wnSi Belgische Mgr Schotte: Synode kan niet alle problemen Synode gehuld in geur restauratie-argwaan 'Synode moet verzoenen Harry KERK VREEST HANG NAAR CENTRALISME IN VA TICAAN Ik schrijf nu Vc ZATERDAG 23 NOVEMBER 1985 Niet in rook op Kardinaal Koenigs bijdrage aan theologenstrijd Geen sprake van Open brief Ingebakken Niet te eng Recht van spreken Geen prioriteiten Klok terug •TERDAG 23 NOVEMBE Opfrissen Door Cees Manders „WE MOETEN niet te hoge verwachtin gen koesteren van de komende synode over 'Twintig Jaar Vaticaans Concilie'. Een synode is geen concilie en ook geen mini-concilie en kan dus nooit de proble men die gerezen zijn na of door het conci lie oplossen. Het is niet realistisch daar van uit te gaan." Aldus de Secretaris Ge neraal van de Bisschoppensynode, de Belg Mgr Jan Schotte, in een toelichting op de komende Synode. „Het gaat hier om een buitengewone generale assemblee van de bisschoppen synode, die je eerder in de context van andere synodes moet plaatsen. Het on derwerp dat nu behandeld wordt, het Tweede Vaticaanse Concilie, is buitenge woon en bovendien is de tijd die ervoor uitgetrokken is, twee weken, bijzonder kort. Daarom kunnen de conclusies ook niet erg diep gaan." Mgr Schotte weet niet wat de Synode zal opleveren. „Niemand kan dat in dit stadium zeggen. Misschien wordt het wel een groot postconciliair document, of een korte boodschap, of een hele reeks conclusies. Er zijn zoveel mogelijkheden. Na de eerste vier 5 vijf dagen kun je eigenlijk pas zeggen wat eruit zal komen, dan heb je de wensen van de assemblee kunnen peilen." Aan de synode, die maandag begint, nemen 218 personen deel. 165 van hen zijn 'synodevader' en hebben stemrecht. De overigen zijn theologische assisten ten, waarnemers, toehoorders, en 'spe ciale genodigden'. Slechts 63 van de 165 synodevaders hebben destijds het conci lie bijgewoond. Tot degenen die de paus nu speciaal heeft uitgenodigd behoren de 'groten' van het concilie: De theologen Thurian en Urs von Balthasar, en de kar dinalen Koenig, Siri, Suenens, Marty en Alfrink. Op Alfrinks aanwezigheid wordt in Rome gerekend, ondanks zijn hoge leeftijd (85) en zijn zwakke gezondheid. Deze 'speciale' gasten hebben geen stem recht, „maar zullen als getuigen hun bij drage kunnen geven op andere manieren die de synodevaders zeker zullen waarde ren", aldus Schotte. Het gaat hier om een buitengewone synode, en dat betekent dat alleen de president van de bisschoppenconferen- OOR HET idee op zich niets dan goeds. Het Tweede Vaticaanse Concilie ligt al weer twintig jaar achter ons. De behoefte om na verloop van zo'n periode eens systematischer te bekijken wat er van de verwachtingen en aarzelingen van toen is uitgekomen, is gezond. Die behoefte dringt zich echter des te sterker op nu ook dit concilie zoals bijna al zijn voorgangers beweging in plaats van orde, meer onrust dan rust heeft gebracht. Door Jan Bouwmans HET IS de vraag of een buitenge wone bisschoppensynode, die maan dag begint, het juiste instrument en kader is om een winst- en verliesre kening van Vaticanum II op te ma ken. Immers, het heeft weinig zin zo'n balans vrijblijvend op te ma ken. De zin van een balans is dat zaken eventueel bijgestuurd worden of juist extra bekrachtigd. Maar daartoe is de synode in geen enkel opzicht bevoegd, zoals kardinaal (in ruste) Alfrink recent, maar eerder ook al de Haarlemse hulpbisschop Lescrauwaet heeft gesteld. In de katholieke kerk is het algemene concilie het hoogste gezag en aan uit spraken en besluiten van zo'n