BOEKEN
it het leven
an Roald,
idriaan en Ko
KiNDMRMN
Annette von Droste-Hülshoff
leeft nog in het Münsterland
iW (M/V)
'Verloren generatie' Spaanse schrijvers nog immer actueel
listratief
en tarwe-
medewerkers
ivaten, een
ustrie. Momen-
geïnvesteerd
kn
[rachtinstallatie.
aze aktiviteiten,
W5
HET LIJKT erop dat uitgeverij Meulenhoff
een literaire armada op Nederland afstuurt,
getuige de lawine vertalingen van Spaanse
schrijvers en dichters, die deze weken de
boekhandels bedelft.
Armen
Verzet
Adriaan Mole
Ko Kruier
Onrustig
Museum
Boekjes
A5ITERDAG 28 SEPTEMBER 1985
en voldoet aan onze
eisen, kunt u uw sollici-
iten aan de Algemene
ederland N.V,
lelzaken District,
Iheer J.A.F. Bilik,
l/eld 1,4811DH Breda.
efonische informatie:
rj.D.P. van Dijk,
03 64.
Ite Breda
In houden met
llefonisch contact onder-
pieringskantoren en het
haar taak gaan behoren,
rciële (verkoopgerichte)
enken wij aan een
}d salaris en aantrekkelijke
dkantoor, afdeling
Financierings-
15 BE Amsterdam. Voor
pmen met afdeling
(So&l l/o&....Vcvrq
Iteem.
/erder behoort het
komst tot de
a OOt- aaalU-rt --A u -
Literaire Armada verovert Nederland
Door Anton Theunissen
De uitgeverij, eerder te
recht geprezen om haar ris
kante promotie van Latijn-
samerikaanse literatuur,
heeft zich nu op Spanje ge
stort in het kader van het lo
pende Europese festival
Europalia 85 Espana. Het
heeft de Spaanse cultuur tot
onderwerp en duurt tot 22
december.
De schrijver Juan Goyti-
solo krijgt uit handen van de
Europese jury de literatuur
prijs voor zijn oeuvre. De ju
ry heeft met deze onder
scheiding de intellectuele,
morele en culturele onaf
hankelijkheid willen onder
strepen van een schrijver
die consequent in de
Spaanstalige wereld een ge
durfde vernieuwing heeft
doorgevoerd, zowel in de
taal als in de romantech
niek.
Goytisolo heeft (met Cela
o.a.) de Spaanse literatuur
uit een isolement gehaald. In
de jaren zestig en zeventig
werd niet meer het misera
bele Franco-Spanje gepor
tretteerd met al zijn rauw
heid, wreedheid en helden,
maar de schrijver richtte de
blik eindelijk naar binnen
en experimenteerde met de
vorm. Schrijven werd een li
teraire bevrijding voor de
auteurs. De experimentele
roman heeft de niet geringe
verdienste gehad dat er
schoonschip werd gemaakt:
de groeiende weerzin tegen
het realisme en tegen het
uitgesproken politieke enga
gement maakte duidelijk
dat de schrijvers eindelijk
toekwamen aan wat ze als
hun belangrijkste taak za
gen: schrijven.
De ontwikkeling in het
werk van Goytisolo is in dit
verband interessant. Zoals
de meeste auteurs die in de
jaren vijfig debuteerden,
schreef hij in zijn eerste ro
mans over een klasse die hij
alleen van buitenaf kende:
de armen. Aan het begin van
de jaren zestig kwam hij
steeds dichter bij huis. Niet
langer armoede en sociaal
onrecht zijn de voornaamste
thema's, maar problemen
die veel dichter bij de schrij
ver staan: relatieproblemen
en ballingschap (in 1956 ver
liet Goytisolo het verstik
kende Spanje).
Goytisolo radicaliseerde
steeds meer. In 1966 ver
scheen een van de imposant
ste Spaanse romans van de
ze eeuw: 'De identiteit'. Goy
tisolo voert een vergeefse
strijd tegen de culturele ver
stikking en de apathie in
Spanje. De verhouding met
zijn vaderland neemt trau-
matishe proporties aan.
