BOEKEN Frankfurter Buchmesse beheerst door twijfe 'Mijn broer haat de literatuur' MB05 l Verse hondenboeken De kapitein e y De nieuwste Reve: Brieven aan Geschoolde Arbeiders ïuske en Wiske: Am fypie Happie en Stu ZATERDAG 12 OKTOBER 1985 Van onze correspondent Gerard Kessels FRANKFURT - In de strijd om de gunst van het publiek is het gedrukte woord niet bereid zich zonder slag of stoot gewonnen te geven. Hoewel de nieuwe electronische me dia hun opmars voortzetten, blijft de popu lariteit van het boek ongebroken. De Frank furter Buchmesse, de grootste boekenmarkt ter wereld, steekt het lezend publiek elk jaar weer met nieuwe records een hart on der de riem. Zo ook nu. Op de Buchmesse, van 9 tot 14 October, zijn 5.600 uitgevers uit 79 landen van de partij. De bezoekers kunnen ronddo len tussen 320.000 tentoongestelde boeken, waarvan 92.000 fonkelnieuwe. Maar hoewel iedereen in Frankfurt zijn vertrouwen in de toekomst van het boek luidkeels beleidt, vreet toch de twijfel. Apocalyptische onder tonen vallen ook nu te beluisteren. „Ja, wij hebben zorgen", erkent dr. Ulrich Wechsler van de organiserende Beursvere- niging van de Duitse Boekhandel. „Het is heel goed mogelijk dat er een tweeklassen maatschappij ontstaat, waarin een deel van de bevolking leest, zich verder ontwikkelt, kennis vergaart, terwijl het andere deel voornamelijk teert op de lichte kost van de televisie en het lezen ontwend is. De cijfers spreken duidelijke taal. Gemiddeld zit de Duitser elke dag ruim twee uur voor de tele visie, maar leest hij nauwelijks nog een half uur." Als afschrikwekkend voorbeeld wijst Wechsler op het televisie-land van het eer ste uur, de Verenigde Staten. Daar hebben al zestig miljoen mensen problemen met le zen. Roken Misschien zijn de records van de Buch messe wel te vergelijken met het verschijn sel roken. Steeds minder mensen roken, maar het aantal verkochte sigaretten blijft stijgen. Kennelijk roken steeds minder mensen steeds intensiever. Hoe het ook zij, de boekverkopen in de bondsrepubliek ge ven een zeer florissant beeld. Dit jaar zijn er tot nu toe al zes procent méér boeken over de toonbank gegaan, dan in dezelfde periode verleden jaar. En in 1984 boerde de boek handel ook al niet slecht. Die positieve ontwikkeling heeft er zeker toe bijgedragen dat de Buchmesse het op rukken van de nieuwe media niet als een onvërmijdelijk natuurverschijnsel wil ac cepteren. In een grote tent op het midden terrein van de Messe hebben de uitgevers 35 intstituten en groepen ondergebracht die zich bezig houden met „de bevordering van het lezen". Hoe kan de jeugd spelenderwijs plezier in het lezen worden bijgebracht? Die vraag staat centraal in het overvolle discus sie- en praatprogramma dat in de tent wordt afgewerkt. Afhaken Wat het aantal deelnemende landen be treft, sneuvelt er in Frankfurt geen record. Het zijn er minder dan verleden jaar. Ge kweld door enorme financiële problemen kunnen vooral Midden- en Zuidameri- kaanse landen deelname eenvoudigweg niet meer betalen. Landen als Chili, Ecuador, Peru en ook Suriname zijn niet meer van de partij. Het ontbreken van Zuid-Afrika daarentegen is geen kwestie van geld. De politieke problemen in het land deden Zuid- Afrika afzien van een gebundelde deelname. Zeven Zuidafrikaanse uitgevers doen nu op eigen houtje mee. Het afhaken van een aantal landen, kan geen afbreuk doen aan, de positie van Frankfurt als