DEfiTEM-S£m£
HET EINDE VAN DE VOETBALCARRIÈRE VAN NICO JANSEN:
0*
m*-..
SPELERSV
DE
VRIJDAG 3 JANUAR11986
LONDERZEEL - „Ja, ik loop
nog steeds een beetje mank. Gek
hè, pijn heb ik niet meer aan die
knie. Wel jarenlang gehad en
daar heb ik die stap aan overge
houden."
Voorbeeld
Spuit
Schuld
Begeleiding
Gelachen
■H'iSSit'ï
\t
lL^ v
Hooibergen
Sfeer
Stoop
Leuk
VRIJDAG 3 JANUAR1191
T48
Door Ted ran Leeuwen
„In mei ben ik geopereerd door Dr.
Martens in Leuven, de grootste specia
list op dit gebied. Hij boorde een paar
gaten in mijn knie en haalde er dertien
losse stukjes bot uit. Ik had het wel ho
ren kraken, maar ik dacht nou ja, weet
ik veel."
'Probeer dit en je komt er nooit meer vanaf', zoals de dealer sprak tot de junk.
In het provincieplaatsje Londerzeel, tegenover het pittoreske kerkje, staat café De
Palm, uitbater Nico Jansen. Een Mokummer in het Vlaamse land. Ooit een voetbal
lende bulldozer, sinds kort afgekeurd. Zijn rechterknie heeft het definitief begeven.
Kapotte meniscus, afgescheurde kniebanden, kalkafzetting, zwevend bot, slijmbeurs
ontsteking, ontelbare injectie-gaatjes.
Opnieuw is een kleurrijk speler het voetbal ontvallen, want het vooruitzicht van de
rolstoel beëindigde een voetbalcarrière die vooral in het teken van de hardheid stond.
Nico Jansen, (erg) hard voor zichzelf, hard ook voor zijn tegenstanders. Een loopbaan
die liep via SDW, FC Amsterdam, Feyenoord, het Nederlands elftal, RWDM, SK Lon
derzeel en FC Boom.
Een loopbaan die Nico Jansen minstens evenveel geld gekost heeft als opgeleverd. Jan
sen, die in januari 33 wordt, is van alle kanten geplukt, want zo gaat dat in Voetballand
met eerlijke mensen. Samen met onze verslaggever Ted van Leeuwen keek hij terug op
zijn leven, een periode van -vaak letterlijk- vallen en opstaan in een zeven uur du
rende lezing. Zonder bitterheid, maar „als ik dat gedoe met die knie niet gehad had,
was ik de oudste spits van Nederland geworden, zeker weten." De moraal van het ver
haal: 'Ontzettend veel gelachen, maar de voetbalwereld is vergeven van de glimpie-
pers, bedisselaars en ringeloorders.'
Het einde van een beroemde knie.
„OP EEN gegeven moment viel ik in, tegen
Sint Niklaas (door Jansen hardnekkig 'Sin
terklaas' genoemd-red). Niks aan de hand. Maar
ik stond 's nachts op en zak zomaar door mijn
kriie heen. Bats, daar lag ik, alsof er een stoel
onder mijn kont was weggetrokken."
„Wel twintig, dertig keer. Dat had ik nog nooit
meegemaakt. Ik dorst niet terug naar Martens
hè, ik dacht als-ie me zó ziet.Amaai. Heb ik
mijn been met plakband vastgezet. En daar
weer verband omheen. Kon ik weer enigzins lo
pen. Toch bleef ik er doorheen zakken. Toen
woog ik zo'n 94 kilo en dat geeft zo'n bons hè,
elke keer als je tegen de grond slaat."
„Ben ik een week later alsnog naar Martens
gegaan. Een stuk of zes assistenten er omheen.
Ja, als ik binnenkom, komen ze allemaal meteen
aanlopen. Ik zeg, dokter ik geloof dat mijn knie
nu echt naar de kloten is. Dokter Martens haalt
al die rotzooi eraf, betast mijn knie, die hij al
acht jaar kent, eh zegt: Nico het is het beste dat
je stopt jongen. Er zit teveel ruimte in die knie.
Denk jij maar aan je trainersloopbaan. Als je
blijft spelen gaat op een dag alles kapot en moet
ik je knie vastzetten."
