K TUN OEVEN Oostduitse auteur Kurt Bartsch over Wadzeck: •HUISRAES De vertroebelde blik op Chatilla Politieke grondslag en het CDA Ida Flink schreef groots boek over het 'kleine' oorlogsdrama lUemque" HUIS Actualiteit van Oeganda Is- EN IAFDELING oktober >oorten vis en een gastkok. vishapjes in visshow zijn, lolf Schoot Axel jwenst. JUIS BOUTIQUE dverteren is vooruitzien, opticien. I „Ja, ik ben ook teleur gesteld in de vrijheid van het Westen", zegt Kurt Bartsch (48). Vijf jaar geleden verliet deze auteur Oost- Duitsland. Nu woont hij in West-Berlijn. Roman van de ontgoochelde mens Verwijzingen Teleurgesteld Religie TORIL BREKKE REGISTREERDE BLOEDBAD Machtsbelust Afkomst ANNE FRANKPRIJS VOOR 'EEN KLEIN OGENBLIK' ierbergh - Bistro IKSTRAAT 8 - TERNEUZEN •FOON 01150-97009 VRIJDAG 4 OKTOBER 1985 T47 pij de start van een aar. 4, zaterdag 5 en oktober aanstaande snnis maken met het jde nieuwe najaars- le ngen u met koffie of je, om samen de start jlvol najaar te vieren. Sluis 's geopend van 2 tot 6 uur tingen De Stem, 076-236911 Door Henk Egbers We praten op een zolder I jn Breda, waar uitgeverij I De Geus gevestigd is. I Erik Visser gaf dezer da- I gen zijn roman 'Wadzeck' uit in een Nederlandse I vertaling. „Ik kan hier in I het Westen nu weer I schrijven wat ik wil. Te- gelijk is het effect hier I nul komma nul", aldus |Kurt. „In Oost-Duitsland wordt de invloed van de literatuur overschat. Men gelooft er met |een gedicht een revolutie te kunnen laten ontbranden. Zijn manuscript voor Wadzeck I werd er geweigerd en in het I Westen uitgegeven. De Neder- llandse vertaling is de eerste uitgave buiten de grenzen. Het lis overigens zijn enige roman I en Kurt spreekt zelfs liever lvan een 'vertelling': Enkele exemplaren zijn toch in de I DDR terecht gekomen. I Wadzeck verscheen in 1980 I bij Rohwolt. Daarna kwamen I nog uit Blut om Schuh, Hed- I wig, Der Private Frieden en I Die Hölderlinie. Poëzie en I theater hebben zijn voorliefde, look in Wadzeck zijn theater- I invloeden (dialogen) tastbaar. I In Oost-Duitsland had hij zich leen reputatie opgebouwd, se- Idert 1967, via dichtbundels en 1 theaterstukken. Zijn vrouw I Irene, die enkele jaren geleden I een boek over de DDR ('Die da Idrüben') schreef (oplage 150.000), is dramaturg. Ze werk- e aan het grootste Oost-Duit- en tot voor kort aan het I grootste West-Duitse theater. I Kurt: „Ik heb geen geduld lom romans te schrijven. Ik schrijf snel. Het moet snel 1 klaar zijn. Theater leent zich 'DDR is staat van burgermannetjes geworden' De Oostduitse schrijver Kurt Bartsch heeft in zijn roman Wadzeck de vrouw Rita tot centrale figuur gemaakt. Als prostituee bindt zij enkele, uiteenlopende, mannenfiguren. Deze mannen hebben te maken met de opbouw van het nieuwe Oost-Duitsland. Wadzeck, haar pooier, wordt inmiddels veilig opgeborgen in de gevange nis, want prostitutie past niet in dat nieuwe Duitsland. Maar de bouwers van de nieuwe staat hoereren met hun macht en on macht. Bartsch beschrijft dat heel rechtstreeks en tegelijk heel subtiel. De politieke strijd die er plaatsvindt heeft zijn wortels in het opko mend socialisme aan het begin van deze eeuw. Deze roman be staat eigenlijk uit een aantal losse verhalen, die op een heldere manier de ontgoochelde mens in het socialistische Duitsland uit lichten. José Bruurmijn maakte een goede vertaling en de Breda- naar Martin Cornelissen zorgde voor een fraaie omslag. Het boek, uitgegeven door De geus, kost 19,90. daarvoor. Nee, voor toneel schrijf ik momenteel niet meer na een hele slechte uitvoering hier van een stuk. In de DDR zijn we nog gewend aan het realistische theater van de Brechtschool; hier in het Wes ten is het naturalistische thea ter (Strindberg