K
TUN
OEVEN
Oostduitse auteur Kurt Bartsch over Wadzeck:
•HUISRAES
De vertroebelde
blik op Chatilla
Politieke grondslag en het CDA
Ida Flink schreef
groots boek over het
'kleine' oorlogsdrama
lUemque"
HUIS
Actualiteit
van Oeganda
Is- EN
IAFDELING
oktober
>oorten vis en
een gastkok.
vishapjes
in visshow zijn,
lolf Schoot Axel
jwenst.
JUIS BOUTIQUE
dverteren
is vooruitzien,
opticien.
I „Ja, ik ben ook teleur
gesteld in de vrijheid
van het Westen", zegt
Kurt Bartsch (48). Vijf
jaar geleden verliet
deze auteur Oost-
Duitsland. Nu woont
hij in West-Berlijn.
Roman van de ontgoochelde mens
Verwijzingen
Teleurgesteld
Religie
TORIL BREKKE
REGISTREERDE BLOEDBAD
Machtsbelust
Afkomst
ANNE FRANKPRIJS VOOR
'EEN KLEIN OGENBLIK'
ierbergh - Bistro
IKSTRAAT 8 - TERNEUZEN
•FOON 01150-97009
VRIJDAG 4 OKTOBER 1985
T47
pij de start van een
aar.
4, zaterdag 5 en
oktober aanstaande
snnis maken met het
jde nieuwe najaars-
le
ngen u met koffie of
je, om samen de start
jlvol najaar te vieren.
Sluis
's geopend van 2 tot 6 uur
tingen De Stem, 076-236911
Door Henk Egbers
We praten op een zolder
I jn Breda, waar uitgeverij
I De Geus gevestigd is.
I Erik Visser gaf dezer da-
I gen zijn roman 'Wadzeck'
uit in een Nederlandse
I vertaling. „Ik kan hier in
I het Westen nu weer
I schrijven wat ik wil. Te-
gelijk is het effect hier
I nul komma nul", aldus
|Kurt.
„In Oost-Duitsland wordt
de invloed van de literatuur
overschat. Men gelooft er met
|een gedicht een revolutie te
kunnen laten ontbranden. Zijn
manuscript voor Wadzeck
I werd er geweigerd en in het
I Westen uitgegeven. De Neder-
llandse vertaling is de eerste
uitgave buiten de grenzen. Het
lis overigens zijn enige roman
I en Kurt spreekt zelfs liever
lvan een 'vertelling': Enkele
exemplaren zijn toch in de
I DDR terecht gekomen.
I Wadzeck verscheen in 1980
I bij Rohwolt. Daarna kwamen
I nog uit Blut om Schuh, Hed-
I wig, Der Private Frieden en
I Die Hölderlinie. Poëzie en
I theater hebben zijn voorliefde,
look in Wadzeck zijn theater-
I invloeden (dialogen) tastbaar.
I In Oost-Duitsland had hij zich
leen reputatie opgebouwd, se-
Idert 1967, via dichtbundels en
1 theaterstukken. Zijn vrouw
I Irene, die enkele jaren geleden
I een boek over de DDR ('Die da
Idrüben') schreef (oplage
150.000), is dramaturg. Ze werk-
e aan het grootste Oost-Duit-
en tot voor kort aan het
I grootste West-Duitse theater.
I Kurt: „Ik heb geen geduld
lom romans te schrijven. Ik
schrijf snel. Het moet snel
1 klaar zijn. Theater leent zich
'DDR is staat van burgermannetjes geworden'
De Oostduitse schrijver Kurt Bartsch heeft in zijn roman Wadzeck
de vrouw Rita tot centrale figuur gemaakt. Als prostituee bindt zij
enkele, uiteenlopende, mannenfiguren. Deze mannen hebben te
maken met de opbouw van het nieuwe Oost-Duitsland. Wadzeck,
haar pooier, wordt inmiddels veilig opgeborgen in de gevange
nis, want prostitutie past niet in dat nieuwe Duitsland. Maar de
bouwers van de nieuwe staat hoereren met hun macht en on
macht.
