BOEKEN De pijnlijke details van het einde van de oorlog Oorlogskinderen kennen geen wraak Reves 'Russische literatuur': een kostelijk boek lledia en tligieuze gmmunicatie': Alzijdig boek Cnte611 bikinslipje en BOB VAN LAERHOVEN SCHREEF ROMAN OVER MASTURBATIE 'DE PIJNVAN MARGUERITE DURAS INTERVIEWS MET KINDEREN OP HET STRIJDTONEEL [Griekenland Acht jaar Ginder Verbaasd Noodzaak A76liTERPAG 16 NOVEMBER 1985 W5 Door Jan Bouwmans ..[(EDERLAND is er al eens kabinet gevallen over een jepwet en het omroepbe- ,l iS nog steeds een politiek lig terrein. De weten- kappelijke aandacht voor jacommunicatie en mas- jia is echter nog altijd rekkelijk gering. Systema- ji onderzoek ontbreekt. Ter J.eiijking: de universiteit n Leuven beschikt over een .lledig uitgebouwde studie- Ikling massacommunicatie. Ljjaar niet alleen de vader- Jdse wetenschap voelt zich jenover' het fenomeen mas- iedia ongemakkelijk, ook 0 de meeste kerken is het «en vertrouwd terrein. Dit te meer verbazen omdat «toch omroepen bestaan als IsCRV, KRO en EO en we in 1 niet zo ver verleden ook r en een paar katholieke protestantse kranten ge lend hebben. j het katholieke erf blij- ■itn er binnen de hiërarchie glr verschillende opvattingen ■kleven hoe als kerk met de liderne media omgegaan zou Lten worden. Er zijn bis- Jsiioppen die menen dat het fa kerk goed zou doen wan- Igerde media zoveel mogelijk [jemeden worden. Andere bis- Jschoppen menen daarentegen Ijlt het goed zou zijn de media liter aandacht te geven. J De relatie kerk en media Itordt extra gecompliceerd ■doordat het de kerk primair te [ten is om religieuze commu- J:.catie en de moderne media jiaarvoor weerbarstiger zijn lian op het eerste gezicht lijkt, ■at op het katholieke erf de lpmblemen meer en meer wor pen onderkend, mag blijken |;t de oprichting vorig jaar Ian het Katholiek Media Cen- ■trum, gevestigd in Zeist. Op liit centrum werd onlangs het Itelt 'Media en religieuze |;:mmunicatie' gepresenteerd, pil van maar liefst meer |dan 400 pagina's en waaraan auteurs hebben meege pakt. Niet alleen vanwege het laantal auteurs is het een zeer eelzijdig boek geworden. De pndredacteuren dr. Joan He ps, pershistoricus, en drs. Hoekstra, verbonden Isn het Katholiek Media Cen- Isim (KMC), hebben het feno- lueen communicatie van zo- peel mogelijk kanten laten he llichten. In het eerste deel wor- i allerlei denkbeelden, vi- Isiesen theorieën over commu- p.catie behandeld, zowel wat betreft de interpersoonlijke licmmunicatie als de massa- lemmunicatie. In het tweede ■deel komen vooral praktij k- p.ensen aan het woord. En ■omdat het boek een bijzondere I aandacht heeft voor religieuze Icommunicatie, betreft het ■vooral praktijkmensen voor pie het verschaffen van ker- pelijk en religieus nieuws een ■hoofdtaak is. In het derde deel ■iaat het vooral om mediavor- Iming, die bitter hard nodig Itordt geoordeeld. I Het is niet geheel toevallig pat deze omvangrijke studie pu tot stand is gekomen. De lo- pale omroep staat voor de |taff en de kerken willen die t niet missen. Participatie Ijan plaatselijke kerken in de ■kale omroep vergt echter |®ge kennis van zaken. Die I ontbreekt op grote schaal. Media en religieuze commu- Pcatie' voorziet in deze lacu- 1". Hieruit mag echter niet de I conclusie worden getrokken Ijat dit boek dus alleen goed is Ivoor 'kerkmensen'. Voor peiereen, die meer inzicht wil P%en in het complexe ver- pchijnsel (massa)communica- I hat we dagelijks onder paan, biedt dit boek