Rijsbergse prof hunkert naar sportieve bevrediging aan nieuw seizoen' $6 SCHEVENINGEN - Talloze keren werd Johan van de Velde tijdens de presentatie van het Panasonic- team in het fraaie Kurhaus in Scheveningen gevraagd hoe het was om op het oude nest terug te zijn. Evenzovele malen was het antwoord, dat hij het gevoel had dat hij nooit weg was geweest. ROOSEND Ai Nederlandse de verlokkinf gesponsorde reld. Johan Lamme corps van Petei de ploeg die voril de Velde en Wiel gelederen had. PUTTE - Het lij kt er op dat Hennie Kuiper over de 'eeuwige' jeugd beschikt. Zesender tig lentes telt hij inmiddels sinds 3 februari van dit jaar. Maar, terwijl bij vele profs van die leeftijd de zwaarte van het metier over duidelijk van het gezicht valt af te lezen, blijft Hennie Kuiper Hennie Kuiper. HOOGERHEIDE - Adrie van der Poel is opnieuw één van de peilers van de Kwantum-ploeg voor de klassiekers. „Onze belangrijkste man voor de grote voorjaarswedstrijden", gaf Jan Raas als zijn visie tijdens de presentatie van zijn ploeg in Amsterdam, hoewel hij ook in Jac Hanegraaf en Ludo Peeters 'win naars' heeft. ZATERDAG 1 MAART 1986 ZATERDAG 1 MAAF F f Door Jacques Eestermans "Echt, dat meen ik uit de grond van mijn hart", bena drukte de Rijsbergse prof nog eens met klem op een rustig moment tijdens de drukbezochte voorstelling. "Nu ik hier ben, is het alsof ik er altijd gewoon bij heb gehoord. Maar ik kan me die vraag wel indenken. Het is immers niet de gewoonte van Peter Post om weer een "We waren het snel met elkaar eens. Ook op het fi nanciële vlak. Post bood me een goed salaris, ik hoefde niet het onderste uit de kan. Bedragen zijn niet belang rijk, maar laat ik het zo zeg gen: bij Vini Ricordi ver diende ik heel behoorlijk, Panasonic zal de komende twee jaar dezelfde geldsom op mijn bankrekening over- o Johan van de Velde: ..ik hoef niet op een houtje te bijten...' zinsel, gewoon flauwekul. Weet je, ik sluit absoluut niet uit dat ik er ooit terug naar toe ga. Maar als wordt bedoeld dat ik er niet genoeg sportieve bevrediging heb weer lopen, zoals Johan van de Velde het graag ziet. Met echte kansen op belangrijke zeges. In klassiekers en in de twee grote rondes, die op zijn programma prijken: de nooit tegen ze gereden, ik heb ook geen schrik voor ze, maar als je alles bij elkaar optelt, beschouw ik me niet een-twee-drie als kandidaat voor een Tour-zege. In Ne derland rijdt er in mijn ogen momenteel maar een renner rond, die het in zijn mars heeft om in Parijs nog eens als winnaar gehuldigd te kunnen worden, en dat is Gerard Veldscholten". Johan van de Velde ont kent, dat hij met zijn betoog onder een zware, psychische druk tracht uit te komen. "Ben je gek, ik weet intussen toch wat ik waard ben. En dat is nog heel wat, geloof dat maar. Er zijn genoeg renners, die al aardig ver sleten zijn op 29-jarige leef tijd, maar daar behoor ik niet bij. Mijn lijf heeft in Italië helemaal, maar dan ook helemaal niets geleden. Misschien heb ik daardoor wel zoveel reserves opge bouwd, dat ik mijn kansen Johan van de Velde: „Er zijn genoeg renners, die al aardig versleten zijn op 29-jarige leeftijd, maar daar behoor ik niet bij". renner onder contract te ne men, die het eerder nodig vond om bij hem te vertrek ken. Onze verstandhouding is echter altijd goed geweest en gebleven en ik denk dat hij ook om die reden een uit zondering voor me heeft ge maakt". "Natuurlijk besef ik dat bij een miljoenenbedrijf, dat een grote wielerformatie is, persoonlijke genegenheid een ondergeschikte rol speelt. Post zat in aanleg dringend verlegen om een goede ronde-renner en kwam toen bij mij terecht. Het was nu eenmaal geen geheim, dat ik de Tour ver schrikkelijk miste tijdens mijn Italiaans dienstver band. Zo simpel ligt de zaak". maken. Dus