Bartsch beschrijft dat heel rechtstreeks en tegelijk heel subtiel.
De politieke strijd die er plaatsvindt heeft zijn wortels in het opko
mend socialisme aan het begin van deze eeuw. Deze roman be
staat eigenlijk uit een aantal losse verhalen, die op een heldere
manier de ontgoochelde mens in het socialistische Duitsland uit
lichten. José Bruurmijn maakte een goede vertaling en de Breda-
naar Martin Cornelissen zorgde voor een fraaie omslag. Het
boek, uitgegeven door De geus, kost 19,90.
daarvoor. Nee, voor toneel
schrijf ik momenteel niet meer
na een hele slechte uitvoering
hier van een stuk. In de DDR
zijn we nog gewend aan het
realistische theater van de
Brechtschool; hier in het Wes
ten is het naturalistische thea
ter (Strindberg c.s.) weer in de
mode. Ik heb geen aansluiting.
Bartsch groeide op in een
communistische familie. Zijn
vader was bovendien een
strenge atheïst en anarchist.
Kurt heeft er wat van meege
kregen. „Ik was dan ook geen
lid van de partij. Mij is het
dogma vreemd; of het nu
rooms-katholiek of socialis
tisch is. Het communisme van
nu is voor mij te religieus. Het
Centrale Comité is identiek
met de paus van Rome, die je
vertelt hoe je kinderen moet
verwekken. Als ik in Wadzeck
schrijf over 'de sprookjes van
Marx en Engels' dan heeft dat
te maken met mijn teleurstel
ling in het socialisme. Die te
leurstelling kwam in 1961.
Ik heb de bouw van de Ber-
lijnse Muur nog verwelkomd!
Vanaf dat moment zou het
weer mooi worden. We waren
weer onder elkaar! Er zou
meer vrijheid komen; we zou
den kritischer worden. Daar
voor was er van buitenaf erg
gestoord. Iedere maand wer
den artsen, ingenieurs en an
dere vakkrachten vanuit
West-Duitsland weggelokt. Ik
heb de brieven gezien met
aanbiedingen van veel geld.
Maar de muur voerde de span
ningen nog verder op. Tussen
overheid en schrijvers esca
leerde ze. Toen ben ik vrijwil
lig weggegaan", zegt Kurt, die
geen 'Weg zuruck' ziet.
Wadzeck speelt in dat Oost-
Duitsland van de vijftiger en
zestiger jaren, met verwijzin
gen naar de jaren dertig. 'Der
alte Genosse, de oude kame
raad, die het concentratie
kamp en het tuchthuis over
leefde (zo'n 2/3000 man), speelt
een grote rol. Zij zijn het die
een nieuwe staat willen op
bouwen. Kijk, dat ik zo lang in
de DDR ben gebleven heeft
ook te maken met het feit dat
West-Duitsland grote nazi's
heeft laten lopen, die bijvoor
beeld tot op de dag van van
daag topfuncties hebben en
grote pensioenen genieten. Dat
is in de DDR ondenkbaar", be
toogt Kurt.
Hij voert in Wadzeck twee
Genossen op. De een met een
leidende functie en de ander,
die in het socialisme teleurge
steld is. Dat is een leitmotiv.
Bartsch' eigen teleurstelling
wordt daarin geprojecteerd.
De DDR werd geen echte so
cialistische staat! Wel een
staat van keinburgerlijke
mensen, die met auto, ijskast
en kleine tuin in het gareel
worden gehouden.
Bartsch: „Het begrip 'prole
tariaat' is een cliché geworden.
De DDR-arbeiders zijn voor 90
procent bourgeoisie. Ze willen
geen politiek meer. De rege
ring is dan ook zeer tevreden.
Er heerst rust. Als ik in mijn
roman Ulbricht oproep, denk
ik aan een bij het volk niet-ge-
liefde man die zijn socialisti
sche ideeën wilde doordruk
ken bij een bevolking, die voor
95% bestond uit meelopers met
Hitler. Pieck was veel libera
ler en behoorde tot de oude
garde van Rosa Luxemburg
en Karl Liebknecht. Hij was
zeer geliefd bij de arbeiders.
