet je daar moeilijk gaan doen over een
overschotheffing van 43 miljoen voor een
onvermijdelijke maatregel Die 900 mil
joen investeringskosten zijn een globale
berekening van de eindfase van het uit-
rijverbod in de wintermaanden. Boven
dien, niet iedereen hoeft op het eigen be
drijf opslagcapaciteit te hebben. Iedereen
wil natuurlijk meer geld zien van de
overheid. Er komt natuurlijk wat meer
geld, dat wil ik wel kwijt. Maar dan moe
ten we eerst weten waar we het over heb
ben. Ik ga toch niet zeggen hoeveel geld
er nog bij zou kunnen als we het over de
structuur nog niet eens zijn. Bovendien,
we hebben in ons land een heleboel in
vesteringsfaciliteiten. Alleen al voor deze
investering komt er 30 procent van de
WIR."
Hij legt uit waarom de landbouw
schijnbaar beter behandeld wordt dan de
het overige bedrijfsleven. Schijnbaar,
want er gaat ook geen cent steun de deur
uit voor het in stand houden van bedrij
ven zonder perspectief. „Het lijkt maar
zo, dat de landbouw anders behandeld
wordt. Dat komt omdat wij het altijd
over een collectief hebben. Dat is het
grote verschil."
Ineens een beetje fel en met nauwelijks
onderdrukt 'leedvermaak': „Ik zou
nks
het
Minister Braks op bezoek bij 'verzopen' boeren in Zeeuwsch Vlaanderen: „Wij zijn veel
boeren bezig dan in enige andere sector.
indringender met de dagelijkse beslissingen van
- FOTO DE STEM/OOR J. DE BOER
als zeer teleurstellend ervaren wanneer
ik, zoals collega's uit het kabinet on
danks de omvang van hun portefeuille
- nee ik noem geen namen - mijn beleid
tegenover de achterban zou moeten ver
dedigen met veertig of vijftig mensen in
een zaal. Ik doe het tegenwoordig niet
onder de 500, oplopend tot 1000 men
sen."
Omdat er zoveel kritiek is op uw be
leid. Dat trekt.
„Nee hoor, dat niet alleen. Omdat elke
boer als ondernemer onmiddellijk zijn
beslissingen moet afstemmen op het be
leid. Voor iemand met een arbeidscon
tract geldt dat niet. Maar de boer moet
weten wat we doen met die mest. Daar
moet-ie z'n investeringsplan op afstellen.
De boer bepaalt grotendeels z'n eigen
toekomst. Wij zijn veel indringender met
de dagelijkse beslissingen van boeren be
zig dan in enige andere sector."
Telkens wanneer de boerenzoon-mi
nister uitlegt hoe het Europa van de
landbouw in elkaar zit, komt hij over
'zijn' Brabant te spreken.
Hij zingt een welluidend loflied op de
geforceerde industrialisatie van Brabant
na de oorlog. „De grootste verdienste
van na-oorlogse regeringen. Het heeft
zo'n geweldige maatschappeüjke invloed
gehad. Zo moet het in Europa ook. Ge
richt beleid om achterstandsgebieden op
te krikken. Maar dat moet niet ten koste
gaan van het bestaande landbouwbeleid.
De Grieken, de Zuidduitsers, de Italia
nen, ze proberen via bestaande beleid
geld van net relatief rijke naar het relatief
armere zuiden te halen. Dat frustreert
het hele beleid. Daardoor komen we tot
te hoge prijsafspraken, daardoor komen
we niet tot de noodzakelijke sanering. Zo
verdwijnt de koe met het kalf."
Gerrit Braks een 'vakminister' noe
men, dat vindt-ie vervelend. Bij de derde
keer reageert-ie geprikkeld, alsof het iets
minderwaardig zou zijn. Eerst heeft hij al
gezegd: „Ze zouden allemaal vakminister
moeten zijn." In een pauze van het inter
view zegt-ie ineens dat hij in de discus
sies in het kabinet over euthanasie het
voortouw had genomen.
