Barry Otten start eigen bedrijfje
M
INK
esparen
Meer weten
Leugenzak
Saterdag 22 februari 1986
Korte termijn
Kleinschalig
tigd op het terrein van de Landbouw Ho
geschool in Wageningen. De samenwer
king met de Landbouw Hogeschool moet
later ook gaan voorzien in het opzetten
van een opleiding tot metereologisch in
genieur.
Otten gaat er in een nieuwe barak aan
de slag met vier medewerkers. Inclusief
Otten zijn er drie afkomstig van het
KNMI. De ontwikkelingen bij het
KNMI gaan hen niet vlot genoeg. Ook
zijn er wat problemen met het beleid in
'De Bilt'. In dat verband een uitlating
van een KNMI-medewerker: „Dat be
leid is even onberekenbaar als het weer".
Het vertrek van drie meteorologen lijkt
het KNMI nu bovendien flink in de pro
blemen te brengen.
Het starten van de onderneming Me-
teo Consult ging niet helemaal vlot. Ot
ten: „Wat maakt Nederland het onder
nemende mensen moeilijk! De financie
ring ging nog wel, maar de hele admini
stratieve winkel, Kamer van Koophan
del, belastingen, verschrikkelijk".
De kleinschalige weerkunde wordt de
specialiteit van Meteo Consult. Het
voorspellen van een onweersbui boven
Zeeland of een tijdelijke opklaring boven
West-Brabant. Otten ontdekte in Ame
rika het belang van de weersverwachting
'op de vierkante meter'; „Een computer
is te grof voor kleinschalige weerkunde.
Hij geeft uitleg op basis van punten die
honderd kilometer van elkaar liggen. Dat
betekent dat er nog heel wat door de ma
zen gaat. Een bui fietst er zo tussendoor.
In Amerika werken ze natuurlijk ook met
computers. Je hebt er de National Wea
ther Service, een soort KNMI, maar
daarnaast zijn er allerlei commerciële
weerbedrijven. Ik heb er gewerkt voor
Accu Weather. Daar hadden ze vijftig
meteorologen in dienst. Ze verkopen hun
informatie aan radio- en televisie-sta
tions, maar ook aan het bedrijfsleven.
Aan gas-en electriciteitsbedrijven, aan de
landbouw, aan de offshore, aan elke be
drijfstak die weergevoelig is. Een goeie
weersvoorspelling kan een bedrijf veel
geld besparen. Neem nou het gasbedrijf.
Het verpompen van aardgas kost per jaar
200 miljoen gulden. Kun je door een
goede weersverwachting bepaalde pieken
afronden dan bespaar je miljoenen. Als
ze ons dan tien procent zouden geven
zijn we zo rijk".
Hij noemt ook de ontwikkeling in de
moderne landbouw: high tech-farming.
Otten: „Vroeger was een boer tevreden
met z'n regenmeter, maar hij wil steeds
meer weten. De relatieve vochtigheid, de
temperatuur aan de grond en - als hij wil
gaan spuiten - de wind op het maaiveld.
In de tuinbouw idem. De Nederlandse
kassen hebben een geavanceerde kli
maatregeling. Het vergt per jaar twee
miljard kubieke meter aardgas. Kunnen
wij voorspellen dat ze voor zonsonder
gang de kachel lager kunnen zetten om
dat er een zonnige dag komt in plaats
van een bewolkte hemel. Dat scheelt zo
een procent per jaar, omdat ze dan voor
uit kunnen rekenen op de voorspelde
gratis warmte. Neem die eén procent,
dan praat je toch over een bezuiniging
van 20 miljoen kubieke meter a raison
van ruwweg 10 miljoen gulden".
Harry Otten gelooft in het weer als
commercieel produkt: „Ik vind dat er
een grote weermarkt is. Bovendien vind
ik weervoorspelling geen taak van de
overheid. De overheid moet voorwaar
den scheppen om privé te ondernemen.
Het KNMI kan dat beleid ondersteunen.
Het KNMI moet zich bezighouden met
veiligheidstaken, stormwaarschuwingen
en dergelijke. Verder moet je de weer
voorspelling privatiseren".
Nederland kent z'n particuliere weer-
profeten. Pelleboer en Hans de Jong pre
senteren de geheimen van de atmosfeer
dagelijks in een mengeling van weten
schap en folklore. Daarnaast is er nog al
tijd de Enkhuizer Almanak, compleet
met recepten tegen wratten en aambeien.