Voor hem was het ook gemak
kelijker omdat hij, als Beatrix
in Holland, een symboolfunc
tie had. De DDR is een staat
van burgermannetjes gewor
den. Met partij vorsten. Maar
zonder de pracht en praal van
vroeger".
„Karl in mijn boek is een
restfiguur; een man teleurge
steld in politiek en mensen. Ze
zoeken nog de kleine troost. Ik
heb zé gekend. In mijn familie
Kurt Bartsch en zijn vrouw Irene: „Ik heb de bouw van de Berlijnse muur nog verwel
komd". - FOTO DE GEUS
ook", vertelt Kurt Bartsch.
Karl woont bij Rita, de voor
malige prostituee. „Ik zou wil
len dat alles anders werd", zei
de oude man. 'Een soort hemel
op aarde'. (De mensen daar
voor zul je moeten zoeken). Hij
gaf haar een stuk taart. 'Het
was een droom. Het beroerde
is, dat ik niet in dromen ge
loof'. 'Ik wel', zei Rita. 'Waar
moet je anders in geloven? Ze
mogen alleen niet te groot zijn.
Grote dromen zijn niet te ver
vullen'. 'Juist', zei de oude
man. 'Wie gelooft dat er een
hemel op aarde bestaat, ge
looft in een sprookje'. Rita; 'Ik
lees graag sprookjes'. 'Ik ook.
Marx, Engels, Lenin', zei de
oude man. 'Zij hebben het doel
bepaald. Het lag voor ons. Het
ligt nog steeds voor ons. Maar
doordat we achteruitgaan,
zullen we eerder in het feoda
lisme terechtkomen dan in het
socialisme'. 'Dat is me te ge
leerd', zei Rita. 'Ik weet niet
eens het verschil tussen feoda
lisme en socialisme'. 'Ik jam
mer genoeg ook niet'. Hij lach
te. 'Ze lijken akelig veel op el
kaar die twee'(einde citaat)
„Nee, met religie heb ik geen
contact", aldus Kurt. „Ik ben
een heiden. Ik lees wel de bij
bel. Uit literair oogpunt. Het
socialisme heeft trouwens iets
van een religie. Door dogma
tisme. Het zit vol begrippen,
die je ook in het katholicisme
tegenkomt. Mijn religieuze ci
taten in Wadzeck zijn ironisch
gebruikt. Wie trouwens in de
DDR niet in het gelid loopt,
kan alleen nog theologie stu
deren. Daarom is het grootste
deel van de jeugd er braaf. Ze
willen een baan en geld ver
dienen. Wie te kritisch is,
krijgt geen mogelijkheden om
bijvoorbeeld voor arts of inge
nieur te studeren. Maar ik ge
loof dat er via de vredesbewe
ging en kerken wel iets aan de
hand is onder een deel van de
jeugd nu. Maar dat heb ik niet
meer meegemaakt. Ik ben nu
vijf jaar weg. Mijn dochter (27)
is er gebleven als lerares. Ik
kan haar af en toe elders ont
moeten.
In de DDR heeft de litera
tuur een sterke uitwerking",
aldus Kurt. „Daar worden ge
dichten gelezen. Daar wordt
ook tussen de regels doorgele
zen, omdat de media, allen in
de hand van de partij, slechts
één mening weergeven. Maar
er zijn grote mazen in het net.
Als je bijvoorbeeld toneel
schrijft, kun je dubbelzinnig
zijn. 'Ha, die Agamemnon is
Ulbricht', zei het publiek.
Maar als je te kritisch bent,
wordt je werk niet gedrukt.
