'Maar wel gezellig, dat wil de Nederlander'
Zomervakantie van vorig
jaar nu alsnog gefilmd
meubelen
MODERNE MEUBELEN RAKEN STEEDS MEER IN TREK
vakantiefilm
TERWIJL de ene
deskundige
predikt, dat we-
Rietveld zei het al
in de twintiger
jaren - strakke
als objecten in de
ruimte behoren te
plaatsen, roept
de andere, dat we
ons lege huis
weer moeten
aankleden in de
Engelse
bloemetjessfeer
van Laura Ashley.
En de derde
bedenkt, dat
sereen Japans in
zwart-rood het
juiste geestelijke
klimaat schept.
In bovenstaande tekst worden slechts een
paar variaties genoemd om 'bij de tijds'
te wonen. In meubelen zijn al net zoveel
trends als in kledingstukken. Het aantal
combinatiemogelijkheden al net zo
oneindig. Rest de klant het probleem van
de keuze.
Bankstel
HET IS een oud
verhaal:
fotocamera's,
filmcamera's en
nu ook
videocamera's,
worden over het
algemeen
gebruikt voor
het maken van
een
<3m daarna in
een hoek 'stof
te liggen
verzamelen'
zoals onze
Angelsaksische
vrienden
zeggen tot het
volgende
seizoen.
Inrichting
Menigeen zal een
artikel op het terrein
van foto- en
fimcamera's in een
nummer dat in het
najaar verschijnt als
een vreemde eend in
de bijt beschouwen.
En zeker als ik u ook
nog verzeker dat ik
iets wil vertellen
over het maken van
films over de
vakantie hoewel ik
deksels goed weet
dat de uwe en de
mijne voorbij is.
Verschil
Sterker
Schuiven
Verticale kasten en kleinmeubelen met het rolluiksysteem
Door Joyce Ernest
Daar hadden ze vroeger in
ieder geval weinig last van.
Wie - in de vorige eeuw nog -
toevallig geen bewoner van
een met handgemaakt
meubilair volgestouwd
kasteel of herenhuis was,
behielp zich met wat kistjes.
En hoewel er al enkele
tientallen jaren industrieel
vervaardigde meubelen
waren, duurde het tot na de
Eerste Wereldoorlog voor
'Jan in de straat' er enige
guldens aan kon spenderen.
Aan de stoelen en tafels
met metalen buizen, zoals Le
Corbusier en Rietveld die
waagden te maken, had Piet
Doorsnee geen boodschap.
Stoelen van Thonet, die ons
nu met de regelmaat van de
klok als trend overspoelen,
werden naar kantoor of café
verwezen. De gemiddelde
mens schafte zich een
ameublement aan: vier
stoelen, een tafel en dressoir.
Deed je het een beetje netjes,
dan kwamen er nog een
theetafeltje en twee crapauds
bij. Vooral gedonkerd eiken
in de rijkelijk bewerkte old
finish—stijl was in trek voor
zo'n 'huiskamergarnituur'.
Met de televisie kwamen
het bankstel en de eethoek in
huis. Eerst nog in eiken,
maar allengs rukten teak,
rotan, chroom, grenen,
kunststof en leer de
huiskamer binnen. Het
aantal meubelstijlen valt niet
meer te tellen. Tijdschriften
en woonwarenhuizen laten
het uit hun hoofd ons er nog
één als zaligmakend aan te
prijzen. Meer dan om de stijl
van de meubelstukken, horen
we ons nu om de stijl van ons
woonsfeertje te bekommeren.
Of het nu lieflijk
nostalgisch is, verheven
Japans, 'high tech' in
industriële vormen, gedurfd
Hollywood met neon, de
strakke Stijl-revival in
Mondriaankleuren, het al
dan niet quasi-moderne in
pastel, wit met zwart en wit
met wit of, desnoods,
lichtgekleurd eiken. Als
maar niets, kreunen de
deskundigen, de harmonie
van ons specifieke
woon wereldje verstoort.
In die leer lijkt het jonge
echtpaar, op een zonnige
herfstmiddag in de Utrechtse
Pastoe showroom op zoek
naar die éne fauteuil,
strenger dan de meesters.
Kritisch wandelen zij langs
de strakke, ruimtelijk
opgestelde modellen van het
achttal Nederlandse
fabrikanten, die er onder de
naam 'Dutch Design' hun
tijdloze, doch voor de
gemiddelde mens al te
geavanceerde modellen
presenteren. Aan de
doordachte rompen geen
opzichtig prijsetiket, maar de
visitekaartjes van de
De dressoirachtige kunststofbast van Pastoe
ontwerpers, die allemaal wel
ooit de toonaangevende
woningbladen hebben
gehaald.
Het gele stoeltje, design
Gerard van de Berg, zou
volgens het echtpaar de
finishing touch van hun
interieur in Mondriaan-
accenten kunnen betekenen.
Het zitmeubel wordt als
'praatstoel' omschreven.