Zijn twee volgende ro
mans ('Eerherstel voor graaf
don Julién' en 'Jan Zonder
Land', de Nederlandse ver
talingen zijn in voorberei
ding) leggen op steeds radi
calere wijze Goytisolo's ob
sessie bloot: hij behoort tot
De Generatie van '27. Achterste rij van links naar
rechts: Antonio Marichalar, José Bergamin, Corpus Bar-
ga, Vincente Aleixandres, Federico Garcia Lorca en Da-
maso Alonso. Onderste rij van links naar rechts: Pedro
Salinas, Ignacio Sanchez Mejias en Jorge Guilén, de late
re Nobelprijswinnaar.
- FOTO'S MEULENHOFF
hart van Europa, dat zijn
verguisde Spanje aan zijn
borst heeft gedrukt, een
prijs in ontvangst te nemen.
Goytisolo is namelijk ook
een ijdel man, die zijn lite
raire ambities nooit onder
stoelen of banken heeft ge
stoken.
Meulenhoff heeft inmid
dels twee romans van Goy
tisolo op de markt gebracht.
Hieronder korte besprekin
gen van Goytisolo's werken
en van alle andere 'schatten'
uit de Meulenhoff-armada.
Hoofdpersoon in 'De Iden
titeit', de 32-jarige Alvaro
Mendiola, ervaart op meer
dere manieren zijn 'zijn' als
problematisch. Genezend
van een hartkwaal, blikt hij
(het is 1963) terug op tien
jaar (vrijwillige) balling
schap in Parijs. In die tijd
heeft hij ook een documen
taire film gemaakt om te
achterhalen waarom diverse
mensen emigreren. Daar-
de cultuur die hij hartgron
dig haat en waarvan hij zich
wil bevrijden. Neemt Goyti
solo in 'De Identiteit' alleen
nog het Spanje van Franco
onder vuur, in latere romans
gaat de auteur de hele
Spaanse cultuur te lijf met
haar, volgens Goytisolo,
machtigste wapen: de taal.
Goytisolo lijkt definitief te
breken met Spanje en zijn
cultuur, als we de uitspraak
van een van zijn romanfigu
ren letterlijk zouden nemen:
„Ik ben definitief aan de
overkant, bij de eeuwige pa
ria's, en slijp het mes". Deze
woorden zijn, om uitdruk
king te geven aan zijn
triomf, ook nog in het Ara
bisch geschreven.
De woorden van Goytisolo
moeten overigens niet al te
letterlijk worden genomen,
want de schrijver komt weer
graag in zijn vaderland.
Op 16 oktober komt hij
zelfs naar Brussel om in het
door is hij het gedrag van
Spanjaarden in den vreem
de nog eens met andere ogen
gaan zien, onder meer dat
van nostalgische republikei
nen en van ambitieuze intel
lectuelen en kunstenaars die
in Parijs een Mekka menen
te zullen vinden.
Na tien jaar is hij een
vreemde in Spanje en wordt
ook als zodanig behandeld.
Het leven van zijn vrienden
en hun politieke activiteiten
moet hij letterlijk recon
strueren. Met dat al is het
een roman van een generatie
geworden die studeerde in
de jaren vijftig en hardhan
dig met het beproefde Fran
co-politieapparaat te maken
heeft gekregen - het is gene
ratie van Goytisolo zelf (ge
boren 1931!). Het belangrijk
ste identiteitsprobleem
wordt evenwel gevormd
door een gebeurtenis uit het
verleden - tijdens de Spaan
se Burgeroorlog werd de va
der van de hoofdpersoon
door de rode militie omge
bracht.
De roman is een verbijste
rende, persoonlijke synthese
van wat Goytisolo's genera
tie bezighield. „Na zijn ont
worteling uit het ondank
baar vaderhuis waren
jouw eigen avontuur en dat
van je land elk een andere
koers ingeslagen" zegt een
personage uit De Identiteit.
Onmacht en frustratie zijn
het eindresultaat van Goyti
solo's bezinnig.