c.s.) weer in de mode. Ik heb geen aansluiting. Bartsch groeide op in een communistische familie. Zijn vader was bovendien een strenge atheïst en anarchist. Kurt heeft er wat van meege kregen. „Ik was dan ook geen lid van de partij. Mij is het dogma vreemd; of het nu rooms-katholiek of socialis tisch is. Het communisme van nu is voor mij te religieus. Het Centrale Comité is identiek met de paus van Rome, die je vertelt hoe je kinderen moet verwekken. Als ik in Wadzeck schrijf over 'de sprookjes van Marx en Engels' dan heeft dat te maken met mijn teleurstel ling in het socialisme. Die te leurstelling kwam in 1961. Ik heb de bouw van de Ber- lijnse Muur nog verwelkomd! Vanaf dat moment zou het weer mooi worden. We waren weer onder elkaar! Er zou meer vrijheid komen; we zou den kritischer worden. Daar voor was er van buitenaf erg gestoord. Iedere maand wer den artsen, ingenieurs en an dere vakkrachten vanuit West-Duitsland weggelokt. Ik heb de brieven gezien met aanbiedingen van veel geld. Maar de muur voerde de span ningen nog verder op. Tussen overheid en schrijvers esca leerde ze. Toen ben ik vrijwil lig weggegaan", zegt Kurt, die geen 'Weg zuruck' ziet. Wadzeck speelt in dat Oost- Duitsland van de vijftiger en zestiger jaren, met verwijzin gen naar de jaren dertig. 'Der alte Genosse, de oude kame raad, die het concentratie kamp en het tuchthuis over leefde (zo'n 2/3000 man), speelt een grote rol. Zij zijn het die een nieuwe staat willen op bouwen. Kijk, dat ik zo lang in de DDR ben gebleven heeft ook te maken met het feit dat West-Duitsland grote nazi's heeft laten lopen, die bijvoor beeld tot op de dag van van daag topfuncties hebben en grote pensioenen genieten. Dat is in de DDR ondenkbaar", be toogt Kurt. Hij voert in Wadzeck twee Genossen op. De een met een leidende functie en de ander, die in het socialisme teleurge steld is. Dat is een leitmotiv. Bartsch' eigen teleurstelling wordt daarin geprojecteerd. De DDR werd geen echte so cialistische staat! Wel een staat van keinburgerlijke mensen, die met auto, ijskast en kleine tuin in het gareel worden gehouden. Bartsch: „Het begrip 'prole tariaat' is een cliché geworden. De DDR-arbeiders zijn voor 90 procent bourgeoisie. Ze willen geen politiek meer. De rege ring is dan ook zeer tevreden. Er heerst rust. Als ik in mijn roman Ulbricht oproep, denk ik aan een bij het volk niet-ge- liefde man die zijn socialisti sche ideeën wilde doordruk ken bij een bevolking, die voor 95% bestond uit meelopers met Hitler. Pieck was veel libera ler en behoorde tot de oude garde van Rosa Luxemburg en Karl Liebknecht. Hij was zeer geliefd bij de arbeiders. Voor hem was het ook gemak kelijker omdat hij, als Beatrix in Holland, een symboolfunc tie had. De DDR is een staat van burgermannetjes gewor den. Met partij vorsten. Maar zonder de pracht en praal van vroeger". „Karl in mijn boek is een restfiguur; een man teleurge steld in politiek en mensen. Ze zoeken nog de kleine troost. Ik heb zé gekend. In mijn familie Kurt Bartsch en zijn vrouw Irene: „Ik heb de bouw van de Berlijnse muur nog verwel komd". - FOTO DE GEUS ook", vertelt Kurt Bartsch. Karl woont bij Rita, de voor malige prostituee. „Ik zou wil len dat alles anders werd", zei de oude man. 'Een soort hemel op aarde'. (De mensen daar voor zul je moeten zoeken). Hij gaf haar een stuk taart. 'Het was een droom. Het beroerde is, dat ik niet in dromen ge loof'. 'Ik wel', zei Rita. 'Waar moet je anders in geloven? Ze mogen alleen niet te groot zijn. Grote dromen zijn niet te ver vullen'. 'Juist', zei de oude man. 'Wie gelooft dat er een hemel op aarde bestaat, ge looft in een sprookje'. Rita; 'Ik lees graag sprookjes'. 'Ik ook. Marx, Engels, Lenin', zei de oude man. 