BOEKEN it het leven an Roald, idriaan en Ko KiNDMRMN Annette von Droste-Hülshoff leeft nog in het Münsterland iW (M/V) 'Verloren generatie' Spaanse schrijvers nog immer actueel listratief en tarwe- medewerkers ivaten, een ustrie. Momen- geïnvesteerd kn [rachtinstallatie. aze aktiviteiten, W5 HET LIJKT erop dat uitgeverij Meulenhoff een literaire armada op Nederland afstuurt, getuige de lawine vertalingen van Spaanse schrijvers en dichters, die deze weken de boekhandels bedelft. Armen Verzet Adriaan Mole Ko Kruier Onrustig Museum Boekjes A5ITERDAG 28 SEPTEMBER 1985 en voldoet aan onze eisen, kunt u uw sollici- iten aan de Algemene ederland N.V, lelzaken District, Iheer J.A.F. Bilik, l/eld 1,4811DH Breda. efonische informatie: rj.D.P. van Dijk, 03 64. Ite Breda In houden met llefonisch contact onder- pieringskantoren en het haar taak gaan behoren, rciële (verkoopgerichte) enken wij aan een }d salaris en aantrekkelijke dkantoor, afdeling Financierings- 15 BE Amsterdam. Voor pmen met afdeling (So&l l/o&....Vcvrq Iteem. /erder behoort het komst tot de a OOt- aaalU-rt --A u - Literaire Armada verovert Nederland Door Anton Theunissen De uitgeverij, eerder te recht geprezen om haar ris kante promotie van Latijn- samerikaanse literatuur, heeft zich nu op Spanje ge stort in het kader van het lo pende Europese festival Europalia 85 Espana. Het heeft de Spaanse cultuur tot onderwerp en duurt tot 22 december. De schrijver Juan Goyti- solo krijgt uit handen van de Europese jury de literatuur prijs voor zijn oeuvre. De ju ry heeft met deze onder scheiding de intellectuele, morele en culturele onaf hankelijkheid willen onder strepen van een schrijver die consequent in de Spaanstalige wereld een ge durfde vernieuwing heeft doorgevoerd, zowel in de taal als in de romantech niek. Goytisolo heeft (met Cela o.a.) de Spaanse literatuur uit een isolement gehaald. In de jaren zestig en zeventig werd niet meer het misera bele Franco-Spanje gepor tretteerd met al zijn rauw heid, wreedheid en helden, maar de schrijver richtte de blik eindelijk naar binnen en experimenteerde met de vorm. Schrijven werd een li teraire bevrijding voor de auteurs. De experimentele roman heeft de niet geringe verdienste gehad dat er schoonschip werd gemaakt: de groeiende weerzin tegen het realisme en tegen het uitgesproken politieke enga gement maakte duidelijk dat de schrijvers eindelijk toekwamen aan wat ze als hun belangrijkste taak za gen: schrijven. De ontwikkeling in het werk van Goytisolo is in dit verband interessant. Zoals de meeste auteurs die in de jaren vijfig debuteerden, schreef hij in zijn eerste ro mans over een klasse die hij alleen van buitenaf kende: de armen. Aan het begin van de jaren zestig kwam hij steeds dichter bij huis. Niet langer armoede en sociaal onrecht zijn de voornaamste thema's, maar problemen die veel dichter bij de schrij ver staan: relatieproblemen en ballingschap (in 1956 ver liet Goytisolo het verstik kende Spanje). Goytisolo radicaliseerde steeds meer. In 1966 ver scheen een van de imposant ste Spaanse romans van de ze eeuw: 'De identiteit'. Goy tisolo voert een vergeefse strijd tegen de culturele ver stikking en de apathie in Spanje. De verhouding met zijn vaderland neemt trau- matishe proporties aan. Zijn twee volgende ro mans ('Eerherstel voor graaf don Julién' en 'Jan Zonder Land', de Nederlandse ver talingen zijn in voorberei ding) leggen op steeds radi calere wijze Goytisolo's ob sessie bloot: hij behoort tot De Generatie van '27. Achterste rij van links naar rechts: Antonio Marichalar, José Bergamin, Corpus Bar- ga, Vincente Aleixandres, Federico Garcia Lorca en Da- maso Alonso. Onderste rij van links naar rechts: Pedro Salinas, Ignacio Sanchez Mejias en Jorge Guilén, de late re Nobelprijswinnaar. - FOTO'S MEULENHOFF hart