iet' )B STEM Mies opgeven om die ene parel te kopen' I ms (74): Magda van Cauwenberg ging het klooster in: DINSDAG 24 DECEMBER A102 124 DECEMBER i u kentIk heb toen gezegd lelijks thuis kunnen brengen. - FOTO'S JACQUES PEETEFIS zes maanden heb ik er één lu om in een goede conditie te ik rook iedere maand één si- gewoon moe ben. Bovendien pee weken geleden heb ik de puurt nog even tot de volgen en tracht me bij het eten in te Inder decoraties, 95 kilo, mét Ir. Als minister heb ik wel eens |le staatsiebanketten." veel op te hebben met de ka rt erg gelovig, maar niet erg ld dat ze over mij spreken als de Bruxelles' is nog ver. De :r deze paus gelukkig weer wat Ik betwist niemand het recht n te hebben over zijn geloofs kei gevallen mogen mensen zich r niet meer katholiek noemen. Ik, maar ik heb grote bezwaren lim van de moderne tijd allerlei puren. Homosexualiteit, lesbi- 5tale verhoudingen en ga zo J in de eerste eeuw na Christus, Ie nog liederlijker was dan te- and, gezegd had dat 'de mo- g vraagt van deze uitwassen', i. De mensen die de uitwassen :n dat zeker doen. Maar ze goedkeuring uit Rome. Een angs aan. Hij had een neef en _sen van in de vijftig. Vroeger lek, nu zijn ze 'modern' katho- It ze nooit meer naar de kerk p als varkens leven. En boven- voor de paus spioneert, zo zei 3 Vormgeving: René van Rijthoven Illustraties: Ad Couwenbergh Eindredactie: Wim van Leest 11 11 A103 ^.V;. Door Anton Theunissen ^VEN Voor Antwerpen, vanaf de E-10 rechts: de gigantische, zeer luxueuze villa in wijk van Schoten. Aan de westrand ervan, de groenzones definitief overgaan in weilanden, als een stoere hekkesluiter een majesteus land- met robuuste, wat verbleekte muren en met twee ratjes, sinds enige jaren de priorij 'Regina Pa- Vita et Pax' van de zusters Benedictinessen. In lenkamer spreken we met Magda van Cauwen- een kleine, beweegüjke vrouw van 37, vlot van ijgriem gesneden en zelden terughoudend in ant- den op soms wat uitdagende vragen. Zij is in uber ingetreden en de jongste van de dertig Bel- een Nederlandse zusters van Schoten, is Belgische van geboorte, afkomstig uit een ge- twaalf kinderen. Zij studeerde humaniora, zat intoor, volgde een opleiding tot godsdienstlera- vier jaar verpleegster in het Bredase Ignatius- ihuis, één jaar particulier verpleegster in Am- aii, werkte vijf jaar in een tehuis voor 'criminele' ten, studeerde criminologie in Leuven en was ar wijkverpleegster in de jodenbuurt van Ant- o. i tal er warmpjes bij: Een luxe appartement, i, reizen naar alle delen van Europa, platen in overvloed. M: Je hebt een afwisselend leven gehad, succes in rken materieel kon je je alles veroorloven. Hebben iden en kennissen je niet voor hartstikke gek ver men je aankondigde in het klooster te gaan? Hoe «jeje, als ze dat zeggen? iTWOORD: „Ik geef ze gelijk. Ik kan de twijfels aderen niet rationeel weerleggen. Ik kan wel uit- n, dat wanneer ik een stap zet, ik het vertrouwen Jat de Ander me dan wel tegemoet zal komen, ivaar je, maar ik kan dat niet overbrengen". m koos je, midden in een actief bestaan, voor een sober leven in dit klooster. Waarom leverde je de We/ in? leverde eigenlijk niets in, ik kreeg alles. Ik le ffijn baan in en op dit moment van grote werk- «id is dat nog sociaal ook. Maar even serieus. Iele leven is een zoeken. Je zoekt naar je geluk, neer en niet minder. In mijn carrière zie je wei- lementen van standvastigheid. Bij elke nieuwe licht ik: daar zal ik het geluk vinden. Je vindt meer, maar elke keer weer werd ik geconfron- met de zinloosheid van mijn bestaan, van m doe ik het. Ik had al langer het gevóel, dat ik lijn leven achter kleine waarden aanholde, ter- ta zoeken naar de grote waarden, noem dat God, ook binnen mijn bereik lag. Die ontdek- gooide mijn gevestigde leven totaal overhoop!'