'Zij hebben het doel bepaald. Het lag voor ons. Het ligt nog steeds voor ons. Maar doordat we achteruitgaan, zullen we eerder in het feoda lisme terechtkomen dan in het socialisme'. 'Dat is me te ge leerd', zei Rita. 'Ik weet niet eens het verschil tussen feoda lisme en socialisme'. 'Ik jam mer genoeg ook niet'. Hij lach te. 'Ze lijken akelig veel op el kaar die twee'(einde citaat) „Nee, met religie heb ik geen contact", aldus Kurt. „Ik ben een heiden. Ik lees wel de bij bel. Uit literair oogpunt. Het socialisme heeft trouwens iets van een religie. Door dogma tisme. Het zit vol begrippen, die je ook in het katholicisme tegenkomt. Mijn religieuze ci taten in Wadzeck zijn ironisch gebruikt. Wie trouwens in de DDR niet in het gelid loopt, kan alleen nog theologie stu deren. Daarom is het grootste deel van de jeugd er braaf. Ze willen een baan en geld ver dienen. Wie te kritisch is, krijgt geen mogelijkheden om bijvoorbeeld voor arts of inge nieur te studeren. Maar ik ge loof dat er via de vredesbewe ging en kerken wel iets aan de hand is onder een deel van de jeugd nu. Maar dat heb ik niet meer meegemaakt. Ik ben nu vijf jaar weg. Mijn dochter (27) is er gebleven als lerares. Ik kan haar af en toe elders ont moeten. In de DDR heeft de litera tuur een sterke uitwerking", aldus Kurt. „Daar worden ge dichten gelezen. Daar wordt ook tussen de regels doorgele zen, omdat de media, allen in de hand van de partij, slechts één mening weergeven. Maar er zijn grote mazen in het net. Als je bijvoorbeeld toneel schrijft, kun je dubbelzinnig zijn. 'Ha, die Agamemnon is Ulbricht', zei het publiek. Maar als je te kritisch bent, wordt je werk niet gedrukt. Hier in het Westen kan ik nu schrijven wat ik wil. Maar de 'Wirkungslosigkeit' (krachte loosheid) is totaal! Niemand luistert ernaar. En als je hier geen goede uitgever hebt, geen manager met geld, die kan ad verteren, critici kopen etc., word je geen bestseller auteur. Met geld kun je hier li teratuur maken! Een oplage van 2Ó00 exemplaren is hier al aardig. In de DDR kun je ge makkelijk 30 tot 50.000 exem plaren kwijt, maar er is wei nig drukcapaciteit; weinig pa pier. Als je uit de DDR komt als uit een tante Emma-win- kel, is het alsof je hier op een soort supermarkt terecht komt; op een Frankfurter Buchmesse met een 90.000 ti tels. Het is niet meer te over zien. Devaluatie. Ik kan hier moeilijk leven als schrijver. Ben nu bezig met een tv-spel; een krimi. Je hebt geld nodig om te leven". Karl zegt in Wadzeck tegen Genosse Richard: „Wij zijn geen goden Richard. Wij zijn (waren) arbeiders. Wij moeten niet als' onfeilbaren op aarde wandelen met een aureool om ons hoofd. We moeten open zijn, openlijk toegeven hoe de zaak ervoor staat! Net als Le nin: Als er morgen geen meel komt, zijn we verloren" I Uitgeverij Het Spectrum heeft I de jongste staatsgreep in 1 Oeganda aangegrepen om het I boek 'President voor het leven' I van Wim Hornman weer op de I markt te brengen. In deze, wat I de schrijver zelf kwalificeert 'feitenroman', spelen de I onlangs verdreven Oegandese I president Milton Obote en I diens voorganger, Idi Amin, de I hoofdrollen. Ook de huidige I machthebber Okello (Otello, I schrijft Hornman) wordt, zij het zijdelings, ten tonele ge- I voerd. Het boek verscheen eerder I bij uitgeverij Hollandia in I Baarn onder de titel 'De jaren lvan de krokodil'. Het Spec trum suggereert dat het een ?st actuele feitenroman is, Imaar de epiloog dateert van I augustus 1977 en wat er sinds- I dien in Oeganda is gebeurd zal i vergeefs in het boek te genkomen. Inclusief de onder- ;ang van Amin. 