dé internationale boeken beurs. Frankfurt is en blijft de enige we- reldbeurs. Vooral ook omdat de Duitse ban- kenstad hét trefpunt is van de engelstalige uitgevers, die de internationale markt do mineren. In Frankfurt worden de contrac ten afgesloten waar vaak het hele jaar over gepraat en onderhandeld is. Heinrich Böll Het publiek dat de Messe bezoekt zal vooral afstevenen op hal vijf, waar de grote uitgevers hun romans, verhalen en gedich. tenbundels presenteren. De Duitsers zullen hier volop aan hun trekken komen. Dt herfst staat in het teken van drie belang, rijke nieuwe boeken. Daar is op de eerste plaats 'Frauen vor Flusslandschaft', de to. man die Nobelprijswinnaar Heinrich Böll vlak voor zijn dood voltooide en die door kritiek tamelijk negatief is ontvangen. Dan zijn daar 'Exerzierplatz' van Siegfried Let® en 'Brandung' van Martin Walser. 'Bran- dung' is door de kritiek geprezen als het beste boek dat deze grote Duitse romancier tot nu toe heeft geschreven. Veel uitgevers maken zich op nieuwe zeer kostbaar uitgevoerde uitgaven uit te bren gen van klassieke schrijvers als Goethe Hoewel er al tal van Goethe-uitgaven op de markt zijn doet zo'n complete nieuwe editie het telkens toch weer. Ook mensen die wei- nig of niet lezen willen kennelijk een fraai ogende Goethe-serie in de kast hebben staan. Mooie banden uitsluitend als decora tie? Oftewel: overleeft de boekenkast het boek? Een nachtmerrie voor de organisato ren van de Frankfurter Buchmesse. 'Het matrassengraf': een boek naar Heine's receptuur Door Ad van Hest Uitgeverij Helios/Becht heeft de hondenliefhebber in Ne derland en Belgie een uitstekende dienst bewezen door een drietal boeken op de markt te brengen over honden in het algemeen en de Duitse herdershond in het bijzonder. De schrijver van 'Rashonden aanschaf en opvoeding', Jo- han Gallant, heeft door zijn jarenlange ervaring in het fok ken van diverse hondenrassen een duidelijk en interessant boek geschreven dat iedereen die ooit van plan is een hond aan te schaffen, gelezen zou moeten hebben. Veel 'honden misère' zou hierdoor voorkomen kunnen worden. De nadruk wordt vooral gelegd op de noodzaak de komst van een hond in het gezin voor te bereiden en daarbij niets aan het toeval over te laten. De verschillende voor- en nade len van rassen ten overstaan van mens en maatschappij worden gedegen besproken. De auteur ziet de hond als gezel voor de mens, wat duide lijk tot uiting komt bij zijn visie over de opvoeding. Het boek is rijkelijk voorzien van foto's en toont een verscheidenheid aan rassen. Een begeleidende geluidsband maakt het werk van Gallant volledig, maar gaat op dat moment voor de 'ge wone' hondenliefhebber misschien toch iets te ver. Eten aantal van zijn stellingnamen zal bij sommige lezers wel eens hard aan kunnen komen, maar Gallant pleit nu eenmaal voor een eerlijke en realistische kijk op de relatie hond en mens. Voor wie al een hondenbezitter is en gekozen heeft voor een Duitse herdershond of zo'n hond in de toekomst aan zou willen schaffen, kan in de persoon van Robert Pollet een duidelijke gids vinden. Pollet is sinds zijn jeugd hondenlief hebber, internationaal keurmeester en publicist over her dershonden. Pollet gaat in 'De Duitse herdershond' deel 1 voornamelijk in op de aanschaf, anatomie en de raspunten van deze speciale rashond. Hij laat niets aan het toeval over om de 'herder' als een gezins- en