. ster ontdekte je dat? het moment dat ik in de wijkverpleging in föpen werkte, vond ik dat ik voor mezelf het mijn plaats zat. In die verpleging zat ik waar ®t zitten, ik kon daar mezelf heel creatief en in- 'f uitleven en op dat moment kom ik door een toeval in contact met een comtemplatief kloos- taar de mensen zich niet richten op prestatie, Daar zoek je het geluk binnen en in VOG even terug naar dat zoeken naar geluk. Je zegt: ik was steeds op zoek naar kleine maarden, naar klein geluk. Wat is dat? Kun ncretiseren Heine geluk is tevreden zijn over wat je ge- W hebt, het kunnen tevreden zijn over wat je steerd hebt. Geld hebben, zodat je kunt kopen !t graag wilt, voor mij boeken, platen, naar de tn het theater gaan, reizen. Dan zijn daar de t!> die je bevestigen, datje het goed doet. Dat is ®j het kleine geluk". 'l1vos niet genoeg? 'ec' dat was niks". fyk klinkt e dat allemaal niet zo nieuw in de spiritueel levensgevoel, de mystiek, tegen- saak omschreven als een direct individueel con- "el de kosmos, het goddelijke, het zijn thema's die ''"moderne romans tegenkomt. Bovendien zeiden "eken al: zoek je geluk in jezelf, bemoei je niet "lledaagse, laat de omgeving op je inwerken als Zo'n beetje de moderne slogan Ik eis geluk. °ok ergens jouw grote geluk? L grote geluk, dat ben ik met de klassieken Jt binnen in jezelf. Ik kom daar alleen niet uit, tin mijn vorige banen niet uitgekomên, ben en j met aan toekomen. Niet uit sterkte, maar uit (e j'mdat ik het alleen niet aan kan, heb ik deze 'gemeenschap nodig, de stilte, het gedragen 1 "lr de nabijheid van mensen die alles opge- Het zijn er niet veel, maar ze zijn er nog of weer: vrouwen die be sluiten tot een leven als kloosterlinge. Na jaren waarin het klooster ver grijsde, lijkt er sprake te zijn van een kleine opleving. Er melden zich weer vrouwen aan. Waarom voelen zij zich aangetrokken tot een instituut dat hun niet langer status geeft, binnen een kerk die hun nog steeds geen carrière biedt een in stituut dat nog moet bewijzen dat het kan overleven Is het een radicale keuze om jezelf weg te stoppen, weg te geven, te vergeten of voor jezelf te vluchten? Is het een eindpunt in het zoeken naar geborgenheid in een onzekere wereld of gaat dat hand in hand? Een pas ingetreden zuster vertelt openhartig wat haar bewoog en beweegt. „Je vertrouwt dat die God er is en dat Hij je met tn de steek laat. Dat is onze sterkte. Hij is er. Hij is met ons. En als het eens minder gaat, dan heb je de andere zus ters hier nog. Dat klinkt heel mooi en bijbels, maar waarom moet je zo nodig streven of op zoek gaan naar het grote geluk? Je kleine geluk in al zijn beperkingen lijkt mij meer dan genoeg om je happy te voelen? „Dat lukte nou juist niet, ik voelde me helemaal niet happy. Wat ontbrak was de zinvolheid van het bestaan. De zinvolheid waarom we op deze wereld rondsjouwen. Antwoorden op die vragen zocht ik. De dag dat ik geloof dat er geen God bestaat, dat we zo maar, bij wijze van grap, op deze wereld gegooid zijn, op die dag doe ik niet meer mee. Ik kan niet goed zeg gen waarom ik dat ineens ervaarde. Ik ervaarde op een gegeven moment dat ik overtuigd was van het be staan van God, maar zocht nog een antwoord op de vraag of ik mij verantwoord kon