wnSi
Belgische Mgr Schotte: Synode kan niet alle problemen
Synode gehuld in geur restauratie-argwaan
'Synode moet verzoenen
Harry
KERK VREEST HANG NAAR CENTRALISME IN VA TICAAN
Ik schrijf nu
Vc
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1985
Niet in rook op
Kardinaal Koenigs
bijdrage aan
theologenstrijd
Geen sprake van
Open brief
Ingebakken
Niet te eng
Recht van spreken
Geen prioriteiten
Klok terug
•TERDAG 23 NOVEMBE
Opfrissen
Door Cees Manders
„WE MOETEN niet te hoge verwachtin
gen koesteren van de komende synode
over 'Twintig Jaar Vaticaans Concilie'.
Een synode is geen concilie en ook geen
mini-concilie en kan dus nooit de proble
men die gerezen zijn na of door het conci
lie oplossen. Het is niet realistisch daar
van uit te gaan." Aldus de Secretaris Ge
neraal van de Bisschoppensynode, de
Belg Mgr Jan Schotte, in een toelichting
op de komende Synode.
„Het gaat hier om een buitengewone
generale assemblee van de bisschoppen
synode, die je eerder in de context van
andere synodes moet plaatsen. Het on
derwerp dat nu behandeld wordt, het
Tweede Vaticaanse Concilie, is buitenge
woon en bovendien is de tijd die ervoor
uitgetrokken is, twee weken, bijzonder
kort. Daarom kunnen de conclusies ook
niet erg diep gaan."
Mgr Schotte weet niet wat de Synode
zal opleveren. „Niemand kan dat in dit
stadium zeggen. Misschien wordt het wel
een groot postconciliair document, of
een korte boodschap, of een hele reeks
conclusies. Er zijn zoveel mogelijkheden.
Na de eerste vier 5 vijf dagen kun je
eigenlijk pas zeggen wat eruit zal komen,
dan heb je de wensen van de assemblee
kunnen peilen."
Aan de synode, die maandag begint,
nemen 218 personen deel. 165 van hen
zijn 'synodevader' en hebben stemrecht.
De overigen zijn theologische assisten
ten, waarnemers, toehoorders, en 'spe
ciale genodigden'. Slechts 63 van de 165
synodevaders hebben destijds het conci
lie bijgewoond. Tot degenen die de paus
nu speciaal heeft uitgenodigd behoren de
'groten' van het concilie: De theologen
Thurian en Urs von Balthasar, en de kar
dinalen Koenig, Siri, Suenens, Marty en
Alfrink. Op Alfrinks aanwezigheid wordt
in Rome gerekend, ondanks zijn hoge
leeftijd (85) en zijn zwakke gezondheid.
Deze 'speciale' gasten hebben geen stem
recht, „maar zullen als getuigen hun bij
drage kunnen geven op andere manieren
die de synodevaders zeker zullen waarde
ren", aldus Schotte.
Het gaat hier om een buitengewone
synode, en dat betekent dat alleen de
president van de bisschoppenconferen-
OOR HET idee op zich niets
dan goeds. Het Tweede Vaticaanse
Concilie ligt al weer twintig jaar
achter ons. De behoefte om na
verloop van zo'n periode eens
systematischer te bekijken wat er
van de verwachtingen en
aarzelingen van toen is uitgekomen,
is gezond. Die behoefte dringt zich
echter des te sterker op nu ook dit
concilie zoals bijna al zijn
voorgangers beweging in plaats van
orde, meer onrust dan rust heeft
gebracht.
Door Jan Bouwmans
HET IS de vraag of een buitenge
wone bisschoppensynode, die maan
dag begint, het juiste instrument en
kader is om een winst- en verliesre
kening van Vaticanum II op te ma
ken. Immers, het heeft weinig zin
zo'n balans vrijblijvend op te ma
ken. De zin van een balans is dat
zaken eventueel bijgestuurd worden
of juist extra bekrachtigd. Maar
daartoe is de synode in geen enkel
opzicht bevoegd, zoals kardinaal (in
ruste) Alfrink recent, maar eerder
ook al de Haarlemse hulpbisschop
Lescrauwaet heeft gesteld.
