WBESÖL
Afghanistan: patstelling tussen A llah en Marx
Opium als wapen tegen
de Afghaanse bevolking
Standpunten strijdende partijen liggen mijlenver uiteen
Bredase arts
Roland Smit
tien
maanden in
I de milieuminister aller-
fcbben mooie spelregels,
ook toegepast? Volgens
J nog niet. En dan zwijg ik
Iveel lagere zwavelgehalte
ZATERDAG 26 OKTOBER 1985
W3
X-zEN BARRE voettocht van drie
weken door Afghaans
oorlogsgebied, over 5.000 meter
hoge bergpassen. Nachtelijke
grensoverschrijdingen onder het
'wakend oog' van zwaarbewapende
militairen. Bombardementen en een
aardbeving. Maandenlang
ingesneeuwd zitten in een klein
berggehucht.
„aan DE ene kant bracht mijn reislust en interesse in vreemde volken en
culturen mij naar Afghanistan. Aan de andere kant speelt ook een stuk idea
lisme een rol. Hier lopen te veel artsen rond. In de Derde Wereld is een
groot tekort aan artsen en medische verzorging. Voor mij was de keuze toen
snel gemaakt."
Groeten
Waardering
Uitgemoord
ttgt wel voor op Nederland
\an het autoverkeer.
dat halve jaar voor-
Bewust ingebouwd. Ik had
i die we nu klaar hebben
Nederland absoluut niet
De maatregelen die we nu
I vastgesteld, zijn voor Ne-
Iximaal haalbare. Per 1 ja-
Be auto's met katalysator
I campagne waarin we dat
hi - we praten daar deze
ijk over - begint in decem-
llen we ook duidelijk moe-
j. het niet alleen om die
■ie rotte kolencentrales en
Ifinaderijen gaat, maar om
WMilieu heeft berekend dat
Iioxide en stikstofoxiden de
Ti et autoverkeer minstens
I uitkomt dan sanering van
de rafftnagesector. Had
I or de hand gelegen?
cijfertjes niet precies uit
lar vroeg of laat zal iedere
I bijdragen aan het terug-
vervuiling. Daarbij komt
lerijen misschien wel voor
1 export werken. Je kunt
Itraft ingrijpen."
het grootste probleem,
taks (Landbouw en Visse-
I zoveel ruzie over hebben,
I probleem te snel aanpakt,
taalde gebieden - ik denk
]st Brabant - de regionale
pleet de nek om. Je kunt
Ijt op de rem trappen. Op
Tt de strijd tegen de verzu-
nd van de rit nog genoeg
Itotaal van de maatregelen
\an toch niet de eindconclu-
milieubelangen het van de
\Economische Zaken, van
pterstaat en van Landbouw
en verloren?
[er niet. En het gekke is: ik
nauwelijks voor te bok-
Aardenne was ik het al
zeker over de kolencentra-
I natuurlijk: kan ik straks
\emcentrales bouwen
volstrekt los van elkaar,
rdige trouwens. Nee, over
pging voor de kolencentra-
oral met Ruding moeten
Istte het rijk immers 110
[de rest ging het opvallend
autoverkeer! Hoe vaak
I met Smit-Kroes daarover
Ide vingers een nul vor-
jén keer! En in het kabinet
leel snel. Het enige onder-
iwe in de ministerraad veel
espendeerd, was de mest-
iMaar dat is dan ook een
lobleem. Ik heb bewonde-
Is, die uiteindelijk toch het
genomen tot het nood-
|ee de mestoverschotten
kt. Maar ik voorzie nu al
Lik hoor het nu al vaak,
pie zeggen: je pakt er nog
I je maakt je werk af."