„Nou, ik heb eens zo'n geval gezien, een jon
gen van Waterschei, ik weet niet meer hoe hij
heet. Die z'n knie hadden ze met acht van die
grote pinnen vastgezet. En z'n been ingekort.
Die deed er zes maanden over om te herstellen.
Dat is toch wat, man. En z'n been stijf hè. Jaah,
die loopt nou met een stijf been."
„Ik heb een voorbeeld gehad aan die jongen. Ik
dacht nu stop ik maar. Een klap hoor, ik ben be
zeten van voetbal, heb er altijd vreselijk voor
geleefd. En dan opeens niks meer. Nou ja, ik
speel zo af en toe nog wel. Vanavond bijvoor
beeld, een benefiet-wedstrijd voor een wielren
ner hier uit de buurt, ik weet zijn naam gee
neens. Die had een huis laten bouwen. Dat is
klaar, hij trekt er in en fietst de volgende mor
gen naar de verzekerings-agent. Toen-ie terug
kwam was het al afgebrand. Kreeg geen cen
time uitgekeerd. Toch gauw een schadepossie
van twee, drie ton. Zo'n man laat je toch niet in
de kou staan."
„De eerste keer dat ik geopereerd werd, was
op mijn zestiende, ik zat nog bij SDW. Kapotte
meniscus. Dat is toen slecht gedaan. Bij FC Am
sterdam heb ik nooit last gehad, bij Feyenoord
aanvankelijk ook niet. Maar tegen Bilbao kreeg
ik een trap tegen die knie, toen voelde ik al wat.
Later nog eens één, van Niels Overweg. Maar ik
ben altijd door blijven spelen, ik had overal
schijt aan als ze me nodig hadden."
„De spuit erin, amaai joeng, dat heb ik vaak ge
daan. Het is nodig dat je speelt, zeiden ze dan en
dan liet ik me weer spuiten. Nu ik ouder ben,
heb ik in de gaten gekregen dat ik geen bescher
ming gekregen heb van mensen van wie ik dat
verwachtte. Die mensen hebben altijd gedacht,
zolang Jansen shotten doet, brengt dat geld op.
Mijn makke is, dat ik te hard ben voor mezelf.
Een ander redt dat niet, maar ik wel. En daarop
is ingespeeld. Ik ben hard voor mezelf. Altijd ge
weest. Bij RWDM ben ik eens op een stuk beton
achter het doel gevallen. Ik had pijn in mijn
arm, maar een beetje water erop en verder spe
len. 's Nachts had ik het niet meer, ben naar het
ziekenhuis gegaan, bleek die arm gebroken. Ook
had ik eens last van mijn pols. Ook verder ge
speeld. Die pols is verstuikt Nico, zeiden ze.
Bleek dus ook gebroken."
„Alleen als ik teveel pijn had ging de spuit er
in. Maar ik liet dat wel door specialisten doen.
Bij Feyenoord was Abardanel of hoe heet die
goser, clubarts. Als hij binnenkwam liep ik hard
de kleedkamer uit. Hij was een beetje nerveus,
als hij spoot wist je nooit waar die naald te
rechtkwam. Maar wel een lieve man hoor, die
deed ook zijn best."
„De verzekering? Pfff. Daar ben ik nog mee in
de slag. Die keurt je maar voor 20 procent af en
betaalt pas als je in je kist ligt."
„Verwijten, ach nee. Het heeft me meer gesto
ken dat ik te vroeg ben afgeschreven. Oude spe
lers met een blessure worden op de vuilnisbelt
gestort, dan vind ik heel erg. Die moet je juist
verzorgen en motiveren. Ik word straks trainer.
Er wordt nu gezegd dat ik een te harde trainer
zal worden. Ik denk juist van niet. Door alles
wat ik heb meegemaakt. Ik heb iets over te
brengen, karakter vooral."
„Als het niet om die knie was, had ik nu nog in
het Nederlands elftal gespeeld. Dat zou wat voor
mij geweest zijn, Nederland-België, op dat kei
harde veld. Zo'n Van Loen, zijn schuld toch, dat
die Grün scoort. Als spitsspeler moet je niet al
leen kunnen aanvallen. Ik zou alle middelen ge
bruikt hebben, maar die bal was voor mij ge
weest. Een WK-kwalificatie een paar minuten
voor tijd uit handen geven. Dat mag toch nooit
gebeuren, daar was toch geld te verdienen?"