Geheel terecht, zelfs een
trendy postuur biedt het geen
ruimte om vadsig teevee te
kijken. Voor stijl moet je wat
over hebben.
Om nog maar niet te
spreken van de vorm- en
kleurenkennis, die adepten
van Bauhaus, Rietveld en
Mondriaan zich eigen moeten
maken. Zaanse klokken en
kanten kleedjes degraderen
zo'n interieur tot een
lachertje. Zelfs een
kunstwerk in foute kleuren
en die ene plant in de
verkeerde proporties
verstoren het wankele
evenwicht.
„Er zijn maar weinig
mensen, die hun huis echt zo
helemaal inrichten", weet
Dutch Design ontwerper
binnenhuisarchitect S.
Kerkhof. Soms krijgt hij een
enkeling over de vloer, die
het stoeltje van Rombaud
van Beeke ('In canvas zit het
véél lekkerder') met de
harde, metalen zitting wil.
Het koele blauw keert exact
terug in de laaljes van de
dressoirachtige kast. „Voor
hen is het een decoratief
element. Die lage, losse
kasten zijn trouwens wel een
trend aan het worden. Hele
boekenwanden liggen eruit.
Waar ze hun spulletjes laten
weet ik ook niet. Ik denk, dat
jonge gezinnen minder om
zich heen verzamelen".
In wit, op de voet gevolgd
door donkergrijs en zwart,
gaan de meubelen het hardst.
Pasteltinten ziet Kerkhof
verdwijnen, de
kleurenexperts zijn alweer
bezig met warm bruin en
beige. Waarom er toch van
die Mondriaan-kastjes
worden geproduceerd als ze
nooit de nullijn (een tiental
stuks) ontstijgen? „Het zijn
blikvangers. Het buitenland
ziet ze op internationale
beurzen. Elk tijdschrift drukt
ze af. En de consument, die ze
bij de detaillist ziet staan,
vraagt er om in wit. Dat
produceert trouwens nog
gemakkelijker ook".
Al bepaalt de klant wat hij
koopt uit het enorme aanbod,
hij maakt niet uit wat dat
aanbod dan wel is.
Ontwerpers beslissen al
evenmin wat er op de markt
moet komen. „De trend komt
van de fabrikant", stelt
Kerkhof. Bij zijn firma
wordt iets gemaakt als het
design voldoet aan de
criteria: past het in de
collectie, is het technisch
haalbaar, kan het een trend
worden. De meeste
ontwerpen sterven daardoor
al een premature dood.
Als lid van de commissie,
die een oordeel moet vellen
over nieuwe ontwerpen,
wordt hij wekelijks
overstroomd met
inzendingen van free-lance
ontwerpers. „Het komt door
de kunstacademies, waar
alleen maar modern wordt
geleerd. Terwijl de
traditionele meubelhandel er
ook best behoefte aan heeft".
Een enkele maal weet een
jonge ontwerper er een idee
door te drukken, dat ook nog
bij het publiek goed aanslaat.
De Amsterdamse kast met
een soort rolluiksysteem, dat
nu in menige kamer de hi-fi
apparatuur aan het oog
onttrekt, is er een voorbeeld
van. „Aldo van de
Nieuwelaar kwam er een
j aar of zeven geleden,
provisorisch in elkaar
getimmerd, mee aanzetten.
Bij Pastoe werd het niet als
meubel gezien. Maar we
kregen voor elkaar, dat het
ding op een beurs mocht
worden uitgeprobeerd. Nu
vliegt het met zes
zevenhonderd per maand
tegelijk de fabriek uit".
Nadat het moderne
meubel, dwarsgezeten door
de nostalgie naar eiken, in
het slop raakte, is de
moderne vormgeving
volgens Kerkhof weer flink
in opkomst. Zaken als Ikea,
zegt hij, hebben daar aan
bijgedragen.
Meneer Bert, directeur van
Piet Klerkx, ('Ja, meubelen
voor de doorsnee
Nederlander, daar zijn we
trots op') beaamt de moderne
trend. Tegen 7% klassiek en
33% eiken, verlaat 60%
modern zijn zaak. „Behalve
het extreme. De trend is
zacht, soepel. Stof wint het
langzamerhand van leer.
Maar dan in mooie, zachte
tinten. We gaan steeds meer
naar pastel. Het grootste
verschil met tien jaar
geleden? De onbeperkte
combinatiemogelij kheden".
Ook voor Klerkx geeft
meubelmekka Milaan de
toon aan. „Maar we vertalen
het in een gezellige sfeer. Dat
wil de Nederlander".
Van oude vakantiefoto's is best een aardige video-film
te maken.
Door Boet Kokke
Om het nog gekker te maken:
ik stel u voor in de komende
tijd de vakantiefilm te gaan
maken van de afgelopen
zomer of misschien wel die
van de zomer van 1975.
Zonder tijdreizen of andere
bovennatuurlij ke
manoeuvres. Het enige wat u
nodig hebt buiten film- of
videocamera is een stapel
foto-albums en wat fantasie.