van Europa, dat zijn verguisde Spanje aan zijn borst heeft gedrukt, een prijs in ontvangst te nemen. Goytisolo is namelijk ook een ijdel man, die zijn lite raire ambities nooit onder stoelen of banken heeft ge stoken. Meulenhoff heeft inmid dels twee romans van Goy tisolo op de markt gebracht. Hieronder korte besprekin gen van Goytisolo's werken en van alle andere 'schatten' uit de Meulenhoff-armada. Hoofdpersoon in 'De Iden titeit', de 32-jarige Alvaro Mendiola, ervaart op meer dere manieren zijn 'zijn' als problematisch. Genezend van een hartkwaal, blikt hij (het is 1963) terug op tien jaar (vrijwillige) balling schap in Parijs. In die tijd heeft hij ook een documen taire film gemaakt om te achterhalen waarom diverse mensen emigreren. Daar- de cultuur die hij hartgron dig haat en waarvan hij zich wil bevrijden. Neemt Goyti solo in 'De Identiteit' alleen nog het Spanje van Franco onder vuur, in latere romans gaat de auteur de hele Spaanse cultuur te lijf met haar, volgens Goytisolo, machtigste wapen: de taal. Goytisolo lijkt definitief te breken met Spanje en zijn cultuur, als we de uitspraak van een van zijn romanfigu ren letterlijk zouden nemen: „Ik ben definitief aan de overkant, bij de eeuwige pa ria's, en slijp het mes". Deze woorden zijn, om uitdruk king te geven aan zijn triomf, ook nog in het Ara bisch geschreven. De woorden van Goytisolo moeten overigens niet al te letterlijk worden genomen, want de schrijver komt weer graag in zijn vaderland. Op 16 oktober komt hij zelfs naar Brussel om in het door is hij het gedrag van Spanjaarden in den vreem de nog eens met andere ogen gaan zien, onder meer dat van nostalgische republikei nen en van ambitieuze intel lectuelen en kunstenaars die in Parijs een Mekka menen te zullen vinden. Na tien jaar is hij een vreemde in Spanje en wordt ook als zodanig behandeld. Het leven van zijn vrienden en hun politieke activiteiten moet hij letterlijk recon strueren. Met dat al is het een roman van een generatie geworden die studeerde in de jaren vijftig en hardhan dig met het beproefde Fran co-politieapparaat te maken heeft gekregen - het is gene ratie van Goytisolo zelf (ge boren 1931!). Het belangrijk ste identiteitsprobleem wordt evenwel gevormd door een gebeurtenis uit het verleden - tijdens de Spaan se Burgeroorlog werd de va der van de hoofdpersoon door de rode militie omge bracht. De roman is een verbijste rende, persoonlijke synthese van wat Goytisolo's genera tie bezighield. „Na zijn ont worteling uit het ondank baar vaderhuis waren jouw eigen avontuur en dat van je land elk een andere koers ingeslagen" zegt een personage uit De Identiteit. Onmacht en frustratie zijn het eindresultaat van Goyti solo's bezinnig. Goytisolo's 'Om hier te le ven' is een bundel van acht verhalen die zich afspelen onder de Spaanse jeugd en in het leger, in de periode tussen 1952 en 1957. De auteur beschrijft de luste loosheid waarin de Spaanse samenleving - onder Franco - is ondergedompeld. De strenge militaire orde met haar burgerlijke waarden schept een klimaat waarin elk artistiek initiatief onmo gelijk werd gemaakt. De jongeren die de klasse waar uit zij zijn voortgekomen de rug toekeren, vinden in hun verzet tegen die klasse hun identiteit. In het prachtige, strak ge schreven openingsverhaal 'Kruis en munt' zwerven een paar rijkeluiszoontjes door Barcelona aan de vooravond van een katholiek congres. De politie heeft alle lichte vrouwen opgehaald: De stad moet zuiver zijn. Er gaan geruchten dat met de Zuida- merikaanse delegatie 'een hele troep mulattenhoeren' meekomt. Ze trekken naar de vaste adressen, maar alle huizen zijn verlaten. Alleen Ninotchka is aan de aan dacht van de politie ont snapt. Ze kijkt naar de pro cessie, het hoofdbedekt met een mantilla en in een hoog gesloten