echte gebruikshond af te schilderen. Voor de 'gewone' hondenliefhebber gaan enkele hoofd stukken misschien iets ter ver voor wat het de overvloed aan informatie betreft. Maar Pollet geeft een duidelijk beeld wat voor speciaal dier de duitse herdershond in feite wel is. Het ontbreekt ook hier niet aan illustratiemateriaal om tal van wetenswaardigheden duidelijk te maken. Het boek is een uitgebreide en sterk gewijzigde uitgave van een eerste boekwerk dat in 1974 verscheen. De laatste tien jaren is de kennis, opgedaan tijdens de opvoeding en het fokken, van Duitse herdershonden nog meer toegenomen. Hierdoor bleek het noodzakelijk het standaardwerk van Pollet sterk aan te passen en opnieuw in twee delen te laten verschijnen. Pollet beschrijft in deel 2 uitvoerig het gedrag van de duitse herdershond en gaat ook dieper in op allerlei gezond heidsfactoren. Verder wordt een groot gedeelte van het boek gewijd aan het fokken en africhten. De beide boeken geven een duidelijk en open beeld van de Duitse herdershond en zijn hoofdzakelijk bedoeld voor de gene die bij het duitse-herdershondenras betrokken zijn. Eten en ander blijkt uit de gegevens en statistieken die op dit ras betrekking hebben en uit de manier van behandelen van de onderwerpen. Het werk van Pollet zal zeker bijdragen tot meer begrip en een betere relatie tussen hond en meester. Voor de echte hondenliefhebber drie boeken om lief te hebben. 'Rashonden aanschaf en opvoeding' van Johna Gallant. Uitg. HeliosBecht, prijs 35,00 'De Duitse herdershond' deel 1 van Robert Pollet. Uitg. He liosBecht, prijs 35,00 'De Duitse herdershond' deel 2 van Robert Pollet. Uitg. He liosBecht, prijs 47,50 Door Gerard van Herpen „Heine dreigt waarachtig een populair schrijver te worden", schrijft Martin van Amerongen in zijn nieuwste boek over Heinrich Heine's laatste jaren. De dubbel-titel van het boek 'Het matrassengraf', 'Heine's sterfbed' is geen macabere vondst van de schrijver, want Heine zelf heeft zijn ziekbed vanwege de vele kussens en matrassen zo genoemd. Heinrich Heine (779-1799-1856). In de jaren vijftig zorgde prof. dr J. Presser voor een na-oorlogs 'eerherstel' in Nederland. In Duitsland waren de schermutselingen over Heine-beelden, Heine- uitgaven Heine-universitei- ten nog niet eens begonnen. Presser stelde zelf twee Ooievaartjes samen, een bloemlezing over Heine's poezie en later ook een over diens proza. Er was immers ook in ons land sinds de oor log geen dichtregel van Heinrich Heine meer gepu bliceerd, of het moeten ille gale uitgaven zijn geweest van Heine's Wintermarchen. Alleen de oudere generatie herinnerde zich na de oorlog de Heine-uitgaven van de Wereld Bibliotheek, de ver talingen van zijn 'Buch Le Grand' door Nico van Such- telen en de rijk gevarieerde reeks uitgaven van Heine's 'Buch der Lieder'. Van bloe- metjeskaften tot poëzie-al- bumpjes. Inlijving Er is sedertdien aan het Heine-front veel veranderd. In de jaren vijftig nam Pres ser de joodse auteur nog in bescherming tegen de 'Schrifttumforscher' Adolf Bartels en nu al vraagt Mar tin van Amerongen zich af wat er echt is aan de heden daagse verering en aan de pogingen om hem politiek in te lijven. Het is bijna weer het oude Heine-liedje: De communis ten beschouwen hem als de kortstondige vriend van Karl Marx, als een marxist- avant-la-lettre. De conser vatieven zien in hem de postulant der waardenvrije, artistieke autonomie, de