Briefwisseling Lubbers - Gorbatsjov
militairen
Giiz<
DOMMELS(
UIT GO
Hof
veroori
VRIJDAG 8 NOVEMBER 1985
BIBTIM EXTRA
;BINNEN-BUITENLAND:
VRIJDAG 8 NOVEMBE
Ruil
Aan de heer M. S. GorbatsjovMoskou
'S-GRAVENHAGE, 12 JULI 1985
Zeer geachte heer Secretaris-Generaal,
Toen de minister van Buitenlandse Zaken Mr. H. van den
Broek op 10 april jl. op uitnodiging van de regering van de
USSR in Moskou was, heeft hij aan de minister van Buiten
landse Zaken van de USSR nog eens de precieze betekenis
van het door Nederland op 1 juni 1984 genomen besluit in
zake de kruisraketten uiteengezet. In het gesprek over dit
besluit zijn daar toen van de zijde van de heer Gromyko en
kele kritische kanttekeningen bij geplaatst.
In de maand mei was het veertig jaar geleden, dat de
tweede wereldoorlog werd beëindigd. Dit feit werd in uw
land en in Nederland plechtig herdacht. Daarbij zijn de her
inneringen aan dig oorlog en de ereplicht die wij hebben aan
de gevallenen, uitvoerig aan de orde geweest. Vertegen
woordigers van de USSR hebben, evenals de andere bondge
noten van toen, kransen bij onze doden gelegd.
Sindsdien zijn veertig jaar verstreken. Onze volkeren
kennen verschillende politieke en maatschappelijke syste
men. De fundamentele verschillen tussen deze systemen zijn
niet overbrugbaar. Wij hebben daarom moeten leren leven
met een gewapende vrede, waarin twee bondgenootschap
pen tegenover elkaar staan.
In zulk een situatie is een toereikende defensie om agres
sie bij voorbaat te ontmoedigen, een onverbiddelijke voor
waarde om de vrede in stand te houden. De rechtmatigheid
van zulk een defensie laat zich verstaan als een plicht aan de
gevallenen.
Het is begrijpelijk dat tegen deze achtergrond een voort
durende inspanning gepleegd wordt in beide bondgenoot
schappen om de militaire capaciteit in stand te houden en te
verbeteren. Tegelijk is er een onmiskenbare noodzaak tot
wederzijdse wapenbeheersing te komen.
Het is tegen deze achtergrond, dat Nederland zijn 1 juni-
besluit in 1984 heeft genomen. Wij namen andermaal ander
half jaar tijd om na te gaan of het - gegeven de reeds zeer
belangrijke aantallen middellange afstandsraketten - niet
mogelijk zou zijn een begin te maken met effectieve wapen
beheersing.
Wij besloten op 1 november 1985 geen kruisraketten te
plaatsen indien de Sovjet-Unie er op dat moment evenveel
of minder dan op I juni 1984 - toen het aantal 378 was - zou
hebben geplaatst.
In Genève worden sindsdien opnieuw belangrijke bespre
kingen gevoerd, maar het ziet er naar uit dat deze - mede
gegeven de complexiteit van de diverse daar aan de orde
zijnde vraagstukken - geruime tijd zullen nemen.
Dat betekent, dat het hierboven genoemde Nederlandse 1
juni-besluit van bijzondere betekenis kan worden. Dit be
sluit heeft indertijd waardering ontmoet in de Nederlandse
samenleving en de instemming gekregen van het Neder
landse parlement. Indien de Sovjet-Unie alsnog gehoor zou
geven aan het appèl als vervat in het hierboven genoemde 1
juni-besluit, zou dat een belangrijke impuls kunnen zijn om
vervolgens in de onderhandelingen te Genève tot de noodza
kelijke meer evenwichtige situatie tussen oost en west te ko
men.
Indien de Sovjet-Unie bereid is er zorg voor te dragen dat
zij op 1 november 1985 de in het Nederlandse besluit gestelde
limiet niet overschrijdt en zal overschrijden, zal het ons mo
gelijk zijn af te zien van plaatsing van 48 kruisvluchtwapens
in Nederland.