„Ik wist niet wat ik zag, Houtman-Van Loen.
Hadden ze beter mij kunnen nemen, ik had dat
in mijn eentje gedaan. Als ze 70 procent van
mijn inzet gehad hadden, had het al goed geze
ten. Er is altijd gezegd dat ik gek was. Jaaah,
maar omdat ik zo gek was, werd er wel altijd
verdiend."
„Ik hield altijd drie man bezig, dat moet je
kunnen, daarvoor heb je veel kracht en conditie
nodig. Ik til maar zo een zak cement van 50 kilo
naar boven, dat kunnen niet veel voetballers.
Ondanks die knie ben ik vorig jaar bij FC Boom
nog speler van het jaar geworden. Je moet na
tuurlijk wel wat kunnen hebben, hè. Wim van
Hanegem vroeg me voor zijn afscheidswed-
strijd. Vanwege een achillespees-blessure kon ik
nauwelijks lopen. Heb ik er drie spuiten in laten
zetten. Zou een ander niet doen, nee, maar als
Willem je nou vraagt te komen
,,'in mijn leven heb ik één groot ding meegf-
Nico Jansen op zijn praatstoel in zijn café in Londerzeel.
- foto de gelderlander
maakt, die knie. Anders had ik nog gespeeld. Ik
was de oudste aanvaller in het betaalde voetbal
geworden, zeker weten. Door die rot-knie ben ik
veel misgelopen. Ik zou mee naar de WK in Ar
gentinië. Is Nanninga gegaan. Wel hebben ze
mijn techniek onderschat. Ik werd alleen als
doordouwer gezien, maar ik kon echt wel wat
met een bal, hoor. Na mijn eerste jaar bij
RWDM kon ik al meteen naar Anderlecht, maar
RWDM vroeg teveel. Aan de andere kant, als ik
niet had kunnen voetballen, was ik nog steeds
timmerman in de bouw geweest, had ik zwart
kunnen gaan werken."
„Een goede begeleiding heb ik wel gemist. Je
moet in dit wereldje een goede kameraad heb
ben die verstand van zaken heeft, anders heb je
op het laatst niks over. Er lopen een hoop trek
poppen rond die ik het liefst onder de grond zou
willen douwen. Die worden rijk uitjouw zak."
„Die galbak van een Maarten de Vos van In-
ter Football bijvoorbeeld. Ik zal nooit vergeten
hoe hij mij voor schut wilde zetten. Het was in
Ahoy', op het één of andere gala. Hij stond daar
met zo'n bontjas aan en bij hem stonden nog wat
van die dikke mensen, ook met zulke bontjassen.
Wees maar blij dat je ons hebt Nico, zei De Vos,
anders was je nooit wat geworden. Woedend
was ik. Ik ben toch zeker de speler die het geld
verdient, ik betaal jullie, riep ik."
„Door hen mocht ik de eerste vijf weken niet
spelen bij Feyenoord. Ongeoorloofde arbeidsbe
middeling. Kreeg ik geen loon, hoor. En onlangs
ben ik er achtergekomen dat ze (Inter Football-
red) bij Adidas nog geld van mij gepakt hebben,
achter mijn rug om. Eigenlijk moet ik ze manen,
maar zo ben ik niet. Ze lieten me ook huizen ko
pen, die klootzakken, en niet tegen zeven zoals
ze zeiden, maar tegen veertig procent rente. Zo
dra het mir.der met je gaat, hoor je niks van ze.
Maar wist ik veel, ik kende die wereld niet. Ik
ben bloedeerlijk grootgebracht. Als speler ben je
net een lopend huis. Anderen verdienen aan
jou."
„Ondanks alles ben ik content. Je bent de hele
dag met sport bezig, je kunt je uitleven, wat wil
je nog meer. Tuurlijk is er druk. Bij FC Amster
dam niet, bij Feyenoord wel. Je moest spelen,
ook voor jezelf natuurlijk. Niet zeiken, dan
maar de spuit erin, zo ben ik. Druk moetje aan
kunnen, vooral geestelijk. Is toch belachelijk dat
die Kieft meteen Vercauteren begint te slaan.
Als ze mij tergden of spuugden, lachte ik maar
wat. Dan wachtte ik tien minuten en dansli
ding over de bal of zo."