'President voor het leven' laat zich lezen als een span- I aende thriller, meldt de uitge- I ver, maar dat is op z'n zachtst I gezegd sterk overdreven. Aan I be hand van geromantiseerde I personen worden de gebeurte- I nissen in Oeganda van vlak I voor de onafhankelijkheid tot 11976/77 uit de doeken gedaan. I '"gewikkelde stamverbanden, I Se eerste val van Obote, de op- I komst van Amin, de groot- I vcheepse zuiveringsacties van Afrikaanse 'Hitier', het Iverdrijven van 100.000 Oegan- I teen van Indische afkomst en I" natuurlijk - de raid op En- r-ebbe door de Israëlische ■Strijdkrachten om daar de I joodse passagiers van een ge- I kaapt Frans vliegtuig te be- I 'Tijden. Hornman voegt overi- Isens niets nieuws toe aan wat lüerover reeds eerder is ver- I "henen. Integendeel, zijn be- I ."hrij ving doet vermoeden dat |®j deze gebeurtenis alleen ®aar van verre heeft gevolgd. Hornman doet mee met de Ibiode' van de laatste jaren om I'sitelij ke politieke gebeurte- Ijjissen in romanvorm en als I Priller te beschrijven. Een aantal, meest buitenlandse, ■schrijvers is daar uitstekend I® geslaagd. Hornman niet. I'ijn boek is saai, ingewikkeld, I "samenhangend, Wie de eer- |ste 50 pagina's heeft doorge- |'vorsteld ziet door de bomen IJet bos niet meer: Langi, |®choli, Kakwa's, Loegbara, l'eso's, Moebendi, Toro's, Ka- l'Smoja's, Baganda's. Een I'artje met de thuislanden |van al deze rivaliserende |%nmen zou de lezer nog een «handje hebben kunnen helpen. |boals ook de uitleg van het |®rschil tussen Oeganda en |_°hganda. Kortom: de weer- c van historische feiten is ■^duidelijk beschreven. En ze- |*er niet spannend. Het Spec imen heeft het boek uitge licht in de jubileum-serie l';nhalve eeuw, een halve ■ijls'. Het boek kost derhalve I "gulden. En terecht. PJD De Noorse schrijfster Toril Brekke. FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP Door Mathie u Kothuis DONDERDAGMORGEN 16 september '82 omsingelen Israëlische troepen de Pa lestijnse vluchtelingenkam pen Sabra en Chatilla in West-Beiroet. In het kader van de operatie 'Vrede voor Galilea' zijn de Israeli's met hun 'grote schoonmaak' van Libanon gevorderd tot de hoofdstad en het westelijke stadsdeel wordt van de bui tenwereld afgesloten. Onder begeleiding van VN-soldaten zijn eerder al duizenden PLO-soldaten vanuit Beiroet naar Tunis, Cyprus, Syrië en Libië geë vacueerd. Het Israëlische opperbevel vermoedt dat in de Palestijnse vluchtelin genkampen Sabra en Cha tilla nog enkele honderden PLO-strijders zitten onder gedoken. Israëlische en Falangisti- sche (christelijke) officieren komen later die dag bijeen om verdere doelen te be spreken. Officieel wordt be kend gemaakt dat de Falan- gisten een actieve rol willen spelen 'bij het wegvagen van de terroristen'. Vrijdagmid dag trekken soldaten van de Falangistische militie Sabra en Chatilla binnen. De Is raëlische troepen betrekken stellingen op de omliggende heuvels. Het bloedbad dat volgt zal tot zaterdagmorgen duren en aan naar schatting rond duizend Palestijnen; mannen, vrouwen, kinderen en ouden van dagen het le ven kosten. Het duurt enkele dagen voordat de wereld de schokkende werkelijkheid ervaart. Vlak voor het bloedbad hebben alle buitenlanders, verpleegsters, artsen en me disch personeel, Sabra en Chatilla in opdracht van het Israëlische leger verlaten. Onder hen de Noorse jour naliste Toril Brekke die in Chatilla bij enkele landge noten haar intrek had geno men. In de turbulente dageri die volgen registreert ze de gebeurtenissen in de kam pen onder meer aan de hand van ooggetuigenverslagen van hen die het bloedbad overleven. Thuis gekomen verwerkt ze haar bevindin gen in een roman: 'De film over Chatilla'. Hoofdpersoon Eva die als fysiotherapeute enige tijd in Chatilla werkte, vertelt haar ervaringen thuis aan vriend en filmer Kai. Ze