BOEKEN Voortreffelijk boek over treden werk in Zeeland Klassieke 'detectives' weer rustige lezers Snoecks Helder boek over archeologie van de prehistorie 198i Kurt Tucholsky na vijftig jaar nog actueel ouiie backen ^7 Bergse Jack Feenstra schreef weer 3 boeken Dansjaarboel 1984/1985 goedkope uitgave Welke astroloog? OVER GESPROKEN f ZATERDAG 4 JANUAR11986 'DE KROON OP HET DELTAPLAN' HET SPOOR DER BESCHAVING' Dagboekenier Heine Gedicht over varn iske en Wiske: Angl rfl ?PLe Happie en Stiu Door Piet de Bont 1981 WAS bij de bouw van de door laatbare pijlerdam in de Oosterschelde- monding -'Het werk van de eeuw'- het jaar van de waar heid. Wat veel bouwers allang wisten en menig politicus vermoedde, kwam dat jaar naar buiten: het technisch hoogstandje in één van de lastigste zee-armen in het Deltagebied zou honderden miljoenen meer gaat kosten dan geraamd en de bouwerij zou aanzienlijk langer gaan duren. De eerste die daar in het openbaar eerlijk voor uit kwam was Ir. Tjebbe Visser, in die dagen hoofd van de afdeling Waterbouwkun dige Werken-West van de Deltadienst van Rijkswater staat, nu behalve projectlei der van de stormvloedke ring grote baas van 'Sluizen en Stuwen'. Op een bijeen komst van de Maatschappij Voor Nijverheid En Handel in de Middelburgse stads schouwburg zei hij zonder omhaal van woorden niet bereid te zijn te blijven belo ven, dat de werken binnen de 'door de Kamer bepaalde' tij ds- en kostenlimiet uitge voerd konden worden. Alom opschudding. Kamerleden stelden vragen, Water- Het grootste waterbouwkundige project aller tijden: de dam in de Oosterschelde. - FOTO ARCHIEF DE STEM staatsminister Danny Tuyn- man sprak van 'indianen verhalen' en directeur-gene raal Tops van Rijkswater staat ontbood Tjebbe Visser. Als de eén-Topsstorm wat is geluwd blijkt al snel dat er, om de pijlerdambouw te redden, op andere water staatkundige werken in Zuid-West-Nederland dras tisch bezuinigd moet wor den. Bergen op Zoom raakt er de toegezegde liftsluis in de Oesterdam door kwijt. In zijn zojuist bij Elsevier ver schenen boek 'De kroon op het Deltaplan', besteedt de Zeeuwse journalist Rinus Antonisse alle aandacht aan die roerige periode, die zelfs een onderzoek door de Alge mene Rekenkamer oplever de. Antonisse, die jarenlang de bouwerij in de Ooster schelde op de voet volgde, beschrijft de totstandko ming van de stormvloedke ring en de compartimente- ringswerken bij Bergen op Zoom, Bath en St. Philips- land tot in detail. Maar hij behandelt ook alle facetten die tot deze wijze van afslui ting hebben geleid. De ge schiedenis van Zeeland, alle watersnoodrampen die de provincie teisterden, de wer ken die in het kader van het Deltaplan al zijn uitgevoerd, het milieu van de Ooster schelde en de economische belangen die er een rol spe len. 'De kroon op het Delta plan', schitterend geïllu streerd, is een voortreffelijk boek, dat ieder die belang stelling heeft voor het groot ste waterbouwkundige pro ject aller tijden ongemeen zal boeien. Het boek is voor zien van een samenvatting in het Duits, Engels en Frans. 