BOEKEN
i&toèfê
'Het Parfum';
romanprodukt
Het 'heilige
huwelijk' van
Richard Bach
Verleden van
zijn toekomst
Wrak vol
Nicolaas
Matsier
Een gebreid
echtpaartje
excentrieken
van Albion
Tjongejonge,
al begonnen,
wel 's een
leverworst ge\
ZATERDAG 1 FEBRUARI 1986
Hoeben
Van Dam
'Öftjf
Geniaal
Twijfels
Beslommeringen
)uske en Wiske:
Appie Happie ij
MA*»'**
U C»SÏ JW> 'C .ft
DE stukjesschrijvers -
soms deftiger 'colum
nisten' genoemd - zijn
van een schijnbaar
zichzelf voortplantende
soort.
T0 JUH
Je hebt er die'als zodanig
geboren worden; anderen
ontdekken daarentegen later
dat het beter geld verdienen
is met dat stukjessehrijven
dan het moeizaam, in elkaar
zetten van bijvoorbeeld een
roman.
tO»
Het mes- snijdt „bovendien
van twee kanten: eerst vul je
er kolommen mee in kranten
of tijdschrijftert-' en daarna
veeg je tn' bijeen' In een bun
del. De stroom boeken met
'stukjes' is dan ook eindeloos.
Vaak zijn die geburideVde
stukjes aardig gedateerd,
waardoor dé eens zo féïle be
weringen wel heel relatief
iMl rh"'
'allé Comrnénraren het geval
is, ze zeggen meer over de
schrijver zelf dan over de
aangesneden thema's. Stuk
jesschrijvers zijn doorgaans
nogal pretentieus en weinig
geneigd de hand in eigen
boezem te steken. Anderzijds
is er vaak sprake van amu
sement (over de rug van an-
'Beschpüwingejn' .'staat, er
op de titelpagina van het
boek met de argwanende
titel: 'Kijk uit, achter je!'
Hjtt'
door Beatrijs Ritsema. Dat is
teveel eer, want beschouwen
veronderstelt iets meer diep
gang dan de verklaringen
door Ritsema. Haar stukjes
verschenen eerder in NRC
Handelsblad (1983-85), Pro
pria Cures ('81-'83) en Inter
magazine ('83-'84). Ze werden
voor deze bundel gerubön
ceerd onder de,.kopjes: De
seksen, Kinderen, Het dage
lijkse leven en Sociale en we
tenschappelijke kwesties.
Ze plukt, op een tamelijk
rationele- en emotieloze ma
nier, vanachter het bureau
('als ik maar niet in discussie
hoef te treden'), aan deze ge
gevens. Vanuit een stand
punt dat zoiets als 'het mid
den' heet; vaak met geestig-
ironische contradicties. 'De
zwakte van een stel is, dat ze
met z'n tweeën zijn'. Bij
echtscheiding: 'Je kunt maar
beter aan de kant gezet wor
den .omwille van iemand an
ders dan omwille van jezelf'.
Of: 'De een bespiedt vogels,
de ander leest Chick'. En:
'Het probleem van de Werk
lozen te'dat hun geen legale
middelen ter beschikking
staan om hun inkomen te
vergroten, behalve het ne
men vap een baantje en
baantjes zijn er niet.', De re
acties van Ritsema op maat
schappelijke verschijnselen
en individuele strapatsen
zijn intelligent, maar niet
spits, helder-kritisch, maar
een beetje reactionairen ge
schrevenen een stijl, die zich
gemakkëlij klaat lezen.
Van een heel ander kaliber
zijn de stukjes, die Nicolaas
Matsier bundelde in: 'Een
gebreid echtpaartje'. Het be
treft hier milde observaties
over het opgroeien van een
kind, geschreven vanuit een
literaire instelling. Ze ver
schenen in NRC Handels
blad, terwijl de eerste zeven
(van de veertien) al eerder in
een beperkte oplage door
Kwadraat werden uitgege
ven.