meer dan IWdoende stof. ■'Media en religieuze commu- ■wcatie'; een uitdaging aan de pjj'ateüjke geloofsgemeen- samenstellers Joan |n -s en Henk Hoekstra; P'Wrsum, Uitgeverij Gooi ■ffiEKENLAND was vroeger I n vakantiebestemming voor |Cnasiasten, maar het Balkan- ■„^'tekt de laatste jaren een 1,, breder publiek, dat niet is I)™"3! met Sokrates, Plato en IJ?9""5- Voor de niet-Hellenist aara u Ta<^ema Sporry een L 78 P°ek over de geschiedenis j riekenland geschreven, aantrekkelijk geïllustreerd rpnf ^art-wit- en enkele kleu- t °to's brengt Bob Tadema ™ry een typerende mengeling tn ÜU.Ï 6escWadkundige feiten mythologie. Met een vlotte 0fu)OT°4 historische plaatsen, toeristische trekpleisters, Wieyen gebracht. *ert u geen wetenschappelijk katttemd voor de boeken- 1 maar een historische reis- 'n de koffer te pakken, W.B. «chi»,i ema Sporry: De Ge- Hittl ls van Griekenland. •-Aperij Unieboek BV. Prijs 'Achter die porno-industrie moet een probleem zitten!' Door Henk Egbers SEKSUELE ZELFBEVRE DIGING als thema in een roman is niet alledaags. Bob: „Ik had het boek anders kunnen maken dan het er nu ligt; rechtlijniger; sensatio neler. Ik heb voldoende er varing met het maken van een plot. Bovendien heb ik vele jaren onder arbeiders vertoefd en over dit onder werp onmogelijke verhalen gehoord. Maar ik wilde een degelijk boek maken; geen modern jachtig geval. Het is best mogelijk, dat in Neder land met name in arbeiders kringen masturbatie veelal nog een taboe is en niet bij de hogere beroepen. In Vlaanderen is het zeker niet voorbij. Als ik alleen al de 'grapjes' aanhoor van jour nalisten, die me opbellen voor een interview, over 'de notities van een rukker^ dan is er sprake van verbor gen gêne. Een bekend redac teur van een grote uitgeverij zei tegen me: 'Ik wil dat ta boe niet aanraken. „DE CHRISTELIJKE pers in Vlaanderen schrijft dat dit een boek is over masturbatie. Maar dat is onzin. Daar over gaan hoogstens dertig van de 336 pagina's. Mas turbatie is in de roman 'Nachtspel' een metafoor voor eenzaamheid. Het is wel een boek over de eenzame mens", zegt de auteur Bob van Laerhoven (32) uit het Vlaamse Beerse. Zijn boek werd er in korte tijd een te ken van tegenspraak. De Standaard: '336 pagina's vol onfrisse Clausiaanse sex!' De Morgen: 'Zeldzame be heersing van materie en medium Bob van Laerhoven: „Veel mannen hebben geen goede seksuele ontplooiing". - fotofocoset Bob van Laerhoven is, toen hij 24 jaar was, begon nen met Nachtspel; heeft er dus acht jaar aan gewerkt. Toch heeft hij schrijferva- ring. Toen hij 18 jaar was verscheen zijn eerste boek ('Phobie'), uitgegeven door prof. Verachtet en zijn uitge verij De Kempische Boek handel. „Een psychologische roman, die vrolijk en met veel krediet werd ontvan gen. Verkocht als koeke- brood! Tijdens mijn 19e jaar volgden 'Kip en vel' en 'Pluk mij, dappere' (Verachtet be dacht in dronken buien de titels). Ik kreeg zeer goede kritieken. Bijvoorbeeld ook van een man als Paul Hardy. Ten onrechte kreeg ik na dien het label SF, omdat ik een voorliefde toonde voor de Angelsakstische SF en griezelverhalen. Het was niet wat ik zocht. Schreef toen een roman over schizof renie met de titel 'Van defti- gen huize'. Werd ook weer vlot verkocht. Toen dacht ik; 'Stop'. Heb toen jarenlang sporadisch geschreven door allerlei persoonlijke omstan digheden (studeerde nog een tijdje Germaanse filologie). Ik heb in die periode veel korte verhalen geschreven die uitkwamen bij