Over de fameuze weerbijbel zegt Harry
Otten: „Almanak, leugenzak: wat er van
hun voorspellingen uitkomt hebben we
jaren gecheckt. In eenderde van de geval
len hebben ze het bij het rechte eind. Zo
hoog scoor jij ook als je met dobbelste
nen gooit of als je elke morgen naar de
lucht kijkt".
Op donderdag 30 januari trad Harry
Otten voorlopig voor het laatst als weer
man op in het NOS journaal. Subtiel
bracht hij z'n aanstaande vertrek bij het
KNMI in beeld. Otten: „Voor de insi
ders. Ik het satellietfoto's van Nederland
zien. Een nachtfoto ging over in een dag
foto. Op de nachtfoto stond een stip; De
Bilt, op de tweede foto stond die stip wat
oostelijker; Wageningen, want daar zit
Meteo Consult. Als KNMI-weerman zeg
je altijd: We houden u op de hoogte of er
nog vorst komt. Ik heb die laatste keer
gezegd: U wordt op de hoogte gehou
den. trouwens we hebben een kouwe
tijd gehad, maar er komt nog meer".
ooi weertje buurman! Praten
#ver het weer, vaak een eerste
aanzet tot verdere communicatie.
Haar het weer is niet alleen een
mpel gespreksonderwerp. Dikwijls
epalen zon, regen of wind het werk
an de dag. Geen wonder dat we
willen weten wat ons over een
|ur of morgenochtend boven het
ioofd hangt. Weerprofeten zijn er
in soorten: het Pelleboer-genre met
Je vlotte babbel en de spreuk van
Je dag, de van rijkswege
lehonoreerde beroeps-weervorsers
!an het KNMI. Sinds kort echter
lestaat er een commerciële
leerwinkel. Nieuw in Nederland,
jieuw in West-Europa. Directeur is
Harry Otten, tot nu toe het
inbewolkte gezicht bij het
reerpraatje van het NOS-journaal.
Meteo Consult heet z'n bedrijf. De
ichtergronden van de eerste
irofessionele 'weer bv' en de
oekomst van de korte termijn
«eersverwachting.
Er zit geld
in het weer
Een ontmoeting in het gebouw van de
afdeling Natuur-en Weerkunde van de
Landbouwhogeschool in Wageningen.
Harry Otten (37) vertelt hoe het allemaal
gekomen is. Ooit zag hij het licht in het
het katholiek baarcentrum Moederheil
aan de Valkenierslaan in Breda. Na de
middelbare school studeerde hij natuur
kunde aan de TH in Eindhoven. De be
langstelling voor het meteo-gebeuren
bleef. Op een dag solliciteerde Harry Ot
ten naar een baan bij het KNMI. Hij
werd aangenomen en kreeg er een oplei
ding als meteoroloog. Hij leerde er het
verschil tussen wetenschap en de prakti
sche toepassing van verworven kennis.
Harry Otten: „In de meteorologie re
gistreer je ontzettend veel gegevens, maar
er wordt vaak zo weinig mee gedaan. Dat
is de praktische toepassing die ontbreekt.
Hoe vertaal je processen die zich afspe
len in de atmosfeer in weersverwachtin
gen. Meteorologie is begrijpen wat zich
in de vier dimensies van de atmosfeer af
speelt. Computers zorgen voor gegevens,
maar hoe leg je dat uit. Geef je de com
puter de schuld als je voorspelling niet
goed is? Dat gebeurt vaak. De meteoro
logische kanker noemen we dat. Een
computer wordt zo hard geïnterpreteerd.
Vaak wordt vergeten, dat het gewoon ge
reedschap is zoals andere gereedschap
pen. De computermodellen die je krijgt
zijn negen van de tien keer betrouwbaar,
maar je moet heel deskundig zijn om ze
te vertalen. Een leek die naar een rönt
genfoto van een long kijkt ziet niet veel,
maar een longarts weet zo wat er fout zit.
Zo is dat in de meteo ookJa en dan
de communicatie naar de mensen. Hoe
breng je het over? Dat is weer een ander
verhaal".