Matsier schrijft over zijn
dochtertje, te beginnen met
haar eerste verjaardag. Hij
ziet veel en legt interessante
verbanden, maar het feit dat
het hier om zijn eigen kind
gaat lijkt een toevalligheid.
Hoofdstuk 'Haar vinger
bloedt' begint bijvoorbeeld
aldus: 'De beleving van een
ogenblik in drie etappes, of:
hoe de ernst waarmee een
voorval zich laat aanzien
klein, groot en minime kan
zijn al naar gelang gezel
schap, gevoeligheid en voor
handen kennis. Het betreft
de geschiedenis van R's eer
ste bloed'... Het is alsof leraar
Matsier spreekt over een
voorwerp'met de anonieme
duiding 'R'... Ook 'tegenover
zijn dochter blijkt hij het
sterkst wanneer het erom
gaat haar iets uit te leggen,
(bijvoorbeeld waarom haar
opa dood ging). Zelden is er
sprake van wederkerige
emotionele belevenissen.
Maar eigenlijk is dit geen
nieuws bij deze Revisor
adept. Ook tien j aar na 'Oud-
Zuid' nog hiet. - -
Blijft: heel interessante
beschrijvingen van merk
waardig kinderlijke ontdek
kingen in een wereld die vol
wassen heet. 'Ze dóét het, dat
is glles. Zoals ze ook loopt.
Ikatrij» Kitóna
Wanneer je begrip definieert
als gedrag dat het niet zon
der taal kan stellen - als je
weigert van begrip te spre
ken zo lang er geen taal ge
bruikt wordt -, ja, dan is er
iets plotseling dat je niet
kunt analyseren'... En dat
betreurt de vader kennelijk,
omdat de wetenschapper het
Van hem wint. Hoe zou R er
over denken? En wat zou
Matsier voelen?
Een andere grappenmaker
is Ronald Hoeben met zijn:
'Kleine Ongemakken'. Aan
vankelijk begint zijn bundel
met ruim 20 stukjes tamelijk
spannend. Hij weet zich te
beperken tot één ding of
thema en spit dat redelijk
geestig uit. Over het kopen
van een bril, de ongemakken
van een keukenrobot, de on
hanteerbaarheid van wegen
in nieuwbouwwijken e.d.
worden beheerst dingen ge
zegd, die de kleine ergernis
sen van iedere dag bepalen.
Heel herkenbaar zie je hoe
belachelijk we ons zelf ma
ken of laten maken door
overspannen verwachtingen,
ambtelijke rimram of com
mercieel bedrog. Daarna
slaat Hoeben op hol en
schrijft als leuke jongen een
soort slap-stick-verhaalties.
die tamelijk zouteloos zijn,
zoals een reisje, naar Mexico,
Het interview en Coryfeeën.
Het zijn ook geen stukjes,
die gericht maatschappijkri
tisch zijn, tenzij in de geest
van: 'Iedereen windt zich wel
eens op over hoe die maat
schappij in elkaar steekt,' of:
liever de achterstallige boek
houding van een uitvaart
vereniging bijwerken dan in
een tentje op vakantie gaan!
Zijn taal en grappen zijn ge
wild studentikoos. Er zijn er
die dat leuk vinden. Dat kan,
maar het is niet spits genoeg
om hoge verwachtingen te
koesteren.
Als debuut wordt gepre
senteerd een boek van Chan-
tal van Dam. In: 'Middelen
van bestaan' zijn bijeenge
bracht 'schetsen', die zij eer
der publiceerde in de studen
tentijdschriften Propria Cu
res en Folia Civitats. Am
sterdam en Maastricht zijn
met name de herkenbare
oorden waar het studente
leed zich voordoet. Eén van
de stukjes begint aldus: 'Het
leven bestaat uit het invullen
van girokaarten en het uit
voeren van kleine herstel
werkzaamheden. Het reizen
van A naar B en omgekeerd,
met nu en dan een uitstapje
naar C. Het sluiten van com
promissen en vergeten dat
het compromissen zijn. We
leven nog, we mogen niet
mopperen en als je maar ge
zond bent'...
