H.
Goede naam en faam KRO ging boven alles
Ellen n
H.
4
Borrelpraat
over
borrelpraat
DE ONBEWEZEN STELLINGEN VAN PIETER LAKEMAN
a
ZATERDAG 23 NOVEMBER 1985
Bankbreuk
Geklaag
Valse declaraties
Achterhaald
Ger de Roos
Toen pas
E
Bekkers
7ATERDAG 23 NOVEMB
Enkel lusten
Praten
Verrast
Positief
.ET GAAT niet goed met de
Nederlandse banken. De winsten
mogen dan nog wel de pan uit
swingen, de nabije toekomst ziet er
somber uit. Pieter Lakeman,
directeur van de Stichting
Onderzoek Bedrijfsinformatie, acht
het zelfs niet uitgesloten dat binnen
drie jaar een of meerdere grote
banken ten onder zullen gaan. „Ik
zou niemand adviseren z'n
spaarcenten nu bij de banken te
parkeren", zegt hij. Wat overigens
geen advies is om maandag meteen
en masse naar de banken te
sprinten om de zuur verdiende
spaarcenten op te vragen. Geen
paniek dus. Maar toch.
Door Pieter-Jan Dekkers
WAT ER ook gebeurt: het vertrou
wen in het Nederlandse bankstelsel
moet er met alle geoorloofde (Lake
man: Ën ongeoorloofde) middelen
bij de klanten worden ingeramd.
Hier nog geen Amerikaanse toe
standen (daar gingen tot nu toe al
ruim honderd banken failliet) maar
als het vertrouwen eenmaal zoek is,
stort de hele boel in.
De Tilburgsche Hypotheekbank, een
van de bankinstellingen die het bankwezen
in Nederland ernstig in diskrediet gebracht
hebben. - fotoanp
Pieter Lakeman komt niet met harde
bewijzen, wel geeft hij talvan aanwijzin
gen, die overigens meer vragen oproepen
dan ze beantwoorden. -fotoanp
Zo is er de zekerheid van hypotheek
op onroerend goed. Nog beter is de
eigendomsoverdracht, die banken vaak
bedingen bij het verlenen van kredieten
aan bedrijven. Dat houdt in dat alle ver
koopopbrengsten van machines, inventa
ris, voorraden en produkten bij faillisse
ment in de eerste plaats naar de banken
gaan. Banken slagen er zelfs in vorderin
gen van het betrokken bedrijf op ande
ren als zekerheid te introduceren.
Gaat een bedrijf failliet, dat kunnen
de goedwillende leveranciers, de fiscus en
de bedrijfsverenigingen naar hun centen
fluiten, omdat de banken immers alles al
hebben 'ingepikt'. De banken pakken op
deze wijze jaarlijks voor miljarden gul
dens andermans spullen af. Volgens La
keman riekt dat naar verduistering en
kan men zich afvragen in hoeverre het
bevorderen hiervan door de banken kan
worden gekwalificeerd als 'het uitlokken
van verduistering'. Een misdrijf in Ne
derland.
De Nederlandse wet gaat er vanuit dat
alle schuldeisers dezelfde rechten hebben
en dat niet de ene schuldeiser (de bank)
meer recht heeft op de opbrengst uit li
quidatie dan de ander. De banken heb
ben dat recht met hun zekerheidseisen
Bankiers zijn boeven'
Als een soort aartsengel waakt dr. Wil
lem Duisenberg, president van De Ne-
derlandsche Bank, over dat vertrouwen,
dat, als het aan hem ligt, grenzeloos zou
moeten zijn. Via een uitgekiend stelsel
van voorschriften legt hij de 'bewegings
vrijheid' van de handels- en spaarbanken
aan banden, al staat het woord bewe
gingsvrijheid niet voor niets tussen aan
halingstekens.
Desondanks is het Nederlandse bank
wezen de afgelopen jaren door een aantal
schandalen behoorlijk is diskrediet ge
bracht. De ondergang van de Tilburg
sche Hypotheekbank, het bijna-failliet
gaan van de Westland Utrecht Hypo
theekbank en de Friesch-Groningsche en
de Slavenburg-affaire deed het geloof in
de onfeilbaarheid van het Nederlandse
bankwezen ernstig wankelen. Daar tus
sendoor speelden nog enkele zwart-geld-
schandaaltjes, die het imago van de Ne
derlandse bankier ook al geen goed de
den.
