ANDRE VAN DE OETELAAR: 4Ik ben een soort bulldozer' kieiiitje intje Uitdager van Europees kampioen door medische blunder van judoka tot bokser MlÊftDAG 7 DECEMBER 1985 DE STEM T19 PAGINA SPORT 1 Door John van Dinther BOXMEER - Recep tioniste Lidy van de firma Brabant Stork in Boxmeer is inmid dels gewend aan de toeloop van sportjour nalisten. „U hebt een afspraak met Henk van Ettekoven. De scheidsrechter? Dacht ik al. Hij is één van de beste verkopers van dit bedrijf", zegt ze ter informatie. Om een voorbeeld te noe men: Henk van Ettekoven (46), verkoopleider bij Stork Bra bant, sloot tussen alle gekra keel rond zijn persoon door 'even' een order af van 1.6 mil joen dollar, ongeveer 5 miljoen gulden. In dat licht bekeken is het bijna belachelijk dat Van Ettekoven in Zeist als het stoutste jongetje van de klas werd afgeschilderd, terwijl zijn werkgever aan hem een uitstekend 'sales-manager' heeft. Maar het wereldje van de betaalde arbiters is dan ook met niets te vergelijken. Daarin moet je iedere dag ba lanceren op het koord van ja loezie en afgunst. En je bent een hele grote, een evenwich tig iemand, als je dan nog overeind weet te blijven. Van Ettekoven struikelde even over achterklap, stelde vervol gens bepaalde zaken binnen het korps slagvaardig aan de kaak en... werd toen twee weken beentje gelicht. „Ja, het is een enge wereld", begint Henk van Ettekoven deze week ongevraagd. Het is de Gelderse arbiter niet aan te zien dat hij het druk heeft. „Hoe groter de spanning, hoe zwaarder de druk, hoe rustiger ik word", zegt hij. „Ik heb nu twee Amerikanen op bezoek, met wie ik volgende week half Europa afreis. Kijk maar". Hij laat een telex zien met van minuut tot minuut het vliegschema. Manchester, Bristol, Milaan, Alicante moe- jjBsessss ben gevraagd om te blijven' ten worden bezocht. „Kun je je voorstellen dat ik als scheids rechter niet meer mijn vinger opsteek voor buitenlandse reisjes, hoewel je er stiekum toch op hoopt". Waarom bent u op uw be slissing niet meer te fluiten te ruggekomen? „Ik had er, na alles wat ge beurd is, op gerekend dat ik voor het leven geschorst zou worden. Ik heb de scheids- rechterscommissie vooraf-dui delijk gemaakt dat ik schoon schip wilde maken en als zij mij de nek hadden omge draaid had ik dat kunnen be grijpen. Niemand heeft een woord over gerept over een schorsing. Ze hebben me niet één, maar twee handen toege stoken. Ze hebben me ge vraagd aan te blijven. Ik be schouw het niet als een over winning. Belangrijk vind ik dat ik mijn hart heb kunnen luchten. Wellicht dat de jon gere collega's in de toekomst ook eens eerder hun mond durven open te doen". Waarom komt u nu pas met de kritiek in het openbaar? „Ik verwijt mezelf ook dat ik jarenlang mijn mond stijf heb dicht gehouden. Als je be paalde situaties gaat vergelij ken met de maatschappij, dan lopen je bij wijze van spreken de rillingen over je rug. Bang zijn de meesten. Bang dat er represailles zullen volgen. Te gek eigenlijk dat zoiets nog mogelijk is anno 1985. We le ven in een democratisch land, waar iedereen voor zijn me ning kan uitkomen, maar als je als scheidsrechter publieke lijk commentaar levert, word je bestraft als een kind. Het is toch belachelijk dat je wan neer je je eerlijke mening Scheidsrechter Henk van Ettekoven te midden van de grensrechters Van de Hoof (links) en Nisselroy. - fotoanp geeft twee wedstrijden niet in het programma wordt opgeno men, zoals het officieel heet. Ik ben er nog steeds verbolgen over". Internationaal bent u al eer der op een zijspoor gezet. Om uielke redenen? „Bewijzen heb ik niet, maar ik vermoed dat Jan Keizer de oorzaak is. Ik