ik hoef niet op een houtje te bijten". Hoewel Johan van de Velde Italië met genoegen de rug heeft toegekeerd, praat hij graag en vol overgave over zijn ervaringen daar. Een prachtige tijd heeft hij er beleefd, als je het hele verhaal op een rijtje zet. Goéd materiaal, een uitste kende verzorging, leuke wedstrijden, toffe ploegma ten ("Ze keken zelfs tegen me op. Weet je wat ze vaak zeiden: Johan, jij kunt het weten, want jij komt uit een wereldploeg"), noem maar op. "Er wordt wel eens gezegd dat ik spijt zou hebben ge had van mijn besluit om naar Italië te gaan", weet de Westbrabander. "Een ver- kunnen vinden, dan kan ik daar een heel eind in mee gaan. Vooropgesteld, dat ik nooit eerder zo constant heb gepresteerd als de laatste twee seizoenen. De keren dat ik in grote koersen bij de eerste tien ben geëindigd, zijn niet te tellen. Alleen al in Giro-etappes achttien maal. Mijn paarse trui, toch ook niet niks. Het is echter een feit, dat ik op wat meer mooie overwinningen had gehoopt. Het probleem was dat de ploeg niet sterk was. Er kon geen blok worden ge vormd in een finale, dus het kwam er op neer dat ik alles zelf moest opknappen. Maar tegen een overmacht kan ik het ook niet bolwerken". Dit seizoen zal het, nor maal gesproken, allemaal Giro en uiteraard de Tour. Velen menen in de Rijsber- genaar zelfs de man te her kennen, die in de voetsporen kan treden van Jan Jansen en Joop Zoetemelk. "Ik weet het, maar ik ben daarvan zelf niet overtuigd. Goed, ik heb bewezen kort in het klassement te kunnen eindi gen, maar de Tour winnen is nog wel even iets anders". "In de individuele ritten tegen de klok verlies ik meestal kostbare tijd. Die zou ik in de cols moeten te rugwinnen, maar dat zie ik niet zo snel gebeuren. Men moet niet vergeten dat de berg-etappes een heel nieuwe dimensie hebben ge kregen met de komst van de huidige generatie Spanjaar den en Columbianen. Ik heb nu onderschat. Dat zou mooi zijn. Maar voorlopig houd ik mijn uitgangspunt liever reëel. Wat dat betreft kan ik heel nuchter denken". Aan die karaktereigen schap van Johan van de Velde heeft Johan Lam- merts overigens indirect zijn verbintenis met Vini Ricordi te danken. De Rijsbergse prof werd een tweede huis, een tweede auto en een werkster in het vooruitzicht gesteld door de Italiaanse wijnfirma, als hij zou be sluiten te blijven. Het kostte hem geen moeite de verlei ding te weerstaan. Als dank voor het genereuze aanbod beloofde hij wel te zullen uitkijken naar een Neder landse vervanger. Jacques Hanegraaf: sen achter, maar als ik i Door Die overstap verliep helemaal rimpelloos, ■nerts keerde de équipe I Post toch min of meer| een spijtoptant de rug tq botste daarna op een problemen rond de activ ten van de firma Skil ii] wielerwereld. Over deze en anderej ken sprak Johan Lamn onlangs in het Roosendd Hotel Goderie. Net terugl een uitgebreide keu| door de Bavelse spor Hein van Opstal („Hij| dat ik een dijk van een i ditie heb") toont de brabander zich strijdli| ger dan ooit. Lamn staat uiterst scherp in startblokken voor een zoen, waarin Italië sportieve uitvalsbasis zijn. „Toen die hele Skil faire niet bleek te loper? als we hoopten, ben ik alternatieven gaan zo Er klopten verschillJ mensen bij me aan. ol anderen Piet B, dus wat? er nog misgaan?" „De verhalen over I gèid dat er in de wielref rij te verdienen zouden vind ik overdreven. Ik| bij Skil twee ton hebben nen krijgen. Nou, dat dus niet. Toegegeven, inl lië verdien je niet slecht! danks het feit dat er? stuk of dertien ploegen J Daar kan erg veel. Vo en wielrennen, dat daar gelijk aan een soorj ligie". „Ik heb natuurlijk wèj veer gelaten door erme koord te gaan, dat ik Tour rijd. Maar er staat| tegenover. Ik kan in zovéél opsteken. En v] praat je over als je