BOEKEN
De pijnlijke details van het einde van de oorlog
Oorlogskinderen
kennen geen wraak
Reves 'Russische literatuur': een kostelijk boek
lledia en
tligieuze
gmmunicatie':
Alzijdig boek
Cnte611 bikinslipje en
BOB VAN LAERHOVEN SCHREEF ROMAN OVER MASTURBATIE
'DE PIJNVAN MARGUERITE DURAS
INTERVIEWS MET KINDEREN
OP HET STRIJDTONEEL
[Griekenland
Acht jaar
Ginder
Verbaasd
Noodzaak
A76liTERPAG 16 NOVEMBER 1985
W5
Door Jan Bouwmans
..[(EDERLAND is er al eens
kabinet gevallen over een
jepwet en het omroepbe-
,l iS nog steeds een politiek
lig terrein. De weten-
kappelijke aandacht voor
jacommunicatie en mas-
jia is echter nog altijd
rekkelijk gering. Systema-
ji onderzoek ontbreekt. Ter
J.eiijking: de universiteit
n Leuven beschikt over een
.lledig uitgebouwde studie-
Ikling massacommunicatie.
Ljjaar niet alleen de vader-
Jdse wetenschap voelt zich
jenover' het fenomeen mas-
iedia ongemakkelijk, ook
0 de meeste kerken is het
«en vertrouwd terrein. Dit
te meer verbazen omdat
«toch omroepen bestaan als
IsCRV, KRO en EO en we in
1 niet zo ver verleden ook
r en een paar katholieke
protestantse kranten ge
lend hebben.
j het katholieke erf blij-
■itn er binnen de hiërarchie
glr verschillende opvattingen
■kleven hoe als kerk met de
liderne media omgegaan zou
Lten worden. Er zijn bis-
Jsiioppen die menen dat het
fa kerk goed zou doen wan-
Igerde media zoveel mogelijk
[jemeden worden. Andere bis-
Jschoppen menen daarentegen
Ijlt het goed zou zijn de media
liter aandacht te geven.
J De relatie kerk en media
Itordt extra gecompliceerd
■doordat het de kerk primair te
[ten is om religieuze commu-
J:.catie en de moderne media
jiaarvoor weerbarstiger zijn
lian op het eerste gezicht lijkt,
■at op het katholieke erf de
lpmblemen meer en meer wor
pen onderkend, mag blijken
|;t de oprichting vorig jaar
Ian het Katholiek Media Cen-
■trum, gevestigd in Zeist. Op
liit centrum werd onlangs het
Itelt 'Media en religieuze
|;:mmunicatie' gepresenteerd,
pil van maar liefst meer
|dan 400 pagina's en waaraan
auteurs hebben meege
pakt.
Niet alleen vanwege het
laantal auteurs is het een zeer
eelzijdig boek geworden. De
pndredacteuren dr. Joan He
ps, pershistoricus, en drs.
Hoekstra, verbonden
Isn het Katholiek Media Cen-
Isim (KMC), hebben het feno-
lueen communicatie van zo-
peel mogelijk kanten laten he
llichten. In het eerste deel wor-
i allerlei denkbeelden, vi-
Isiesen theorieën over commu-
p.catie behandeld, zowel wat
betreft de interpersoonlijke
licmmunicatie als de massa-
lemmunicatie. In het tweede
■deel komen vooral praktij k-
p.ensen aan het woord. En
■omdat het boek een bijzondere
I aandacht heeft voor religieuze
Icommunicatie, betreft het
■vooral praktijkmensen voor
pie het verschaffen van ker-
pelijk en religieus nieuws een
■hoofdtaak is. In het derde deel
■iaat het vooral om mediavor-
Iming, die bitter hard nodig
Itordt geoordeeld.
I Het is niet geheel toevallig
pat deze omvangrijke studie
pu tot stand is gekomen. De lo-
pale omroep staat voor de
|taff en de kerken willen die
t niet missen. Participatie
Ijan plaatselijke kerken in de
■kale omroep vergt echter
|®ge kennis van zaken. Die
I ontbreekt op grote schaal.
Media en religieuze commu-
Pcatie' voorziet in deze lacu-
1". Hieruit mag echter niet de
I conclusie worden getrokken
Ijat dit boek dus alleen goed is
Ivoor 'kerkmensen'. Voor
peiereen, die meer inzicht wil
P%en in het complexe ver-
pchijnsel (massa)communica-
I hat we dagelijks onder
paan, biedt dit boek meer dan
IWdoende stof.
