ma
BIÜÜHÓ
Preludium: schrijven
als vak in vrije tijd
Ward Ruyslinck geeft
zijn eigen
leven een trap na
raÊSïS;'
Neeltje Maria Min weer in de plus
I
Per jaar 21.0L
vu
MULISCH, 'THART, WOLKERS, NOOTEBOOM EN VELE ANDEREN
Aandacht voor
familie Mann
ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1985
Blaman
Onthullingen
Hemingway
ZATERDAG 21 SEPTEMBER
Potentieel
Uiii
U itgevers presenteren
hun wintercollectie
Cees Nooteboom
Door Dirk Vellenga
De Nederlandse uitge
vers hebben hun nieuwe
collectie deze week weer
gepresenteerd op de
beurs 'Vers voor de pers'
in de RAI in Amster
dam. Rekenmeesters
zeggen dat er in de ko
mende maanden 2500
nieuwe boeken uitko
men. Daar zitten na
tuurlijk veel boeken
tussen in de sfeer van
koken, tuinieren, knut
selen en veel produkten
zullen geruisloos over de
toonbanken gaan.
Hieronder volgt een greep
uit de boeken die fonkelnieuw
zijn, of interessant, of zelfs al
lebei. Wie die lijst bekijkt ziet
dat de Nederlandse uitgevers
hun best doen om aandacht te
trekken via bekende namen,
maar het nog steeds niet ver
antwoord vinden grote risico's
te nemen.
Begin oktober verschijnt de
nieuwe roman van Harry Mu-
lisch, 'Hoogste tijd'. Het is zijn
eerste boek sinds 'De aanslag',
waarvan in februari 1986 de
filmversie te zien is. 'Hoogste
tijd' speelt in de theaterwereld
en heette oorspronkelijk dan
ook 'Theater'.
Cees Nooteboom komt vol
gende maand met een nieuwe
bundel reisverhalen, 'De zucht
Anna Blaman
naar het Westen', waarin gro
te steden en kleine plaatsjes in
Amerika de revue passeren.
Gerrit Komrij presenteert 'De
gelukkige schizo', waarin hij
zich vrolijk boos maakt op de
wereld. „Ik aanvaardt de ver
splintering van de wereldbeel
den als een godsgeschenk",
schrijft hij.
Van Maarten 't Hart ver
schijnt 'De huismeester', een
verhalenbundel. Het korte
verhaal 'De vogelbezorging'
speelt zich af in een psychia
trische inrichting. 'Tobias' is
de titel van het nieuwe boek
van Marijke Höweler, een mo
derne versie van een streekro
man. Jan Brokken, die indruk
maakte met 'De provincie',
bundelde verhalen in 'De zee
van vroeger'.
'Het verkeerde paard' is de
naam van de verhalenbundel
van Koos van Zomeren, die tot
nu toe voornamelijk thrillers
en romans op zijn naam heeft
staan. Rudolf Geel is terug
met 'De vrouwenbron', een ro
man over jongeren in het be
gin van de jaren zestig. Van
Gerda Meijerink komt in ok
tober 'De vrouw uit het Holo-
ceen' uit. F.B. Hotz is van de
partij met 'De vertekening',
over een kunstschilder die zijn
vrouw verdenkt van ovespel.
'De man die werk vond' is de
titel van een verhalenbundel
van de Vlaamse schrijver
Herman Brusselmans die Bert
Bakker op stapel heeft staan.
Anja Meulenbelt
Daar verschijnt ook het proza
debuut van Tom Lanoye, 'Een
slagerszoon met een brilletje'.
Lanoye werd in 1984 de ont
dekking van Poetry Interna
tional genoemd.
Wolkers
De Bezige Bij biedt onder
meer een nieuwe Jan Wolkers,
geen roman deze keer, maar
'Tweeëntwintig sprookjes,
verhalen en fabels'. Van Nico
le Smabers komt 'Een zee van
tijd', van Sal Santen 'Poste-
restante Rood' en van Astère
Michel Dhondt.
Bij uitgeverij Contact komt
Peter ten Hoopen met 'De
Priesterrekruut', de roman
over een 'maatschappelijke
bewustwording'. Verder kun
nen we in november de vijfde
verhalenbundel verwachten
van Hannes Meinkema: 'Een
keer over'.