terugtrekken uit mijn activiteiten en in plaats daarvan in een klooster kon gaan bidden, gaan zoeken, mijn eigen geluk ach terna lopen, want ergens merkte ik dat de kloosterlin gen die ik ontmoet had, over een krachtbron beschik ten die ik niet kende, de krachtbron is eigenlijk heel simpel het vertrouwen dat God met je is". Waarom koos je dit contemplatieve klooster? „In de eerste plaats omdat ik contemplatief wilde worden. Bovendien werd ik hier, op mijn informatie ronde, heel open ontvangen met de rechtstreekse vraag 'wat zoek je eigenlijk?' Ik ben hier eerst een aantal dagen geweest en het beviel me. Ik zag dat je hier de kans krijgt écht te zoeken, met vallen en op staan, waar je niet voorgeschreven wordt hoe en wat je moet geloven, waar je de meest ongeloofwaardige vragen mag stellen, waar je zelfs een tijdje mag dwa len en een doodlopende weg mag exploreren want op het einde van die weg staan ze je met mildheid op te wachten. Hier heerst een sfeer van openheid en eer lijkheid. Veel mensen denken misschien: hier worden zielen gewurgd. Laat ik duidelijk zijn: hier worden geen zielen gewurgd. Ik hoop alleen maar dat ik alles veel simpeler ga zien, dus een simpele ziel wil ik in die context wel worden". Èl^OET je het met het beleid van de Kerk eens WWÊ zijn om hier binnen te komen? Laat je je niet f M ringeloren door een Kerk die verrechtst of volg je gewoon je eigen geweten, wat zou kunnen impli ceren, dat je je niet al te veel aantrekt van Het Gezag? „Als instituut is ook dit instituut gekaderd in de 1""1' iün ««vArrolunftotT on 1pf>r Dip rrrtpf ip alt; in- stituut waarmaken, maar als individu krijg je alle ruimte om binnen deze gemeenschap te zoeken en zelfs te dwalen". Moet je in God geloven om in een klooster te gaan?. „Dat is een absolute voorwaarde. Of beter: je moet Hem zoeken". Je hebt hier een slot en achter die slotdeuren mag ik niet komen. Het slot is tegenwoordig wat symbolisch, maar het heeft in zoverre toch betekenis, dat het de wereld builen de deur moet houden. Is er geen gevaar, dat je achter die slotdeuren gaat doen aan egotripperij in vrome gedachten? „Dat slot is inderdaad symbolisch. Het wil alleen maar zeggen: Hier heb je een plaats van stilte. Hier moet je zo stil zijn, dat je niemand stoort die in deze ruimte verblijft. Die stilte is nodig". Om wat? „Om te lezen, zoeken en te bidden. Nog even iets over het buitensluiten van de wereld. Dat moet je niet zo letterlijk nemen. Wij lezen hier kranten, o.a. de NRC, wij kijken, al is het maar even per dag, naar te levisie, wij praten een half uur per dag, maar ik ben er zeker van, dat wij hier de nieuwe dingen in de wereld, zo je wilt de Nieuwe Tijdsgeest, eerder onderkennen dan menigeen. Wij kunnen de ogen, oren en het hart van God zijn naar de mensen toe en van de mensen naar God toe. Wij trekken ons terug uit de drukte. Daardoor heb je tijd om te reflecteren, vanuit die re flectie zou je kunnen spreken en tekenen van heil kunnen zien, die anderen niet zien. Ik hoef hier niets te halen ik hoef geen doelen te bereiken of te preste ren". Je kunt hier de tijd stilzetten? „Onzin. Je krijgt tijd om te relativeren. Wat ik hier ervaar is blijdschap, vreugde en een vrijheid, die ik nooit gekend heb". S dat het Grote Geluk? „Nee, nee. Als ik over Geluk spreek dan heb ik het over vertrouwen. Je vertrouwt dat die God er is en dat Hij je niet in de steek laat. Dat is onze sterkte. Hij is er. Hij is met ons. En als het eens minder gaat, dan heb je de andere zusters hier nog. En dan hoop