Als Lakeman in zijn boek 'Failliet op
krediet' constateert dat de gemiddelde
Nederlandse bankier frauduleus denkt
(en vaak ook zo handelt) en dat bankpre-
sident Duisenberg dat probeert in de
doofpot te stoppen gaat hij te ver. Want
harde bewijzen daarvoor kan hij niet op
tafel leggen. Wel tal van aanwijzingen,
die overigens meer vragen oproepen dan
ze beantwoorden.
We zullen het dus met aanwijzingen
moeten doen. Dat devalueert de waarde
van Lakeman's stellingen, maar geeft
toch aardig de situatie weer. Zeker als
het gaat om de financiële situatie van de
banken.
Nog onlangs klaagden de banken zelf
steen en been over hun winstgevendheid
in de naaste toekomst. Hun traditionele
inkomsten dreigen weg te vallen omdat
ér kapers op de kust zijn: de pensioen
fondsen en levensverzekeraars, die zoveel
miljarden guldens moeten beheren, dat
ze er eigenlijk geen weg mee weten. En
dus graag net als de banken kredietver
schaffers willen worden voor bedrijfsle
ven en consumenten.
Daar komt bij dat het bedrijfsleven
zich in toenemende mate afkeert van de
banken en zelf de kapitaalmarkt opgaat
om geld. De consument tenslotte wordt
kieskeuriger en zet meer geld om in bij
voorbeeld obligaties en aandelen dan dat
het op de ouderwetse manier wordt toe
vertrouwd aan de spaarrekeningen van
de banken.
Er is dus wel degelijk iets aan de hand,
alle geruststellingen van De Nederland-
sche Bank ten spijt. Lakeman beweert
bijvoorbeeld dat de stroppenpot van de
gezamenlijke banken leeg is (hij kan dat
overigens niet bewijzen bij gebrek aan
medewerking van bankpresident Duisen
berg). Tegenslagen kunnen dus amper
meer worden opgevangen. En omdat de
banken nog steeds de wrange vruchten
plukken van huizenspeculaties in het ver
leden en het bankieren met buitenlandse
banken en regeringen wordt de toestand
alleen maar slechter.
Vervolg van Weekend 1
OM GELD draaide ook het conflict
in 1936 met de Priester-Missie-
bond. In 1933 al was pater Dito be
gonnen missiecongregaties warm te
maken voor programma's voor mis
sionarissen via de wereldomroep.
Om de hoge kosten te drukken
werd met bisschoppelijke aanbeve
ling een eigen KRO-missiefonds-
werving op touw gezet. Tegen het
zere been van de Priester-Missie-
bond, die zijn beklag deed bij de
toen kersverse aartsbisschop De
Jong.
Twee jaar sleepte deze zaak aan totdat
de bond in de zomervergadering van
1936 per motie uitsprak dat de KRO-we-
relduitzendingen voor de missie van geen
belang waren en dat de KRO dit de men
sen ook niet wijs moest maken en der
halve ook moest ophouden geld voor die
uitzendingen te vragen onder het motto
'u steunt er de missie mee'.
In 1931 was er ook al een rel rond
Paul Speet tot de buitenwereld doorge
drongen. Deze was er door een ontslagen
employé van beschuldigd tijdens buiten
lands verblijf stevig te drinken en valse
declaraties in te dienen. Hoewel Speet na
onderzoek van alle blaam werd gezui
verd, moest hij op bisschoppelijke aan
wijzing ontslag nemen als bestuurssecre-
taris omdat men de zaak niet binnenska
mers had weten te houden.
De goede naam en faam van de KRO
als loot aan de katholieke stam ging bo
ven alles. Deze affaire is Speet altijd blij
ven achtervolgen. Als tegenstanders in
het bestuur hem een hak wilden zetten,
werd het opgerakeld. Speet werd be
drijfsleider en later directeur tot zijn
dood in 1953. Dat hij de KRO trouw is
In Amerika wordt openheid be
schouwd als een groot goed: Openheid
moet het vertrouwen van het bedrijfsle
ven en de consument in de banken ver
sterken. In Nederland is het net anders
om: hoe geheimzinniger bankzaken, hoe
beter.