Anja Meulenbelt slaat dit
najaar ook weer flink van zich
af. In de roman 'Een kleine
moeite' geeft ze een portret
van haar moeder en uitgever
Van Gennep noemt het 'het
meest feitelijke, direct auto
biografische' Meulenbelt-
boek. In 'In het huis van onze
moeder zijn vele kamers'
maakt Anja bovendien 'op
merkingen over feministische
literatuurkritiek als antwoord
op Carla Brünott'. Deze Carla
Brünott had haar 'Alba' een
vrouwvijandig boek genoemd.
Harry Mulisch
Jan Donkers verzamelde
nieuwe verhalen in 'Gestegen
kosten' dat bij De Harmonie
verschijnt. Judith Herzberg
stelt bij deze uitgeverij 'De
kleine zeemeermin' in het
vooruitzicht. Bij 'In de Knip-
scheer' is de roman 'De over
kant' van Ernst Jansz te ver
wachten, een verhaal over de
geschiedenis van de tweede
generatie-Indo. Eveneens bij
de Knipscheer: Rabin Ganga-
din met 'Landgenoten' en
Hans Plomp met 'Open inrich
ting - Nieuw Amsterdams Do
denboekje'.
De nieuwe Willem Brakman
heet 'Leesclubje' en gaat over
de avonturen van een oude,
kindse man. Van Tom Pauka
is er 'Lente voor beginners' en
van Thomas Rosenboom
'Vriend van verdienste'. Uit
geverij Meulenhoff besteedt
het komende najaar veel aan
dacht aan de een kwart eeuw
geleden gestorven schrijfster
Anna Blaman (1905-1960).
Daar verschijnen onder de
titel 'Droom in oorlogstijd' vijf
niet eerder gepubliceerde ver
halen. Verder is daar zojuist
een omnibus uitgebracht met
de romans 'Vrouw en vriend',
'Eenzaam avontuur' en 'De
Kruisvaarder', terwijl een
herdruk van 'Op leven en
dood' samen met een informa
tie-brochure in de aantrekke-
Het schrijverscontact dat
vier jaar geleden vanuit Et-
ten-Leur begonnen werd,
heeft landelijk navolging
gekregen. De groep, die zich
oorspronkelijk als een ver
zameling amateurs en hob
byisten presenteerde, heeft
méér zelfrespect gekregen
en deze omschrijvingen al
lang laten vallen. Inmiddels
heeft zich ook een tijdschrift
ontwikkeld, dat bestaans
recht blijkt te hebben. Met
de redactie ervan spraken
we over de achtergronden
van Preludium.
Door Henk Egbers
„Er is wel wat veranderd in
onze schrijversgroep na de
oprichting in 1982", zegt in
Breda Bert Hollink van de
stichting Preludium. „Was
er aanvankelijk sprake van
amateur-schrijvers en hob-
bybisten... dat is er nu wel
af. We hebben gewust geko
zen voor de literaire kant.
Wij willen een bijdrage le
veren aan de literatuur." In
middels is er ook een tijd
schrift ontstaan, dat aan
nummer twee van de tweede
jaargang toe is (zesde num
mer).
Toen Irene van Amels-
foort uit Etten-Leur vier
jaar geleden met Izaak van
Melle via De Stem en enkele
landelijke bladen mensen
opriep, die voor hun plezier
het schrijfambacht beoefe
nen, had ze niet gerekend op
zoveel respons. Er ontstond
landelijk een 'beweging' van
gelijkgezinden. Nu zijn er
afdelingen in Twente,
Noord-Holland, Zuid-Lim
burg en Den Haag. Er is al
leen een ontstaansverband.
De afdeling Midden- en
West-Brabant onderhoudt
geen georganiseerd contact
met de andere groepen.
Wie doen er mee? Hollink:
„Ér is een selectieproces op
getreden. De mensen, die zo
maar eens wat opschrijven
voor de aardigheid en geen
zin hebben om met teksten
te vechten zijn afgevallen.
We hebben assistentie ge
zocht bij universiteitsdocen
ten als Hugo Verdaasdonk
(Tilburg) en Luk de Vos
(Antwerpen), die ons positief
ondersteunen. Ook studen
ten werken mee." De redac
tie van Preludium, waarmee
we rond de tafel zitten,
blijkt verder een aardige
doorsnee van het ledenbe
stand.
Bert Hollink, die als voor
zitter van de stichting func
tioneert, is werkzaam bij de
buitendienst van het GAK.