Neder landse uitgeverijen als Bru- na, Meulenhoff en Elsevier. Vorig jaar kreeg ik een prijs: de Havank-trofee. De verha len zijn ook redelijk in het buitenland verkocht." „De aanleiding om Nacht- ^spel te schrijven was dat ik, in een leeftijd van totale ont reddering, in een bar-situa- tie figuren uit de rand van de maatschappij ontmoette. Daarbij was een man die verslaafd was aan pornogra fie. Die, mij goed bekende, tragische figuur fascineerde mij. Ik ben over hem gaan schrijven. De twee mannen in het boek, Jos en Walter, zijn samen eigenlijk deze ene man. Aangevuld met enkele dingen van mezelf illustre ren ze de gespletenheid van hem. Ik schrijf vlot in het Engels, zoals ik deze turf in die taal maakte: 'One night with the paper-masturba- tor.Een uitgever in Ame rika zou hem uitgeven. Ik was dronken van de glorie. Maar deze editor kwam in de problemen. Daarna ben ik het boek gaan vertalen in het Nederlands. Ik kon het boek tenslotte niet meer zien. Zo beu. Manteau wilde. Over twee jaar. De jonge linkse uitgeverij Exa wilde direct. En zo!" Via deze man", zo vertelt Bob verder, „kwam ik in contact met de porno-indu strie. Ik dacht: daar moet een probleem achter zitten, want de verkoop is niet ge ring. Hij reed vaak naar Amsterdam. Ik ben eens meegegaan en keek mijn ogen uit. Al die, langs de ge vels schuivende, mannen; dat staren naar die rekken en die bladen. Hij was heel openhartig daarover, zodat ik het nodige hoorde". Bob van Laerhoven heeft deze roman op een typische manier geconstrueerd. Er is sprake van een boek in een boek; en dat eigenlijk twee keer. Bart leest 'de notities van een rukker'; een thera peutisch geschrift van zijn broer Jos. Jos vertelt van zijn afsplitsing Walter en schrijft intussen binnen dat bestek weer een scenario, waarin hij zijn eigen dub belspel verwoordt. Jos schrijft slechter dan Bart apprecieert, zodat hij kritiek kan leveren op zijn geschrijf. Bob van Laerhoven moet la chen als we hem zeggen, dat hij zijn critici vóór is door zó kritiek te leveren op zijn eigen geschrijf. Bovendien biedt deze constructie hem gelegenheid om wat te ana lyseren; om het verschijnsel masturbatie en pornografie te plaatsen binnen onze cul tuur. Niet diepgravend rede nerend, maar voldoende hel der duidend binnen de con structie van een roman. Hij wijst op de moederfi guur; een moeder die haar zoon opvreet. Bob: „Moeder binding kan van invloed zijn. Een moeilijke of over trokken relatie met de eerste vrouw in je leven (je moeder) kan verstrekkende gevolgen hebben voor je verdere be staan. Ik spreek uit ervaring. Angst voor vrouwen kan het gevolg zijn. Dat is in dit boek dus duidelijk het geval. Dan krijg je een spel met de waarheid. De werkelijkheid wordt van papier (pornogra fie). Door de ideaalbeelden uit de magazines maakt hij nog moeilijker contact met de werkelijkheid. Bovendien is de meeste porno agressief. Roept agressieve gevoelens op. Ik merk het nu bij men sen die mijn boek gaan ko pen. Die willen lezen over rukken. Maar daarom gaat het mij niet. Jos, in het boek, is een dramatische figuur, die zich distantieert van de realiteit; steeds kouder en eenzamer wordt „De eenzaamheid. Daar over gaat het boek vooral. Ik ga niet in op de morele kant. Die interesseert me niet. Dat is voor mij niet belangrijk. Soms kan masturbatie wel eens gezond zijn. Maar bij Jos niet. Ik doe ook niet op de eerste plaats een aanval op het christelijke taboe daar omtrent; op het dreigen met