BOEKEN i&toèfê 'Het Parfum'; romanprodukt Het 'heilige huwelijk' van Richard Bach Verleden van zijn toekomst Wrak vol Nicolaas Matsier Een gebreid echtpaartje excentrieken van Albion Tjongejonge, al begonnen, wel 's een leverworst ge\ ZATERDAG 1 FEBRUARI 1986 Hoeben Van Dam 'Öftjf Geniaal Twijfels Beslommeringen )uske en Wiske: Appie Happie ij MA*»'** U C»SÏ JW> 'C .ft DE stukjesschrijvers - soms deftiger 'colum nisten' genoemd - zijn van een schijnbaar zichzelf voortplantende soort. T0 JUH Je hebt er die'als zodanig geboren worden; anderen ontdekken daarentegen later dat het beter geld verdienen is met dat stukjessehrijven dan het moeizaam, in elkaar zetten van bijvoorbeeld een roman. tO» Het mes- snijdt „bovendien van twee kanten: eerst vul je er kolommen mee in kranten of tijdschrijftert-' en daarna veeg je tn' bijeen' In een bun del. De stroom boeken met 'stukjes' is dan ook eindeloos. Vaak zijn die geburideVde stukjes aardig gedateerd, waardoor dé eens zo féïle be weringen wel heel relatief iMl rh"' 'allé Comrnénraren het geval is, ze zeggen meer over de schrijver zelf dan over de aangesneden thema's. Stuk jesschrijvers zijn doorgaans nogal pretentieus en weinig geneigd de hand in eigen boezem te steken. Anderzijds is er vaak sprake van amu sement (over de rug van an- 'Beschpüwingejn' .'staat, er op de titelpagina van het boek met de argwanende titel: 'Kijk uit, achter je!' Hjtt' door Beatrijs Ritsema. Dat is teveel eer, want beschouwen veronderstelt iets meer diep gang dan de verklaringen door Ritsema. Haar stukjes verschenen eerder in NRC Handelsblad (1983-85), Pro pria Cures ('81-'83) en Inter magazine ('83-'84). Ze werden voor deze bundel gerubön ceerd onder de,.kopjes: De seksen, Kinderen, Het dage lijkse leven en Sociale en we tenschappelijke kwesties. Ze plukt, op een tamelijk rationele- en emotieloze ma nier, vanachter het bureau ('als ik maar niet in discussie hoef te treden'), aan deze ge gevens. Vanuit een stand punt dat zoiets als 'het mid den' heet; vaak met geestig- ironische contradicties. 'De zwakte van een stel is, dat ze met z'n tweeën zijn'. Bij echtscheiding: 'Je kunt maar beter aan de kant gezet wor den .omwille van iemand an ders dan omwille van jezelf'. Of: 'De een bespiedt vogels, de ander leest Chick'. En: 'Het probleem van de Werk lozen te'dat hun geen legale middelen ter beschikking staan om hun inkomen te vergroten, behalve het ne men vap een baantje en baantjes zijn er niet.', De re acties van Ritsema op maat schappelijke verschijnselen en individuele strapatsen zijn intelligent, maar niet spits, helder-kritisch, maar een beetje reactionairen ge schrevenen een stijl, die zich gemakkëlij klaat lezen. Van een heel ander kaliber zijn de stukjes, die Nicolaas Matsier bundelde in: 'Een gebreid echtpaartje'. Het be treft hier milde observaties over het opgroeien van een kind, geschreven vanuit een literaire instelling. Ze ver schenen in NRC Handels blad, terwijl de eerste zeven (van de veertien) al eerder in een beperkte oplage door Kwadraat werden uitgege ven. Matsier schrijft over zijn dochtertje, te beginnen met haar eerste verjaardag. Hij ziet veel en legt interessante verbanden, maar het feit dat het hier om zijn eigen kind gaat lijkt een toevalligheid. Hoofdstuk 'Haar vinger bloedt' begint bijvoorbeeld aldus: 'De beleving van een ogenblik in drie etappes, of: hoe de ernst waarmee een voorval zich laat aanzien klein, groot en minime kan zijn al naar gelang gezel schap, gevoeligheid en voor handen kennis. Het betreft de geschiedenis van R's eer ste bloed'... Het is alsof leraar Matsier spreekt over een voorwerp'met de anonieme duiding 'R'... Ook 'tegenover zijn dochter blijkt hij het sterkst wanneer het erom gaat haar iets uit te leggen, (bijvoorbeeld waarom haar opa dood ging). Zelden is er sprake van wederkerige emotionele belevenissen. Maar eigenlijk is dit geen nieuws bij deze Revisor adept. Ook tien j aar na 'Oud- Zuid' nog hiet. - - Blijft: heel interessante beschrijvingen van merk waardig kinderlijke ontdek kingen in een wereld die vol wassen heet. 