concilie kan uitsluitend iets worden toegevoegd of afgedaan door een nieuw concilie; dat geldt zelfs voor de vraag hoe uitspraken en besluiten precies moeten worden ver staan. Bevindingen van deze synode die in beleid zouden worden omgezet, zou den derhalve bestaande controverses met een beroep op (in)competentie eerder kunnen versterken dan helpen oplossen. Toch voelt ieder weldenkend mens op zijn klompen aan dat de bevindingen van de in totaal 120 voorzitters van de natio nale bisschoppenconferenties, die samen de buitengewonde bisschoppensynode uitmaken, na afloop niet in rook zullen opgaan. De bevoegdheid en onbevoegd heid van de synode aan de orde stellen is in feite gelijk aan het stellen van een ver trouwensvraag: zal deze synode het hele concilie bekrachtigen of zal het als legiti matie gaan dienen om bepaalde zaken en ontwikkelingen alsnog op slinkse, zelfs il legale wijze eenzijdig te 'corrigeren' in een zeer bepaalde richting? De argwaan waarmee de buitenge wone synode naast instemming ook wordt bejegend, past in het hedendaagse gevoel dat er restauratie in de lucht zit. ties mag deelnemen, en niet een bisschop die door de episcopale conferentie als haar speciale vertegenwoordiger is aan gewezen. Voeg daaraan toe dat alle kar dinalen, die curie-departementen leiden, automatisch lid zijn van de synode, en dan trekken de critici van de paus de conclusie dat drie kwart van de synodele den direct of indirect door de paus zijn benoemd en dus de gang van zaken naar zijn hand zullen (kunnen) zetten Van de 165 leden (met stemrecht) ko men er 40 uit West-Europa, 38 uit Afri ka, 32 uit Azië, 29 uit Latijns Amerika, 11 uit de VS en Canada, nog eens 11 uit Oost Europa en 4 uit Oceanië. De Derde Wereld is op deze synode dus royaal in de meerderheid. Ter voorbereiding van deze buitenge wone synode is alle bisschoppenconfe renties in de wereld een aantal vragen ge stuurd om te kijken wat er van het conci lie het meest leeft. Van de 136 bisschop penconferenties hebben er maar 92 ge reageerd, dus slechts een kleine 68 pro cent. „Maar dit is toch nog voldoende re presentatief om de situatie van de kerk 20 jaar na het concilie objectief te kun- Kardinaal Schotte: „Na de eerste vier a vijf dagen kun je eigenlijk pas zeggen wat er uit de Synode zal komen, dan heb je de wensen van de assemblee kunnen peilen." - foto ap nen schatten", méént mgr Schotte. Uit de antwoorden heeft Schotte kun nen opmaken dat voor de hele kerk de postconciliaire periode rijk en opwin dend is geweest. „Bijna alle antwoorden wijzen op de grote verwachtingen die het concilie heeft gewekt, op het enorme werk dat is gedaan om de conciliedocu menten te verspreiden en onderdeel te 'an 'lijk ring van de leerstukken van het concilie. rspri maken van het kerkelijk leven. Maar iets anders blijkt te zijn de concrete realise- De antwoorden op onze vragen hebben ook gewezen op negatieve verschijnselen en tendenzen, op gebreken." „Dikwijls", zo gaat Schotte verder, „is het concilie gesimplificeerd overgekomen of slechts in gedeelten voorgesteld. De teksten van het concilie zijn weinig be studeerd in hun ongeschonden vorm. De bisschoppenconferenties erkennen de vele positieve vruchten van het concilie, maar zij menen ook dat er nog heel wat van de totale rijkdom van het concilie te ontdekken of te herontdekken over blijft." De synode heeft net zoveel waarde als de paus eraan wil toekennen. Kardinaal Koenig heeft dezer dagen onthuld dat tij dens éen van de eerste synodes Paus Pau- lus VI aan de