Een citaat dat wel karak
teristiek is voor deze bundel,
vol ironische observaties. De
korte stukjes zijn het best te
lezen, de lange (zoals Geen
werk; Born leaders) hebben
iets moeizaams. Chantal van
Dam redeneert op een wat
vermoeiende manier, zodat
deze columns allesbehalve
flitsend zijn. Over 'de pil',
randfiguren, werklozen, un
derdogs, gescheiden mensen,
studenten - over mensen en
hun struggle for life - zijn
interessantere dingen ge
zegd. Er staan goed gevon
den uitspraken in deze stuk
jes, maar het geheel is taai
taai.
Koekjes van eigen deeg
bakten Leo Laureyssehs en
Ronald Cop - beiden ooit
werkzaam bij een Ant
werpse krant - voor het
boekje: 'Het venijn zit in de
straat, zei de schepen...' Met
begrip voor de spanning
waaronder krantenmensen
vaak werken brachten ze
vermakelijke taal en zetfou
ten, alsmede kromme rede
neringen uit kranten hierin
bijeen. Daarbij komt voor de
Nederlandse lezer nog de
Vlaamse kleur. Als je kunt
lachen om zinnetjes als
'Daarna volgde de koets met
het jubilerende paard' of: 'P.,
68 jaar oud, wonende te
Brussel, is tijdens een bezoek
aan familie te V. haastig
overleden', dan heb je plezier
van dit leuk uitgegeven
boekje.
Beatrijs Ritsema: 'Kijk uit, ach
ter je!'. Uitg. Bert Bakker, prijs
19,90
Nicolaas Matsier: 'Een gebreid
echtpaartje'. Utg. Querido, prijs
15,-
Ronald Hoeben: 'Kleine Onge
makken'. Uitg. Contact, prijs
18,90)
Chantal van Dam: 'Middelen van
bestaan'. Uitg. Nijgh Van Dit-
mar, prijs 19,90
Cop/Laureyssens: 'Het venijn zit
in de straat...'. Uitg. B-promotion
Antwerpen, prijs 10,-
boor Hans Roóseboom
IN DE p^rjode tussen de twee
wereldoorlogen konden de be-
zfch^nog éen
maal, en nu voor het laatst, in
de wereldJ'manifesteren met
alEe vértobh van overwicht en
arrogantie die Voor inwoners
van èen wereldrijk vanzelf
sprekend is.
De "négéntiendé eeuwwas
weliswaar definitief voorbij,
maar het Verenigd Koninkrijk
was nog altijd DE absolute
wereldmacht die het iri het
Victoriaanse tijdperk was ge
worden.
Brittannia 'ruide' in de ja
ren twintig en dertig nog al
tijd 'the waves', het machts
monopolie vart Albion bleek
pas na de Tweede Wereldoor
log të zijn gebroken ten gunste
van de Verenigde Stateh.
Dë Britten Voerden zich tus
sen 1920 eh 1940 nog altijd ge
rechtigd de helè wereld als
hun bezit te beschouwen, en er
als heer en meester in rond te
reizen.. Alsof zij, voorvoelden
dat deze bevoorrechte positie
in zijn nadagen verkeerde
produceerden schrijvers en
journalisten een enorme hoe
veelheid reisboeken, als gevolg
waarvan deze periode uit
groeide tot tie$'gó|idep tijd Vap
de Engelse M|lTt|raniue
De Nedeflandlec"st?hfijVer/
anthropoloog/globetrotter
Gerrit-Jan Zwier heeft een
groot aantal van die reisver
slagen gelezen en getuigt
daarvan in het,.boekje Grifpen
naar de regenboog.
Onder de Jgjitëurs van die
journalen bevinden zich
schrijvers y£n naam als Eve
lyn Waugh en Gijaham Gree
ne. Zij werdei) vodr hun reizen
speciaal aahge'zocht door de
machtige en stëènrijke Britse
)o>'
Door Gerard van Herpen
TEGEN de roman „Het Par
fum" van Patrick Süskind kan
een lezer een ontelbaar aantal
bedenkingen aanvoeren.