Redactie Preludium:
v.l.n.r. Bert Hollink, Ireen
van Amelsfoort, Riek
Weijand, Yvonne Fehr-
mann en Pieter Luykx.
- FOTO MARCEL BEKKEN
In zijn andere uren contro
leert hij zijn schrijf vermo
gen met verhalen, gedichten
en beschouwingen. Het fan-
tastisch-realisme boeit hem
daarbij. Secretaris Yvonne
Fehrmann is secretaresse
buiten dienst (om een eufe
mistische term te gebrui
ken). Zij schrijft verhalen
met dubbele bodems en
maakt gedichten. Ook is ze
verantwoordelij k voor de
vormgeving van het tijd
schrift.
Riek Weijand, die pen
ningmeester is, noemt zich
zelf 'huisvrouw' en maakt
'oorspronkelijke verhalen'.
Ireen van Amelsfoort, die
Nederlands studeert,
schrijft korte verhalen, die
vanuit eigen ervaring vorm
krijgen, gedichten en recen
sies in het eigen tijdschrift.
Medewerker Pieter Luykx,
leraar van professie, heeft al
verschillende dichtbundels
op zijn naam staan.
Elke maand komen de le
den van de stichting bij el
kaar om voor te lezen uit
eigen werk. Geleidelijk aan
hebben ze geleerd om niet
alleen maar instemmend
naar elkaar te knikken,
maar ook gedegen kritiek te
leveren. Het zes keer her
schrijven van een verhaal is
bijvoorbeeld geen uitzonde
ring. Schrijven is ook een
vak dat je kunt leren. Crea
tiviteit een vereiste. Gevoel
voor taal en stijl wordt bin
nen de gelederen ontwik
keld.
„We zijn van de week van
acht tot twaalf bezig ge
weest met twee verhalen;
heel intens werk," zegt Riek
Weijand als redactielid van
het tijdschrift. Waarom nog
een tijdschrift erbij, als er al
zoveel zijn? Bert: „In 1984
ontstond de behoefte naar
buiten te treden; reactie uit
te lokken en kritiek te krij
gen. Bovendien zijn er niet
zoveel literaire tijdschriften
tussen de professionele- en
de alternatieve- in. Wij wil
len een brug zijn naar de ge-
vestigden toe."
Preludium (=voorspel)
wil jonge auteurs de ruimte
geven. Anderzijds beperkt
het zich niet tot de Neder
landse literatuur. In het
laatste nummer bewijst
Hollink dat met een be
schouwing over 'John Ful
ler: een poëtische prozaïst'.
De redactie is op zoek
naar meer adviseurs om een
leescomité te vormen, dat de
inbreng veelzijdiger maakt.
Ook worden pogingen on
dernomen om de beeldende
kunst bij de literatuur te be
trekken. In de beide laatste
nummers is werk opgeno
men van Richard Lemaire.
De oplage is nog beschei
den (tweehonderd num
mers). De afname is interes
sant. Behalve persoonlijke
abonnementen in de provin
cie Zeeland is ook de provin
ciale bibliotheek van Zee
land geabonneerd. Prelu
dium is tevens te vinden in
de Koninklijke Bibliotheek;
bibliotheken in diverse pro
vincies, hogescholen en
soortgelijke instellingen.
Ook uitgevers willen het
ontvangen. Van de uitgeve
rij Prom werd een bemoedi
gend schrijven ontvangen.
Nadruk legt de redactie op
'het vrije woord'. In relatie
met de gebeurtenissen rond
de P.C. Hooftprijs worden
daarom in het laatste num
mer de redevoeringen afge
drukt die uitgesproken zijn
hij de uitreiking van de
Arkprijs van het Vrije
Woord aan radiojournalist
Daniël Buyle in Antwerpen.
Luk de Vos, die daarbij Bel
gië een bananenrepubliek
noemt, die uit de hand der
Groten moet eten, zegt: „In
formatie en cultuur moeten
niet als schooiers aan de
deur worden gezet met een
schamele subsidie." Bert
Hollink: „Wij hebben liever
geen subsidie, dan houd je je
handen vrij."
'Preludium: jong, dyna
misch en kritisch' staat ge
drukt. Na een jaar of vier
voelt Preludium zich niet
meer zó jong. Er ontstaat
een soort van overlevingsge-
voel. Bestaansrecht bewe
zen. Maar om zich telkens te
verjongen begint Preludium
met literaire manifestaties,
waarbij iedereen welkom is.
De eerste is op vrijdag 22 no
vember in 'Oncle Jean' te
Breda.
