Alles
De lange,
roemruchte
carrière
van Luns
Magdc
4Ambteloos burgermr. Joseph Antoine Marie Hubert Luns (74):
DINSDAG 24 DECEMBER
A102
BlTSTi
Door Hans Bos
ET luxe appartement in het Brusselse flat-
gebouw, dat onmiskenbaar tekenen van
9 i verval begint te vertonen, wordt sinds vorig
jaar niet meer bewaakt. Het is een kwestie van aan
bellen en op de zevende etage uit de lift stappen.
Geen huisknecht bij de deur, alleen de heer Luns. La
ter duikt een dienstmeisje op dat thee serveert.
„Zal ik u even debrasseren", zo luiden de eerste
woorden van de 'grootste' Nederlandse staatsman. De
woning is ruim voorzien van snuisterijen in de dure
zin van het woord. Overal grote en kleine aandenkens
aan ontmoetingen met buitenlandse staatshoofden,
ministers en andere niet-onaanzienlijken der aarde.
Een fraai gepoüjst scheef blok bergkristal uit een van
de Scandinavische landen (Luns: „het kost 2000 gul
den, liever had ik de helft contant gehad"), tafeltjes
uit het Verre Oosten, een zilveren doos van een voor
malige Chileense president, een gouden officierspon
jaard van de Koninklijke Marine, een gouden kroon
en ga zo maar door. De echt kostbare geschenken, zo
als een gouden zwaard met edelstenen van koning
Hassan II van Marokko, liggen in de kluis.
Gastheer te Bruxelles is mr. Joseph Luns, nog even
aimabel, voorkomend en welopgevoed als voorheen.
„Mijn Amerikaanse collega's moeten alle cadeaus af
staan die meer kosten dan vijftig dollar. Heb ik eens
voor de heer Kissinger een zeer dure vaas gekocht van
een dikke 200 dollar. Aan de onderzijde bracht ik een
plakkertje aan met 49,50. 'It was a bargain' heb ik
toen tegen de heer Kissinger gezegd. Ach, zelf heb ik
gelukkig alles mogen houden", zo merkt Luns voor
zijn doen ongewoon materialistisch op.
En passant spuit hij nog wat kritiek op de Neder
landse overheid die hem destijds belacheüjke ge
schenken meegaf op zijn vele buitenlandse reizen.
„Een vierkante steen met een gleuf erin of een ronde
steen met zo'n zelfde gleuf erin. Kostte nog een kapi
taal ook. Je schaamt je rot als je zoiets aan een buit-
landse gastheer moet overhandigen, terwijl je zelf met
zeer fraaie en dure cadeaus naar huis gaat. Later
hoorde ik dan dat de steen in kwestie ergens in een
tuin stond en het mos erop groeide."
De heer Luns, (buiten)gewoon burger maar nog al
tijd overal van op de hoogte, staat bekend om zijn
'understatements'. Joseph is zonder twijfel gezegend
met een behoorlijke dosis humor, zelfverzekerdheid
en wellicht zelfs een snuif arrogantie. Dat neemt niet
weg dat deze ingrediënten Luns zeer geliefd hebben
gemaakt bij 'het gewone volk', al fronste menigeen
destijds de wenkbrauwen door zijn voortdurende af
wezigheid. Luns pendelde heen en weer tussen Trini
dad en Togo, tussen IJsland en Israël en was tussen
door dan even thuis om iedereen met een aardig en
nuchter grapje te vertederen. Dat begon al in 1952,
toen Luns koud bewindsman was geworden.
„En toen ik 's morgens wakker werd,
toen zei mijn vrouw: wat is't er?
Ik zei: zo is een man gezond en zo is hij minister",
debiteerde de langste regeerder (1,95 meter) die het
langst in een Nederlands kabinet heeft gezeten.
In 1966 wees een onderzoek al uit dat Joseph Luns in
ons land het meeste vertrouwen genoot, vóór Konin
gin Juliana, als dé man om Nederland in geval van
een noodtoestand op de been te houden. Jarenlang
was hij de meest populaire politicus van ons land,
waarvan zelfs het Algemeen Handelsblad moest toe
geven dat hij 'een conservatief man is, zulks in de
beste zin van het woord'. In 1968 meldde het orgaan
van de KVP-Jongeren: „Hij heeft weinig te vrezen.