'Ze dóét het, dat is glles. Zoals ze ook loopt. Ikatrij» Kitóna Wanneer je begrip definieert als gedrag dat het niet zon der taal kan stellen - als je weigert van begrip te spre ken zo lang er geen taal ge bruikt wordt -, ja, dan is er iets plotseling dat je niet kunt analyseren'... En dat betreurt de vader kennelijk, omdat de wetenschapper het Van hem wint. Hoe zou R er over denken? En wat zou Matsier voelen? Een andere grappenmaker is Ronald Hoeben met zijn: 'Kleine Ongemakken'. Aan vankelijk begint zijn bundel met ruim 20 stukjes tamelijk spannend. Hij weet zich te beperken tot één ding of thema en spit dat redelijk geestig uit. Over het kopen van een bril, de ongemakken van een keukenrobot, de on hanteerbaarheid van wegen in nieuwbouwwijken e.d. worden beheerst dingen ge zegd, die de kleine ergernis sen van iedere dag bepalen. Heel herkenbaar zie je hoe belachelijk we ons zelf ma ken of laten maken door overspannen verwachtingen, ambtelijke rimram of com mercieel bedrog. Daarna slaat Hoeben op hol en schrijft als leuke jongen een soort slap-stick-verhaalties. die tamelijk zouteloos zijn, zoals een reisje, naar Mexico, Het interview en Coryfeeën. Het zijn ook geen stukjes, die gericht maatschappijkri tisch zijn, tenzij in de geest van: 'Iedereen windt zich wel eens op over hoe die maat schappij in elkaar steekt,' of: liever de achterstallige boek houding van een uitvaart vereniging bijwerken dan in een tentje op vakantie gaan! Zijn taal en grappen zijn ge wild studentikoos. Er zijn er die dat leuk vinden. Dat kan, maar het is niet spits genoeg om hoge verwachtingen te koesteren. Als debuut wordt gepre senteerd een boek van Chan- tal van Dam. In: 'Middelen van bestaan' zijn bijeenge bracht 'schetsen', die zij eer der publiceerde in de studen tentijdschriften Propria Cu res en Folia Civitats. Am sterdam en Maastricht zijn met name de herkenbare oorden waar het studente leed zich voordoet. Eén van de stukjes begint aldus: 'Het leven bestaat uit het invullen van girokaarten en het uit voeren van kleine herstel werkzaamheden. Het reizen van A naar B en omgekeerd, met nu en dan een uitstapje naar C. Het sluiten van com promissen en vergeten dat het compromissen zijn. We leven nog, we mogen niet mopperen en als je maar ge zond bent'... Een citaat dat wel karak teristiek is voor deze bundel, vol ironische observaties. De korte stukjes zijn het best te lezen, de lange (zoals Geen werk; Born leaders) hebben iets moeizaams. Chantal van Dam redeneert op een wat vermoeiende manier, zodat deze columns allesbehalve flitsend zijn. Over 'de pil', randfiguren, werklozen, un derdogs, gescheiden mensen, studenten - over mensen en hun struggle for life - zijn interessantere dingen ge zegd. Er staan goed gevon den uitspraken in deze stuk jes, maar het geheel is taai taai. Koekjes van eigen deeg bakten Leo Laureyssehs en Ronald Cop - beiden ooit werkzaam bij een Ant werpse krant - voor het boekje: 'Het venijn zit in de straat, zei de schepen...' Met begrip voor de spanning waaronder krantenmensen vaak werken brachten ze vermakelijke taal en zetfou ten, alsmede kromme rede neringen uit kranten hierin bijeen. Daarbij komt voor de Nederlandse lezer nog de Vlaamse kleur. Als je kunt lachen om zinnetjes als 'Daarna volgde de koets met het jubilerende paard' of: 'P., 68 jaar oud, wonende te Brussel, is tijdens een bezoek aan familie te V. haastig overleden', dan heb je plezier van dit leuk uitgegeven boekje. Beatrijs Ritsema: 'Kijk uit, ach ter je!'