Iln het milieubeheer geldt
1 kom je met vier jaar erbij
liet klaar."
pet hoofdbestuur leverde
een comfortabele 25ste
op. En eerder dankte hij
nededeling zijn kandidaat-
aan het feit dat van de
i de fractie Joekes en Por-
Ite verdween. „Men wilde
Ie niet helemaal de nekslag
len ik toen door het hoofd
lijst opgekrikt", zegt Joe-
!ze keer niet van gekomen,
ikt na het rondje hoofdbe-
er dan een 38ste plaats.
e van een strafexpeditie
de toeschouwer op. Joe-
verrassend: „Ik voel me
tandeld". Maar mocht hij
betere kandidatuur ver
woord verwachten blijkt
besteed voor een verhan-
waarde van dit woord. „Ik
wat. Ik heb voor mezelf
moet hoger eindigen dan
m Y. Maar ondanks alle
er tegen mijn kandidatuur
ik wel constateren dat ik
terecht ben gekomen. Be
daarbij dat ik niet op de
19 kamercentrales terecht
ging dan: Een 38ste plaats
5 een onverkiesbare plaats,
st zou het wat meer zeker-
prijs van dat laatste zou
nooit voor willen betalen.
Euidelijk. Ik kom niet met
er bij de verkiezingen. Dat
een kabinetsformatie met
over ben ik trouwens nog
r. In het verleden waren er
:nheden dat een regerings-
E jaar vóór de verkiezingen
stond".
et ervan mee te praten
elijke gang maakte de par
iezingen van 1981. Die be
lechte uitkomst te geven,
'kelijkheid de schade voor
regeringspartij onder lei-
gel reuze meeviel,
moet voor de liberalen ko
el wat meer meevallen wil
n periode aan zijn politieke
tknopen. Toch wil hij van
niet spreken. „De draaiin-
iodlot zijn nimmer te door-
ik wel geleerd".
De Bredase arts Roland Smit is
pas terug van een verblijf van 10
maanden in Afghanistan. Hij
werkte daar onder primitieve
omstandigheden onder de
Afghaanse bevolking en het verzet.
Wat beweegt iemand ertoe om ver
van zijn bed en notabene in de
vuurlinie vrijwilligerswerk te
verrichten? Hier volgt zijn relaas.
Dokter
in oorlogsgebied
Jonge gewapende 'Moedjahedien' in de bergen van Afghanistan.
Door Frank van Ooijen
Voordat Roland Smit in oktober 1984
besloot naar Afghanistan te gaan, had hij
al in verschillende Afrikaanse landen ge
werkt. Hij was dus al vertrouwd met het
werk in een ontwikkelingsland. Enkele
weken nadat hij met de organisatie 'Art
sen zonder Grenzen' in Parijs contact
had opgenomen, zat hij al met vier
Franse artsen en verpleegsters in het
vliegtuig naar Karachi.
Wie Afghanistan binnen willen gaan
zonder dat de Russen er weet van heb
ben doet dat via Pakistan. Aan de Pakis-
taans-Afghaanse grens bevindt zich in
Pakistan een hoge concentratie Af
ghaanse vluchtelingen. De vluchtelingen
kampen vormen een springplank naar
Afghanistan. Roland Smit vertelt hoe
moeizaam het is om in het gebied van het
Afghaans verzet door te dringen.
„We zijn in Pakistan eerst naar de
grensplaats Peshawar gereisd. Daar vind
je de kantoren van de verschillende Af
ghaanse verzetsgroepen, 'de Moedjahe
dien'. Naast veel verzetsstrijders wemelt
het er van journalisten, wapenhandelaren
en mensen van hulporganisaties.
Onze medische equipe is daar in con
tact getreden met een guerrilla-groep,
de Jamiat. Vergezeld van gewapende le
den van deze groep zijn we 's nachts met
20 paarden, beladen met medicamenten,
te voet de grens overgetrokken. Daarbij
zijn we de Afghaanse grenswachten rake
lings gepasseerd".
„Drie weken duurde onze voettocht
door het besneeuwde bergland. We reis
den vooral 's nachts omdat overdag de
dreiging van Russische heli's en vliegtui
gen te groot is. Ons reisdoel, een op
2.000 meter hoogte gelegen vallei, was
bezaaid met kleine dorpjes. In één van
die dorpen hebben we een kliniek ge
opend. De natuur, de hele omgeving is
daar zo mooi, de stilte en rust zo overda
dig dat je bijna zou vergeten dat er een
oorlog woedt. Helaas zouden we nog
vaak genoeg met die oorlog geconfron
teerd worden".