dacht dat ik mijn laatste interland in 1983, drie dagen voor mijn auto-on geluk na Fortuna-Sparta, heb gefloten. Een zéér belangrijke wedstrijd, die s morgens om 10 uur begon. In Lier. In België. Tussen de UEFA's tot 16 jaar van België en Spanje. De kritiek, die ik een aantal jaren geleden op de UEFA- scheidsrechtercommissie heb geleverd, heeft mij waar schijnlijk de kop gekost. Tij dens een congres een Boeda pest werd ik ontboden bij de inmiddels overleden scheids- rechtersbaas Franchi. Ik dacht dat hij mij een wedstrijd zou toewijzen. Ik kreeg echter de wind van voren. Hij had een copie van het gewraakte arti kel, waarin ik duidelijk liet blijken het oneens te zijn met het beleid van de UEFA-com missie. Ik vond ondermeer dat men te veel 'politiek' bedreef door scheidsrechters uit ont wikkelingslanden aan te wij zen. Franchi weigerde de en veloppe met de poststempel te laten zien. Ik had en heb er veel geld voor over om die stempel onder ogen te krij gen". Nogmaals, waarom verdenkt u Keizer? „Een tijd na het gesprek met Franchi kwam mr. Jan Guyt, oud-voorzitter van Volendam en persoonlijke vriend van Jan Keizer, naar me toe. Hij wilde voor mij bemiddelen bij Franchi. Tot mijn grote verba zing wist hij alle telefoonnum mers van de scheidsrechters- baas. Guyt had al eens een keer met mij in het buitenland op één kamer gelogeerd, om dat Jan Keizer zijn vrouw bij zich had. Ik heb de rol van Guyt, die ooit door Keizer aan Sir Stanley Rous als burge meester van Volendam werd voorgesteld, nooit begrepen. Ik heb, nadat ik internationaal op non-actief werd gesteld, weliswaar op eigen houtje een lid van de UEFA-aanstel- lingscommissie, Malka, bena derd. Hij verwees me echter naar de commissie in eigen land. Ik snap het nog steeds niet. Jaarlijks krijgt Neder land 15 invitaties. Negen daar van komen bij Keizer terecht. Ik heb de reputatie moeilijk te zijn. Ik wil alleen voor mijn recht opkomen". Is Keizer dan gladder dan een aal? „Dat wil ik niet zeggen. Hij is handiger, handiger dan de meeste Nederlandse interna tionale arbiters. Op zijn kwa liteiten als scheidsrechter ding ik niets af. Maar ik durf te be weren dat er in Nederland nog 10 van zijn kaliber rondlopen onder wie Henk van Etteko ven. Ik ben drie keer met Kei zer in het buitenland geweest. Hij flikte telkens weer iets. Zoals die keer in Rusland. Zo als gebruikelijk kregen we een cadeautje. Dit keer een aantal blikken kaviaar. Hij zou ze verdelen. De grensrechters kregen ieder een. Waar de rest was ontdekte ik pas op Schip hol, waar bij controle door de douane bleek dat Keizer zijn koffer vol kaviaar had. Kun je je voorstellen dat Keizer dan bepaald mijn vriend niet is". Moet je om hogerop te ko men lobbyen? Je met iedereen te vriend houden? „De idee dat vriendjespoli tiek je een eind helpt in je in ternationale loopbaan kan bij mij er niet in. Kennelijk ge beurt het toch. Zelf ben ik nooit overdreven bevriend ge weest met de leden van de scheidsrechterscommissie. Ik wil niet slijmen, maar ik kan goed opschieten met Van der Kroft, ook al ben ik het regel matig niet met hem en be paalde visies eens. Probleem in de scheidsrechterswereld is dat je te maken hebt met een stel individuen dat zo hoog mogelijk wil reiken. Ieder op zijn eigen manier. Ik vind dat je naar eer en geweten moet fluiten. Ik besef ook dat ik fouten maak, zal ook niet schromen die toe te geven. Veel zin heeft dat niet, want die verkeerde beslissing kun je toch niet meer corrigeren. Nee, ik beschouw me niet als een martelaar. Ik heb gewoon al mijn opgekropte woede naar buiten gebracht. Ik wilde niet langer met me laten sollen". Bent u niet bang