Een Uytgang uyt het Pauschdom V,' /ELZEN Lijk in kooi Anarchie De Wederdopers als hervormers UtERDAG 22 FEBRUAR11986 at is er aan de hand met het spraakmakende 'Gouden Bergen' gevende bolide-ver- Lex en Feike |e mysterieuze speur- dememen in de we lt geld? Is het een sa- lscheefhangende po- I Watergate-reporters Sward en Carl Bem- leven te brengen op au? me straks een Neder- ep Throat', een ge- steraar te zien die lums van de venster- nt als hij in het holst pht in een kille, duis- een tip kwijt wil en Imt met een oude be- lstructie van de heer lOf zijn de 'Gouden vergroeid met bittere, I ernst? Satire of ernst, levallen ben ik er niet de indruk. Lex en bven koeien met gou- ns, maar leveren niet I dan een opgewarmde dat de Hitchcock- computerbeelden en :rende dossiers al te 'achtingen wekken lumentale onthullin- de regeringsmacht leren. 'Gouden Ber- ft een ambitieus for- ft is geen documentai- iets dat Amerikanen, vermenging van fei- Is) en fictie (fiction) hebben genoemd. Het :uwe loot aan de stam -journalistiek, een ge- :rde documentaire, geen liefhebber van. len Bergen' ging over [n niet sinistere streven luidige regering om de lussen het minimum in- n het gemiddelde loon vergroten, maar het resistance was een ge- iport van het ministerie iciën, waarvan slechts [laren in de hele wereld >p zijn. Het rapport, migszins verouderd is, reert zich voornamelijk istructies die door ire mensen met een fle- dastingmoraal worden om op legale wijze de Ig te ontwijken, ïeeld: een medisch spe- laakt een jaarwinst van gulden en ziet kans zijn iar inkomen terug te tot 30.000 gulden. Een |Assen bespaart met be de bankiers van Lan- tee ton aan inkomsten ig. Ja, daar past toch kribbige toon bij, maar dat een door professor s, fiscoloog aan de Eras- liversiteit onderschreven lak dat „een miljonair er slagen van zijn laatst ide gulden niets af te I, terwijl iemand met een im inkomen toch zeker moet afdragen." Vijftig >an komt er bij die mini- Jjder wel een forse schep [innen. Ik heb het gevoel alle minima die op dat litten best kunt uitnodi- >r een pilsje, zonder dat Itraatarm van wordt. Het jammer natuurlijk dat :ine, selecte groep in ons coveel geld verdient, dat de luxe kunnen veroor- om via de diensten van iscaal constructeur door loge gaten in de wet heen idelen. Gouden Bergen' wordt de lruk opgestuwd door dra- ;he muzieken en op sa- /eerderige, wat pompeuze wordt gezegd: „Dit pro- ia doet verslag van een lalistieke speurtocht. Som- informatie is openbaar, te is geheim. Om bronnen ischermen die vertrouwe- linlichtingen verstrekten is [situatie gereconstrueerd-' )ie mededeling volgt thnl- liek, we arriveren op ihol en vernemen een ru- [htig geluid uit een hotelka- Ik meende te verstaan- is a fake, it's not perfect.' om een vervalsing. Zou- |Lex en Feike het geheime itingrapport met een valse lant hebben betaald? Een uitgesproken „Be rt, tot ziens" bij hun ver- I rijmt niet met een forse ru in de reconstructie 's its een half geopende deur [en. Wat gebeurde daarbin- Was de boze man een ïees? Hoorde ik iemand ;n „This is insane" (waan- lig), of kwam die kreet uit andere kamer? Dat heb je 'faction', je weet niet waar toe bent. ierhonderdvijftig jaar geleden. Twee dagen voor Maria Lichtmis. Op 31 januari 1536 stapt pastoor Menno Simonsz van het Friese Witmarsum uit de katholieke kerk. Enkele dagen geleden is zijn broer Peter terechtgesteld bij Bolsward. Menno Simonsz, toch al verscheurd door twijfel, is priester af en loopt over een smalle modderweg het dorp uit. Hij begeeft zich 'onder Christus drukkend kruis' en wordt een zwerver, een opgejaagde vluchteling. In de daaropvolgende jaren groeit hij uit tot leider van een revolutionaire en gevreesde hervormingsbeweging. Menno Simonsz en de Wederdopers als schrik van de gevestigde orde. Ze predikten geweldloosheid en afschaffing van de doodstraf en pleitten voor een scheiding van kerk en staat. Menno Simonsz en z'n 'Uytgang uyt het Pauschdom'. Een tentoonstelüng in Middelburg (tot en met 1 maart) en een terugblik. Door Paul de Schipper „HUICHELARIJ en onboetbaar- dig vleselijk leven, een verkeerde doop en valse godsdienst met des Heeren woord". Als hij deze woor den schrijft, twijfelt Menno Si monsz al lang aan