Het paradijs van antropologe Victoria Baker
Anderhalfjaar onderzoek middenin de woeste jungle
Nazi-artsen staan terecht voor euthanasie op duizenden gehandicapten
zanders?
ZATERDAG 22 FEBRUAR11986
Schandaal
Schuilnaam
Zwijgen
'Onaangenaam'
Geïsoleerd
Zuivere mensen
Geen Tamils
AJ
ÈG. omst. waakhon
fekt goed tehuis, te bev
lsiastr.17 Oosterhout.
PARTE bouvierpup
en ontw., oude
hw. Tel. 076-417596.
<INEESJE, 7 weke
3, ingeënt en ontworm:
|l 01623-14812.
EST Dobermann pu
ers te koop. Tel. 0424!
48.
PONY schimmel,
fessuur en springen j
poydonk, 01613-1312.
bouvierpups van pa>
Im. afst., gecoup., ontx
alle inent. Gelega
lidsprijsje. Tel.
|77.
01611
BOUVIERPUPS, reu
[teef, kl.gestroomd, in
j ontw. Wilhelminastr.
jd Gastel.
koop: van 5 nog
felsh Terriers, 1 reu en
fef, geb. 6-1-86, Ingeën
twormd, met stambooi
ll 01176-1821
0e twee bejaarde artsen in het
jeklaagdenbankje doen moeite niet
jaar de publieke tribune te kijken.
Ze volharden in enigszins
eforceerde onderonsjes. De
jnblik van enkele zwaar
ichandicapten in hun rolstoelen die
jemonstratief op de eerste rij
ebben plaats genomen, is voor de
vnaecologen Ullrich (71) en Bunke
71) pijnlijk. Geen wonder, want als
is afgestudeerde artsen werkten zij
het Derde Rijk mee aan de
noord op meer dan 70.000
ichamelijk en geestelijk
ehandicapten. Voor de rechtbank
li Frankfurt wordt dezer dagen een
.an de meest duistere en minst
lekende gruweldaden van de nazi's
ierecons.trueerd: Hitiers
Euthanasie-programma'
Door Gerard Kessels
DE MOORD op de gehandicapten
in de jaren '40 en '41 ging vooraf
aan de massamoord op de joden.
Door de gasfles open te draaien ver
moordde Ullrich in de euthanasie-
inrichting Brandenburg bij Berlijn
1815 zieken. Bunke joeg 4.950 psy
chiatrische patiënten de dood in,
eerst in Brandenburg, later in Bern-
burg. Alsof er niets gebeurd was,
zetten zij na de oorlog particuliere
praktijken op en werden geachte en
geliefde vertegenwoordigers van de
medische stand.
Het feit dat zij anno 1985, na een vrij
spraak in 1967, opnieuw voor hun daden
terecht moeten staan heeft woede uitge
lokt onder hun patiënten. Menigeen
voelt zich geroepen rechter Johanna
Dierks te schrijven en haar mee te delen
welk onrecht de doktoren wordt aange
daan.
Politie-agent Jozef Simon fungeert in
Frankfurt als neven-aanklager. Zijn moe
der werd in het kader van het 'Euthana-
sie-programma' vergast. Simon: „Bij mij
komt er iets in opstand wanneer ik er aan
denk dat ik als politie-agent aan de men
sen veertig mark moet vragen voor een
klein delict, terwijl anderen die duizen
den de dood in hebben gejaagd vrij rond
kunnen blijven lopen."
De vrijspraak van 1967 werd nog in
datzelfde jaar door het Bundesgerichts-
hof nietig verklaard. Tot een nieuw pro
ces kwam het echter alsmaar niet. Veer
tien jaar lang slaagden Ullrich, Bunke en
ook hun collega Klaus Endruweit (72) er
in de gang naar de rechtbank te vermij
den. Bereidwillige collega's waren zo
vriendelijk medische verklaringen af te
geven, waarin er op gewezen werd dat de
artsen lichamelijk niet in staat waren een
langdurig proces te doorstaan.