Goytisolo's 'Om hier te le
ven' is een bundel van acht
verhalen die zich afspelen
onder de Spaanse jeugd en
in het leger, in de periode
tussen 1952 en 1957. De
auteur beschrijft de luste
loosheid waarin de Spaanse
samenleving - onder Franco
- is ondergedompeld. De
strenge militaire orde met
haar burgerlijke waarden
schept een klimaat waarin
elk artistiek initiatief onmo
gelijk werd gemaakt. De
jongeren die de klasse waar
uit zij zijn voortgekomen de
rug toekeren, vinden in hun
verzet tegen die klasse hun
identiteit.
In het prachtige, strak ge
schreven openingsverhaal
'Kruis en munt' zwerven een
paar rijkeluiszoontjes door
Barcelona aan de vooravond
van een katholiek congres.
De politie heeft alle lichte
vrouwen opgehaald: De stad
moet zuiver zijn. Er gaan
geruchten dat met de Zuida-
merikaanse delegatie 'een
hele troep mulattenhoeren'
meekomt. Ze trekken naar
de vaste adressen, maar alle
huizen zijn verlaten. Alleen
Ninotchka is aan de aan
dacht van de politie ont
snapt. Ze kijkt naar de pro
cessie, het hoofdbedekt met
een mantilla en in een hoog
gesloten jurk. „Schande,
schamen jullie je niet? Op
een dag als vandaag....".
De verontwaardiging die
uit alle verhalen spreekt
heeft nog steeds niet aan
kracht ingeboet, niet in de
laatste plaats omdat Goyti
solo een droge toon hanteert
waardoor de verhalen geen
kans krijgen sentimenteel te
worden.
In 'De Windmolen' tekent
Camilo José Cela op ironi
sche toon - hij is de Spaanse
meester van de karikatuur
en agressieve satire - het le
ven in een Spaans dorp via
de wederwaardigheden van
de inwoners, die als spelers
in een absurd drama ten to
nele worden gevoerd. Zo
Camilo José Cela.
was baas Hermógenes ver
liefd geworden op de beken
de chansonnière Pilar de
Puentegenil, die hem nooit
had teruggeschreven. „Ik
neem het niet dat dat mens
een loopje denkt te kunnen
nemen met een vedediger
van het vaderland".
De burgemeester, tevens
onbarmhartig belastingont
vanger, heet Don Rigoletto
omdat zijn vader, die plaats
aanwijzer was in het Teatro
Real, al zijn kinderen naar
operafiguren had genoemd.
Dona Sara Mateo bewaart
haar ongedoopte foetus in
een stopfles op een plank in
de drogisterij. „Vindt u ook
niet dat hij erg mooi is voor
een foetus". Ze behandelde
haar domme dienstbode Ru-
perta Usagre 'met een zeker
geduld, waar dan tegenover
stond dat ze haar geen loon
gaf". De direnarts Asterio
zegt: „Het dorp is een wind
molen, die alles en iedereen
fijnmaalt". Een schitterende
novelle van Cela, wiens 'De
bijenkorf' eerder in Neder
landse vertaling vescheen.
In 'Spaans verhaal' van
Maarten Steenmijers selec
tie uit de literatuur na het
franquistische sociaal-rea
listische tijdperk staan ver
halen van Arrabal. Cela,
Hortelano, Ruiz, Goytisolo
('Het feest is afgelopen'), De-
libes, Umbral, Montalban
etc. Steenmijer geeft in het
nawoord een historische
schets van de Spaanse lite
ratuur sinds de Burgeroor
log en behandelt de geselec
teerde schrijvers. De verha
len stralen veelal een grote
treurigheid uit, maar de
schrijvers hebben onder
Franco weinig kans gehad
en beschouwen zichzelf dan
ook als een 'verloren gene
ratie'.
