.t IFFEURS H ZEEL AN ml (QJi/j r\lj mljfA /TT 'Gooi je sigaretten in de groep' happelijke ïgen I Stoppen met roken in Terneuzen: rvice en de electro- ZATERDAG 26 OKTOBER 1985 Roulette BOX 2 - PERCENTAGES ROKERS EN NIET-ROKERS VAN 1966 TOTEN MET 1963 Nachtmerries De vierde dag 'n Fruitdag De tweede dag De derde dag Na een week -2710 jANSPORTEN B.V. en internationaal opereert jropa. Verder heeft het en buitenlandse bedrijven, vagens en 400 stuks gestand bedraagt 360 aken wij wegens uitbreiding: Soederen over de weg |icaliën c.q. buiksector. et Beroepsgoederenvervoer. Dlledige gegevens over an het sekretariaat van: LE WEGTRANSPORTEN B.V 31 Terneuzen evolge artikel 3 van de Wet Gemeen te Staten van Zeeland in hun vergade- ter uitvoering van genoemd wetsartikel Igende samenwerkingsgebieden: jit de gemeenten: irg, Sas van Gent, Sluis en Terneuzen; rnten: burg, Valkenisse, Veere, Vlissingen en en-Duiveland, Sint Philipsland en Tho- ind, Goes, Kapelle, Kortgene, Midden- holen, Westerschouwen, Wissenkerke middelburg, tel. 01180-31011 TERNEUZEN - Dat had Jean Ni- cot niet gedacht, dat zijn naam ver bonden zou worden aan een genot middel waaraan 400 jaar later mil joenen mensen verslaafd blijken te zijn. In de zestiende eeuw introduceerde deze Fransman de tabaksplant in Euro pa. Aanvankelijk geroemd om een sterke geneeskrachtige werking, raakte de tabak al snel in zwang als genotmiddel. Niet tot vreugde van autoriteiten. In Rusland werden tabakshandelaren in die tijd gestraft met splijting van de neus, castratie, schandpaal of verbanning. En met overtreders van de Koran maakten ze in Perzië ook toen al korte metten: ro kers raakten neus, oren of lippen kwijt. Er zijn weinig middelen onbeproefd gelaten om onze voorvaderen angst in te boezemen voor de tabak. Het baatte niet tn daarom besloten de autoriteiten maar er munt uit te slaan: de heffing van ac cijnzen. Na die noodgedwongen accepta tie was de stap naar fabrieksmatige pro- duktie van sigaren en sigaretten in de vo rige eeuw maar klein. De verslaving was al lang een feit toen ontdekt werd hoe schadelijk roken is voor de gezondheid. Toen dat in 1966 zo'n beetje algemeen Dy K5) A JIMm aanvaard was, rookte 81 procent van de Nederlandse mannen. Roken is als Russische roulette, zegt de deskundige. Met een beetje geluk overleef je het, met wat meer pech ein digt het in zelfmoord. En nu gelooft men hem. Steeds meer Nederlanders vinden het risico te groot en stoppen met roken. Of ze beginnen er niet eens aan, wat wel zo gemakkelijk is, zoals iedere nicotine- verslaafde weet. In 1983 rookte nog maar 44 procent van de mannen in ons land. Bij de vrouwen daalde het percentage heel langzaam naar 35. Ontwennen kost de grootste moeite, zachtgezegd. Niet voor niets zijn er we reldwijd al tientallen methodes bedacht, waarvan het merendeel zeker lucratief is, maar niet of nauwelijks werkt. Iedere methode om te stoppen met roken, die suggereert dat de roker het kan laten Roken is als Russische roulette. zonder wilskracht, wordt door deskundi gen als een fabeltje afgewezen. Een duur fabeltje meestal. De cursus 'Stop-met-Roken' van de stichting 'Leven en Gezondheid' uit Bosch en Duin is dat niet. Geen priet praat, geen medicijnen, geen griezelfilms. Wel subsidie van het ministerie van WVC, wat het initiatief van de stichting een respectabel aanzien geeft. 