De slechte gezondheidstoestand was
echter geen beletsel tot op de dag van
vandaag te blijven praktizeren en zelfs
nog te opereren. Pas toen de zaak aan
rechter Johanna Dierks werd toegewezen
kwam er weet wat schot in. Zij kreeg de
officier van justitie in galop en bleef
overeind onder het bombardement van
medische attesten. Dierks bepaalde dat
de verdachten best terecht kunnen staan,
mits het proces in niet al te hoog tempo
wordt afgewerkt. Vandaar dat er slechts
een keer per week zitting is. Elke zitting
duurt twee, maximaal drie uur.
De euthanasie-artsen hadden eigenüjk
met zijn drieën terecht moeten staan in
zaal 146 van het gigantische justitie-com-
Dr. Ullrich op weg naar de rechtszaal. Voor hij als 'dr. Schmitt' aan zijn lugubere Dr. Bunke: 4.950 zieken vermoord door het opendraaien van de gastles
werk in de euthanasie-inrichting Brandenburg begon, verliet hij in 1939 de katho- noxide.
lieke kerk. Na du oorlog, in 1946, meldde hij zich weer aan.
met koolmo-
- foto's dpa
plex in de Frankfurter Adenauerstrasse.
Maar Endruweit, schuldig aan de moord
op minstens 2.250 zieken in de inrichting
Sonnenstein in Sachsen, zit niet in de be
klaagdenbank. Hij heeft aan de voor
avond van het proces een nierkoliek ge
kregen en is opgenomen. Aan zo'n toeval
wil officier van justitie Ëckardt niet gelo
ven. Grimmig kondigt hij aan na te zul
len gaan „wat Endruweit de laatste
maanden gedaan en niet gedaan heeft
om zijn gezondheidstoestand te verbete
ren." De suggestie is duidelijk: de arts
heeft zijn pijnlijke nierstenen nog wat la
ten zitten om nogmaals de justitiële dans
te ontspringen, een taktiek die veertien
jaar lang succes had. Endruweits proces
wordt voorlopig afgekoppeld.
Het euthanasie-programma werd na
de oorlog gevolgd door een justitie-
schandaal. Van de veertien artsen die
meestal onder een schuilnaam aan de
machinerie des doods hadden meege
werkt, werd er slechts één veroordeeld.
In 1947, toen de nazi-gruwelen nog vers
in de herinnering lagen, kreeg de arts van
de beruchte euthanasie-inrichting Hada-
mar, Hans Gorgass, levenslang. Na elf
jaar was hij echter al weer op vrije voe
ten.
In 'Mein Kampf had Hitier al ge
schreven dat in de natuur alleen 'de bes
ten' overleven en dat 'de zwakken' ver
nietigd worden. In de jaren dertig werd
de bevolking op geraffineerde wijze rijp
gemaakt voor de vernietiging van de
'nutzlose Esser'. In Adolf Domers reken
boek voor het onderwijs uit 1935 stond
als opgave:
„De bouw van een gekkenhuis kost zes
miljoen Rijksmark. Hoeveel nieuwe
woonblokken a 15.000 mark had men
voor dit geld kunnen bouwen?"
Tot daden ging Hitier echter nog niet
over. Dat leek hem te riskant. Pas in tijd
van oorlog, als iedereen op de krijgsvoe
ring geconcentreerd was, was de gelegen
heid gunstig „het volk te bevrijden van
de last van de geesteszieken." Precies op
1 september 1939, de dag dat de Tweede
Wereldoorlog begon, ondertekende hij
het bevel 'ongeneeslijk zieken' de 'gena-
dedood' te geven. De streng geheime ac
tie werd buiten het officiële staatsappa
raat om georganiseerd door Hitiers'
De moord
nutzlose
Esser
eigen 'Kanzlei des Ftthrers'. Naar het
adres, Tiergarten 4 in Berlijn, werd de
massamoord afgewikkeld onder de code
naam 'Aktion T 4'
Gerenommeerde medici onder wie
Ullrichs leermeester professor Heyde uit
Würzburg, waren bereid de gehandicap
ten te selecteren voor de zes euthanasie-
inrichtingen. Dat waren Brandenburg bij
Berlijn (9.772 doden), Sonnenstein bij
Dresden (13.720), Hadamar bij Koblenz
(10.072), Grafeneck bij Ulm (9.839),
Bernburg bij Magdeburg (8.601) en Har-
theim bij Linz in Oostenrijk (18.269). In
de inrichtingen waren het vaak piepjonge
medici die de gehandicapten vermoord
den.