„Ik kan me nog een voorstopper van Bratislava
herinneren. Die lag ook zo te kloten. Op een ge
geven moment deed ik met mijn vingers zo, pa-
tattetpetat en hij kon naar de oogarts. Defilipe
van Espagnol heeft het ook geweten. Die liep
maar te trekken en te schoppen. Ik zeg nog, look
out jongen. Toen ik uithaalde stond z'n hele neus
scheef. Zo, plat tegen z'n wang aan. We speelden
met FC Amsterdam tegen PSV, volle bak. We
lopen het veld op en ik zeg tegen Van Beveren,
Hoi Jan. Voor jou is het meneer Van Beveren,
zei-die. Ik dacht, wat krijgen we nou? Hij laat
even later een bal los en ik haal vol door. Van
Beveren het veld af. Komt even later weer te
rug, met zo'n tulband om z'n kop. En acht kram
men in het hoofd. Jaah. Menèèr, kom zeg."
„Die Defilipe heb ik eens een keer vijf keer
achter elkaar op zijn kont laten vallen. Ik had
zo'n beweging waarin ik de bal tussen mijn voe
ten liet kaatsen, en hij maar achteruit lopen en
vallen. Toen ik hem voorbij was, moest ik zo la
chen dat ik de bal kwijtraakte. Ik maakte altijd
geluiden in het veld als ik niet bij de bal kon.
Daar schrokken ze van, jongen. In de Europa
Cup kopte de voorstopper van FC Köln daardoor
een vrije bal zomaar over Schumacher in eigen
doel. Hahaha. Duitsers. Ik weet nog dat we te
gen Kaiserslautern speelden. Ik had die voor
stopper Diehl al eens snoeihard aan zijn poppes-
nor getrokken, die was dus al in de war. Komt er
een bal waar ik niet bij kon. Weer van die gelui
den gemaakt. Liepen die Diehl en de laatste man
zomaar tegen elkaar op. Schoot ik de bal zo bij
Hellström in de korte hoek."
„Ik heb ook veel moeten nemen, als ik een bal
zag komen, moest ik die hebben, dan zag ik niks
meer. Ik voelde ook nooit pijn. Van Piet Schrij
vers heb ik eens een klap op mijn kanus gehad,
zeg. Die Piet sloeg rustig expres onder de bal
door. Deed-ie bij mij ook, Maar de bal lag wel in'
het doel. 's Avonds voel ik aan mijn kop, ik zeg
krijg nou wat. Een bult, zo groot als mijn hand.
Ik had er niks van gevoeld."
Ik heb ontzettend veel gelachen in het voetbal.
Bij FC Amsterdam vooral. Daar waren Fritsie
Flinkevleugel en Jan Fransz de gangmakers.
Lieve mensen hoor, maar een streken... We
hadden niet zulke goede voetballers, maar door
de goeie sfeer haalden we resultaten. Als
iemand een schop kreeg, stonden we er met tien
man omheen, werd de dader haast gemolesteerd.
Dat is nu wel anders. Mijn eerste wedstrijd, te
gen PSV, 55.000 man. Die begon nog een kwar
tier te laat omdat ze in de kleedkamer zoveel
UI
ff
ni
't
in
V f
- i. s!
t
scheten hadden gelaten dat het er zo stonk, dat
niemand binnen kon. De luciferdoosjes tegen de
wasmachines. Maar we wonnen wel met 1-0, ik
maakte de goal. Hadden we van die wasmachi
nes gewonnen, zeg."
„Goeie voorhoede ook, Meyer, Van der Lem en
ik. Meyer maakte er twee tegen Ajax, Hans
Kraay kocht hem meteen. Voor een miljoen.
Daar heeft hij één goeie wedstrijd gespeeld. Ha
haha. Gerard van der Lem was mijn gabber.
Toffe bink, we hebben ook samen bij Feyenoord
gezeten. We waren bij Amsterdam de enige full-
profs. Wij zouden het spelershome betimmeren.
Van der Lem sloeg zich bij de eerste spijker op
de duim. Die dus liep de hele dag met een bezem.
Jaah, op zijn rug. Die was te lui om te werken,
dat zou een goeie voor de gemeente wezen. Te lui
om te kijken. Als hij een fles cognac verzette,
brak hij een arm."
„Mooie dingen meegemaakt met Gerard.