De prachtig verzorgde
dichtbundels, zowel qua uit
gave, selectie als vertaling,
laten ons kennismaken met
de beroemde Generatie van
'27, een tweetalige, van veel
informatie voorziene bloem
lezing uit het werk van Alei-
xandre, Garcia Lorca, Al-
berti e.a., met de legendari
sche Lorca en zijn diepwel-
lende, Andalusische zang en
met een bundel met twaalf
hedendaagse dichters. Het is
ondoenlijk in dit bestek uit
voerig op de dichters en hun
werk in te gaan, maar aan
de lezer het advies: betreed
de poëtische Spaanse arena,
want gelukkig zijn er in
Spanje nog altijd meer goe
de dichters dan trefzekere
stierenvechters.
'De identiteit', door Juan Goy
tisolo. Uitgave: Meulenhoff.
Amsterdam. Prijs: f. 45,00.
'Om hier te leven' (verhalen
bundel), door Juan Goytisolo.
Uitgave: Meulenhoff. Prijs:
ƒ.27,50.
'De windmolen', door Camilo
José Cela. Uitgave: Meulenhoff.
Prijs: 26,50.
'Spaans verhaal'. Samenstel
ling: Maarten Steenmeijer. Uit
gave: Meulenhoff. Prijs: 14,90.
'Gedichten', door Federico
Garcia Lorca. Uitgeve: Meulen
hoff. Prijs: 25,00.
'De vertraagde boodschapper'.
Samenstelling: Francisco Car-
rasquer. Uitgave: Meulenhoff.
Prijs: 39,50.
'De Generatie van "27'. Samen
stelling: Barber van de Pol en
Maarten Steenmeijer. Uitgave:
Meulenhoff. Prijs: 3930.
Door Muriel Boll
NGELAND, natuurlijk Engeland, kent één van de aardigste li-
iraire traditities: de biografie. Daarmee kun je op een be-
ihaafde, zelfs culturele manier je nieuwsgierigheid bevredigen
a nieuwsgierig was ik naar de autobiografie van kinderboe-
enschrijver Roald Dahl.
Volgens de schrijver zelf is
iet geen autobiografie want
lie staan meestal vol met
aaie details, zoiets zou hij
looit schrijven. In zijn school
ed en vlak daarna zijn hem
lingen overkomen die hij
looit is vergeten. Zelfs na 50 of
ft jaar staan ze stuk voor stuk
«zijn geheugen gegrift.
Sommige zijn grappig,
ommige zijn pijnlijk, andere
"onder prettig. Ik denk dat het
tardoor komt dat ik me ze le
vendig herinner. Alles is waar
lebeurd," staat in het voor-
word.
Van de eerste dag op kost
school tot de dag waarop zijn
«oeder 32 jaar later stierf,
threef Dahl minstens een
maal per week een brief die
hij met Boy ondertekende en
dat is ook de titel van het boek.
'Boy' begint in Noorwegen
waar zijn ouders vanddan
kwamen.
Op zijn veertiende jaar brak
zijn vader zijn linkerarm. De
stomdronken dorpsdokter zag
dat voor een ontwrichte
schouder aan die met flink
trekken wel weer op zijn
plaats zou komen, gevolg de
arm moest geamputeerd wor
den. Desondanks werd Dahl
sr. een zeer gefortuneerd za
kenman en bleek alleen het
kapje van een gekookt eitje
afslaan onmogelijk voor hem.
Hij liep weg uit Noorwegen,
dat land was veel te klein om
fortuin te maken, werkte een
tijdje in Frankrijk, maar ves
tigde zich in Zuid-Wales waar
Roald Dahl in 1916 geboren
werd. Toen Roald drie jaar
was, overleed zijn vader. Zijn
familie was een belangrijke
basis voor hem en de idylli
sche familievakanties in
Noorwegen worden met veel
liefde beschreven.
Het is leuk om in het ver
haal de bronnen voor zijn late
re kinderboeken te ontdekken
zoals het grote muizenplan uit
1924 en de nieuwe Cadbury-
repen die op zijn kostschool
werden uitgeprobeerd. Veel
indruk maakten de lijfstraf
fen; één van die ranselende le
raren was de latere aartsbis
schop van Canterbury en
daardoor ging Dahl behoorlijk
aan godsdienst, zelfs aan God,
twijfelen. Als deze man één
van Gods uitverkoren verte
genwoordigers op aarde was,
dan zat er iets goed fout met
dat hele zaakje.