„Wij hoefden de patiënten niet meer te
onderzoeken", zei Ullrich bij zijn ver
hoor in 1967. „Men zei ons dat de pa
tiënten al bekeken waren in de inrichtin
gen waar ze vandaan kwamen. Wij moes
ten alleen even kijken wat we de nabe
staanden als doodsoorzaak op konden
geven."
De artsen identificeerden de patiën
ten, fotografeerden ze en lieten ze vervol
gens in de 'douche-ruimte', waarna ze de
kraan van een veertig liter koolmono-
xide-fles opendraaiden. Ullrich: „Het
gas mocht niet door een verpleger wor
den opengedraaid. Mijn chef dokter
Eberl vond dat verantwoordelijk werk,
dat door een arts gedaan moest worden.
Als Eberl er was deed hij het, als hij er
niet was, deed ik het."
In groepen van twintig tot veertig wer
den de zieken in de gaskamer gebracht.
Daar gingen ze op britsen zitten. Ullrich:
„Of ze iets beseften weet ik niet. Ik kan
me niet herinneren dat er ooit verzet
werd gepleegd of dat ze wisten dat hun
laatste uur had geslagen." Terwijl de art
sen door een kijkgat toekeken, stroomde
er gedurende twintig minuten tot een
half uur gas in de ruimte. Sommigen zie
ken sliepen rustig in en vielen van hun
britsen, anderen begonnen plotseling te
beseffen wat er gebeurde en sloegen met
hun laatste krachten met de vuisten te
gen de wanden.
De nabestaanden werden door de
euthanasie-artsen in kennis gesteld van
de dood van hun kind, man of vrouw. De
artsen die een gefantaseerde doodsoor
zaak opgaven ondertekenden met een
schuilnaam. Zo noemde Ullrich zich 'dr.
Schmitt.' Troostend werd er op gewezen
dat 'de dood uw kind van een zwaar en
ongeneeslijk lijden heeft bevrijd'. Om in
fectie-ziekten te voorkomen, zo heette
het, was het lijk meteen gecremeerd. De
as werd meegestuurd.
Van tevoren hadden zich vaak vrese
lijke taferelen afgespeeld. Als de zwart
geblindeerde doodsbussen van de eutha-
nasie-inrichtingen voor kwamen rijden
bij een psychiatrische inrichting of zie
kenhuis pleegden de uitgezochte patiën
ten vaak heftig verzet. Hoewel hen ver
teld werd dat ze naar een 'kuuroord' gin
gen, leken veel patiënten intuïtief te be
seffen wat er te gebeuren stond. Ze huil
den, schreeuwden en klampten zich vast
aan hun verpleegsters. Velen moesten
plat worden gespoten.
Ondanks de Duitse 'Gründlichkeit'
waarmee het Euthanasie-programma was
opgezet, lukte het niet de actie geheel en
al geheim te houden. Er werden fouten
gemaakt. Ouders kregen urnen waar
niets in zat of er werden twee urnen afge
leverd. Bij een zieke werd als doodsoor
zaak blindedarmontsteking opgegeven,
hoewel de blindedarm al jaren eerder
verwijderd was. De onrust groeide. Ge
vreesd werd dat straks ook hulpbehoe
venden en arme bejaarden slachtoffer
van de actie zouden worden. Toen ook
de katholieke kerk protesteerde en de
bisschop van Munster Clemens August
Graf von Galen een aanklacht wegens
moord tegen 'onbekenden' indiende,
werd de actie in de zomer van 1941 stop
gezet. Na een korte onderbreking werd
echter gewoon verder gegaan. Alleen wa
ren de methoden nu nog geraffineerder
en meer geperfectioneerd.
