Briefwisseling Lubbers - Gorbatsjov militairen Giiz< DOMMELS( UIT GO Hof veroori VRIJDAG 8 NOVEMBER 1985 BIBTIM EXTRA ;BINNEN-BUITENLAND: VRIJDAG 8 NOVEMBE Ruil Aan de heer M. S. GorbatsjovMoskou 'S-GRAVENHAGE, 12 JULI 1985 Zeer geachte heer Secretaris-Generaal, Toen de minister van Buitenlandse Zaken Mr. H. van den Broek op 10 april jl. op uitnodiging van de regering van de USSR in Moskou was, heeft hij aan de minister van Buiten landse Zaken van de USSR nog eens de precieze betekenis van het door Nederland op 1 juni 1984 genomen besluit in zake de kruisraketten uiteengezet. In het gesprek over dit besluit zijn daar toen van de zijde van de heer Gromyko en kele kritische kanttekeningen bij geplaatst. In de maand mei was het veertig jaar geleden, dat de tweede wereldoorlog werd beëindigd. Dit feit werd in uw land en in Nederland plechtig herdacht. Daarbij zijn de her inneringen aan dig oorlog en de ereplicht die wij hebben aan de gevallenen, uitvoerig aan de orde geweest. Vertegen woordigers van de USSR hebben, evenals de andere bondge noten van toen, kransen bij onze doden gelegd. Sindsdien zijn veertig jaar verstreken. Onze volkeren kennen verschillende politieke en maatschappelijke syste men. De fundamentele verschillen tussen deze systemen zijn niet overbrugbaar. Wij hebben daarom moeten leren leven met een gewapende vrede, waarin twee bondgenootschap pen tegenover elkaar staan. In zulk een situatie is een toereikende defensie om agres sie bij voorbaat te ontmoedigen, een onverbiddelijke voor waarde om de vrede in stand te houden. De rechtmatigheid van zulk een defensie laat zich verstaan als een plicht aan de gevallenen. Het is begrijpelijk dat tegen deze achtergrond een voort durende inspanning gepleegd wordt in beide bondgenoot schappen om de militaire capaciteit in stand te houden en te verbeteren. Tegelijk is er een onmiskenbare noodzaak tot wederzijdse wapenbeheersing te komen. Het is tegen deze achtergrond, dat Nederland zijn 1 juni- besluit in 1984 heeft genomen. Wij namen andermaal ander half jaar tijd om na te gaan of het - gegeven de reeds zeer belangrijke aantallen middellange afstandsraketten - niet mogelijk zou zijn een begin te maken met effectieve wapen beheersing. Wij besloten op 1 november 1985 geen kruisraketten te plaatsen indien de Sovjet-Unie er op dat moment evenveel of minder dan op I juni 1984 - toen het aantal 378 was - zou hebben geplaatst. In Genève worden sindsdien opnieuw belangrijke bespre kingen gevoerd, maar het ziet er naar uit dat deze - mede gegeven de complexiteit van de diverse daar aan de orde zijnde vraagstukken - geruime tijd zullen nemen. Dat betekent, dat het hierboven genoemde Nederlandse 1 juni-besluit van bijzondere betekenis kan worden. Dit be sluit heeft indertijd waardering ontmoet in de Nederlandse samenleving en de instemming gekregen van het Neder landse parlement. Indien de Sovjet-Unie alsnog gehoor zou geven aan het appèl als vervat in het hierboven genoemde 1 juni-besluit, zou dat een belangrijke impuls kunnen zijn om vervolgens in de onderhandelingen te Genève tot de noodza kelijke meer evenwichtige situatie tussen oost en west te ko men. Indien de Sovjet-Unie bereid is er zorg voor te dragen dat zij op 1 november 1985 de in het Nederlandse besluit gestelde limiet niet overschrijdt en zal overschrijden, zal het ons mo gelijk zijn af te zien van plaatsing van 48 kruisvluchtwapens in Nederland. Ik schrijf u deze vertrouwelijke brief