■'Media en religieuze commu-
■wcatie'; een uitdaging aan de
pjj'ateüjke geloofsgemeen-
samenstellers Joan
|n -s en Henk Hoekstra;
P'Wrsum, Uitgeverij Gooi
■ffiEKENLAND was vroeger
I n vakantiebestemming voor
|Cnasiasten, maar het Balkan-
■„^'tekt de laatste jaren een
1,, breder publiek, dat niet is
I)™"3! met Sokrates, Plato en
IJ?9""5- Voor de niet-Hellenist
aara u Ta<^ema Sporry een
L 78 P°ek over de geschiedenis
j riekenland geschreven,
aantrekkelijk geïllustreerd
rpnf ^art-wit- en enkele kleu-
t °to's brengt Bob Tadema
™ry een typerende mengeling
tn ÜU.Ï 6escWadkundige feiten
mythologie. Met een vlotte
0fu)OT°4 historische plaatsen,
toeristische trekpleisters,
Wieyen gebracht.
*ert u geen wetenschappelijk
katttemd voor de boeken-
1 maar een historische reis-
'n de koffer te pakken,
W.B.
«chi»,i ema Sporry: De Ge-
Hittl ls van Griekenland.
•-Aperij Unieboek BV. Prijs
'Achter die porno-industrie
moet een probleem zitten!'
Door Henk Egbers
SEKSUELE ZELFBEVRE
DIGING als thema in een
roman is niet alledaags. Bob:
„Ik had het boek anders
kunnen maken dan het er nu
ligt; rechtlijniger; sensatio
neler. Ik heb voldoende er
varing met het maken van
een plot. Bovendien heb ik
vele jaren onder arbeiders
vertoefd en over dit onder
werp onmogelijke verhalen
gehoord. Maar ik wilde een
degelijk boek maken; geen
modern jachtig geval. Het is
best mogelijk, dat in Neder
land met name in arbeiders
kringen masturbatie veelal
nog een taboe is en niet bij
de hogere beroepen. In
Vlaanderen is het zeker niet
voorbij. Als ik alleen al de
'grapjes' aanhoor van jour
nalisten, die me opbellen
voor een interview, over 'de
notities van een rukker^
dan is er sprake van verbor
gen gêne. Een bekend redac
teur van een grote uitgeverij
zei tegen me: 'Ik wil dat ta
boe niet aanraken.
„DE CHRISTELIJKE pers in Vlaanderen schrijft dat dit
een boek is over masturbatie. Maar dat is onzin. Daar
over gaan hoogstens dertig van de 336 pagina's. Mas
turbatie is in de roman 'Nachtspel' een metafoor voor
eenzaamheid. Het is wel een boek over de eenzame
mens", zegt de auteur Bob van Laerhoven (32) uit het
Vlaamse Beerse. Zijn boek werd er in korte tijd een te
ken van tegenspraak. De Standaard: '336 pagina's vol
onfrisse Clausiaanse sex!' De Morgen: 'Zeldzame be
heersing van materie en medium
Bob van Laerhoven: „Veel mannen hebben geen
goede seksuele ontplooiing". - fotofocoset
Bob van Laerhoven is,
toen hij 24 jaar was, begon
nen met Nachtspel; heeft er
dus acht jaar aan gewerkt.
Toch heeft hij schrijferva-
ring. Toen hij 18 jaar was
verscheen zijn eerste boek
('Phobie'), uitgegeven door
prof. Verachtet en zijn uitge
verij De Kempische Boek
handel. „Een psychologische
roman, die vrolijk en met
veel krediet werd ontvan
gen. Verkocht als koeke-
brood! Tijdens mijn 19e jaar
volgden 'Kip en vel' en 'Pluk
mij, dappere' (Verachtet be
dacht in dronken buien de
titels). Ik kreeg zeer goede
kritieken. Bijvoorbeeld ook
van een man als Paul Hardy.