In 1983 is een Franse arts in Afghani
stan door de Russen opgepakt en in een
showproces als spion voor de Amerika
nen veroordeeld tot acht jaar gevangenis
straf. Ben je je destijds van dit gevaar be
wust geweest?
„Jazeker, er kleven natuurlijk allerlei
gevaarlijke kanten aan de hele onderne
ming. Maar omdat andere teams van
onze organisatie, 'Artsen zonder Gren
zen', ook zonder kleerscheuren zijn te
ruggekomen, had ik er wel vertrouwen
in. Daarbij zaten we goed beschermd
door de Moedjahedien in een vrij geïso
leerd berggebied. Om veiligheidsredenen
zijn we wel enkele malen door het verzet
verhuisd".
„Het nieuws dat buitenlandse artsen
zich in het gebied hadden gevestigd, ging
namelijk als een lopend vuurtje rond.
Vaak komt zo'n bericht ook in verkeerde
kringen terecht. Dat bleek later toen we
een patiënt met een vrij ernstige kwaal
verwezen naar het regeringsziekenhuis in
een nabijgelegen stad. Na behandeling in
het door de Russen geleid hospitaal
kwam de patiënt bij ons terug. Hij moest
de groeten overbrengen aan de Franse
artsen in zijn dorp. Zij wisten dus ook al
van onze komst af.
Die gevangengenomen Franse arts is
trouwens door de Russen gedwongen,
om in ruil voor strafvermindering, voor
de televisie te verklaren dat hij voor de
CIA werkte. Onder druk van de publieke
opinie in het Westen is hij later vrijgela
ten. De Russen hebben toen wel gewaar
schuwd dat de volgende spion - lees
journalist of arts - die zij arresteren, zal
worden gefusilleerd".
Roland Smit: „Hier lopen te veel artsen
rond. In de Derde Wereld is er een tekort.
Voor mij is de keuze dan snel gemaakt".
- FOTO DE STEM/JOHAN VAN GURP
door Frank van Ooijen
ZES JAAR wordt Afghanistan inmiddels geteis
terd door een oorlog. In dit onherbergzame land
dat ingeklemd ligt tussen de Sovjet—Unie, Pakis
tan en Iran voeren de islamitische verzetsgroepen,
de Moedjahedien ('Strijders van God') een verbe
ten strijd tegen de marxistische regering in de
hoofdstad Kaboel en de 100.000 man sterke Sov
jet invasiemacht.
De Moedjahedien hebben de 'Jihad', de heilige oorlog,
uitgeroepen tegen wat zij de atheïstische bezetters uit de
noordelijke buurstaat en hun marionettenregering van
Babrak Karmal in Kaboel noemen. De aanval van het
moderne Rode Leger is vastgelopen op religieus fanatis
me, ware doodsverachting en een eeuwenlang beproefde
guerrillatactiek van de Afghaanse stammen.
Wat in december 1979 door Moskou als een snelle in
terventie bedoeld was om in korte tijd van Afghanistan
weer een trouwe Sovjet—vazal te maken, is nu ontaard in
een uitputtingsoorlog die Moskou veel poütiek gezichts
verlies in de wereld opleverde en hoge verhezen aan men
sen en militair materieel.
De islamitische verzetsgroepen beheersen nu het plat
telandse "Russen en het Afghaanse regeringsleger slechts
de steden en het luchtruim. En geen van beide partijen
lijkt in staat een militaire doorbraak te forceren.
Om geheel Afghanistan onder controle te krijgen zou
de Sovjet—Unie haar troepenmacht moeten verviervoudi
gen. Maar zowel de politieke als financiële kosten daar
van worden te hoog bevonden. Volgens CIA—bronnen
zijn in deze oorlog al 10.000 Russische soldaten gedood
en is een veelvoud hiervan gewond geraakt. Moskou pro
beert nu dan ook de eigen vérliezen zoveel mogelijk te be
perken door de anti—guerrilla—oorlog vooral vanui
lucht te voeren.
erken door de anti—guerrilla—oorlog vooral vanuit de
:ht te voeren.