de dogma's van de katholieke kerk. Hij signaleert een zekere liederlijkheid bij z'n col lega-pastoors en elke keer als hij de mis opdraagt bekruipt hem nieuwe twijfel: „Zijn het brood en de wijn wel het lichaan en het bloed van Christus?" Hij schrijft die gedach ten toe aan 'inblazingen van de dui vel'. Maar met het lezen van refor matorische geschriften noodt hij vervolgens de duivel verder binnen. Om de innerlijke strijd van Menno Simonsz te doorgronden eerst een tijdsbeeld. Het einde van de middeleeuwen bete kende een crisis in de katholieke kerk. Op 31 oktober 1517 nagelde Maarten Luther zijn vijfennegentig stellingen vast op de deur van de slotkapel van Witten- berg. De zestiende eeuw gaf een uitbarsting te zien van allerlei religieuze hervor mingsbewegingen, samenvattend om schreven als de Reformatie. In grote lij nen zijn er vijf verschillende reformaties te onderscheiden. Allereerst het Lutheranisme, een be weging die van het Heilige Duitse Roomse Rijk een religieuze lappendeken maakte. De godsdienstvrede van 1555 maakte een einde aan de onderünge oor logen van katholieke en Lutherse keur vorsten. Wiens gebied, wiens godsdienst, zo luidde het compromis. Dan zijn er de zogenaamde stadsrefor- maties van de prediker Zwingli in Zurich en Straatsburg. Hier kregen hervormers steun van de stadsbesturen. Een derde hervorming is die van de Engelse koning Hendrik VIII die in de jaren '30 van de zestiende eeuw de Angli caanse kerk grondvestte. Hendrik VIII kreeg ruzie met de paus omdat de opvol ger van Petrus z'n echtscheiding niet goed wilde keuren. Een vierde stroming is die van het Cal vinisme. De Fransman Johannes Calvijn wilde op aarde een godsrijk (theocratie) stichten. Hij kreeg veel volgelingen in Frankrijk, Schotland en de Nederlanden. In onze gewesten zijn het deze militante 'gereformeerden' die in 1568 de opstand tegen het katholieke Spanje beginnen. Menno Sie- monsz maakt zijn 'Uytgang uyt het Pausch dom' en predikt de leer van de anabaptisten. Tenslotte is er de hervorming van bin nenuit in de katholieke kerk, de zoge naamde Contra-Reformatie. Los van deze grote bewegingen ont stonden allerlei sektarische stromingen, meestal met meer radicale ideeën dan die van de vijf hoofdstromingen. De anabap tisten, ook wel wederdopers of menno nieten genoemd behoren tot deze 'wild groei' in de ketterij. Een ding hadden al die groepen en groepjes gemeen. Ze wer den te vuur en te zwaard bestreden. In de eerste helft van de zestiende eeuw vormen de anabaptisten de belang rijkste ketterse beweging. Historici laten de doperse beweging in Ziirich beginnen. Daar herdoopt ene Georg Blaurock in 1525 een aantal volwassenen. Het zijn gelovigen die er vanuit gaan dat een pas geboren kind geen geloof kan hebben. Als zodanig verwerpen ze het sacrament van de kinderdoop. Evenmin erkennen de dopers bemoeienis van een stadsbe stuur met hun gemeente. Dat in tegen stelling tot andere reformatorische ker ken. Hun ideeën zijn zo aanstootgevend en radicaal dat de overheid zich wel graag met hen bemoeit. En zo treedt het repressie-apparaat in werking. De dopdrs zijn een regelrechte bedreiging van de ge vestigde maatschappij. Twee jaren later rookt de eerste brandstapel. Noch galg noch vuur kunnen uitbreiding van de be weging voorkomen. „Waar zij eén doden zullen er weer honderd opstaan" heet het in die dagen Een man die het karakter van de do pers-beweging wijzigt is de Beierse bont werker Hoffman. Later theologen heb ben hem een warhoofd en een verblinde dweper genoemd. Hoffman predikt in de periode 1530-1532 in de Nederlanden. Hij doopt 'burger en boer, heer en knecht' en verkondigt de spoedige komst van een nieuw Jeruzalem in Straatsburg. Juist de doop zonder onderscheid en het ideaal van de hemel op aarde heben grote aantrekkingskracht. Het door eco nomische malaise gekwelde leger van paupers in de steden vindt er een houvast in. Geen wonder dat de magistraat ver ontrust raakt. In 1533 gooit het stadsbe stuur van Straatsburg Hoffman in een kerker. Straatsburg blijft gewoon een stad aan de Rijn. Hoffman droomt in het cachot van het nieuwe Sion en sterft tien jaar later vereenzaamd tussen vier mu ren. Een nieuwe episode in de ontwikke ling van de Wederdopers is