Margot, zijn vrouw, had net haar rijbewijs ge
haald. Die kreeg van Gerard een autootje, zo'n
Dafje. Wij halen dat wagentje op en zetten het
bij Gerard voor de deur. Voor zijn Datsun 280
ZX, die had-ie net van mij gekocht, zo'n sport
wagen. Margot in de zevende hemel. Hoe rijdt
zo'n Dafje? Nou, gewoon starten en vol gas ge
ven, zegt hij. Margot start dat ding en klets-
boem, snoeihard tegen die wagen van Gerard
op. Had-ie dat Dafje in de achteruit laten staan.
Ik lag op de straat van het lachen en Gerard
kwaad, kwaad."
„Toen we bij Feyenoord zaten, had ik zo'n
Fiatje 600, weet je wel zo'n klein doosje. Daar
reed ik op een wedstrijddag mee over het voet
pad, je kon er namelijk mee tussen de paaltjes
door. Komen twee agenten ons achterop. Wij rij
den en zij rennen. Maar door de drukte halen ze
ons in. Wat doen jullie met die auto op het voet
pad? Ik zeg, wou je mij met zo'n klein ding op de
grote weg laten rijden, dan."
„Ik kocht in die tijd antieke auto's. Knapte ze op
en verkocht ze door. Ik haalde ze uit Frankrijk.
Daar vond je van alles, Rolls Royces, Chevrolets,
Cadillacs, onder hooibergen, in schuren. Ik sliep
gewoon bij die boeren, in vieze kotten. Had ik
toch schijt aan. Ik laadde die dingen op de trai
ler. Vaak drie, zette ik er één op het dak van een
ander. Je kon nauwelijks nog sturen, de voor
wielen kwamen los van de grond. Zo Parijs door.
Heb ik heel wat geparkeerde wagens geraakt
daar, zeg. En gewoon doorrijden, hè. Ben ik nog
weieens aan de grens aangehouden."
„Toen ik bij RWDM zat, reed ik in een Peu
geot 4 uit 1937. Op zekere dag rijden we, Robbie
de Kip zat naast me, met dat geval die bult daar
af. Dan ging het hard, want die kar woog twee
ton. Steeds rapper. Voor ons rijdt een VW-fje
met vier nonnen erin, langzaam. Ik ga er voorbij
en toen ik er naast reed, claxonneerde ik. Die
schrokken zich een bult, door die kappen hadden
ze me niet zien komen. Heb ik nog moeten wui
ven en wijzen, anders waren ze zo een huis bin
nen gereden."
„Zo heb ik ook eens een jacht gehad. Van
achttien meter! Da's lang hoor. Ik kocht dat ding
uit een faillissement, die vent had meteen poen
nodig en ik ben makkelijk in die dingen. Mooie
boot, een voormalige Rijnsleper, woog 21 ton.
Gingen we een proefvaart maken. Op het
Noordzee-kanaal, ik achter het stuur. Allemaal
van die grote schepen weetjewei, maar het ging
wel lekker. Tot we bij de sluizen kwamen. Er zat
natuurlijk geen rem op en die vent roept BAK
BOORD. Wist ik veel en ga dus stuurboord.
'Vaar ik me toch een stuk uit die sluisdeur zeg.
Het hout lag overal. Nog een geluk dat er geen
schepen lagen."
„Dat jacht heb ik weer verkocht. Je had er na
melijk vier man personeel voor nodig om mee te
varen. Toch wel spijt van gehad, was een mooie
boot, met een groot vliegwiel, twee drukvaten
om te starten en een stuk of 20 zuigers. Had ik
nooit weg moeten doen. Ik had ook eens zo'n
mooie Chevrolet uit 1947. Zwart, met vier van
die enorme bumpers en een rood interieur. Als
je hem startte kostte dat 25 liter benzine. Jam
mer dat ik die heb weggedaan, zou nu een ver
mogen waard zijn."
„Er wordt weinig meer gelachen in de voetballe
rij. Dat is jammer, want sfeer is zo belangrijk.
Ik herinner me nog een wedstrijd tegen Feyen
oord. Toen kopte Heini Otto een bal in, die Trey-
tel door zijn benen liet gaan. Ik zeg tegen Trey-
tel (die kaal was-red), het haar hing zeker voor
je ogen. Kwaad dat-ie was. Toen ik later bij
Feyenoord zat heb ik eens een affiche gemaakt.