Zijn populariteit stijgt met elke blunder die hij
maakt."
Bijna twintig jaar later luidt de centrale vraag aan de in
stemmig krijtstreep gestoken ambteloze burger: is er
nog leven na de Navo?
Luns: „Ik ben nog steeds een drukke baas. Ik maak
meer reizen dan ooit tevoren en dat is een interes
sante ervaring. Nu bezoek ik werelddelen waar ik
vroeger alleen maar even binnen kwam wippen of
vanwege politieke implicaties niet mocht komen. Of
dat wel vol te houden is? Ach, ik merk niets van mijn
leeftijd. Kijk maar naar mijnheer Reagan, de Russi
sche mijnheer Tichonov (ex-premier) of de president
van Bulgarije, die 87 jaar is of daaromtrent.
Wilt u daarmee zeggen dat het met uw 74 jaar niet uit
gesloten is dat u ooit actief het politieke toneel weer zult
betreden?
Luns (lachend): „Ten eerste ben ik er volgens sommi
gen te lang uit. Nederland heeft de hebbelijkheid dat
het praktisch niet voorkomt dat een politicus die af
scheid heeft genomen ooit nog eens terugkomt in het
politiek leven. Alleen Zijlstra is ooit een paar maan
den ingevallen als minister-president, maar hij is de
uitzondering die de regel bevestigt. Ik weet niet hoe
dat komt. De heer Van Agt, wiens afscheid uit de po
litiek ik betreur, zie ik ook niet gemakkelijk terugko
men. Mijnheer Wiegel daarentegen misschien wel.
PE kans op terugkeer is uiterst gering. Dat
heeft ook te maken met mijn leeftijd en het
feit dat de poütieke wereld in de loop der
jaren zo is veranderd. Neem alleen al de verhouding
met de PvdA. Ik heb in drie kabinetten met de socia
listen gezeten en nooit een motie van wantrouwen ge
had. De PvdA heeft ook nooit tegen de begroting van
Buitenlandse Zaken gestemd. Als ik de geluiden hoor
die nu uit die hoek komen, is dat voor mij het bewijs
dat die partij erg veranderd is. Ikzelf ben niet veran
derd.
Met de PvdA van de heer Drees heb ik het altijd
goed kunnen vinden, maar nu zijn er zeer veel zaken
die conflictstof in zich dragen".
'Ik voel mijn leeftijd niet'
Sinds hij in 1984 te
rugtrad, reist hij als
nooit tevoren en be
zoekt hij bij voorkeur
landen waar een secre
taris-generaal van de
Navo zich niet met
goed fatsoen kan verto
nen. Dr. Joseph Luns
doet dergelijke akke
fietjes doorgaans in zijn
eentje. Echtenote Lia
baronesse van Heem
stra is eraan gewend
tijdens de frequente
buitenlandse visites
achter te blijven in het
comfortabele apparte
ment aan de Brusselse
Avenue Franklin Roo
sevelt, een drukke ver
keersader die de ruim
van lover voorziene di
plomatenwijk door
snijdt.
Maar ook op ander terrein weet mr. Joseph Luns niet van ophouden. Ruim veertien
jaar na zijn vertrek als minister van buitenlandse zaken ziet hij bij bijna dagelijkse
spreekbeurten in binnen- en buitenland nog altijd de schijnwerpers op zich gericht en
de oren van de aanwezige mediamensen uitermate gespitst. Of het nu gaat over de
roomskathoiieke kerk, de buitenlandse politiek van minister-president Lubbers of het
kernwapenbeleid van het huidige kabinet, de kreten die de meest bejubelde en ver
guisde Nederlandse politicus aller tijden bij die gelegenheden slaakt, krijgen steevast
een prominente publicitaire plaats toegemeten.
