NIEUW BOEK DR. L. DE JONG: 'Politieke achterdocht jegens Britten 'hatcl Isocialc G ovc klacht* ïEDERLs 'ortugese I Soekarno Blanken Uitschakeling Gevaarlijk Slecht BBESEBM EXTRA ,1 Dr. L. de Jong. FOTO ANP Feestmaaltijd van Japanners en Indonesiërs in Djokjakarta. FOTO ARCHIEF DE $Tf Amerikanen wilden Indië niet bevrijden DE Amerikanen weigerden echter elke steun voor een spoedige herovering van het uitgestrekte Indische eilanden rijk. Zij voerden daarvoor een reden aan van militair-strate gische aard, maar in werke lijkheid speelden motieven van politieke achterdocht en rivali teit jegens de Britse bondgeno ten hierin de hoofdrol. Dit blijkt uit de nieuwe geschied schrijving van dr. Lou de Jong over „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog", waarvan thans deel 11-b in twee boekwerken bij de Staatsuitgeverij in Den Haag is ver schenen. Toen het Kon. Ned. Ind. Leger (Knil) op 8 maart 1942 op Java capituleerde voor het Japanse militaire geweld, hadden de Jappen met een Blitzkrieg in enkele maanden tijds bijna geheel Zuid-Oost-Azië onder de voet gelopen. Alleen in Birma en op de Philippijnen werd nog enige weerstand geboden, maar de weg naar de verovering van Australië en Brits Indië leek open te liggen. Begin juni van dat jaar leed de Ja panse vloot echter een onverwacht zware nederlaag in de zeeslag bij Mid way, midden in de Stille Oceaan tussen Amerika en japan. Dat werd het keer punt in de oorlog, zoals de slag bij Sta lingrad het keerpunt vormde in de Europese oorlog tegen Nazi-Duitsland. De nederlaag bij Midway was zo zwaar, dat zij door de Japanse marine zelfs voor de Japanse minister-presi dent geheim werd gehouden! De Amerikaanse vloot, die deze overwinning behaalde, vormde het zwaartepunt van de geallieerde strijd krachten in het gebied van de Stille Oceaan. De Britse vloot, gestationeerd in Brits-Indië en Ceylon (nu: Sri Lan ka), vormde de kern van de geallieerde strijdmacht in de Indische Oceaan. Malakka met Singapore en de Neder lands-Indische archipel van Sumatra tot Nieuw-Guinea vormden de grens tussen de Amerikaanse en de Britse commando's. Nederlands-Indië viel echter nog binnen het Amerikaanse bevelsgebied. De Amerikaanse strategie was ge richt op de herovering van die eilanden in de Stille Oceaan, die tezamen de kortste weg vormden naar het Japanse moederland. De Indische archipel viel daarbuiten. Voor de Britten liep daar entegen de kortste weg naar Japan juist via Sumatra en Malakka. Voor de herovering van die gebieden en even tueel ook van Java zouden de Britten echter Amerikaanse vlootsteun nodig hebben, omdat Singapore inmiddels het belangrijkste steunpunt was ge worden voor de Japanse vloot. Churchill en de Britse militaire lei ders deden bij herhaling een beroep op Roosevelt en de Amerikaanse chefs van staven om een geallieerde landing op Sumatra te steunen als springplank voor de herovering van Malakka en de vernietiging van de Japanse vloot in Singapore. Churchill wilde er zelfs de geallieerde landing in Zuid-Frankrijk, die in de zomer van 1944 moest volgen op de landingen in Normandië, voor la ten vervallen. De Amerikanen wilden echter niet toegeven. Met hun anti-koloniale ver leden voelden zij er niets voor, verwik keld te raken in de problemen, die zou den voortvloeien uit het herstel van het Britse, Franse en Nederlandse kolo niale gezag in de verschillende gebie den van Zuid-Oost-Azië. Bovendien wilden de Amerikaanse militaire leiders hun Britse bondgeno ten niet laten „delen in de eer" van de geallieerde overwinning op het Ja panse Keizerrijk. Dat betekende, dat de gehele Indische archipel tot de laatste dag van de oorlog moest blijven zuch ten onder het Japanse juk, dat in vele