In de katholieke kerk is het algemene
concilie het hoogste gezag en aan uit
spraken en besluiten van zo'n concilie
kan uitsluitend iets worden toegevoegd
of afgedaan door een nieuw concilie; dat
geldt zelfs voor de vraag hoe uitspraken
en besluiten precies moeten worden ver
staan. Bevindingen van deze synode die
in beleid zouden worden omgezet, zou
den derhalve bestaande controverses met
een beroep op (in)competentie eerder
kunnen versterken dan helpen oplossen.
Toch voelt ieder weldenkend mens op
zijn klompen aan dat de bevindingen van
de in totaal 120 voorzitters van de natio
nale bisschoppenconferenties, die samen
de buitengewonde bisschoppensynode
uitmaken, na afloop niet in rook zullen
opgaan. De bevoegdheid en onbevoegd
heid van de synode aan de orde stellen is
in feite gelijk aan het stellen van een ver
trouwensvraag: zal deze synode het hele
concilie bekrachtigen of zal het als legiti
matie gaan dienen om bepaalde zaken en
ontwikkelingen alsnog op slinkse, zelfs il
legale wijze eenzijdig te 'corrigeren' in
een zeer bepaalde richting?
De argwaan waarmee de buitenge
wone synode naast instemming ook
wordt bejegend, past in het hedendaagse
gevoel dat er restauratie in de lucht zit.
ties mag deelnemen, en niet een bisschop
die door de episcopale conferentie als
haar speciale vertegenwoordiger is aan
gewezen. Voeg daaraan toe dat alle kar
dinalen, die curie-departementen leiden,
automatisch lid zijn van de synode, en
dan trekken de critici van de paus de
conclusie dat drie kwart van de synodele
den direct of indirect door de paus zijn
benoemd en dus de gang van zaken naar
zijn hand zullen (kunnen) zetten
Van de 165 leden (met stemrecht) ko
men er 40 uit West-Europa, 38 uit Afri
ka, 32 uit Azië, 29 uit Latijns Amerika,
11 uit de VS en Canada, nog eens 11 uit
Oost Europa en 4 uit Oceanië. De Derde
Wereld is op deze synode dus royaal in
de meerderheid.
Ter voorbereiding van deze buitenge
wone synode is alle bisschoppenconfe
renties in de wereld een aantal vragen ge
stuurd om te kijken wat er van het conci
lie het meest leeft. Van de 136 bisschop
penconferenties hebben er maar 92 ge
reageerd, dus slechts een kleine 68 pro
cent. „Maar dit is toch nog voldoende re
presentatief om de situatie van de kerk
20 jaar na het concilie objectief te kun-
Kardinaal Schotte: „Na de eerste vier a
vijf dagen kun je eigenlijk pas zeggen wat
er uit de Synode zal komen, dan heb je de
wensen van de assemblee kunnen peilen."
- foto ap
nen schatten", méént mgr Schotte.
Uit de antwoorden heeft Schotte kun
nen opmaken dat voor de hele kerk de
postconciliaire periode rijk en opwin
dend is geweest. „Bijna alle antwoorden
wijzen op de grote verwachtingen die het
concilie heeft gewekt, op het enorme
werk dat is gedaan om de conciliedocu
menten te verspreiden en onderdeel te
'an
'lijk
ring van de leerstukken van het concilie.
rspri
maken van het kerkelijk leven. Maar iets
anders blijkt te zijn de concrete realise-
De antwoorden op onze vragen hebben
ook gewezen op negatieve verschijnselen
en tendenzen, op gebreken."
„Dikwijls", zo gaat Schotte verder, „is
het concilie gesimplificeerd overgekomen
of slechts in gedeelten voorgesteld. De
teksten van het concilie zijn weinig be
studeerd in hun ongeschonden vorm. De
bisschoppenconferenties erkennen de
vele positieve vruchten van het concilie,
maar zij menen ook dat er nog heel wat
van de totale rijkdom van het concilie te
ontdekken of te herontdekken over
blijft."