zonde en ruggemergtering in het verleden. Ik wijs vooral op de pornografie-industrie in het Westen als teken van grote eenzaamheid en ver borgen agressie. Veel man nen in onze cultuur hebben geen goede seksuele ont- plooing. Zelfs in de 'nette mannenbladen' als Myfair is dat te merken." Natuurlijk ligt er een re latie met de rooms-katho- lieke moeder. Rosa annex Trees is in het boek daarvan het prototype. Vergeet niet: het taboe rond de haat/liefde relatie met de moeder is even groot als die rond de masturbatie. De gezagsge trouwe r.-k. moeder is sterk door de moraal-prediking van de kerk beïnvloed en oefende zo ook invloed uit, die nu nog sporen nalaat. Jos wil moeder Rosa, die 'een fervent ziekenbezoekster, met een voorliefde voor ter minale patiënten' was, ver moorden „Het kwam ook omdat va der zijn gehele leven had ge zegd: vraag het aan moeder, Jos. Zij weet wat het beste is. (Ik hou van je, zoon, maar ik kan het niet tonen). En dan Rosa met de hoofdvogel: gij bent de nagel van mijn doodskist, Jos. Ik ga mij nog van kant maken, omdat gij zo'n ondankbare zoon bent (Jij hebt jezelf uit mijn buik gescheurd, Jos, en daar was ik niet op voorbereid. Ik hou van je omdat je leeft, ik haat je omdat jij levend bent.)" (Uit 'Nachtspel'). En Bob schrijft: „Zo raakte Jos hopteloos ach terop in de race voor 'liefde' die onze maatschappij ken merkt, omdat hij teveel energie moest stoppen in het ontwikkelen van verdedi gingsmechanismen voor de druk in hem. Zulke mannen gaan postzegels verzamelen of worden actief lid van de dierenbescherming waar ze katten en honden mogen be moederen. Zulke mannen worden leiders van jeugdbe wegingen. Maar het kan ook gebeuren dat zulke mannen gaan liegen. Het kan ook dat ze gaan schilderen. En het kan ook dat ze gaan ver krachten. Het kan ook dat ze gaan schilderen, liegen en verkrachten". Dat doet Jos. Toch geneest hij in zekere zin, als hij na het schrijven van zijn thera peutische notities, in staat blijkt om zonder angst alleen te zijn. Dat betekent zijn vrijheid. Bob van Laerhoven, die komend uit de grensstreek bij Poppel, meer Nederlands dan Vlaams schrijft, is blij nu met een ander thema be zig te kunnen zijn. Hij is be zig met een boek over doods angst, dat voor een deel speelt op St. Maarten (Cari ben). Het moet volgend jaar verschijnen. Maar van boe ken schrijven alléén kun je zelden leven. Daarom is hij samen met die andere Vlaamse schrijver, Walter van den Broek, redacteur van 'De Turnhout Expres', een commerciële huis-aan- huis krant. „Walter doet de normale redactie en ik de commerciële". Hoewel hij in zijn boek wat grapjes naar Walter toe heeft verborgen, zegt hij: „Toch ben ik een ander soort schrijver". Dat is zo. De lezer mag het uitma ken. Maar beide Vlamingen zijn het lezen waard. Door Nell Westerlaken ALS DE laatste stuiptrekkin gen van de Tweede Wereld oorlog in volle hevigheid aan de gang zijn, houdt de Franse schrijfster Marguerite Duras een dagboek bij. De oorlog is voor wat Frankrijk betreft af gelopen en de stad stroomt vol met mensen die terugkeren uit de Duitse concentratiekam pen. Op de stations en in de opvangcentra doen zich chao tische taferelen voor. Onder tussen wacht de schrijfter op haar man, Robert L., die na zijn arrestatie naar Duitsland is gevoerd. Evenals Margue rite zelf zat hij in de verzets groep die onder leiding stond van Francois Morland (Mitte- rand). De schrijfster beeldt zich in dat haar man dood is, ergens langs de weg