'De Kroon op het Deltaplan' door Kinus Antonisse. Uitg. Elsevier, prijs 69.50. BltES 115, tweemaandelijks tijd- schrijit. Prijs 9,95. ASTROLOGEN doen goede /.aken. Voor een paar flapjes van honderd wordt je ziel bloot gelegd, je toekomst voor speld en krijg je er vaak nog heel wat goede raad bovenop. Afgezien van-dé vraag of er uit de sterren wel zoveel af te lezen is maken sommige astro logen er zich, gezien het hono rarium, vaak te goedkoop vanaf. In nummer 115 van het tweemaandelijkse tijdschrijft BRES wordt de lezer een handreiking gegeven waarop men kan letten alvorens met zo'n sterrewichelaar in zee te gaan. Auteur Martin Boot on derscheidt daarbij acht soor ten astrologen. De waarzeg ger, voorspeller of party astroloog, de goeroe-god/zie- ner, de amateurpsycholoog, de maniakale psychoanalist, de karma-kakker, de zwijgende angsthaas, de positieve zoe thoutlikker en, natuurlijk, de goede astroloog. Tevens publi ceert hij een 'vragenlijst voor het vinden van een goede astroloog'. In BRES 115 zijn zoals ge bruikelijk weer heel wat inte ressante artikelen te vinden die een licht werpen op de 'we reld in beweging'. Rick Fields gaat op zoek naar Carlos Cas- mneda, schepper van de he dendaagse mythe Don Juan, Timothy Wyllie vraagt zich af wat er met de Maitreya ge beurde en Robert Hartzema beschrijft het boeiende levens verhaal van de Frans-Afri kaanse regenmaker Adrian Boshier. Voorts aandacht voor de opzienbarende ontdekkin gen van twee Nederlandse musicologen rond leven en werk van Johann Sebastian Bach. Ev Door Wim Koek KLASSIEKE speurders, daarvoor heb je altijd bij Het Spectrum moeten zijn. De Prisma-pocket lijkt nu, na al die jaren en talloze lijken en even ontelbare opgeloste raadsels, op z'n retour. Toch herbergt het Prisma-fonds nog altijd de traditionele 'Whodunnit', van Dorothy Sayers tot Ruth Rendell en van John Dickson Carr tot Mi chael Inncs. Ook in zijn recente uitgaven doet het fonds zijn reputatie eer aan. Een nog betrekkelijk nieuwe ster in het genre is Martha Grimes. Daarvan zijn twee titels beschikbaar: 'De oude vos bedrogen' en het 'Zeldzame halssnoer'. Beide myste ries, met nogal gruwelijke moorden, zijn gesitueerd op het Engelse platteland dat be volkt is met stereotypen uit de Sayers- en Christie-literatuur. Martha Grimes is ech ter een Amerikaanse en dat is, ondanks de verrassend goed beschreven sfeer van het Engelse dorp, toch te merken. Het is net niet helemaal echt. Een beetje teveel van wat een Amerikaanse denkt dat typisch Engels is. De 'Oude vos' is duidelijk beter dan het 'Halssnoer', hoewel beide verhalen onder houdend genoeg zijn voor een regenachtige zondagmiddag. In het 'Halssnoer' nemen de dorpstypen soms karikaturale vormen aan en dat was toch blijkbaar niet de bedoeling van de schrijfster. Ruth Rendell is goed. Traditioneel maar 'snel' genoeg voor deze tijd waarin de bol van actie staande thriller overheerst. Zij schrijft twee soorten verhalen. Klassieke policiers die in een kleine stad spelen en psychologisch getinte thrillers. In 'Inspec teur Appleby en de Nachtegaaltjes' (ver koopt zo'n titel eigenlijk wel? Oorspr.: 'A guilty thing surprised') lijken beide genres elkaar te ontmoeten, wat vooral wel enigs zins tenkoste gaat van de Wexford-sfeer. Toch aardig, maar niet helemaal verrasr send op het eind. Michael Innes heeft ook zijn vaste in specteur: John Appleby, een hoge ome van Scotland Yard, die steeds maar op het plat teland verzeild raakt. De twee in een band bijeengebrachte boeken spelen ook weer in afgelegen hoeken van Engeland. Het zijn trage verhalen. De personages van en rond de familie Raven zijn aanvankelijk nogal bizar en onwaarschijnlijk, maar gaande weg steeds boeiender. De lezer moet wel even volhouden. Traag verloopt ook 'De dader lag op