Wat 'Boy' zo sterk maakt, is
dat je voelt dat alle emoties en
herinneringen doorlééfd zijn.
Daarna hebben ze jarenlang
kunnen bezinken en hoefde
Dahl ze alleen maar af te ro
men en op te schrijven. Feil
loos haalt hij precies dat naar
boven wat iedereen herkent.
De angsten, de samenzwerin
gen, de onoprechte volwasse
nen en zo af en toe een mo
ment van heldendom. Ik had
dit boek niet willen missen,
prachtig. Uitstekend vertaald
door Huberte Vriesendorp, die
bijna al zijn boeken vertaalde.
Roald Dahl tussen zijn zusjes Else en Alfhild.
Nog een Engels boek: „Het
geheime dagboek van Adriaan
Mole 13% jaar". Ook autobio
grafisch, maar niet echt, Sue
Townsend verzon het. Op ge
zag van Malcolm Muggeridge
verklaart Adriaan zich tot in
tellectueel. Ga maar na: een
ongelukkige jeugd, slecht eten,
niet van punk houden... De in
tellectueel leest zich te pletter,
Jane Austen, Dostojewski,
Flaubert, maar maakt zich te
gelijkertijd zorgen om zijn
pukkels en 'de lengte van zijn
ding'.
Het boek is heel populair in
Engeland waar het een paar
jaar geleden als hoorspel be
gon. De schrijfster gebruikt
een kind als spreekbuis van
het Engeland van vandaag.
Vanwege die maatschappij
kritiek werd het in Engeland
niet als kinderboek uitgege
ven, zoals hier. In korte, heel
directe en humoristische frag
menten lees je terloops over
Thatcher, de koninklijke fa
milie, het feminisme, maar de
hoofdmoot blijven Adriaan's
puberproblemen.
Nederlandse kinderen vin
den het ook een leuk boek, heb
ik gemerkt, maar een paar
dingen zullen hen ontgaan,
bijv. de A-, B- en O-levels op
school, en waarom in de éne
wijk de Daily Express of zelfs
de Sun gelezen wordt en in een
andere wijk de Guardian. Er
wordt geklaagd over de war
me schoollunches; die zijn ook
vaak niet te eten. Daarom is
het jammer dat toad-in-the-
hole omschreven wordt als
rundvlees met deeg; het is eer
der een kliekjesgerecht. 35
Push ups doen had best ver
taald kunnen worden, het be
tekent je 35 keer van de grond
opdrukken. Voor de rest ook
weer uitstekend vertaalwerk
van Huberte Vriesendorp. Een
-
boek dat iedereen leuk vindt
en lekker leest.
'Uit het leven van Ko
Kruier' gaat ook over een pu
ber, 14 jaar. Ko begint een
dagboek maar het wordt een
gewoon boek dat uit korte
hoofdstukjes bestaat. Elk
stukje wordt afgesloten met
een epiloogje van één of een
paar zinnen. Ko is een beetje
wereldvreemd en hem overko
men dingen zonder dat hij
daar zelf iets aan kan doen.
Meisjes worden verliefd op
hem en doen dan heel raar. Hij
zelf trouwens ook als hij op
zijn lerares aardrijkskunde
verliefd wordt. Allerlei onder
werpen komen aan bod, chi
nees eten, de school, zijn oma-
De stukjes verschenen eer
der in Goochem, de jeugdpagi
na van Het Parool. Ze zijn niet
allemaal even goed, maar dat
is onvermijdelijk bij een co
lumn. Het is tegelijkertijd de
charme van een column want
die wisselende kwaliteit, de
onvoorspelbaarheid, prikkelt
de nieuwsgierigheid. Er zitten
toch zoveel mooie stukjes in
dat Peter van Gesel er dit jaar
een Zilveren Griffel voor
kreeg. Ik las het 2e deel 'Ko
Kruier en zijn stadgenoten' er
direct achteraan en vond Ko
daarin beter uit de verf ko
men.