Ik schrijf u deze vertrouwelijke brief via de bemiddeling
van de heer Shevardnadze. Ik reken graag op dezelfde ver
trouwelijke behandeling uwerzijds.
Ik betracht deze geheimhouding nu, omdat het ons ernst is
en omdat ik u en de uwen zo de gelegenheid wil bieden in
alle rust en ernst het bovenstaande te overwegen.
Als u mogelijkheden ziet om het bovenstaande te realise
ren, dan is het uiteraard belangrijk nader vast te stellen op
welk moment uw besluit politiek en publiek duidelijk ge
maakt kan worden (alsmede de consequenties welke Neder
land daar conform het 1 juni-besluit aan zal verbinden).
Ik schrijf u dit alles in de geest van veertig jaar bevrij
ding, vaststellende dat onze volkeren die toen samenwerk
ten, nu in vrede moeten kunnen leven met zo laag mogelijke
niveaus van bewapening.
In de hoop en het vertrouwen dat u de inhoud van deze
brief zult willen overwegen en uw reactie tegemoet ziende,
teken ik, met de meeste hoogachting,
Drs. R. F. M. LUBBERS,
Minister-President van het
Koninkrijk der Nederlanden.
Antwoord Gorbatsjov dd. 14 aug.
Geachte Heer Premier,
Met grote aandacht heb ik kennis genomen van Uw bood
schap dd. 12 juli.
Ik deel volledig Uw bezorgdheid over het toenemen van de
spanning in Europa. Ook ben ik het met U eens dat thans,
meer dan ooit, dringende practische maatregelen zijn vereist
teneinde de vicieuze cirkel van de bewapeningswedloop op
het Europese vasteland te verbreken en de fundamenten van
de vrede waarvan Europa reeds 40 jaar profiteert, betrouw
baar te maken.
Ik zeg met alle stelligheid: de Sovjet-Unie is bereid het
proces van het opvoeren van de in Europa tegenover elkaar
staande kernmachten stop te zetten en terug te draaien. Tij
dens de Sovjetrussisch-Amerikaanse besprekingen in Ge
nève hebben wij als eerste, gemakkelijk te verwezenlijken
stap voorgesteld tot overeenstemming te komen over bevrie
zing van het plaatsen van middellange afstandsraketten in
Europa. Meer nog, teneinde snelle en effectieve afspraken in
Genève te waarborgen, hebben wij eenzijdig van april tot
november a.s. het ontplooien van middellange afstandsra
ketten beëindigd en ook de uitvoering van andere antwoord-
maatregelen in Europa stopgezet.
Helaas vindt geen enkel initiatief van ons tot nog toe posi
tieve weerklank bij de VS. Van Amerikaanse zijde gaat men
de bestudering uit de weg van zowel het Sovjetvoorstel tot
bevriezing als van de voorstellen inzake de essentie van het
probleem, overeenkomstig welke de VS uit Europa de 'Pers-
hing-2' en kruisraketten zou verwijderen en de USSR in de
Europese zone haar middellange afstandsraketten, gerekend
naar het aantal atoomkoppen, zou terugbrengen tot een ni
veau gelijk aan de overeenkomstige kernwapens van Enge
land en Frankrijk en zou afzien van andere antwoordmaat-
regelen.
Als resultaat daarvan zou de USSR in Europa voor wat
betreft middellange afstandsraketten niet beschikken over
ook maar één enkele atoomkop méér dan zich daarvan be
vinden in het tegenover haar en de overige lidstaten van het
Warschau-pakt ontwikkelde arsenaal van de NAVO-landen
en zou in Europa de bewapening van de USSR en de VS in
deze categorie over en weer zijn teruggebracht tot het laagst
mogelijke van alle niveaus, nl. tot nul.
Ik herinner er tevens aan dat de USSR eenzijdig de ver
plichting op zich heeft genomen, geen kernwapens te ge
bruiken tegen die staten, die niet zelf daarover beschikken
en deze ook niet op hun grondgebied hebben. Een dergelijke
verplichting zou ook volledig betrekking hebben op Neder
land.