merkt ech ter al gauw dat haar in drukken, haar gevoelens en emoties over het hopeloze vluchtelingenlot van de Pa lestijnen niet overkomen. Kai die van het verhaal van Eva een filmscript schrijft, slaagt er volgens haar niet in de werkelijkheid van Chantilla te benaderen. Ze voelt zich steeds meer een vreemde in haar eigen stad Oslo. De schokkende in drukken in het Palestijnse kamp hebben haar voor goed, zo lijkt het, afgesloten van het Westeuropese leven van alledag. „Mijn belangrijke bedoe ling met dit boek was om de zaak van de Palestijnen te verduidelijken voor de men sen thuis. De Palestijnse kwestie is in West-Europa misschien pas na de zes daagse oorlog in '67 begin nen te leven. Wat wisten we voor die tijd eigenlijk van de Palestijnen? Op school in Oslo hoorde ik ook uitslui tend de verhalen van het verschrikkelijke lot van de joden in de Tweede Oorlog en daarna over de stichting van'de Joodse Staat. Maar wat wisten we van de Pales tij nen en het verlies van hun vaderland?". In die vijf weken in Liba non in '82, in het heetst van de strijd, maakte Toril Brekke grondig kennis met de Palestijnse kwestie en het 'eeuwigdurend conflict' tus sen PLO en de Joodse Staat. Zo grondig kennelijk dat Brekke onder die overweldi gende indrukken bezwijkt en in haar boek volledig doordraait. Van enige histo rische beschouwing van het joods-Palestijnse conflict, van de achtergronden van met name de joodse verbon denheid met Palestina is geen sprake meer. Wel heeft ze het over 'die zionistische honden met een zwart gewe ten' die zich in hun voortdu rend conflict met de PLO gesteund weten door de VS die er in feite altijd op uit zijn geweest de joden en Is raël te gebruiken als politiek steunpunt in het Midden- Oosten. „Ik ben zeker niet tegen de joden", antwoordt Brekke op deze kritiek. „Ik had in Noorwegen joodse vrienden waarvan ik er enkele door dit boek ben verloren. En achteraf bezien had ik in derdaad wat meer over die joodse achtergrond in mijn roman moeten opnemen. De joden zijn de hele geschiede nis door zó vaak achtervolgd en onderdrukt dat dat niet los gezien kan worden van de strijd van vandaag de dag". „Toch", zo zegt Brekke, „laat dat joodse lot onverlet dat het leven van de Pales tijnen in de westerse media zwaar wordt onderbelicht. Mensen uit het noorden van Noorwegen die in hun leven zelfs nog nooit in Oslo zijn geweest, wat denk je dat zij van de Palestijnen weten?. Niks toch, behalve dan de verhalen uit de krant over die bloedige oorlog in Liba non. In mijn boek heb ik die oorlog, via Noorse Eva, wat dichter bij huis proberen te brengen". Die verontschuldiging van Brekke is niet alleen zwak maar zelfs gevaarlijk misleidendjamdat de gruwe len in elke oorlog, ook die in Libanon, nooit alleen op re kening van slechts een partij kunnen worden geschreven. 'De film van Chatilla' door Toril Brekke Uitgeverij De Geus, Breda Prijs 29,50 Door Frits Thissen HET LIJKT een goede zaak, wanneer een politieke partij in de hitte van de dagelijkse politieke strijd vanuit de luw te van de studeerkamer gecon fronteerd wordt met haar lei dinggevende beginselen. Aan- het politieke front plegen die principes nogal eens onder te sneeuwen, deuken op te lopen of zelfs in het ongerede te ra ken. Drs. A.M. Oostlander, vanaf 1975 achtereenvolgens direc teur van de dr. Abraham Kuy- perstichting (de 'think-tank' van de ARP) en van het We tenschappelijke Instituut voor het CDA (sinds de fusie eind 1980) vervult een dergelijke taak. Hij doet dat in een nau welijks aflatende stroom arti kelen en toespraken. Een niet te onderschatten rol heeft hij bovendien ge speeld in het weer op de rails zetten van het fusieproces van de drie christen-democrati sche partijen