De synode heeft net zoveel waarde als
de paus eraan wil toekennen. Kardinaal
Koenig heeft dezer dagen onthuld dat tij
dens éen van de eerste synodes Paus Pau-
lus VI aan de synodevaders de vraag
voorlegde of zij het celibaat wilden hand-
haven of niet. Hij zei erbij dat hij zich bij
het oordeel van de synode zou neerleg-
gen. De synode stemde toen volgens
Koenig in meerderheid vóór handhaving
van het celibaat. Als de synode zo'n
macht niet uitdrukkelijk wordt toege-
kend is zij niet meer dan een adviescol.
lege van en informatiebron voor de paus.
Zo staat te lezen in de 'wet' (de 'motti
proprio' Apostolica Sollicitudine uit
1965) die de synode instelde.
Synodes zijn besloten bijeenkomsten.
Maar volgens secretaris generaal Schotte
zal dit keer maximale openbaarheid wor
den betracht. Direct na het uitspreken
van de verschillende redevoeringen zal
de pers en dus het publiek daarvan ken
nis kunnen nemen. Moeten de discussies
worden samengevat dan zullen de discus
siedeelnemers daar zelf voor zorgen, zo
dat het gevaar verkeerd begrepen of
terpreteerd te worden zo klem mogelijk
wordt gehouden. Elke dag tenslotte vindt
er een pers-briefing plaats en twee keer
in de week een persconferentie. Tijdens
de synode is het Vaticaan een echt
zen huis'.
Dat gevoel leeft niet alleen ten aanzien
van de katholieke kerk, maar in het alge
meen. 'Nieuw rechts' is in dit verband
een bekend begrip. In de R.K. Kerk is de
restautariesfeer versterkt door het steeds
duidelijker zichtbaar worden van her
nieuwd centralisme: Rome lijkt de macht
weer sterker naar zich toe te willen trek
ken. En juist deze tendens staat haaks op
een van de meest wezenlijke resultaten
van het concilie: de relatieve zelfstandig
heid van de plaatselijke kerk en de colle
giale gezagsuitoefening van paus en bis
schoppen. In menig rapport dat de natio
nale bisschoppenconferenties ten be
hoeve van de buitengewone synode aan
Rome hebben gestuurd, wordt op dit
stuk onomwonden kritiek geleverd.
Wie dezer dagen bisschoppen in bin
nen- en buitenland vraagt naar restaura
tie in de kerk, krijgt een zeer besüst ant
woord: „Er is geen sprake van terugkeer
'naar het verleden; dat is trouwens een
onmogelijkheid, zelfs als we het zouden
willen". Maar vele van die bisschoppen
voeden, ieder op eigen wijze, toch de
wijdverbreide indruk dat restauratieve
krachten in de kerk aan sterkte lijken te
winnen en dat de buitengewone synode
niet buiten dat krachtenveld staat. Kar
dinaal Godfried Danneels, de primaat
van België aan wie paus Johannes Paulus
II de meest centrale functie van de sy
node heeft toebedeeld, noemde onlangs
in Hasselt als grootste gevaar voor de
buitengewone synode dat de deelnemers
„louter een temperamentshouding tegen
over het concilie zullen aannemen".
Hij bedoelde daarmee dat sommige
deelnemers zich vastbijten in een gevoel
van „ik vind dat het slecht gaat" en an
dere in het tegenovergestelde „ik vind
dat het goed gaat" en dat de synode in
die tegengestelde beoordeling van de
zelfde feiten vastloopt. Danneels gaf
openlijk toe dat hij vreest dat dit zal
gaan gebeuren. Hij verheelde ook niet
dat het jongste boek van kardinaal Jo
seph Ratzinger, hoofd van de Congrega
tie voor de Geloofsleer, de indruk had
gewekt dat er in de R.K. Kerk orde op
zaken gesteld moet worden.
Van die tegenstelling hebben we in
eigen land ook weer een staaltje gezien.