Dat het een oneigenlijke ro
man is, dat de vertelling een
mengvorm is van een thriller
en historische roman, dat het
daarom geen historische ro
man is, dat het een misdaadro
man is en dus geeni'literaive
betekenis kan hebben, dat het
een klassieke roman is, maar
ook weer niet zo klassiek dat
de dialogen authentiek over
komen, dat het proza een grote
mate van taalbeheersing Ver
raadt, maar wat jammer nou,
dat zoveel talent is geofferd op
het altaar van de vluchtigheid.
Het dichtst bij de waarheid
is misschien de bedenking, dat
het boek Zelf een fascinerend
parfum is, dat de lezer naar
zich toe trekt en aan zich bindt
tot het laatste vleugje in duis
ternis is vergaan. Al die cate
gorieën bezwaarden of onze-
keren zullen elkaar van zelf
weer vinden in de erkenning,
dat het boek van Patrick Süs
kind een fascinerende vertel
ling is. Wie ervan uitgaat dat
een boek geen literaire beteke
nis kan hebben als het de lezer
van de eerste tot de laatste
bladzijde boeit, kan maar be
ter een boek kiezen van onbe
spoten reputatie. Deze roman
houdt hem immers alleen
maar wakker.
'f K r
zo geroutineerd vertelt, roept
automatisch' twijfels op bij
mensen, voor wie een roman
een slepend proces van taal
kunst en voorspelbare intrige
dient in te houden.
Süskind houdt de touwtjes
van zijn vertelling strak in
handen, hij bespeelt zijn
hoofdfiguren en zijn figuran
ten, dirigeert hen, plaatst hen
in de historische entourage die
hen toekomt, schildert die en
tourage met groot vakman
schap en met waarschijnlijk
realisme en schrikt er uitein
delijk niet voor terug om de
wereld, waarin het leven van
de criminele parfumeur zich
afspeelt, als een kaartenhuis
ineen te laten storten.
Ik veronderstel dat de
Duitse literaire wereld niet
weinig is geschrokken van
déze nieuwe roman van Pa
trick Süskind, omdat hij met
zoveel bluf en gemakkelijke
flair is geschreven en omdat
hij zich ook van zovele onbere
kenbare talenten bedient. Wie
Patrick Süskind beschrijft
het léven van de Parijse par
fumeur uit de achttiende
eeuw, Jean Baptiste Grenouil-
le, die zich door zijn geniale
vermogen om geuren te her
kennen, op te sporen en te ver
vaardigen, opwerkt van ach
terbuurtjongen tot de meest
gefortuneerde parfumeur van
Parijs, Zijn grootste kwelling
is het ontbreken van een eigen
geur. Langzaam vergroeit zijn
leven in een crimineel verlan
gen naar een eigen geur en
naar de lijfelijke geuren van
anderen. Hij ontvlucht er zelfs
de van Arpor en Psyche zwan
gere lucht van Parijs voor, het
zo geniale geurmengsel, dat
Grenouille had weten na te
maken.
Zijn grote meester Baldini,
die Grenouille weldra over
troeft met zijn genialiteit,
krijgt er waterige ogen van
genot van. Het was een geur
die Grenouille had bedacht en
die een hele wereld kon op
wekken. Met zijn genialiteit
weet Grenouille „Huize Baldi
ni" tot Europees niveau op te
werken. Zoals dat met alles in
zijn leven toegaat, veroorzaakt
zijn buitenmenselijk genie cri
sissituaties in zijn omgeving.
Baldini en zijn hele huis ko
men door Grenouille aan een
einde. Voor Grenouille is dat
Patrick Süskind: parfumeur.
- FOTO BERT BAKKER
niet de laatste en enige mis
daad. Zijn criminele behoefte
aan de meest intieme geuren
van andere mensen zou hem
toch eens op het schavot moe
ten brengen. Zijn einde is even
fantastisch als de dromen en
geuren waar dit merkwaar
dige boek van zijn doortrok
ken. Het is een misdaadroman,
zodat ik U het einde liever niet
verklap.