Hier in het Westen kan ik nu
schrijven wat ik wil. Maar de
'Wirkungslosigkeit' (krachte
loosheid) is totaal! Niemand
luistert ernaar. En als je hier
geen goede uitgever hebt, geen
manager met geld, die kan ad
verteren, critici kopen etc.,
word je geen bestseller
auteur. Met geld kun je hier li
teratuur maken! Een oplage
van 2Ó00 exemplaren is hier al
aardig. In de DDR kun je ge
makkelijk 30 tot 50.000 exem
plaren kwijt, maar er is wei
nig drukcapaciteit; weinig pa
pier. Als je uit de DDR komt
als uit een tante Emma-win-
kel, is het alsof je hier op een
soort supermarkt terecht
komt; op een Frankfurter
Buchmesse met een 90.000 ti
tels. Het is niet meer te over
zien. Devaluatie. Ik kan hier
moeilijk leven als schrijver.
Ben nu bezig met een tv-spel;
een krimi. Je hebt geld nodig
om te leven".
Karl zegt in Wadzeck tegen
Genosse Richard: „Wij zijn
geen goden Richard. Wij zijn
(waren) arbeiders. Wij moeten
niet als' onfeilbaren op aarde
wandelen met een aureool om
ons hoofd. We moeten open
zijn, openlijk toegeven hoe de
zaak ervoor staat! Net als Le
nin: Als er morgen geen meel
komt, zijn we verloren"
I Uitgeverij Het Spectrum heeft
I de jongste staatsgreep in
1 Oeganda aangegrepen om het
I boek 'President voor het leven'
I van Wim Hornman weer op de
I markt te brengen. In deze, wat
I de schrijver zelf kwalificeert
'feitenroman', spelen de
I onlangs verdreven Oegandese
I president Milton Obote en
I diens voorganger, Idi Amin, de
I hoofdrollen. Ook de huidige
I machthebber Okello (Otello,
I schrijft Hornman) wordt, zij
het zijdelings, ten tonele ge-
I voerd.
Het boek verscheen eerder
I bij uitgeverij Hollandia in
I Baarn onder de titel 'De jaren
lvan de krokodil'. Het Spec
trum suggereert dat het een
?st actuele feitenroman is,
Imaar de epiloog dateert van
I augustus 1977 en wat er sinds-
I dien in Oeganda is gebeurd zal
i vergeefs in het boek te
genkomen. Inclusief de onder-
;ang van Amin.
'President voor het leven'
laat zich lezen als een span-
I aende thriller, meldt de uitge-
I ver, maar dat is op z'n zachtst
I gezegd sterk overdreven. Aan
I be hand van geromantiseerde
I personen worden de gebeurte-
I nissen in Oeganda van vlak
I voor de onafhankelijkheid tot
11976/77 uit de doeken gedaan.
I '"gewikkelde stamverbanden,
I Se eerste val van Obote, de op-
I komst van Amin, de groot-
I vcheepse zuiveringsacties van
Afrikaanse 'Hitier', het
Iverdrijven van 100.000 Oegan-
I teen van Indische afkomst en
I" natuurlijk - de raid op En-
r-ebbe door de Israëlische
■Strijdkrachten om daar de
I joodse passagiers van een ge-
I kaapt Frans vliegtuig te be-
I 'Tijden. Hornman voegt overi-
Isens niets nieuws toe aan wat
lüerover reeds eerder is ver-
I "henen. Integendeel, zijn be-
I ."hrij ving doet vermoeden dat
|®j deze gebeurtenis alleen
®aar van verre heeft gevolgd.
Hornman doet mee met de
Ibiode' van de laatste jaren om
I'sitelij ke politieke gebeurte-
Ijjissen in romanvorm en als
I Priller te beschrijven. Een
aantal, meest buitenlandse,
■schrijvers is daar uitstekend
I® geslaagd. Hornman niet.
I'ijn boek is saai, ingewikkeld,
I "samenhangend, Wie de eer-
|ste 50 pagina's heeft doorge-
|'vorsteld ziet door de bomen
IJet bos niet meer: Langi,
|®choli, Kakwa's, Loegbara,
l'eso's, Moebendi, Toro's, Ka-
l'Smoja's, Baganda's. Een
I'artje met de thuislanden
|van al deze rivaliserende
|%nmen zou de lezer nog een
«handje hebben kunnen helpen.
|boals ook de uitleg van het
|®rschil tussen Oeganda en
|_°hganda. Kortom: de weer-
c van historische feiten is
■^duidelijk beschreven. En ze-
|*er niet spannend. Het Spec
imen heeft het boek uitge
licht in de jubileum-serie
l';nhalve eeuw, een halve
■ijls'. Het boek kost derhalve
I "gulden. En terecht.