Daar komt volgens Lakeman bij dat
veel bankbestuurders geen knip voor hun
neus waard zijn. 'Vaak wordt de schoolse
kennis die in de jeugd is opgedaan tot
aan de pensioengerechtigde leeftijd ge
koesterd. Speciaal bij economen lijkt dit
vaak voor te komen', constateert Lake
man. 'Wanneer reeds lang geleden afge
studeerde lieden verantwoordelijke func
ties bekleden kan dit desastreuze gevol
gen hebben. Dit verschijnsel doet zich
ook voor bij de top van De Nederland-
sche Bank'.
Overigens is dat nog een 'zachte' kwa
lificatie van bankiers vergeleken met de
volgende uithaal: 'Je zou kunnen stellen
dat niet slechts incidentele bankjes hier
en daar maar het bankwezen als geheel
een belangrijk stuk criminaliteit in zijn
beleid heeft geïncorporeerd. Van konij
nenstropers neemt iedereen direct aan
dat hij bewust heeft gehandeld. Maar
rechters denken nog te vaak dat bankiers
onschuldige en onwetende kindertjes
zijn'.
Aanleiding voor deze tirade vindt La
keman in het stelsel van zekerheidsstel
ling, dat de Nederlandse banken zich on
der de beschermende vleug'len van De
Nederlandsche Bank inzake faillissemen
ten heeft toegeëigend.
volledig uitgehold en zijn daarom ook
strafbaar, vindt Lakeman. Het bewust
benadelen van andere schuldeisers wordt
in het Burgerlijk Wetboek trouwens om
schreven als 'bedriegelijke bankbreuk'.
En ook dat is een misdrijf.
Dat de banken de laatste jaren zoveel
geld in bedrijven hebben gestoken zal,
gezien de verworven zekerheden, weinig
opzien baren. Immers, de banken schie
ten er vrijwel niets bij in. Dat is, stelt La
keman, ook de reden geweest dat de ban
ken maar geld in bedrijven bleven pom
pen, ook als die bedrijven economisch
aan het eind van hun latijn waren.
Dit doorfinancieren van uitgeholde
bv's is in heel Europa bij wet verboden.
Als het eigen vermogen van bv's negatief
is mogen de banken geen kredieten meer
verschaffen. Er staat in heel wat landen
zelfs een forse gevangenisstraf op. Zo
niet in Nederland. Integendeel, De Ne
derlandsche Bank stond er bij en keer er
naar.
Voor Lakeman zijn dat soort zaken
'bewijzen' van het in wezen crimineel
denken van bankiers. Het zijn 'boeven',
die zich verrijken ten koste van de ge
meenschap.
Of de banken en Duisenberg deze be
schuldigingen over zich heen zullen laten
gaan of Lakeman wegens 'smaad' voor
de rechter zullen slepen zal de toekomst
leren. Maar dat Lakeman er in is ge
slaagd het nodige stof te doen opwaaien
in de bankpaleizen van Nederland is ze
ker.
Door Pieter-Jan dekkers
IN ZIJN nieuwste boek 'Failliet op krediet'
over de rol van de banken in Nederland wijdt
Pieter Lakeman een speciaal hoofdstuk aan
'borrelpraat'. Daaronder verstaat hij de 'uit
vluchten' die ondernemers èn politici aanvoeren
voor het falen van hun economisch handelen.
Die 'uitvluchten' zijn er legio. Zo overheerst
in die kringen het gevoel dat ondernemend Ne
derland het best gedijt in een eeuwigdurende
CDA/WD-coalitie. Liberalen alléén zou nog
beter zijn maar daar zijn er helaas te weinig
van. Daarentegen zijn sociaal-democraten uit
gesproken rampzalig voor het economisch be
stel.
Lakeman wijst op Amrobank-topman oud-
minister Nelissen (CDA), die nog niet zo lang
geleden de kreet slaakte dat een kabinet met
PvdA-leider Den Uyl erin een ramp voor de
economie zou betekenen.
Borrelpraat, zegt Lakeman. De uitspraak van
Nelissen illustreert wel hoe zwaar ondernemers
(bankiers) belang aan de poütiek toekennen,
waarmee ze welbewust hun eigen invloed on
derschatten. Het idee dat één partij in Neder
land meer invloed op de economie kan uitoefe
nen dan de banken zelf is 'absurd', aldus Lake
man.
