ma BIÜÜHÓ Preludium: schrijven als vak in vrije tijd Ward Ruyslinck geeft zijn eigen leven een trap na raÊSïS;' Neeltje Maria Min weer in de plus I Per jaar 21.0L vu MULISCH, 'THART, WOLKERS, NOOTEBOOM EN VELE ANDEREN Aandacht voor familie Mann ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1985 Blaman Onthullingen Hemingway ZATERDAG 21 SEPTEMBER Potentieel Uiii U itgevers presenteren hun wintercollectie Cees Nooteboom Door Dirk Vellenga De Nederlandse uitge vers hebben hun nieuwe collectie deze week weer gepresenteerd op de beurs 'Vers voor de pers' in de RAI in Amster dam. Rekenmeesters zeggen dat er in de ko mende maanden 2500 nieuwe boeken uitko men. Daar zitten na tuurlijk veel boeken tussen in de sfeer van koken, tuinieren, knut selen en veel produkten zullen geruisloos over de toonbanken gaan. Hieronder volgt een greep uit de boeken die fonkelnieuw zijn, of interessant, of zelfs al lebei. Wie die lijst bekijkt ziet dat de Nederlandse uitgevers hun best doen om aandacht te trekken via bekende namen, maar het nog steeds niet ver antwoord vinden grote risico's te nemen. Begin oktober verschijnt de nieuwe roman van Harry Mu- lisch, 'Hoogste tijd'. Het is zijn eerste boek sinds 'De aanslag', waarvan in februari 1986 de filmversie te zien is. 'Hoogste tijd' speelt in de theaterwereld en heette oorspronkelijk dan ook 'Theater'. Cees Nooteboom komt vol gende maand met een nieuwe bundel reisverhalen, 'De zucht Anna Blaman naar het Westen', waarin gro te steden en kleine plaatsjes in Amerika de revue passeren. Gerrit Komrij presenteert 'De gelukkige schizo', waarin hij zich vrolijk boos maakt op de wereld. „Ik aanvaardt de ver splintering van de wereldbeel den als een godsgeschenk", schrijft hij. Van Maarten 't Hart ver schijnt 'De huismeester', een verhalenbundel. Het korte verhaal 'De vogelbezorging' speelt zich af in een psychia trische inrichting. 'Tobias' is de titel van het nieuwe boek van Marijke Höweler, een mo derne versie van een streekro man. Jan Brokken, die indruk maakte met 'De provincie', bundelde verhalen in 'De zee van vroeger'. 'Het verkeerde paard' is de naam van de verhalenbundel van Koos van Zomeren, die tot nu toe voornamelijk thrillers en romans op zijn naam heeft staan. Rudolf Geel is terug met 'De vrouwenbron', een ro man over jongeren in het be gin van de jaren zestig. Van Gerda Meijerink komt in ok tober 'De vrouw uit het Holo- ceen' uit. F.B. Hotz is van de partij met 'De vertekening', over een kunstschilder die zijn vrouw verdenkt van ovespel. 'De man die werk vond' is de titel van een verhalenbundel van de Vlaamse schrijver Herman Brusselmans die Bert Bakker op stapel heeft staan. Anja Meulenbelt Daar verschijnt ook het proza debuut van Tom Lanoye, 'Een slagerszoon met een brilletje'. Lanoye werd in 1984 de ont dekking van Poetry Interna tional genoemd. Wolkers De Bezige Bij biedt onder meer een nieuwe Jan Wolkers, geen roman deze keer, maar 'Tweeëntwintig sprookjes, verhalen en fabels'. Van Nico le Smabers komt 'Een zee van tijd', van Sal Santen 'Poste- restante Rood' en van Astère Michel Dhondt. Bij uitgeverij Contact komt Peter ten Hoopen met 'De Priesterrekruut', de roman over een 'maatschappelijke bewustwording'. Verder kun nen we in november de vijfde verhalenbundel verwachten van Hannes Meinkema: 'Een keer over'. Anja Meulenbelt slaat dit najaar ook weer flink van zich af. In de roman 'Een kleine moeite' geeft ze een portret van haar moeder en uitgever Van Gennep noemt het 'het meest feitelijke, direct auto biografische' Meulenbelt- boek. In 'In het huis van onze moeder zijn vele kamers' maakt Anja bovendien 'op merkingen over feministische literatuurkritiek als antwoord op Carla Brünott'. Deze Carla Brünott had haar 'Alba' een vrouwvijandig boek genoemd. Harry Mulisch Jan Donkers verzamelde nieuwe verhalen in 'Gestegen kosten' dat bij De Harmonie verschijnt. Judith Herzberg stelt bij deze uitgeverij 'De kleine zeemeermin' in het vooruitzicht. Bij 'In de Knip- scheer' is de roman 'De over kant' van Ernst Jansz te ver wachten, een verhaal over de geschiedenis van de tweede