Hans Bos maakte een afspraak met het 'Brusselse orakel' en kwam tot de ontdekking
dat mr. Joseph Luns nog altijd zijn haren en zeker zijn streken niet verloren heeft. Om
te beginnen kwam de staatsman 'met excuses' pas vijf uur na het afgesproken tijdstip
opdagen; toen mochten twee journalisten van concurrerende dagbladen de heer Luns
tegelijkertijd aan de tand voelen. Joseph Luns aan het eind van het drie kwartier du-
tende gesprek: „Zo, de goeroe heeft gesproken".
Mr. Joseph Luns (74) heeft zonder enige
twijfel een roemruchte politieke en diploma
tieke carrière achter de rug. Tussen 1938 en
1952 zat de jonge jurist Luns achtereenvol
gens als diplomaat te Den Haag, Bern, Lissa
bon, Londen en New York. In 1952 werd hij
(KVP-)minister zonder portefeuille in het
tweede kabinet Drees. Van 1956 tot 1971 was
Joseph Luns minister van buitenlandse za
ken in het 3e kabinet Drees en de kabinetten
Beel, De Quay, Marijnen, Cals, Zijstra en De
Jong. Met name Luns' rol in de kwestie
Nieuw Guinea, tussen 1952 en 1963 is sinds
dien onderwerp van kritiek geweest. Maar
daarentegen was het juist deze minister van
Buitenlandse Zaken die in zijn 19 jaar lange
ministeriële carrière nooit één motie van
wantrouwen aan de broek kreeg. Maar wel
licht kwam dat door zijn doorlopende afwe
zigheid. Van 1971 tot 1984 was Luns secreta
ris van de Navo, naar hij zelf verklaarde "de
enige internationale post die hij ooit had
geambieerd".
Joseph Luns is eredoctor van de Ameri
kaanse Harvard universiteit en de nationale
universiteit van Ierland. Van alle onderschei
dingen zijn het grootkruis in de orde van de
Nederlandse Leeuw en het officierschap in
de orde van Oranje-Nassau het vermelden
waard.
Hoe staat de heer Luns tegenover de kernwapen-politiek
van de huidige regering?
Luns: „Het is een typisch verschijnsel van een zekere
Nederlandse journalistiek dat onlangs op het vragen
uurtje voor de pers aan de minister-president werd
gevraagd wat hij dacht 'van de privé-oorlog van de
heer Luns'. De heer Lubbers merkte toen op dat je
vaak ziet dat oudere mensen die een openbare functie
hebben gehad hun opvolgers kritiseren. Het is alle
maal zeer zielig, zei mijnheer Lubbers toen. Dat is een
volstrekt onzakelijk antwoord op een onzakelijke
vraag. De heer Lubbers schijnt te vergeten dat ik
nooit minister-president ben geweest; dat ik ruim 13
jaar een andere, niet onbelangrijke functie heb ver
vuld; dat ik nooit kritiek heb gehad op zijn voorgan
gers en de ministers van Buitenlandse Zaken die mij
zijn opgevolgd. Ik ben hen steeds positief tegemoet
getreden. Deze opmerking van de heer Lubbers had
helemaal geen zin. Ik vind het antwoord onzakelijk,
onbehoorlijk en eerlijk gezegd nogal zielig."
Zo te horen is de opmerking van de heer Lubbers nogal
hard aangekomen?
Luns: „Hoezo, waarom? Ik constateer iets. Het valt
mij van de heer Lubbers tegen. Ik heb me toch ook
niet uitgelaten over zijn politieke verleden. Hij had
antwoord moetén geven op mijn zakelijke kritiek op
zijn kernwapenbeleid. Hij en de heer De Ruiter van
Defensie hebben altijd vrij spel gelaten aan de pu
blieke opinie, zoals u weet. Nooit is enige tegendruk
gegeven.
/N de economische politiek van dit kabinet
kan ik mij vinden, de buitenlandse politiek
is zonder meer weifelend en tegenover de
Navo is altijd een gereserveerde houding aangeno
men. Het is te danken aan de WD in dit kabinet dat
tenslotte een ongeveer aanvaardbaar besluit is geno
men."
Betekent deze opmerking dat u zich meer bij de huidige
VVD thuis zou voelen dan bij het CDA?