jurk. „Schande, schamen jullie je niet? Op een dag als vandaag....". De verontwaardiging die uit alle verhalen spreekt heeft nog steeds niet aan kracht ingeboet, niet in de laatste plaats omdat Goyti solo een droge toon hanteert waardoor de verhalen geen kans krijgen sentimenteel te worden. In 'De Windmolen' tekent Camilo José Cela op ironi sche toon - hij is de Spaanse meester van de karikatuur en agressieve satire - het le ven in een Spaans dorp via de wederwaardigheden van de inwoners, die als spelers in een absurd drama ten to nele worden gevoerd. Zo Camilo José Cela. was baas Hermógenes ver liefd geworden op de beken de chansonnière Pilar de Puentegenil, die hem nooit had teruggeschreven. „Ik neem het niet dat dat mens een loopje denkt te kunnen nemen met een vedediger van het vaderland". De burgemeester, tevens onbarmhartig belastingont vanger, heet Don Rigoletto omdat zijn vader, die plaats aanwijzer was in het Teatro Real, al zijn kinderen naar operafiguren had genoemd. Dona Sara Mateo bewaart haar ongedoopte foetus in een stopfles op een plank in de drogisterij. „Vindt u ook niet dat hij erg mooi is voor een foetus". Ze behandelde haar domme dienstbode Ru- perta Usagre 'met een zeker geduld, waar dan tegenover stond dat ze haar geen loon gaf". De direnarts Asterio zegt: „Het dorp is een wind molen, die alles en iedereen fijnmaalt". Een schitterende novelle van Cela, wiens 'De bijenkorf' eerder in Neder landse vertaling vescheen. In 'Spaans verhaal' van Maarten Steenmijers selec tie uit de literatuur na het franquistische sociaal-rea listische tijdperk staan ver halen van Arrabal. Cela, Hortelano, Ruiz, Goytisolo ('Het feest is afgelopen'), De- libes, Umbral, Montalban etc. Steenmijer geeft in het nawoord een historische schets van de Spaanse lite ratuur sinds de Burgeroor log en behandelt de geselec teerde schrijvers. De verha len stralen veelal een grote treurigheid uit, maar de schrijvers hebben onder Franco weinig kans gehad en beschouwen zichzelf dan ook als een 'verloren gene ratie'. De prachtig verzorgde dichtbundels, zowel qua uit gave, selectie als vertaling, laten ons kennismaken met de beroemde Generatie van '27, een tweetalige, van veel informatie voorziene bloem lezing uit het werk van Alei- xandre, Garcia Lorca, Al- berti e.a., met de legendari sche Lorca en zijn diepwel- lende, Andalusische zang en met een bundel met twaalf hedendaagse dichters. Het is ondoenlijk in dit bestek uit voerig op de dichters en hun werk in te gaan, maar aan de lezer het advies: betreed de poëtische Spaanse arena, want gelukkig zijn er in Spanje nog altijd meer goe de dichters dan trefzekere stierenvechters. 'De identiteit', door Juan Goy tisolo. Uitgave: Meulenhoff. Amsterdam. Prijs: f. 45,00. 'Om hier te leven' (verhalen bundel), door Juan Goytisolo. Uitgave: Meulenhoff. Prijs: ƒ.27,50. 'De windmolen', door Camilo José Cela. Uitgave: Meulenhoff. Prijs: 26,50. 'Spaans verhaal'. Samenstel ling: Maarten Steenmeijer. Uit gave: Meulenhoff. Prijs: 14,90. 'Gedichten', door Federico Garcia Lorca. Uitgeve: Meulen hoff. Prijs: 25,00. 'De vertraagde boodschapper'. Samenstelling: Francisco Car- rasquer. Uitgave: Meulenhoff. Prijs: 39,50. 'De Generatie van "27'. Samen stelling: Barber van de Pol en Maarten Steenmeijer. Uitgave: Meulenhoff. Prijs: 3930. Door Muriel Boll NGELAND, natuurlijk Engeland, kent één van de aardigste li- iraire traditities: de biografie. Daarmee kun je op een be- ihaafde, zelfs culturele manier je nieuwsgierigheid bevredigen a nieuwsgierig was ik naar de autobiografie van kinderboe- enschrijver Roald Dahl. Volgens de schrijver zelf is iet geen autobiografie want lie staan meestal vol met aaie details, zoiets zou hij looit schrijven. In zijn school ed en vlak daarna zijn hem lingen overkomen die hij looit is vergeten. Zelfs na 50 of ft jaar staan ze stuk voor stuk «zijn geheugen gegrift. Sommige zijn grappig, ommige zijn pijnlijk, andere "onder prettig. Ik denk dat het tardoor komt dat ik me ze le vendig herinner. Alles is waar lebeurd," staat in het voor- word. Van de eerste dag op kost school tot de dag waarop zijn «oeder 32 jaar later stierf, threef Dahl minstens een maal per week een brief die hij met Boy ondertekende en dat is ook de titel van het boek. 