. Uitg. Bert Bakker, prijs 19,90 Nicolaas Matsier: 'Een gebreid echtpaartje'. Utg. Querido, prijs 15,- Ronald Hoeben: 'Kleine Onge makken'. Uitg. Contact, prijs 18,90) Chantal van Dam: 'Middelen van bestaan'. Uitg. Nijgh Van Dit- mar, prijs 19,90 Cop/Laureyssens: 'Het venijn zit in de straat...'. Uitg. B-promotion Antwerpen, prijs 10,- boor Hans Roóseboom IN DE p^rjode tussen de twee wereldoorlogen konden de be- zfch^nog éen maal, en nu voor het laatst, in de wereldJ'manifesteren met alEe vértobh van overwicht en arrogantie die Voor inwoners van èen wereldrijk vanzelf sprekend is. De "négéntiendé eeuwwas weliswaar definitief voorbij, maar het Verenigd Koninkrijk was nog altijd DE absolute wereldmacht die het iri het Victoriaanse tijdperk was ge worden. Brittannia 'ruide' in de ja ren twintig en dertig nog al tijd 'the waves', het machts monopolie vart Albion bleek pas na de Tweede Wereldoor log të zijn gebroken ten gunste van de Verenigde Stateh. Dë Britten Voerden zich tus sen 1920 eh 1940 nog altijd ge rechtigd de helè wereld als hun bezit te beschouwen, en er als heer en meester in rond te reizen.. Alsof zij, voorvoelden dat deze bevoorrechte positie in zijn nadagen verkeerde produceerden schrijvers en journalisten een enorme hoe veelheid reisboeken, als gevolg waarvan deze periode uit groeide tot tie$'gó|idep tijd Vap de Engelse M|lTt|raniue De Nedeflandlec"st?hfijVer/ anthropoloog/globetrotter Gerrit-Jan Zwier heeft een groot aantal van die reisver slagen gelezen en getuigt daarvan in het,.boekje Grifpen naar de regenboog. Onder de Jgjitëurs van die journalen bevinden zich schrijvers y£n naam als Eve lyn Waugh en Gijaham Gree ne. Zij werdei) vodr hun reizen speciaal aahge'zocht door de machtige en stëènrijke Britse )o>' Door Gerard van Herpen TEGEN de roman „Het Par fum" van Patrick Süskind kan een lezer een ontelbaar aantal bedenkingen aanvoeren. Dat het een oneigenlijke ro man is, dat de vertelling een mengvorm is van een thriller en historische roman, dat het daarom geen historische ro man is, dat het een misdaadro man is en dus geeni'literaive betekenis kan hebben, dat het een klassieke roman is, maar ook weer niet zo klassiek dat de dialogen authentiek over komen, dat het proza een grote mate van taalbeheersing Ver raadt, maar wat jammer nou, dat zoveel talent is geofferd op het altaar van de vluchtigheid. Het dichtst bij de waarheid is misschien de bedenking, dat het boek Zelf een fascinerend parfum is, dat de lezer naar zich toe trekt en aan zich bindt tot het laatste vleugje in duis ternis is vergaan. Al die cate gorieën bezwaarden of onze- keren zullen elkaar van zelf weer vinden in de erkenning, dat het boek van Patrick Süs kind een fascinerende vertel ling is. Wie ervan uitgaat dat een boek geen literaire beteke nis kan hebben als het de lezer van de eerste tot de laatste bladzijde boeit, kan maar be ter een boek kiezen van onbe spoten reputatie. Deze roman houdt hem immers alleen maar wakker. 'f K r zo geroutineerd vertelt, roept automatisch' twijfels op bij mensen, voor wie een roman een slepend proces van taal kunst en voorspelbare intrige dient in te houden. Süskind houdt de touwtjes van zijn vertelling strak in handen, hij bespeelt zijn hoofdfiguren en zijn figuran ten, dirigeert hen, plaatst hen in de historische entourage die hen toekomt, schildert die en tourage met groot vakman schap en met waarschijnlijk realisme en schrikt er uitein delijk niet voor terug om de wereld, waarin het leven van de criminele parfumeur zich afspeelt, als een kaartenhuis ineen te laten storten. Ik veronderstel dat de Duitse literaire wereld niet