In Oostenrijk bleek dat de bezorgd
heid in Duitsland over het feit, dat meer
bevolkingsgroepen ten offer zouden kun
nen vallen aan de euthanasie, niet onge
grond was. In de Alpenrepubliek reden
de euthanasie-artsen zelf rond om alco
holici, hulpbehoevende bejaarden en 'a-
sociale types' op te halen en vervolgens
te vermoorden. En ook in Duitsland was
al met de registratie van zwervers, bede
laars en hoeren begonnen, al staat niet
vast of uit deze kringen ook mensen ge
dood zijn.
Wat bewoog in 's hemelsnaam jonge
medici van rond de 25 als Ullrich en
Bunke, die hun artseneed net hadden af
gelegd, om in hun allereerste baan niet
mensenlevens te redden, zoals ze hadden
gezworen, maar juist te vernietigen?
Meer dan 45 jaar daarna wensen beiden
daar niet over te praten. Als rechter
Dierks aan Ullrich vraagt iets over zijn
levensloop te vertellen, antwoordt de gy
naecoloog: „Ik ben niet bereid iets te
zeggen, ook niet over mijn levensloop."
Verdachte Bunke kiest voor dezelfde tak
tiek: „Na rijp overleg heb ik ook beslo
ten om te zwijgen."
Dan Iaat de rechter protocollen voor
lezen van het vorige proces en die zijn
veelzeggend. Ullrich en Bunke, beiden
overtuigd lid van de nazi-partij, hadden
geen scrupules om te doden. Het enige
waar ze zich grote zorgen om maakten
was of het 'juridisch' wel mocht, of er een
wet was die het toestond, of dat er een
desbetreffend bevel van de Führer was.
„Ik werd juridisch overtuigd anders
had ik er me niet mee ingelaten", ver
klaarde Ullrich in 1967. „Mij werd ver
teld dat er een wet was, maar dat die niet
gepubliceerd kon worden omdat dat te
veel onrust zou wekken. Ik kreeg ook te
horen dat de protestantse kerk zijn toe
stemming al had gegeven en dat met de
katholieke kerk alleen nog gepraat werd
over de vraag of de patiënten voor hun
dood de laatste sacramenten moesten
krijgen. Dat vond ik iets zo typisch van
de katholieke kerk dat mijn laatste twij
fels werden weggenomen."
Toen de machinerie des doods in
Brandenburg in 1940 werd stopgezet en
overgeheveld naar Bernburg ging Ull
rich, in tegenstelling tot Bunke, niet mee.
„Dat deed ik niet", verklaarde hij in ver
bluffende openhartigheid, „op morele
gronden. Ik vond alleen de praktische
doorvoering persoonlijk onaangenaam."
In een schandalige uitspraak stuurden
de rechters in 1967 Ullrich, Bunke en
Endruweit als vrije mensen-naar huis. De
drie artsen hadden „het ongeoorloofde
van hun handelen niet ingezien". Ze had
den gemeend er goed aan te doen zieke
mensen, die niets liever wilden dan ster
ven, aan hun einde te helpen. Dat Hitier
de actie had opgezet als een laaghartig
vernietigingsprogramma, hadden de ver
dachten niet doorzien. Terloops merkten
de rechters nog op dat „de dood in de
gaskamer een van de humaanste metho
den om te doden is." Toen de vrijspraak
werd verkondigd klonk er applaus van de
publieke tribune. De drie artsen felici
teerden elkaar uitbundig.
Het Bundesgerichtshof vernietigde het
vonnis omdat het stijf stond van de te
genstrijdigheden. Als het hier inderdaad
over 'levende doden' ging die slechts wil
den sterven, waarom moesten er dan zo
veel maatregelen genomen worden om de
operatie voor de buitenwereld geheim te
houden? Ondertekenden de artsen niet
met valse namen en gaven zij geen gefin
geerde doodsoorzaak op?