PJD
De Noorse schrijfster Toril Brekke.
FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP
Door Mathie u Kothuis
DONDERDAGMORGEN 16
september '82 omsingelen
Israëlische troepen de Pa
lestijnse vluchtelingenkam
pen Sabra en Chatilla in
West-Beiroet. In het kader
van de operatie 'Vrede voor
Galilea' zijn de Israeli's met
hun 'grote schoonmaak' van
Libanon gevorderd tot de
hoofdstad en het westelijke
stadsdeel wordt van de bui
tenwereld afgesloten.
Onder begeleiding van
VN-soldaten zijn eerder al
duizenden PLO-soldaten
vanuit Beiroet naar Tunis,
Cyprus, Syrië en Libië geë
vacueerd. Het Israëlische
opperbevel vermoedt dat in
de Palestijnse vluchtelin
genkampen Sabra en Cha
tilla nog enkele honderden
PLO-strijders zitten onder
gedoken.
Israëlische en Falangisti-
sche (christelijke) officieren
komen later die dag bijeen
om verdere doelen te be
spreken. Officieel wordt be
kend gemaakt dat de Falan-
gisten een actieve rol willen
spelen 'bij het wegvagen van
de terroristen'. Vrijdagmid
dag trekken soldaten van de
Falangistische militie Sabra
en Chatilla binnen. De Is
raëlische troepen betrekken
stellingen op de omliggende
heuvels. Het bloedbad dat
volgt zal tot zaterdagmorgen
duren en aan naar schatting
rond duizend Palestijnen;
mannen, vrouwen, kinderen
en ouden van dagen het le
ven kosten. Het duurt enkele
dagen voordat de wereld de
schokkende werkelijkheid
ervaart.
Vlak voor het bloedbad
hebben alle buitenlanders,
verpleegsters, artsen en me
disch personeel, Sabra en
Chatilla in opdracht van het
Israëlische leger verlaten.
Onder hen de Noorse jour
naliste Toril Brekke die in
Chatilla bij enkele landge
noten haar intrek had geno
men. In de turbulente dageri
die volgen registreert ze de
gebeurtenissen in de kam
pen onder meer aan de hand
van ooggetuigenverslagen
van hen die het bloedbad
overleven. Thuis gekomen
verwerkt ze haar bevindin
gen in een roman: 'De film
over Chatilla'.
Hoofdpersoon Eva die als
fysiotherapeute enige tijd in
Chatilla werkte, vertelt haar
ervaringen thuis aan vriend
en filmer Kai. Ze merkt ech
ter al gauw dat haar in
drukken, haar gevoelens en
emoties over het hopeloze
vluchtelingenlot van de Pa
lestijnen niet overkomen.
Kai die van het verhaal van
Eva een filmscript schrijft,
slaagt er volgens haar niet
in de werkelijkheid van
Chantilla te benaderen. Ze
voelt zich steeds meer een
vreemde in haar eigen stad
Oslo. De schokkende in
drukken in het Palestijnse
kamp hebben haar voor
goed, zo lijkt het, afgesloten
van het Westeuropese leven
van alledag.
„Mijn belangrijke bedoe
ling met dit boek was om de
zaak van de Palestijnen te
verduidelijken voor de men
sen thuis. De Palestijnse
kwestie is in West-Europa
misschien pas na de zes
daagse oorlog in '67 begin
nen te leven. Wat wisten we
voor die tijd eigenlijk van de
Palestijnen? Op school in
Oslo hoorde ik ook uitslui
tend de verhalen van het
verschrikkelijke lot van de
joden in de Tweede Oorlog
en daarna over de stichting
van'de Joodse Staat. Maar
wat wisten we van de Pales
tij nen en het verlies van hun
vaderland?".