synodevaders de vraag voorlegde of zij het celibaat wilden hand- haven of niet. Hij zei erbij dat hij zich bij het oordeel van de synode zou neerleg- gen. De synode stemde toen volgens Koenig in meerderheid vóór handhaving van het celibaat. Als de synode zo'n macht niet uitdrukkelijk wordt toege- kend is zij niet meer dan een adviescol. lege van en informatiebron voor de paus. Zo staat te lezen in de 'wet' (de 'motti proprio' Apostolica Sollicitudine uit 1965) die de synode instelde. Synodes zijn besloten bijeenkomsten. Maar volgens secretaris generaal Schotte zal dit keer maximale openbaarheid wor den betracht. Direct na het uitspreken van de verschillende redevoeringen zal de pers en dus het publiek daarvan ken nis kunnen nemen. Moeten de discussies worden samengevat dan zullen de discus siedeelnemers daar zelf voor zorgen, zo dat het gevaar verkeerd begrepen of terpreteerd te worden zo klem mogelijk wordt gehouden. Elke dag tenslotte vindt er een pers-briefing plaats en twee keer in de week een persconferentie. Tijdens de synode is het Vaticaan een echt zen huis'. Dat gevoel leeft niet alleen ten aanzien van de katholieke kerk, maar in het alge meen. 'Nieuw rechts' is in dit verband een bekend begrip. In de R.K. Kerk is de restautariesfeer versterkt door het steeds duidelijker zichtbaar worden van her nieuwd centralisme: Rome lijkt de macht weer sterker naar zich toe te willen trek ken. En juist deze tendens staat haaks op een van de meest wezenlijke resultaten van het concilie: de relatieve zelfstandig heid van de plaatselijke kerk en de colle giale gezagsuitoefening van paus en bis schoppen. In menig rapport dat de natio nale bisschoppenconferenties ten be hoeve van de buitengewone synode aan Rome hebben gestuurd, wordt op dit stuk onomwonden kritiek geleverd. Wie dezer dagen bisschoppen in bin nen- en buitenland vraagt naar restaura tie in de kerk, krijgt een zeer besüst ant woord: „Er is geen sprake van terugkeer 'naar het verleden; dat is trouwens een onmogelijkheid, zelfs als we het zouden willen". Maar vele van die bisschoppen voeden, ieder op eigen wijze, toch de wijdverbreide indruk dat restauratieve krachten in de kerk aan sterkte lijken te winnen en dat de buitengewone synode niet buiten dat krachtenveld staat. Kar dinaal Godfried Danneels, de primaat van België aan wie paus Johannes Paulus II de meest centrale functie van de sy node heeft toebedeeld, noemde onlangs in Hasselt als grootste gevaar voor de buitengewone synode dat de deelnemers „louter een temperamentshouding tegen over het concilie zullen aannemen". Hij bedoelde daarmee dat sommige deelnemers zich vastbijten in een gevoel van „ik vind dat het slecht gaat" en an dere in het tegenovergestelde „ik vind dat het goed gaat" en dat de synode in die tegengestelde beoordeling van de zelfde feiten vastloopt. Danneels gaf openlijk toe dat hij vreest dat dit zal gaan gebeuren. Hij verheelde ook niet dat het jongste boek van kardinaal Jo seph Ratzinger, hoofd van de Congrega tie voor de Geloofsleer, de indruk had gewekt dat er in de R.K. Kerk orde op zaken gesteld moet worden. Van die tegenstelling hebben we in eigen land ook weer een staaltje gezien. Er is geen gezamenlijk evaluatierapport van de Nederlandse bisschoppen naar Rome gegaan. Mgr. Gijsen van Roer mond en zijn hulpbisschop Castermans vonden de tijd onverantwoord kort en wilden om die reden niet aan een rapport meewerken, zo is officieel verklaard. La ter heeft de Roermondse bisschop welis waar berichten ontkend dat hij een eigen