generatie-Indo. Eveneens bij de Knipscheer: Rabin Ganga- din met 'Landgenoten' en Hans Plomp met 'Open inrich ting - Nieuw Amsterdams Do denboekje'. De nieuwe Willem Brakman heet 'Leesclubje' en gaat over de avonturen van een oude, kindse man. Van Tom Pauka is er 'Lente voor beginners' en van Thomas Rosenboom 'Vriend van verdienste'. Uit geverij Meulenhoff besteedt het komende najaar veel aan dacht aan de een kwart eeuw geleden gestorven schrijfster Anna Blaman (1905-1960). Daar verschijnen onder de titel 'Droom in oorlogstijd' vijf niet eerder gepubliceerde ver halen. Verder is daar zojuist een omnibus uitgebracht met de romans 'Vrouw en vriend', 'Eenzaam avontuur' en 'De Kruisvaarder', terwijl een herdruk van 'Op leven en dood' samen met een informa tie-brochure in de aantrekke- Het schrijverscontact dat vier jaar geleden vanuit Et- ten-Leur begonnen werd, heeft landelijk navolging gekregen. De groep, die zich oorspronkelijk als een ver zameling amateurs en hob byisten presenteerde, heeft méér zelfrespect gekregen en deze omschrijvingen al lang laten vallen. Inmiddels heeft zich ook een tijdschrift ontwikkeld, dat bestaans recht blijkt te hebben. Met de redactie ervan spraken we over de achtergronden van Preludium. Door Henk Egbers „Er is wel wat veranderd in onze schrijversgroep na de oprichting in 1982", zegt in Breda Bert Hollink van de stichting Preludium. „Was er aanvankelijk sprake van amateur-schrijvers en hob- bybisten... dat is er nu wel af. We hebben gewust geko zen voor de literaire kant. Wij willen een bijdrage le veren aan de literatuur." In middels is er ook een tijd schrift ontstaan, dat aan nummer twee van de tweede jaargang toe is (zesde num mer). Toen Irene van Amels- foort uit Etten-Leur vier jaar geleden met Izaak van Melle via De Stem en enkele landelijke bladen mensen opriep, die voor hun plezier het schrijfambacht beoefe nen, had ze niet gerekend op zoveel respons. Er ontstond landelijk een 'beweging' van gelijkgezinden. Nu zijn er afdelingen in Twente, Noord-Holland, Zuid-Lim burg en Den Haag. Er is al leen een ontstaansverband. De afdeling Midden- en West-Brabant onderhoudt geen georganiseerd contact met de andere groepen. Wie doen er mee? Hollink: „Ér is een selectieproces op getreden. De mensen, die zo maar eens wat opschrijven voor de aardigheid en geen zin hebben om met teksten te vechten zijn afgevallen. We hebben assistentie ge zocht bij universiteitsdocen ten als Hugo Verdaasdonk (Tilburg) en Luk de Vos (Antwerpen), die ons positief ondersteunen. Ook studen ten werken mee." De redac tie van Preludium, waarmee we rond de tafel zitten, blijkt verder een aardige doorsnee van het ledenbe stand. Bert Hollink, die als voor zitter van de stichting func tioneert, is werkzaam bij de buitendienst van het GAK. Redactie Preludium: v.l.n.r. Bert Hollink, Ireen van Amelsfoort, Riek Weijand, Yvonne Fehr- mann en Pieter Luykx. - FOTO MARCEL BEKKEN In zijn andere uren contro leert hij zijn schrijf vermo gen met verhalen, gedichten en beschouwingen. Het fan- tastisch-realisme boeit hem daarbij. Secretaris Yvonne Fehrmann is secretaresse buiten dienst (om een eufe mistische term te gebrui ken). Zij schrijft verhalen met dubbele bodems en maakt gedichten. Ook is ze verantwoordelij k voor de vormgeving van het tijd schrift. Riek Weijand, die pen ningmeester is, noemt zich zelf 'huisvrouw' en maakt 'oorspronkelijke verhalen'. Ireen van Amelsfoort, die Nederlands studeert, schrijft korte verhalen, die vanuit eigen ervaring vorm krijgen, gedichten en recen sies in het eigen tijdschrift. Medewerker Pieter Luykx, leraar van professie, heeft al verschillende dichtbundels op zijn naam staan. Elke maand komen de le den van de stichting bij el kaar om voor te lezen uit eigen werk. Geleidelijk aan hebben ze geleerd om niet alleen maar instemmend naar elkaar te knikken, maar ook gedegen kritiek te leveren. Het zes keer her schrijven van een verhaal is bijvoorbeeld geen uitzonde ring. Schrijven is ook een vak dat je kunt leren. Crea tiviteit een vereiste. Gevoel voor taal en stijl wordt bin nen de gelederen ontwik keld. „We zijn