In die vijf weken in Liba
non in '82, in het heetst van
de strijd, maakte Toril
Brekke grondig kennis met
de Palestijnse kwestie en het
'eeuwigdurend conflict' tus
sen PLO en de Joodse Staat.
Zo grondig kennelijk dat
Brekke onder die overweldi
gende indrukken bezwijkt
en in haar boek volledig
doordraait. Van enige histo
rische beschouwing van het
joods-Palestijnse conflict,
van de achtergronden van
met name de joodse verbon
denheid met Palestina is
geen sprake meer. Wel heeft
ze het over 'die zionistische
honden met een zwart gewe
ten' die zich in hun voortdu
rend conflict met de PLO
gesteund weten door de VS
die er in feite altijd op uit
zijn geweest de joden en Is
raël te gebruiken als politiek
steunpunt in het Midden-
Oosten.
„Ik ben zeker niet tegen
de joden", antwoordt Brekke
op deze kritiek. „Ik had in
Noorwegen joodse vrienden
waarvan ik er enkele door
dit boek ben verloren. En
achteraf bezien had ik in
derdaad wat meer over die
joodse achtergrond in mijn
roman moeten opnemen. De
joden zijn de hele geschiede
nis door zó vaak achtervolgd
en onderdrukt dat dat niet
los gezien kan worden van
de strijd van vandaag de
dag".
„Toch", zo zegt Brekke,
„laat dat joodse lot onverlet
dat het leven van de Pales
tijnen in de westerse media
zwaar wordt onderbelicht.
Mensen uit het noorden van
Noorwegen die in hun leven
zelfs nog nooit in Oslo zijn
geweest, wat denk je dat zij
van de Palestijnen weten?.
Niks toch, behalve dan de
verhalen uit de krant over
die bloedige oorlog in Liba
non. In mijn boek heb ik die
oorlog, via Noorse Eva, wat
dichter bij huis proberen te
brengen".
Die verontschuldiging
van Brekke is niet alleen
zwak maar zelfs gevaarlijk
misleidendjamdat de gruwe
len in elke oorlog, ook die in
Libanon, nooit alleen op re
kening van slechts een partij
kunnen worden geschreven.
'De film van Chatilla' door Toril
Brekke
Uitgeverij De Geus, Breda
Prijs 29,50
Door Frits Thissen
HET LIJKT een goede zaak,
wanneer een politieke partij
in de hitte van de dagelijkse
politieke strijd vanuit de luw
te van de studeerkamer gecon
fronteerd wordt met haar lei
dinggevende beginselen. Aan-
het politieke front plegen die
principes nogal eens onder te
sneeuwen, deuken op te lopen
of zelfs in het ongerede te ra
ken.
Drs. A.M. Oostlander, vanaf
1975 achtereenvolgens direc
teur van de dr. Abraham Kuy-
perstichting (de 'think-tank'
van de ARP) en van het We
tenschappelijke Instituut voor
het CDA (sinds de fusie eind
1980) vervult een dergelijke
taak. Hij doet dat in een nau
welijks aflatende stroom arti
kelen en toespraken.
Een niet te onderschatten
rol heeft hij bovendien ge
speeld in het weer op de rails
zetten van het fusieproces van
de drie christen-democrati
sche partijen aan het eind van
de zeventiger jaren, dat juist
tevoren danig was ontspoord.
Zo was hij een belangrijk
auteur van het spraakmaken
de rapport 'Grondslag en poli-
tiek handelen' (1978). Op zijn
beurt vormde dat rapport de
basis voor het Program van
Uitgangspunten, waarin de
politieke overtuiging van het
toen nog te vormen CDA is
neergelegd. Al met al was zijn
rol in het CDA-fusieproces en
het feit van zijn tienjarig di
recteurschap aanleiding voor
de staf van het Wetenschappe
lijk Instituut Y°or het bijeen
brengen van ruim twintig be
schouwingen van zijn hand in
de bundel 'Dorpsdespoten ont
tronen'.
De titel van het boek slaat
op de overtuiging van drs.