'Leven en Gezondheid' stelt zich dan ook ten doel 'het opvoeden van de Nederlandse bevol king tot een wetenschappelijk verant woorde gezonde leefwijze'. De cursus zoals die de voorbije weken in Terneuzen werd gehouden is psycho therapie voor rokers, overgewaaid uit Amerika, uiteindelijk het werelddeel waar de bijwerking van de tabak werd ontdekt. Vijftien mensen uit heel Zee land, in leeftijd variërend van 30 tot 70 jaar, kwamen acht keer bij elkaar. Ze wisselden ervaringen uit en werden toe gesproken, aanmoedigend, bestraffend, lovend, door cursusleider, tevens stich tingsdirecteur Dieter Versteegh. Een onzer verslaggevers was erbij en deed mee. Zodat dit verslag af en toe de vorm krijgt van een dagboek. Een mentaal opstekertje vrouwen R 81% R 69% R 52% R 44% EXR EXR 15% 17% EXR 15% NR 41% NR NR 16% 31% 1966 1971 1979 1983 1966 1971 1979 1983 R =rokers EXR =ex-rokers NR =nooit-rokers n iet-rokers Deze gegevens komen uit onderzoek onder de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. Bron NIPO- onderzoek o.a. in opdracht van Stichting Volksgezondheid en Roken Een overzicht van de vermindering van het aantal rokers in de periode 1966 1983. NSTEMME ND GEMOMPEL uit een groep vol begrip. „Van zoveel ineens naar niets. Dat vind ik ..wel heel moeilijk hoor," zegt de Sasse cursist. Toch regeert cursusleider Dieter Versteegh - een vriendelijke man verder - met ijzeren hand. We worden wel geacht nu dat restantje rookwaar bij hem in te leveren of in de prullebak te mikken. En het is pas de eerste avond van de cursus Stop-met-Ro •ken in Terneuzen. Door Jan Jansen VOOR DE meesten komt de harde aanpak onverwacht. Ze hadden ge hoopt in de loop van de achtdaagse cursus geleidelijk hun nicotine-ver- slaving in rook te zien opgaan. „Nee, echt hoor. Het beste is als u er nu meteen helemaal mee stopt. Geen halfslachtig werk. Geleidelijk is slap, je verwent jezelf, houdt je zelf aan het lijntje," zegt Versteegh. De cursus is gebaseerd op de psyche van de roker. De nicotine-verslaving heeft nog maar weinig geheimen voor dokter Zieleknijper. De echte verslaafde rookt gemiddeld zeker 25 sigaretten per dag, onder alle omstandigheden, en kan nooit zonder. Hij beweegt hemel en aarde om zo'n teerstok te bemachtigen als de voorraad op is. 's Avonds om 10 uur nog alle pomp stations langsrijden, peuken bij elkaar scharrelen, da's normaal rokersgedrag. Dat hij bliksems goed weet hoe slecht het is voor zijn gezondheid, doet er niks toe. Versteegh wijst erop dat tabak, in te genstelling tot andere drugs, een legaal genotmiddel is en vraagt zich af waartoe stugge rokers in staat zouden zijn als dat niet het geval was. „Honderd gulden voor een pakje misschien. In de oorlog gaven mensen kostbaar voedsel weg om aan een sigaret te komen." Een cursist beaamt: „Er zou al gauw een vorm van kleine criminaliteit ontstaan." Zelf jat hij, in geval van nood, rustig wat sigaret ten van een afwezige collega. „Al vertel ik het hem later wel natuurlijk." De cursisten hebben het ruggesteuntje van de groep of de raadgeving van de therapeut nodig. Ze kunnen het niet al leen, weten ze van vorige pogingen. Een vrouw had het samen met haar man geprobeerd. Hij slaagde, zij niet. „En dat is niet eerlijk," vindt ze. Van daar de cursus. Tiny IJsebaert klaagt dat haar man haar destijds leerde roken. In middels is zij in het gezin nog de enige die rookt, man en kinderen niet blij. Ze moet kappen. „Maar ik heb nachtmerries als ik eraan denk waar ik straks m'n han den moet laten." Marja de Bakker is bang dat haar iets zou kunnen overkomen als ze doorgaat. „En dat kan ik mijn kinderen niet aan doen. Je moet rekening houden met an deren." Miel Vreugden volgde twee jaar gele den ook al een cursus. Toen met succes, maar drie maanden geleden begon hij weer. „Op vakantie, ik kwam oude ken nissen tegen en was verkocht. Je bent zo de pineut." Hij vindt dat erg jammer. „Want ik weet nu dat je er stukken op vooruit gaat als je ermee ophoudt." Een oudere dame begon tegen de klip pen op te roken na de dood van naar man. „Daarvoor weinig of niks. En nu moet ik stoppen, want het is heel slecht voor m'n gezondheid." En het aandeel vorige pogingen zagen stranden putten moed uit deze aanpak. Thérèse Fransen: „Ik heb toen het hele huis op z'n kop ge zet om de sigaretten te vinden, waarvan ik wist dat ze ergens verborgen waren. Uiteindelijk vond ik ze in een Stratego- doos met zo'n dubbele bodem. Kun je nagaan." Het heeft er de schijn van dat ze het nu wel redt. Dappere lieden allemaal. Goede voor beelden. Nu ben ik wel gestopt, met behulp van fruit, vruchtesappen, water en zoe thout, in ziekmakende hoeveelheden. Cha grijnig, beroerd en slaperig. Dat is voorals nog de beloning. En toch maar doorgaan. „En hoe raak ik straks van die zoethout verslaving af?" Terwijl ik- dit schrijf, scharen de vijftien anderen zich rond de tafeltjes, ongetwijfeld om cursusleider Versteegh te vertellen dat ze het ondanks alles toch weer gered heb ben. Ik niet, ik ontloop de groep. Een laj gekozen moment voor de voortzetting van dit verhaal. Kreunend en steunend vandaag niet ge rookt, op een wijze die wel de lachlust van De solidariteit in de groep is hartverwarmend. Ach en oh, en vooral hou vol. sport en spel: Jan Agten voelt 'van alles' als hij een sprintje trekt, een ander kan amper nog twee minuten met de kinde ren ravotten, zonder buiten adem te ra ken. Cursusleider Versteegh, als directeur van de stichting helemaal naar Terneu zen gekomen voor deze cursus - 'zo af en toe dce ik dat eens zelf - heeft makkelijk prater. Hij rookt niet. „Vorige week nog heb ik eens een sigaretje geprobeerd. Ik werd onmiddelijk duizelig en beroerd van dat gif. Ja, je moet je toch een beetje kunnen inleven in de cursisten. Maar het was een experimentje zonder gevolgen." Z'n vader was een kettingroker, zijn moeder fel tegen. En die won. „Ach, ik heb in m'n jeugd wel eens meegedaan met vriendjes om honderden proletarisch verkregen sigaretten op te roken, maar het zat er bij mij gewoon niet in. Ik ken het probleem niet." Zijn adviezen voor de eerste avond: stop direct, wijk de eerste tijd af van vaste patronen. Je moet van het ritueel, het automatisme af zien te komen ('dat doorbreek je niet van de ene op de an dere dag'). Een herhaalde aanbeveling is: drink veel water. „De enige goede eigen schap van nicotine is dat het oplost in water," zegt Versteegh. Het is ook nuttig je consumptiegedrag te veranderen: gooi er een fruitdag tegen aan, vermijd cafeïne en alcohol, vriendjes van nicotine, die bovendien je wilskracht ondermijnen. En steek vooral geen rook waar op zak onder het motto: 'ik heb ze wel bij me, maar ik rook lekker niet'. Dat is een smoes die bewijst dat je niet zon der durft. De cursusleider besluit de eerste avond met het ongetwijfeld voorgeschre ven therapeutisch optimisme, een men taal opstekertje: „Ach, het lukt u best. Dat is over het algemeen onze ervaring, dat het wel voor mekaar komt." Uw verslaggever is voorgesteld als waar nemer, die misschien zal proberen om mee te doen, maar in de eerste plaats komt voor het verhaal Niemand heeft bezwaar. Mijn bevestiging van dat uitgangspunt wordt echter onthaald op boe-geroep. Geen flau wekul, je doet mee. Anders geen artikel. Zodat ook voor mij de kwelling is be gonnen. Dit 'oorlogje' vereist solidariteit en dan wil je niet afgaan voor het front van de groep. 'Die verslaggever was ook een slap figuur. Die kon er niet mee stoppen. En dat-ie alleen kwam voor een stukje, was natuurlijk een smoes'. Ik hoor het ze al zeggen. Trouwens, m'n bloeddruk kan in derdaad beter. Geen griezelfilm, dat niet, maar het praatje van Versteegh mag er ook wezen. Hij heeft het de tweede avond over de ongemakken die het rokerslichaam kun nen teisteren, zoals bronchitis en long kanker. Dieter Versteegh kijkt mij aan. „Er is een film over een journalist die longkanker krijgt. Dat zeg ik niet omdat u hier nou zit hoor, maar die film is heel duidelijk. Wij vertonen hem vanavond niet. We maken genoeg shockerende din gen