via de bemiddeling van de heer Shevardnadze. Ik reken graag op dezelfde ver trouwelijke behandeling uwerzijds. Ik betracht deze geheimhouding nu, omdat het ons ernst is en omdat ik u en de uwen zo de gelegenheid wil bieden in alle rust en ernst het bovenstaande te overwegen. Als u mogelijkheden ziet om het bovenstaande te realise ren, dan is het uiteraard belangrijk nader vast te stellen op welk moment uw besluit politiek en publiek duidelijk ge maakt kan worden (alsmede de consequenties welke Neder land daar conform het 1 juni-besluit aan zal verbinden). Ik schrijf u dit alles in de geest van veertig jaar bevrij ding, vaststellende dat onze volkeren die toen samenwerk ten, nu in vrede moeten kunnen leven met zo laag mogelijke niveaus van bewapening. In de hoop en het vertrouwen dat u de inhoud van deze brief zult willen overwegen en uw reactie tegemoet ziende, teken ik, met de meeste hoogachting, Drs. R. F. M. LUBBERS, Minister-President van het Koninkrijk der Nederlanden. Antwoord Gorbatsjov dd. 14 aug. Geachte Heer Premier, Met grote aandacht heb ik kennis genomen van Uw bood schap dd. 12 juli. Ik deel volledig Uw bezorgdheid over het toenemen van de spanning in Europa. Ook ben ik het met U eens dat thans, meer dan ooit, dringende practische maatregelen zijn vereist teneinde de vicieuze cirkel van de bewapeningswedloop op het Europese vasteland te verbreken en de fundamenten van de vrede waarvan Europa reeds 40 jaar profiteert, betrouw baar te maken. Ik zeg met alle stelligheid: de Sovjet-Unie is bereid het proces van het opvoeren van de in Europa tegenover elkaar staande kernmachten stop te zetten en terug te draaien. Tij dens de Sovjetrussisch-Amerikaanse besprekingen in Ge nève hebben wij als eerste, gemakkelijk te verwezenlijken stap voorgesteld tot overeenstemming te komen over bevrie zing van het plaatsen van middellange afstandsraketten in Europa. Meer nog, teneinde snelle en effectieve afspraken in Genève te waarborgen, hebben wij eenzijdig van april tot november a.s. het ontplooien van middellange afstandsra ketten beëindigd en ook de uitvoering van andere antwoord- maatregelen in Europa stopgezet. Helaas vindt geen enkel initiatief van ons tot nog toe posi tieve weerklank bij de VS. Van Amerikaanse zijde gaat men de bestudering uit de weg van zowel het Sovjetvoorstel tot bevriezing als van de voorstellen inzake de essentie van het probleem, overeenkomstig welke de VS uit Europa de 'Pers- hing-2' en kruisraketten zou verwijderen en de USSR in de Europese zone haar middellange afstandsraketten, gerekend naar het aantal atoomkoppen, zou terugbrengen tot een ni veau gelijk aan de overeenkomstige kernwapens van Enge land en Frankrijk en zou afzien van andere antwoordmaat- regelen. Als resultaat daarvan zou de USSR in Europa voor wat betreft middellange afstandsraketten niet beschikken over ook maar één enkele atoomkop méér dan zich daarvan be vinden in het tegenover haar en de overige lidstaten van het Warschau-pakt ontwikkelde arsenaal van de NAVO-landen en zou in Europa de bewapening van de USSR en de VS in deze categorie over en weer zijn teruggebracht tot het laagst mogelijke van alle niveaus, nl. tot nul. Ik herinner er tevens aan dat de USSR eenzijdig de ver plichting op zich heeft genomen, geen kernwapens te ge bruiken tegen die staten, die niet zelf daarover beschikken en deze ook niet op hun grondgebied hebben. Een dergelijke verplichting zou ook volledig betrekking