gestorven in de laatste oorlogsweken. De aan vankelijke onrust slaat om in een slopende onzekerheid. Helder en zonder poespas be schrijft Duras de verlamming die intreedt naarmate de da gen verstrijken. Als zij verdoofd door de stad loopt, waar de vrede wordt ge vierd: „Ik heb hier nergens een plaats, ik ben niet hier maar ginder, met hem, in dat voor anderen ontoegankelijke, voor anderen onkenbare ge bied, daar waar het brandt en waar gedood wordt. Ik hang aan een draad, de laatste waarschijnlijkheid, die waar voor in de kranten geen plaats zal zijn. De verlichte stad heeft voor mij elke andere be tekenis verloren dan deze: zij is een teken van de dood, het teken van een morgen zonder hen. Er bestaat in deze stad niets actueels meer behalve voor ons die wachten." Als haar man dan toch, door een reddingsactie van de ver zetsgroep, uit Dachau wordt gehaald, waar hij bij de hope loze gevallen was ingedeeld, komt hij meer dood dan le vend terug. Duras schuwt niet om de pijnlijke, haast dierlij ke, details te beschrijven die de langzame 'terugkeer' naar het leven met zich meebren gen. Het boek 'De Pijn' bevat nog vijf verhalen, waarvan er drie op de werkelijkheid berusten. Duras beschrijft onder meer de pijnlijke belangstelling die een agent van de Gestapo voor- haar aan de dag legt, de agent die haar man heeft gearres teerd. Omdat ze zelf in het verzet zit, moet ze de man blij ven ontmoeten. Dagelijks, ter wijl de oorlog op z'n einde loopt. Duras beschrijft verder hoe ze na afloop van de oorlog een verklikker moet ondervragen, die ondertussen met fysiek ge weld onder druk wordt gezet. Ze beschrijft de simpelheid van een mooie, jonge gevange ne, die bij iedereen sympathie opwekt. Marguerite Duras weet in haar goedgeschreven boek 'De Pij n' een element toe te voegen aan de oorlogsliteratuur, na melijk dat van het lichame lijke lijden en dat van de fy sieke weerslag van de mense lijke emoties. De Pijn door Marguerite Du ras. Uitgegeven door Van Gennep Amsterdam. Een Palestijns meisje dat Rosenblatt interviewde, tijdens de begrafenis van haar beide ouders die werden gedood door een autobom in West-Beiroet. - foto eddie adams Door Mathieu Kothuis ER ZIJN kinderen die hun le ven lang niet anders dan oor log hebben gekend. Tot voor kort kinderen in Vietnam bij voorbeeld. Maar ook sinds de oorlog daar is beëindigd is die voor veel kinderen nog lang niet voorbij als ze per boot, al leen, met ouders of familiele den, him vaderland proberen te ontvluchten. Hetzelfde geldt voor kinde ren uit het naburige Cam bodja die, verjaagd door ja renlange strijd en het bestiale bewind van de Rode Khmers, nog steeds in een oorlogstoe stand moeten voortleven in de vluchtelingenkampen in het aangrenzende Thailand. Veel dichter bij huis, in Noord-Ierland, leven ook kin deren in oorlogsomstandighe den in de katholieke en protes tantse wijken in Belfast. Ze raken er gewond en velen worden er gedood door bom explosies en in gevechten tus sen de IRA en protestantse knokploegen. Kinderen in Noord-Israël, de westelijke Jordaanoever en in Libanon zijn door de staat van oorlog in die gebieden al niet veel beter af. Oorlogskin deren dus die, zo is de praktijk van alledag, lichamelijk of geestelijk worden verminkt door het destructieve geweld van de volwassenen om hen heen. De Amerikaanse journalist Roger Rosenblatt vatte een paar jaar geleden het plan op kinderen in deze brandhaar den van de wereld te bezoeken en hun ervaringen