mee, raken er op den duur immuun voor. Trouwens, u weet wel hoe gevaar lijk roken is, ook zonder dat u die film ziet." Precies, en om de longkanker kunnen we toch niet heen. Die nauwkeurig gedo seerde harde aanpak typeert de tweede avond. Niet iedereen bladert mee in het cursusboek, waar verhelderende tekenin gen staan. Een gevoel van onbehagen als Versteegh uitlegt: „Rokers hebben zeven keer zoveel kans op longkanker als niet- rokers." Ach, zegt de doorstomer, ik zal mor gen stoppen met roken en overmorgen knal ik tegen een boom. Versteegh: „Kijk, er kunnen je een heleboel dingen gebeuren die je in deze maatschappij nou eenmaal niet kunt ontlopen. Maar roken kun je laten." Zo eenvoudig is dat. De helft van de groep heeft niet meer gerookt sinds de vorige avond. Anderen staken toen 'echt hun laatste sigaretje' op. Henk ging de nachtdienst in en zwichtte voor de verleiding, waaraan col lega's hem bij de koffie blootstelden. Versteegh herinnert aan z'n eerdere aan bevelingen, zoals: geen koffie en geen al cohol. „Ja, luister 's," zegt Henk, „dat kun je nou wel zeggen, geen koffie, geen pintje. Maar die dingen wil ik juist hou den, en dan toch stoppen met roken." De komende 24 uur mag het 'echt niet meer'. De cursusleider is onverbiddelijk, maar beveelt positief denken aan. „Hou jezelf voor: ik wil de strijd winnen. En bedenk hoe snel u zich beter zult gaan voelen, beter zult ruiken en proeven. Praat over de voordelen." Dromen van wel zulke grote sigaretten. - FOTO'S DE STEM/COR J DE Ik dreig inderdaad een van de eerste af valligen te worden. Meegesleurd in de maalstroom van gebeurtenissen op een re dactie waar collega's juist nu het roken eerder zullen cultiveren dan afzweren, is het 's middags dl vlug gedaan, 's Avonds na de cursus, en na de sport, in de kantine bij een pintje, de allerslechtste omstandig heden waarin een cursist zich kan begeven, is het tempo weer ouderwets. Morgen beter 'Wie heeft er in de afgelopen 24 uur niet gerookt?' Hoopvol lajk je de kring rond, op zoek naar medefalers. Vergeefs. Het is ze gelukt, alle vijftien, zelfs Henk in z'n nachtdienst. We krijgen een leuk filmpje te zien: 'Ik ben Jan's hart'. Een hart dat het natuur lijk begeeft onder stress, veel eten, weinig bewegen, en kettingroken. Jan overleeft het net, want hij stopt met roken en geeft nog een paar andere slechte gewoontes op. Of hij er gezelliger op wordt? Nee, zulke vraagtekens getuigen van negatief denken, van zelfbeklag ook, en dat kun je in deze week al helemaal niet gebruiken. Wees positief, zeg tien keer per dag tegen jezelf: 'ik stop ermee, ik zal het redden, ik kan dit wel'. Cursisten die de omgeving moet opwekken. „Sorry, ver wacht vandaag van mij geen creatieve bij dragen. Ik stop met roken.„Nou nou, je maakt het jezelf wel erg moeilijk zo,zegt de collega. Nog dichter bij huis wordt vast gesteld dat ik 'er niet zo'n drama van moet maken'. „De wereld vergaat niet hoor. Je bent alleen maar bezig te stoppen met ro ken. Een terechte terechtwijzing die de deur dicht doet en het pakje shag opent. Ik zat van het begin af aan fout. Zie het cursus boek: 'Als u in uw geest heel sterk de ge dachte heeft niet te willen roken, dan heeft deze gedachte de neiging zich te verwezen lijken'. En die gedachte was niet sterk genoeg. 