hebben op Neder land. Ook zou ik er Uw aandacht op willen vestigen, hoezeer de situatie in Europa sedert juni van het vorige jaar - toen de Nederlandse regering haar bekende besluit heeft genomen - is gewijzigd als gevolg van de ononderbroken plaatsing van steeds weer nieuwe Amerikaanse raketten. Vóór alles zou ik willen zeggen, dat het tegenwoordige aantal Sovjet-raketten in de Europese zone wordt bepaald door die antwoordmaatregelen die door de Sovjet-Unie wor den genomen als gevolg van de plaatsing van Amerikaanse middellange afstandsraketten in een aantal Europese lan den, en waarvoor de lidstaten van de NAVO waren gewaar schuwd. Het zou daarom niet gerechtvaardigd zijn om de kwestie van bepaalde Sovjet-stappen op dit terrein die in feite zou den neerkomen op het afzien van onze antwoordmaatrege len, aan de orde te stellen. In eenzelfde sfeer van vertrouwelijkheid waarin U zich tot mij heeft gewend, spreek ik de hoop uit dat Nederland de situatie zoals deze zich aan het ontwikkelen is, nogmaals in haar volle omvang zal willen afwegen en blijk zal geven van een verantwoorde benadering. Dit zou kunnen bijdragen tot Premier Ruud Lubbers en de Russische partij- en regeringsleider Michail Gorbatsjov hebben elkaar diverse brieven ge schreven voordat de Nederlandse regering het kruisrakettenbesluit nam. Is publikatie van correspondentie tussen rege ringsleiders op zichzelf al uitzonderlijk, in dit geval is het bijzonder pikant omdat de inhoud van die correspondentie door beide partijen verschillend wordt opgevat. Vandaar de volledige tekst in De Stem zodat iedereen zelf kan oordelen. Waar het allemaal om ging: het Tomahawk-kruisvluchtwapen, geproduceerd door McDonnell Douglas (Missouri, USA). In ondergrondse betonnen bunkers op de vliegbasis Woensdrecht worden er 48 opgeslagen. - foto archief de stem een vermindering van de militaire spanning in Europa, waarvan een verdere toename volstrekt niet beantwoordt aan de veiligheidsbelangen der Europese volkeren. Wij me nen dat aan Nederlandse kant mogelijkjheden bestaan om eveneens invloed uit te oefenen op de posities van de VS aan de vooravond van de derde ronde der Sovjetrussisch-Ameri kaanse besprekingen in Genève welke op 19 september as. zal aanvangen, alsmede van de ontmoeting met president Reagan, teneinde te bereiken dat de VS zich zouden aanslui ten bij de constructieve pogingen die de Sovjet-Unie onder neemt en zal ondernemen. Wij zouden bereid zijn de vertrouwelijke contacten met U, Mijnheer de Premier, over het vraagstuk van de middel lange afstandsraketten in Europa voort te zetten. Tot dat doel kan gebruik worden gemaakt van de komende ontmoe ting van de Ministers van Buitenlandse Zaken van onze beide landen in New York tijdens de zitting van de Alge mene Vergadering der VN. Geachte Heer Premier, wij zijn er van overtuigd dat er nog steeds mogelijkheden bestaan om de gevaarlijke loop der gebeurtensissen te onderbreken en de dreiging van een nucleaire confrontatie welke zich boven Europa en de we reld heeft samengepakt, af te wenden. Ieder land is geroepen een bijdrage te leveren in deze edele zaak en in het huidige stadium hangt er veel van af, welke positie Nederland zal innemen in de cardinale vragen van de Europese veiligheid. Hoogachtend, M. GORBATSJOV 14 augustus 1985. Lubbers beantwoordt deze brief niet. Nieuwe briel van Gorbatsjov dd. 2 oktober Geachte Heer Premier, Indachtig de vertrouwelijke gedachten wisseling met U over de