Zoals de grote historische
thrillers (Umberto Eco's 'In de
naam van de Roos') al twijfels
hebben gezaaid onder het pu
riteinse lettervolk, zo denk ik
Door Wim van Leest
IN DE nadagen van het hippie-tijdperk verscheen er een boekje,
dat grote indruk maakte op de mensen die toen met bewust
zijnsverruiming bezig waren. 'Jonathan Livingston Seagull' van
Richard Bach bleek in al zijn eenvoud en poëtische schoonheid
de juiste snaar te raken. Het boek werd met miljoenen tegelijk
verkocht en Neil Diamond wijdde er zelfs een langspeelplaat
aan.
dat Patrick Süskinds literaire
misdaadroman 'Het Parfum'
zeer velen op een dwaalspoor
zal zetten. Ik beken mij tot de
twijfelaars. 'Het Parfum' is
misschien wel een meester
werk in de hedendaagse lite
ratuur en toch werd ik bij het
lezen voortdurend gepijnigd
door het onbehaaglijke gevoel,
dat het boek het fantastische
produkt is van een van de we
reld vervreemde en geniale
constructeur van klassieke
avonturenromans.
Patrick Süskind: 'Het Parfum'.
Uitgeverij Bert Bakker, prijs (pa
perback) 27,90
'Jonathan Livingston Sea
gull' verhaalt over de indivi
duele bewustwordingsweg
aan de hand van de ontwikke
ling van een zeemeeuw. De
eigenwijze meeuw Jonathan
wordt verstoten door de groep,
omdat hij zich te zeer met
vliegen en te weinig met het
voor meeuwen normale ge
drag bezighoudt. In zijn afzon
dering leert Jonathan bijzon
dere vliegtechnieken en om-
da t-ie die leert, overstijgt hij
zijn aardse beperkingen. Er
wordt in dat boek gesproken
over paralelle werelden en
synchroniciteit. En over
synchroniciteit gesproken: op
het moment dat ik dit schrijf
vliegt er een zwerm meeuwen
voor mijn kantoorraam. Blijkt
dat er een verdieping lager bo
terhammen naar buiten ge
gooid zijn.
'Jonathan Livingston Sea
gull' was een ontwapenend en
oprecht boek, dat zich vooral
toespitste op de individuele
zelfverheffing. Er zaten ele
menten in uit oosterse tradi
ties en uit westerse esoterische
leringen, maar het was geen
verhaal dat je als lezer even
tjes nadeed.
Richard Bachs nieuwste
boek 'De brug naar de eeuwig
heid' ('The bridge across fore
ver' heet het in het Engels en
gezien ook de strekking van
het boek was de vertaling 'De
brug over de eeuwigheid' be
ter geweest) is veel meer prak
tijkgericht en veel minder
theorie dan de beroemde voor
ganger.
'De brug naar de eeuwig
heid' is goeddeels gebaseerd op
Bachs eigen leven en de liefde,
die hij daarin gevonden heeft.
Het boek begint op het mo
ment dat Bach zijn persoon
lijke meester Donald Shimoda
verloren heeft en als vliege
nier 'mét rondvhi'chten de kost
verdient. Hij is dan een Jona-
than-achtige figuur, die in zijn
eentje zijn weg door de wereld
zoekt en leeft aan de hand van
bij Shimoda opgedane mys
tieke ervaringen en bewust
zijnsverruimende technieken.
Hij komt er echter achter dat
het alleen zijn, althans voor
hem, niet de juiste manier is.
Hij prent zich in dat hij 'de
perfecte vrouw' ontbeert en
hij gaat dan ook naar haar op
zoek.
Die speurtocht voltrekt zich
op het moment, dat de schrij
ver Bach in Amerika en elders
zeer goed verkoopt. Als hij op
een bepaald moment naar zijn
uitgever belt, hoort hij dat hij
ruim een miljoen dollar op zijn
bankrekening heeft staan. Die
rijkdom trekt vrouwen aan,
maar de 'perfecte' zit er niet
tussen. Uiteindelijk vindt Ri
chard Bach zijn ware in de
persoon van Leslie Parrish,
een ex-filmster en -activiste,
die zijn belangen bij zijn uit
gever behartigt.