jo den prijzen zijn trouw aan het Jodendom en de Christe nen juichen omdat hij zich bijtijds heeft laten dopen. Uitgekafferd „De tweede helft van de negentiende eeuw", zo con stateert Van Amerongen in zijn voorwoord, „noemde Heine een sodomitische smeerlap". „De eerste helft van de twintigste eeuw kaf ferde hem uit als een ons wezensvreemd zwiin". Martin van Amerongen doet met de herinnering aan al het Duitse gedonder over een Heine-universiteit en een Heine-beeld in het nog onbestorven verleden, toch niet pessimistisch over de hedendaagse waardering van Heine. Ook niet over die in Heine's vaderland. Heine behoort op dit ogenblik tot de meest gelezen klassieken in Duitsland. Vitaal Dat Martin van Ameron gen nog een boek over de door hem zo vurig bewon derde Heine zou schrijven, mocht na alle publikaties en na zijn boekje over Heine's 'Harzreise' wel worden ver wacht. Zijn boek, uitgeko men in Open Domein, is ech ter niet de zoveelste Heine- biografie, maar 'beperkt' zich tot Heine's laatste dra matische levensjaren. Het is de periode, waarin een onge neeslijke en zeer pijnlijke ziekte (multiple sclerose) hem in een achttal jaren tot een lichamelijk, van ande ren afhankelijk wrak maak te. Die ziekte heeft Heine's geest nooit aangetast. On danks zijn ziekte heeft hij tot aan zijn sterfuur ge schreven en intellectueel be zoek ontvangen. Met zijn laatste grote bundel 'Ro manzero' heeft hij laten zien hoe vitaal zijn geest nog was en dat de verheven spotter in hem nog niet door opium of zieke berusting was ver suft. „Mein Leib liegt tot im Grab, jedoch mein Geist, der ist lebendig noch", schreef hij zelf. Verbannen Heinrich Heine in 1799 in Düsseldorf geboren, was persona non grata in zijn eigen geboorteland. De Pruisen hadden het in zijn poëzie nogal eens moeten ontgelden en het antisemi tisme tierde welig in het Ko ninkrijk. Het is in ieder geval geen Duits bedenksel uit de jaren dertig. Heinrich Heine mocht niet in zijn eigen land komen en hij leefde tot zijn dood toe als banneling in Parijs. Daar trouwde hij met een Francaise, Mathil- de, die hem samen met an dere vertrouwelingen tot aan zijn dood toe heeft ver zorgd. Op 17 februari 1856 overleed Heine en zijn graf bevindt zich niet in Düssel dorf, maar op de begraaf plaats van Montmartre. Wat Düsseldorf wel heeft, is een eigen Heine-Institut en een Heine Museum, dat in de loop der jaren veel boe ken, handschriften en schil derijen heeft mogen verwer ven. Eten Heine-universiteit is er echter nooit gekomen. In het Heine-boek van -"X— Martin van Amerongen valt weliswaar het accent op de schrifturen, gedragingen, contacten en conflicten in Heinrich Heine's laatste le vensjaren, maar toch wordt de lezer rijkelijk geïnfor meerd over wie Heine in zijn meer beweeglijke, jonge ja ren moet zijn geweest. Mar tin van Amerongen's boek bestrijkt weliswaar een be paalde en belangrijke episo de, maar de journalist Van Amerongen serveert zijn le zer geen verhaal waar het begin aan zoek is. Anecdotisch De kritiek op dit boek zal ongetwijfeld zijn dat het on wetenschappelijk van con structie of misschien ook wel van toon is. Heinrich Heine zelf zou m.i. de eerste zijn, die Martin van Ame rongen zou prijzen om de leesbaarheid van diens boek. Heine is zelf ook nogal geka pitteld, omdat hij een te luchtig boek over de Duitse filosofie zou hebben ge schreven. Martin van Amerongen toont zich ook in dit