het kerkhof' van Margery Allingham, begaafd maar nooit meer op het niveau van haar klassieker 'De Tijger in de mist'. Haar speurder is Albert Campion en hij loopt ook al tegen zo'n vreemde familie op het platte land aan. Je geeuwt af en toe wel, maar de satirische ondertoon houd je wakker en je leest het toch uit. Gene Thompson is ook Amerikaan. Zijn advocaat-speurder Dade Cooley wordt door een rijke cliënte naar Frankrijk ontboden. Als hij daar aankomt is Kate vermoord. Niet onaardig, maar hinderlijk is de manier waarop de Franse politie wordt gekarika turiseerd. Klassieke whodunnits zijn voor de wat rustiger ingestelde lezer, maar wie het ge duld kan opbrengen kan er nog steeds ple zier aan beleven. Martha Grimes: 'De Oude vos bedrogen' 'Het zeldzame halssnoer'. Ruth Rendell: 'Inspecteur Wexford en de Nachte gaaltjes'. Michael Innes: 'Inspecteur Appleby en de familie Raven'. 'Inspecteur Appleby en het open huis' (dubbelpoc- ket). Margery Allingham: 'De dader lag op het kerk hof'. Gene Thompson: 'Niemand hield van Kate'. Alle boeken uitgegeven door Het Spectrum Utrecht. Door Henk Egbers JACK Fcenstra uit Bergen op Zoom schrijft er wat af. Wel geteld is Le Club zijn dertigste boek. Een roman over een lou che wereld vol drank, vrou wen, drugs, spionage etc. in het Franse Marseille. Gebon den in roodlinnen en met gou dopdruk al was het een klas siek meesterwerk. Dat is het zeker niet. Feenstra is een vlot verteller en deze keer doet hij dat met goed geschreven dia logen, die beter lopen dan in zijn vorige boeken. Alleen is het jammer dat het zoveel prietpraat is en het boek geen echte goede plot heeft. Wel schrijft hij nu in de ik vorm (voorheen altijd vanuit 'hij'), zodat er minder afstan delijkheid is. Maar hij han teert een nogal formele taal, met hier en daar wat chique woorden, die wat houterig haaks staat op het uit de losse pols-leven van deze onderwe reld. Twee mannen van een wat onduidelijke veiligheidsdienst dringen daarin door. ,Het drank- en sexleven van beide heren blijkt in dienst te staan van de Europese veiligheid. Een onbetrouwbare arabier zwaait de scepter en vindt op een onheldere en niet zo inte ressante manier de dood. Om dat Jack Feenstra als het ware een soort verslag schrijft over deze ongure wereld 'gebeurt' er niet écht iets; wordt niet toegevoegd aan wat reeds be kend is. Hij probeert wel hier en daar het clubleven te ironi seren door wat groteske con touren te trekken, maar dat lukt niet echt. Jammer genoeg is het een wat vervelend boek geworden; Jack Feenstra heeft zich vertild aan een gen re; 259 pagina's lang. Veel beter is zijn novelle 'De echo gaf het verkeerde ant woord'. In kort bestek (68 pa gina's) zegt hij méér dan in het viervoudige van zijn vorige boek. Het observeren van mensen en de processen die zich tussen hen afspelen is een veel sterkere kant van zijn schrijverschap. In dit boek is het observeren zelf, het 'kijken naar' mensen, ook nog het the ma. „Weet je, ik ben een tweede- hands-kijker. Wat anderen zien lees ik van hun gezichten. Ook hoe ze mij zien, als ze al zien; hoe ik mezelf zou moeten zien. Ik confronteer mijzelf met al het omringende zoals anderen dat ervaren", zegt Jim Forster. Hij is beeldend kunstenaar en gebruikt ook Jack Feenstra. - FOTO ARCHIEF DE STEM dat medium om de werkelijk heid te ontvluchten. Hij gaat met name zichzelf uit de weg. Zijn vriend Ton, die hem moet interviewen, zit met het