Luns: „Ik onthoud mij op dit punt liever van een ant
woord. Dan zou ik aan het politieke leven deel moe
ten nemen."
Onlangs was ik in China. Een van de gastheren merkte op: weet u wel dat iedereen u kent? Ik heb toen gezegd
dat in de binnenlanden van Hunan een paar boerenfamilies wonen die mijn naam nauwelijks thuis kunnen brengen.
- FOTO'S JACQUES PEETERS
Zou u dan nog lid kunnen worden van het huidige
CDA?
Luns: „Sinds het aanvaarden van de post bij de Navo
ben ik geen lid meer van een politieke partij. Ik vond
dat die twee zaken onverenigbaar waren. Ik heb des
tijds mijn lidmaatschap van de KVP opgezegd, de
contributie betaald en een schenking van duizend gul
den gedaan. De heer De Zeeuw, die later bij de PvdA
is ondergedoken en waarvan niemand ooit meer iets
heeft gehoord, 'vergat' die duizend gulden voor het
gemak en deed een aanval op mij vanwege 'de fooi
van 25 gulden' die ik zou hebben geschonken".
tieve reacties. De laatste zes maanden heb ik er één
gehad."
Wat doet u, of wat laat u om in een goede conditie te
blijven?
Luns: „Ik drink weinig, ik rook iedere maand één si
garet. Dit als ik buitengewoon moe ben. Bovendien
inhaleer ik dan niet. Twee weken geleden heb ik de
laatste gerookt dus het duurt nog even tot de volgen
de. Ik wandel vrij veel en tracht me bij het eten in te
houden. Ik weeg zo, zonder decoraties, 95 kilo, mét
decoraties een stuk meer. Als minister heb ik wel eens
108 gewogen, dank zij alle staatsiebanketten."
I VEN Voor Antwerpen,
l/J rechts: de gigantische, zeer
wijk van Schoten. Aan de
r de groenzones definitief overgaal
I ais een stoere hekkesluiter een
smet robuuste, wat verbleekte muri
jktorentjes, sinds enige jaren de pric
J- Vita et Pax' van de zusters Beng
kastenkamer spreken we met Magd
een kleine, beweeglijke vrouw v|
jcngriem gesneden en zelden terug"
Irden op soms wat uitdagende vtj
lember ingetreden en de jongste va
The en Nederlandse zusters van Sch|
lij is Belgische van geboorte, afkon
Jan twaalf kinderen. Zij studeerde I
lantoor, volgde een opleiding tot
jwas vier jaar verpleegster in het Bij
lenhuis, één jaar particulier verpll
lam, werkte vijfjaar in een tehuis
leren, studeerde criminologie in
laar wijkverpleegster in de jodenlj
pen.
pj zat er warmpjes bij: Een luxJ
t auto, reizen naar alle delen van
|oeken in overvloed.
4G: Je hebt een afwisselend leven i
Jerk en materieel kon je je alles verocI
penden en kennissen je niet voor harm
I". toen je aankondigde in het kloostl
Ieerje je, als ze dat zeggen?
iNTWOORD: „Ik geef ze gelijk. Ikj
landeren niet rationeel weerleggen. I
wn, dat wanneer ik een stap zet, ik f
I dat de Ander me dan wel tegeml
lervaar je, maar ik kan dat niet ovei
Vervolg van voorpagina
Rond 1900 wonen 60.000 joden in Amsterdam. Velen
van hen komen door de diamantindustrie in aanra
king met de vakbond en via die vakbond met het so
cialisme. Een mens durft het nog altijd niet hardop te
zeggen, maar het socialisme heeft de joodse arbei
dersklasse meer geëmancipeerd dan de joodse geeste
lijke leiders, die hun geloofsgenoten alleen een reli
gieus perspectief te bieden hadden. Toch heeft de
joodse diamantbewerker een onovertrefbare rol ge
speeld in de handhaving van joodse tradities in het
eigen familieleven. „In de Jodenbuurt", zo schrijft
Jaap Meijer „werd een huwelijk in de Jodenbuurt,
ook onder arme families, zo luisterrijk mogelijk ge
vierd". In de diamantslijperij van Boas is nu een tex-
tielgroothandel gevestigd.