Preludium: vier nummers
van ongeveer 60 pagina's per
jaargang. Losse nummers
ƒ7,50 en jaargang ƒ60,- (giro
4944495 t.n.v. Preludium).
K athy Acker.
lijk goedkope Literair Mo
ment-serie te verschijnen
staat. In december zal een to
neelversie van 'Eenzaam
Avontuur' in première gaan,
een samenwerkingsproject
van RO-theater en het Onaf
hankelijk Toneel, terwijl in
Rotterdam een tentoonstelling
aan leven en werk van Anna
Blaman gewijd.
Hermine de Graaf komt met
de verhalenbundel 'De Zee-
vlam' en Frans Kellendonk
presenteert 'Gijselhart', een
roman 'over de economie van
de liefde'.
Nijgh en Van Ditmar komt
dit najaar met een overrompe
lende serie herdrukken van
werk van Antoon Coolen,
Marnix Gij sen, Albert Hel
man, Herman de Man, Slauer-
hoff en Vestdijk. De Prom
brengt 'Kleppen en ventielen'
van het eeuwige 'enfant terri
ble' Heere Heeresma.
In de non-fiction-sector zal
deze winter niet veel te bele
ven zijn. Biografieën of infor
matieve werken zijn er nau
welijks. Van Jan Hulsker ver
schijnt 'Lotgenoten', waarin
onthullingen worden gedaan
over Vincent en Theo van
Gogh. 'De oorlog begon in
Spanje' is een produktie van
Hans Dankaart, Jaap-Jan
Flinterman, Frans Groot en
Rik Vuurmans en bevat twin-
Gerrit Komrij
- FOTO'S ARCHIEF DE STEM
tig interviews met Nederlan
ders die streden in de Spaanse
Burgeroorlog (1936-1939). Ver
der verschijnt van Doeko Bos-
scher en Berteke van Waal
dijk 'Ambon, eer en schuld'
over 'politiek en pressie rond
de Republiek Zuid-Molukken'.
In januari verschijnt 'Brie
ven aan Castor 1926-1939'. Het
zijn brieven die Jean-Paul
Sartre schreef aan zijn vrien
din Simone de Beauvoir.
De buitenlandse literatuur
is niet al te rijk vertegenwoor
digd. Het meest opvallend is
de Nederlandse vertaling van
'De gevaarlijke zomer', een
'nieuw' boek van Ernest He
mingway. Het verhaal over
een reeks stierengevechten
van twee grote rivalen was
bedoeld als artkel voor het
blad 'Life'. Hemingway lever
de echter een veel te lang ma
nuscript af. Dat is nu eindelijk
in boekvorm verschenen, met
een voorwoord van James
Mitchener.
Van Norman Mailer ver
schijnt een bundel strijdbare
essays en interviews onder de
titel 'Ambacht en verbeelding'.
Anita Brookner maakte in
druk met 'Hotel Du Lac' en
Contact komt nu met haar
'Familie en vrienden', een ge
detailleerd portret van een ge
zin.
'De barmhartige terroriste'
is het nieuwe boek van Doris
Lessing. Het is het portret van
een vrouw die actief is in de
kraakbeweging in Londen en
het wordt volgend voorjaar in
de boekwinkel verwacht. An
ne Tyler's nieuwste heet 'De
toevallige toerist' en handelt
over een schrijver van reisgid
sen. Tyler werd beroemd met
'Het heimwee restaurant' en
'Op zoek naar Caleb'.
Verder komen Nederlandse
vertalingen op de markt van
o.a. 'Dood en verderf in de
schoolbanken' van Kathy Ac
ker, 'Sarah Phillips' van An
drea Lee, 'Het parfum, de ge
schiedenis van een moorde
naar' van Patrick Süskind, 'De
verhalen' van Bernard Mala-
mud en 'Moderato cantabile'
van Marguerite Duras.
Door Henk Egbers
Ward Ruyslinck heeft zichzelf
altijd als underdog be
schouwd. In zijn talrijke boe
ken, die nogal wat autobiogra
fische trekjes hebben, is dat
tot uiting gekomen. Het 'hoog
tepunt' werd bereikt in zijn
nieuwe roman 'De uilen van
Minerva'. Nadat de auteur vo
rig jaar zijn ambtelijke func
tie aan het Museum Plantin
Moretus in Antwerpen had
opgegeven, komt hij nu met
een terugblik op die dertig
jaar. Natrappen?