opzichten nog wreder was en nog zwaarder te dragen dan het juk van de Nazi's in bezet Nederland. Als gevolg hiervan hebben rond drie miljoen Indi sche dwangarbeiders en krijgsgevan genen en geïnterneerden van allerlei landsaard door verhongering, marte lingen en executies het leven verloren. Pas op de laatste dag vóór de Ja panse capitulatie op 15 augustus 1945 schoven de Amerikanen hun verant woordelijkheid voor de Indische archi pel af op hun Britse bondgenoten. Op die dag kreeg de Britse opperbevelheb ber Lord Louis Mountbatten onver hoeds het bericht, dat hij met ingang van de volgende dag verantwoordelijk zou zijn voor het hele verdere gebeuren op malakka en in de Indische archipel. Dat betekende een verantwoordelijk heid op stel en sprong voor tachtig mil joen mensen méér en voor een langere verbindingslijn vanuit Ceylon met meer dan drieduizend kilometer. De Grote Drie hadden hiertoe beslo ten op de conferentie van Potsdam na de ineenstorting van het Duitse Rijk, maar noch Mountbatten noch de Ne derlandse regering was hiervan op de hoogte gesteld. Daardoor konden de eerste Britse troepen pas weken na de Japanse capitulatie aan land gaan op het hoofdeiland Java, waar Soekarno inmiddels met steun van de Jappen op 17 augustus de onafhankelijke Repu bliek Indonesia had uitgeroepen. Aan de beschrijving van de chaotische toe standen, die daarop volgden, zal dr. Lou de Jong een van de volgende delen van zijn geschiedkundig werk wijden. Zou Japan in 1945 niet de oorlog heb ben verloren, dan zou het Nederlandse eilandenrijk in Zuidoost-Azië (het hui dige Indonesië) een Japanse kolonie zijn geworden. Op 31 mei 1943 werd na melijk door de machthebbers in Tokio het geheim gehouden besluit genomen, dat Indië na de oorlog zou worden in gelijfd bij het Japanse Keizerrijk. Dit vermeldt dr. Lou de Jong in het nieuwe deel van zijn geschiedschrijving over „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog". Japan, zeer dicht bevolkt doch arm aan grondstoffen, werd al tientallen jaren geobsedeerd door de grondstof- fenrijkdom (petroleum, tin, bauxiet, etc.) van Malakka en de Indische archi pel. Daarom wilde Japan dit rijke ge Soekarno, propagandist voor de Japanners, die voor hem de bevrijders wa ren. - FOTO ARCHIEF DE STEM bied ook na de oorlog volledig blijven beheersen. Dit in tegenstelling tot an dere veroverde gebieden als Birma, Thailand, Indo-China en de Philippij nen, die een zekere interne zelfstandig heid zouden kunnen herkrijgen. Naarmate de oorlog echter steeds ongunstiger voor Japan ging verlopen, werden steeds meer kleine concessies gedaan aan de inheemse politieke lei ders, die bereid waren met de Jappen samen te werken. Zo kregen de Indi sche leiders, van wie Soekarno en Hatta de belangrijkste waren, bij stukje en beetje verlof voor het gebruik van de naam Indonesia, het voeren van de rood-witte vlag, het zingen van het nationalistische volkslied Indonesia Raya en het bemannen van diverse ad viesorganen ten behoeve van de Ja panse machthebbers in de archipel. Soekarno en de zijnen wilden echter geen onafhankelijkheid in schijn maar in werkelijkheid. Gezien hun geheime toekomstplannen met de archipel dachten de Jappen daar zelfs niet aan. Zij gebruikten Soekarno voor zover hij hun dienstig kon zijn. Pas op de dag van de Japanse capi tulatie stonden de Japanse bevelheb bers op Java oogluikend toe, dat Soe karno in Djakarta plechtig de Repu bliek Indonesië uitriep, hoewel zij dit met hun politieke en militaire macht hadden kunnen voorkomen. Daarbij heeft de overweging gegolden, dat Ja pan op die manier „een vaste basis zou verwerven waarvan het in de toekomst gebruik zou kunnen maken in zijn strategie-op-lange-termijn voor