Aanvankelijk houdt Bach
nog angstvallig vast aan zijn
bewustzijnstheorieën. Maar
zijn eigen idee van vrijheid
botst met dat van vrijheid bin
nen een relatie. Pas wanneer
Richard Bach zijn vrijheid, of
liever zijn niet gebonden wil
len zijn in een relatie, opgeeft,
treedt er een proces in wer
king dat hoogst interessant is.
Volgens het aloude spreek
woord 'twee kunnen meer dan
een' blijkt de gebondenheid
van de relatie veel meer zelf
ontplooiing en menswording
in te houden dan de Jonathan
theorie van weleer.
De relatie tussen Richard j
Bach en Leslie Parrish is ei
een op hoog mystiek niveau en
ze is precies datgene dat in
esoterische kringen 'het heilig
huwelijk' wordt genoemd.
Liefde is niet alleen de bin
dende factor, maar ook de stu
wende kracht, die de partners
in staat stelt zowel individueel
als in gezamenlijkheid de
aardse beslommeringen te
overstijgen en zich bewust te
worden van de astraliteit, die
vrij is van zijn aardse beper
kingen.
Naast het motief van ue
twee-eenheid speelt in het
boek het overwinnen van de
angst een hoofdrol. De mens is
pas vrij als hij zijn angsten
overwonnen heeft en angst
kun je overwinnen door juist
datgene te doen, waarvoor je
het bangste bent. In 'De brug
naar de eeuwigheid' is Bach
bang voor het aangaan van
een innige relatie. Hij praat
die angst goed met rationele!
argumenten, die tegen het hu
welijk pleiten en die zijn sta-|
tus van vrije jongen heel ac
ceptabel doen lijken. Bach kan
echter pas echt verder groeier
nadat hij dwars door zijn
angst is gegaan en met Leslie
samen gaat leven.
Richard Bach plaatst zijn
'huwelijk' met Leslie in een
reïncarnatief kader. Leslie is
zijn liefde door vele levens
heen, in verleden, heden en
toekomst, op aarde en op an
dere plaatsen. „Wij zijn de
brug over de eeuwigheid, wij
overspannen de zee, wij bele
ven avonturen voor ons ple
zier, wij beleven mysteries
omdat we dat leuk vinden, wij
kiezen voor rampen overwin
ningen uitdagingen onmoge
lijke ondernemingen, en dat
alles om onszelf steeds weer op
de proef te stellen, om te ont
dekken wat liefde en liefde er
LIEFDE is!", schrijft ergens
Bach aan het eind van zijr
boek.
Nuchter beschouwd klinkt
hetgeen waarover Bach ver
haalt bij vlagen ongelooflijk
en hier en daar gezocht, maar
alleen door de vele menselijke
trekjes die in de verhaalfigu
ren naar voren komen en door
de manier, waarop ook 'gewo
ne' relatieproblemen worden
aangekaart en opgelost is 'De
brug naar de eeuwigheid' een
zeer intens boek. Het is vaak
diep ontroerend door de zui
vere liefde, die keer op keer in]
staat blijkt alles te overwin
nen.
Bovendien klopt het verhaal
in het boek met wat er in wer
kelijkheid kan gebeuren als
twee mensen naar elkaar toe
groeien en met elkaar verder
stijgen. 'De brug naar de eeu
wigheid' is een warm pleidooi
om als mens, ook in een rela
tie, je fantasie te gebruiken om
te ontsnappen aan voorspel
bare sleur. Wie de liefde de
kans geeft zich in al zijn in
tensiteit te ontplooien, die zal
voor aangename verrassingen
komen te staan.
Richard Bach: 'De brug naar de
eeuwigheid'. Uitgeverij Spectrum,
prijs f 29,90
Er is bijna geen hazetand mej
schoolpleinen zijn vol Theo's
„We verkochten ze altijd we|
Het is echt een rage!"