weinig is geschrokken van déze nieuwe roman van Pa trick Süskind, omdat hij met zoveel bluf en gemakkelijke flair is geschreven en omdat hij zich ook van zovele onbere kenbare talenten bedient. Wie Patrick Süskind beschrijft het léven van de Parijse par fumeur uit de achttiende eeuw, Jean Baptiste Grenouil- le, die zich door zijn geniale vermogen om geuren te her kennen, op te sporen en te ver vaardigen, opwerkt van ach terbuurtjongen tot de meest gefortuneerde parfumeur van Parijs, Zijn grootste kwelling is het ontbreken van een eigen geur. Langzaam vergroeit zijn leven in een crimineel verlan gen naar een eigen geur en naar de lijfelijke geuren van anderen. Hij ontvlucht er zelfs de van Arpor en Psyche zwan gere lucht van Parijs voor, het zo geniale geurmengsel, dat Grenouille had weten na te maken. Zijn grote meester Baldini, die Grenouille weldra over troeft met zijn genialiteit, krijgt er waterige ogen van genot van. Het was een geur die Grenouille had bedacht en die een hele wereld kon op wekken. Met zijn genialiteit weet Grenouille „Huize Baldi ni" tot Europees niveau op te werken. Zoals dat met alles in zijn leven toegaat, veroorzaakt zijn buitenmenselijk genie cri sissituaties in zijn omgeving. Baldini en zijn hele huis ko men door Grenouille aan een einde. Voor Grenouille is dat Patrick Süskind: parfumeur. - FOTO BERT BAKKER niet de laatste en enige mis daad. Zijn criminele behoefte aan de meest intieme geuren van andere mensen zou hem toch eens op het schavot moe ten brengen. Zijn einde is even fantastisch als de dromen en geuren waar dit merkwaar dige boek van zijn doortrok ken. Het is een misdaadroman, zodat ik U het einde liever niet verklap. Zoals de grote historische thrillers (Umberto Eco's 'In de naam van de Roos') al twijfels hebben gezaaid onder het pu riteinse lettervolk, zo denk ik Door Wim van Leest IN DE nadagen van het hippie-tijdperk verscheen er een boekje, dat grote indruk maakte op de mensen die toen met bewust zijnsverruiming bezig waren. 'Jonathan Livingston Seagull' van Richard Bach bleek in al zijn eenvoud en poëtische schoonheid de juiste snaar te raken. Het boek werd met miljoenen tegelijk verkocht en Neil Diamond wijdde er zelfs een langspeelplaat aan. dat Patrick Süskinds literaire misdaadroman 'Het Parfum' zeer velen op een dwaalspoor zal zetten. Ik beken mij tot de twijfelaars. 'Het Parfum' is misschien wel een meester werk in de hedendaagse lite ratuur en toch werd ik bij het lezen voortdurend gepijnigd door het onbehaaglijke gevoel, dat het boek het fantastische produkt is van een van de we reld vervreemde en geniale constructeur van klassieke avonturenromans. Patrick Süskind: 'Het Parfum'. Uitgeverij Bert Bakker, prijs (pa perback) 27,90 'Jonathan Livingston Sea gull' verhaalt over de indivi duele bewustwordingsweg aan de hand van de ontwikke ling van een zeemeeuw. De eigenwijze meeuw Jonathan wordt verstoten door de groep, omdat hij zich te zeer met vliegen en te weinig met het voor meeuwen normale ge drag bezighoudt. In zijn afzon dering leert Jonathan bijzon dere vliegtechnieken en om- da t-ie die leert, overstijgt hij zijn aardse beperkingen. Er wordt in dat boek gesproken over paralelle werelden en synchroniciteit. En over synchroniciteit gesproken: op het moment dat ik dit schrijf vliegt er een zwerm meeuwen voor mijn kantoorraam. Blijkt dat er een verdieping lager bo terhammen naar buiten ge gooid zijn. 'Jonathan Livingston Sea gull' was een ontwapenend en oprecht boek, dat zich vooral toespitste op de individuele zelfverheffing. Er zaten ele menten in uit oosterse tradi ties en uit westerse esoterische leringen, maar het was geen verhaal dat je als lezer even tjes nadeed. Richard Bachs nieuwste boek 'De brug naar de eeuwig heid' ('The bridge across fore ver' heet het in het Engels en gezien ook de strekking van het boek was de vertaling 'De brug over de eeuwigheid' be ter geweest) is veel meer prak tijkgericht en veel minder theorie dan de beroemde voor ganger. 