Ook de opvatting dat het aarzelende econo-
ihisch herstel van vandaag zou zijn veroorzaakt
door het beleid van het kabinet-Lubbers kwali
ficeert Lakeman als 'borrelpraat'. Kabinets-
vriendelijke politici slaan zichzelf aan het einde
van de nt op de borst met de constatering dat
het regeringsbeleid 'moedig' en 'succesvol' is ge
weest: 'Alles wat moet dalen - collectieve las
ten, financieringstekort, inflatie, rentestand en
lonen - daalt, en wat moet stijgen - economie,
winst en werk- stijgt'. En dat met 750.000
werklozen.
'De werknemers eten de bedrijven op', ver
zucht menig bankier, ondernemer en politicus.
Dat verhaal is, zegt Lakeman, nu al vijf jaar Zwakke basis
achterhaald. De reële lonen zijn sinds 1979 in
geen enkel EG-land zo scherp gedaald als in
Nederland. Sinds dat jaar liggen de arbeidskos
ten ver onder het EG-gemiddelde en sinds 1984
zijn die kosten - op België na - de laagste van
de hele Europese Gemeenschap.
Lastenverlichting. Nog zo'n kreet die in poli-
tiek-Den Haag de laatste jaren goed is aange
slagen. Lastenverlichting is hét toverwoord
voor economisch herstel en de politici zijn de
tovenaars.
Niets is minder waar, constateert Lakeman.
Nederland is al jaren een verzorgingsstaat voor
ondernemers, terwijl het tegelijkertijd het hoog
ste werkloosheidpercentage in West-Eruropa
heeft.
En dan slaat Lakeman aan het rekenen: In
1983 betaalden de Nederlandse bedrijven sa
men 6,2 miljard gulden belasting. In datzelfde
jaar ontvingen ze vanwege een aantrekkelijke
grabbelton van subsidies en andere steunrege
lingen 19,9 miljard gulden. Per saldo een ca
deautje van de overheid van 13,6 miljard gul
den.
En het kan, aldus Lakeman, niet op. In 1984
betaalden de bedrijven 5,9 miljard gulden aan
vennootschapsbelasting. Ze kregen er dat jaar
Dat is wel een erg zwakke basis voor Lake-
man's conclusie dat alle Nederlandse bankiers
boeven zijn en er niet voor terugdeinzen fraude-1
leus te handelen. Het gaat ook te ver alleen de I
bankiers op te zadelen met de schuld van I
26.000 faillissementen.
Door op een nonchalante manier zulke harde I
conclusies te verbinden aan 'dubieuze' ramin- f
gen ondergraaft Lakeman zijn eigen stellingen I
en vervalt hij in borrelpraat over borrelpraat
En dat is jammer, want er is wel degelijk wal I
mis met het Nederlandse bankwezen.
In tegenstelling tot zijn eerste boek ('Heil
gaat uitstekend') waarin Lakeman de verborgen
handel en wandel van accountants per geval uil I
de doeken deed, gooit hij in 'Failliet op krediet' r
het hele bankwezen op een hoop en veronder-1
stelt zaken, die op z'n zachts gezegd twijfelach- r
rig zijn.
Toch kan zijn boek nuttig zijn. Al was het al-1
leen maar om de bankiers en vooral president
Duisenberg van De Nederlandse Bank uit li
tent te lokken. Want de geheimzinnigheid waar-1
mee deze heren zaken doen doet vermoeden dal I
heel wat van die activiteiten beter met de man-
tel der liefde bedekt kunnen blijven.
gebleven, is verbazingwekkend, want hij
is ook na die eerste affaire nog meer dan
eens van onfrisse zaken beschuldigd die
ook door het bestuur werden geloofd,
maar steeds onwaar bleken.
De zaak Dito. Perquin had zijn orde
genoot in 1938 buiten alles en iedereen
om tot zijn opvolger aangewezen. Tot
ongenoegen van het episcopaat dat hem
in elk geval te jong vond. Dito was toen
33 jaar oud. Als nieuwe baas werd hij ge
confronteerd met een zakelijke blunder
die hij zelf enkele maanden eerder had
gemaakt met een reisbureau, dat was op
gericht door een ex-medewerker en be
stond van excursies naar de KRO-studio.
Kardinaal De Jong vond het na alle
affaires welletjes: met behulp van com
missaris Verhoeven werd KRO-baas
Dito handelingsonbekwaam gemaakt op
financieel en commercieel terrein. In
feite had de kardinaal toen al besloten
Dito op straat te zetten en de macht in
handen te spelen van zijn commissaris
Verhoeven. Het KRO-bestuur slikte eis
na eis, want 'het paste katholieken niet
het episcopaat tegen te spreken'.