Er is een wezenlijk verschil
tussen een foto, de bevroren
werkelijkheid in een opname,
en film: daar bepalen niet de
afzonderlijke beelden het
effect, maar de opeenvolging
ervan. Op basis van dat
gegeven kunt u, als u
beschikt over een flinke serie
foto's van een vakantie, een
filmpje of videoproduktietje
maken dat een heel ander
resultaat oplevert dan het
doorbladeren van het foto
album. Menigeen roept
nu:'maar foto's staan stil, dus
dat wordt een saaie
bedoening'. En daarmee zijn
we dan direct bij wellicht de
hardnekkigste fout die
talloze amateurs met een
film- of video-camera
maken: ze gaan ervan uit dat
'beweging' alles is; als het
onderwerp al eens stilstaat
gaan ze met de camera
bewegen (en vaak nog veel te
snel ook) om toch maar een
bepaalde 'dynamiek' te
bereiken. Het enige resultaat
is vaak een lichte
onpasselijkheid (letterlijk)
bij degene die straks het
eindprodukt te zien krijgt.
Gelooft u me: als u een film
maakt uitsluitend op basis
van foto's is dat allerminst
saai. Sterker: vaak zal
blijken dat de foto's op het
doek of tv-scherm sterker
spreken dan bewegende
beelden. Er zijn wel een paar
voorwaarden. De eerste is
dat u het verhaal (van een
vakantie, maar het kan ook
een willekeurige ander
evenement zijn) logisch
opbouwt, en de volgorde
vaststelt waarin u de foto's
op film of tape wilt zitten. De
tweede is dat u kórte
opnamen van elke foto
maakt. Nooit een foto acht
seconden laten 'staan' eerder
moet u denken aan een
maximale duur per opname
van drie seconden.
Maar bovenal moet u
voortdurend bedenken dat
het erom gaat hoe de
afzonderlijke shots op elkaar
reageren. Een voorbeeld. In
uw album zit een foto van
een huisgenoot die in close-
up zeer verbaasd kijkt. Een
paar pagina's verder zit een
opname van een volslanke
dame in een duidelijk te
kleine bikini. Losse foto's die
niets met elkaar te maken
hebben. Maar filmt u nu
achtereenvolgens de dame,
het verbaasde gezicht en nog
eens de dame, dan is het heel
anders: de oorzaak van het
verbaasde gezicht wordt
iedere kijker duidelijk.
Zo kunt u vaak van een foto
een verrassend miniatuur
filmpje maken. Even iets
over de techniek. Het zal
duidelijk zijn dat we een
'produktietje' als dit niet uit
de losse hand maken. Het is
van veel belang dat de
beelden stabiel worden en
niet van het scherm
afbibberen. Aan een statief
hebben we in dit geval
meestal weinig, omdat het
moeilijk is een tafeltje,
waarop de foto's liggen, op
die manier dicht genoeg bij
de lens te krijgen.
Zelf heb ik veel plezier van
een oud vergrotingstoestel
waarvan ik het lamphuis kan
losschroeven. Ik bevestig dan
de camera aan de zuil en wel
zo dat die gemakkelijk kan
schuiven. Met deze methode
kan ik de lens tot bovenop de
foto laten zakken. Maar er
zijn ongetwijfeld andere
oplossingen te bedenken.
Soms (vooral niet teveel) is
het aardig de foto te 'laten
bewegen', door bijvoorbeeld
te beginnen met het sippe
gezicht links op de foto en
dan al filmend naar rechts te
rijden waar een schaterende
huisgenoot te bewonderen
valt. Nou is bewegen met de
camera altijd al moeilijk
maar zeker als je bovenop je
onderwerp zit. De oplossing
is gemakkelijk: laat de
camera staan en schuif de
foto (al dan niet in het
album) in rustig tempo onder
langs het objectief terwijl u
opneemt. Het resultaat doet
opvallend professioneel aan.
Zoals u ook verbaasd zult
zijn over de scherpte (en de
simpele instelling) die de
moderne apparatuur u bij
opnamen op centimeters
afstand van het onderwerp
levert. Welk licht moet u
gebruiken? Er zijn
verschillende mogelijkheden,
maar zelf geef ik de voorkeur
aan daglicht. Gewoon rustig
licht dat van buiten komt
(geen rechtstreekse zon
natuurlijk) en de foto's
gelijkmatig verlicht. U hebt
dan ook geen last van glans
en glimplekjes die bij het
gebruik van kunstlicht
hinderlijk kunnen zijn.
Is al dat gekien en geplus de
moeite waard voor een
eindprodukt dat misschien
twee, drie of vier minuten
beslaat? Wis en waarachtig,
zo kan ik u uit ervaring
verzekeren. Want u maakt
uit bestaand materiaal iets
wezenlijk nieuws. Zeker als
u het eindprodukt voorziet
van een bij de sfeer passend
muziekje. En als u eenmaal
de smaak te pakken hebt
kunt u tijden vooruit. Wat
dacht u van een filmpje over
de familiehistorie op basis
van bewaarde oude
documenten en foto's?