'Boy' begint in Noorwegen waar zijn ouders vanddan kwamen. Op zijn veertiende jaar brak zijn vader zijn linkerarm. De stomdronken dorpsdokter zag dat voor een ontwrichte schouder aan die met flink trekken wel weer op zijn plaats zou komen, gevolg de arm moest geamputeerd wor den. Desondanks werd Dahl sr. een zeer gefortuneerd za kenman en bleek alleen het kapje van een gekookt eitje afslaan onmogelijk voor hem. Hij liep weg uit Noorwegen, dat land was veel te klein om fortuin te maken, werkte een tijdje in Frankrijk, maar ves tigde zich in Zuid-Wales waar Roald Dahl in 1916 geboren werd. Toen Roald drie jaar was, overleed zijn vader. Zijn familie was een belangrijke basis voor hem en de idylli sche familievakanties in Noorwegen worden met veel liefde beschreven. Het is leuk om in het ver haal de bronnen voor zijn late re kinderboeken te ontdekken zoals het grote muizenplan uit 1924 en de nieuwe Cadbury- repen die op zijn kostschool werden uitgeprobeerd. Veel indruk maakten de lijfstraf fen; één van die ranselende le raren was de latere aartsbis schop van Canterbury en daardoor ging Dahl behoorlijk aan godsdienst, zelfs aan God, twijfelen. Als deze man één van Gods uitverkoren verte genwoordigers op aarde was, dan zat er iets goed fout met dat hele zaakje. Wat 'Boy' zo sterk maakt, is dat je voelt dat alle emoties en herinneringen doorlééfd zijn. Daarna hebben ze jarenlang kunnen bezinken en hoefde Dahl ze alleen maar af te ro men en op te schrijven. Feil loos haalt hij precies dat naar boven wat iedereen herkent. De angsten, de samenzwerin gen, de onoprechte volwasse nen en zo af en toe een mo ment van heldendom. Ik had dit boek niet willen missen, prachtig. Uitstekend vertaald door Huberte Vriesendorp, die bijna al zijn boeken vertaalde. Roald Dahl tussen zijn zusjes Else en Alfhild. Nog een Engels boek: „Het geheime dagboek van Adriaan Mole 13% jaar". Ook autobio grafisch, maar niet echt, Sue Townsend verzon het. Op ge zag van Malcolm Muggeridge verklaart Adriaan zich tot in tellectueel. Ga maar na: een ongelukkige jeugd, slecht eten, niet van punk houden... De in tellectueel leest zich te pletter, Jane Austen, Dostojewski, Flaubert, maar maakt zich te gelijkertijd zorgen om zijn pukkels en 'de lengte van zijn ding'. Het boek is heel populair in Engeland waar het een paar jaar geleden als hoorspel be gon. De schrijfster gebruikt een kind als spreekbuis van het Engeland van vandaag. Vanwege die maatschappij kritiek werd het in Engeland niet als kinderboek uitgege ven, zoals hier. In korte, heel directe en humoristische frag menten lees je terloops over Thatcher, de koninklijke fa milie, het feminisme, maar de hoofdmoot blijven Adriaan's puberproblemen. Nederlandse kinderen vin den het ook een leuk boek, heb ik gemerkt, maar een paar dingen zullen hen ontgaan, bijv. de A-, B- en O-levels op school, en waarom in de éne wijk de Daily Express of zelfs de Sun gelezen wordt en in een andere wijk de Guardian. Er wordt geklaagd over de war me schoollunches; die zijn ook vaak niet te eten. Daarom is het jammer dat toad-in-the- hole omschreven wordt als rundvlees met deeg; het is eer der een kliekjesgerecht. 35 Push ups doen had best ver taald kunnen worden, het be tekent je 35 keer van de grond opdrukken. Voor de rest ook weer uitstekend vertaalwerk van Huberte Vriesendorp. Een - boek dat iedereen leuk vindt en lekker leest. 