rapport naar Rome zou hebben gezon den, maar wel bevestigd dat hij de opvat- Door Cees Manders -VAN DE vooravond van de buitengewone bisschoppensynode over het Tweede Vati caanse ConcUie wordt er in de top van de katholieke kerk flink geruzied over de 'enige, juiste' interpretatie van de conci- lieboodschap. Kardinaal Ratzinger (hoofd van de Congregatie voor de Geloofsleer en no.2 in de curie, nh de paus) stelt het 'moder nisme' van vele herders aan de kaak. Hij pleit voor een 'restauratie', voor 'een nieuw evenwicht, na de overdrijvingen van een ongediscrimineerde opening naar de wereld, en na de veel te positieve interpretaties van een agnostische en atheïstische wereld'. Ratzinger "is scherp aangevallen door de beroemde theoloog Hans Küng, die de kardinaal vergelijkt met een ouder wetse Groot-Inquisiteur. Maar Ratzinger heeft steun ontvangen van de Hans Urs von Balthasar (80), een door de paus o? L Éi 1 Kardinaal Koenig: „Ik zal er op alle manieren voor vechten dat er op de Synode gewerkt wordt aan een actualisering van de oude conciliaire waarden". - fotoanp vaak geraadpleegde en zeer conservatieve theoloog. Urs durfde op een gegeven mo ment zelfs te beweren (hij slikte dit later in) dat Küng en de Braziliaanse bevrij dingstheoloog Leonardo Boff geen chris tenen meer waren. De Roermondse bisschop Gijsen heeft berichten ontkend dat hij een eigen rapport naar Rome zou hebben gezonden, maar heeft wel bevestigd dat hij de opvattingen van zijn collega's over de situatie op een paar wezenlijke punten niet deelt, onder meer de kritiek op Rome wat betreft het collegiale bestuur. - fotoanp tingen van zijn collega's over de situatie op een paar wezenlijke punten niet deelt, onder meer de kritiek op Rome wat be treft het collegiale bestuur. De vrees dat de buitengewone synode onder invloed van het toenemende Ro meinse centralisme althans gedeeltelijk op de schreden van het concilie zal terug keren, wordt ook uitgesproken in de open brief van het internationale theolo gische tijdschrift 'Concilium'. Rond dit tijdschrift hebben zich die godgeleerden gegroepeerd die destijds op het concilie een vooraanstaande rol hebben gespeeld in de vernieuwing. De open brief vindt het contrast tussen de ontvangst van het concilie destijds en de atmosfeer aan de vooravond van de synode een verontrus tend teken. Dat de gewone kerkleden zich evenmin roeren, wordt ook niet be paald gezond gevonden, omdat de sy node de hele kerk aangaat. Maar vooral doen de Concilium-theologen een harts tochtelijk beroep op de synodebisschop pen om dezelfde vindingrijkheid, het zelfde onafhankelijke oordeel en dezelfde moed te tonen als destijds de concilieva ders. Hiermee verwijzen de Concilium-theo logen naar een van de grote verrassingen van Vaticanum II. Waar menigeen des tijds een hard hoofd in had, gebeurde niettemin: talrijke ontwerp-schema's van de Romeinse Curie, waarin elke wezen lijke vernieuwing was geweerd, werden naar de prullebak verwezen. Daarna ont wikkelde zich op het concilie zelf de strijd tussen vemieuwingsgezinden en behoudzuchtigen, waarbij de laatsten uit eindelijk verre in de minderheid bleken te zijn. Dit werd algemeen gevoeld als een overwinning op het Romeinse cen tralisme. Het behoud van die winst ligt in de handen van de synodebischoppen, zeggen de Concilium-theologen met zo veel woorden, maar ze lijken er niet zo gerust over te zijn. Het is bijna overmijdelijk dat de bui tengewone synode de zojuist genoemde strijd alsthans gedeeltelijk opnieuw voert. Die strijd