Ook zou ik er Uw aandacht op willen vestigen, hoezeer de
situatie in Europa sedert juni van het vorige jaar - toen de
Nederlandse regering haar bekende besluit heeft genomen -
is gewijzigd als gevolg van de ononderbroken plaatsing van
steeds weer nieuwe Amerikaanse raketten.
Vóór alles zou ik willen zeggen, dat het tegenwoordige
aantal Sovjet-raketten in de Europese zone wordt bepaald
door die antwoordmaatregelen die door de Sovjet-Unie wor
den genomen als gevolg van de plaatsing van Amerikaanse
middellange afstandsraketten in een aantal Europese lan
den, en waarvoor de lidstaten van de NAVO waren gewaar
schuwd.
Het zou daarom niet gerechtvaardigd zijn om de kwestie
van bepaalde Sovjet-stappen op dit terrein die in feite zou
den neerkomen op het afzien van onze antwoordmaatrege
len, aan de orde te stellen.
In eenzelfde sfeer van vertrouwelijkheid waarin U zich
tot mij heeft gewend, spreek ik de hoop uit dat Nederland de
situatie zoals deze zich aan het ontwikkelen is, nogmaals in
haar volle omvang zal willen afwegen en blijk zal geven van
een verantwoorde benadering. Dit zou kunnen bijdragen tot
Premier Ruud Lubbers en de Russische partij- en regeringsleider Michail Gorbatsjov hebben elkaar diverse brieven ge
schreven voordat de Nederlandse regering het kruisrakettenbesluit nam. Is publikatie van correspondentie tussen rege
ringsleiders op zichzelf al uitzonderlijk, in dit geval is het bijzonder pikant omdat de inhoud van die correspondentie
door beide partijen verschillend wordt opgevat. Vandaar de volledige tekst in De Stem zodat iedereen zelf kan oordelen.
Waar het allemaal om ging: het Tomahawk-kruisvluchtwapen, geproduceerd door McDonnell Douglas (Missouri,
USA). In ondergrondse betonnen bunkers op de vliegbasis Woensdrecht worden er 48 opgeslagen. - foto archief de stem
een vermindering van de militaire spanning in Europa,
waarvan een verdere toename volstrekt niet beantwoordt
aan de veiligheidsbelangen der Europese volkeren. Wij me
nen dat aan Nederlandse kant mogelijkjheden bestaan om
eveneens invloed uit te oefenen op de posities van de VS aan
de vooravond van de derde ronde der Sovjetrussisch-Ameri
kaanse besprekingen in Genève welke op 19 september as.
zal aanvangen, alsmede van de ontmoeting met president
Reagan, teneinde te bereiken dat de VS zich zouden aanslui
ten bij de constructieve pogingen die de Sovjet-Unie onder
neemt en zal ondernemen.
Wij zouden bereid zijn de vertrouwelijke contacten met U,
Mijnheer de Premier, over het vraagstuk van de middel
lange afstandsraketten in Europa voort te zetten. Tot dat
doel kan gebruik worden gemaakt van de komende ontmoe
ting van de Ministers van Buitenlandse Zaken van onze
beide landen in New York tijdens de zitting van de Alge
mene Vergadering der VN.
Geachte Heer Premier, wij zijn er van overtuigd dat er
nog steeds mogelijkheden bestaan om de gevaarlijke loop
der gebeurtensissen te onderbreken en de dreiging van een
nucleaire confrontatie welke zich boven Europa en de we
reld heeft samengepakt, af te wenden.
Ieder land is geroepen een bijdrage te leveren in deze
edele zaak en in het huidige stadium hangt er veel van af,
welke positie Nederland zal innemen in de cardinale vragen
van de Europese veiligheid.
Hoogachtend,
M. GORBATSJOV
14 augustus 1985.
Lubbers beantwoordt deze brief niet.