Ten onrechte kreeg ik na
dien het label SF, omdat ik
een voorliefde toonde voor
de Angelsakstische SF en
griezelverhalen. Het was
niet wat ik zocht. Schreef
toen een roman over schizof
renie met de titel 'Van defti-
gen huize'. Werd ook weer
vlot verkocht. Toen dacht ik;
'Stop'. Heb toen jarenlang
sporadisch geschreven door
allerlei persoonlijke omstan
digheden (studeerde nog een
tijdje Germaanse filologie).
Ik heb in die periode veel
korte verhalen geschreven
die uitkwamen bij Neder
landse uitgeverijen als Bru-
na, Meulenhoff en Elsevier.
Vorig jaar kreeg ik een prijs:
de Havank-trofee. De verha
len zijn ook redelijk in het
buitenland verkocht."
„De aanleiding om Nacht-
^spel te schrijven was dat ik,
in een leeftijd van totale ont
reddering, in een bar-situa-
tie figuren uit de rand van
de maatschappij ontmoette.
Daarbij was een man die
verslaafd was aan pornogra
fie. Die, mij goed bekende,
tragische figuur fascineerde
mij. Ik ben over hem gaan
schrijven. De twee mannen
in het boek, Jos en Walter,
zijn samen eigenlijk deze ene
man. Aangevuld met enkele
dingen van mezelf illustre
ren ze de gespletenheid van
hem. Ik schrijf vlot in het
Engels, zoals ik deze turf in
die taal maakte: 'One night
with the paper-masturba-
tor.Een uitgever in Ame
rika zou hem uitgeven. Ik
was dronken van de glorie.
Maar deze editor kwam in de
problemen. Daarna ben ik
het boek gaan vertalen in
het Nederlands. Ik kon het
boek tenslotte niet meer
zien. Zo beu. Manteau wilde.
Over twee jaar. De jonge
linkse uitgeverij Exa wilde
direct. En zo!"
Via deze man", zo vertelt
Bob verder, „kwam ik in
contact met de porno-indu
strie. Ik dacht: daar moet
een probleem achter zitten,
want de verkoop is niet ge
ring. Hij reed vaak naar
Amsterdam. Ik ben eens
meegegaan en keek mijn
ogen uit. Al die, langs de ge
vels schuivende, mannen;
dat staren naar die rekken
en die bladen. Hij was heel
openhartig daarover, zodat
ik het nodige hoorde".
Bob van Laerhoven heeft
deze roman op een typische
manier geconstrueerd. Er is
sprake van een boek in een
boek; en dat eigenlijk twee
keer. Bart leest 'de notities
van een rukker'; een thera
peutisch geschrift van zijn
broer Jos. Jos vertelt van
zijn afsplitsing Walter en
schrijft intussen binnen dat
bestek weer een scenario,
waarin hij zijn eigen dub
belspel verwoordt. Jos
schrijft slechter dan Bart
apprecieert, zodat hij kritiek
kan leveren op zijn geschrijf.
Bob van Laerhoven moet la
chen als we hem zeggen, dat
hij zijn critici vóór is door zó
kritiek te leveren op zijn
eigen geschrijf. Bovendien
biedt deze constructie hem
gelegenheid om wat te ana
lyseren; om het verschijnsel
masturbatie en pornografie
te plaatsen binnen onze cul
tuur. Niet diepgravend rede
nerend, maar voldoende hel
der duidend binnen de con
structie van een roman.
Hij wijst op de moederfi
guur; een moeder die haar
zoon opvreet. Bob: „Moeder
binding kan van invloed
zijn. Een moeilijke of over
trokken relatie met de eerste
vrouw in je leven (je moeder)
kan verstrekkende gevolgen
hebben voor je verdere be
staan. Ik spreek uit ervaring.
Angst voor vrouwen kan het
gevolg zijn. Dat is in dit boek
dus duidelijk het geval. Dan
krijg je een spel met de
waarheid. De werkelijkheid
wordt van papier (pornogra
fie). Door de ideaalbeelden
uit de magazines maakt hij
nog moeilijker contact met
de werkelijkheid. Bovendien
is de meeste porno agressief.
Roept agressieve gevoelens
op. Ik merk het nu bij men
sen die mijn boek gaan ko
pen. Die willen lezen over
rukken. Maar daarom gaat
het mij niet. Jos, in het boek,
is een dramatische figuur,
die zich distantieert van de
realiteit; steeds kouder en
eenzamer wordt
„De eenzaamheid. Daar
over gaat het boek vooral. Ik
ga niet in op de morele kant.