van de week van acht tot twaalf bezig ge weest met twee verhalen; heel intens werk," zegt Riek Weijand als redactielid van het tijdschrift. Waarom nog een tijdschrift erbij, als er al zoveel zijn? Bert: „In 1984 ontstond de behoefte naar buiten te treden; reactie uit te lokken en kritiek te krij gen. Bovendien zijn er niet zoveel literaire tijdschriften tussen de professionele- en de alternatieve- in. Wij wil len een brug zijn naar de ge- vestigden toe." Preludium (=voorspel) wil jonge auteurs de ruimte geven. Anderzijds beperkt het zich niet tot de Neder landse literatuur. In het laatste nummer bewijst Hollink dat met een be schouwing over 'John Ful ler: een poëtische prozaïst'. De redactie is op zoek naar meer adviseurs om een leescomité te vormen, dat de inbreng veelzijdiger maakt. Ook worden pogingen on dernomen om de beeldende kunst bij de literatuur te be trekken. In de beide laatste nummers is werk opgeno men van Richard Lemaire. De oplage is nog beschei den (tweehonderd num mers). De afname is interes sant. Behalve persoonlijke abonnementen in de provin cie Zeeland is ook de provin ciale bibliotheek van Zee land geabonneerd. Prelu dium is tevens te vinden in de Koninklijke Bibliotheek; bibliotheken in diverse pro vincies, hogescholen en soortgelijke instellingen. Ook uitgevers willen het ontvangen. Van de uitgeve rij Prom werd een bemoedi gend schrijven ontvangen. Nadruk legt de redactie op 'het vrije woord'. In relatie met de gebeurtenissen rond de P.C. Hooftprijs worden daarom in het laatste num mer de redevoeringen afge drukt die uitgesproken zijn hij de uitreiking van de Arkprijs van het Vrije Woord aan radiojournalist Daniël Buyle in Antwerpen. Luk de Vos, die daarbij Bel gië een bananenrepubliek noemt, die uit de hand der Groten moet eten, zegt: „In formatie en cultuur moeten niet als schooiers aan de deur worden gezet met een schamele subsidie." Bert Hollink: „Wij hebben liever geen subsidie, dan houd je je handen vrij." 'Preludium: jong, dyna misch en kritisch' staat ge drukt. Na een jaar of vier voelt Preludium zich niet meer zó jong. Er ontstaat een soort van overlevingsge- voel. Bestaansrecht bewe zen. Maar om zich telkens te verjongen begint Preludium met literaire manifestaties, waarbij iedereen welkom is. De eerste is op vrijdag 22 no vember in 'Oncle Jean' te Breda. Preludium: vier nummers van ongeveer 60 pagina's per jaargang. Losse nummers ƒ7,50 en jaargang ƒ60,- (giro 4944495 t.n.v. Preludium). K athy Acker. lijk goedkope Literair Mo ment-serie te verschijnen staat. In december zal een to neelversie van 'Eenzaam Avontuur' in première gaan, een samenwerkingsproject van RO-theater en het Onaf hankelijk Toneel, terwijl in Rotterdam een tentoonstelling aan leven en werk van Anna Blaman gewijd. Hermine de Graaf komt met de verhalenbundel 'De Zee- vlam' en Frans Kellendonk presenteert 'Gijselhart', een roman 'over de economie van de liefde'. Nijgh en Van Ditmar komt dit najaar met een overrompe lende serie herdrukken van werk van Antoon Coolen, Marnix Gij sen, Albert Hel man, Herman de Man, Slauer- hoff en Vestdijk. De Prom brengt 'Kleppen en ventielen' van het eeuwige 'enfant terri ble' Heere Heeresma. In de non-fiction-sector zal deze winter niet veel te bele ven zijn. Biografieën of infor matieve werken zijn er nau welijks. Van Jan Hulsker ver schijnt 'Lotgenoten', waarin onthullingen worden gedaan over Vincent en Theo van Gogh. 'De oorlog begon in Spanje' is een produktie van Hans Dankaart, Jaap-Jan Flinterman, Frans Groot en Rik Vuurmans en bevat twin- Gerrit Komrij - FOTO'S ARCHIEF DE STEM tig interviews met Nederlan ders die streden in de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939). Ver der verschijnt van Doeko Bos- scher en Berteke van Waal dijk 'Ambon, eer en schuld' over 'politiek en pressie rond de Republiek Zuid-Molukken'. In januari verschijnt 'Brie ven aan Castor 1926-1939'. Het zijn brieven die Jean-Paul Sartre schreef aan zijn vrien din Simone de Beauvoir. De buitenlandse literatuur is niet al te rijk vertegenwoor digd. Het meest opvallend is de Nederlandse vertaling van 'De gevaarlijke zomer', een 'nieuw' boek van Ernest He mingway. Het verhaal over een reeks stierengevechten van twee grote rivalen was bedoeld als artkel voor het blad 'Life'. Hemingway lever de echter een veel te lang ma nuscript af. Dat is nu eindelijk in boekvorm verschenen, met een voorwoord van James Mitchener. Van Norman Mailer ver schijnt een bundel strijdbare essays en interviews onder de titel 'Ambacht en verbeelding'. Anita Brookner maakte in druk met 'Hotel Du Lac' en Contact komt nu met haar 'Familie en vrienden', een ge detailleerd portret van een ge zin. 