het zich weder oprichten van het japanse keizerrijk". Volgens Lou de Jong heb ben de Japanners hiermee duidelijk gehandeld in strijd met het geldende volkenrecht. Soekarno, die zich begin 1943 in To kio door Keizer Hirohito een hoge Ja panse onderscheiding liet uitreiken, is ook in de ogen van Lou de Jong een duidelijke collaborateur geweest, die in zijn verhouding tot de japanse macht hebbers veel verder is gegaan dan enige andere nationalistische leider in de veroverde gebieden van Zuidoost- Azië. Onder de indruk van japans over winningen en overtuigd dat Japan voor lange tijd in oost-Azië de lakens zou uitdelen, is Soekarno met al zijn rancunes tegenover het vroegere Ne derlandse bewind al spoedig na de Ja panse inval gaan optreden als een ijve rig propagandist voor de Japanse zaak: eerst op Sumatra en daarna, met ste vige Japanse steun, ook op Java. Met groot redenaarstalent riep hij de uitge hongerde inlandse bevolking op om zich aan te melden als hulpsoldaat of als hulparbeider in dienst van de Ja panse bezetter. Aangelokt door belof ten van voedsel en kleding werd aan die oproepen massaal gevolg gegeven. Soekarno wordt door de Jong mede verantwoordelijk geacht voor de twee- en-een-half miljoen slachtoffers, die onder deze hulpsoldaten en hulparbei ders zijn gevallen. Soekarno heeft deze mede-verantwoordelijkheid trouwens erkend. Toen hem in 1945 door enkele stu denten gevraagd werd, hoe hij in dit licht zijn medewerking aan de Japanse ronselarijen kon verantwoorden, ant woordde hij: „Als ik duizenden moet opofferen om miljoenen te redden, dan zal ik dit doen. Als leider van dit land kan ik mij de luxe van gevoeligheid niet veroorloven"... Van alle latere In donesische leiders was Sjahrir overi gens de enige, die gedurende de gehele oorlog nadrukkelijk had geweigerd om met de Jappen samen te werken. Nadat de Japanse strijdkrachten in maart 1942 ook Nederlands-Indië onder de voet hadden gelopen, werd terstond een begin gemaakt met de uitschake ling van de blanken en met de Japani- sering van de gehele samenleving. Dit proces wordt door dr. Lou de Jong tot in kleine details beschreven in twee nieuwe boeken over „Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereld oorlog". Onmiddellijk na de capitulatie werd begonnen met de invoering van een aantal typische elementen uit de Ja panse cultuur: het gebruik van de naam Nippon in plaats van Japan, de invoering vaii de Japanse jaartelling en van de Japanse tijd, de viering van de japanse feestdagen, het alom en uit sluitend vertonen van de Japanse vlag, de verplichte groet (met een diepe bui ging) aan de Japanse militairen, de verering van de Japanse Keizer en het veelvuldig gebruik van mensonterende lijfstraffen bij de minste of geringste overtreding tegen de Japanse gebrui ken. Bijzondere aandacht kreeg de ver breiding van de Japanse taal. Gebruik van de Nederlandse of Engelse taal in het openbaar werd verboden. Op de in landse scholen werden tegenover elke twee uur les in het Maleis zeven les uren Japans voorgeschreven. Er ver schenen Japanse dagbladen, de radio zond Japanse programma's uit en in de bioscopen mochten uitsluitend Japanse propagandafilms worden gedraais. Iedereen moest de tekst van het Ja panse volkslied kennen en dit lied bij elke voorkomende gelegenheid mee zingen. De uitschakeling van de blanken in Indië voltrok zich binnen enkele maan den. Economische maatregelen tegen de Nederlanders en de Indische Neder landers, maar ook tegen Britten, Ame rikanen, Australiërs, Belgen en Fran sen en deels zelfs tegen Chinezen en Arabieren volgden elkaar in snel tempo op. Veruit de meeste bestuurs ambtenaren werden onmiddellijk ont slagen, de salarissen werden tot