Aan rechter Johanna Dierks de taak
anno 1986 toch nog enig recht te spre
ken. Het wordt tijd.
n omkijken naar.
ere handeling te
ïcro treft u de be
et 66 kW (90 pkl.
acceleratie van
iar. Maak nu vast
rit. Als 't 'n beetje
oeetje tegen.
e Leids Amerikaanse
antropologe Victoria Baker leefde
inderhalf jaar in de binnenlanden
an Sri Lanka. Ze deed daar
inderzoek en hoopt te promoveren
'P de studie, die uit dat onderzoek
1 voortvloeien. De antropologe
elandde in een gebied, waar het
•ven nog vrij ongerept was. Ze
ijkt met iets van heimwee terug op
aar verblijf daar.
Poor Rinze Brandsma
„Mijn v rouwlijke Singalese tolk
hield het er maar 12 dagen uit. Die
was vanaf het begin doodsbenauwd,
werd ziek, miste comfort en ont
spanning. Zelf voelde ik me in een
antropologisch paradijs. Ik was op
gelucht als ik uit de stad kwam en
mijn jeep neerzette onder de tama-
rindeboom tussen het schooltje en
mijn hut, terug in de eenvoudige ge
noegens van het dorpsleven."
De Leids/Amerikaanse cultureel an
tropologe (volkenkundige) drs.Victoria
Baker (40) trok zich anderhalf jaar lang
terug in de jungle van Sri Lanka, het
voormalige Ceylon. Een nederige lemen
nut, voor haar gebouwd door de dorpe-
hngen, was haar onderkomen. Eerste en
enige blanke vrouw in de primitieve bin
nenlanden van een Derde Wereldland,
en dat zonder angst: „De dorpelingen
naren zo gastvrij, ze zouden me zeker be
schermen. Ik voelde me er veiliger dan in
een stad."
Geen kwestie van durf dus, weert' de
antropologe af, wel een ideale situatie
orn veldwerk te doen in een nog onbe
dorven gebied, niet aangetast door onze
beschaving'.
Drs.Baker verrichtte haar onderzoek
voor de Nuffic (de Haagse stichting van
Nederlandse Universiteiten en Hoge
scholen voor Internationale Samenwer
king) en is van plan, te promoveren op
de nog uit te werken studie. Het rapport
voor de Nuffic is bijna klaar.
Zij is van nationaliteit Amerikaanse,
maar woont sinds 1967 in ons land, na
studies Frans in de VS en Frankrijk. In
Den Haag gaf ze 12 jaar les aan de Ame
rikaanse school. Aan de Leidse universi
teit studeerde zij culturele antropologie,
studeerde er in 1982 af op een scriptie
over Amerikanen in Nederland. „De Ne
derlanders waren toen vooral nieuwsgie
rig hoe Amerikanen over hen denken, ik
was meer geïnteresseerd of en hoe de
Amerikanen hier integreren. Heel weini
gen doen dat, bijna niemand ook geeft
zijn Amerikaanse nationaliteit op, hoe
lang ze ook ergens blijven. Je hebt er die
bi-cultureel leven, zoals ik, je hebt er ook
heel wat die zich inkapselen in hun eigen
cultuur."
Van april 1984 tot oktober 1985, 16
maanden, woonde ze in 'haar' dorp in
een achtergesteld gebied in het zuid-oos
ten van Sri Lanka, een van de minst ont
wikkelde districten: geen elektriciteit,
geïsoleerd door een gebrekkige infra
structuur. De nederzetting van bij elkaar
43 gezinnen en 278 mensen werd ruim 10
jaar geleden spontaan gevormd door mi
granten die elders weggetrokken waren
bij gebrek aan grond. Zij vormen er een
marginale pioniers-samenleving in het
lang geleden ontvolkte oude cultuurge
bied Moneragala, voorheen dicht be-
Drs. Victoria Baker: „Het dorp was niet alleen heel geschikt voor mijn onderzoek en re
presentatief, maar lag ook heel mooi en idyllisch. Ik werd er meteen verliefd op. Dat klinkt
weinig wetenschappelijk, maar het is wel zo plezierig.- foto fotopersbureau hendriksen-valk
woond. Talloze resten van tempels en
waterreservoirs wijzen daarop. Vroeger
heette het dorp 'Zwarte Doornige
Jungle', de huidige bewoners herdoopten
het in het poëtischer Suduwatura Ara,
'Helder Waterbeekje'.