Nieuwe briel van Gorbatsjov dd. 2 oktober
Geachte Heer Premier,
Indachtig de vertrouwelijke gedachten wisseling met U over
de kardinale vraagstukken van de huidige situatie in
Europa en de wereld zou ik U, alvorens dit in de openbaar
heid komt, willen inlichten over het volgende. Het aantal ge-
vechtsklare SS-20 raketten waarover de Sovjet-Unie be
schikt in haar Europese zone, bedraagt thans 243 eenheden,
dat wil zeggen dat dit aantal niet ook maar met één enkele
raket uitgaat boven het niveau dat bestond in juni 1984.
Ter vermijding van elk misverstand wil ik eveneens me
dedelen dat een geringe hoeveelheid SS-20 raketten die na
juni 1984 als antwoordmaatregelen waren ontplooid, zijn
onttrokken aan het gevechtsklare bestand, terwijl de statio
naire installaties voor plaatsing van deze raketten in de ko
mende twee maanden worden ontmanteld.
Ik veronderstel, Mijnheer de Premier, dat ik niet nader
behoef toe te lichten wat, hetgeen ik heb gezegd, betekent
vanuit een oogpunt van Europese veiligheid. De 'Europese
zone van de USSR' waarover het hier gaat, is immers de
zone van waaruit de aldaar geplaatste middellange af
standsraketten doelen in West-Europa kunnen treffen. Het
spreekt vanzelf, dat SS-20 raketten, die buiten die zone zijn
opgesteld, West-Europa niet kunnen bereiken.
Teneinde het beeld uitputtend te completeren voeg ik hier
nog aan toe, dat wij reeds ss-5 middellange afstandsraketten
aan het arsenaal hebben onttrokken en dat wij eveneens
voortgaan met het weghalen van SS-4 raketten. Dit betekent
dat het totale aantal middellange afstandraketten in de
Europese zone van de USSR aanmerkelijk minder bedraagt
dan tien of zelfs vijftien jaar geleden.
Wanneer wij overgaan tot een dergelijke zelfbeperking,
laten wij ons leiden door de wijde belangen van de Europese
veiligheid. Ik denk dat de Europese volken met recht thans
een antwoordstap van de Verenigde Staten van Amerika
verwachten - i.e. stopzetting van plaatsing van hun middel
lange afstandraketten in Europa. In de besprekingen te Ge
neve heeft de Sovjet-zijde concrete voorstellen gedaan die
het mogelijk maken te geraken tot practische overeenstem
ming over de middellange afstandraketten in Europa. Daar
bij zijn wij bereid, afzonderlijk tot overeenstemming te ko
men over een desbetreffende overeenkomst, d.w.z. los van
een rechtstreekse band met het vraagstuk van de ruimte- en
strategische wapens.
Ik denk dat U de door ons getoonde goede wil naar waarde
zal schatten. Al datgene wat van ons afhangt, deden en doen
wij. Het antwoord is thans aan het Westen. Ik zou willen ho
pen dat de Nederlandse rpgering op overeenkomstige wijze
in haar beleid rekening zal houden met hetgeen ik hierboven
uiteen heb gezet.
Hoogachtend,
M. GORBATSJOV
2 oktober 1985.
Antwoord Lubbers dd 8 oktober
Hooggeachte Heer Secretaris-Generaal,
Dank wil ik U zeggen - in vervolg op onze gedachtenwisse-
ling - voor Uw brief van 2 oktober 1985.
Uw bereidheid er zorg voor te dragen dat het aantal ge
vechtsklare SS-20 raketten in de Europese zone van de Sov
jet-Unie beperkt zal blijven tot 243, dat wil zeggen, tot het
niveau zoals dat bestond in juni 1984, acht ik belangrijk. Het
kan de inluiding zijn voor een beweging ten goede waar het
betreft de wapenwedloop.
Zoals U bekend en uiteengezet aan de opeenvolgende Mi
nisters van Buitenlandse Zaken van de Sovjet-Unie heeft
Nederland vorig jaar 1 juni zijn besluit gerelateerd aan het
totaal aantal SS-20 raketten in de Sovjet-Unie.