is namelijk bestanddeel van het concilie zelf geworden en zit ook ingebakken in de slotdocumenten die op talrijke punten een compromis zijn. De na-conciliaire periode draagt dan ook alle kenmerken van dat compromiska rakter. Hoe onwelgevallig sommigen -ter linker- of rechterzijde- dat com- promiskenmerk ook mag zijn, er zou voor de komende jaren wellicht al heel wat gewonnen zijn indien de synode na twintig jaar dat compromiskarakter van zowel concilie als uitwerking in de prak tijk als normaal en legitiem zou bekrach tigen. Of, zoals mgr. Lescrauwaet het eens zei, er is een minimalistische en een maximalistische interpretatie van het concilie mogelijk en dat hoort bij het spel. Erkennen dat Vaticanum II niet eenduidig verstaan kan 'worden, dat dit in de geschiedenis met concilies bijna al tijd het geval is geweest en dat derhalve binnen zekere marges verschillende op vattingen bestaansrecht hebben, zou het vertrouwensklimaat in de R.K. Kerk waarschijnlijk zeer bevorderen. Het bestaansrecht van verschillende opvattingen en de eigenheid van de plaatselijke kerk hebben met elkaar te maken. En beide hebben weer te maken met collegiaal bestuur. Dat dit onder werp op de komende buitengewone sy node een centrale plaats zal innemen, staat intussen wel vast. Talrijke bis schoppenconferenties blijken op dit punt kritiek te hebben op Rome en de voorzit ter van de Amerikaanse bisschoppencon ferentie, mgr. James Malone, heeft deze kwestie in het openbaar reeds als de be langrijkste bestempeld. Ook de Neder landse bisschoppen (behalve de Lim burgse dus) constateren dat de collegiali teit onder de maat is en dat de plaatse lijke kerk meer armslag behoort te heb ben. Ook Rome blijkt op dit vlak proble- Kardinaal Godfried Danneels, de pri maat van België aan wie paus Johannes Paulus II de meest centrale functie van de synode heeft toebedeeld, noemde onlangs in Hasselt als grootste gevaar voor de bui tengewone synode dat ae deelnemers „lou ter een tëmperamentshouding tegenover het concilie zullen aannemen". - foto archief de stem men te hebben, zij het van tegenoverge stelde aard. Voor net Tweede Vaticaanse ConcUie had het bestuurscentrum de za ken goed onder controle. Het 'systeem' garandeerde overzicht en greep op de zaak. Na het concilie kwam er een uit barsting van ontwikkelingen en een veel vormigheid waarover het bestuurscen trum het overzicht kwijt raakte en ook steeds minder greep had. Volgens inge wijden in het Vaticaan wordt dit daar nog altijd als zeer problematisch ervaren. Het optreden van kardinaal Ratzinger moet in deze context gezien worden. „Eenheid en verscheidenheid: dat is hét probleem van de kerk voor de toe komst. Er zullen middelen gevonden moeten worden om beide samen gestajte te geven", is ook de mening van kardi naal Danneels. De verscheidenheid zal zich volgens hem doorzetten. Daarvoor staan de fundamenteel verschillende pro blemen borg, waarmee de kerk kampt in de diverse werelddelen. De kerk in La- tijns-Amerika heeft naar zijn oordeel als meest fundamentele probleem het onder drukkende 'machismo' waarvan de hele cultuur is doortrokken en waarop de be vrijdingstheologie naar diepste wezen is geënt. Het meest fundamentele probleem voor de kerk in Afrika is dat Jezus niet zwart is. En in de westerse cultuur kampt de kerk vooral met het probleem van de Boff heeft deze 'banvloek' in stüte moeten incasseren, want het spreekver bod dat Ratzinger hem heeft opgelegd geldt nog onverminderd. Vele Italiaanse theologen hebben daarop Urs von Bal thasar