Pastoor Kaarsgaren uit Kortenhoef,
jarenlang bestuurslid, was een van de fel
ste voorvechters van de katholiciteit op
alle fronten; ook het personeel. Nu kon
de radio het niet stellen zonder goede
muzikanten en die waren onder katholie
ken schaars. Maar katholieke medewer
kers, die hun plichten als katholiek niet
vervulden, waren een nog grotere steen
des aanstoots en een vruchtbare bodem
voor roddel,achterklap en broodroof. Op
het ontslag van Ger de Roos, orkestlei
der en steunpilaar, is jarenlang aange
drongen opdat hij niet kathoüek was.
Allerlei kleinigheden waren even zo
vele symptomen dat de clerus bezig was
de positie van het zelfstandige KRO-be
stuur te verzwakken. Pater Dito was er
het uitgesproken slachtoffer van, maar
het bleef voor de buitenwereld totaal ver
borgen.
Over de oorlogstijd kan men kort zijn.
De KRO verdween in 1941 uit de ether.
Maar heldhaftig kan men de opstelling
bepaald niet noemen. Tot het laatst is ge
tracht met de bezetter tot een regeüng te
komen om in de lucht te kunnen blijven
als kathoüeke omroep. Pater Dito heeft
in de oorlog gedaan als ware hij nog
KRO-voorzitter en zelfs zijn bestuur wist
niet beter.
Wel ging Dito zich aan intriges schul
dig maken om zijn positie te kunnen be
houden. Daardoor kwam het tot een vol
ledige breuk met zijn kompaan van het
eerste uur: Speet. De intriges hebben Di-
Mr. Harry van Doorn (op de foto met
kardinaal Alfrink tijdens het 40-jarig jubi
leum van de KRO) was de eerste leek als
KRO-voorzitter. Hij zou zich politiek ont
wikkelen van KVP naar PPR - fotokro
to's lot volledig bezegeld. Naar buiten
toe bleef Dito namens de KRO optreden,
onder andere in gesprekken met andere
omroepmensen hoe de ether na de oorlog
moest worden ingericht. Op 4 januari
1944 ontbood kardinaal Jong Dito voor
de zoveelste keer en deelde hem in bijzijn
van commissaris Verhoeven mee dat hij
uitgerangeerd was. Dito heeft het toen
nog niet opgegeven, is nog naar Enge
land kunnen gaan om vandaaruit met
politieke hulp zijn positie te verzekeren.
En na de bevrijding weigerde hij zelfs
formeel op te stappen. Niet de kardinaal,
maar alleen het bestuur was bevoegd
hem te ontslaan, oordeelde Dito en pro
beerde het nog langs dien weg.
Op 3 juli 1945 schrijft kardinaal De
Jong dan aan de vice-voorzitter van de
KRO dat de bisschoppen pater Dito niet
meer accepteren als KRO-voorzitter, dat
het hun bekend is dat hij niet wenst te
gaan en dat de bisschoppen daarom wil
len dat het bestuur hem op straat zet.
Toen pas wist het hele bestuur hoe de
zaak in elkaar zat.
Na de oorlog zwaait eerst prof. Kors,
dominicaan, de scepter in de Emma-
straat. Volgens Manning een ouderwetse
klerikaal, hiërarchisch denkend en vooral
bedacht op handhaving van de discipli
ne. Geen man van vernieuwing. Hij zag
in de kerkontwikkeling van de jaren zes
tig zelfs de kiem van ketterij.Van Kors is
de uitspraak: „Katholieken moeten nu
eenmaal t.o.v. valsche levensbeschouwin
gen onverdraagzaam zijn. Ook al aan
vaarden wij de gewetensvrijheid, dan be
hoeven wij toch niet mede te werken
- dat mogen we zelfs niet - aan iets wat
wij principieel verwerpelijk vinden?" En
dus was hij onverzettelijk toen het ging
om herstel van het zuilensysteem.
De KRO en de woeüge jaren zestig.
Het is het proces van ontvoogding. Mr.
Harry van Doorn, de eerste leek als
KRO-voorzitter die zich politiek ontwik
kelt van KVP naar PPR. Wie heeft ooit
geweten dat drs. Th. Zwartkruis, de la
tere bisschop van Haarlem, ook hoge
ogen had gegooid voor de functie.