ik maar, dat die me oppakken en dragen". Hoe bouw je zulke zekerheden op. Ben je altijd al reli gieus geweest? „Tot mijn twintigste was ik zeer gevoelig voor reli gie. Daarna is dat weggeëbd, het magische, het gevoe lige uit het geloof heb ik losgelaten. Vandaaruit ben ik tot op de bodem gekomen en daarna ben ik gaan zoeken. Toen is er een ander godsbeeld uitgekomen, niet meer die mechanisch God van mijn jeugd, die op alles een antwoord wist. Het werd een realistische God, de God van het kale hout, zoals ze dat hier zeg gen. Ik begon maar weer eens echt naar mezelf te kij ken en naar mijn naaste". Wanneer wist je zeker, dat je naar het klooster wilde? Heb je op een gegeven moment gedacht 'ik moet nou maar niet langer wachten, want dan is mijn leven voor bij'?. Je bent tenslotte 37? „Ik kón niet langer wachten. Op een gegeven mo ment lag ik emotioneel zo overhoop, de keuze tussen de kleine en de grote waarden werd zo knellend, dat ik moest handelen. Toen koos ik". In een voorgesprek heb je me verteld, dat je best ge trouwd had kunnen zijn, dat je bijna verloofd bent ge weest, verliefd bent geweest en goed met kinderen kunt opschieten. Was de stap naar het klooster ook een be- vw/p'» L-t>iivo tuvbpn trmiwpi, pn nipt trniJWPV) „Je moet kiezen tussen met tweeën leven, een gezin stichten en een celibatair leven. In je keuze speelt dat wel mee, je bekijkt dat, maar ik zou bijna zeggen het zat in mijn kleine waardenpatroon". Iets van het tweede plan? „Ja, niet zo van, dat geef ik nou allemaal op om Het was niet overheersend". Hoe reageerden ze bij je thuis en hoe je vrienden en ken nissen toen je met de boodschap kwam: ik ga naar het klooster? „Thuis hebben ze gewoon gezien in het kader van mijn zoeken in mijn leven - heel cynisch zei een broer me: je neemt je dertiende belangrijkste beslissing in tien jaar - eindelijk vindt ze iets en dat zien we voor haar wel zitten. Mijn vrienden waren verrast. Ik was nogal vrolijk, leefde noga) nonchalant. Waarom ga je verkommeren in zo'n klooster, vroegen ze me". Hebben ze geprobeerdje ervan af te houden? „Een paar hebben dat heel hard geprobeerd. Ze probeerden me met een stortvloed van argumenten duidelijk te maken dat ik in een klooster nooit gelukig zou kunnen worden. Dat heeft uiteindelijk niet zoveel invloed. Maar je wordt gedwongen nog dieper na te denken en je gaat je weer afvragen: waarom doe ik het of waarom moet ik het doen. In die zin waren ook de vrienden, die mijn stap veroordeelden, produk- tief". Tegen kerstmis zit je drie maanden in het klooster. Wat mis je nou? (Lachend) „Als ik eerlijk moet zijn, mijn vogel en mijn kat. Maar ook iets anders. Het doet je af en toe pijn, dat je niet kunt ingrijpen in bepaalde dingen. Je „Ergens merkte ik dat de kloosterlingen die ik ont moet had, over een krachtbron beschikten die ik niet kende, de krachtbron is eigenlijk heel simpel het ver trouwen dat God met je is". denkt wel eens, daar was ik goed in, dat was mijn sterke kant, was ik nou maar daar en daar. Dat gevoel moet je onderdrukken. Je bent niet meer 'buiten'. Je moet hier opnieuw je eigen weg zoeken". ME zit hier met dertig zusters. Mensen die je- mrn zelf niét uitgezocht hebt. Je bent met je 37 de Tm jongste. De oudste is „in de tachtig". Maar wat is de betekenis van zo'n gemeenschap. Toen ik hier naar toe reed, dacht ik: die zit mooi opgeborgen tussen al die kapitale villa's. In een voorgesprek zei je me: De ymeenschap is een soort spiegel, een soort tnptvvteen Ti/int ie hii de les blijft. Magda van