'Uit het leven van Ko Kruier' gaat ook over een pu ber, 14 jaar. Ko begint een dagboek maar het wordt een gewoon boek dat uit korte hoofdstukjes bestaat. Elk stukje wordt afgesloten met een epiloogje van één of een paar zinnen. Ko is een beetje wereldvreemd en hem overko men dingen zonder dat hij daar zelf iets aan kan doen. Meisjes worden verliefd op hem en doen dan heel raar. Hij zelf trouwens ook als hij op zijn lerares aardrijkskunde verliefd wordt. Allerlei onder werpen komen aan bod, chi nees eten, de school, zijn oma- De stukjes verschenen eer der in Goochem, de jeugdpagi na van Het Parool. Ze zijn niet allemaal even goed, maar dat is onvermijdelijk bij een co lumn. Het is tegelijkertijd de charme van een column want die wisselende kwaliteit, de onvoorspelbaarheid, prikkelt de nieuwsgierigheid. Er zitten toch zoveel mooie stukjes in dat Peter van Gesel er dit jaar een Zilveren Griffel voor kreeg. Ik las het 2e deel 'Ko Kruier en zijn stadgenoten' er direct achteraan en vond Ko daarin beter uit de verf ko men. Was de schrijver of was ik meer naar de hoofdpersoon gegroeid? Ko is heel anders dan Adriaan Mole, beschou- wender, ook met hem kennis maken is zeker de moeite waard. Het toeval wil dat deze boeken alle vier door Fontein zijn uitgegeven. Roald Dahl: Boy vert. H. Vriensendorp ƒ21,50 Sue Townsend: Het geheime dag boek van Adriaan Mole 13% jaar ill. Henriëtte Damave ƒ22,50 Peter van Gestel: Uit het leven van Ko Kruier/Ko Kruier en zijn stad genoten ill. Peter van Straaten ƒ20,- Door Gerard van Herpen 'DIE JUDENBUCHE' van de Westfaalse schrijfster An nette von Droste- Hülshoff wordt nog altijd de meest Belezen Duitse novelle ge noemd. Het 'Morgenblatt für Bebildete Leser' nam het in 1842 op en besteedde er zes- tien afleveringen aan. Wie oen bloemlezing van Duitse verhalen koopt, kan er zeker van zijn dat de Westfaalse novelle er in opgenomen is. "recies zoals Grillparzer's Arme Spielmann' of Theo- nor Storm's 'Schimmelrei- ter\ Annette von Droste (1797-1848) is bij het Duitse 'ezerspubliek niet alleen vanwege haar 'Judenbuche' Populair gebleven. Ook haar Poëzie wordt nog altijd graag gelezen, omdat het ■beer is dan gave natuurly- Jtek alleen. De gedichten die ue schoonheid, de triestheid en de vage aantrekkings kracht van het Münsterse (and in beeld brengen, zijn Juweelt]es van aandachtige beschrijvingskunst. Gedich ten, die kleine volksverhalen zijn, precies zoals Grimm ze uit deze streek ook heeft op getekend. Over het leven van Von Droste Hülshoff is niet zo heel veel bekend. Zij is ge boren op het Westfaalse wa- terslot Hülshoff, als een van de vier kinderen van Frei- herr Clemens von Droste zu Hülshof en Therese von Droste zu Hülshoff-von Haxthausen. In dit slot is Annette op 10 januari 1797 geboren en hier heeft zij ook haar eerste gedichten ge schreven. Over het leven op het land, over de moerassen, over de vogels, de bloemen, de kevers en over wat men sen vertellen dat er gebeurt op de uitgestrekte Waxolder Heide: „O scharig ist's, übers Moor zu gehn, wenn es wim- melt von Heiderauche". De 'Spökenkiekerei' leeft in de ze streek. Wat ogen echt waarnemen en wat de fan tasie meent te zien, zijn twee elementen die hier gestadig door elkaar heen lopen. De dichteres leed aan een onrustig leven, raakte ver drietig en eenzaam door het vertrek van haar beste vriend, keerde vanuit Meersburg soms toch weer terug naar het Slot Hülshoff of leefde in het naburige Haus Rüschhaus. Uiteinde lijk stierf zij toch ver ver wijderd van haar Westfaal se geboorteland in het slot Meersburg, aan de Boden- see, dat in handen van haar familie geraakteOok in het slot Meersburg is een mu seum over leden en werken van Annette von Droste in gericht. Wie haar werk nog leest en bewondert kan echter