Aan de andere kant zijn de taaie Moedjahedien—strij
ders nooit in staat om met hun lichte bewapening een
overwicht te behalen op de Russische tanks, vliegtuigen
en helicopters. Bovendien is het verzet hopeloos verdeeld
en zijn zelfs onderlinge gevechten aan de orde van de dag.
Een militaire overwinning behoort voor beide partijen tot
de onmogelijkheden. Moskou üjkt verstrikt geraakt in een
eigentijds Vietnam—debacle.
De burgerbevolking is weer het kind van de rekening:
de bombardementen eisen dageüjks hun tol onder de
dorpsbewoners en meer dan vier miljoen Afghanen heb
ben de vlucht moeten nemen naar Iran en Pakistan. Als
gevolg van de oorlogshandelingen zijn de oogsten en vee
stapel vernietigd en de landbouwgronden verwaarloosd,
waardoor nu een hongersnood dreigt voor de achtergeble
ven bevolking.
Internationale hulporganisaties als 'Artsen Zonder
Grenzen' en het Hoge VN-Commissariaat voor Vluchte
lingen proberen de noden van de bevolking te verlichten.
Maar het büjft natuurlijk behelpen. De erbarmelijke om
standigheden van de Afghanen worden pas echt beter als
er een politieke akkoord en een wapenstilstand komt.
Volgende maand staat de kwestie Afghanistan op de
agenda tijdens de topontmoeting van de Sovjet—leider
Gorbatsjov en de Amerikaanse president Reagan in Ge
neve. Het antwoord op de vraag of een politieke regeling
op deze top naderbij komtykan men het best afmeten aan
de eisen die de strijdende partijen in Afghanistan stellen.
De Moedjahedien willen allereerst, hierin gesteund
door de Verenigde Staten, China en Pakistan, het onmid
dellijke vertrek van het Sovjet—leger uit Afghanistan.
Verder eisen ze dat wordt afgezien van voorgenomen her
vormingen in landbouw en onderwijs en van maatregelen
voor gelijkberechtiging van man en vrouw. De ongeletter
de, traditionele en streng islamitische plattelandsbevol
king is wars van socialistische idealen' die de poütieke
eüte in Kaboel importeert uit de Sovjet—Unie.
Tussen Kaboel en de rest van het land blijkt een wereld
van verschil en onbegrip te bestaan. De Afghaanse stam
men houden hardnekkig vast aan de Koran, de oude mos
limtradities, het grootgrondbezit en de patriarchale ver
houdingen als door God gegeven zaken. Alles wat hierte
gen indruist is het werk van de duivel. Voor hen is het
communisme van Kaboel en de Sovjet—Unie des duivels
en daarom staat bijna de gehele Afghaanse bevolking als
één man achter deze 'heilige oorlog'. Voor de Moedjahe
dien is het huidige regime daarom onaanvaardbaar.
De Sovjet—Unie wil vooral een loyale regering in Af
ghanistan. Men mag hierbij niet uit het oog verliezen dat
al meer dan een eeuw hechte banden bestaan tussen Mos
kou en Kaboel. Hoe verwerpelijk deze gedachte verder
ook mag zijn, de Russen rekenen Afghanistan evenzeer
tot hun invloedsgebied als de Amerikanen dat doen met
Nicaragua.
Volgens waarnemers zal Gorbatsjov niet instemmen
met een regeling die leidt tot een islamitische - en dus an
ti—communistische - regeringscoalitie in Kaboel. Naast
de islamitische buurstaat Iran is een islamitisch Afghani
stan voor de Sovjet—Unie, die veel moslims binnen haar
grenzen telt, een te groot gevaar voor de interne orde. Een
onvoorwaardelijke terugtrekking van de Russische troe
pen is voor Moskou evenmin een oplossing, omdat dat tot
de onmiddellijke val van het Karmal—bewind zou leiden.