Die interesseert me niet. Dat
is voor mij niet belangrijk.
Soms kan masturbatie wel
eens gezond zijn. Maar bij
Jos niet. Ik doe ook niet op de
eerste plaats een aanval op
het christelijke taboe daar
omtrent; op het dreigen met
zonde en ruggemergtering in
het verleden. Ik wijs vooral
op de pornografie-industrie
in het Westen als teken van
grote eenzaamheid en ver
borgen agressie. Veel man
nen in onze cultuur hebben
geen goede seksuele ont-
plooing. Zelfs in de 'nette
mannenbladen' als Myfair is
dat te merken."
Natuurlijk ligt er een re
latie met de rooms-katho-
lieke moeder. Rosa annex
Trees is in het boek daarvan
het prototype. Vergeet niet:
het taboe rond de haat/liefde
relatie met de moeder is
even groot als die rond de
masturbatie. De gezagsge
trouwe r.-k. moeder is sterk
door de moraal-prediking
van de kerk beïnvloed en
oefende zo ook invloed uit,
die nu nog sporen nalaat. Jos
wil moeder Rosa, die 'een
fervent ziekenbezoekster,
met een voorliefde voor ter
minale patiënten' was, ver
moorden
„Het kwam ook omdat va
der zijn gehele leven had ge
zegd: vraag het aan moeder,
Jos. Zij weet wat het beste is.
(Ik hou van je, zoon, maar ik
kan het niet tonen). En dan
Rosa met de hoofdvogel: gij
bent de nagel van mijn
doodskist, Jos. Ik ga mij nog
van kant maken, omdat gij
zo'n ondankbare zoon bent
(Jij hebt jezelf uit mijn buik
gescheurd, Jos, en daar was
ik niet op voorbereid. Ik hou
van je omdat je leeft, ik haat
je omdat jij levend bent.)"
(Uit 'Nachtspel').
En Bob schrijft: „Zo
raakte Jos hopteloos ach
terop in de race voor 'liefde'
die onze maatschappij ken
merkt, omdat hij teveel
energie moest stoppen in het
ontwikkelen van verdedi
gingsmechanismen voor de
druk in hem. Zulke mannen
gaan postzegels verzamelen
of worden actief lid van de
dierenbescherming waar ze
katten en honden mogen be
moederen. Zulke mannen
worden leiders van jeugdbe
wegingen. Maar het kan ook
gebeuren dat zulke mannen
gaan liegen. Het kan ook dat
ze gaan schilderen. En het
kan ook dat ze gaan ver
krachten. Het kan ook dat ze
gaan schilderen, liegen en
verkrachten".
Dat doet Jos. Toch geneest
hij in zekere zin, als hij na
het schrijven van zijn thera
peutische notities, in staat
blijkt om zonder angst alleen
te zijn. Dat betekent zijn
vrijheid.
Bob van Laerhoven, die
komend uit de grensstreek
bij Poppel, meer Nederlands
dan Vlaams schrijft, is blij
nu met een ander thema be
zig te kunnen zijn. Hij is be
zig met een boek over doods
angst, dat voor een deel
speelt op St. Maarten (Cari
ben). Het moet volgend jaar
verschijnen. Maar van boe
ken schrijven alléén kun je
zelden leven. Daarom is hij
samen met die andere
Vlaamse schrijver, Walter
van den Broek, redacteur
van 'De Turnhout Expres',
een commerciële huis-aan-
huis krant. „Walter doet de
normale redactie en ik de
commerciële". Hoewel hij in
zijn boek wat grapjes naar
Walter toe heeft verborgen,
zegt hij: „Toch ben ik een
ander soort schrijver". Dat is
zo. De lezer mag het uitma
ken. Maar beide Vlamingen
zijn het lezen waard.
Door Nell Westerlaken
ALS DE laatste stuiptrekkin
gen van de Tweede Wereld
oorlog in volle hevigheid aan
de gang zijn, houdt de Franse
schrijfster Marguerite Duras
een dagboek bij. De oorlog is
voor wat Frankrijk betreft af
gelopen en de stad stroomt vol
met mensen die terugkeren uit
de Duitse concentratiekam
pen. Op de stations en in de
opvangcentra doen zich chao
tische taferelen voor. Onder
tussen wacht de schrijfter op
haar man, Robert L., die na
zijn arrestatie naar Duitsland
is gevoerd. Evenals Margue
rite zelf zat hij in de verzets
groep die onder leiding stond
van Francois Morland (Mitte-
rand).