'De brug naar de eeuwig heid' is goeddeels gebaseerd op Bachs eigen leven en de liefde, die hij daarin gevonden heeft. Het boek begint op het mo ment dat Bach zijn persoon lijke meester Donald Shimoda verloren heeft en als vliege nier 'mét rondvhi'chten de kost verdient. Hij is dan een Jona- than-achtige figuur, die in zijn eentje zijn weg door de wereld zoekt en leeft aan de hand van bij Shimoda opgedane mys tieke ervaringen en bewust zijnsverruimende technieken. Hij komt er echter achter dat het alleen zijn, althans voor hem, niet de juiste manier is. Hij prent zich in dat hij 'de perfecte vrouw' ontbeert en hij gaat dan ook naar haar op zoek. Die speurtocht voltrekt zich op het moment, dat de schrij ver Bach in Amerika en elders zeer goed verkoopt. Als hij op een bepaald moment naar zijn uitgever belt, hoort hij dat hij ruim een miljoen dollar op zijn bankrekening heeft staan. Die rijkdom trekt vrouwen aan, maar de 'perfecte' zit er niet tussen. Uiteindelijk vindt Ri chard Bach zijn ware in de persoon van Leslie Parrish, een ex-filmster en -activiste, die zijn belangen bij zijn uit gever behartigt. Aanvankelijk houdt Bach nog angstvallig vast aan zijn bewustzijnstheorieën. Maar zijn eigen idee van vrijheid botst met dat van vrijheid bin nen een relatie. Pas wanneer Richard Bach zijn vrijheid, of liever zijn niet gebonden wil len zijn in een relatie, opgeeft, treedt er een proces in wer king dat hoogst interessant is. Volgens het aloude spreek woord 'twee kunnen meer dan een' blijkt de gebondenheid van de relatie veel meer zelf ontplooiing en menswording in te houden dan de Jonathan theorie van weleer. De relatie tussen Richard j Bach en Leslie Parrish is ei een op hoog mystiek niveau en ze is precies datgene dat in esoterische kringen 'het heilig huwelijk' wordt genoemd. Liefde is niet alleen de bin dende factor, maar ook de stu wende kracht, die de partners in staat stelt zowel individueel als in gezamenlijkheid de aardse beslommeringen te overstijgen en zich bewust te worden van de astraliteit, die vrij is van zijn aardse beper kingen. Naast het motief van ue twee-eenheid speelt in het boek het overwinnen van de angst een hoofdrol. De mens is pas vrij als hij zijn angsten overwonnen heeft en angst kun je overwinnen door juist datgene te doen, waarvoor je het bangste bent. In 'De brug naar de eeuwigheid' is Bach bang voor het aangaan van een innige relatie. Hij praat die angst goed met rationele! argumenten, die tegen het hu welijk pleiten en die zijn sta-| tus van vrije jongen heel ac ceptabel doen lijken. Bach kan echter pas echt verder groeier nadat hij dwars door zijn angst is gegaan en met Leslie samen gaat leven. Richard Bach plaatst zijn 'huwelijk' met Leslie in een reïncarnatief kader. Leslie is zijn liefde door vele levens heen, in verleden, heden en toekomst, op aarde en op an dere plaatsen. „Wij zijn de brug over de eeuwigheid, wij overspannen de zee, wij bele ven avonturen voor ons ple zier, wij beleven mysteries omdat we dat leuk vinden, wij kiezen voor rampen overwin ningen uitdagingen onmoge lijke ondernemingen, en dat alles om onszelf steeds weer op de proef te stellen, om te ont dekken wat liefde en liefde er LIEFDE is!", schrijft ergens Bach aan het eind van zijr boek. Nuchter beschouwd klinkt hetgeen waarover Bach ver haalt bij vlagen ongelooflijk en hier en daar gezocht, maar alleen door de vele menselijke trekjes die in de verhaalfigu ren naar voren komen en door de manier, waarop ook 'gewo ne' relatieproblemen worden aangekaart en opgelost is 'De brug naar de eeuwigheid' een zeer intens boek. Het is vaak diep ontroerend door de zui vere liefde, die keer op keer in] staat blijkt alles te overwin nen. Bovendien klopt het verhaal in het boek met wat er in wer kelijkheid kan gebeuren als twee mensen naar elkaar toe groeien en met elkaar verder stijgen. 