dat deze af faire de geloofwaardigheid, het gezag van het arbiterskorps heeft aangetast? „Ik kan me dat wel voorstel len. Per slot van rekening wordt van de scheidsrechters verwacht dat ze zich als lei ders opwerpen. Gezag afdwin gen. Door zulke zaken maken de arbiters zich niet geloof waardiger. Ongetwijfeld zul len er spelers zijn die gebruik proberen te maken van de rel. Het imago van de Nederlandse arbiters was al gedeukt. Nu nog meer. Mij is gevraagd om mee te helpen het aanzien te verbeteren, zodat we weer res pect afdwingen door goede prestaties neer te zetten. Ik besef als niemand anders dat ik zondag uiterst kritisch ge volgd zal worden. Ik ben be stand tegen die druk. Meestal kom ik onder gespannen si tuaties tot de beste prestaties". Als 'sales-manager' die be slist over miljoenen, moet de affaire toch enigszins op de lachspieren hebben gewerkt? „Ik heb het fluiten altijd als een prima uitlaatklep be schouwd voor mijn dagelijkse, zakelijke bezigheden. De laat ste weken was het omgekeerde het geval. De afgelopen week was een ware kermis. Ik zat tot over mijn oren in het werk op de zaak en tussendoor bleef de telefoon rinkelen. Mensen, die het fijne wilden weten over de gang van zaken. Maar eerlijk gezegd; ik heb maan dag toen die miljoenorder rond kwam, in mijn vuistje gelachen. De scheidsrechters commissie heeft me als een 'broekie' behandeld. Vandaag verkoopt dit 'broekie' een ma chine van bijna 5 miljoen gul den. Zo betrekkelijk is het al lemaal". DOOR HEIN GROOTHUIS SCHIJNDEL - „Hier moet je zijn", schreeuwt André van de Oetelaar om de muziek, die door zijn sportschool da vert, te overstemmen. Het is een beetje overbodig, want hij is de enige kolos, die zich in het met allerlei toestellen volgestouwde etablissement bevindt. Als hij ontspannen plaats heeft genomen op een bankje en opdracht heeft ge geven het geschetter wat te temperen, blijkt de honderd kilo spieren meer in huis te hebben dan de paar stevige knuisten, waarmee hij me nige tegenstander onderuit heeft gehaald. Hij is begif tigd met een vlotte babbel en een op zijn omgeving aan stekelijk werkende opge wektheid. Voor opgewektheid heeft de 31-jarige zwaargewicht bokser uit Schijndel de laat ste tijd allé reden, want hij is onlangs door de Europese Boks Unie aangewezen als uitdager van Europees kam pioen Frank Bruno, tegen wie hij binnen vier maanden in de ring moet verschijnen. Hij is dus nog slechts een stap verwijderd van de top. En dan te bedenken, dat de Brabander slechts door een medische blunder met het boksen in aanraking is ge komen. Judoka André van de Oetelaar was voor hij zich ging wij den aan de 'noble art of self- defence' een uitstekende ju doka, die het zelfs tot natio naal kampioen schopte. Hij beoefende die sport tot hij begin twintig was. Een aan tal operaties aan zijn rech terknie - „Op een toernooitje draaide ik en krak ging het door die knie" - noopte hem zijn carrière te beëindigen. „Door een slechte chirurg - dokter Scharmhart uit Den Bosch; ik durf zijn naam ge rust te noemen, hij is later uit zijn functie ontheven - is die knie nooit meer in orde gekomen. Hij had botweef- sel en splinters laten zitten, waardoor het kapsel van het gewricht helemaal naar de donder ging. Dokter Stri- kwerda heeft later de schade zoveel mogelijk hersteld. Maar het judoën, waarbij nu eenmaal veel gedraaid moet worden, kon ik vergeten. Als die meniscusoperatie goed was uitgevoerd, had ik nu waarschijnlijk nog steeds op de mat gestaan. Bij het bok sen heb ik geen last van die knie. Ik ben niet beperkt in mijn bewegingen. Alleen kan ik er niet mee hardlo pen. Als ik twee of drie kilo meter