De standpunten van de strijdende partijen blijken dus
mijlenver uiteen te liggen en het zal veel diplomatieke in
spanning vergen om een regeling te treffen. Maar op
korte termijn is geen verandering te verwachten in de hui
dige Afghaanse situatie. De uitputtingsoorlog zal voort
duren: het verzet zal 'zoveel mogelijk Russisch geld en
bloed laten stromen om Moskou naar de onderhande
lingstafel te dwingen', zoals een woordvoerder van de
Moedjahedien onlangs meedeelde.
En de Sovjet—Unie probeert, zoals ieder handboek
voor de contra—guerrilla voorschrijft, door vernietiging
van de oogsten, luchtbombardementen en intimidatie de
bevolking op het platteland tot vluchten aan te sporen om
'de vis het water te ontnemen'.
DE SOVJET—UNIE is er nooit voor
teruggedeinsd om de meest moderne
en zware wapens in te zetten tegen
het verzet in Afghanistan. Zelfs het
gebruik van gifgassen wordt in deze
anti—guerrilla—oorlog niet ge
schuwd, zoals in 1983 door een on
derzoekscommissie van de Verenigde
Naties is aangetoond.
Dat ook de Afghaanse bevolking
van de inzet van deze wapens het
slachtoffer is zal niemand bevreem
den. Bevolking en verzet zijn immers
één in deze 'heilige oorlog'. Soms is
de plattelandsbevolking zelf het doel
wit van Russische acties.
Zo lijkt Moskou in haar strijd te
gen de belangrijke steunpilaar van het
verzet, de Afghaanse boeren, een
nieuw wapen ontwikkeld te hebben.
Roland Smit vertelde dat in het ge
bied waar hij gewerkt heeft, de Rus
sen enorm hoge prijzen geven voor
opium. De boeren worden daardoor
gestimuleerd om steeds meer land
bouwgrond vrij te maken voor de
teelt van opium. Het gevolg is dat de
produktie van voedingsgewassen,
waarvoor de prijzen veel lager liggen,
sterk terugloopt. De papaverplanten
nemen vaak 50 procent van de be
schikbare landbouwgrond in beslag.
Deze nieuwe tactiek past geheel in
het Russische ontmoedigingsbeleid
van de landbouw in de gebieden waar
het verzet heer en meester is. De doel
stelling van deze maatregel is tweele
dig. Op de eerste plaats verminder je
de voedselproduktie van de bevolking
en dus van het verzet. Bovendien ho
pen de Russen waarschijnlijk dat de
opium massaal gebruikt zal worden.
Eén collectieve verslaving zou de
strijdlust flink doen temperen.
Roland Smit vertelde dat de Af
ghaanse boeren in zijn streek dit jaar
enorm in de problemen zijn gekomen.
De Russen besloten namelijk van de
ene dag op de andere geen opium
meer op te kopen. Misschien probe
ren de Sovjet—autoriteiten met de
jongste maatregel het schijnbaar
grootscheeps gebruik van verdovende
middelen door hun gedemoraliseerde
troepen tegen te gaan.
De Afghanen zitten in ieder geval
met grote hoeveelheden onverkoop
bare opium en hebben geen geld om
voedsel te kopen. Hoogstwaarschijn
lijk is er ook voor hen nog maar eén
alternatief. En dat is de vlucht naar
Pakistan. Miljoenen Afghanen zijn
hen reeds voorgegaan.
Werken in een oorlogssituatie zoals in
Afghanistan betekent werken onder pri
mitieve omstandigheden. De medische
bagage bestaat uit het hoogstnoodzake
lijke en bovendien zijn er levensgrote
taal- en cultuurverschillen. De geharde
Afghanen kijken bijvoorbeeld heel an
ders tegen pijn en ziekte aan.
Roland Smit: „In een klein huis, dat
we met een groot woord ziekenhuis
noemden, hielden we consult en hadden
we enkele bedden beschikbaar. Opname
kwam niet vaak voor, meestal wilde
iedereen na behandeling onmiddellijk
naar huis. Met behulp van een zakwoor
denboek Perzisch-Frans konden we met
de plaatselijke bevolking communiceren.