zelfde probleem. De vraag wie je eigenlijk bent achter de schijnbare wer kelijkheid en een terugblik op je verleden, dat de bouwstenen voor het heden leverde, bepa len de benauwenis van beide heren. Deze wordt verder uit gespeeld in hun relaties met vrouwen. Jack Feenstra doet dat heel speels, direct en ter zake; goed geconstrueerd. Hij houdt de spanning niet altijd vol en slipt soms, maar tochl dit een van zijn betere boefef Het thema wordt interess belicht en goed geobservesj beschreven. En alsof het niet opkan: I kwam ook nog een verhale) bundel van zijn hand uit de lange titel: 'Meisjes hebt iets niet en andere oorzakel Een niet zo gelukkige tiif maar misschien doet deze commercieel wel. Deze korl verhalen lijken vingeroel) ningen op het zelfde thema herkent er namelijk veel ini; eerder geschreven boeken. eerste deel (Meisjes) gaat ovj een jongetje met een 'vervl lende' moeder, opgegroeid] een gesticht en worstelend r zijn puberteit. Goed gerej streerde - soms wat onbehcl wen - anecdotische verhalJ objectiever en daardoor ml der (aan)klagerig dan in ej dere publikaties. Het twa deel (Oorzaken) gaat over) zelfde Janick (uit deel maar dan als 'volwassen' op zoek naar vrouwen. Rj rende, banale, analyserende) flauwe gebeurtenissen, ga op de frustraties van de mi| Over het algemeen goed schreven en herkenbaar. Jack Feenstra: Le Club. l'j Heeffer prijs 49.50 Jack Feenstra: De echo gal) verkeerde antwoord. Uitg. HceiiJ prijs 39.75 Jack Feenstra: Meisjes hebbl iets niet. Uitg. Heeffer, prijs 381 Snoecks 86, prijs 19,90. DE Snoecks handhaaft weer zijn formule: Culturele bijdra gen - niet te moeilijk en niet te simpel - verpakt in glamour; of - als je wilt - in Avenue stijl. Literaire informatie via literaire kronieken over de Nederlandse, Franse, Duitse en Engelse literatuur, alsmede een vermelding van de lite raire prijzen zoals ze in het voorbije jaar werden uitge reikt. Bovendien drie korte verha len door Nobelprijswinnaar Seufert en van Oscar de Wit en Osborn. In de rubriek 'Kunst' (beel dende) onder meer bijdragen over de roemruchte Gentse museumdirecteur Jan Hoet, de naleven van de Nijl en de Weense duivelskunstenaar Heinwein. Harrie Mulisch die ge: vterviewd werd, houdt een pleidooi voor de verdere ver loedering van Amsterdam. De toneelman Shaffer en de re gisseur/filmer Spielberg wor den in de schijnwerper gezet. Geschiedschrijving wordt gepleegd over het proces van Neurenberg èn die van de kookkunst. Je kunt niet zeg gen dat Snoecks niet van alles wat heeft! Uiteraard is design als trend (interieurs) ook aan de orde en wordt er gereisd (België, Schotland, Schotland, Florida). De glamoursaus is weer aangemaakt met vrouwen. Zwarte vrouwen via de lens van Uwe Ommer en roze vrouwen gezien door Thomson en Moore. Alles bijeen 450 pagina's voor een schappelijke prijs. Cultuur als entertainment. H.E. Door Eugène Verstraeten HET OUDSTE spoor dat de mens op aarde heeft achter gelaten, is 3,5 miljoen jaar oud. Een voetafdruk bij het Oostafrikaanse Laetoli. De beschaving. Wanneer is die begonnen? Hoe zag die er uit? Vragen waarop niet met zekerheid ant woord kan worden gegeven. Wat ons rest uit de prehis torie zijn incidentele vind plaatsen. De overblijfselen van een nederzetting of stukken gereedschap. Meer vertellen de wandschilde ringen in grotten, zoals die vooral zijn aangetroffen in Frankrijk en Spanje. Maar dan nog blijft de recon structie van de