Er is geen gezamenlijk evaluatierapport
van de Nederlandse bisschoppen naar
Rome gegaan. Mgr. Gijsen van Roer
mond en zijn hulpbisschop Castermans
vonden de tijd onverantwoord kort en
wilden om die reden niet aan een rapport
meewerken, zo is officieel verklaard. La
ter heeft de Roermondse bisschop welis
waar berichten ontkend dat hij een eigen
rapport naar Rome zou hebben gezon
den, maar wel bevestigd dat hij de opvat-
Door Cees Manders
-VAN DE vooravond van de buitengewone
bisschoppensynode over het Tweede Vati
caanse ConcUie wordt er in de top van de
katholieke kerk flink geruzied over de
'enige, juiste' interpretatie van de conci-
lieboodschap.
Kardinaal Ratzinger (hoofd van de
Congregatie voor de Geloofsleer en no.2
in de curie, nh de paus) stelt het 'moder
nisme' van vele herders aan de kaak. Hij
pleit voor een 'restauratie', voor 'een
nieuw evenwicht, na de overdrijvingen
van een ongediscrimineerde opening
naar de wereld, en na de veel te positieve
interpretaties van een agnostische en
atheïstische wereld'.
Ratzinger "is scherp aangevallen door
de beroemde theoloog Hans Küng, die
de kardinaal vergelijkt met een ouder
wetse Groot-Inquisiteur. Maar Ratzinger
heeft steun ontvangen van de Hans Urs
von Balthasar (80), een door de paus
o?
L
Éi
1
Kardinaal Koenig: „Ik zal er op alle
manieren voor vechten dat er op de Synode
gewerkt wordt aan een actualisering van
de oude conciliaire waarden". - fotoanp
vaak geraadpleegde en zeer conservatieve
theoloog. Urs durfde op een gegeven mo
ment zelfs te beweren (hij slikte dit later
in) dat Küng en de Braziliaanse bevrij
dingstheoloog Leonardo Boff geen chris
tenen meer waren.
De Roermondse bisschop Gijsen heeft
berichten ontkend dat hij een eigen rapport
naar Rome zou hebben gezonden, maar
heeft wel bevestigd dat hij de opvattingen
van zijn collega's over de situatie op een
paar wezenlijke punten niet deelt, onder
meer de kritiek op Rome wat betreft het
collegiale bestuur. - fotoanp
tingen van zijn collega's over de situatie
op een paar wezenlijke punten niet deelt,
onder meer de kritiek op Rome wat be
treft het collegiale bestuur.
De vrees dat de buitengewone synode
onder invloed van het toenemende Ro
meinse centralisme althans gedeeltelijk
op de schreden van het concilie zal terug
keren, wordt ook uitgesproken in de
open brief van het internationale theolo
gische tijdschrift 'Concilium'. Rond dit
tijdschrift hebben zich die godgeleerden
gegroepeerd die destijds op het concilie
een vooraanstaande rol hebben gespeeld
in de vernieuwing. De open brief vindt
het contrast tussen de ontvangst van het
concilie destijds en de atmosfeer aan de
vooravond van de synode een verontrus
tend teken. Dat de gewone kerkleden
zich evenmin roeren, wordt ook niet be
paald gezond gevonden, omdat de sy
node de hele kerk aangaat. Maar vooral
doen de Concilium-theologen een harts
tochtelijk beroep op de synodebisschop
pen om dezelfde vindingrijkheid, het
zelfde onafhankelijke oordeel en dezelfde
moed te tonen als destijds de concilieva
ders.
Hiermee verwijzen de Concilium-theo
logen naar een van de grote verrassingen
van Vaticanum II. Waar menigeen des
tijds een hard hoofd in had, gebeurde
niettemin: talrijke ontwerp-schema's van
de Romeinse Curie, waarin elke wezen
lijke vernieuwing was geweerd, werden
naar de prullebak verwezen. Daarna ont
wikkelde zich op het concilie zelf de
strijd tussen vemieuwingsgezinden en
behoudzuchtigen, waarbij de laatsten uit
eindelijk verre in de minderheid bleken
te zijn. Dit werd algemeen gevoeld als
een overwinning op het Romeinse cen
tralisme. Het behoud van die winst ligt
in de handen van de synodebischoppen,
zeggen de Concilium-theologen met zo
veel woorden, maar ze lijken er niet zo
gerust over te zijn.