kardinale vraagstukken van de huidige situatie in Europa en de wereld zou ik U, alvorens dit in de openbaar heid komt, willen inlichten over het volgende. Het aantal ge- vechtsklare SS-20 raketten waarover de Sovjet-Unie be schikt in haar Europese zone, bedraagt thans 243 eenheden, dat wil zeggen dat dit aantal niet ook maar met één enkele raket uitgaat boven het niveau dat bestond in juni 1984. Ter vermijding van elk misverstand wil ik eveneens me dedelen dat een geringe hoeveelheid SS-20 raketten die na juni 1984 als antwoordmaatregelen waren ontplooid, zijn onttrokken aan het gevechtsklare bestand, terwijl de statio naire installaties voor plaatsing van deze raketten in de ko mende twee maanden worden ontmanteld. Ik veronderstel, Mijnheer de Premier, dat ik niet nader behoef toe te lichten wat, hetgeen ik heb gezegd, betekent vanuit een oogpunt van Europese veiligheid. De 'Europese zone van de USSR' waarover het hier gaat, is immers de zone van waaruit de aldaar geplaatste middellange af standsraketten doelen in West-Europa kunnen treffen. Het spreekt vanzelf, dat SS-20 raketten, die buiten die zone zijn opgesteld, West-Europa niet kunnen bereiken. Teneinde het beeld uitputtend te completeren voeg ik hier nog aan toe, dat wij reeds ss-5 middellange afstandsraketten aan het arsenaal hebben onttrokken en dat wij eveneens voortgaan met het weghalen van SS-4 raketten. Dit betekent dat het totale aantal middellange afstandraketten in de Europese zone van de USSR aanmerkelijk minder bedraagt dan tien of zelfs vijftien jaar geleden. Wanneer wij overgaan tot een dergelijke zelfbeperking, laten wij ons leiden door de wijde belangen van de Europese veiligheid. Ik denk dat de Europese volken met recht thans een antwoordstap van de Verenigde Staten van Amerika verwachten - i.e. stopzetting van plaatsing van hun middel lange afstandraketten in Europa. In de besprekingen te Ge neve heeft de Sovjet-zijde concrete voorstellen gedaan die het mogelijk maken te geraken tot practische overeenstem ming over de middellange afstandraketten in Europa. Daar bij zijn wij bereid, afzonderlijk tot overeenstemming te ko men over een desbetreffende overeenkomst, d.w.z. los van een rechtstreekse band met het vraagstuk van de ruimte- en strategische wapens. Ik denk dat U de door ons getoonde goede wil naar waarde zal schatten. Al datgene wat van ons afhangt, deden en doen wij. Het antwoord is thans aan het Westen. Ik zou willen ho pen dat de Nederlandse rpgering op overeenkomstige wijze in haar beleid rekening zal houden met hetgeen ik hierboven uiteen heb gezet. Hoogachtend, M. GORBATSJOV 2 oktober 1985. Antwoord Lubbers dd 8 oktober Hooggeachte Heer Secretaris-Generaal, Dank wil ik U zeggen - in vervolg op onze gedachtenwisse- ling - voor Uw brief van 2 oktober 1985. Uw bereidheid er zorg voor te dragen dat het aantal ge vechtsklare SS-20 raketten in de Europese zone van de Sov jet-Unie beperkt zal blijven tot 243, dat wil zeggen, tot het niveau zoals dat bestond in juni 1984, acht ik belangrijk. Het kan de inluiding zijn voor een beweging ten goede waar het betreft de wapenwedloop. Zoals U bekend en uiteengezet aan de opeenvolgende Mi nisters van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie heeft Nederland vorig jaar 1 juni zijn besluit gerelateerd aan het totaal aantal SS-20 raketten in de Sovjet-Unie. Dit omdat de besprekingen tussen Oost en West altijd als uitgangspunt hadden het totaal aantal, omdat