en Ratzinger in krantenartikelen scherp aangevallen en gepleit voor meer begrip voor dissidente opinies binnen de kerk. Ze wülen dat de Synode binnen de kerk meer ruimte schept voor 'afwij kende maar bona-fide meningen'. De Jezuïeten hebben ook een geduchte bijdrage geleverd aan de verhitte discus sies met een artikel in hun lijfblaf 'CivUtk Cattoüca'. Daarin waarschuwen zij voor een te enge interpretatie van het begrip 'pauselijke onfeilbaarheid' en voor een 'papolatria' of verafgoding van de pausfi guur. Dit artikel bracht in Rome grote opschudding te weeg totdat het Vaticaan het weten dat de artikelen in dat Jezuïe tenblad altijd de goedkeuring van de pauselijke 'censor' nadden. Met andere woorden: de paus was het ermee eens. Aan deze pre-synodale schermutselin gen heeft nu ook de gezaghebbende Oos tenrijkse kardinaal Franz Koenig een bij drage geleverd, maar een rustige, wei- overdachte bijdrage, wars van de agressi viteit van zijn collega-theologen in de kerk. In Rome is een boek verschenen dat heet 'Chiesa, dove vai?' (Kerk, waar ga-je heen?), en het is het verslag van een interview van de journalist Gianni Li- cheri met de kardinaal. Dit soort inter view-verhalen is overigens het geijkte wa pen in de huidige theologen-strijd: Rat zinger liet zich interviewen, en ook Urs von Balthasar. Küng zette zijn aanklacht in de krant. Als er iemand is die recht van spreken heeft inzake concilie en bisschoppensy node dan is het wel die tachtigjarige kar dinaal Koenig uit Wenen. Hij was des tijds één van de actiefste concilievaders en is sindsdien in de postconciliaire ont wikkelingen van de katholieke kerk de sleutelfiguur gebleven. Koenig is inmid dels met pensioen, maar naar hem wordt nog steeds geluisterd. Hij zal trouwens actief deelnemen aan de komende bis schoppensynode. Koenig deelt de restauratiezin van Ratzinger (verwoord in zijn boek 'Rap porto sulla Fede') volstrekt niet: „Het accent op het woord 'restaureren' wijst te veel op een heimwee naar het verleden. We moeten niet vergeten dat er tussen het laatste Concilie en dat wat eraan voorafging bijna honderd jaar zat. De kerk van het verleden bekeek elke nieu wigheid met angst, voelde zich geschei den van de wereld die zij zag als het kwaad; het Concilie heeft die vooringe nomenheid overwonnen door zich open te stellen voor de historie, naar de we reld, naar de niet-christenen toe, voor de oecomenische beweging. Op het ogenblik zijn er zeer velen die niet geloven, maar wel iets zoeken. De kerk wn deze mensen ontmoeten zoals ze zijn. Een 'nieuw evenwicht' in de zin van Ratzinger is dus niet wenselijk. Want dat zou een 'redi- mensionering' van de conciliaire geest betekenen", Een van de stenen des aanstoots van kardinaal Ratzinger (in zijn genoemde boek 'Rapporto sulla Fedeis het insti tuut van de bisschoppenconferentie: „Geen enkele bisschoppenconferentie heeft als zodanig een leeropdracht; haar documenten hebben geen specifieke waarde, maar slechts de waarde van de consensus die haar wordt toegekend door de individuele bisschoppen", aldus Ratzinger. Koenig is het daar niet mee eens. Hij wijst op het belang van die bis schoppenconferentie voor de bisschoppe lijke collegialiteit, die hij één van de grote verworvenheden van het concilie noemt. Dankzij het concilie mochten de bisschoppen de kerk voortaan in zekere zin meebesturen. „Daarvoor moesten ze secularisatie. Langs dezé drie lijnen ziet Danneels de verscheidenheid in de Roomse wereldkerk zich onherroepelijk ontwikkelen. De eenheid binnen deze