Het is bijna overmijdelijk dat de bui
tengewone synode de zojuist genoemde
strijd alsthans gedeeltelijk opnieuw
voert. Die strijd is namelijk bestanddeel
van het concilie zelf geworden en zit ook
ingebakken in de slotdocumenten die op
talrijke punten een compromis zijn. De
na-conciliaire periode draagt dan ook
alle kenmerken van dat compromiska
rakter. Hoe onwelgevallig sommigen
-ter linker- of rechterzijde- dat com-
promiskenmerk ook mag zijn, er zou
voor de komende jaren wellicht al heel
wat gewonnen zijn indien de synode na
twintig jaar dat compromiskarakter van
zowel concilie als uitwerking in de prak
tijk als normaal en legitiem zou bekrach
tigen. Of, zoals mgr. Lescrauwaet het
eens zei, er is een minimalistische en een
maximalistische interpretatie van het
concilie mogelijk en dat hoort bij het
spel. Erkennen dat Vaticanum II niet
eenduidig verstaan kan 'worden, dat dit
in de geschiedenis met concilies bijna al
tijd het geval is geweest en dat derhalve
binnen zekere marges verschillende op
vattingen bestaansrecht hebben, zou het
vertrouwensklimaat in de R.K. Kerk
waarschijnlijk zeer bevorderen.
Het bestaansrecht van verschillende
opvattingen en de eigenheid van de
plaatselijke kerk hebben met elkaar te
maken. En beide hebben weer te maken
met collegiaal bestuur. Dat dit onder
werp op de komende buitengewone sy
node een centrale plaats zal innemen,
staat intussen wel vast. Talrijke bis
schoppenconferenties blijken op dit punt
kritiek te hebben op Rome en de voorzit
ter van de Amerikaanse bisschoppencon
ferentie, mgr. James Malone, heeft deze
kwestie in het openbaar reeds als de be
langrijkste bestempeld. Ook de Neder
landse bisschoppen (behalve de Lim
burgse dus) constateren dat de collegiali
teit onder de maat is en dat de plaatse
lijke kerk meer armslag behoort te heb
ben.
Ook Rome blijkt op dit vlak proble-
Kardinaal Godfried Danneels, de pri
maat van België aan wie paus Johannes
Paulus II de meest centrale functie van de
synode heeft toebedeeld, noemde onlangs
in Hasselt als grootste gevaar voor de bui
tengewone synode dat ae deelnemers „lou
ter een tëmperamentshouding tegenover
het concilie zullen aannemen".
- foto archief de stem
men te hebben, zij het van tegenoverge
stelde aard. Voor net Tweede Vaticaanse
ConcUie had het bestuurscentrum de za
ken goed onder controle. Het 'systeem'
garandeerde overzicht en greep op de
zaak. Na het concilie kwam er een uit
barsting van ontwikkelingen en een veel
vormigheid waarover het bestuurscen
trum het overzicht kwijt raakte en ook
steeds minder greep had. Volgens inge
wijden in het Vaticaan wordt dit daar
nog altijd als zeer problematisch ervaren.
Het optreden van kardinaal Ratzinger
moet in deze context gezien worden.
„Eenheid en verscheidenheid: dat is
hét probleem van de kerk voor de toe
komst. Er zullen middelen gevonden
moeten worden om beide samen gestajte
te geven", is ook de mening van kardi
naal Danneels. De verscheidenheid zal
zich volgens hem doorzetten. Daarvoor
staan de fundamenteel verschillende pro
blemen borg, waarmee de kerk kampt in
de diverse werelddelen. De kerk in La-
tijns-Amerika heeft naar zijn oordeel als
meest fundamentele probleem het onder
drukkende 'machismo' waarvan de hele
cultuur is doortrokken en waarop de be
vrijdingstheologie naar diepste wezen is
geënt. Het meest fundamentele probleem
voor de kerk in Afrika is dat Jezus niet
zwart is. En in de westerse cultuur kampt
de kerk vooral met het probleem van de
Boff heeft deze 'banvloek' in stüte
moeten incasseren, want het spreekver
bod dat Ratzinger hem heeft opgelegd
geldt nog onverminderd. Vele Italiaanse
theologen hebben daarop Urs von Bal
thasar en Ratzinger in krantenartikelen
scherp aangevallen en gepleit voor meer
begrip voor dissidente opinies binnen de
kerk. Ze wülen dat de Synode binnen de
kerk meer ruimte schept voor 'afwij
kende maar bona-fide meningen'.