'De uilen van Minerva' is
een nogal redenerende roman
geworden; een verhaal met
niet zoveel innerlijke span
ning. Het tegelijk nogal ratio
neel- en lyrisch proza is, zoals
meestal bij Ruyslinck, van een
mooi gehalte; fijn om te lezen
als je daarvoor gevoel hebt.
Dat is dan besteed aan een
soort bekentenis- geschrift,
waarin zijn eigen leven tegen
het licht van onvervulde dro
men en prikkende maatschap
pelijke conventies gehouden
wordt, het ongenoegen dat
daarbij aan de orde komt is
meestal tè privé van aard om
als een universele aha-erleb-
nis te kunnen functioneren.
Hij vertelt hoe hij, als ont
goochelde student in de ger-
maanse filologie, aan het
handje van zijn vader en diens
relaties in de ambtenarij te
recht kwam. Ambtenaar-zijn
gaf zekerheid en een zekere
status aan mensen uit under
dog-milieus. Je proeft, dat hij
diep in zijn hart zijn vader
daarom vervloekt. Maar je
leest: „Ik behoor nog net niet
tot de ondankbare generatie
en maak dan ook van de gele
genheid gebruik om hulde te
brengen aan mijn vader zali
ger die, ondanks zijn ape-
sprongen, zijn sluwe distinc
tiedrift en zijn neiging tot cor
ruptie, zichzelf en zijn gezin
steeds met een tandenknar
sende onverzettelijkheid en
het aplomb van de halfslachti
ge selfmade-man tegen ar
moede; ziekte, uitzetting, ver
driet, zonde en het helse vuur
verdedigde." Dat is een mooie
karakteristiek van 'een' vader,
maar als lezer van een roman
heb ik geen behoefte aan zijn
persoonlijke hulde; laat staan
het zich afzetter» tegen de hui
dige generatie als 'ondank
baar'. Kom nou!
Goed, de jonge Ruyslinck,
belandt in het museum als
ambtenaar. Wat blijkt? Al zijg
collega's zijn droogkloten eg
intriganten. Allemaal hebben
ze afwijkingen in 'dit kerkhof
van de kunst'. Loonslaaf
Ruyslinck bevindt zich in een
soort inrichting van psycho-
paten, die wetenschappelijke
onbenulligheden tot hun knol-
lentuintje gemaakt hebben
Gezegd moet dat Ruyslinck
vaak op een geestige, maar
ook wat overladen manier dat
soort wetenschappelijk gedoe
persifleert. „Waarom schreven
die belezen vorsers nooit eens
een stukje over zakkenrollers
in de zestiende eeuw, of over
de geneugten van het vrijen in
het hooi, wat je steevast in el
ke historische film te zien
kreeg? Dat waren natuurlijk
geen bibliofiele onderwerpen.
De bibliomanen en bibliofielen
zelf schuwden die ondeugden
en hartstochten niet..."
Deze laatste opmerking
luidt het een en ander in. On
der meer over 'dat kreng Vio
la', een vrouw met wie hij ai
die jaren in een voortdurende
competitie zit. Toch schopt zij
het in de ambtelijke wereld
hiërarchisch verder. Terzijde-
in een regel of tien op 223 pagi
na's - is er ook nog sprake van
huwelijk en gezin. Ontgooche
ling met als antwoord: 'Ik kon
het ook niet helpen...' en dat is
ook de fatalistische meritali-
teit van het boek. Ruyslinck
voelt zich doorlopend verne
derd en gekweld door om
hooggevallen bureauchefs en
onbenullige politici. Hij noemt
de anderen 'een verzameling
geestelijk gestoorden...' Dat is
nsogal goedkoop. En geen
wonder dat je - wat het geval
blijkt - een zenuwinzinking
krijgt. Van zelfkennis getuigt
dan het zinnetje: 'Ik ben een
onafhankelijke middelman,
een van die maatschappelijke
dromers die vroeg of laat ze
nuwlijders worden.' Alleen het
woord 'onafhankelijk' zou je
beter kunnen vervangen dooi
'afhankelijk'. Je vraagt je na
melijk af: Waarom heb je dal
ruim dertig jaar volgehouden
Niet anderen hebben jou dal
alleen aangedaan; je hebt hel
jezelf ook aan laten doen. Een
klachtenboek achteraf is nogal
onbevredigend; zowel voor de
auteur als de lezer; alle lite
raire hoogstandjes ten spijt.