een bestaansminimum teruggebracht, fa brieken, handelsbedrijven en planta ges werden zonder schadevergoeding genaast en de aanwezige voorraden, machines, kantoormeubelen, kasgel den, banktegoeden en vorderingen op derden werden zonder meer in beslag genomen. Extra belastingheffingen en verplichte inzamelingen van kostbaar heden en sieraden voltooiden de uit plundering. De definitieve uitschakeling van de „vreemdelingen" werd ingeleid met de invoering van een persoonsbewijs met duimafdruk en ras-aanduiding en daaraan verbonden een zogenoemde verklaring van gehoorzaamheid, lui dende: „Met een oprecht hart zweer ik volstrekte trouw en onderwerp ik mij volledig aan alle bevelen van het Ja panse leger". Deze gedwongen eed van trouw wekte bij velen de indruk, dat men met rust gelaten zou worden, wanneer men maar stipt de Japanse bevelen opvolg de. Niets was echter minder waar. Reeds twee maanden na de capitulatie vonden al de eerste razzia's en huiszoe kingen plaats in een grootscheepse ac tie om alle Nederlandse mannen tussen 17 en 60 jaar te arresteren en in Ja panse gevangenissen en internerings kampen onder te brengen. Kort daarop werden ook alle blanke vrouwen en kinderen in streng bewaakte kampen en stadswijken bijeengedreven, waar zij, gescheiden van hun mannen en ge teisterd door honger en ziekten nog drie lange jaren waren blootgesteld aan allerlei lijfstraffen en vernederin gen door sadistische Japanse soldten. De positie van de blanken en van een groot deel van de Indische Nederlan ders was in wezen veel moeilijker dan die van de bevolking in het bezette moederland. De Nederlandse en Ne derlands-Indische bevolkingsgroepen waren tezamen niet meer dan vier tiende procent (vier op de duizend!| van alle ingezetenen. Zij leefden bo vendien in een vijandige omgeving, omdat velen uit de inheemse bevolking de val en de vernedering van de oude koloniale machthebbers niet zonder leedvermaak hadden gadegeslagen. Onderduiken onder de bevolking was daarom gevaarlijk maar ook praktisch vrijwel onmogelijk, omdat de Europeanen alleen al door hun huidskleur in elke menigte onmiddel lijk opvielen. Bovendien hadden de I Jappen op het niet aangeven van vreemdelingen zware straffen gesteld. De oosterse folteringen en de massaal uitgevoerde doodstraffen, die nog heel wat gruwelijker waren dan de hier be kende Nazi-methoden hielden de schrik er ook bij de inheemse bevol king wel in. Slechts enkele kleine groepjes voormalige KNIL-militairen, waaronder ook Ambonnezen en Mena- donezen, hebben zich nog enige tijd in de oerwouden schuil kunnen houden. Onder die omstandigheden kon er I geen sprake zijn van een verzetsbewe ging zoals in Europa en ook een ont snapping naar geallieerd gebied was vrijwel onmogelijk. Slechts twee zeer kleine ontsnappingspogingen over zee van tezamen negen Nederlanders zijn met succes bekroond. Om dezelfde re- denen kon er gedurende de gehele oor log geen enkel clandestien radiocontact met de bondgenoten ontstaan. Was het lot van de blanke geinter- neerden slecht: dat van de blanke krijgsgevangenen was nog slechter Van de 42.233 Europese militairen in I krijgsgevangenschap heeft één op de vijf de oorlog niet overleefd. Velen kwamen om van de honger of door de Japanse martelingen en executies Zeer velen werden het slachtoffer van I zware dwangarbeid, o.a. bij de aanleg I van de beruchte Birma-spoorweg tus-1 sen Bangkok en Rangoon. Het meest I trieste lot ondergingen zij, die in sme-1 rige scheepsruimen werden geladen I om elders in Azië dwangarbeid te ver- richten, doch die op zee door g< lieerde vliegtuigen of onderzeeboten I tot zinken werden gebracht. Japan, z® I concludeert Lou de Jongm heeft del conventie van Genève zowel