aan het eind van de zeventiger jaren, dat juist tevoren danig was ontspoord. Zo was hij een belangrijk auteur van het spraakmaken de rapport 'Grondslag en poli- tiek handelen' (1978). Op zijn beurt vormde dat rapport de basis voor het Program van Uitgangspunten, waarin de politieke overtuiging van het toen nog te vormen CDA is neergelegd. Al met al was zijn rol in het CDA-fusieproces en het feit van zijn tienjarig di recteurschap aanleiding voor de staf van het Wetenschappe lijk Instituut Y°or het bijeen brengen van ruim twintig be schouwingen van zijn hand in de bundel 'Dorpsdespoten ont tronen'. De titel van het boek slaat op de overtuiging van drs. Oostlander, dat iedereen in het CDA, in de politiek, in de sa- meleving, aangesproken mag worden op zijn beginselen. In CDA-kring gaat het dan om de boodschap van de Heilige Schrift. „In christelijke orga nisaties", aldus de inleiding tot de butjdel, „mag geen pla, ts zijn voor machtsbewuste baasjes." Met andere woorden: „Het beginsel onttroont de dorpsdespoten." Wat hiervan ook moge zijn, als een rode draad loopt door alle beschouwingen heen zijn voortdurende hameren op de politieke uitgangspunten van het CDA, de beginselen dus. Zijn waarschuwingen zijn le gio, dat wanneer het CDA zich niets aan die uitgangspunten gelegen laat liggen, de partij terugvalt in het 'machtsspel van de belangengroepen', in de 'tactieken van de telefooncir cuits', in het behandelen van kiezers 'als stemvee, ploete raars die niet weten dat ze voor andermans belangen worden gebruikt'. „Grondslag en Program van Uitgangspunten zijn instru menten in hun handen (dat wil zeggen in de handen van de gewone CDA'ers, van de 'geïn spireerde ploeteraars', red.) om volksvertegenwoordigers en bestuurders in het chris ten-democratische spoor te houden. Voor de laatsten is dat goed, want niets menselijks is hen vreemd", schrijft hij er gens. In de in deze bundel verza melde artikelen van drs. Oost lander zijn, voor wie het lezen wil, belangrijke achtergron den van het christen-demo cratische politieke denken bij eengebracht. Na de heftige discussie over partijvorming op confessionele grondslag tij dens en direct na de Tweede Wereldoorlog, die in de tweede helft van de zestiger jaren nog eens heftig oplaaiden, toont drs. Oostlander zich nu een van de belangrijkste en duide lijkste verdedigers van partij vorming op christelijke grondslag. Belangrijke vraag na lezing van de rond drie thema's ge groepeerde opstellen (politiek en samenleving, de kerk en het CDA zelf) blijft: in hoeverre leiden de CDA-beginselen in de politieke praktijk tot ont troning van 'machtsbeluste baasjes' binnen de partij, in hoeverre hebben beginselen in het algemeen dat effect binnen politiek en" samenleving, in hoeverre leiden de beginselen van het CDA in de praktijk tot het afzien van het 'machtsspel van de belangengroepen' en van de 'tactieken van de tele fooncircuits'? Het beantwoorden van die vraag is niet gemakkelijk. Dat antwoord hangt namelijk nauw samen met de eigen po litieke overtuiging. En met het beeld dat men vanuit die op tiek heeft van de beginselen van het CDA en de politieke praktijk van die partij. De le zer zal dus zelf zijn positie op de schaal tussen een positief en een negatief oordeel moeten afzetten. Onafhankelijk van het ant woord op die vraag staat ech ter de overtuging, dat drs. Oostlander ook nog de komen de jaren zijn politieke partij haar politieke principes zal blijven voorhouden. A.M. Oostlander: 'Dorpsdespoten onttronen'. Uitgeverij T. Wever, Franeker, 1985, prijs f 22,50. Door Henk Egbers „DE mensen bestaan niet meer - hun voetsgppen zijn er nog. Dat is erg vreemd," zegt de vrouw als ze een oude foto be kijkt van het