dichter bij huis terecht. Het Slot Hülshoff en het naburi ge Haus Rüschhaus, beide gelegen in het Münsterland, om precies te zijn in de drie hoek Havixbeck, Roxel en Nienberge zijn als Droste Annette von Droste-Hülshoff in 1838. Musea ingericht. Het ge boortehuis van Annette von Droste-Hülshoff is nog al tijd door de familie Von Droste zu Hülshoff be woond, maar een deel van het huis en het park kunnen - FOTO'S ARCHIEF DE STEM worden bezichtigd. In het prachtig gelegen Westfaalse waterslot is een Droste-mu- seum ingericht, dat volgens de folder per jaar door ruim 100.000 mensen wordt be zocht. De gids vertelt dat daar veel Nederlandeers bij zijn, die misschien vanuit het Twentse een zeer attraktie- ve burchtentour maken. De landschappelijke schoon heid van het Münsterland wordt in niet geringe mate vergroot door de aanwezig heid van een groot aantal indrukwekkende water burchten, die soms door Franse smaak zijn geïnspi reerd, maar die toch hun Westfaalse onverzettelijk heid hebben behouden. Het dichtwerk van Annet te von Droste-Hülshoff is pas betrekkelijk laat in haar leven onder de mensen ge komen. Haar vriend Levin Schucking zorgt er in 1838 voor dat haar eerste Gedich ten worden uitgegeven. Die verschenen overigens nog onder haar voornamen en initialen, omdat haar fami lie bezwaar had tegen uitga ve onder de eigen familie naam. Haar totaalwerk kan worden onderscheiden als natuur-en landschapsge dichten, die vaak het leven, de schoonheid en het myste rieuze karakter van het Westfaalse heideland bezin gen, balladen die heel nauw gezette vertellingen zijn en religieuze gedichten, die de feestdagen van het kerkelijk jaar beschrijven. In het geboortehuis van de dichteres is een rondgang, ondanks alle beperkingen, toch wel de moeite waard. In ieder vertrek kan de belang stellende door een druk op de knop iets over het leven van de dichteres vernemen of bijzonderheden horen over de aard van de vertrek ken in het stijlvol gemeubi leerde slot. Achter het glas van de boekenkasten in haar werkkamer vind ik de eerste drukken van Heine's wer ken. Twee Duitse dichters. De ene geprezen en de ande re doodgezwegen. Door de kleine ruitjes zie ik dat in het park een heel oude beu kenboom door de storm is omgewaaid en met zijn kruin in de slotgracht te recht is gekomen. Het lijkt met 'Die Juden buche' zo nabij nog het meest op een toeristisch grapje van de plaatselijke VVV. In een van de kamers hangt het portret van de dichteres. Haar blauwe ogen lijken zich al een beetje van haar omgeving te hebben afgewend. Drie jaar later zou zij naar Meersburg ver trekken, waar zij heen en weer geslingerd tussen de schoonheid van het Zuid- duitse bergland en haar heimwee naar haar West faalse geboortestreek nog tot 1848 zou blijven wonen. In 1844 is zij nog een keer te rug geweest in het derde Droste-huis, het zo genoem de Rüschhaus, dat niet ver van het slot verwijderd ligt. Daar dichtte zij vier jaar voor haar dood: „Ich genies- ze jedes Abendrot, jede Blu- me im Garten wie eine Ster bende". In de kleine ontvangs- truimnte van het slot zijn kaarten te koop, er is een fo toboekje dat getiteld is 'Droste, Bilder aus ihrem Leben', Jutta von Droste zu Hülshoff heeft haar handte kening in dit boekje ge schreven, maar het grappig ste geschenkje uit dit Dros te-huis zijn toch twee piepkleine boekjes, in bijna smakeloze, groene plastie ken bandjes gestoken. Een bevat Annette's Gedichte en het andere is de novelle Die Judenbuche. Twee souvenirs uit Hüls hoff, die mij in deze mooie, milde na-zomer oproepen om dicht bij huis te blijven: „Ihr Kinder, bleibt am Hofe dicht Seht, wie die dichte Ne bei- schicht, Schon an des Pförtchens Klinke reicht- Am Grande schwimmt ein Falsches Licht, Der Heidemann steigt".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 17