verscheiden heid hou je echter niet in stand door middel van documenten en decreten. Daar is Danneels vast van overtuigd. Die eenheid kan alleen gewaarborgd worden in de vorm van een personele unie, dat wil zeggen, in de persoon van de paus. De figuur van de paus ziet hij daarom in de toekomst alleen maar aan gewicht toenemen. Verwacht mag dus wel wor den dat de buitengewone synode deze ontwikkeling een duw in de rug geven. Voor de buitgewone synode, die 25 november officieel begint, is veertien da gen uitgetrokken. In die tijd valt natuur lijk geen adekwate evaluatie van het ge hele concilie te maken. De Belgische pri maat blijkt ook van oordeel dat de sy node zich moet beperken. Hij verwacht een toespitsing op een viertal terreinen, waar de effecten van Vaticanum II het duidelijkst zichtbaar zijn geworden. De Nederlandse bisschoppen hebben in hun rapport geen duidelijke prioritei ten aangebracht. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bisschoppen van Enge land en Wales die hun rapport - in weer wil van de vragen van Rome- beperkt hebben tot vier kwesties: de natuur van de kerk, de verscheidenheid in de kerk, noodzaak van een doeltreffende evange lisatie en de ambtsproblematiek. Binnen dat kader roeren ze niettemin een veel voud van praktische zaken aan. Zo vin den de Engelse en Welse bisschoppen dat de plaats van de leek versterkt moet worden, dat het beleid ten aanzien van ambtsverlatingen ter discussie gesteld moet worden, dat de oecumene versterkt moet worden, dat de rechtmatigheid van verschillende theologische methoden ge respecteerd moet worden en niet in de laatse plaats: de uitoefening van het leer gezag gebeurt nog steeds niet zoals het concilie heeft voorgesteld. De Ameri kaanse bisschoppen worden ten voor beeld gesteld; die houden namelijk een of meer hoorzittingen en discussierondes alvorens een herderlijke brief te publice ren. Er is tot nu toe weinig bekend gewor den van Latijnsamerikaanse, Afrikaanse en Aziatische bevindingen. Dat maakt een taxatie van de komende synode daarom zo moeilijk, omdat de bisschop pen uit die continenten voor het eerst de absolute meerderheid op een synode zul len vormen. Dat feit alleen al kan nog voor verrassingen zorgen. eerst collegiaal leren denken, leren met elkaar te werken. In de nationale bis schoppenconferentie kregen de bisschop pen de gelegenheid zich een dergelijke collegiale mentaliteit eigen te maken. Een bisschoppenconferentie is natuurlijk geen parlement, maar is daardoor niet minder belangrijk voor de oplossing van vele problemen, vooral praktische." Kardinaal Ratzinger, de geloofsbe- waarder van de kerk, wordt er door zijn tegenstanders van verdacht de komende Synode te willen gebruiken om bepaalde oude geloofswaarden en -gebruiken in ere te herstellen, om de kerkelijke klok terug te draaien. Koenig zal erop letten dat dat in elk geval niet gebeurt. „Ik zal er op alle mameren voor vechten dat er op de Synode gewerkt wordt aan een echte aggiornamento", aan een actualise ring van de oude conciliaire waarden. Op de vraag of de komende Synode niet een mooie gelegenheid zou zijn voor een interne verzoening in de kerk, voor een opheffing van alle veroordelingen van 'dissidente' theologen, antwoordt de oude kardinaal in positieve zin. „Daar zouden we zeker over kunnen spreken. De leer, de openbaring, die kunnen we niet in overweging nemen. Maar wel alles wat betrekking heeft op de mens. Ik zei het tien jaar geleden al: het gevaar is niet zozeer dat men ophoudt te geloven, als wel