'Men' heeft het u niet erg gemakkelijk gemaakt. U bent
onder meer beschuldigd van misleiding en verstandsver
bijstering.
Luns: „De Nederlander heeft vele kwaliteiten. Hij is
enorm vrijgevig. Of het nu gaat om een aardbeving in
Mexico, een overstroming in Colombia of een hon
gersnood, altijd wordt met enorme gulheid gegeven.
Daarnaast in de Nederlander niet wreed. Dat neemt
niet weg dat onze landslieden ook graag overdrijven.
Als dat op de manier gebeurt zoals mij vaak ten deel
is gevallen, heeft het geen enkel effect. Ik begrijp de
meeste van de genoemde beschuldigingen niet eens.
Ik wil niet verhelen dat ook vaak sprake is van onbe
hoorlijke journalistiek. Ik heb daar diverse voorbeel
den van."
Na al die jaren bent u nog erg populair. Ik herinner mij
dat u aan het eind van de jaren zestig in een dagblad
vanwege uw vete reizen de 'opa van de wereld' werd ge
noemd.
Luns: „Dat is wat overdreven. Onlangs was ik in Chi
na. Een van de gastheren merkte op: weet u wel dat
iedereen u kent? Ik heb toen gezegd dat in de binnen
landen van Hunan een paar boerenfamilies wonen die
mijn naam nauwelijks thuis kunnen brengen. Ik krijg
nog altijd veel fanmail. Mensen vragen om advies,
handtekeningen, foto's of sturen me postzegels. Die
spaar ik namelijk. Slechts heel zelden krijg ik nega-
keer en blaas mijn naam en beroep door het micro
foontje. Achter die muur staat nog altijd de Uilenbur-
gerstraatsynagoge. Die synagoge is in 1766 door de
Hoogduitse Gemeente, dezelfde die nu 350 jaar be
staat, aangekocht. Sinds 1943 is het geen synagoge
meer en nu doet het joodse bedehuis dienst als restau
ratie-atelier. Op de galerij kijk ik nogal vanuit de
hoogte naar de mensen, die voor de stichting 'Amster
dam Versiert' bezig zijn met het herstel van oude or
namenten. Gevelstenen, houten daklijsten krijgen
hier een opknapbeurt. Ook hier is de herinnering aan
joods leven nauwelijks meer te achterhalen.
Cahen had gelijk. Het zou niet zo'n vrolijke tocht
worden, maar onvergetelijk mooi is het wel. Bij de
Kikkerbilsluis bij voorbeeld of bij het West Indisch
Huis met de woning van Michiel de Ruyter. Buiten
ruikt Amsterdam naar oud water dat groen is ge
kleurd, naar schepen, touw en teer, naar vergane
roem ook. Uit de wijdheid van 't IJ komen ook wee
moedige geuren overgewaaid.
f P deze plaats zagen de joden, die uit het
I J verre Emden waren gevlucht, in het donker
het licht van de Montelbaenstoren. Signaal
van hoop op vrijheid en barmhartigheid. Aan de voet
van die toren hebben zij vele eeuwen gewoond en zij
hebben er zich, bij alle pesterijen en latent anti-semi-
tisme, veilig en thuis gevoeld. Tot op de dag van het
Grote Afscheid van Mokum, de stad die op zoek is
naar het geluk van een nieuwe vrede.
De Joden Houttuinen door Wenckebach vetekend vanaf de Sint Antoniesluis
yN de Uilenburgstraat wandelen we en het
wordt hier in het hartje van de oude joden
buurt al een beetje donker. In die straat
staan de zes voormalige pakhuizen. Zij worden nu be
woond. Zij dragen de namen van grote Duitse steden,
waarmee Amsterdam in de gouden eeuw handel heeft
gedreven. Keulen, Koblenz, Frankfort.
In die straat druk ik op een belletje in een poort.
Boven de poort is een gevelsteen aangebracht, die
nieuw lijkt te zijn. „Die 't vak nog willen leren, kun
nen beter ommekeren" staat er. Ik bel toch nog een
Door Anton Theunii
U staat er om bekend zeer veel op te hebben met de ka
tholieke kerk.