De koppen van Treytel en Geels getekend en
daartussen een bal. 'Wie van de drie' had ik er
onder geschreven. Treytel heeft ook een tijdje
een pruik gehad. Als hij dook viel dat ding af,
zeg. Wel een goeie keeper hoor, nou, pas op. Ik
was ook bijna keeper geworden. Bij Amsterdam
keepte ik vaak in het tweede en speelde de dag
erop in het eerste. Ik moest kiezen."
„Bij Amsterdam douwden ze altijd moorkop
pen in je schoenen. Als je ze aantrok, spoot de
slagroom je om de oren. Ik liep daar altijd met
een schaar op zak. Stropdassies afknippen. Van
Tommy Dekker had ik eens een poeder gekre
gen. Als je dat bij iemand op zijn kop gooide die
onder de douche stond, werd het een rood stro
perig goedje. Net een dikke straal bloed, of je
een vreselijk gat in je kop had. Bij Feyenoord
had ik daar nog wat van. Ik flikker dat bij Dick
Schneider op zijn kop, maar net iets teveel. En
fin, die Schneider eerst niks in de gaten, zeept
lekker door, maar ziet opeens dat hij rode han
den heeft. En vervolgens al dat 'bloed' over zijn
lijf lopen, helemaal rood was-ie. Die begon me
toch te gillen, ik dacht dat-ie een hartstilstand
kreeg. Die hebben we met z'n allen moeten van
gen en kalmeren."
Tijdens zijn actieve voetbalcar
rière ging Nico Jansen onder alle
omstandigheden keiharde con
frontaties aan. Op deze archieffoto
vecht de spits een luchtduel uit
met de Eindhovenspelers Dijkstra
en Bloemers. - fotoanp
„Veel mensen begrijpen die voetbalhumor niet.
Het gebeurde maar al te vaak, dan zat je met
zijn allen in een groot bad, kwam er opeens een
drol bovendrijven. Zat er dus één te schijten.
Moet je lak aan hebben. Ik dacht dan, die kon
het zeker niet ophouden. Over bad gesproken.
Haha. We hadden een keer met FC Amsterdam
van Feyenoord gewonnen. Wij juichen na afloop
en grijpen Van de Meent (de trainer-red) beet.
Pimmetje, Pimmetje en we lazeren hem zo het
bad in. Komt-ie met een knalrooie kop boven,
overal blaren. Zijn kleren plakten aan zijn lijf.
Wat denk je. Hadden ze er nog geen koud water
bijgedaan, zat er alleen kokend water in dat
bad. Was Van de Meent bijna verbrand, man."
„We wonnen van Inter Milan, zie ik dat bad,
allemaal stoom, ik duik er zo in. Pats met mijn
waffel op het beton. Zat er nog maar een centi
meter water in, had ik door die stoom niet in de
gaten, joh. Die wedstrijd herinner ik me nog
goed. Met dat kleine Amsterdam hadden we te
gen het grote Inter geen kans. Op de dag van de
wedstrijd was Dé Stoop jarig. Wij allemaal tot
middernacht opgebleven en feliciteren. Stoop
vond het prachtig, die bestelde meteen drank. Is
me een feest geworden. Wij allemaal in de polo
naise en Robbie Bianchi met een uitgestreken
gezicht in smoking piano spelen. Maar wel win
nen, hè, 1-2 werd het. Allemaal grote jongens hè
bij Inter. Mazzola met zijn poppesnor, Spaghetti
nog (bedoelt Fachetti-red.). Die hadden een
week in trainingskamp gezeten, hahaha."
„Ik werkte in die tijd bij Stoop. Liften bekleden.
Zeven joeten per lift. Ik deed er drie op een dag,
anderen vier in de week. Ik begon om drie uur 's
nachts. Waren die bedrijven nog dicht natuur
lijk, maar ik kwam er wel in. Met een ijzer
draadje kom je overal in. Heb ik nog eens een
halve dag vastgezeten in zo'n lift. Dat bedrijf
had namelijk vrij-af, maar wist ik veel, ik was 's
nachts al binnen gegaan. Wat gebeurt er, ik
maak kortsluiting. Gingen die deuren niet meer
open. En het noodluik zat er nog niet in. Zat ik
opgesloten. Maar die lijm die je gebruikt om die
lift te bekleden, dat is me een stinkende rotzooi.