Waarom, zo vraag ik hem later, wilde
hij dat kwijt
„Ik ben niet de enige vakminister. Je
moet je energie goed verdelen. Niet als
maar achter de eerstverantwoordelijke
aanlopen om invloed uit te oefenen. Een
paar jaar geleden heb ik er Ruding van af
kunnen houden dat hij voor de volle
honderd procent meeging met de reva
luatie van de Duitse mark. Ik denk datje
zo meer invloed uitoefent dan wanneer je
probeert op elk detail van de politieke
besluitvorming een opvallende rol te spe
len. Dat is energieverspilling, dat is je
taak niet. En om eerlijk te zijn: al dat po-
ische
jei
merken van de Peelbewoners kunt toe
schrijven; weinig door traditie be
paald" - gezegd: „Ik heb het gevoel min
der aan de rechterkant te staan dan velen
nu eenmaal van een minister van Land
bouw verwachten." Dat heeft in zijn visie
te maken met „mijn wat zwakke maat
schappelijke afkomst. Ik voel me erg soli
dair met die kleine boer en de grote ge
zinnen van toen maar evengoed met de
mensen uit die voormalige katholieke ar-
beidersbewegings-families - kortom met
mensen die bijna van nature in zwakke
posities terecht kwamen."
De vraag ligt dus wel een beetje voor
de hand. Heeft hij nooit moeite gehad
met het kabinetsbeleid, juist op het punt
■van de bescherming van de zwakken
„Nee toch niet. Omdat ik van mening
ben dat wij bezig zijn een fundament te
leggen in de samenleving wardoor de
zwakken echt beschermd worden. Toen
de Veldkamps bezig waren met het stel
sel van sociale zekerheid was het uitga
venniveau zo'n tien miljard. We zitten nu
ruim boven de 106 miljard. In die tijd
waren er elf werkenden op één uitke
ringsgerechtigde. Nu is de verhouding
één op twee. Iedereen voelt met de klom
pen aan dat zo'n stelsel niet crisisbesten-
dig is. Wij voeren nu een stelsel in dat,
als er echt een crisis is, de zwakken meer
zekerheid geeft."
Dus geen probleem gehad met het feit,
dat door het kabinetsbeleid de mensen
die het toch al beter hadden nog iets ster
ker zijn komen te staan en de zwakkeren
er nog op achteruit zijn gegaan
„Ik denk dat dat niet goed anders kan.
Daar ben ik wel van overtuigd. Omdat je
ene kant de motor van de maatschappij
in gang moet houden en aan de andere
kant de mensen nogal egoïstisch zijn. Als
we in een ideale maatschappij leefden
waarin iedereen bereid was zijn talenten
tegen dezelfde prijs in te brengen, ja dan.
Je hebt soms talent nodig om de maat
schappij op gang te houden, er leiding
aan te geven. En sommigen laten zich
daarvoor nogal fors betalen. We zijn als
samenleving in voortdurende concurren
tie tussen degenen die dat het best kun
nen doen. En daarom moet je het ene
doen - belonen voor prestatie- en het
andere niet laten - de zwakke echt op de
basis beschermen. Ik vind dat wij daar
mee evenwichtig bezig zijn."
En als het nu beter gaat met Neder
land, wie moet daarvan dan het eerst
profiteren
„De zwaksten. Punt is alleen het met
elkaar eens te worden over de vraag wie
dat zijn."
Dat moet u uit eigen ervaring wetén.
„Ja, maar tegelijkertijd beschouw ik
mezelf ook als een beetje sterk. Juist om
dat ik ooit zwak ben geweest. Je moet
oppassen om zwakte onmiddellijk te in-
dentificeren met hulpbehoevend. Dat be
vestigt mensen in hun rol en positie. Ik
denk dat dat niet goed is voor de echte
verantwoordelijkheid, die je als individu
moet nemen. Nogmaals: respect voor
miunimumgrenzen, maar niet per defini
tie alles wat een beetje in de moeilijkhe
den komt als zwak beschouwen. Je moet
voortdurend een situatie creëren waarin
je vanuit je eigen positie de toekomst als
een uitdaging wilt zien. Er moet dus ook
een worst voor hangen."
03
'Concui
vloek,
I hartje Londen. Bush Hol
binnen een mengsel van Que
het hart van de BBC, een eer|
rden de programma's
geboren die de hele we
reld bewondert, die een
standaard zijn geworden
voor televisie-makers.