ten aan-| zien van de burger-geïnterneerden i ten aanzien van de krijgsgevangenen I in alle opzichten geschonden. Van del krijgsgevangenen kwam 19,4 pet orcl het leven, van de 96.300 Nederlandse en Nederlands-Indische burgers 13,6 pet Van onze correspondent LONDEN - De Britse rege- ring-Thatcher heeft gisteren r middel van een zogeheten Vitboek en een Lagerhuis- verklaring haar lang ver dachte hervorming van de so- zekerheid openbaar ge naakt. Deze maatregelen zijn chter lang niet zo drastisch i zes maanden geleden werd voorspeld. Minister van sociale dien- fcten Norman Fowler is sedert dien een flink teruggekrab- eld. Felle protesten van de Labouroppositie hebben hem «afzien van zijn voorne nen - dat o.m. werd gesteund de werkgeversorganisa tie CBI - om het staatsouder- pomspensioen, berekend op het inkomen, kompleet af te fcchaffen. Dit pensioen blijft bestaan, naar de kosten ervan, die mo- nenteel 25,5 miljoen pond be dragen, zullen tegen het jaar [2033 op ongeveer 13 miljoen worden gebracht. Pre- nier Thatcher, pionier van de rije ondernemingen, geeft de Voorkeur aan een systeem van Zieke krijgsgevangene. TEKENINGEN CHARLES BURKE Een van de velen. Krijgsgevangene-kleinhandelaar. 1RUSSEL (UPI) - De Euro pe Commissie heeft dit wekeinde een lijst met een Jpsomming van oneerlijke handelspraktijken van de Verenigde Staten overhandigd la" de Amerikaanse speciale lamlclsafgevaardigde, Clay- ■°n Veutter. Dat heeft Willy de Clercq, et lid van de Europese Com missie dat belast is met de bui- enlandse betrekkingen, be kendgemaakt. In een verkla- fiRg zei De Clercq dat de com- ssie heeft besloten de lijst P te stellen omdat 'de inter- lationale opinie zo langza merhand gaat denken dat al- ïen de VS zich aan de regels ['an het spel houden'. Volgens het commissielid is t een onderzoek van de L^,roPese Commissie gebleken de Verenigde Staten p aktijken toepassen die niet overeenstemming zijn met 'ISSABON (RTR-DPA-UPI) «Je centrumrechtse Sociaal- cmocratische Partij (PSD) ;jl,Pre™lier Anibal Cavaco Ie 1 j srote winnaar van Behouden gemeen- Taadsverkiezingen in Portu ien iS «et tellen vftn de stem- 'eme„nvan de 305 grotere n ii7 blijkt dat de partij len v®emeenten heeft gewon- le 7 s aaf. 'ieïst 36 procent van "miljoen kiezers bracht 'voi.,^m uit" sil»d8 de Anjer- *t5eniefn l974 dlt peT- De o™ 20 ho°g geweest. •oot*f P won tn de drie •to ,.tl<7iP:den: Lissabon, Op- ihaairi lnmbra. In Lissabon ■atisr-F,6 ,de ehristen-demo- :1 d he kandidaat (de PSD 'erktf- ohristeij-democraten len m, de hoofdstad sa- efst soen s°cialisten) maar en m-, procent van de stern- er r de opkomst was er i ps-p. Coïmbra versloeg Nstami socialistische te er. In Oporto hield de DINSDAG 17 DECEMBER 1985 Door Joseph Delahaye WANNEER het alleen aan Churchill en aan de Britse chefs van staven had gelegen, dan zou Nederlands Oost-Indë (nu: Indo nesië) in de laatste wereldoorlog niet drie-en-een-half jaar hebben behoeven te lijden onder een on voorstelbare Japanse terreur. Dan zou ze ker Sumatra en wel licht ook Java al lang voor de Japanse capi tulatie in augustus 1945 zijn bevrijd. JINSDAG17 DECEME Van onze correspondent BARCELONA - Het Ne derlandse bedrijfsleven begint vandaag met een grote handelsbeurs in het centrum van Madrid de 'aanval' op de 36 mil- i Spaanse consu lenten, die vanaf 1 ja nuari aanstaande lid feullen zijn van de Euro- riarkt. Meer dan honderddertig kirma's uit de industriële, Agrarische en dienstensec- or van ons land gebruiken dagen lang - tot en net 19 december - een -ierduizend vierkante me er grote expositieruimte platform voor het aan- brijzen van allerlei soorten goederen en diensten die

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 4