boek een onderhoudend, journa listiek beschrijver, maar die benadering maakt van zijn Heine-boek nog geen anec dotisch 'geval', zoals door sommige critici is beweerd. Wezensvreemde elementen zijn in dit boek wel de hoofdstukken over Heine's miskenning in eigen land. Ik vind die hoofdstukken niet passen bij het thema van Heine's ziekteproces of mis schien zou opname helemaal niet storen als zij achter in het boek waren opgenomen. Lijfelijk Alles is er in Düsseldorf: een Heinrich Heine-Allee, een Heine-beeld en een Heine Museum en Institut, maar een universiteit naar zijn naam is er nooit geko men. Voor het overige is 'Het Matrassengraf' een boek, waarin de lezer Heine bijna lijfelijk ervaart. In zijn vaak onsympathieke omgang met anderen, in zijn superieure spotlust en in zijn poëtische pocherijen als het om vrou wen gaat. Toch blijft Van Ameron gen's waarneming op de eer ste plaats gericht op Heine's libertijnse geest, die hem zo weinig bruikbaar maakte voor gangbare partijen en opvattingen. Heinrich Hei ne, de beweeglijke en leven dige, is in Heine-trant ge portretteerd. De prijs 42,50) is bela chelijk hoog. M. van Amerongen: 'Het Matrassengraf. Heine 's Sterfbed 1848-1856'. Uitgeve rij De Arbeiderspers (Open Domein), prijs 42,50. Door Hans Rooseboom „Gerard Reve publiceert afleggertjes". Deze krantenkop ii voor Gerard Reve een angstvisioen, althans dat blijkt uil een brief die hij in 1979 schreef aan zijn trouwe volgelingen pleitbezorger Sjaak Hubregtse. Hubregtse is één van de 'geschoolde arbeiders', aan wie Gerard Reve de afgelo pen dertig jaar brieven schreef. Reve heeft altijd graag 'de' grote Nederlandse schrijver willen zijn, die be langrijke 'werken van kunst' schept. Vandaar zijn huiver ten opzichte van voorstellen van paladijn Hubregtse om 'knipsels en afsnijdsels' te publiceren. Niettemin, de doorgewin terde Reviaan weet het maar al te goed, niettemin heeft de 'volksschrijver' de afgelopen jaren een enorme hoeveelheid 'afleggertjes' het daglicht doen zien: brie ven aan deze, brieven aan gene, Archief Reve I, Archief Reve n, Schoon schip, etc. Geen literatuur, wel altijd smakelijk voer voor de ware liefhebber. Brieven aan geschoolde arbeiders bestaat voor een deel uit van die 'afleg gertjes', voor een ander deel echter uit bijdragen tot een betere kennis van 'heel de mens' Reve. Zo zijn (numeriek gezien) de meeste brieven in deze nieuwste bundel geadres seerd aan de 'geschoolde ar beider' Prof. Grossouw, hoogleraar exegese in Nij megen. Uit deze brieven blijkt dat Gerard Reve zich nagenoeg het hele jaar 1965 diepgaand heeft bezig ge houden met bijbelstudie, in casu de exegese van het Nieuwe Testament. Prof. Grossouw was in die tijd bezig met een nieuwe bijbelvertaling, in 'gewone mensentaal', en Reve was het met die vertaling meestal niet eens. Zijn preoccupatie met de bijbelse taal blijkt overigens al zon neklaar uit zijn debuutro man De Avonden (1947). Reve ging een correspon dentie met de Nijmeegse exegeet aan, een correspon dentie die overigens niet al leen beperkt bleef tot het onderwerp 'bijbelvertaling'. Zoals vaak wanneer hij iemand vertrouwt, schotelt hij ook de brave Grossouw het hele scala van Revisti- sche wereldproblematiek voor: sex, drank en dood, om het kort te houden. De toon die Reve op den duur tegen de hooggeleerde Grossouw aanslaat is teke nend voor de instelling die hij in zijn eigen voorwoord aldus