Dit omdat de besprekingen tussen Oost en West altijd als
uitgangspunt hadden het totaal aantal, omdat het mobiele
systemen betreft eh omdat de Nederlandse bereidheid even
tueel af te zien van plaatsing niet ingegeven was door veilig
heidsoverwegingen alleen Nederland betreffende, maar ge
richt op het bewerkstelligen van een trendbreuk in de ont
wikkeling van nucleaire middellange afstandwapens als zo
danig.
In dit licht acht ik de mededeling, vervat in Uw brief van 2
oktober 1985 enerzijds bemoedigend, anderzijds teleurstel
lend.
Bemoedigend daar waar er een opening gemaakt is, te. I
leurstellend daar waar U een voor ons om bovengenoemd I
redenen niet aanvaardbaar onderscheid maakt tussen de i»
de Europese en de Aziatische zone van de Sovjet-Unie geste I
tioneerde raketten.
Dat zo zijnde, veroorloof ik mij toch U in de geest van onjJ
eerdere correspondentie andermaal de mogelijkheid voor u I
leggen ook voor de Sovjet-Unie als geheel het niveau i
juni vorig jaar (378) in acht te willen nemen.
In dat geval zal Nederland van plaatsing afzien.
Verder wil ik U verzekeren mij er zeer wel van bewust tel
zijn dat een overeenkomst over INF tussen Oost en Westnc l
dig zal zijn. Voor zulk een overeenkomst zal Nederland zich I
naar vermogen inzetten. Het moet mogelijk zijn tot results.
ten te komen.
In dat verband heb ik kennisgenomen van Uw verklaring I
dat de Sovjet-Unie „in de besprekingen in Geneve concrete I
voorstellen heeft gedaan die het mogelijk maken te komerl
tot practische overeenstemming over de middellange
standraketten in Europa en dat de Sovjet-Unie bereid is af.|
zonderlij k tot overeenstemming te komen over een de
treffend accoord, dat wil zeggen, los van een rechtstreekss I
band met het vraagstuk van de ruimte- en strategische wa
pens".
Intussen heb ik wel de overtuiging dat een proces, leidend I
tot een dergelijke practische overeenstemming, gediend zoJ
zijn met de beperking tot 378 nu. Een dergelijke stap, ener-1
zijds beperking door de Sovjet-Unie tot 378 in totaal en a
derzijds afzien van plaatsing door Nederland, zou volgs
ons van groot belang zijn als startpunt op de weg naar we-l
derzijdse wapenvermindering. Daarom is dit moment - he:
is haast 1 november - kostbaar.
Ook als U de vrijheid zou ontbreken een dergelijke s
nu te doen, dan wil ik U dank zeggen voor de ernstige gedch-1
ten wisseling die wij schriftelijk hadden. Wij hebben deze ie
het licht van de betrekkingen tussen onze landen op prijs ge-1
steld en zien, hoe dan ook met bijzondere belangstelling ui;l
naar de ontmoeting tussen President Reagan en U zelf, er,
hopen op positieve resultaten daarvan.
Tenslotte wil ik Uw toestemming vragen om ons Parle-1
ment na 1 november mondeling over onze gedachtenwisse-1
ling te informeren.
Met gevoelens van de meeste hoogachting I
R.F.M. LUBBERS I
Minister-President van het I
Koninkrijk der Nederlanden I
Antwoord Gorbatsjov dd 21 oktober
ZEER GEHEIM
Geachte heer Premier,
Met aandacht heb ik kennis genomen van Uw boodschap
van 8 oktober.
Ik wil niet verhelen dat bij mij de indruk is ontstaan dat
het nieuwe in de situatie, welke is geschapen als gevolg van
het feit dat door de Sowjet-Unie een uitgebreid pakket voor
stellen is gedaan voor een drastische vermindering van de
tegenover elkaar staande kernmachten alsmede voor een sa
nering van de internationale toestand, aan Nederlandse
kant vooralsnog niet ten volle wordt onderkend.