op schrift te stellen. Hij reisde ervoor 40.000 mijl om de wereld en legde zijn interviews met deze Children of War vast in enkele reportages waarvoor hij werd bekroond met de George Polk Award. De reportages en het verslag van een nieuwe reis die Rosenblatt in '82 door Li banon maakte zijn nu in boek vorm uitgebracht door uitge verij Hollandia. Ergens in zijn reisverslag stelt Rosenblatt verbaasd vast dat oorlogskinderen geen wraak kennen. Veel eerder zijn alle kinderen die hij on dervroeg verdraagzaam te genover de volwassenen die zoveel oorlogsleed veroorza ken. „Kinderen zien wellicht beter dan volwassenen de ab surditeit in van geweld en wraak en het tegengeweld dat dit voortdurend oproept". En net als bij volwassenen, zegt Rosenblatt, komt de sterkste roep om wraak nog voor bij kinderen die relatief het minst hebben geleden. Zo interviewde Rosenblatt in Belfast de 13-jarige Paul Rowe. Diens vader, een veer tigjarige metselaar die als ka tholiek met een protestantse vrouw was getrouwd en met zijn gezin in een protestantse wijk woonde, werd op een avond in mei '74 door een IRA- commando overvallen en met een machinepistool met kogels doorzeefd. Tegenover Rosen blatt zegt Paul Rowe: „Het doet er niet toe wie het gedaan heeft. Er is niets wat de moeite waard is om er iemand voor te vermoorden". In Israël laat Rosenblatt een professor in de psychologie aan de universiteit van Jeru salem zeggen dat kinderen die in een voortdurende atmosfeer van oorlog opgroeien zelf veel minder gewelddadig zijn dan andere kinderen. „Oorlog is voor hen een noodzaak. Het is niet iets dat in het bewustzijn van ieder individueel mens is". Het is bepaald geen opwek kend reisverslag geworden. Vooral de ervaringen van oor logskinderen uit Zuidoost- Azië zijn ronduit shockerend. Kinderen die hun ouders voor hun ogen hebben zien ver moorden, die de buik van zwangere vrouwen hebben zien openrijten, die gevallen van kannibalisme aan boord van vluchtschepen hebben meegemaakt en die (door de Rode Khmers) werden ge dwongen andere kinderen met een martelwerktuig van het leven te beroven. Rosenblatt put uit zijn erva ringen met deze oorlogskinde ren toch de nodige hoop voor de toekomst en op een betere wereld. Ietwat naïef filoso feert hij er op z'n Amerikaans aardig op los en spreekt de verwachting uit dat deze kin deren, waarbij hij zoveel moois en goeds heeft gezien, wel tot een betere wereld moé ten bijdragen. Maar kinderen groeien op en, zoals Rosenblatt ook schrijft, „mensen gaan, maar doelstellingen blijven". En juist dót is al heel wat min der hoopvol. Oorlogskinderen, door Roger Rosenblatt. Uitgeverij Hollan dia. Prijs: 24,50 Door Alfred Kossmann OP AL deze bezwaren tegen het schrijven van een litera tuurgeschiedenis heb ik wel een antwoord: dat er name lijk maar één geldige reden is voor het schrijven van zo'n geschiedenis, en die reden is niet het nut dat zo'n boek zou kunnen afwerpen, maar de aardigheid die de schrijver heeft gehad bij het maken en die de lezer zou kunnen heb ben bij het lezen. De rest is onzin. Deze lange, vrolijke volzin staat in de inleiding van Ka- rel van het Reves 'Geschie denis van de Russische lite ratuur. Van Vladimir de Heilige tot Anton Tsjechov'. De lezer van het boek die ik een paar dagen ben geweest constateert dat hij de lectuur inderdaad aardig heeft ge vonden. en dat naar ziin smaak het boek ook nut af werpt. Van het Reve heeft, naar eigen zeggen, dertien jaar aan het boek van