de zendigs- drift van de Haarlemse bakker Jan Mat- thijszoon. Hij zendt in 1533 twaalf apostelen uit om de herdoop van volwas senen te beoefenen. Twee van hen arrive ren in januari 1534 in de Duitse stad Munster. Ze weten de stadsbestuurders voor de nieuwe leer te winnen en binnen enkele maanden is de stad geheel in han den van de Wederdopers. Andersden kenden worden de stad uitgejaagd als ze al niet de benen hadden genomen. De dopers slopen de katholieke kerken, ver branden boeken en prediken gemeen schap van goederen en praktiseren veel wijverij. Niet Straatsburg, maar Munster wordt het nieuwe Jeruzalem. De stad wordt een religieuze magneet. Een Bagh- wan-effect in de zestiende eeuw! Schrijft een Engelse waarnemer in het voorjaar van 1534 over de toestand in de Nederlanden: „Veel dorpen zijn thans verlaten van have en goed. Vanuit een stad aldaar, Monnikendam genaamd, vertrokken veertien schepen naar Mun ster, bevracht met pas herdoopte man nen, vrouwen en kinderen. Ook zijn twee schepen met dezelfde lading uitgevaren vanuit Amsterdam. De steden Amster dam, Haarlem, Leiden en Dordrecht he ben nu hun poorten gesloten omdat vele rijke burgers die tot dezelfde secte beho ren, de stad willen verlaten". In Munster loopt het liederlijk uit de hand. Ene Jan van Leiden laat zich tot koning kronen, maar de verjaagde bis schop van Munster slaat het beleg voor de stad. Jan van Leiden houdt stand tot 25 juni 1535. Hij komt met andere lei ders gruwelijk aan z'n eind. Hun lijken worden in kooien aan de kerktoren ge hangen. De val van het doperse godsrijk is een slag voor de beweging. De volgelingen zijn nu per definitie revolutionairen en oproerkraaiers. De vervolgingen worden geïntensiveerd. In de periode van 1523 tot 1566 zijn in de Nederlanden naar schatting 1300 mensen om hun geloof te rechtgesteld. Het merendeel behoorde tot de wederdopers. Een van hen is een zeker Wendelmoet Claesdochter. Staand voor haar rechters legt ze een verklaring af die typerend is voor de stroming. Wendelmoet Claesdochter sprekend over de mis: „lek houde u sacrament voor broot ende meel, waar ghy lieden dat voor ene Godt hout, soo segge ick dattet ene duyvel is". En over het sacrament der stervenden: „Wat hout ghy van den heiligen oly, den oly is goet om u schoe nen daer mede te smeyren". Ook Wen delmoet Claesdochter gaat in rook op. Als Menno Simonsz langs het modde rig pad Witmarsum verlaat, verkeert de doperse beweging in een crisis. De man die daar door het Friese land loopt is ge boren in 1496. In 1526 wijdt de bisschop van Utrecht hem tot priester. In dat zelfde jaar volgt zijn benoeming als hulp pastor in het Friese Pingjum. Al gauw wordt hij beïnvloed door reformatorische nieuwlichterij zoals zelfstandig bijbelon derzoek en twijfel aan het wonder van de heilige mis. Hij raadpleegt geschriften van Luther en andere theologen en vindt daarin steun voor z'n twijfels. Niettemin laat hij zich als pastoor in Witmarsum beroepen. „Uit lust des gewins", zoals hij zelf schrijft. Hij is niet de enige die geniet van het rijke roomse leven. Op het platteland heerst in die dagen anarchie, ook op reli gieus gebied. Niet de bisschop van Utrecht, maar rijke boeren benoemen pastoors. Voor dit zogenaamde collatie- recht heeft Menno Simonzs geen goed woord over: „De een heeft een zoon, de tweede een broeder, de derde een neef, de vierde heeft een partij bier of wijn ontvangen. Ze worden begroet met grote bierjolen". Menno Simonsz beschrijft ook het zondenregister van zijn collega-priesters: „Beestachtige vreet-en zuippartijen, so domie, goddeloosheid, overspel, hoererij en doodslag. De pastoors zijn hoogmoe dige gezellen, dronkendrinkers en vrou wenschenders die een jaar of twee la- tijnse letteren, rhetorica of rechten heb ben gestudeerd en van de Antichrist ge schoren en gezalfd zijn". Menno Simonsz wijst de apocalypti sche prediking van 'de Munstersen' af.