Brandpunt dat journalistiek in hoog aan
zien komt, maar in eigen kring hevige
weerstand ondervindt, het ontslag van
Brandpunt-coryfee Frits van de Poel om
dat voorzitter Van Doorn persoonlijk de
grenzen van de programma's wenst te be
palen en bij gebleken geschonden ver
trouwen onverbiddelijk is. In die jaren
speelt zich ook het gevecht af om de
journalistieke vrijheid en eigen verant-
woordelijkheid van programmamakers
voor hun produkten.
De affaire Bekkers nog even. Op 21
maart 1963 is zijn befaamde optreden in
Brandpunt over geboorteregeling. Ka
tholieken ervoer een stuk bevrijding en
zij niet alleen. Het KRO-bestuur was
niet geestdriftig. Het wist dat Bekkers
buiten zijn medebischoppen om had ge
sproken. Er werd over vergaderd. Die-
lenbrock, bisschoppelijk commissaris in
et dagelijks bestuur, opperde over Bek
kers' toespraakjes voortaan vooraf over
leg te plegen met het episcopaat. Loerak
ker (namens de KVP bestuurslid en heel
ongelukkig met de zaak) verweet Van
Doorn dat hij het optreden van de Bos
sche bisschop niet had verhinderd.
Ook kardinaal Alfrink was over Bek
kers' optreden ontstemd geweest. Het
KRO-bestuur concludeerde dat Bekkers
niet prudent genoeg was geweest. De
Programma Adviesraad daarentegen
stond vierkant achter Bekkers. De KRO
stond voor de vraag waar de eigen com
petentie ophield en instructies van het
epicopaat moesten worden aanvaard.
"Van Doorn lette op Alfrink, maar be
paalde zelfstandig zijn koers", conclu
deert Manning. Dat ondervond pater
Brockbernd osb die door hem als hoofd
godsdienstzaken in 1962 werd ontslagen
omdat hij elke liturgische vernieuwing
afwees.
De grootste weerstand heeft de KRO
in de late zestiger, begin zeventiger jaren
te verduren gehad van organisaties als
KVP en KNBTB die vonden dat de om
roep pal moest staan voor het gezamen
lijke katholieke belang in plaats van kri
tiek te leveren. Anders dan zijn voorgan
gers heeft kardinaal Alfrink zich niet
meer met de interne gang van zaken be
moeid.
'A.F. Manning Zestig jaren KRO. Am
bo, Baarn.
22.3 miljard gulden aan steun en subsidie voor
terug. Één meevaller van 16,3 miljard gulden
Over twee jaar kregen de ondernemers dus
bijna 30 miljard gulden van de ondernemers,
vriendelijke overheid. En Vanaf 1979 ontvingen
de bedrijven per saldo 74 miljard gulden, rekent
Lakeman uit.
Reactie van het Verbond van Nederlandse
Ondernemingen: We betalen meer belasting
dan Lakeman uitrekent, zoals accijnzen, over-
drachtsbelasting, milieubelasting, invoerrechten
en wat voor belasting al niet.
Waarop Lakeman een nieuwe reeks cijfers te-
voorschijn tovert: In 1983 betaalden de bedrij-1
ven samen 17,2 miljard gulden aan het rijk. Ze i
ontvingen 19,9 miljard gulden aan steun en
subsidies. Resteert een douceurtje van 2,7 mi],
jard gulden. In 1984 betaalden de bedrijven I
17,5 miljard gulden aan Ruding en kregen ze
22.4 miljard gulden terug. Netto-opbreng
voor de bedrijven derhalve 4,7 miljard gulden
Over beide jaren een 'lastenverlichting' van 7,41
miljard gulden.
Er zijn, aldus Lakeman, dus helemaal j
lasten, enkel lusten. Het is daarom
dat ondernemers en vooral bankiers al weer I
steen en been klagen over 'lastenverzwaring'.
Borrelpraat!.
Wat deze cijfers betreft kan men Lakeman I
het voordeel van de twijfel geven. In grote lij-1
nen klopt het aardig, maar het zegt natuurlijk I
niets over de bedrijven zelf. Er zijn ongetwijfeld
veel bedrijven die meer aan de staat retourne
ren dan ze via steun en subsidies terug krijgen.