De schrijfster beeldt zich in
dat haar man dood is, ergens
langs de weg gestorven in de
laatste oorlogsweken. De aan
vankelijke onrust slaat om in
een slopende onzekerheid.
Helder en zonder poespas be
schrijft Duras de verlamming
die intreedt naarmate de da
gen verstrijken.
Als zij verdoofd door de stad
loopt, waar de vrede wordt ge
vierd: „Ik heb hier nergens
een plaats, ik ben niet hier
maar ginder, met hem, in dat
voor anderen ontoegankelijke,
voor anderen onkenbare ge
bied, daar waar het brandt en
waar gedood wordt. Ik hang
aan een draad, de laatste
waarschijnlijkheid, die waar
voor in de kranten geen plaats
zal zijn. De verlichte stad
heeft voor mij elke andere be
tekenis verloren dan deze: zij
is een teken van de dood, het
teken van een morgen zonder
hen. Er bestaat in deze stad
niets actueels meer behalve
voor ons die wachten."
Als haar man dan toch, door
een reddingsactie van de ver
zetsgroep, uit Dachau wordt
gehaald, waar hij bij de hope
loze gevallen was ingedeeld,
komt hij meer dood dan le
vend terug. Duras schuwt niet
om de pijnlijke, haast dierlij
ke, details te beschrijven die
de langzame 'terugkeer' naar
het leven met zich meebren
gen.
Het boek 'De Pijn' bevat nog
vijf verhalen, waarvan er drie
op de werkelijkheid berusten.
Duras beschrijft onder meer
de pijnlijke belangstelling die
een agent van de Gestapo voor-
haar aan de dag legt, de agent
die haar man heeft gearres
teerd. Omdat ze zelf in het
verzet zit, moet ze de man blij
ven ontmoeten. Dagelijks, ter
wijl de oorlog op z'n einde
loopt.
Duras beschrijft verder hoe
ze na afloop van de oorlog een
verklikker moet ondervragen,
die ondertussen met fysiek ge
weld onder druk wordt gezet.
Ze beschrijft de simpelheid
van een mooie, jonge gevange
ne, die bij iedereen sympathie
opwekt.
Marguerite Duras weet in
haar goedgeschreven boek 'De
Pij n' een element toe te voegen
aan de oorlogsliteratuur, na
melijk dat van het lichame
lijke lijden en dat van de fy
sieke weerslag van de mense
lijke emoties.
De Pijn door Marguerite Du
ras. Uitgegeven door Van
Gennep Amsterdam.
Een Palestijns meisje dat Rosenblatt interviewde, tijdens
de begrafenis van haar beide ouders die werden gedood door
een autobom in West-Beiroet. - foto eddie adams
Door Mathieu Kothuis
ER ZIJN kinderen die hun le
ven lang niet anders dan oor
log hebben gekend. Tot voor
kort kinderen in Vietnam bij
voorbeeld. Maar ook sinds de
oorlog daar is beëindigd is die
voor veel kinderen nog lang
niet voorbij als ze per boot, al
leen, met ouders of familiele
den, him vaderland proberen
te ontvluchten.
Hetzelfde geldt voor kinde
ren uit het naburige Cam
bodja die, verjaagd door ja
renlange strijd en het bestiale
bewind van de Rode Khmers,
nog steeds in een oorlogstoe
stand moeten voortleven in de
vluchtelingenkampen in het
aangrenzende Thailand.
Veel dichter bij huis, in
Noord-Ierland, leven ook kin
deren in oorlogsomstandighe
den in de katholieke en protes
tantse wijken in Belfast. Ze
raken er gewond en velen
worden er gedood door bom
explosies en in gevechten tus
sen de IRA en protestantse
knokploegen.
Kinderen in Noord-Israël,
de westelijke Jordaanoever en
in Libanon zijn door de staat
van oorlog in die gebieden al
niet veel beter af. Oorlogskin
deren dus die, zo is de praktijk
van alledag, lichamelijk of
geestelijk worden verminkt
door het destructieve geweld
van de volwassenen om hen
heen.