Dat is allemaal de schuld v|
die hun programma altijd I
boven' dit stukje staan. Tot vé
nen' zouden er na Kerstmis
programma's meer komen, i
VPRO gelukkig met herhalinl
Waarom moet iedereen zo|
klunzen? „Ze doen zo superstj
ze het kunnen bedenken", ze|
hij heel slim is en doet ook
heel stom. Door die onhandiJ
dingen op een heel melige ml
Ze ruiken aan eikaars oksel, 1
vies met drollen. Theo kijkt J
maal dingen die niet horen.
In een interview zei Theol
kunnen verzinnen als Theo en
ken opvoeren en dan net doe|
is en een stoel een kasteel,
maken en zo is Theo ook."
voor kinderen tot 15 jaar aari
leukste Theo en Thea-toneels
Het toneelstuk mag niet laij
ders past het niet meer in
worsten, hazetanden en boelj
uiterlijk 17 februari naar 1
HV Breda.
In 1752 zonk er een Neder-|
lands schip in de Zuidchi-
nese Zee, de Galdermalsen
van de Verenigde Oostindi-]
sche Compagnie. Vorig jaar
ontdekte een Engelse duiker
het wrak en vond een hele
boel gaaf porselein aan|
boord èn een heleboel goud
staafjes. In West-EuropaJ
konden we in die tijd nog
geen porselein maken. Alle
werd naar boven gehaald en
nu ligt de hele handel klaaij
om geveild te worden. Hieij
zie je een nagemaakt schip
uit die tijd.
Er gingen ongeveer 15
zeelieden en 75 soldaten me
op reis. Die soldaten waren
nodig om de kanonnen te be-]
dienen want er zwierven
nog heel wat zeerovers mei
zwarte lapjes op één oog
over de zee. Een matro
verdiende 11,- peJ
maand en had verder vrija
i s n
JH is niEtim m BOOED
Tv
rije? Er werd direct een ver
slaggever op afgestuurd, met
gouden pen én onbekrompen
budget.
Niët-alleen oorlogen waren
reisdoel. Er werden door kapi
taalkrachtige excentrieken
ook heel wat expedities naar
uithoeken der aarde op touw
gezet. Een avontuurlijke jour
nalist was dan 'meestal lid van
de bemanning.
De geesteshouding van de
meeste van d$ze reigers is er
een van hautaine onverschil
ligheid ten aanzien van. de.be-
schréven gfebéugteriiasete* „?ij
zijn „welopgevoede; zelfbe
wuste gentlemen-ifcêizigers.'dle
niets potsierlijker vinden dan
een mens die zichzelf bloedse
rieus neemt", aldus Gerrit-
Jan Zwier.
„Reizigers van velerlei plui
mage trekken in de volgende
bladzijden aan ons voorbij
zegt ZWier Hn hét voorwoord
van zijn boekje, dat een onder
houdend beeld geeft van de
laatste excentrieken van een
stuiptrekkend Albion.
- .A.
Gerrit Jan Zwier: 'Grijpen naar de
regenboog. Een literaire safari'.
Uitg. De Prom Bibliofiel.
Door Willem Reijn
BIJDRAGEN van buiten
landse correspondenten ge
ven een krant altijd extra
allure. 'Onze man in Wash
ington' of 'onze vrouw in Pa
rijs' geven de lezer de in
druk dat de krant overal op
haar post is. Toch zit een
correspondent eigenlijk niet
op de eerste plaats voor
nieuws in een Buitenlandse
hoofdstad. Hij volgt het wel,
maar kan er geen dagtaak
mee vullen. Achtergronden,
reportages en columns vor
men het merendeel van zijn
produktie.
pe jjfflöfesnondent schil
dert vkak de couleure locale
Van 'zijn' land. Gewone al-
lerdaagse dingen van ge
wone allerdaagse mensen,
maar dan gezien door de bril
„van de goedingevoerde jour
nalist, die niettemin met al
zijn kennis van het gastland
een vreemdeling blijft. Som
mige; kranten vinden die
kennis van een land zo be
langrijk dat ze dergelijke
artikelen op de voorpagina
brengen, het NRC-Handels-
blad bijvoorbeeld.