Cauwenberg voor haar 'klooster': „Hier heerst een sfeer van openheid en eerlijkheid. Veel men sen denken misschien: hier worden zielen gewurgd. Laat ik duidelijk zijn: hier worden geen zielen gewurgd. Ik hoop alleen maar dat ik alles veel simpeler ga zien, dus een simpele ziel wil ik in die context wel worden". - FOTO'S DE STEM/JOHAN VAN GURP „Ik wil eerst dit zeggen: ik zit hier pas kort, dus ik spreek niet namens deze gemeenschap of namens dit klooster. Hier zitten, naar mijn indruk, allemaal men sen die zoeken naar iets, die elkaar nodig hebben om elkaar te corrigeren en te stimuleren. Ik kan het niet alleen. Het is best een goed gevoel omringd te zijn door mensen waarvan je weet dat ze samen willen zoeken. Ik vind dat ze me veel krediet geven. Ze kij ken met mildheid naar me, hoe ik nog fouten maak, hoe ik mijn best doe om me in te passen in deze ge meenschap. Ze zijn erg tolerant en ze benaderen me allemaal met positieve mildheid. Ik heb me ook ver baasd over de openheid. Er gebeurt nog veel waar ik geen weg mee weet. Geen probleem. Ze staan echt open en ze respecteren je. Je hebt aanvankelijk geen kapstokken meer. Dan kun je wel een steuntje gebrui ken". Hoe ziet de dagindeling in dit klooster eruit? „Om kwart over zes staan we op, dan volgen de lauden en de mis. Om acht uur ontbijten we. Tot elf uur doe ik allerlei dingen, dat kan zijn poetsen, ico nen schilderen, potten bakken etc. Om elf uur heb ik les, bijbel, kerkgeschiedenis, om twaalf uur is er de none. Om half een gaan we aan tafel. Van een tot twee kunnen we wandelen - dan mogen we ook pra ten - en dan zet je je weer aan je taken tot half zes. Dan komt de vespers, gevolgd door een stille lezing. Om half zeven gaan we weer aan tafel. Vervolgens een half uur recreatie - dan mogen we ook weer praten - en om kwart voor acht is er nog een lezingendienst. Daarna gaan we naar onze kamer en kunnen gaan slapen". Moet je een flinke som entreegeld betalen, als je in het klooster wil? „Dat hoor je vaak, maar het is onzin". ti EB je ingecalculeerd, dat het hier mis zou kunnen gaan, dat je met andere woorden dit klooster weer verlaat? „Dat kan altijd. Ik ben eerlijk op zoek naar God, de waarheid, maar als ik ontdek, dat mijn taak toch er gens anders ligt, dan moet God maar zeggen.' Naar buiten gij. Ik wacht dat rustig af". Stel, dat het instituut klooster een aflopende zaak is. Stel dat jij, de jongste nu, letterlijk de hekkesluiter bent. Wat dan? „Ik heb daar veel over nagedacht, want dat is alle maal niet zo onmogelijk. Als ik in eerlijkheid en waar heid kan zeggen, dat ik mijn eigen weg gegaan ben en dat ik geloof dat God mijn weg met mij meegaat, dan is er geen enkele reden om ergens bang voor te zijn. Ik sta buiten het prestatiegedoe, dus so what?" De toekomst laat je koud? „Daar streef ik naar, de toekomst moet me meer koud laten." In een voorgesprek heb je me gezegd, dat je eruit gestapt zou zijn of zelfs tenonder zou zijn gegaan, als je genoe gen had moeten blijven nemen met je kleine geluk. Wat bedoel je daarmee? „Ik zou er inderdaad uitgestapt zijn". Wal betekent dat voor jou? „Ik aarzel om dat te zeggen. (Na enige stilte) Niet dat finale, dat jij kennelijk wilt suggeren, niet dat on omkeerbare. Maar zo van verdomme wat er ook ge- beurt, ik zoek mijn eigen leventje, ik zoek vandaag en niet meer en ik zoek alleen ik. Maar zo is dat niet ge lopen. Ik ben nu gelukkig, blij en vrij. Ik dur' het nu te zeggen. Voor het eerst, denk ik".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 17