De Jezuïeten hebben ook een geduchte
bijdrage geleverd aan de verhitte discus
sies met een artikel in hun lijfblaf 'CivUtk
Cattoüca'. Daarin waarschuwen zij voor
een te enge interpretatie van het begrip
'pauselijke onfeilbaarheid' en voor een
'papolatria' of verafgoding van de pausfi
guur. Dit artikel bracht in Rome grote
opschudding te weeg totdat het Vaticaan
het weten dat de artikelen in dat Jezuïe
tenblad altijd de goedkeuring van de
pauselijke 'censor' nadden. Met andere
woorden: de paus was het ermee eens.
Aan deze pre-synodale schermutselin
gen heeft nu ook de gezaghebbende Oos
tenrijkse kardinaal Franz Koenig een bij
drage geleverd, maar een rustige, wei-
overdachte bijdrage, wars van de agressi
viteit van zijn collega-theologen in de
kerk. In Rome is een boek verschenen
dat heet 'Chiesa, dove vai?' (Kerk, waar
ga-je heen?), en het is het verslag van een
interview van de journalist Gianni Li-
cheri met de kardinaal. Dit soort inter
view-verhalen is overigens het geijkte wa
pen in de huidige theologen-strijd: Rat
zinger liet zich interviewen, en ook Urs
von Balthasar. Küng zette zijn aanklacht
in de krant.
Als er iemand is die recht van spreken
heeft inzake concilie en bisschoppensy
node dan is het wel die tachtigjarige kar
dinaal Koenig uit Wenen. Hij was des
tijds één van de actiefste concilievaders
en is sindsdien in de postconciliaire ont
wikkelingen van de katholieke kerk de
sleutelfiguur gebleven. Koenig is inmid
dels met pensioen, maar naar hem wordt
nog steeds geluisterd. Hij zal trouwens
actief deelnemen aan de komende bis
schoppensynode.
Koenig deelt de restauratiezin van
Ratzinger (verwoord in zijn boek 'Rap
porto sulla Fede') volstrekt niet: „Het
accent op het woord 'restaureren' wijst te
veel op een heimwee naar het verleden.
We moeten niet vergeten dat er tussen
het laatste Concilie en dat wat eraan
voorafging bijna honderd jaar zat. De
kerk van het verleden bekeek elke nieu
wigheid met angst, voelde zich geschei
den van de wereld die zij zag als het
kwaad; het Concilie heeft die vooringe
nomenheid overwonnen door zich open
te stellen voor de historie, naar de we
reld, naar de niet-christenen toe, voor de
oecomenische beweging. Op het ogenblik
zijn er zeer velen die niet geloven, maar
wel iets zoeken. De kerk wn deze mensen
ontmoeten zoals ze zijn. Een 'nieuw
evenwicht' in de zin van Ratzinger is dus
niet wenselijk. Want dat zou een 'redi-
mensionering' van de conciliaire geest
betekenen",
Een van de stenen des aanstoots van
kardinaal Ratzinger (in zijn genoemde
boek 'Rapporto sulla Fedeis het insti
tuut van de bisschoppenconferentie:
„Geen enkele bisschoppenconferentie
heeft als zodanig een leeropdracht; haar
documenten hebben geen specifieke
waarde, maar slechts de waarde van de
consensus die haar wordt toegekend
door de individuele bisschoppen", aldus
Ratzinger. Koenig is het daar niet mee
eens. Hij wijst op het belang van die bis
schoppenconferentie voor de bisschoppe
lijke collegialiteit, die hij één van de
grote verworvenheden van het concilie
noemt. Dankzij het concilie mochten de
bisschoppen de kerk voortaan in zekere
zin meebesturen. „Daarvoor moesten ze
secularisatie. Langs dezé drie lijnen ziet
Danneels de verscheidenheid in de
Roomse wereldkerk zich onherroepelijk
ontwikkelen.
De eenheid binnen deze verscheiden
heid hou je echter niet in stand door
middel van documenten en decreten.