oudheid een onzekere bezigheid. Een legpuzzel waarvan nog maar weinig stukjes voor handen zijn. Stukjes, die bo vendien op velerlei wijze geïnterpreteerd kunnen worden. Misschien dat juist daarom de belangstelling voor de archeologie zo toe neemt. De vele geheimen en raadselen maken het moge lijk weg te dromen in een eigen voorstelling over het leven van onze verre voor ouders. Tevens vormen ze een uitdaging voor onder zoekende geesten. Steeds meer mensen voe len zich opgaan in de grijze massa van de moderne maatschappij. In die sfeer zoekt de mens zichzelf in het verleden, de wortels van de eigen beschaving. De pre-historie is al lang geen terrein meer dat louter is voorbehouden aan geleerde professoren die daarover berichten in schier onbe grijpelijke vakliteratuur. De archeoloog John Gow- lett heeft aan de vele boek werken over de oudheid een uitstekende bijdrage toege voegd. 'Het spoor der be schaving' is het verhaal over de 'kinderjaren' van de mens, de archeologie van de prehistorie. Eindelijk eens een helder en begrijpelijk boekwerk over de omwikke lingen vanaf het gebruik van het vuur, de eerste ge reedschappen, jachtmetho- den, verzamelen van voed sel en mysterieuze grot schilderingen, tot de uit bouw van de technologie, de vroegste zeevaart en het ontstaan van stedelijke be schavingen. Gowlett vertelt zijn verhaal aan de hand van de verschillende vind plaatsen van menselijke sporen. En niet aleen dat. Ook de archeologische on derzoeksmethoden worden duidelijk uiteengezet. Op gravingen, datering en in terpretatie van voorwerpen. De verklarende woorden lijst is een nuttig geheugen steuntje bij het lezen. 'Het spoor van de bescha ving' is een samenhangend verhaal. Om dat te bereiken heeft Gowlett, wellicht be wust, concessies moeten doen. Tientallen tegenstrij digheden en zaken waar over archeologen compleet in het duister tasten heeft hij links laten liggen. Het doet geen afbreuk aan het boek, maar de lezer moet wel bedenken dat het boek heel wat wezenlijke zaken onbesproken laat. Dat neemt niet weg dat het een uitstekend begin is voor iedereen die het spoor der •beschaving wil bewandelen. 'Het spoor der beschaving', door John A.J. Gowlett. Uitg. Else vier, prijs 39,50. HOE meer prijzen en ondJ scheidingen in het leven wif den geroepen des te beter l bewijs, dat een kunstvorm) belangrijk wordt beschouw! Dat is tegenwoordig zeil het geval met dans en ball ooit in Nederland onder| waardeerd, maar tegenw# dig goed voor een zevenl prijzen. Aan wie die het afl lopen jaar zijn uitgereikt,;) te lezen in het Dansjaarb 1984/1985. Het is voor de tweede rr| als zelfstandige uitgave schenen, nadat het voorhj was ondergebracht in Theaterjaarboek. De nieul en fraaie uitgave is zelfs i) iets dikker dan die van vei( den jaar. Ondanks groeiende waardering dans blijven de (financié) omstandigheden zorgen 1 aldus de redactie van dit jal boek. Een gegeven, dat il derop door Ger van Leeu«| nader wordt uitgewerkt. Janmaat, de nieuwe direct! brengt het onlangs opgerkl Nederlands Instituut voorf Dans (NID) onder de aa dacht, dat sinds kort naastl Theaterinstituut en het Mil Centrum aan de Amsterdarf Herengracht is gevestigd. 1 worden alle landelijke, proll sionele activiteiten en bell gen gecoördineerd en bevi) zich ook een bibliotheek. De nadruk van het jaarfe ligt weer op de vermeld) van alle in Nederland gal den dans- en balletpremie| En dat zijn er heel wat, dek tenlandse gezelschappen i gerekend. Deze gegevens den geïllustreerd met mij zwart-witfoto's van beke) dansfotografen onder Hans Gerritsen en Jorge j tauros. Verder maakt Isab Lanz in een artikel duide!