de groeiende discrepantie tussen ge loof en kerkelijk leven. Dat is nu ook nog het geval en de Synode kan daar niet om heen." MajSj dedoi poor John van Oppen VELP - Simon en Garfun- Ijel. Laurel en Hardy. Adam en Eva. Van Kooten en De gie. Suske en Wiske. Sjöwall en Wahlöö. Sommige namen zijn met elkaar versmolten, je kunt de één niet noemen zonder aan de ander te den ken. Ze horen bij* elkaar, zo als de pen bij het papier en de bril bij het oog. Maj Sjöwall heeft vrede met die lotsbedeling, ook al ligt de tijd met Per Wahlöö ver achter haar. Het is al weer tien jaar' geleden dat haar echtgenoot en schrijf- partner aan maagkanker overleed, op 49-jarige leef tijd. Sinds de dag dat hij stierf, heeft zij geen blad zijde geschreven. „Ik leid nu een ander leven. Ik woon ook niet meer in het kille, onpersoonlijke Zweden, maar in Kopenhagen, omdat de mentaliteit in Denemar ken zachtaardiger is." „De periode Martin Beek (de hoofdpersoon in de ro mans) is voor mij een geslo ten boek. De tijd is niet stil blijven staan na de dood van Per. Toch stelt iedereen mij al tien jaar lang dezelfde vragen, over de boeken die wij samen schreven. Alsof mijn leven sedertdien be vroren is. Ach, dat is het loon van de roem. Had ik maar niet samen met Per die boeken moeten schrijven." Ze lacht aanstekelijk. Een kleine vrouw, die moet vechten tegen de pondjes, met openhartige ogen en een vriendelijk gezicht. Even de herinnering op frissen: in de periode van 1965 tot 1975 schreeft het schrijversechtpaar Sjöwall en Wahlöö tien maatschap pij-kritische politieromans, met de rechercheurs Martin Beek, Gunvald Larsson en Lennart Kollberg van de Stockholmse moordbrigade in de hoofdrol. De tien boe ken werden waanzinnig po pulair en gaven het afge zaagde misdaad-oeuvre een nieuwe impuls. Volgens de jongste tellingen werden Sjöwall&Wahlöö in een op lage van meer dan 100 mil joen exemplaren ver kocht. En nog steeds worden herdrukken uitgegeven, van Tokio tot New York, van Helsinki tot Kaapstad, want de verhalen hebben niets aan zeggingskracht inge boet. Het zijn pure klassie kers in de misdaadlitera tuur. „In Zweden worden frag menten uit onze boeken nu in de taalles gebruikt. Daar door gaan veel middelbare .scholieren alle tien boeken lezen. Ik krijg honderden brieven van jonge lezers. Heerlijk, dat ons werk tot de verbeelding van nieuwe ge neraties spreekt." Hoezeer de melancholi sche, steevast tegen slaap vechtende Martin Beek nog leeft, blijkt ook uit andere reacties die de schrijfster krijgt: „Mensen klampen me aan, omdat ze meer willen weten over een of ander piepklein detail in mijn boek. Ik ben dat dan al lang vergeten, of weet niet eens meer in welk van de tien boeken het ook alweer staat. Na de roman 'Hoogste Tijd' Is Harry Muliscb weer volop }b het nieuws. De Bezige Bij bracht 'Mijn Getijdenboek', waarvan in 1975 één druk verscheen, opnieuw in de handel en zondagavond is de schrijver uitgebreid te zien °P de tv. In 'Mijn Getijdenboek' vertelt Mulisch zijn per soonlijke gechiedenis in fo to s, documenten en herin neringen. De periode die hij ^handelt loopt van 1850 tot 1950. Allereerst duikt hij mep in de historie om zijn voorouders te vinden. De naam Mulisch is waar schijnlijk afkomstig uit Turkije, maar de familie woonde voornamelijk in uitsiancl erf Oostenrijk. ulisch volgt zijn vader tij- ens de Eerste Wereldoorlog 51 zijn vestiging in Neder- and in de jaren twintig. ,Het boek eindigt in 1951, s Harry Mulisch half zo

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 16