het mobiele systemen betreft eh omdat de Nederlandse bereidheid even tueel af te zien van plaatsing niet ingegeven was door veilig heidsoverwegingen alleen Nederland betreffende, maar ge richt op het bewerkstelligen van een trendbreuk in de ont wikkeling van nucleaire middellange afstandwapens als zo danig. In dit licht acht ik de mededeling, vervat in Uw brief van 2 oktober 1985 enerzijds bemoedigend, anderzijds teleurstel lend. Bemoedigend daar waar er een opening gemaakt is, te. I leurstellend daar waar U een voor ons om bovengenoemd I redenen niet aanvaardbaar onderscheid maakt tussen de i» de Europese en de Aziatische zone van de Sovjet-Unie geste I tioneerde raketten. Dat zo zijnde, veroorloof ik mij toch U in de geest van onjJ eerdere correspondentie andermaal de mogelijkheid voor u I leggen ook voor de Sovjet-Unie als geheel het niveau i juni vorig jaar (378) in acht te willen nemen. In dat geval zal Nederland van plaatsing afzien. Verder wil ik U verzekeren mij er zeer wel van bewust tel zijn dat een overeenkomst over INF tussen Oost en Westnc l dig zal zijn. Voor zulk een overeenkomst zal Nederland zich I naar vermogen inzetten. Het moet mogelijk zijn tot results. ten te komen. In dat verband heb ik kennisgenomen van Uw verklaring I dat de Sovjet-Unie „in de besprekingen in Geneve concrete I voorstellen heeft gedaan die het mogelijk maken te komerl tot practische overeenstemming over de middellange standraketten in Europa en dat de Sovjet-Unie bereid is af.| zonderlij k tot overeenstemming te komen over een de treffend accoord, dat wil zeggen, los van een rechtstreekss I band met het vraagstuk van de ruimte- en strategische wa pens". Intussen heb ik wel de overtuiging dat een proces, leidend I tot een dergelijke practische overeenstemming, gediend zoJ zijn met de beperking tot 378 nu. Een dergelijke stap, ener-1 zijds beperking door de Sovjet-Unie tot 378 in totaal en a derzijds afzien van plaatsing door Nederland, zou volgs ons van groot belang zijn als startpunt op de weg naar we-l derzijdse wapenvermindering. Daarom is dit moment - he: is haast 1 november - kostbaar. Ook als U de vrijheid zou ontbreken een dergelijke s nu te doen, dan wil ik U dank zeggen voor de ernstige gedch-1 ten wisseling die wij schriftelijk hadden. Wij hebben deze ie het licht van de betrekkingen tussen onze landen op prijs ge-1 steld en zien, hoe dan ook met bijzondere belangstelling ui;l naar de ontmoeting tussen President Reagan en U zelf, er, hopen op positieve resultaten daarvan. Tenslotte wil ik Uw toestemming vragen om ons Parle-1 ment na 1 november mondeling over onze gedachtenwisse-1 ling te informeren. Met gevoelens van de meeste hoogachting I R.F.M. LUBBERS I Minister-President van het I Koninkrijk der Nederlanden I Antwoord Gorbatsjov dd 21 oktober ZEER GEHEIM Geachte heer Premier, Met aandacht heb ik kennis genomen van Uw boodschap van 8 oktober. Ik wil niet verhelen dat bij mij de indruk is ontstaan dat het nieuwe in de situatie, welke is geschapen als gevolg van het feit dat door de Sowjet-Unie een uitgebreid pakket voor stellen is gedaan voor een drastische vermindering van de tegenover elkaar staande kernmachten alsmede voor een sa nering van de internationale toestand, aan Nederlandse kant vooralsnog niet ten volle wordt onderkend. Een nieuw en zeer belangrijk element van die voorstellen, waar U terecht in Uw boodshap de aandacht op vestig!, wordt gevormd dopr de mogelijkheid, separaat