Daar is Danneels vast van overtuigd. Die
eenheid kan alleen gewaarborgd worden
in de vorm van een personele unie, dat
wil zeggen, in de persoon van de paus.
De figuur van de paus ziet hij daarom in
de toekomst alleen maar aan gewicht
toenemen. Verwacht mag dus wel wor
den dat de buitengewone synode deze
ontwikkeling een duw in de rug geven.
Voor de buitgewone synode, die 25
november officieel begint, is veertien da
gen uitgetrokken. In die tijd valt natuur
lijk geen adekwate evaluatie van het ge
hele concilie te maken. De Belgische pri
maat blijkt ook van oordeel dat de sy
node zich moet beperken. Hij verwacht
een toespitsing op een viertal terreinen,
waar de effecten van Vaticanum II het
duidelijkst zichtbaar zijn geworden.
De Nederlandse bisschoppen hebben
in hun rapport geen duidelijke prioritei
ten aangebracht. Dit in tegenstelling tot
bijvoorbeeld de bisschoppen van Enge
land en Wales die hun rapport - in weer
wil van de vragen van Rome- beperkt
hebben tot vier kwesties: de natuur van
de kerk, de verscheidenheid in de kerk,
noodzaak van een doeltreffende evange
lisatie en de ambtsproblematiek. Binnen
dat kader roeren ze niettemin een veel
voud van praktische zaken aan. Zo vin
den de Engelse en Welse bisschoppen
dat de plaats van de leek versterkt moet
worden, dat het beleid ten aanzien van
ambtsverlatingen ter discussie gesteld
moet worden, dat de oecumene versterkt
moet worden, dat de rechtmatigheid van
verschillende theologische methoden ge
respecteerd moet worden en niet in de
laatse plaats: de uitoefening van het leer
gezag gebeurt nog steeds niet zoals het
concilie heeft voorgesteld. De Ameri
kaanse bisschoppen worden ten voor
beeld gesteld; die houden namelijk een
of meer hoorzittingen en discussierondes
alvorens een herderlijke brief te publice
ren.
Er is tot nu toe weinig bekend gewor
den van Latijnsamerikaanse, Afrikaanse
en Aziatische bevindingen. Dat maakt
een taxatie van de komende synode
daarom zo moeilijk, omdat de bisschop
pen uit die continenten voor het eerst de
absolute meerderheid op een synode zul
len vormen. Dat feit alleen al kan nog
voor verrassingen zorgen.
eerst collegiaal leren denken, leren met
elkaar te werken. In de nationale bis
schoppenconferentie kregen de bisschop
pen de gelegenheid zich een dergelijke
collegiale mentaliteit eigen te maken.
Een bisschoppenconferentie is natuurlijk
geen parlement, maar is daardoor niet
minder belangrijk voor de oplossing van
vele problemen, vooral praktische."
Kardinaal Ratzinger, de geloofsbe-
waarder van de kerk, wordt er door zijn
tegenstanders van verdacht de komende
Synode te willen gebruiken om bepaalde
oude geloofswaarden en -gebruiken in
ere te herstellen, om de kerkelijke klok
terug te draaien. Koenig zal erop letten
dat dat in elk geval niet gebeurt. „Ik zal
er op alle mameren voor vechten dat er
op de Synode gewerkt wordt aan een
echte aggiornamento", aan een actualise
ring van de oude conciliaire waarden.
Op de vraag of de komende Synode
niet een mooie gelegenheid zou zijn voor
een interne verzoening in de kerk, voor
een opheffing van alle veroordelingen
van 'dissidente' theologen, antwoordt de
oude kardinaal in positieve zin. „Daar
zouden we zeker over kunnen spreken.
De leer, de openbaring, die kunnen we
niet in overweging nemen. Maar wel alles
wat betrekking heeft op de mens. Ik zei
het tien jaar geleden al: het gevaar is niet
zozeer dat men ophoudt te geloven, als
wel de groeiende discrepantie tussen ge
loof en kerkelijk leven. Dat is nu ook nog
het geval en de Synode kan daar niet om
heen."