meer dan vijfhonderd bladzijden ge werkt, en dat doe je dan wel licht voor de aardigheid maar toch ook om een erva ring van studie mee te delen. Ik kan niet beoordelen of Van het Reves literatuurge schiedenis juist is. Hij is, dat kan ik beoordelen, heel boeiend en als je het boek uit hebt komt enige dagen lang andere lectuur je vervelend voor. Zo'n halve eeuw geleden was er een geschiedenis van de Nederlandse literatuur in gebruik die 'Stromingen en gestalten' heette. De sugges tie was dat er stromingen waren en dat zich in al dat gestroom gestalten als rotsen aftekenden. Er zijn nog steeds geleerden die bij voor beeld, aan de hand van En gelse literatuurwetenschap pers, beweren dat A. Roland Holst een symbolist was. Van het Reve moet van dit soort theoretische beschou wingen niets hebben. Voor hem is een schrijver iemand die schrijft, en zijn prestatie is, goed of slecht, sui generis. Het boek, het oeuvre is voor de lezer ter beschikking. Hij mag ermee doen wat hij wil. Je kunt als schrijver beïn vloed zijn door C. Joh. Koe voet of door Dante, voor het resultaat maakt het niets uit. En als je een goed boek schrijft bewijs je daarmee niets, ook niet dat de Russi sche, Nederlandse, Franse, Duitse, Engelse taal zo bij zonder rijk is. Om boeken gaat het Van het Reve. En om personen. Zo nu en dan zeker. Van Dostojevski's werk houdt hij niet echt, maar hij vindt de auteur ervan een integere en al met al sympathieke man. Gogol was volstrekt leugen achtig, wat Van het Reve in hem misprijst, en Toergenjev was een man naar zijn hart, liberaal, geweldloos, erudiet, en god zij dank zonder een veelomvattende levens- en wereldbeschouwing. Aan wereldbeschouwingen heeft Van het Reve een broertje dood. Over Poesjkin, Lermontov, Gogol, Herzen, Gontsjarov, Toergenjev, Dostojevski, Tolstoj, Leskov, Tsjechov hebben we allen wel eens iets vernomen. Deze auteurs be vinden zich nu in het gezel schap van ons Nederlanders onbekende auteurs: Petsje- rin, Tjoettsjev, Afanasi Fet, Newkrasov, Pisemski en vele anderen. Het is mooi om te zien dat Van het Reve por tretten van hen weet te bie den die even boeiend zijn als de portretten van mensen die men al eerder heeft ontmoet. Een geschiedenis is Van het Reves portrettengalerij nauweljks. De auteur geeft scherpe en kritische karak teristieken van persoon en werk, en als vanzelfsprekend worden deze in een histori sche context geplaatst. Aan de andere kant: de naar Van het Reves verderfelijke rol van de wereldbeschouwe lijke criticus Tsjernysjvski wordt breed uitgemeten. Hoewel de gestalten belang rijker zijn dan de stromingen worden de stromingen toch niet verwaarloosd. Een provocerend nuchter boek? Van Van het Reve is niets anders te verwachten. En dan wordt je getroffen door de elegantie van de auteur. Hij stond, dat is evi dent, voor het probleem iets over 'Oorlog en vrede' te ze gen. De zoveelste samenvat ting kon niet dienen. En hij citeert de Nederlandse dich ter Marsman en de Duitse satiricus Tucholsky om Tol stoj s meesterwerk te bewon deren. Het laatste hoofdstuk gaat over Tsjechov. De slotzinnen zijn bijna lyriek: „Niemand is zo aardig voor zijn helden als Tsjechov. Niemand ont neemt ze zo meedogenloos alle mogelijkheden tot ge luk." Een voortreffelijk boek, amusant, geleerd, glashelder. Karei van het Reve, Geschie denis van de Russische lite ratuur. Uitg.: G.A. van Oor schot. Prijs: ing. ƒ45,-, geb. ƒ65,-.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 25