| dat de Nederlandse dat tuur toch vooral leunt op t tenlandse invloeden, name uit Amerika en I Europa door Pina Bausckl Anne Teresa de Keersmaef Klakkeloze imitatie komt o rigens zelden voor in de oij vloed van Nederlandse creativiteit. Dansjaarboek 1984/1985 scheen bij Uitgeverij J.H. j in Bloemendaal en kost, dw een subsidie van WVC, si» 29,50. De eindredactie was ,Ine Rietstap. o Kurt Tucholsky, „een respectabele man..". - FOTO ARCHIEF DE STEM „Als alles voorbij is, wan neer dat allemaal is doodge lopen, de waanzinnige hor den, de verrukking om in massa's op te treden, in mas sa's te brullen en in groepen met vaandels te zwaaien, wanneer deze ziekte van de tijd voorbij is, ....wanneer de strijd om het fascisme is uit gevochten..., dan zal er iemand komen die de over weldigende ontdekking doet, dat de eenling, de mens be staat. Er bestaat een organisme, mens geheten en om hem al leen is het te doen. En of hij gelukkig is, dat is maar de vraag. Zijn vrijheid is het grote doel. Groepen vormen een secundair iets, de Staat is eveneens iets secundairs. Het komt er niet op aan dat de Staat leeft, het komt er vooral op aan dat de mens leeft". De Duitse satyricus, jour nalist en romanschrijver Kurt Tucholsky, schreef dat in 1930, vijf jaar voordat hij op 21'december 1935 in Hin- das (Zweden) een einde aan zijn leven maakte. In 1935, toen Hitier al twee jaar aan de macht was, wist Tu- cholsky zeker dat de wijze leider, die de mens als indi vidu boven de macht van de staat zou stellen, in Duits land het niet voor het zeggen had gekregen. In 1935 weet Kurt Tu cholsky zeker dat er een oor log komt en hij voorziet dat dit op de ondergang van Duitsland zal uitlopen. Ver antwoordelijk voor die oor log acht hij op de eerste plaats nazi-Duitsland, maar op de tweede plaats zeker ook Engeland, dat Duitsland 'klipp und klar' te verstaan had moeten geven, dat het bij iedere overval op een an der land aan Duitsland de oorlog zou verklaren. In 'de Nachsommer' van 1933, de periode die Tucholsky zelf eens 'het vijfde jaargetijde' heeft genoemd, trok Kurt Tucholsky uit Duitsland weg en nam hij definitief zijn intrek in de Villa Neds- jölund in Hindas bij Go- thenborg. 'Ein aufgehörter Deut- scher und Schriftsteller' voelde hij zich. Voortaan be hoorde hij tot de vele ausge- bürgerte Duitse schrijvers, wier boeken in hun eigen vaderland werden verbrand en die in het buitenland vaak onbekenden waren. Niet alle exil-schrijvers uit de Weimar-republiek had den dezelfde reputatie ver worven als Thomas Mann. Tucholsky koos voor de plek waar hij zo vaak de zomers had doorgebracht, vlakbij het Schlosz Gripsholm, dat hij luchtig en verliefd in de gelijknamige novelle heeft beschreven. Kurt Tucholsky kreeg voor zijn vertrek in Duits land vooral bekendheid als scherpzinnig essayist en als satirisch dagboekenier in weekbladen als 'Schaubüh- ne', later voortgezet in 'Die Weltbühne'. Hij heeft onder vele pseudoniemen geschre ven. Peter Panter en Theo bald Tiger waren de be roemdste. Andere beroemde Duitse journalisten uit de nadagen van Weimar Duits land waren Siegfried Jacob- sohn en Carl von Ossietzky. De laatstgenoemde verwierf de Nobelprijs voor de vrede, maar dat verhinderde de nazi's