mee hol, heb ik een kanjer van een knie. Dat hardlopen is van belang voor de duurtraining. Ik moet de duurtraining louter op de zak doen. Ik moet ech ter zeggen dat mij dat best goed afgaat". Dispensatie In september 1977 startte Van de Oetelaar zijn boks- loopbaan. In amper een half jaar schaarde hij zich bij de nationale top in het half- zwaargewicht. „Ik was net B-klasser - ik had acht of negen wedstrijden gebokst - toen ik van de boksbond dis pensatie kreeg voor de A- klasse, omdat niemand meer tegen mij wilde uitkomen. In mijn elfde wedstrijd stond ik februari '78 in de finale van de Nederlandse titel strijd, die ik van John Em- men, nu mijn maatje, ver loor". In 1979 was André van de Oetelaar opnieuw verlie zend finalist (tegen Kroes). „In '78 en '79 had ik nog te weinig ervaring om de fi nale te winnen". In 1980, toen sprake was van zijn uitzending naar de Olympische Spelen, leek er een abrupt einde te komen aan de boksloopbaan van Van de Oetelaar, toen hij zwaar gewond raakte bij een auto-ongeluk. „Het ge beurde op 2 februari 1980, toen ik op weg was naar de finale van de Zuidneder landse kampioenschappen. Beide benen zaten zwaar in de vernieling". Als bewijs stroopt hij vervolgens zijn trainingsbroek naar bene den. Hij onthult er enorme littekens op de bovenbenen mee. „In mijn rechter been hebben ze een stalen pin van 49 centimeter gezet en in mijn linker been een plaat van dertig centimeter met dertien bouten. Van mijn linkerbovenbeen was prak tisch niets over. Het was bijna totaal verbrijzeld. Er is zelfs even sprake geweest van amputeren". Wilskracht Van de Oetelaar kwam zeer snel terug dank zij een ijzeren wilskracht. „Aan vankelijk werd gezegd dat ik zeker vier, vijf maanden in het ziekenhuis zou moe ten blijven. Na acht weken stond ik echter al weer met krukken op de stoep. Na een week thuis ging ik al trainen op krukken. Ik stond wel wat gammel op de benen. Maar oefening baart kunst. Dat is overal mee. In sep André van de Oetelaar (links), in actie tijdens zijn gevecht met Mike Krol: „In deze sport moetje echt investeren om te kunnen oogsten". - foto gehard damoiseaux tember bokste ik in Den Bosch weer mijn eerste wedstrijd. In de tweede ronde sloeg ik Wells knock out, waardoor ik meemocht naar een toernooi in Oosten rijk". Na zijn ongeluk maakte Van de Oetelaar zijn op wachting bij de zwaarge wichten. „Ik had nooit moeite gehad onder de grens van 81 kilogram te blijven. Na dat ongeluk was ik 83 a 84 kilo. Daar had die 'ijzer winkel' in mijn benen na tuurlijk ook mee te maken. Met krachttraining en extra voeding heb ik er voor ge zorgd op een gewicht rond de honderd kilo te komen. Als ik dat niet had gedaan, was ik veel te licht geweest om me me mijn tegenstan ders te kunnen meten". Na dat hij in 1981 de nationale amateurtitel behaald had, stapte hij onmiddellijk over naar de profs, waar hij een opmerkelijk recordlijst op bouwde. Wakker André van de Oetelaar heeft tot nu toe bij de be roepspugilisten zestien ge vechten geleverd, waarvan hij veertien gewonnen heeft en twee verloren. Die neder lagen had hij volgens zijn zeggen aan zichzelf te wij ten. Van de Oetelaar: „In 1984 verloor ik die twee par tijen kort achter elkaar, de ene was in juli en de andere in september. Ik was toen veel te zwaar, doordat ik slecht getraind had. Dat was het gevolg van het feit dat ik met een verbouwing van mijn sportschool zat. De verwaarlozing van training wreekt zich onmiddellijk, zoals in mijn geval is geble ken. Maar verliezen hoort er bij. Daar word je alleen maar door wakker ge schud". Van de veertien gevech ten, die hij in zijn voordeel besliste, beëindigde