Oostlander, dat iedereen in het
CDA, in de politiek, in de sa-
meleving, aangesproken mag
worden op zijn beginselen. In
CDA-kring gaat het dan om
de boodschap van de Heilige
Schrift. „In christelijke orga
nisaties", aldus de inleiding tot
de butjdel, „mag geen pla, ts
zijn voor machtsbewuste
baasjes." Met andere woorden:
„Het beginsel onttroont de
dorpsdespoten."
Wat hiervan ook moge zijn,
als een rode draad loopt door
alle beschouwingen heen zijn
voortdurende hameren op de
politieke uitgangspunten van
het CDA, de beginselen dus.
Zijn waarschuwingen zijn le
gio, dat wanneer het CDA zich
niets aan die uitgangspunten
gelegen laat liggen, de partij
terugvalt in het 'machtsspel
van de belangengroepen', in de
'tactieken van de telefooncir
cuits', in het behandelen van
kiezers 'als stemvee, ploete
raars die niet weten dat ze
voor andermans belangen
worden gebruikt'.
„Grondslag en Program van
Uitgangspunten zijn instru
menten in hun handen (dat wil
zeggen in de handen van de
gewone CDA'ers, van de 'geïn
spireerde ploeteraars', red.)
om volksvertegenwoordigers
en bestuurders in het chris
ten-democratische spoor te
houden. Voor de laatsten is dat
goed, want niets menselijks is
hen vreemd", schrijft hij er
gens.
In de in deze bundel verza
melde artikelen van drs. Oost
lander zijn, voor wie het lezen
wil, belangrijke achtergron
den van het christen-demo
cratische politieke denken bij
eengebracht. Na de heftige
discussie over partijvorming
op confessionele grondslag tij
dens en direct na de Tweede
Wereldoorlog, die in de tweede
helft van de zestiger jaren nog
eens heftig oplaaiden, toont
drs. Oostlander zich nu een
van de belangrijkste en duide
lijkste verdedigers van partij
vorming op christelijke
grondslag.
Belangrijke vraag na lezing
van de rond drie thema's ge
groepeerde opstellen (politiek
en samenleving, de kerk en het
CDA zelf) blijft: in hoeverre
leiden de CDA-beginselen in
de politieke praktijk tot ont
troning van 'machtsbeluste
baasjes' binnen de partij, in
hoeverre hebben beginselen in
het algemeen dat effect binnen
politiek en" samenleving, in
hoeverre leiden de beginselen
van het CDA in de praktijk tot
het afzien van het 'machtsspel
van de belangengroepen' en
van de 'tactieken van de tele
fooncircuits'?
Het beantwoorden van die
vraag is niet gemakkelijk. Dat
antwoord hangt namelijk
nauw samen met de eigen po
litieke overtuiging. En met het
beeld dat men vanuit die op
tiek heeft van de beginselen
van het CDA en de politieke
praktijk van die partij. De le
zer zal dus zelf zijn positie op
de schaal tussen een positief
en een negatief oordeel moeten
afzetten.
Onafhankelijk van het ant
woord op die vraag staat ech
ter de overtuging, dat drs.
Oostlander ook nog de komen
de jaren zijn politieke partij
haar politieke principes zal
blijven voorhouden.
A.M. Oostlander: 'Dorpsdespoten
onttronen'. Uitgeverij T. Wever,
Franeker, 1985, prijs f 22,50.
Door Henk Egbers
„DE mensen bestaan niet meer
- hun voetsgppen zijn er nog.
Dat is erg vreemd," zegt de
vrouw als ze een oude foto be
kijkt van het joods ghetto in
een Poolse stad. De SS schoot
ze dood. Ida Flink schreef,
vanuit persoonlijke ervaring
verhalen uit de holocaust, die
onder de titel 'Een klein ogen
blik' (oorspronkelijk: Skrawek
czasu-opowiandania) in het
Nederlands is verschenen. De
zer dagen ontving de schrijf
ster daarvoor de Anne Frank-
literatuurprijs.
Ida Flink heeft de oorlog in
Polen overleefd en woont se
dert 1957 in Israël. Deze verha
len geven een gevoelig beeld
van het lot van de Poolse joden
tijdens de Tweede Wereldoor
log. Bijna drie miljoen werden
er om het leven gebracht.