De lokale taal, het Farsi is namelijk een
dialect van het Perzisch. Verder hebben
we dorpelingen met de eerste beginselen
van de gezondheidszorg vertrouwd ge
maakt, zodat ons werk door de bewoners
zelf kan worden voortgezet.
Naast de behandeling van oorlogsver-
wondingen kregen we ook te maken met
veel voorkomende ziekten als ooginfec
ties, tbc en bronchitis. Het was niet zo
dat we in dienst waren van het verzet.
Onze organisatie stelt zich strikt neutraal
op. Wij maakten geen onderscheid tus
sen Moedjahedien, burgerbevolking of
eventuele Russische slachtoffers. Niet
dat ik iemand van deze laatste groep bij
me heb gehad, hoor. Ik heb verder geen
slachtoffers gezien van chemische wa
pens, die door de Russen m deze oorlog
gebruikt zouden worden".
„Opvallend is hoe de opvattingen over
ziekte en genezen verschillen van die in
Nederland. Op een dag kwam een Af
ghaan in het hospitaal met twee klach
ten. Hij had een maand daarvoor twee
vingers verloren bij het oprapen van gra
naatontsteker en hij had hoofdpijn. Voor
hem waren beide zaken blijkbaar even
ernstig. Op mijn vraag waarom hij niet
onmiddellijk na het ongeluk naar een
arts was gegaan, antwoordde hij dat hij
toen geen tijd had.
Omdat deze mensen zeer snel leren le
ven met allerlei vrij ernstige kwalen en
verwondingen, vroegen we ons wel eens
af wat we daar eigenlijk deden. Maar
aangezien de mensen zo vriendelijk en
dankbaar waren en ons hun vertrouwen
schonken, hadden we toch de indruk dat
ons werk gewaardeerd werd".
Wie als arts werkt in een door strijd
verscheurd land ontkomt er niet aan met
oorlogsgeweld te worden geconfronteerd.
Ook al blijf je buiten het strijdgewoel
dan nog is de agressie voelbaar. Het da
gelijks leven in de Afghaanse dorpen
staat in het teken van de strijd tegen de
Russische invasiemacht.
Roland Smit: „De streek waar wij
werkten, lag vrij geïsoleerd en was ontoe
gankelijk voor Russische pantservoertui
gen. Eenmaal hebben we een luchtbom
bardement meegemaakt. Gelukkig üep
dat goed af. Ook zijn er door de Russen
lichte mijnen boven landbouwgronden
uitgegooid. Blijkbaar om het binnenha
len van de oogst te verhinderen".
„In nabijgelegen dorpen zijn in de af
gelopen winterperiode verschillende ma
len Russische helicopters neergestreken.
De soldaten hebben alle huizen door
zocht en in drie gevallen waar bewijzen
gevonden werden van deelname aan het
verzet, werd de gehele familie, van kleu
ter tot grijsaard, vermoord. Toen we naar
Pakistan terugkeerden, zagen we honder
den paarden beladen met afweergeschut
en andere wapens. Volgens onze begelei
ders ging dat alles naar de Pansjir—vallei
waar hevig gevochten wordt. Door deze
vallei loopt namelijk de belangrijke be-
voorradingsweg met de Sovjet—Unie.
Verder drukt de oorlog natuurlijk een
duidelijke stempel op het hele dagelijkse
leven. Je moet niet vergeten dat de 'hei
lige oorlog' tegen de communisten door
brede lagen van de orthodox-islamitische
bevolking gesteund wordt. Ieder dorp le
vert een bijdrage aan de strijd".
Roland Smit is na enig oponthoud in
Pakistan door problemen bij het aanvra
gen van een uitreisvisum, heelhuids in
Breda teruggekeerd. Het Afghaans avon
tuur heeft zijn reislust niet verminderd.
Integendeel. Om zich in de nabije toe
komst nog verdienstelijker te kunnen
maken in de Derde Wereld, zoekt Ro
land Smit nu een assistentschap tropen
arts in Nederland.