Irom koos je, midden in een actief bi
1st sober leven in dit klooster. Waard
Ihandel in?
i UNS: „Ik ben erg gelovig, maar niet erg
vroom. De tijd dat ze over mij spreken als
'Saint-Joseph de Bruxelles' is nog ver. De
rol van de kerk is onder deze paus gelukkig weer wat
duidelijker geworden. Ik betwist niemand het recht
om zijn eigen gedachten te hebben over zijn geloofs
overtuiging, maar in veel gevallen mogen mensen zich
volgens de officiële leer niet meer katholiek noemen,
Neemt u mij niet kwalijk, maar ik heb grote bezwaren
tegen mensen die in naam van de moderne tijd allerlei
excessen willen goedkeuren. Homosexualiteit, lesbi
sche liefde, extra-maritale verhoudingen en ga zo
maar door. Als de kerk in de eerste eeuw na Christus,
toen het leven in Rome nog liederlijker was dan te
genwoordig in Nederland, gezegd had dat 'de mo
derne tijd om erkenning vraagt van deze uitwassen',
was zij ten onder gegaan. De mensen die de uitwassen
plezierig vinden, moeten dat zeker doen. Maar ze
moeten niet vragen om goedkeuring uit Rome. Een
priester sprak mij onlangs aan. Hij had een neef en
nicht in Utrecht, mensen van in de vijftig. Vroeger
waren ze goed kathoüek, nu zijn ze 'modern' katho
liek. Dat betekent dat ze nooit meer naar de kerk
gaan en hun kinderen als varkens leven. En boven
dien denken ze dat u voor de paus spioneert, zo zei
deze priester".
k leverde eigenlijk niets in, ik kra
mijn baan in en op dit moment v
leid is dat nog sociaal ook. Maa^
■hele leven is een zoeken. Je zoektl
I meer en niet minder. In mijn carif
piemen ten van standvastigheid.
Pacht ik: daar zal ik het geluk
|L meer, maar elke keer weer werd
met de zinloosheid van mijnl
fom doe ik het. Ik had al langer hel
I mijn leven achter kleine waardenl
|het zoeken naar de grote waanT
F God, ook binnen mijn bereik la
■gooide mijn gevestigde leven tota
ontdekte je dat?
Pp het moment dat ik in de wij
Jt'erpen werkte, vond ik dat ik vj
|op mijn plaats zat. In die verpleg
|°£st zitten, ik kon daar mezelf heej
lef uitleven en op dat moment kil
toeval in contact met een comtea
waar de mensen zich niet richtej
'op gebed. Daar zoek je het gelul
IOG even terug naar dat zoeti
Je zegt: ik was steeds op zo
waarden, naar klein geluk.
concretiseren?
Jkt kleine geluk is tevreden zijn
Feerd hebt, het kunnen tevreden z,
Beteerd hebt. Geld hebben, zodat|
l!e graag wilt, voor mij boeken,
|en het theater gaan, reizen. Da
f£n die je bevestigen, dat je het gol
l.truj het kleine geluk".
r 'was niet
genoeg?
Vormgeving:
René van Rijthoven
Pee> dat was niks".
J 'j!1 blinkt me dat allemaal niet
L spiritueel levensgevoel, de i
P g vaak omschreven als een direct I
Fe' de kosmos, het goddelijke, het k
I moderne romans tegenkomt. Bi
Ap 'cfe" al z°ek je geluk in jezelf1
K ^aaSse> Ie" de omgeving opt
II Zo'rt beetje de moderne slogM
ar °°k ergens jouw grote geluk?
Illustraties:
Ad Couwenbergh
Eindredactie:
Wim van Leest
m ®k°te ëeluk' ^at hen ik metl
L t' "innen in jezelf. Ik kom daarl
F ln mijn vorige banen niet uitgel
r met aan toekomen. Niet uit stl
lie 0rn^at 'k het alleen niet aan ka
J ^'-meenschap nodig, de stiltej
o°r de nabijheid van mensen