De laatste zes jaar legde Otten zich toe
op de verbetering van de korte termijn
weersverwachting: „Je hebt de razend
snelle opkomst van de computer gehad,
ook in de weerkunde. Zo kreeg je voor
spellingen voor drie tot vijf dagen voor
uit, maar mij stak dat de verwachting
voor één dag kwalitatief nauwelijks beter
is geworden dan vijfentwintig jaar gele
den".
Bij het KNMI kreeg hij de kans om
een jaar in de Verenigde Staten te stude
ren. „Dat soort uitwisselingen gebeurde
toen vrij frequent". Otten kwam terecht
aan de Penn State University in Pennsyl
vania en maakte er kennis met de Ameri
kaans benadering van het weer.
maximumtarieven en Postbank-
lige tarieven; wijzigingen voor-
Lfspreken.
Theoretische looptijd max.*
volgens
ij wettelijk bij
ank** maximum Postbank
(10.7%) 86 66
(10.7%) 79 66
(10.7%) 75 66 9xl3J!'
(10.7%) 73 66 7xf4J;
(10.7%) 72 66 6xf6W
(10.7%) 71 66
limiet volledig wordt benut, het rentepercenti#
i geen extra aflossingen plaatsvinden en Hel
efcomen
arbasis.
envelop zonder postzegel naar:
Consumptief Krediet, Antwooi
EEUWARDEN. DSTEMJ
de computer maar een hulpmiddel is. In
de weerkunde is de computer te veel op
een voetstuk gezet. In Amerika hadden
we professor Gregory Forbes, de grote
tornado-deskundige. Als hij zo'n compu
ter-model voor de weersvoorspelling zag,
dan zei hij: Look, the model is trying to
tell us. Hij bedoelde dat we zelf de ver
banden moesten zoeken en er uitleg aan
geven".
De 'weer bv' Meteo Consult is geves-
De man van Meteo Consult over zijn
ervaringen in de States: „De korte ter
mijn-voorspelling is in Amerika veel be
ier, eenvoudig omdat de vraag van de
markt er veel groter is. Daarmee wil ik
uiet zeggen dat het KNMI niks gcfeds
doet. Ze hebben er echt baanbrekend
werk gedaan op het gebied van luchtver
ontreiniging. Het is alleen weer jammer
.dal maar een deel van dat onderzoek in
Harry Otten in het nog lege pand van Meteo Consult: „Een computer is te grof voor kleinschalige weerkunde. Hij geeft uitleg op basis van
punten die honderd kilometer van elkaar liggen. Dat betekent dat er nog heel wat door de mazen gaat. Een bui fietst er zo tussendoor.
- FOTO CORD OTTING
net de
praktijk wordt gebracht. Je kunt het
mooiste model auto tekenen, maar als je
die niet in produktie brengt heb je er
niets aan. Ja zo gaat het bij het KNMI.
Kom je terug uit Amerika met allerlei
ideeën. Mooi zeggen ze, laten we een
commissie benoemen. Na negen maan
den komt er weer een andere commissie.
Het werkt allemaal zo traag dat je inte
resse weg ebt. Dat geldt natuurlijk niet
alleen voor het KNMI. Ik denk dat het
typisch Nederlands is. In Amerika heb je
meer dynamiek. Kom je dan hier dan de
motiveert dat wel een beetje. Wat we nu
bij Meteo Consult gaan doen is dingen
die we geleerd hebben wel in praktijk
brengen".
„Hoe het nu gaat bij het KNMI. Nog
veel in de trant van: 't ts een oostenwind,
dus we denken dat het koud wordt. Ze
werken met computermodellen die 144
uur vooruit rekenen. Het rommelt in de
ingewanden van zo'n apparaat en er ko
men gegevens uit over luchtdrukverde
ling, buienontwikkeling, vochtigheid en
nog een heleboel meer. De kunst is om er
slim meteorologisch mee te werken, de
nuances aanbrengen en je realiseren dat
Door Paul de Schipper
„JARENLANG heb ik aan de Be-
verweg in Breda gewoond. Ik weet
nog dat ik in de strenge winter van
1963 een maximum- en minimum
thermometer had. Daar deed ik
toen metingen mee. Niet zomaar
kijken, maar alles noteren en vast
leggen in grafiekjes. Als jongetje
keek ik ook naar Armand Pien, de
Belgische weerman. Prachtig hoe
die man het weer presenteert. De
interesse voor het weer zat er toen
al in en het is altijd gebleven".
I