Ward Ruyslinck: 'De uilen van
Minerva'. Uitg. Manteau.
4
Ward Ruyslinck.
FOTO ARCHIEF DE S»l
Precies negentien jaar na haar
opzienbarend poëziedebuut
komt Neeltje Maria Min uit
Bergen in Noord-Holland met
een tweede dichtbundel: 'Een
vrouw bezoeken'. Net als des
tijds heeft uitgeverij Bert
Bakker voor flink wat publici
teit gezorgd. De nieuwe bundel
bevat 32 gedichten.
In 1966 publiceerde Neeltje
Maria Min haar eerste bundel,
'Voor wie ik liefheb wil ik he
ten'. Al onmiddellijk na het
verschijnen trok de bundel
grote aandacht. Inmiddels zijn
meer dan 80.000 exemplaren
verkocht, wat een een voor ons
land ongekend groot aantal is,
waar dichtbundels van de be
kendste Nederlandse dichters
in de verste verte niet bij in de
buurt konden komen.
Neeltje Maria Min heeft zelf
geen idee waaraan zij dat suc
ces met haar debuut te danken
heeft: „Nooit over nagedacht",
zegt zij simpel, met dezelfde
terughoudendheid die ze ook
in het tv-programma van
Adriaan van Dis etaleerde.
Ze werd geprezen als een
natuurtalent, niet bedorven
door theorieën of kunstmatig
heden. De eerste jaren na haar
debuut heeft zij helemaal niet
geschreven en daarna 'lang
niet genoeg om een dichtbun
del te publiceren'. Vandaar dat
het negentien jaar heeft ge
duurd voor zij weer van zich
laat horen.
De nieuwe bundel bevat 32
gedichten. Het zijn niet meer
de prille gedachten van een
meisje dat een heel leven voor
zich ziet. Neeltje Maria Min is
uiteraard een stuk ouder ge
worden. De pure simpelheid
van vroeger is hier en daar
toch terug te vinden. Daar
naast is er wat meer humor en
neemt dfe dichteres wat meer
afstand van haar eigen leef-
wereldje.
Hier het eerste deel van een
van haar nieuwe gedichten:
„Ik had als kind een broertj e
dood,
aan 't sterven van mijn zusjes.
Kreeg ik geen hap, sloeg
mij groot,
zij kregen pap en kusjes".
Plannen voor de toekom®11
voor een derde bundel, het
zij niet. „Ik schrijf wel, zos
altijd, maar niet met het ooi
merk een derde bundel tel
ten verschijnen", aldus I
Maria Min.
In het Goethe Instituut
Theater De Balie in Amste''
dam wordt aandacht beste-;
aan 'De familie Mann, 100)3®'
Europese cultuurgeschiök
nis'. Er zijn lezingen, films,0'
baretvoorstellingen en disctf'
sies over de beroemde Dun*
familie, over Thomas, Heil'
rich, Klaus, Frido, Moni»'|
Elisabeth en Erika. De Mai»j
activiteiten duren nog tot
september. (Informatie: 1
232904).
Chris van der Heijden
Theo Stokkink maakten voC l
de KRO-radio een serie
I
Neeltje Maria Min.
- FOTO GERHARD JAEGER
drie programma's over de
milie Mann. In de eerste i"
zending over de periode w
1918 stonden Heinrich en"},\
mas centraal. In de uitzend"1'
van vanavond, om 23 uur
Hilversum 4, gaat hem onl
periode van 1918-1950 en
al over het verzet van
Mann's tegen het nazisme1
derde aflevering belicht®
Mann, de dochter van Tho""-
Eind deze maand vers#
een speciaal nummer van
tijdschrift 'Maatstaf' ove'
familie Mann en er kom'
goedkope uitgave van 1
Toverberg' van Thomas M®
VOOfl
I
rl
NGESLOTEN een
geheimzinnig stukje draad.
Volgens de beschrijving geeft di
een hoogfrequente toon, die voc
mensen niet hoorbaar is, maar
vogels, konijnen etc. afschrikt.
Eerlijk gezegd geloof ik er niets
van. Bovendien kan ik het
natuurüjk niet controleren, daai
ik niets hoor.