Echt grote vraagtekens moeten geplaatst
worden achter zijn berekeningen over de scha
de, die de Nederlandse banken de afgelopen ja
ren het bedrijfsleven hebben toegebracht van
wege de golf van faillissementen. Tussen I
en 1984 zijn in Nederland 27.000 bedrijven op I
de fles gegaan. Ze hebben 150.000 mensen
werkloos gemaakt en een schuld van 20 miljar
gulden afgewenteld op anderen. Daarnaast I
kostte dat de schatkist nog eens 12 miljard gul
den aan werkloosheidsuitkeringen. Totaal 321
miljard gulden dus. En dat is allemaal de schuld
van de banken, zegt Lakeman.
Het gaat echter slechts om schattingen, ont
staan vanuit veronderstellingen. En nogal ruim I
genomen schattingen ook. Sommige cijfers rijn
zelfs het resultaat van schattingen van schattin
gen.
„ET MAKEN van een
definitieve afspraak vergt eni
Niet dat Ellen de Lange de
publiciteit mijdt, maar in het
buiten brengen van haar
beweegredenen om de lessen
katholieke Academie voor
Lichamelijke Opvoeding te v
is ze wat voorzichtig. Daaron
meldt Wim Droge zich in eer
de 'stiltekamertjes' van de Ti
Academie waar Ellen de Lan
lawaai van pauzerende stud©
achter zich laat.
We
Door Romain van Damm\
„ELLEN KRIJGT in fd
voortrekkersrol opgedronga
Wim Dröge uit waarom
voorzichtig omgesprongen
met het geven van interview
nou eenmaal de eerste diel
hoorster toegelaten is tot d^
mie. Ze wordt overstelpt
vragen voor interviews.
Dat mag niet te veel worden
tenslotte ook aan haar studil
Vanuit de gehandicaptenwerelq
lasting ook groot. Jij moet hel
maken. De weg vrij maken. Da
eens te belastend zijn".
„Maar", zegt Ellen de Lang
vankelijk Frans studeerde ën ld
NWIT in Breda zat daarover!
dat ik er zoveel mogelijk over I
ten. Ik zit inderdaad in een vod
rol. Daar ben ik me heel gol
van. In de gehandicaptenwet
men mij op de voet. Dat heeftl
en nadelen."
Voor de twintigjarige Ellenl
verder gaat, wil Wim Dröge I
duidelijk stellen dat de morf
Breda woonachtige Ellen de
als leerlinge aan de Academie 1
schreven. „Ellen is toehoorstt]
wettelijk geregeld. Volgens de f
niet als leerlinge ingeschrevel
We hebben het nu een paarl
aangekeken. Ervaringen uif
Begin december gaan we dat i
ven. Dat moet in overleg met r
kenen gebeuren. Dat kan er i
contract opgemaakt worden. 7
wat meer duidelijkheid geschl
den. We hopen dat er verver
meer rust rond haar persoontje]
Ellen de Lange, afkomstig r
derse plaatsje Eerbeek, hoordfl
medewerker van Sportservice
dat er gezocht werd naar mog
om gehandicapten aan een plaJ
Academie te helpen. „Ik heb r
aangemeld", zegt Ellen de Lj
het begin, „ik hou van sport, f
ter wat mee gaan doen. Ik wasl
verrast dat ik uitgenodigd werl
gesprek. Nou, toen zijn we g|
en is er dit uitgerold."
De eerste stap die eigenlijk]
gezet had kunnen worden, wl
verleden kreeg de directie vanl
mie wel meer aanvragen van gJ
'en. „Die vragen hebben ons|
reikt ja", neemt Wim Dröge
weer over, ,,'ik ben gehandid
wil toch naar de Academie'. IL
dat probleem zeg maar, hl
steeds doorgeschoven. Zo va
nou eenmaal niet. Je moet all
eapte in deze opleiding te veel
gen. Je kunt niet aan alles
Zoiets hadden we ook nu ku
ven. Het spijt ons, maar er
onze opleiding te weinig mos
om dat te realiseren."
„We hebben nu gezegd,
maar eens praten. Dat kwam j
uit de brief van Ellen erg veel c
sprak. In het gesprek dat tol
kwrun Ellen zeer positief naar l
in haar brief. Alles wat wir
hef naar voren brachten, werd
omgebogen naar het positieve]
'en toen over te gaan tot een
de. Op de Academie hebben w
hoofdige leiding. Het schoolbé
het sein op groen gezet. Strakj
a"es op papier gezet worden,
gens moeten we heel eerlijk 1
over elkaar. Niet iets belovel
waargemaakt kan worden. Dal
'en niets aan en daar hebberj
aan."