Was de schrijver of was
ik meer naar de hoofdpersoon
gegroeid? Ko is heel anders
dan Adriaan Mole, beschou-
wender, ook met hem kennis
maken is zeker de moeite
waard.
Het toeval wil dat deze boeken alle
vier door Fontein zijn uitgegeven.
Roald Dahl: Boy
vert. H. Vriensendorp
ƒ21,50
Sue Townsend: Het geheime dag
boek van Adriaan Mole 13% jaar
ill. Henriëtte Damave
ƒ22,50
Peter van Gestel: Uit het leven van
Ko Kruier/Ko Kruier en zijn stad
genoten
ill. Peter van Straaten
ƒ20,-
Door Gerard van Herpen
'DIE JUDENBUCHE' van de
Westfaalse schrijfster An
nette von Droste- Hülshoff
wordt nog altijd de meest
Belezen Duitse novelle ge
noemd. Het 'Morgenblatt für
Bebildete Leser' nam het in
1842 op en besteedde er zes-
tien afleveringen aan. Wie
oen bloemlezing van Duitse
verhalen koopt, kan er zeker
van zijn dat de Westfaalse
novelle er in opgenomen is.
"recies zoals Grillparzer's
Arme Spielmann' of Theo-
nor Storm's 'Schimmelrei-
ter\
Annette von Droste
(1797-1848) is bij het Duitse
'ezerspubliek niet alleen
vanwege haar 'Judenbuche'
Populair gebleven. Ook haar
Poëzie wordt nog altijd
graag gelezen, omdat het
■beer is dan gave natuurly-
Jtek alleen. De gedichten die
ue schoonheid, de triestheid
en de vage aantrekkings
kracht van het Münsterse
(and in beeld brengen, zijn
Juweelt]es van aandachtige
beschrijvingskunst. Gedich
ten, die kleine volksverhalen
zijn, precies zoals Grimm ze
uit deze streek ook heeft op
getekend.
Over het leven van Von
Droste Hülshoff is niet zo
heel veel bekend. Zij is ge
boren op het Westfaalse wa-
terslot Hülshoff, als een van
de vier kinderen van Frei-
herr Clemens von Droste zu
Hülshof en Therese von
Droste zu Hülshoff-von
Haxthausen. In dit slot is
Annette op 10 januari 1797
geboren en hier heeft zij ook
haar eerste gedichten ge
schreven. Over het leven op
het land, over de moerassen,
over de vogels, de bloemen,
de kevers en over wat men
sen vertellen dat er gebeurt
op de uitgestrekte Waxolder
Heide: „O scharig ist's, übers
Moor zu gehn, wenn es wim-
melt von Heiderauche". De
'Spökenkiekerei' leeft in de
ze streek. Wat ogen echt
waarnemen en wat de fan
tasie meent te zien, zijn twee
elementen die hier gestadig
door elkaar heen lopen.
De dichteres leed aan een
onrustig leven, raakte ver
drietig en eenzaam door het
vertrek van haar beste
vriend, keerde vanuit
Meersburg soms toch weer
terug naar het Slot Hülshoff
of leefde in het naburige
Haus Rüschhaus. Uiteinde
lijk stierf zij toch ver ver
wijderd van haar Westfaal
se geboorteland in het slot
Meersburg, aan de Boden-
see, dat in handen van haar
familie geraakteOok in het
slot Meersburg is een mu
seum over leden en werken
van Annette von Droste in
gericht.
Wie haar werk nog leest
en bewondert kan echter
dichter bij huis terecht. Het
Slot Hülshoff en het naburi
ge Haus Rüschhaus, beide
gelegen in het Münsterland,
om precies te zijn in de drie
hoek Havixbeck, Roxel en
Nienberge zijn als Droste
Annette von Droste-Hülshoff in 1838.