Van de Oetelaar er dertien voortij dig. Hij is dus als een echte knock out-specialist te be stempelen. Van de Oetelaar: „Ik ben geen mooie bokser. Zeg maar dat ik een soort bulldozer ben. Ik zet heel m'n lichaam achter de sto ten. Ik ben altijd een sterke jongen geweest, van huis uit. Ik geef er ook niks om als ik achtersta op punten. Ik heb alle geduld van de wereld, omdat ik weet wat ik in huis heb. Een rake stoot kan al voldoende zijn". Doorbraak Op Europees niveau telt Van de Oetelaar sinds vorig jaar mee. Hij: „Mijn door braak is vorig jaar geweest, toen ik Mike Krol in de tweede ronde van de strijd om de Benlux-titel knock out sloeg". Daarna volgden overwinningen op de Belg Rudi Gouwe, die een paar keer voor de Europese titel in het strijdperk is getreden, en de Westduitser Thomas Claessen. „De zege op Claes- sen was toch wel een aan sprekend resultaat. Hij gold als de nieuwe Duitse hoop, had veertien wedstrijden gebokst en alles gewonnen. Ik knikkerde hem er in de vierde ronde uit". Na zijn triomf over Claes sen droeg de Nederlandse Boks Bond (NBB) Van de Oetelaar voor als uitdager van de Europese kampioen Frank Bruno. Het verzoek van de NBB werd door de EBU gehonoreerd, nadat de winst van Van de Oetelaar op de Braziliaan Adilson Rodrigues nog aan zijn pres- tatielijst was toegevoegd. „Ik denk dat die partij de doorslag heeft gegeven bij de aanwijzing. Tenslotte stond hij - Braziliaans kam pioen - achtste op de we reldranglijst". De sportschoolhouder, die zelf gediplomeerd boksin- structeur en krachtsport trainer is, kent titelhouder Bruno nauwelijks. „Een jaar of twee geleden heb ik hem toevallig eens zien boksen, op video. Ik was toen erg on der de indruk van zijn fy siek. Ik zei meteen dat hij het zou gaan maken. En dat is wel gebleken ook. Hij heeft 26 wedstrijden als prof gebokst, waarvan hij er een heeft verloren. Die 25 andere won hij allemaal op knock out. Daar word ik echter warm noch koud van. We hebben allemaal een hoofd en twee handen. Als hij er een krijgt van een moker is het gebeurd. Ik denk overi gens dat hij onder grotere spanning zal staan dan ik. Hij verdedigt nu eenmaal zijn titel. Ik heb niets te ver liezen". Indien hij de titel zou ver overen, zou Van de Oetelaar eindelijk eens geld kunnen gaan verdienen als prof. „Het boksen heeft tot nu toe steeds geld gekost. In deze sport moet je echt investeren om te kunnen oogsten. De gages zijn voor mij niet vol doende om de kosten van het eten - ik eet als een paard en heb extra voeding nodig - en reizen te dekken. Ik reis heel wat af om te trainen - ik oefen bij Jo van de Broek in Vught en ook nog wel eens in Gemert, bij de club waar ik ben begonnen, en verder doe ik veel voor mezelf - en te sparren (met Arnold Van- derlijde en John Emmen). Ik zou eigenlijk een sponsor moeten hebben. Dan zou ik eens een trip van een paar weken naar Amerika kun nen maken en een sparring partner kunnen aantrekken. Tot nu toe ben ik er nog niet in geslaagd een sponsor te vinden, maar ik hoop wel dat er eentje loskomt nu ik voor dat titelgevecht sta". André van de Oetelaar zou op het financiële vlak meteen uit de brand zijn als hij Bruno zou verslaan. „Met de Europese titel op zak boks je niet onder de ton. Alleen als kampioen ben je in de picture. In het andere geval ben je programma-vuiler. Meer niet. Ik zal alles doen om te proberen die titel te bemachtigen, maar over de afloop van dat gevecht is niks zinnigs te zeggen. Een ding staat alleen vast. Het zal niet de volle partij duren. Dat is onvermijdelijk als er twee knock outers tegenover elkaar komen".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 9