joods ghetto in een Poolse stad. De SS schoot ze dood. Ida Flink schreef, vanuit persoonlijke ervaring verhalen uit de holocaust, die onder de titel 'Een klein ogen blik' (oorspronkelijk: Skrawek czasu-opowiandania) in het Nederlands is verschenen. De zer dagen ontving de schrijf ster daarvoor de Anne Frank- literatuurprijs. Ida Flink heeft de oorlog in Polen overleefd en woont se dert 1957 in Israël. Deze verha len geven een gevoelig beeld van het lot van de Poolse joden tijdens de Tweede Wereldoor log. Bijna drie miljoen werden er om het leven gebracht. Daarover is al zeer veel ge schreven. De stroom oorlogs boeken wist de laatste jaren van geen ophouden. Niet al leen vanwege het herdenken, maar evenzeer omdat trau ma's hun incubatieperiode overstegen. Dit boek is er niet een 'zo maar uit de grote stroom'. Bzztöh heeft in een vrij kort tijdsbestek een serie auteurs met 'oorlogsboeken' uitgege ven, die eruit springen. Op de eerste plaats zijn het vrouwen en een man, die de oorlog als kind meemaakten en nu als volwassenen hun verschrikke lijke jeugdervaringen van zich af moeten schrijven. Op de tweede plaats zijn het auteurs uit Oost-Europa. Ida Flink, Sera Anstadt, Kate David, Jo- na Oberski. De ervaringen lo pen van 'hoe leuk spannend de oorlog was' (als kind; Kate David) tot echte verschrikkin gen (Anstadt). Ida Flink verwerkt in haar verhalen talrijke ervaringen. Ze schrijft vanuit zichzelf veelal over anderen. Boven dien is ze in staat werkelijk heid en fictie literair vorm te geven. Haar geschiedenissen (kleine anecdotes) hebben vaak iets symbolisch. De har de feiten krijgen daarmee soms iets milds. Ze zijn niet klagerig, noch aanklagend. Die gevoelens kunnen moge lijk wel bij de lezer ontstaan. Dat is dus knap gedaan. Ida Flink is vooral bezig met be wustzijnsprocessen, zoals die zich in de oorlog en vlak erna openbaarden. Zoveel jaren na de oorlog kijk je er vaak heel anders tegenaan, het terugha len van je werkelijke gevoe lens en gedachten, zoals die Ida Flink. - FOTO BZZTÖH zich openbaarden tijdens die oorlog, is van belang. Het eerste verhaal, met de titel 'Het Einde' (de oorlog maakte plotseling een einde aan ontluikende liefde) staat model voor de rest: oorlog is dood, afscheid nemen, versto ring van lief en leed. Mensen in dat drama worden overla den met schuldgevoelens, wanhoop, hoop,... Vaak weten ze geen relatie tot stand te brengen tussen datgene wat gebeurt, hen overkomt, en hun gevoelsreacties. In de oorlog én erna; als niet alleen de om geving het niet begrijpt of aanvoelt, maar ook overleven nieuwe opgAven stelt: de doorstane angsten een plaats te geven in het leven zonder ze weg te dringen. .„Al jaren kan ik zijn gezicht niet terughalen, hoe ik mijn geheugen ook pijNig. Ik heb geen foto's en het laatste beeld heeft alles uitgewist. Telkens wanneer ik dit gezicht probeer op te roepen, verschijnt dat ogenblik in de tuin, bijna di rect na de sprong uit het raam, het laatste. Het huis was om singeld. Hande hoch..." (uit 'De zuster van Henry k'). En: „Hebt u ooit iemand gezien die de oorlog dood heeft gemaakt en die toch leeft?" vraagt de vrolijke Zofia (titel van ver haal) als ze later terugdenkt, dat ze in een schuur zeer een zaam overleefde... „Dat zwij gen herinner ik me 't best. Maar over zwijgen kun je niet in woorden vertellen. Zwijgen is het tegendeel van de stem, en woorden zijn stem"... Ida Flink verstaat de kunst het 'kleine' drama in zijn juis te gevoelswaarde over te dra gen, zodat de grote en bulken de drama's die in oorlogsboe ken vaak worden opgeblazen heel klein worden. Een groots boek. Ida Fink: 'Een klein ogenblik'. Uitg. Bzztöh, prijs f24£0

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 25