niet om Von Ossietzky in een concentratiekamp te stoppen en uiteindelijk te vermoorden. Tucholsky, die veel met Von Ossietzky cor respondeerde, heeft alles in het werk gesteld om zijn vriend vrij te krijgen, maar dat is nooit gelukt. Tuchols- ky's positie in het neutrale Zweden was niet zo rooskleurig. De Zweden vonden hem wel weliswaar een respectabel man, maar hij mocht niets ondernemen wat de neutraliteit van Zweden in gevaar kon bren gen. Het boek dat een goed beeld geeft van Tucholsky's journalistieke arbeid tot aan zijn gedwongen vertrek uit Duitsland, is 'Zwischen Ge- stern und Morgen', een bloemlezing uit zijn proza en poëzie, uitgekozen door Tu cholsky's tweede vrouw, Mary Gerold-Tucholsky. Het boekje is een Rororo- pocket uit 1983. Annie M.G. Schmidt schreef onlangs in een her innering aan Tucholsky dat zij ooit een voorgelezen ge dicht van Tucholsky aan Heinrich Heine had toege schreven. Zo vreemd is die verwisseling ook niet. Er is bij Tucholsky in de satiri sche benadering van Duits land als vaderlands begrip veel dat aan die andere Duitse joodse dichter, Hein rich Heine, doet denken. Ook hij-werd door zijn vaderland tot ongewenst burger ver klaard. Van beide dichters hebben de Duitsers te laat begrepen, dat er een subtiel verschil is tussen patriot tisme en vaderlandsliefde. Tucholsky en Heine voelden zich internationalen, maar in' liefde voor het vaderland lieten zij zich door niemand overtreffen. „Wir haben das Reel Deutschland zu hassen, wl wir es lieben". schrijft cholsky in zijn cursiel 'Heimat'. „Ja, wir lieben di< sesLand", Deze bloemlezing uit werk van Tucholsky roe, ook meteen enkele tragisel vergelijkingen op. De Oo tenrijker Stefan Zweig naj in 1942 in Brazilië afschi van het leven met een t drukwekkend essay Welt von Gestern" en di< al even briljante landgem Joseph Roth bleef in Pa' schrijven voor allerlei E: bladen. Hij ontsnapte aan Duitsers, door zich een ji voordat deze triomfante!! onder de Are de Triom] marcheerden, het graf in zuipen. Tucholsky, Zweig Roth. Hun namen noei wij na vijftig jaar nog eerbied en belangrijker eerbied is de constater# dat zij een halve eeuw la1 door de jongeren nog grel worden gelezen en verstal Deze tekening laat zien wat het bela kranten van 1985 was: de besprekii Gorbatsjov in Genève. Kinderen uit tekeningen en brieven om de beide re doordringen dat hun toekomst voor besprekingen afhing. Voor Nederlar jaar van de kruisraketten en het vo begonnen het jaar sportief met de F keek ernaar en kluunde in gedachten den de kranten vol over de aanslag ojl die door Franse geheime agenten wj Afrika vielen meer dan duizend dod apartheid die nog lang niet voorbij i Er waren veel vliegtuigongelu gekaapt. Verder waren er in 1985 twl de aardbeving in Mexico en de j lumbia. 1986 beginnen we met omhoog te j komeet van Halley misschien te zien Dit 14 stre Kleir wens Kom watl kranl horb oogt één i stre Niet omdat het leuk is, niet omdat het moet. Enkel en alleen, omdat iedereen het doei Eentje die begint, en dan komt nummer tl maar af en toe dan is er\ die zegt: „Ik doe niet i Niet omdat ik bang ben ik durf het net zo goed, ik wil alleen maar wet waarom dat nou toch 1 ïemarie Peeters uit Etten-Leu laar De Kleine Stem. li", wilt dame randt |Lft wist met cfefi ine /f heeft me ontdiht f ?$-» 1 |W deer n een indrinSerl K y ^P/tA4«U£SAW(iSX!J

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1986 | | pagina 26