Als je daarmee werkt, vallen na zeven jaar al je
tanden uit je bek. Bij iedereen hoor. Na een
halve dag boven die rommel gehangen te heb
ben was ik zo maf, dat ik met een breekijzer die
deuren geforceerd heb. Moest ik naar Starlift
bellen om nieuwe deuren."
„Stoop heeft me wel zeven keer ontslagen. Af
en toe bleef ik thuis hé, ja ik deed zoveel liften.
Belde-ie op. Flikker jij maar op. Oké, voorzitter,
zei ik dan. Maar dan zag hij even later weer
hoeveel ik gewerkt had en dan had-ie spijt.
Kwam hij in zijn Jaguar met cadeau's aan de
deur, zo was-ie wel. Of met 300 piek, om iets
voor de vrouw te kopen."
„Ik heb zijn hele huis aan de Apollolaan ver
bouwd. In mijn eentje zeven containers in an
derhalve week. Is nog een stukje van mijn rug-
gewervel kapot gegaan. Ik liep met een stuk be
ton van 90 kilo te sjouwen. Kom ik te vallen, zeg.
Ja, ik had het natuurlijk op een kruiwagen moe
ten leggen."
„Altijd gekke dingen, hè. Bij RWDM mocht ik
voor de wedstrijd niet in de kleedkamer. De an
deren konden zich niet concentreren. Hier, aan
mijn café heb ik een zaaltje. Worden begrafenis
sen gevierd, want dat doen ze hier. Voor het lijk
begraven wordt staat de kist hier. Kan er nog
afscheid genomen worden. Mijn werkster komt
daar dus nooit als er lijken staan. Maar op een
dag had ik haar beet. Ik zeg, de keuken is niet
proper, dat moet over. Moest zij een emmer gaan
halen bij die doodskist. Ik loop snel om en
verstop me achter een gordijn. Toen ze er aan
kwam, begon ik te grommen. Een gil, je hebt nog
nooit zoiets gehoord. Later dacht ik, eigenlijk
stom, als ze een zwak hart gehad had, had ze er
zo kunnen blijven liggen. Zelf ben ik in het don
ker eens bovenop zo'n lijk gevallen. Ik was de
hele dag van de kaart. Die stank blijft bij je
hangen, hè."
„Tja, wat moet een Mokummer nou in Londer
zeel. Ik vind het er nogal leuk. Moet je in Am
sterdam komen. Ik ben vier keer geweest en vier
keer is mijn auto leeggehaald. Zelfs de velgen
hebben ze gejat. Maar dat was vroeger al zo. Ik
had een Alfa Romeo, die waren in de mode.
Twee dagen had ik die kar, ik sta op, kijk uit het
raam, staat-ie op vier kratjes."
„In het begin kwamen er veel vechtersbazen
in mijn café. Eén zat een oude man te sarren. Die
heb ik aan zijn haren opgetild en buiten gezet.
Witheet was ik. Een ander sloeg ik zo onder de
toog door. Voor die man was iedereen bang, een
strafblad van een halve meter. Laatst heb ik
hem voorgoed de zaak uitgeslagen. Sloeg hij
iemand op diens bochel, een gevoelige plaats hè.
Ik word helemaal wit en haal uit. Twee kaken
gebroken, hebben ze met zilverdraad aan elkaar
moeten naaien. Hij bleef plat liggen. Ik dacht
dat-ie dood was. Heb ik een emmer water over
hem heengeflikkerd. Die man had nog een paar
zaken voor de rechtbank lopen, ik dacht laat ik
niet lullig zijn en hem naar huis brengen.
Krijgt-ie hier geen last mee. Klaagt-ie me na
een maand aan, zeg. Die zaak loopt nog. Betalen
doe ik niet, dan ga ik maar zitten."
„Ik ben harder geworden door het leven. Maar
ik zou alles zo weer overdoen, al zou ik nooit
meer met me laten sollen. Ze hebben achter mijn
rug om teveel geld van mij gepikt. Hoeveel?
Nou, een paar auto's gauw. Zeventig mille? Neu,
ik denk wel een ton of twee, zo. Stoop heeft door
mijn transfer negen ton aan mij verdiend, zelf
nooit een cent van gezien."
„Maar spijt, nee dat heb ik niet. Hooguit van
die boot en die Chevrolet."