Musea ingericht. Het ge
boortehuis van Annette von
Droste-Hülshoff is nog al
tijd door de familie Von
Droste zu Hülshoff be
woond, maar een deel van
het huis en het park kunnen
- FOTO'S ARCHIEF DE STEM
worden bezichtigd. In het
prachtig gelegen Westfaalse
waterslot is een Droste-mu-
seum ingericht, dat volgens
de folder per jaar door ruim
100.000 mensen wordt be
zocht.
De gids vertelt dat daar
veel Nederlandeers bij zijn,
die misschien vanuit het
Twentse een zeer attraktie-
ve burchtentour maken. De
landschappelijke schoon
heid van het Münsterland
wordt in niet geringe mate
vergroot door de aanwezig
heid van een groot aantal
indrukwekkende water
burchten, die soms door
Franse smaak zijn geïnspi
reerd, maar die toch hun
Westfaalse onverzettelijk
heid hebben behouden.
Het dichtwerk van Annet
te von Droste-Hülshoff is
pas betrekkelijk laat in haar
leven onder de mensen ge
komen. Haar vriend Levin
Schucking zorgt er in 1838
voor dat haar eerste Gedich
ten worden uitgegeven. Die
verschenen overigens nog
onder haar voornamen en
initialen, omdat haar fami
lie bezwaar had tegen uitga
ve onder de eigen familie
naam. Haar totaalwerk kan
worden onderscheiden als
natuur-en landschapsge
dichten, die vaak het leven,
de schoonheid en het myste
rieuze karakter van het
Westfaalse heideland bezin
gen, balladen die heel nauw
gezette vertellingen zijn en
religieuze gedichten, die de
feestdagen van het kerkelijk
jaar beschrijven.
In het geboortehuis van de
dichteres is een rondgang,
ondanks alle beperkingen,
toch wel de moeite waard. In
ieder vertrek kan de belang
stellende door een druk op
de knop iets over het leven
van de dichteres vernemen
of bijzonderheden horen
over de aard van de vertrek
ken in het stijlvol gemeubi
leerde slot. Achter het glas
van de boekenkasten in haar
werkkamer vind ik de eerste
drukken van Heine's wer
ken. Twee Duitse dichters.
De ene geprezen en de ande
re doodgezwegen. Door de
kleine ruitjes zie ik dat in
het park een heel oude beu
kenboom door de storm is
omgewaaid en met zijn
kruin in de slotgracht te
recht is gekomen.
Het lijkt met 'Die Juden
buche' zo nabij nog het
meest op een toeristisch
grapje van de plaatselijke
VVV. In een van de kamers
hangt het portret van de
dichteres. Haar blauwe ogen
lijken zich al een beetje van
haar omgeving te hebben
afgewend. Drie jaar later
zou zij naar Meersburg ver
trekken, waar zij heen en
weer geslingerd tussen de
schoonheid van het Zuid-
duitse bergland en haar
heimwee naar haar West
faalse geboortestreek nog
tot 1848 zou blijven wonen.
In 1844 is zij nog een keer te
rug geweest in het derde
Droste-huis, het zo genoem
de Rüschhaus, dat niet ver
van het slot verwijderd ligt.
Daar dichtte zij vier jaar
voor haar dood: „Ich genies-
ze jedes Abendrot, jede Blu-
me im Garten wie eine Ster
bende".
In de kleine ontvangs-
truimnte van het slot zijn
kaarten te koop, er is een fo
toboekje dat getiteld is
'Droste, Bilder aus ihrem
Leben', Jutta von Droste zu
Hülshoff heeft haar handte
kening in dit boekje ge
schreven, maar het grappig
ste geschenkje uit dit Dros
te-huis zijn toch twee
piepkleine boekjes, in bijna
smakeloze, groene plastie
ken bandjes gestoken. Een
bevat Annette's Gedichte en
het andere is de novelle Die
Judenbuche.
Twee souvenirs uit Hüls
hoff, die mij in deze mooie,
milde na-zomer oproepen
om dicht bij huis te blijven:
„Ihr Kinder, bleibt am
Hofe dicht
Seht, wie die dichte Ne bei-
schicht,
Schon an des Pförtchens
Klinke reicht-
Am Grande schwimmt ein
Falsches Licht,
Der Heidemann steigt".