Daarover is al zeer veel ge
schreven. De stroom oorlogs
boeken wist de laatste jaren
van geen ophouden. Niet al
leen vanwege het herdenken,
maar evenzeer omdat trau
ma's hun incubatieperiode
overstegen.
Dit boek is er niet een 'zo
maar uit de grote stroom'.
Bzztöh heeft in een vrij kort
tijdsbestek een serie auteurs
met 'oorlogsboeken' uitgege
ven, die eruit springen. Op de
eerste plaats zijn het vrouwen
en een man, die de oorlog als
kind meemaakten en nu als
volwassenen hun verschrikke
lijke jeugdervaringen van zich
af moeten schrijven. Op de
tweede plaats zijn het auteurs
uit Oost-Europa. Ida Flink,
Sera Anstadt, Kate David, Jo-
na Oberski. De ervaringen lo
pen van 'hoe leuk spannend de
oorlog was' (als kind; Kate
David) tot echte verschrikkin
gen (Anstadt).
Ida Flink verwerkt in haar
verhalen talrijke ervaringen.
Ze schrijft vanuit zichzelf
veelal over anderen. Boven
dien is ze in staat werkelijk
heid en fictie literair vorm te
geven. Haar geschiedenissen
(kleine anecdotes) hebben
vaak iets symbolisch. De har
de feiten krijgen daarmee
soms iets milds. Ze zijn niet
klagerig, noch aanklagend.
Die gevoelens kunnen moge
lijk wel bij de lezer ontstaan.
Dat is dus knap gedaan. Ida
Flink is vooral bezig met be
wustzijnsprocessen, zoals die
zich in de oorlog en vlak erna
openbaarden. Zoveel jaren na
de oorlog kijk je er vaak heel
anders tegenaan, het terugha
len van je werkelijke gevoe
lens en gedachten, zoals die
Ida Flink.
- FOTO BZZTÖH
zich openbaarden tijdens die
oorlog, is van belang.
Het eerste verhaal, met de
titel 'Het Einde' (de oorlog
maakte plotseling een einde
aan ontluikende liefde) staat
model voor de rest: oorlog is
dood, afscheid nemen, versto
ring van lief en leed. Mensen
in dat drama worden overla
den met schuldgevoelens,
wanhoop, hoop,... Vaak weten
ze geen relatie tot stand te
brengen tussen datgene wat
gebeurt, hen overkomt, en hun
gevoelsreacties. In de oorlog
én erna; als niet alleen de om
geving het niet begrijpt of
aanvoelt, maar ook overleven
nieuwe opgAven stelt: de
doorstane angsten een plaats
te geven in het leven zonder ze
weg te dringen.
.„Al jaren kan ik zijn gezicht
niet terughalen, hoe ik mijn
geheugen ook pijNig. Ik heb
geen foto's en het laatste beeld
heeft alles uitgewist. Telkens
wanneer ik dit gezicht probeer
op te roepen, verschijnt dat
ogenblik in de tuin, bijna di
rect na de sprong uit het raam,
het laatste. Het huis was om
singeld. Hande hoch..." (uit 'De
zuster van Henry k'). En:
„Hebt u ooit iemand gezien die
de oorlog dood heeft gemaakt
en die toch leeft?" vraagt de
vrolijke Zofia (titel van ver
haal) als ze later terugdenkt,
dat ze in een schuur zeer een
zaam overleefde... „Dat zwij
gen herinner ik me 't best.
Maar over zwijgen kun je niet
in woorden vertellen. Zwijgen
is het tegendeel van de stem,
en woorden zijn stem"...
Ida Flink verstaat de kunst
het 'kleine' drama in zijn juis
te gevoelswaarde over te dra
gen, zodat de grote en bulken
de drama's die in oorlogsboe
ken vaak worden opgeblazen
heel klein worden. Een groots
boek.
Ida Fink: 'Een klein ogenblik'.
Uitg. Bzztöh, prijs f24£0