De Amerikaanse journalist
Roger Rosenblatt vatte een
paar jaar geleden het plan op
kinderen in deze brandhaar
den van de wereld te bezoeken
en hun ervaringen op schrift
te stellen. Hij reisde ervoor
40.000 mijl om de wereld en
legde zijn interviews met deze
Children of War vast in enkele
reportages waarvoor hij werd
bekroond met de George Polk
Award. De reportages en het
verslag van een nieuwe reis
die Rosenblatt in '82 door Li
banon maakte zijn nu in boek
vorm uitgebracht door uitge
verij Hollandia.
Ergens in zijn reisverslag
stelt Rosenblatt verbaasd vast
dat oorlogskinderen geen
wraak kennen. Veel eerder
zijn alle kinderen die hij on
dervroeg verdraagzaam te
genover de volwassenen die
zoveel oorlogsleed veroorza
ken. „Kinderen zien wellicht
beter dan volwassenen de ab
surditeit in van geweld en
wraak en het tegengeweld dat
dit voortdurend oproept". En
net als bij volwassenen, zegt
Rosenblatt, komt de sterkste
roep om wraak nog voor bij
kinderen die relatief het minst
hebben geleden.
Zo interviewde Rosenblatt
in Belfast de 13-jarige Paul
Rowe. Diens vader, een veer
tigjarige metselaar die als ka
tholiek met een protestantse
vrouw was getrouwd en met
zijn gezin in een protestantse
wijk woonde, werd op een
avond in mei '74 door een IRA-
commando overvallen en met
een machinepistool met kogels
doorzeefd. Tegenover Rosen
blatt zegt Paul Rowe: „Het
doet er niet toe wie het gedaan
heeft. Er is niets wat de moeite
waard is om er iemand voor te
vermoorden".
In Israël laat Rosenblatt een
professor in de psychologie
aan de universiteit van Jeru
salem zeggen dat kinderen die
in een voortdurende atmosfeer
van oorlog opgroeien zelf veel
minder gewelddadig zijn dan
andere kinderen. „Oorlog is
voor hen een noodzaak. Het is
niet iets dat in het bewustzijn
van ieder individueel mens is".
Het is bepaald geen opwek
kend reisverslag geworden.
Vooral de ervaringen van oor
logskinderen uit Zuidoost-
Azië zijn ronduit shockerend.
Kinderen die hun ouders voor
hun ogen hebben zien ver
moorden, die de buik van
zwangere vrouwen hebben
zien openrijten, die gevallen
van kannibalisme aan boord
van vluchtschepen hebben
meegemaakt en die (door de
Rode Khmers) werden ge
dwongen andere kinderen met
een martelwerktuig van het
leven te beroven.
Rosenblatt put uit zijn erva
ringen met deze oorlogskinde
ren toch de nodige hoop voor
de toekomst en op een betere
wereld. Ietwat naïef filoso
feert hij er op z'n Amerikaans
aardig op los en spreekt de
verwachting uit dat deze kin
deren, waarbij hij zoveel
moois en goeds heeft gezien,
wel tot een betere wereld moé
ten bijdragen. Maar kinderen
groeien op en, zoals Rosenblatt
ook schrijft, „mensen gaan,
maar doelstellingen blijven".
En juist dót is al heel wat min
der hoopvol.
Oorlogskinderen, door Roger
Rosenblatt. Uitgeverij Hollan
dia. Prijs: 24,50
Door Alfred Kossmann
OP AL deze bezwaren tegen
het schrijven van een litera
tuurgeschiedenis heb ik wel
een antwoord: dat er name
lijk maar één geldige reden
is voor het schrijven van zo'n
geschiedenis, en die reden is
niet het nut dat zo'n boek zou
kunnen afwerpen, maar de
aardigheid die de schrijver
heeft gehad bij het maken en
die de lezer zou kunnen heb
ben bij het lezen. De rest is
onzin.
Deze lange, vrolijke volzin
staat in de inleiding van Ka-
rel van het Reves 'Geschie
denis van de Russische lite
ratuur. Van Vladimir de
Heilige tot Anton Tsjechov'.
De lezer van het boek die ik
een paar dagen ben geweest
constateert dat hij de lectuur
inderdaad aardig heeft ge
vonden. en dat naar ziin
smaak het boek ook nut af
werpt.