- Hij trekt naar Groningen en wordt er be vestigd tot oudste, een functie die in de doperse gemeenschap uitgroeit tot een soort bisschopsfunctie. Kort na zijn breuk met de katholieke kerk trouwt hij met een zekere Geertruyd. De rest van zijn leven brengt hij door met het reizen en trekken langs de gemeenten in de Ne derlanden. Hij predikt hij in de Lim burgse Maasvallei maar verblijft ook vaak in Embden en Keulen. De voorman van de Wederdopers noteert zijn gedach ten in een aantal in het geheim versche nen publicaties, later gebundeld in zijn Opera Omnia. Opvallend zijn de kritische beschou wingen over rechtspraak en lijfstraffen: „Wie een onboetvaardige doodt werpt z'n ziel naar de duivel. Het is niet aan de mens te oordelen over goed en kwaad. Waar hebt ge in de handelingen van Christus gelezen dat men iemand om z'n geloof met het zwaard richten zal?". Even scherp pleit hij voor een strikte scheiding van kerk en staat. De kerk van de Wederdopers ontwik kelt zich in later jaren als een kerk waar geen rangen en standen zijn en geen bij- Een middeleeuwse voorstelling van de dood- en lijfstraffen, die ketters destijds konden ondergaan. Veel wederdopers vonden de dood in de vervol ging die door katholieke kerk en staat tegen deze 'ketters' werd georgani seerd. zondere gestoelten. Wel zitten de vrou wen tijdens de dienst in het midden en de vrouwen er om heen. Maar dat is meer een strategische opstelling als erfe nis van de vervolgingen. Er geldt een al gemeen priesterschap, dat wil zeggen dat elk lid in de dienst mag voorgaan. Evenzo vindt de belijdenis plaats ten overstaan van de hele gemeente. En al in de zeventiende eeuw kiest de doperse ge meente in Vlissingen vrouwen in het ambt. Al direct na het ontstaan van de do perse beweging is er een sterke aandacht voor het onderwijs. Invloeden van re naissance en humanisme zijn hier niet vreemd aan. Geletterde dopers leren nieuw ingetredenen lezen en schrijven, mede om bijbelstudie in de landstaal te bevorderen. Al in de zestiende eeuw komt analfabetisme in doperse kringen nauwelijks meer voor. Als zodanig vormt de beweging ook een stimulans voor de nog jonge boekdrukkunst. De autoritei ten realiseren zich dat kennis macht geeft en dat is een extra reden om de dopers als bedreiging van het staatsgezag te zien. Zo sterft in 1576 de Wederdoper Hans Bret op de brandstapel in Antwer pen. Nog voor de executie echter wordt zijn tong „gevijzeld". De autoriteiten zijn zo bang voor z'n ondermijnende ideeën, dat ze de tongklem hanteren, waarna de beul met een gloeiend ijzer het lichaams deel wegbrandt en de verdere executie voltrekt. Een latere vorm van praktische ge- loofsbeleven is de oprichting van het 'Genootschap van Konsten en Weten schappen tot Nut van 't Algemeen op 16 november 1784 in Aardenburg. Het doel van het genootschap is het geven van volksonderwijs, lang voordat onze re geerders nog maar dachten over een leer plichtwet. Ook in Aardenburg starten de gezinden, zoals ze later ook ge noemd worden, het eerste club-en buurt huiswerk. Het initiatief mondt uit in de oprichting van een Volkshuis in 1905. Dat wordt later het Van Eeghenhuis, een nog steeds aktief vormingscentrum. Juist omdat ze in het verleden veel aandacht besteedden aan onderricht zijn er nu veel schriftelijke bronnen beschik baar. De expositie in de Zeeuwse Biblio theek in Middelburg is samengesteld uit een collectie boeken en geschriften die door de Doopsgezinde Gemeenten in Zeeland inbruikleen zijn gegeven aan de bibliotheek. Ook zijn er een aantal uniek handschriften te zien, beschikbaar ge steld door het Rijksarchief in Middel burg. De expositie is te zien tot 1 maart. De Doopsgezinden blijven in zuid-west- Nederland een kleine maar actieve ge meenschap. Vandaar deze tentoonstel ling, vierhonderdvijftig jaar na 'de uit tocht', van Menno Simonsz juist hier wordt gehouden. Menno Simonsz en z'n Wederdopers predikten destijds een aanstekelijk chris tendom van verdraagzaamheid, weer loosheid en geweldloosheid. De eerste dienstweigeraars aan het einde van de negentiende eeuw vonden in de geschrif ten van Menno Simonsz argumenten om hun daad te motiveren. Schreef de baar dige leider van de beweging niet: „Onze wapenen zijn geen zwaard, maar geduld zwijgen, hoop en Gods woord. Daarmee verlangen we op het rijk van de duivel storm te lopen". Bronnen: 'Het spoor van Menno Si monsz' gedachten', M.C Postema. 'De tijd van Menno Simonsz', W. Bergs ma 'Uyt Babel ghevloden, in Jerusalem ghetogen', S. Voois tra

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 29