Haar rapport zal 'Going to school in
Black Thicket Jungle' heten. Haar onder
zoek betreft het functioneren en de pro
blemen van het plattelandsonderwijs. De
dorpelingen hadden er op eigen houtje
De
houtje
een eenvoudig schooltje gebouwd en
draaiden dat zelf, totdat het overgeno
men werd door de overheid. Verder be
zocht zij meer dan 30 afgelegen dorps
scholen in de regio. Victoria Baker kreeg
voor het dorp wat ontwikkelingsgeld los
voor een bescheiden irrigatieproject.
„Het dorp was niet alleen heel ge
schikt voor mijn onderzoek en represen
tatief, maar lag ook heel mooi en idyl
lisch. Ik werd er meteen verliefd op. Dat
klinkt weinig wetenschappelijk, maar het
is wel zo plezierig."
Zelf gaf ze op het schooltje ook En
gelse les. In het dorp werd ze met gast
vrije warmte ontvangen, dorpelingen
bouwden een hut voor haar, met inacht
neming van duizend ongeschreven regels
en astrologisch bepaalde juiste momen
ten. „Voor hun begrippen een bungalow,
met een vloer van cement in plaats van
gedroogde koemest, met mijn boeken
kast, schrijftafel en tikmachine." Zij kon
de latrine/plee van de naburige school
gebruiken.
„Ik at hun voedsel, wende aan een
ontbijt van rijst met pepers en uien,
waste mijn kleren zoals zij in de vijver,
baadde daar 's nachts en had er dan to
tale privacy, want met het oog op de
boze geesten waagde zich geen dorpeling
dan buiten. Er zaten wilde olifanten,
slangen, wilde varkens, luipaarden. Of
dat een kwestie van durven was? Nee,
dat voelde ik niet zo. De mensen waren
zo gastvrij, ze zouden me bij gevaar zeker
beschermen. Zoals ze ook op mij konden
rekenen. Eenvoudige mensen, die je niet
bestelen of lastigvallen, zoals in de ste
den daar. Zoals dat heet: onbedorven,
nobele wilden."
Aha, de Margaret Mead vpn Sri Lanka
dus? „Nee, zo mag je dat niet gebruiken.
Ik bedoel daarmee dat het heel zuivere
mensen waren met respect voor oudere
mensen, levend in een sfeer van behulp
zaamheid en onbaatzuchtigheid."
In haar - Engelstalige - rapport be
schrijft Victoria Baker dat haar rol niet
alleen de observerende onderzoeker en
onderwijzer bleef. Sociaal werker, ont
wikkelingswerker, verpleegster, zieken-
vervoer per jeep, fotografe, bibiotheca-
resse, scheidsrechter, adviseur, admini
strateur: het ging er allemaal bijhoren.
Hoezeer ook levend in het ritme van
het dorp, haar aanwezigheid als blanke
westerse vrouw met jeep, boeken en
schrijfmachine had toch invloed. „Ik
probeerde niet mijn westerse normen en
waarden op te leggen, paste me zoveel
mogelijk aan. Hun natuurlijke middelen
tegen klein ziektes zijn heel effectief,
voedsel en vruchten die zij uit het oer
woud halen zijn goed, ik had er een heel
gezond en plezierig leven. Maar het lukte
me niet, hun cultuur te veranderen als ik
bijvoorbeeld probeerde ze citroenen voor
de vitamines en pinda's voor de eiwitten
te laten eten, latrines te maken. Daar za
gen ze de zin niet van in."
Last van troebelen met Tamils had ze
niet, ver van Tamilgebied. Na het ander
half jaar viel het afscheid zwaar, na een
grandioos feest van 2 dagen. „Voor hen
en mij een treurige, ontroerende dag. De
mensen huilden en hielden mijn been
vast."
Nu rest het noeste werk van weten
schappelijk rangschikken en schrijven op
een betonnen kamer in een hoog Leids
faculteitsgebouw, ver van haar antropo
logisch paradijs in de Zwarte Doornige
Jungle.