'De brug naar de eeu wigheid' is een warm pleidooi om als mens, ook in een rela tie, je fantasie te gebruiken om te ontsnappen aan voorspel bare sleur. Wie de liefde de kans geeft zich in al zijn in tensiteit te ontplooien, die zal voor aangename verrassingen komen te staan. Richard Bach: 'De brug naar de eeuwigheid'. Uitgeverij Spectrum, prijs f 29,90 Er is bijna geen hazetand mej schoolpleinen zijn vol Theo's „We verkochten ze altijd we| Het is echt een rage!" Dat is allemaal de schuld v| die hun programma altijd I boven' dit stukje staan. Tot vé nen' zouden er na Kerstmis programma's meer komen, i VPRO gelukkig met herhalinl Waarom moet iedereen zo| klunzen? „Ze doen zo superstj ze het kunnen bedenken", ze| hij heel slim is en doet ook heel stom. Door die onhandiJ dingen op een heel melige ml Ze ruiken aan eikaars oksel, 1 vies met drollen. Theo kijkt J maal dingen die niet horen. In een interview zei Theol kunnen verzinnen als Theo en ken opvoeren en dan net doe| is en een stoel een kasteel, maken en zo is Theo ook." voor kinderen tot 15 jaar aari leukste Theo en Thea-toneels Het toneelstuk mag niet laij ders past het niet meer in worsten, hazetanden en boelj uiterlijk 17 februari naar 1 HV Breda. In 1752 zonk er een Neder-| lands schip in de Zuidchi- nese Zee, de Galdermalsen van de Verenigde Oostindi-] sche Compagnie. Vorig jaar ontdekte een Engelse duiker het wrak en vond een hele boel gaaf porselein aan| boord èn een heleboel goud staafjes. In West-EuropaJ konden we in die tijd nog geen porselein maken. Alle werd naar boven gehaald en nu ligt de hele handel klaaij om geveild te worden. Hieij zie je een nagemaakt schip uit die tijd. Er gingen ongeveer 15 zeelieden en 75 soldaten me op reis. Die soldaten waren nodig om de kanonnen te be-] dienen want er zwierven nog heel wat zeerovers mei zwarte lapjes op één oog over de zee. Een matro verdiende 11,- peJ maand en had verder vrija i s n JH is niEtim m BOOED Tv rije? Er werd direct een ver slaggever op afgestuurd, met gouden pen én onbekrompen budget. Niët-alleen oorlogen waren reisdoel. Er werden door kapi taalkrachtige excentrieken ook heel wat expedities naar uithoeken der aarde op touw gezet. Een avontuurlijke jour nalist was dan 'meestal lid van de bemanning. De geesteshouding van de meeste van d$ze reigers is er een van hautaine onverschil ligheid ten aanzien van. de.be- schréven gfebéugteriiasete* „?ij zijn „welopgevoede; zelfbe wuste gentlemen-ifcêizigers.'dle niets potsierlijker vinden dan een mens die zichzelf bloedse rieus neemt", aldus Gerrit- Jan Zwier. „Reizigers van velerlei plui mage trekken in de volgende bladzijden aan ons voorbij zegt ZWier Hn hét voorwoord van zijn boekje, dat een onder houdend beeld geeft van de laatste excentrieken van een stuiptrekkend Albion. - .A. Gerrit Jan Zwier: 'Grijpen naar de regenboog. Een literaire safari'. Uitg. De Prom Bibliofiel. Door Willem Reijn BIJDRAGEN van buiten landse correspondenten ge ven een krant altijd extra allure. 