Van het Reve heeft, naar
eigen zeggen, dertien jaar
aan het boek van meer dan
vijfhonderd bladzijden ge
werkt, en dat doe je dan wel
licht voor de aardigheid
maar toch ook om een erva
ring van studie mee te delen.
Ik kan niet beoordelen of
Van het Reves literatuurge
schiedenis juist is. Hij is, dat
kan ik beoordelen, heel
boeiend en als je het boek uit
hebt komt enige dagen lang
andere lectuur je vervelend
voor.
Zo'n halve eeuw geleden
was er een geschiedenis van
de Nederlandse literatuur in
gebruik die 'Stromingen en
gestalten' heette. De sugges
tie was dat er stromingen
waren en dat zich in al dat
gestroom gestalten als rotsen
aftekenden. Er zijn nog
steeds geleerden die bij voor
beeld, aan de hand van En
gelse literatuurwetenschap
pers, beweren dat A. Roland
Holst een symbolist was.
Van het Reve moet van dit
soort theoretische beschou
wingen niets hebben. Voor
hem is een schrijver iemand
die schrijft, en zijn prestatie
is, goed of slecht, sui generis.
Het boek, het oeuvre is voor
de lezer ter beschikking. Hij
mag ermee doen wat hij wil.
Je kunt als schrijver beïn
vloed zijn door C. Joh. Koe
voet of door Dante, voor het
resultaat maakt het niets uit.
En als je een goed boek
schrijft bewijs je daarmee
niets, ook niet dat de Russi
sche, Nederlandse, Franse,
Duitse, Engelse taal zo bij
zonder rijk is.
Om boeken gaat het Van
het Reve. En om personen.
Zo nu en dan zeker. Van
Dostojevski's werk houdt hij
niet echt, maar hij vindt de
auteur ervan een integere en
al met al sympathieke man.
Gogol was volstrekt leugen
achtig, wat Van het Reve in
hem misprijst, en Toergenjev
was een man naar zijn hart,
liberaal, geweldloos, erudiet,
en god zij dank zonder een
veelomvattende levens- en
wereldbeschouwing. Aan
wereldbeschouwingen heeft
Van het Reve een broertje
dood.
Over Poesjkin, Lermontov,
Gogol, Herzen, Gontsjarov,
Toergenjev, Dostojevski,
Tolstoj, Leskov, Tsjechov
hebben we allen wel eens iets
vernomen. Deze auteurs be
vinden zich nu in het gezel
schap van ons Nederlanders
onbekende auteurs: Petsje-
rin, Tjoettsjev, Afanasi Fet,
Newkrasov, Pisemski en vele
anderen. Het is mooi om te
zien dat Van het Reve por
tretten van hen weet te bie
den die even boeiend zijn als
de portretten van mensen die
men al eerder heeft ontmoet.
Een geschiedenis is Van
het Reves portrettengalerij
nauweljks. De auteur geeft
scherpe en kritische karak
teristieken van persoon en
werk, en als vanzelfsprekend
worden deze in een histori
sche context geplaatst. Aan
de andere kant: de naar Van
het Reves verderfelijke rol
van de wereldbeschouwe
lijke criticus Tsjernysjvski
wordt breed uitgemeten.
Hoewel de gestalten belang
rijker zijn dan de stromingen
worden de stromingen toch
niet verwaarloosd.
Een provocerend nuchter
boek? Van Van het Reve is
niets anders te verwachten.
En dan wordt je getroffen
door de elegantie van de
auteur. Hij stond, dat is evi
dent, voor het probleem iets
over 'Oorlog en vrede' te ze
gen. De zoveelste samenvat
ting kon niet dienen. En hij
citeert de Nederlandse dich
ter Marsman en de Duitse
satiricus Tucholsky om Tol
stoj s meesterwerk te bewon
deren.
Het laatste hoofdstuk gaat
over Tsjechov. De slotzinnen
zijn bijna lyriek: „Niemand
is zo aardig voor zijn helden
als Tsjechov. Niemand ont
neemt ze zo meedogenloos
alle mogelijkheden tot ge
luk."
Een voortreffelijk boek,
amusant, geleerd, glashelder.
Karei van het Reve, Geschie
denis van de Russische lite
ratuur. Uitg.: G.A. van Oor
schot. Prijs: ing. ƒ45,-, geb.
ƒ65,-.