DEN HAAG (ANP) - De WCS 1
bal een voortrekkersrol. Dat bevi
bregts van het sectiebestuur vi
Eugene Lemmens van de Federal
ganisaties (FBO).
„De WCS heeft voor de spele
richt", zegt Huijbregts, al twintig
als secretaris. „Ik herinner me t
tot stand komen van een arbei
voetballers als werknemers weri
van een pensioenfonds. Ondanl
ok in
>EN HAAG (ANP) - Kc
jicht, de stem en het gew<
•rsvakbond, is gewend
Lanmerkingen worden n:
;n, soms zelfs als pijnlijk
aan de andere kant eer
;wijs voor de strijdbaar!
itie.
Dat geeft de bezoldigd sec
,n de Vereniging van Contr
r omwegen toe, als hij in zijt
Den Haag praat over het i
ganisatie. De 60-jarige Jans
1 januari 1961 in dienst van
n jaar als onbetaalde kracht
In een kwart eeuw vak-
londswerk hebben de spelers-
Egevaardigden en verschil-
inde generaties bestuurders
an de sectie betaald voetbal
an de KNVB heel wat met el-
aar te stellen gehad. Jansen
ijt dit voor een deel aan de
astelling van de WCS. „Dat
ab je nu eenmaal als je voor
:n duidelijke profilering
iest. Je kunt de zaken op hun
sloop laten en het aan de
erkgevers en de voetbalbond
verlaten. Dat hebben wij
ooit gedaan. We willen be-
•okken zijn bij elke kwestie
die met het spelersbelang te
aken heeft. Als voorman val
dan altijd op, word je als
in lastig baasje gezien. Ik heb
:t vaak moeilijk met de kri-
iek die ik krijg, heel moeilijk
lfs. Maar ik heb nu eenmaal
in huis uit dat strijdbare.
ian moet je de gevolgen kun-
n aanvaarden".
Terwijl zoon Rob (30) druk
izig is met de voorbereiding
in het tweede profgala, dat 3
|ebruari in Eindhoven wordt
ihouden, gaat Karei Jansen
op verleden, heden en toe-
tamst van de WCS. Dat lukt
igischerwijs niet zonder zijn
gen visie uit te sluiten. Het
t ook niet, zonder te praten
rer de ontwikkelingen in het
taalde voetbal. Zelf speelde
bij VIOS begonnen rasechte
agenaar tot z'n 37ste betaald
tbalbij ADO, DHC en
folland Sport. „Ik heb zo'n
itje in alle vertegen woordi
nde bondselftallen gespeeld,
ilfs drie keer in het voorlopig
[ederlands team, zoals dat
n heette".
Gezien zijn ervaring, meent
Jansen, dat hij weet wat goed
en wat niet goed is voor een
profvoetballer. „Onze leden
hebben behoefte aan vakkun
dige bijstand. Ik geef toe, dat
;e achterban in het open-
ar nauwelijks praat over de
DEN HAAG (ANP) - Het pro
gramma voor het betaalde
voetbal na de winterstop is:
EREDIVISIE:
1 /2 februari:
Feyenoord - RODA JC
Utrecht - Heracles
Haarlem - WV
Den Bosch - Groningen
Fortuna Sittard - PSV
Ajax - AZ '67
Twente-MW
Sparta - Excelsior
NEC - Go Ahead Eagles
8/9 en 12 februari:
inhaalwedstrijden competitie
en beker
15/16 februari:
MW - Sparta
AZ '67 - Twente
PSV - Ajax
Groningen - Fortuna Sittard
WV - Den Bosch
Heracles - Haarlem
Roda JC - Utrecht
G.A. Eagles - Feyenoord
Excelsior - NEC
22/23 februari:
Haarlem - Roda JC
Den Bosch - Heracles
Fortuna Sittard - WV
Ajax - Groningen
Twente - PSV
Sparta - AZ '67
Excelsior - MW
NEC - Feyenoord
Utrecht - Go Ahead Eagles
26 februari:
derde ronde bekertoernooi
172 maart:
AZ '67 - Excelsior
PSV - Sparta
Groningen - FGTwente
WV-Ajax
Heracles - Fortuna Sittard
Roda JC - Den Bosch
Go Ahead Eagles - Haarlem
Feyenoord - Utrecht
MVM-NEC