'Onze man in Wash ington' of 'onze vrouw in Pa rijs' geven de lezer de in druk dat de krant overal op haar post is. Toch zit een correspondent eigenlijk niet op de eerste plaats voor nieuws in een Buitenlandse hoofdstad. Hij volgt het wel, maar kan er geen dagtaak mee vullen. Achtergronden, reportages en columns vor men het merendeel van zijn produktie. pe jjfflöfesnondent schil dert vkak de couleure locale Van 'zijn' land. Gewone al- lerdaagse dingen van ge wone allerdaagse mensen, maar dan gezien door de bril „van de goedingevoerde jour nalist, die niettemin met al zijn kennis van het gastland een vreemdeling blijft. Som mige; kranten vinden die kennis van een land zo be langrijk dat ze dergelijke artikelen op de voorpagina brengen, het NRC-Handels- blad bijvoorbeeld. Uitgeverij Querido heeft van een van de correspon denten van de 'kwaliteits krant', Frans van Hasselt, óüd'ère bijdrag'eri gebundeld. Frans van Hasselt is gesta tioneerd in Athene en covert Griekenland en Turkije. Zo als 'Griekse tijd' al aangeeft betreft het voornamelijk stukjes over zijn tweede va derland, maar ook een uit stapje naar Turkije is er in opgenomen. De meeste hoofdstukjes dateren uit de jaren zestig. Achterhaald", noemt Van Hasselt Ze. Maar daarmee spreekt hij zichzelf tegen. Van Hasselt beschrijft na melijk het tijdsbesef van de Griek op een opmerkelijke wijze: de Griek staat stil terwijl de tijd aan hem voorbij trekt. „In wezen trekt de Griek uit het begrip 'voorbijgaan' van de tijd de uiterste consequentie: hij voelt de toekomst achter zich. Zëlf staat hij stil, ter wijl de band van de tijd aan (of onder) hem door wordt getrokken. Waar wij spre ken van 'wat mij te wachten staat' spreekt de Griek van 'wat ik te wachten sta' en dat onbekende komt van Frans van Hasselt. achter, hij kan het niet over zien". Van Hasselt beschrijft de Griek als een mens, die aan woorden als verleden en toekomst heel andere waar- - FOTO QUERIDO den hecht dan wij. Hij ge bruikt er hetzelfde woord voor en het verleden is vaak de toekomst. Het aardigste van het werk van Van Hasselt is dat het helpt de Griek te begrij pen. Juist omdat Grieken land door het massatoerisme enigszins ontworteld dreigt te raken, is het aardig te zien hoe de Griek in een nabij verleden (toekomst dus) leefde. Van Hasselt be schrijft de schoenpoet sertjes, die meteen na de la gere dorpsschool naar de stad komen, omdat op het platteland nauwelijks een bestaan op te bouwen is. Maar het geluk van de stad bestaat uit het krijgen van een drachme voor het opdof fen van schoenen en het op tijd weg zijn als de politie het plein oploopt. Een belangrijk deel van het boek behandelt de coup van de kolonels in 1967. Van Hasselt beschrijft de rol van de kunst, de dichters en de zangers als Theodorakis en Lozos, die als een ongrijp baar geschut op het regime werd afgesteld. Gedichten als 'We zullen de zon dron ken voeren, zeker ja, we zul len hem te vriend houden, zeker ja, bij trommel en schalmei, goedemorgen zon, goedemorgen' werdeh als subversief ervaren door de machthebbers. Zodra de kolonels van het politiek toneel verdwijnen, blijken de Grieken moeite te hebben met de democratie. De polarisatie drukt zich op nieuw middels liedjes uit. De 'tragoudia' (liederen) zijn nu gericht op de Amerikanen en allen die in de binnen landse politiek met hen kun nen worden geassocieerd. Het afsluitende 'Achter haling' is als enige stukje voor kritiek vatbaar. Van Hasselt zet het huidige Grie kenland af tegen het Grie kenland van de jaren zestig. Dat nu heeft hij wat te ge makzuchtig gedaan. Dat neemt niet weg dat Griekse tijd een aardig boekwerkje is, dat met een vlotte pen is geschreven. Een must voor de Griekenlandliefhebber, die nu het Balkanland op zoekt, maar niet meer het echte Griekenland vindt dat Van Hasselt zo voortreffe lijk beschrijft. Frans van Hassel: 'Griekse tijd (correspondenties)'. Uitgeverij Querido, prijs 29,50 En kan mineer Jith emusrrtn UrV-, Eindt menetr fn c\ „Af? huk om 5TR1DJ, PMCÉSJL, 'N UÖUI6 2E6ÓÊWQS FI6W M y

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 22