omschrijft: „Ik kijk niet meer op tegen een aca demies doktoraat of profes soraat". Aan Grossouw schrijft hij„Het lijkt wel of u, al vertalend, de tekst be ter meester bent geworden, want ik heb op het Neder lands veel minder, en meestal ook lang niet zo in grijpende kritiek". Gerard Reve. - foto archief de stem dietsie. Ik ken dat volkje. Ik ben ontsnapt. Hij niet". Maar vooral: „Mijn I haat de literatuur, omdat hij er graag een plaats in zoudt willen innemen, maar daai- toe geen talent heeft, laatste instantie zijn zijnak- sies gericht tegen mij. leeft in zijn opgeblazenheid buiten de werkelijkheid, et denkt dat heel Nederland Üi adem inhoudt, als hij iet over de Nederlandse litera tuur gaat zeggen". Vestdijk Karei Tegen wie hij ook niet meer opkijkt, dat is zijn bloedeigen Geleerde Broer, Prof. Dr. Karei van het Re ve. De tirade die hij in een brief aan de Leidse hoogle raar H. Gomperts tegen zijn broer afsteekt is (althans voor mij) een verrassing. Over Kareis betoogtrant: „Het is niets anders dan de vulgairste demagogie in de marxisties-leninistiese tra- Nog een verrassing is ve's onthulling dat hij ook een zeer intieme verstand houding heeft gehad met Si mon Vestdijk. Het was ai langer bekend dat Reve eet gecompliceerde haat-liefde verhouding had met M oeuvre van de 'kluizen#' van Doorn', maar nu gaa' hij verder, helaas niet vet genoeg naar mij n smaak. „Ik weet zeer veel P61' soonlijks van Vestdijk-' want ik heb hem zeer ge kend - misschien kende» hem beter dan hij zich®" kende", schrijft hij 321 Vestdijk-biograaf Ir. Ha® Visser, die Reve om een bi drage had gevraagd. Reve gaat door met (voor Vestdijkianen) intri gerende opmerkingen. Vest dijk „was in wezen een sterk sadisties gefixeerde homoseksueel, voor vrouwen volkstrekt nif» betekenden. Hij was ban! voor jonge mannen, en W slechts foeilelijke, elke be, koring - zowel wat karak® als uiterlijk betrof - ontw rende jongemannen in leven toe". Helaas: „Over mijn ge sprekken met V. in de zesti ger jaren wil ik voorlop'f zwijgen". Dat zwijgen IW* hij ooit maar eens verbre ken, want nu laat hij het K insinuaties, o.a. over een echte zoon van Vestdijk De brieven zijn geh® aan achtereenvolgens Tas, Huug Kaleis, P15, Grossouw, Jacques PreSjf, Frits Boer, prof. Trimt*» Gerard S. Jan H. M Hans van den Bergh, A land Holst, Dr. Louis 1 sard, Marina Warner, Nieuwenhuys, Sjaak bregtse, prof. Gomperts Ir. Visser. Gerard Reve: Brieve® geschoolde arbeiders. Veen, Utrecht. Prijs (geb. 47,50) ATERPAG 12 OKTOBEF dooR ctacX" IAÜl_. to Paul Andrik, 13 jaar, uit tekening. Paul tekent al van toon-tekenaar worden. - |l"- De kaping van het Ita liaanse schip de 'Achille Lauro' is gelukkig voorbij. Die boot was vroeger van de Koninklijke Rotterdamse Lloyd en heette 'Willem Ruys'. De vaste kapitein van de 'Willem Ruys' was Frits de Jonge. Hij is nu 85 jaar en kan uren vertellen over zijn schip. De kapitein, zo wordt hij nog door iedereen ge noemd, woont bij mij in de buurt. Deze week ging ik even bij hem langs. „De Willem Ruys was in 1946 het modernste passa giersschip van de wereld", vertelt hij. „Het mooiste was het automatische Sperry- kompas, dat wilde ik zo graag hebben. Ik moest naar zt w se A h< v< ec z< le hi 01 za m v( D VOCV?- |W2 IE U/ORDEM VAN A/S rvj&^ea DAARNA VAN C/fk NU SVCeSr 'T ME i-UkkEM R.'l dp7<r NIBT N VALLl ^Dt=-£t 5TOL DEEFT DE CQ

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 30