In zijn werkkamer zet Ri
chard McCarthy, hoofd voor-
lichter buitenlandse pers,
zorgzaam een mok thee met
veel melk neer voor zijn Ne
derlandse gast die komt infor
meren hoe de BBC het rooit
met al die commerciële con-
currenten. In Holland worden
zorgelijke geluiden daarover
vernomen. De BBC zou 4000
medewerkers de zak hebben
gegeven en de kwaliteit van
i haar programma's zou achter
uit hollen.
Niet waar, zegt McCarthy.
I Helemaal niet waar. Er zijn
mensen ontslagen, maar bij
lange na geen 4000, en dit was
het gevolg van inflatie en de
I beroerde economie. En wat de
kwaliteit betreft: „We zijn
ruw wakker geschud. We za-
ten in een comfortabele groef
j toen dertig jaar geleden com-
j nerciële tv in Engeland een
I feit gaan. Toen zijn we hard
j met onze neus op de werke-
[lijkheid gedrukt. Opeens
i moesten we ons weer bewij-
zen, moesten we vechten om
de aandacht van het publiek.
En we hebben het gered door
kwaliteit. De competitie is een
zegen gebleken, geen vloek.
Wat ITV overigens brengt is
I prima, en hun behandeling
i van het nieuws is zelfs excel-
[lent te noemen. Ze brengen
I echter geen serieuze consu-
I mentenrubriek."
Het Engelse omroepstelsel is
volstrekt anders dan het onze.
Ruim zestig jaar geleden werd
I de BBC de enige zendgemach
tigde. Niks geen verzuiling
voor de Britten, geen eigen
I ether voor de roomsen, de
rooien, de christelijken enz. De
I BBC mocht het Woord wor-
den, maar op bepaalde voor-
1 waarden. Zo was het door de
I licentiegever (het Minister van
Binnenlandse Zaken) perti-
j nent verboden dat er enige re-
I dame werd gebracht, zelfs
l geen sluwe, verholen bood-
I schap. Bovendien moest de
BBC zich volstrekt neutraal
I opstellen.
Aan het hoofd werd een
Raad gesteld van 12 Gover
nors, gerecruteerd uit alle sec
toren van de maatschappij,
maar niet uit hoofde van een
organisatie óf partij. De BBC
i kreeg in de loop der tijd de be-
schikking over 60 adviesorga
nen en bijna 30.000 werkne
mers. De centen kwamen uit
i het publiek. Op dit ogenblik is
I de omroepbijdrage 58 pond.
Alles was pais en vree en
i zelfgenoegzaamheid, totdat op
22 september 1955 het systeem
werd opengebroken. De com
merciële televisie deed zijn en-
^ee Van meet af aan is de
Britse commerciële tv in een
ijzeren corset gehouden.
Compromis
Een heel vernuftig compro-
I mis kwam tot stand. Naast de
BBC verscheen een tweede
zendgemachtigde: de Indepen-
I dent Broadcasting Authority,
een publiek, neutraal door het
Parlement ingesteld orgaan
met 1500 medewerkers en ver-
I regaande volmachten. De IBA
I is een soort van strenge vader
die niet beducht is om corrige-
I rend met de lat op vingers te
timmeren. De IBA wijst aan
1 welke commerciële maat-
I ?c .PPij op het scherm mag
komen en gooit die maat-
schaj
af al:l
De lil
progi|
spoti
voorl
schijj
gran
stren
zet
doorl
mak!
Niet/
twe
behd
park
Dl
zichl
dep
vijftj
pijen
versT
twe
visid
moe|
tot
maal
mog
een
ocht
II
heefl
taal
stra
het
ken
bla|
deif
mal
oveT
tie-1
Mc
ovë
geil
als!
geif
me
Alll
telM
einl
kwfl
nie
con
zel|
HILVERSUM (ANP) - 'Bij
i (zaterdag 19.12 - 20.22
^erland 2) besteedt
aai» de dichtende po-
i werk *eHvoor,ezen "it eigen
I Drii,, de vraag waarom de
gaaatV gtiCketS ™et 0m'
if. In het Hollands l
Keertje nemen de Br!
I Ï^de-Hkmerleden j, (NJ
[enia,nV.eld-Wouters (CDA) bef
elkaar^„e*r<PVdA) het tegen SP
I een „I Hoos Postema heeft of]
I luni» met ,asPerina de de
I Kekkin eenJstuk zingt uit 'De
spreekt «et een he