'Wil ik wel stoppen? Ik red het toch niet'. De twijfel is geen ogenblik weggeweest. Het zelfbeklag nam komische vormen aan. Vergeet het dan maar. Sorry medecursisten, er staat hier nog een bodempje koffie. Ik draai nog een sjekkie, m'n vierde alweer vanavond. Mag ik maandag nog terugkomen? Het mocht dezelfde donderdagavond nog. Op weg naar huis brandde het licht nog in het kruisgebouw, waar de klas net uitging. De solidariteit is hartverwar mend. Ach en oh, en voojal: hou vol. „Nee, sorry mensen, ik ben verkocht, het is gebeurd." Daar is de cursusleider het volledig mee oneens. „Ben je gek. Je hebt de oor log niet verloren vanwege deze ene slag. Gewoon doorgaan. Nog alle kans dat het je lukt. Je hebt nog niet gefaald." En er zijn er meer. Vier afvalligen geven moed. Morgen beter, en maandag zien we el kaar weer. Hoewel, er valt nu wel een gat, over het weekend heen! Thuis drink ik, in diepgaande gesprek ken gewikkeld met het hoofd der huis houding, een pintje, vergezeld van een si garetje en nog een, en gevolgd door een paar glaasjes witte wijn. De creativiteit komt terug. Misschien lost nicotine ook wel op in wijn. (Dankzij de pep-talk van Versteegh en een pilletje van de dokter, dat een op stand in de darmstreek bedwingt, moti vatie en wilskracht weer op peil. Bijna helemaal gestopt. Vrijdagavond twee, za terdagavond drie (geplande) sigaretten gerookt. Geen ramp, maar zo kun je niet bezig blijven. Zondag de shag 'onder wa ter gezet'. Begin me trouwens wat beter te voelen. Het moet nu echt afgelopen zijn. Hoe vaak zou dat nog terugkomen: 'het moet nu echt'??) Bijna een week had ze niet gerookt toen Tiny IJsebaert zich een ongeluk schrok, want ze vond de sigaretten die haar man op haar verzoek in huis had weggestopt. „Ik was alleen thuis, even in paniek, maar heb niet gerookt, 's Mid dags heb ik m'n man gevraagd ze op te ruimen." „Ik voel me al stukken beter," zegt Jan Agten. „Zaterdag fluitend de auto ge wassen. Toen begonnen ze wel aan me te twijfelen hoor. Maar eerlijk gezegd voelde dat wel lekker ja." Enkele afvallers, maar de meeste cur sisten lijken op de goede weg. Dat wil zeggen: ze praten over stinkende kanker- stokken, maar hun dromen gaan nog over heerlijke manshoge sigaretten. Het onderbewustzijn van de roker is onwillig. „Je voelt je prettig, slaapt goed, eet goed. Dat allemaal wel, maar je mist iets hè." Marja de Bakker raakt de gevoelige snaar. Het cursusboek vergelijkt de ont wenning met een rouwproces: je raakt een maatje kwijt, iemand bij wie je an ders troost kon zoeken. Een buitenstaander, die niks begrijpt van nicotine-verslaving en nog zo meer, vindt het maar 'neurotisch gedoe'. De cursist praat beter niet met zo iemand. Al heeft hij een beetje gelijk. Uiteindelijk gebruiken rokers de sigaret om zich af te schermen, om agressie te verdoezelen, om verdriet te verzachten en ook om de feestvreugde te vergroten. Ze moeten heel wat missen als ze stop pen, een rouwproces dat op zich al goed is voor stress. „Klopt," zegt Versteegh, „maar je kunt iets anders gaan doen met die momenten waarop je anders rookte. Je kunt het geld dat je anders aan rook waar uitgaf, besteden aan dingen, die uit eindelijk plezieriger zijn." En hij ontleent aan het cursusboek nog meer tips om emoties ook zonder sigaretten te contro leren. „Het is beter je te uiten, dan te ro ken en te zwijgen." „Blijf alert," luidt tenslotte zijn waar schuwing. „U hebt nu de eerste proef goed doorstaan. We hebben onze leus waargemaakt: al succes in de eerste week, maar dat zegt nog niks over het eindresultaat." Ongetwijfeld bedoeld als aanmoediging, onderga ik het meer als een aansporing om er maar eentje op te steken. Even stevig op het zoethout bijten om de verleiding te weerstaan. Gelukkig nemen collega's op een anders blauwgepafte redactie die ge woonte over. Het is aanstekelijk. Nu ik volhoud, wil len ze het mij niet onnodig moeilijk ma ken. En ze beginnen er zelf een genoegen in te scheppen om het moment van de vol gende sigaret zo lang mogelijk uit te stel len. „Stop er dan mee," evangeliseer ik. Maar dat gaat te ver. „Nee hoor, je zult er even aan moeten wennen dat jij niet rookt temidden van rokende collega's. Een eufemisme: Even wennen's Zien of het lukt, volgende week.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 25