een geëi gende overeenkomst te sluiten inzake vermindering van kernwapens voor de middellange afstand in Europa, buiten rechtstreeks verband met het vraagstuk van de cosmische en strategische bewapening. Verdient alleen dat feit niet reeds een aandachtiger analyse van de situatie, vergeleken met die welke bestond in juni 1984, toen in Nederland het be kende besluit werd genomen waar U voortdurend naar ver wijst? A propos, er waren toen geen besprekingen tussen USSJ en VS, doch thans worden die gevoerd in Geneve en omvat ten ook vraagstukken van het evenwicht in nucleaire mid delen in Europa. Is ook dat niet een nieuwe wezenlijke fac tor? De situatie stemt waarlijk overeen met die in juni 1984, omdat het aantal Sowjetrussische SS-20 raketten, ontplooid in de Europese zone, precies overeenkomt met hun aantal in die periode. Dat betekent, dat in concrete gestalte is gegeven aan politieke wil van de Sowjet-Unie om wegen te vinden ter vermindering van het gevaar van een militaire confrontatie in Europa. Indien van de kant van het Westen een zelfde wil zou zijn getoond en deze bovendien nog zou zijn versterkt door iets concreets en tastbaars, dan zou, daar ben ik van overtuigd, de horizon van de Europese veiligheid zijn opge klaard. Terwijl de Sowjet-Unie unilateraal het aantal van haar eigen SS-20 raketten in de Europese zone heeft gebracht op het niveau van juni 1984, is het aantal analoge Amerikaanse middelen in West-Europa in die periode meer dan vervier voudigd, hetgeen een nieuw kwalitatief momentum heeft geschapen. Indien de Nederlandse regering een objectieve benadering voorstaat, dan is het logisch te veronderstellen dat zij met dit feit rekening zal houden wanneer sprake van de voorwaarden die door haar in juni 1984 werden g formuleerd. Ik zie mij genoodzaakt, stil te staan bij de verklaringen inzake de mobiliteit der SS-20 raketten. Mobiliteit is niet al leen een karakteristieke eigenschap van SS-20 raketten doek eveneens van de Pershings en de Tomahawks die niettemin worden opgesteld in Europa en niet worden bewaard gene zijde van de Oceaan. De Sowjet-Unie heeft geen enkele bedoeling, de raketten die uit de Europese zone zijn w haald, te plaatsen in het Aziatische deel van de USSR. komt bij dat, zoals door ons is toegelicht, niet slechts sprak' is van het onttrekken van de raketten aan het gevechtsklar', bestand, maar tevens van de ontmanteling van de statio-1 naire installaties voor hun plaatsing. Dit is een serieuze be slissing die naar ons oordeel een voldoende duidelijk ant woord vormt op allerlei twijfels rond het thema van de mo biliteit van raketten. SS-20 raketten die buiten de Europe» zone zijn opgeteld, kunnen Westeuropa niet bereiken. Bo vendien hebben dergelijke raketten, zoals ook zelfs werd er kend in het zogenaamde NAVO-„dubbelbesluit", nietsv£" doen met het Eurostrategische evenwicht. Ik was reeds in de gelegenheid, uit te leggen dat zich inhe- Aziatische deel van de USSR evenveel raketten bevinden nodig om een evenwicht te vormen voor dienovereenkom stige kernmiddelen van de VS. Indien de VS deze niet zullen opvoeren, zullen wij ookm' het aantal van onze raketten in het Oosten vergroten inge val van overeenstemming over Europa. Indien de situat:' zich ten goede keert, zullen ook wij adequaat reageren. Naar zijn aard heeft derhalve het vraagstuk van de rake'- ten in Azië niets te maken met de veiligheid in Europa- dien ik daar al opnieuw over moet spreken, houdt