MajSj
dedoi
poor John van Oppen
VELP - Simon en Garfun-
Ijel. Laurel en Hardy. Adam
en Eva. Van Kooten en De
gie. Suske en Wiske. Sjöwall
en Wahlöö. Sommige namen
zijn met elkaar versmolten,
je kunt de één niet noemen
zonder aan de ander te den
ken. Ze horen bij* elkaar, zo
als de pen bij het papier en
de bril bij het oog.
Maj Sjöwall heeft vrede
met die lotsbedeling, ook al
ligt de tijd met Per Wahlöö
ver achter haar. Het is al
weer tien jaar' geleden dat
haar echtgenoot en schrijf-
partner aan maagkanker
overleed, op 49-jarige leef
tijd. Sinds de dag dat hij
stierf, heeft zij geen blad
zijde geschreven. „Ik leid nu
een ander leven. Ik woon
ook niet meer in het kille,
onpersoonlijke Zweden,
maar in Kopenhagen, omdat
de mentaliteit in Denemar
ken zachtaardiger is."
„De periode Martin Beek
(de hoofdpersoon in de ro
mans) is voor mij een geslo
ten boek. De tijd is niet stil
blijven staan na de dood van
Per. Toch stelt iedereen mij
al tien jaar lang dezelfde
vragen, over de boeken die
wij samen schreven. Alsof
mijn leven sedertdien be
vroren is. Ach, dat is het
loon van de roem. Had ik
maar niet samen met Per die
boeken moeten schrijven."
Ze lacht aanstekelijk. Een
kleine vrouw, die moet
vechten tegen de pondjes,
met openhartige ogen en een
vriendelijk gezicht.
Even de herinnering op
frissen: in de periode van
1965 tot 1975 schreeft het
schrijversechtpaar Sjöwall
en Wahlöö tien maatschap
pij-kritische politieromans,
met de rechercheurs Martin
Beek, Gunvald Larsson en
Lennart Kollberg van de
Stockholmse moordbrigade
in de hoofdrol. De tien boe
ken werden waanzinnig po
pulair en gaven het afge
zaagde misdaad-oeuvre een
nieuwe impuls. Volgens de
jongste tellingen werden
Sjöwall&Wahlöö in een op
lage van meer dan 100 mil
joen exemplaren ver
kocht. En nog steeds worden
herdrukken uitgegeven, van
Tokio tot New York, van
Helsinki tot Kaapstad, want
de verhalen hebben niets
aan zeggingskracht inge
boet. Het zijn pure klassie
kers in de misdaadlitera
tuur.
„In Zweden worden frag
menten uit onze boeken nu
in de taalles gebruikt. Daar
door gaan veel middelbare
.scholieren alle tien boeken
lezen. Ik krijg honderden
brieven van jonge lezers.
Heerlijk, dat ons werk tot de
verbeelding van nieuwe ge
neraties spreekt."
Hoezeer de melancholi
sche, steevast tegen slaap
vechtende Martin Beek nog
leeft, blijkt ook uit andere
reacties die de schrijfster
krijgt: „Mensen klampen me
aan, omdat ze meer willen
weten over een of ander
piepklein detail in mijn
boek. Ik ben dat dan al lang
vergeten, of weet niet eens
meer in welk van de tien
boeken het ook alweer staat.
Na de roman 'Hoogste Tijd'
Is Harry Muliscb weer volop
}b het nieuws. De Bezige Bij
bracht 'Mijn Getijdenboek',
waarvan in 1975 één druk
verscheen, opnieuw in de
handel en zondagavond is de
schrijver uitgebreid te zien
°P de tv.
In 'Mijn Getijdenboek'
vertelt Mulisch zijn per
soonlijke gechiedenis in fo
to s, documenten en herin
neringen. De periode die hij
^handelt loopt van 1850 tot
1950. Allereerst duikt hij
mep in de historie om zijn
voorouders te vinden. De
naam Mulisch is waar
schijnlijk afkomstig uit
Turkije, maar de familie
woonde voornamelijk in
uitsiancl erf Oostenrijk.
ulisch volgt zijn vader tij-
ens de Eerste Wereldoorlog
51 zijn vestiging in Neder-
and in de jaren twintig.
,Het boek eindigt in 1951,
s Harry Mulisch half zo