het j over criteriums in Nq land. Ik denk in de plaats dat het met dd Kuiper blijft enthousiast Door Rob van Deursen Goed, in de ooghoeken wat rimpels, maar voor de rest onbeschadigd. „Je bent zo oud als je je voelt", zegt de prof uit Putte met overtui ging. „Alleen weet je in het vak van profwielrenner ze ker dat je in ieder geval niet tot je 65ste kunt doorgaan". Kuiper wil echter veel, erg veel voor dat hij de race fiets definitief in de schuur achter zijn bungalow op bergt. Vandaar dat hij een tweejarig contract afsloot met de profformatie van Skala. „Ik fiets nog erg graag. En omdat ik als cou reur eigenlijk niet in een vakje val te plaatsen, wint het enthousiasme het wel eens van de realiteit. Ik ben eigenlijk een manusje-van- alles. Dat blijkt wel uit het feit dat ik koersen als de Ronde van Vlaanderen, Pa- rijs-Roubaix, Milaan-San Remo en de Ronde van Lombardije heb gewonnen. Koersen met een totaal ver schillend karakter. Je hebt in ons vak renners, die bij voorbeeld geschikt zijn voor de Vlaamse klassiekers en mannen, die in de Waalse koersen goed kunnen pres teren. Voor mij geldt dat ik me in beide type wedstrij den thuis voel. En dat houdt direct in dat ik soms te veel wil. Dat ik mezelf de das om doe. Dat bleek vorig seizoen in de Tour. Ik had zo veel energie in Bordeaux-Parijs gestoken, dat mijn lichaam de Ronde van Frankrijk niet meer aan kon. De kaars was op". Hennie Kuiper begint vrijblijvend aan zijn veer tiende seizoen tussen de wielen van de profs. „Ik neem het zoals het komt. Dat is het beste wat je op mijn leeftijd kunt doen. Gaat het goed, dan denk ik er over om zelfs dit jaar naast de Ronde van Italië weer in de Tour de France te vertrekken. Dat blijft de mooiste wedstrijd van het jaar. Maar ik heb de vrijheid om ook anders te beslissen. Voel ik dat het minder wordt, dan mag ik zonder problemen schrap pen in mijn programma. Het zou zelfs zo ver kunnen ko men dat ik, als het allemaal verschrikkelij k tegenvalt, overstap naar de leiding van de Skala-equipe. Maar eer lijk gezegd, hoop ik nog niet dat het daar op uitdraait. Nogmaals, ik wil nog zo veel in de wielersport. Mijn wie- lerhart zoekt nog steeds naar bevrediging". Aanvankelijk had Kuiper besloten de Grande Bouclé dit seizoen te laten voor wat zij was. Zeker nadat hij het etappe-schema grondig be studeerde. „Er zitten te veel cols in", zo luidde de eerste conclusie. „Intern overleg heeft me van gedachten doen veranderen", stuurt Kuiper bij. Al lijkt die actie meer bedoeld om met de naam Kuiper te kunnen schermen als het er op aan komt toegang tot de kara vaan van de Tour de France te verkrijgen. Immers, niet minder dan vier Neder landse profploegen willen dit seizoen onder het wa kend oog van Felix Lévitan over de Franse wegen bol len. En als Lévitan tot een keus wordt gedwongen, telt de naam van Hennie Kuiper in de dan voorlopige Tour- ploeg van Skala natuurlijk mee. Gemakkelijk zal het daarna zijn om Kuiper op het laatste moment thuis te laten. Er staan binnen de ploeg van Roger Swerts ge- Hennie Kuiper: „Omdat ik als coureur eigenlijk niet in een vakje val te plaatsen, wint het enthousiasme het wel eens van de realiteit". noeg liefhebbers klaar om de open gevallen plaats in te nemen. De sportieve sane ring, die de formatie binnen een seizoen van in totaal 22 coureurs terug moet bren gen naar 14 of 15 man, staat daar borg voor. Hennie Kuiper geeft toe dat er bezwaren kleven aan zo'n groot gezelschap. Hij: „Het mooist blijft natuurlijk een basiselftal met wat wis selspelers. Maar nu het een maal zo met die renners van Skil is gelopen, betekent dat geen ramp. Iedereen heeft op een papier kunnen invul len welke koersen hij dit sei zoen graag wil doen. En ge lukkig voor ons zit de kalen der tegenwoordig zo