Een nieuw en zeer belangrijk element van die voorstellen,
waar U terecht in Uw boodshap de aandacht op vestig!,
wordt gevormd dopr de mogelijkheid, separaat een geëi
gende overeenkomst te sluiten inzake vermindering van
kernwapens voor de middellange afstand in Europa, buiten
rechtstreeks verband met het vraagstuk van de cosmische
en strategische bewapening. Verdient alleen dat feit niet
reeds een aandachtiger analyse van de situatie, vergeleken
met die welke bestond in juni 1984, toen in Nederland het be
kende besluit werd genomen waar U voortdurend naar ver
wijst?
A propos, er waren toen geen besprekingen tussen USSJ
en VS, doch thans worden die gevoerd in Geneve en omvat
ten ook vraagstukken van het evenwicht in nucleaire mid
delen in Europa. Is ook dat niet een nieuwe wezenlijke fac
tor? De situatie stemt waarlijk overeen met die in juni 1984,
omdat het aantal Sowjetrussische SS-20 raketten, ontplooid
in de Europese zone, precies overeenkomt met hun aantal in
die periode.
Dat betekent, dat in concrete gestalte is gegeven aan
politieke wil van de Sowjet-Unie om wegen te vinden ter
vermindering van het gevaar van een militaire confrontatie
in Europa. Indien van de kant van het Westen een zelfde wil
zou zijn getoond en deze bovendien nog zou zijn versterkt
door iets concreets en tastbaars, dan zou, daar ben ik van
overtuigd, de horizon van de Europese veiligheid zijn opge
klaard.
Terwijl de Sowjet-Unie unilateraal het aantal van haar
eigen SS-20 raketten in de Europese zone heeft gebracht op
het niveau van juni 1984, is het aantal analoge Amerikaanse
middelen in West-Europa in die periode meer dan vervier
voudigd, hetgeen een nieuw kwalitatief momentum heeft
geschapen. Indien de Nederlandse regering een objectieve
benadering voorstaat, dan is het logisch te veronderstellen
dat zij met dit feit rekening zal houden wanneer sprake
van de voorwaarden die door haar in juni 1984 werden g
formuleerd.
Ik zie mij genoodzaakt, stil te staan bij de verklaringen
inzake de mobiliteit der SS-20 raketten. Mobiliteit is niet al
leen een karakteristieke eigenschap van SS-20 raketten doek
eveneens van de Pershings en de Tomahawks die niettemin
worden opgesteld in Europa en niet worden bewaard
gene zijde van de Oceaan. De Sowjet-Unie heeft geen enkele
bedoeling, de raketten die uit de Europese zone zijn w
haald, te plaatsen in het Aziatische deel van de USSR.
komt bij dat, zoals door ons is toegelicht, niet slechts sprak'
is van het onttrekken van de raketten aan het gevechtsklar',
bestand, maar tevens van de ontmanteling van de statio-1
naire installaties voor hun plaatsing. Dit is een serieuze be
slissing die naar ons oordeel een voldoende duidelijk ant
woord vormt op allerlei twijfels rond het thema van de mo
biliteit van raketten. SS-20 raketten die buiten de Europe»
zone zijn opgeteld, kunnen Westeuropa niet bereiken. Bo
vendien hebben dergelijke raketten, zoals ook zelfs werd er
kend in het zogenaamde NAVO-„dubbelbesluit", nietsv£"
doen met het Eurostrategische evenwicht.
Ik was reeds in de gelegenheid, uit te leggen dat zich inhe-
Aziatische deel van de USSR evenveel raketten bevinden
nodig om een evenwicht te vormen voor dienovereenkom
stige kernmiddelen van de VS.
Indien de VS deze niet zullen opvoeren, zullen wij ookm'
het aantal van onze raketten in het Oosten vergroten inge
val van overeenstemming over Europa. Indien de situat:'
zich ten goede keert, zullen ook wij adequaat reageren.
Naar zijn aard heeft derhalve het vraagstuk van de rake'-
ten in Azië niets te maken met de veiligheid in Europa-
dien ik daar al opnieuw over moet spreken, houdt dit alle®
verband met het feit dat deze kwestie in Uw boodschap é''-'\
de orde is geteld.