dit alle® verband met het feit dat deze kwestie in Uw boodschap é''-'\ de orde is geteld. Resumerend zou ik de gedachte willen uitspreken dat or-'i der de omstandigheden van de positie van een aantal land'-j die op deze of gene wijze betrokken zijn bij het waarborg' van de stabiliteit in Europa, afhangt in hoeverre het zaH'j lukken om de loop der gebeurtenissen te wijzigen in de fl®' ting van een substantiële verlaging van het niveau van kernwapens. Te oordelen naar Uw boodschap vormt dat"0 j voor de Nederlandse regering voorwerp van zorg. Dit alles brengt mij ertoe, nogmaals te onderstrepen de verantwoordelijkheid voor het momentum dat Europa® de wereld thans beleven, naar onze overtuiging de noodza oplegt van een zeer wel overwogen benadering en in de e® ste plaats tot het vermijden van enigerleid overhaaste slissingen die niet de vooruitzichten voor wederzijds vaardbare overeenstemming zouden verbeteren doch slechteren. Dit is des te belangrijker aan de vooravont de Sowj et-Amerikaanse ontmoeting op het hoogste nive 1 tijdens welke ook vraagstukken van de nucleaire kra J verhouding in Europa onderwerp van overleg zullen vI Hoogacht,, M. GORBATSJ" 21 oktober i" BOGOTA (EFE/AFP/ biaanse leger heeft don gemaakt aan de gijzel bouw in Bogota. Volger ders heeft de gijzeling 50 mensen het leven gek Onder hen zijn de presidi hof, Alfonso Reyes, en één guerrillagroepering M-19, A Volgens radiostations in de Colombiaanse hoofdstad heb ben speciale eenheden van het leger een verrassingsaanval uitgevoerd. De meeste overge bleven guerrillastrijders zijn om het leven gekomen omdat zij zich met dynamiet hadden omhangen, aldus verslagge vers van deze stations. De gijzeling van het ge rechtsgebouw heeft 27 uur ge duurd. Aanvankelijk bezetten de guerrillastrijders het gehele gebouw, maar na een aantal hevige aanvallen van het leger werden zij gedwongen positie te kiezen op de bovenste ver dieping van het pand. Daar hielden zij 60 mensen in gij ze- ling, onder wie tien rechters. De guerrilleros wilden him I gijzelaars vrijlaten in ruil J voor de publikatie van een I manifest in alle Colombiaanse kranten, het krijgen van ra diozendtijd en openmaarma- king van een aantal officiële documenten waaruit volgens M-19 zou blijken dat de rege ring eenzijdig een bestand met de groepering had gebroken. Het radiostation RCN zei uit I militaire bron te hebben ver- I nomen dat in totaal 52 mensen [het leven hebben verloren: 42 guerrilleros, vier soldaten, vijf burgers en een politieagent. Alle guerrillastrijders die aan Daarna volgt memorandum zoals afgedrukt In krant van vrl^1 mooi i ia «uiyi mibiiiwi uiiuuiii «.uaia uiytwi uni iii rxium jt en het kabinetsbesluit tot plaatsing, zoals afgedrukt In kra» terdag. feMBURG (RTR/UPI/ IiiskI" Het Europese Hof van ÏG. keeft donderdag de )est°0Inm*ss'e' dagelijks ,e "Ur van de Gemeenschap, #hTdeeM tot betaling van adevergoeding aan een na Voor de nadelen die deze il^ond nadat hij de Com- Sesi16 d geïnformeerd over ïwb me' met PV'j^en door het ">n„Serse farmaceutische j^ern Hoffmann-la Roche. ier_ hoogte van de schade- titis g moet in een schik bar h Worden vastgesteld, het Hof suggereert een Na Van 2 miljoen. [0j ®r de mening van het st. ,e hoogste gerechtelijke lom™ 6 .in EG-zaken, had de JlnSrS?e haar geheimhou- Plicht geschonden toen ini gei on sta voi Ad do< sla gei voc Ge vai ver WT; lan de kla nat ser gea voo str;

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 4