vol, dat er genoeg werk zal zijn. Al leen; het moet natuurlijk wel aarden. We moeten er een echte eenheid van sme den. Zij, die louter voor zich zelf koersen, vallen automa tisch af. Neem nu zo'n jon gen als Van Poppel. Erg snel in de finale. Dan moeten de routiniers er voor zorgen dat hij het in een koers kan af maken. Dat hij in de laatste kilometers die steun krijgt, die hij nodig heeft. En op het moment dat Van Poppel wint, wint de hele ploeg. Zo werkt dat". Al voegt hij daar aan toe: „De wielrennerij blijft een individuele sport. In prin cipe rijd je voor je zelf om een prestatie neer te zetten. En dat er dan op sommige truien dezelfde reclame staat, ja, daar kun je in de huidige constructie van deze beroepssport niet meer om heen. Die sponsors zijn niet meer weg te denken". De taak van Hennie Kui per binnen het raam van de Skala.-ploeg ligt vooral in het overbrengen van routi ne, ervaring. „Op het mo ment dat de renners van Skil er nog niet bijzaten, waren we al overeengeko men dat ik die jonge jongens als Verhoeven en Van Pop pel verder de weg zou wij zen. Ik moet zeggen dat de vorige ploegleider Ben van Erp goed werk heeft gele verd. De basis zit stevig in elkaar. Alleen een beetje meer zelfvertrouwen kan bij die knapen geen kwaad. En ik geloof dat ik ze daaraan kan helpen. Ik weet precies hoe alle koersen lopen. Waar de knelpunten zitten. Wat de problemen kunnen zijn". Hennie Kuiper heeft er zin in. Soms geeft zijn li chaam signalen dat de sleet heel geniepig, heel langzaam voort kruipt. Maar wie over de 'eeuwige' jeugd beschikt, maakt zich daarover geen zorgen. Dus Hennie Kuiper ook niet. i Ik heb veil geleerd van mijn fouten' Door Hein Groothuis Adrie van der Poel is ver eerd met het vertrouwen van zijn ploegleider, maar gaat er beslist niet van naast zijn schoenen lopen. „Als het normaal gaat, draaien Jac, Ludo en ik van voren mee. Jac zorgt altijd voor een uit schieter, maar is minder constant dan ik. Ludo is werkelijk een geweldige renner. Als iemand anders minder rijdt, is hij nog mee. Je kunt altijd op hem reke nen. Hij is niet bang voor het vuile werk en jiij is op zijn best als je tegen hem zegt: trek je plan maar en kijk een beetje naar Hanegraaf en Van der Poel. Een echt kopmanschap ambieert hij niet. Ik zou denk ik ook niet alleen een ploeg willen dra gen. Als ik nu een foutje maak, wordt dat gecorri geerd door Hanegraaf en Peeters". Fouten. Van der Poel kan er over meespreken. Het vo rig jaar bijvoorbeeld tijdens de voorjaarsklassiekers was het geen uitzondering dat hij ze maakte. De Hoogerheide- naar wil dat ook allerminst verbloemen. Van der Poel: „Ik reed op de Tirreno- Adroatico na het hele voor jaar goed, maar het kwam er niet uit door stommitei ten. In de Ronde van Vlaan deren gingen Verhoeven en Planckaert er na de Kop penberg vandoor. Ik ging er achteraan, maar kon het gat niet dichtrijden. Ik bleef al leen in de achtervolging, terwijl ik had moeten wach ten op een groepje. Het brak me verschrikkelijk op. In de Amstel Gold Race ging het weer mis. Ik reed als een speer, maar ging veel te vroeg in de aanval. Ik was een beetje te onbezonnen. Ik heb er gesprekken met Jan Raas over gevoerd. Daarna is het aardig uitgevallen". „Dat het er in het voorj aar niet uitkwam, had niks te maken met de eerste klas sieke zege. Daar heb ik nooit zorgen voor gehad. Ik had vertrouwen in eigen kun nen. Kijk, als je semi-klas- siekers aan de lopende band kunt winnen, moet je ook een klassieke zege kunnen behalen. Tenslotte zijn er praktisch dezelfde deelne mersvelden". Met Van der Poel kwam vorig voorjaar de totale ploeg niet uit de verf. Vol gens de Westbrabander had dat ook te maken met de el lende, die Raas, toen nog coureur, doormaakte. „Zijn tobben was van grote in vloed, want