Resumerend zou ik de gedachte willen uitspreken dat or-'i
der de omstandigheden van de positie van een aantal land'-j
die op deze of gene wijze betrokken zijn bij het waarborg'
van de stabiliteit in Europa, afhangt in hoeverre het zaH'j
lukken om de loop der gebeurtenissen te wijzigen in de fl®'
ting van een substantiële verlaging van het niveau van
kernwapens. Te oordelen naar Uw boodschap vormt dat"0 j
voor de Nederlandse regering voorwerp van zorg.
Dit alles brengt mij ertoe, nogmaals te onderstrepen
de verantwoordelijkheid voor het momentum dat Europa®
de wereld thans beleven, naar onze overtuiging de noodza
oplegt van een zeer wel overwogen benadering en in de e®
ste plaats tot het vermijden van enigerleid overhaaste
slissingen die niet de vooruitzichten voor wederzijds
vaardbare overeenstemming zouden verbeteren doch
slechteren. Dit is des te belangrijker aan de vooravont
de Sowj et-Amerikaanse ontmoeting op het hoogste nive 1
tijdens welke ook vraagstukken van de nucleaire kra J
verhouding in Europa onderwerp van overleg zullen vI
Hoogacht,,
M. GORBATSJ"
21 oktober i"
BOGOTA (EFE/AFP/
biaanse leger heeft don
gemaakt aan de gijzel
bouw in Bogota. Volger
ders heeft de gijzeling
50 mensen het leven gek
Onder hen zijn de presidi
hof, Alfonso Reyes, en één
guerrillagroepering M-19, A
Volgens radiostations in de
Colombiaanse hoofdstad heb
ben speciale eenheden van het
leger een verrassingsaanval
uitgevoerd. De meeste overge
bleven guerrillastrijders zijn
om het leven gekomen omdat
zij zich met dynamiet hadden
omhangen, aldus verslagge
vers van deze stations.
De gijzeling van het ge
rechtsgebouw heeft 27 uur ge
duurd.
Aanvankelijk bezetten de
guerrillastrijders het gehele
gebouw, maar na een aantal
hevige aanvallen van het leger
werden zij gedwongen positie
te kiezen op de bovenste ver
dieping van het pand. Daar
hielden zij 60 mensen in gij ze-
ling, onder wie tien rechters.
De guerrilleros wilden him
I gijzelaars vrijlaten in ruil
J voor de publikatie van een
I manifest in alle Colombiaanse
kranten, het krijgen van ra
diozendtijd en openmaarma-
king van een aantal officiële
documenten waaruit volgens
M-19 zou blijken dat de rege
ring eenzijdig een bestand met
de groepering had gebroken.
Het radiostation RCN zei uit
I militaire bron te hebben ver-
I nomen dat in totaal 52 mensen
[het leven hebben verloren: 42
guerrilleros, vier soldaten, vijf
burgers en een politieagent.
Alle guerrillastrijders die aan
Daarna volgt memorandum zoals afgedrukt In krant van
vrl^1
mooi i ia «uiyi mibiiiwi uiiuuiii «.uaia uiytwi uni iii rxium jt
en het kabinetsbesluit tot plaatsing, zoals afgedrukt In kra»
terdag.
feMBURG (RTR/UPI/
IiiskI" Het Europese Hof van
ÏG. keeft donderdag de
)est°0Inm*ss'e' dagelijks
,e "Ur van de Gemeenschap,
#hTdeeM tot betaling van
adevergoeding aan een
na Voor de nadelen die deze
il^ond nadat hij de Com-
Sesi16 d geïnformeerd over
ïwb me' met PV'j^en door het
">n„Serse farmaceutische
j^ern Hoffmann-la Roche.
ier_ hoogte van de schade-
titis g moet in een schik
bar h Worden vastgesteld,
het Hof suggereert een
Na Van 2 miljoen.
[0j ®r de mening van het
st. ,e hoogste gerechtelijke
lom™ 6 .in EG-zaken, had de
JlnSrS?e haar geheimhou-
Plicht geschonden toen
ini
gei
on
sta
voi
Ad
do<
sla
gei
voc
Ge
vai
ver
WT;
lan
de
kla
nat
ser
gea
voo
str;