Uitgeverij Querido heeft
van een van de correspon
denten van de 'kwaliteits
krant', Frans van Hasselt,
óüd'ère bijdrag'eri gebundeld.
Frans van Hasselt is gesta
tioneerd in Athene en covert
Griekenland en Turkije. Zo
als 'Griekse tijd' al aangeeft
betreft het voornamelijk
stukjes over zijn tweede va
derland, maar ook een uit
stapje naar Turkije is er in
opgenomen.
De meeste hoofdstukjes
dateren uit de jaren zestig.
Achterhaald", noemt Van
Hasselt Ze. Maar daarmee
spreekt hij zichzelf tegen.
Van Hasselt beschrijft na
melijk het tijdsbesef van de
Griek op een opmerkelijke
wijze: de Griek staat stil
terwijl de tijd aan hem
voorbij trekt. „In wezen
trekt de Griek uit het begrip
'voorbijgaan' van de tijd de
uiterste consequentie: hij
voelt de toekomst achter
zich. Zëlf staat hij stil, ter
wijl de band van de tijd aan
(of onder) hem door wordt
getrokken. Waar wij spre
ken van 'wat mij te wachten
staat' spreekt de Griek van
'wat ik te wachten sta' en
dat onbekende komt van
Frans van Hasselt.
achter, hij kan het niet over
zien". Van Hasselt beschrijft
de Griek als een mens, die
aan woorden als verleden en
toekomst heel andere waar-
- FOTO QUERIDO
den hecht dan wij. Hij ge
bruikt er hetzelfde woord
voor en het verleden is vaak
de toekomst.
Het aardigste van het
werk van Van Hasselt is dat
het helpt de Griek te begrij
pen. Juist omdat Grieken
land door het massatoerisme
enigszins ontworteld dreigt
te raken, is het aardig te zien
hoe de Griek in een nabij
verleden (toekomst dus)
leefde. Van Hasselt be
schrijft de schoenpoet
sertjes, die meteen na de la
gere dorpsschool naar de
stad komen, omdat op het
platteland nauwelijks een
bestaan op te bouwen is.
Maar het geluk van de stad
bestaat uit het krijgen van
een drachme voor het opdof
fen van schoenen en het op
tijd weg zijn als de politie
het plein oploopt.
Een belangrijk deel van
het boek behandelt de coup
van de kolonels in 1967. Van
Hasselt beschrijft de rol van
de kunst, de dichters en de
zangers als Theodorakis en
Lozos, die als een ongrijp
baar geschut op het regime
werd afgesteld. Gedichten
als 'We zullen de zon dron
ken voeren, zeker ja, we zul
len hem te vriend houden,
zeker ja, bij trommel en
schalmei, goedemorgen zon,
goedemorgen' werdeh als
subversief ervaren door de
machthebbers.
Zodra de kolonels van het
politiek toneel verdwijnen,
blijken de Grieken moeite te
hebben met de democratie.
De polarisatie drukt zich op
nieuw middels liedjes uit. De
'tragoudia' (liederen) zijn nu
gericht op de Amerikanen
en allen die in de binnen
landse politiek met hen kun
nen worden geassocieerd.
Het afsluitende 'Achter
haling' is als enige stukje
voor kritiek vatbaar. Van
Hasselt zet het huidige Grie
kenland af tegen het Grie
kenland van de jaren zestig.
Dat nu heeft hij wat te ge
makzuchtig gedaan. Dat
neemt niet weg dat Griekse
tijd een aardig boekwerkje
is, dat met een vlotte pen is
geschreven. Een must voor
de Griekenlandliefhebber,
die nu het Balkanland op
zoekt, maar niet meer het
echte Griekenland vindt dat
Van Hasselt zo voortreffe
lijk beschrijft.
Frans van Hassel: 'Griekse tijd
(correspondenties)'. Uitgeverij
Querido, prijs 29,50
En kan mineer
Jith emusrrtn UrV-,
Eindt menetr fn c\
„Af? huk om
5TR1DJ, PMCÉSJL, 'N UÖUI6
2E6ÓÊWQS
FI6W M
y