iedereen trok zich nu eenmaal aan hem op. Ik heb Jan in het voorjaar dingen zien doen, die hij in goeie doen nooit deed. Hij demarreerde bijvoorbeeld direct na de ravitaillering in de Ronde van Vlaanderen. Op zijn oude niveau was dat ondenkbaar geweest. Jan dacht door zijn inspannin- Adrie van der Poel: „Parijs-Roubaix spreekt me heel erg aan en de Amstel Gold Race is voor mij ook erg in tel". gen weer de oude te worden, was veel met zichzelf bezig. Hij zocht naar oorzaken, ging zaken uitproberen. Dan doe je vaak verkeerde din gen. Als hij zich toen al met ons bezig had gehouden, zou het denk ik een stuk beter zijn geweest". De ommekeer voor de ploeg kwam, toen Raas plaats nam achter het stuur van de ploegleiderswagen. De successen volgden elkaar in snel tempo op en Van der Poel veroverde in het najaar dan eindelijk zijn eerste klassieke zege, in Parijs- Brussel. Van der Poel: „Zo als we vorig jaar het laatste half jaar reden, sleepten we misschien minder korte prijzen in de wacht, maar hadden we meer kans om te winnen. Het is belangrijk als je een aantal pionnen van voren hebt. In Parijs-Brus sel zaten Ducrot, Hanegraaf en ik mee. Op die manier koerst het hartstikke mak kelijk. In het voorjaar ont brak het daar aan. Steeds zat er maar eentje of geen een bij". Van der Poel reed in 1985 bijzonder veel en dat was ook de reden, dat hij de win ter benutte om de accu flink op te laden. „Ik heb vorig jaar 140 koersdagen gehad. Het was voor het eerst dat ik zoveel heb gereden. Nor maal kwam ik altijd aan zo'n 120 koersdagen. Gezien die hoeveelheid besloot ik in overleg met Jan Raas om het aantal crossen te beper ken. Ik heb er om precies te zijn elf gereden. De winter er voor kwam ik aan de 22. Ook nog de hele winter cros sen, had ik misschien wel kunnen opbrengen. Maar ik denk toch dat het beter is geweest om het niet te doen. Een stelregel is nu eenmaal dat wie veel rijdt ook veel moet rusten. Voor je geeste lijke gesteldheid is het zeker ook goed dat de boog eens ontspannen wordt. Volgende winter wil ik mij overigens wel weer meer met crossen bezighouden. Dan wil ik me weer voorbereiden op het nationaal- en wereldkam pioenschap". Wat de voorjaarsklassie kers betreft, heeft de Hoo- gerheidenaar Parijs-Rou baix en de Amstel Gold Race hoog genoteerd. „In principe maakt het me niet uit welke wedstrijd het is, maar die twee zou ik erg graag win nen. Parijs-Roubaix spreekt heel erg aan en de Amstel Gold Race is voor mij ook erg in tel, omdat het de be langrijkste Nederlandse koers is en ik een Neder landse renner ben. Voor mijn sponsor is die koers veel waard uit publicitair oogpunt". Het zou overigens wél eens kunnen zijn, dat Van der Poel voorlopig voor hei laatst aan de hele reeks voorj aarsklassiekers deel neemt, want hij staat niet afkerig tegenover een dienstverband bij één van de Italiaanse ploegen, die meestal niet staan te drin gen voor deelname aan de grote voorjaarswedstrijden buiten Italië. Van der Poel werd afgelopen jaar al be naderd door enkele ploegen. „Carrera wilde mij graag hebben en ook van de ploeg van Moser heb ik een aan bieding gehad. Toen was ik echter al een nieuwe verbin tenis aangegaan met Kwan tum, zodat het geen zin had verder te praten. Ik heb ei geen spijt van dat ik vroeg had getekend, want ik zit hartstikke goed. Ik maak deel uit van een ploeg waarin ik kan werken in een goede sfeer. Dat doet veel voor mijVoor hetzelfde geld zou ik dan ook beslist niet naar Italië gaan. Als er veel meer voor mij te verdienen is, is het echter een avon tuur, dat me beslist trekt. Ik weet zeker dat ik het ga meemaken. We zullen echter eerst maar eens afwachten wat dit jaar brengt". Johan van de lelde: 'Geen landidaat Tor-zege'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 10