Een citaat uit het brievenbakje
van ing. Aad Lakwijk. Dat
opbergmeubeltje is nooit leeg ei
zijn telefoon rinkelt ook zelden
TNO
alles,
het w<
Door Laur Crouzen
ER KAN geen etmaal op de kalen
der afgestreept of -gescheurd wor
den of je kan ervan horen en lezen:
een kleuter van vier overlijdt in eer
ziekenhuis in Sneek na een operatie
voor een beenbreuk. Een onderzoek
van TNO wijst uit, dat de aansluit-
nippels van de slangen voor zuurstoi
en lachgas verwisseld zijn.
Een snackroom-uitbater uit Den Haag
is woedend op de Consumentenbond,
omdat die gezegd heeft, dat de broodjes
tartaar aldaar niet deugen. TNO wordt
door de snackverkoper in de arm geno
men om het gehakte vlees opnieuw onder
de microscoop te nemen. TNO ontwik
kelt een belangrijk onderdeel voor de sa
telliet 'Giotto', die gaat proberen om de
befaamde komeet van Halley van dicht
bij te bekijken. TNO maakt een appa
raat, waarmee je kunt meten hoeveel slib
er in een haven ligt en studeert op tech
nieken om verontreinigde grond weer
schoon te maken.
21.000 opdrachten van Nederlandse
bedrijven en bedrijfjes om iets te maken
of iets uit te zoeken kreeg TNO in 1984
voorgeschoteld. Dat zijn er bijna 81 per
werkdag, waaraan in Delft, Den Helder,
Zeist, Utrecht, Apeldoorn, Rijswijk,
Waalwijk, Oosterwolde, Enschede, Den
Haag, Wageningen, Amsterdam, Leiden,
Arnhem en Soesterberg gesleuteld werd.
Voor ongeveer 300 miljoen gulden aan
geld van overheid en bedrijven ging met
die opdrachten heen, terwijl de rest voor
het grootste deel bestaat uit overheids
subsidie, bedoeld voor onderzoek op een
aantal belangrijke gebieden.
De zogenaamde hoofdgroepen, waar
over de 35 instituten en laboratoria van
TNO verdeeld zijn, dragen namen als
Bouw en Metaal, Industriële Producten
en Diensten, Maatschappelijke Techno
logie, T echnisch-Wetenschappelijke
Diensten, Voeding en Voedingsmidde
len, Gezondheidsonderzoek en Defensie
onderzoek.
Voor een deel vage titels, die niettemin
bij eerste lezing op de niets vermoedende
mens in de straat geweldige indruk ple
gen te maken. TNO als allesweter, als ge-
male en lange arm van de overheid, die
op technisch gebied alles ontrafelt? Zou
het spreekwoord 'Al is de waarheid nog
zo snelvoor TNO omgebouwd kun
nen worden met iets dat rijmt op 'Al zijn
de problemen nog zo groot
Wegwijzer' Aad Lakwijk, bureel hou
dend ergens in het grote TNO-complex
'n Delft aan de Schoemakerstraat, schiet
even in de lach. „Bij TNO weten ze hele
maal niets alles", zegt hij. „Maar je hoeft
ook niet alles te weten, als je het maar
weet te vinden. TNO is een combinatie
van kennis en van snelheid om kennis te
achterhalen. Om het antwoord op zeer
gerichte vragen te vinden, hebben wij in
al onze gebouwen meetapparatuur of
proef-opstellingen staan, die vaak een
tijdje niet gebruikt worden, maar die snel
mgeschakeld kunnen worden. Ons po
tentieel heet dat."
ieJe™ÊfnS ernstiêer: "En dan nog
tv 'NO is geen overheidsinstelling.
oewel we natuurüjk van de rijksover
heid subsidies en betalingen voor op-
"achten krijgen, is TNO een onafhanke-
9)tte organisatie, ingesteld bij de TNO-
wet van 1930 na een initiatief van enkele
noogleraren van de Delftse Technische
ogeschool. In feite is de situaüe op dit
zo' dat de overheid ongeveer
"°,r IUY miljoen aan gerichte onder-
zoeksopdrachten heeft uitstaan, terwijl
steL f ,1J Sleven voor. 188 miljoen be-
e' de portefeuille van het rijk zit
Mc.vU terwijl de bedrijven wel
m n t- e n* fV aankloppenzelfs onderne-
\in.L-n c t jbmtenland weten ons te
willen 'Eabneken, die nieuwe dingen
willen maku£n' bestaande produkten
de fahrie iCren °f met Problemen bij
voldoenHaêtkampe"' maar daarvoor niet
e knappe koppen of machines