'De barmhartige terroriste' is het nieuwe boek van Doris Lessing. Het is het portret van een vrouw die actief is in de kraakbeweging in Londen en het wordt volgend voorjaar in de boekwinkel verwacht. An ne Tyler's nieuwste heet 'De toevallige toerist' en handelt over een schrijver van reisgid sen. Tyler werd beroemd met 'Het heimwee restaurant' en 'Op zoek naar Caleb'. Verder komen Nederlandse vertalingen op de markt van o.a. 'Dood en verderf in de schoolbanken' van Kathy Ac ker, 'Sarah Phillips' van An drea Lee, 'Het parfum, de ge schiedenis van een moorde naar' van Patrick Süskind, 'De verhalen' van Bernard Mala- mud en 'Moderato cantabile' van Marguerite Duras. Door Henk Egbers Ward Ruyslinck heeft zichzelf altijd als underdog be schouwd. In zijn talrijke boe ken, die nogal wat autobiogra fische trekjes hebben, is dat tot uiting gekomen. Het 'hoog tepunt' werd bereikt in zijn nieuwe roman 'De uilen van Minerva'. Nadat de auteur vo rig jaar zijn ambtelijke func tie aan het Museum Plantin Moretus in Antwerpen had opgegeven, komt hij nu met een terugblik op die dertig jaar. Natrappen? 'De uilen van Minerva' is een nogal redenerende roman geworden; een verhaal met niet zoveel innerlijke span ning. Het tegelijk nogal ratio neel- en lyrisch proza is, zoals meestal bij Ruyslinck, van een mooi gehalte; fijn om te lezen als je daarvoor gevoel hebt. Dat is dan besteed aan een soort bekentenis- geschrift, waarin zijn eigen leven tegen het licht van onvervulde dro men en prikkende maatschap pelijke conventies gehouden wordt, het ongenoegen dat daarbij aan de orde komt is meestal tè privé van aard om als een universele aha-erleb- nis te kunnen functioneren. Hij vertelt hoe hij, als ont goochelde student in de ger- maanse filologie, aan het handje van zijn vader en diens relaties in de ambtenarij te recht kwam. Ambtenaar-zijn gaf zekerheid en een zekere status aan mensen uit under dog-milieus. Je proeft, dat hij diep in zijn hart zijn vader daarom vervloekt. Maar je leest: „Ik behoor nog net niet tot de ondankbare generatie en maak dan ook van de gele genheid gebruik om hulde te brengen aan mijn vader zali ger die, ondanks zijn ape- sprongen, zijn sluwe distinc tiedrift en zijn neiging tot cor ruptie, zichzelf en zijn gezin steeds met een tandenknar sende onverzettelijkheid en het aplomb van de halfslachti ge selfmade-man tegen ar moede; ziekte, uitzetting, ver driet, zonde en het helse vuur verdedigde." Dat is een mooie karakteristiek van 'een' vader, maar als lezer van een roman heb ik geen behoefte aan zijn persoonlijke hulde; laat staan het zich afzetter» tegen de hui dige generatie als 'ondank baar'. Kom nou! Goed, de jonge Ruyslinck, belandt in het museum als ambtenaar. Wat blijkt? Al zijg collega's zijn droogkloten eg intriganten. Allemaal hebben ze afwijkingen in 'dit kerkhof van de kunst'. Loonslaaf Ruyslinck bevindt zich in een soort inrichting van psycho- paten, die wetenschappelijke onbenulligheden tot hun knol- lentuintje gemaakt hebben Gezegd moet dat Ruyslinck vaak op een geestige, maar ook wat overladen manier dat soort wetenschappelijk gedoe persifleert. „Waarom schreven die belezen vorsers nooit eens een stukje over zakkenrollers in de zestiende eeuw, of over de geneugten van het vrijen in het hooi, wat je steevast in el ke historische film te zien kreeg? Dat waren natuurlijk geen bibliofiele onderwerpen. De bibliomanen en bibliofielen zelf schuwden die ondeugden en hartstochten niet..." Deze laatste opmerking luidt het een en ander in. On der meer over 'dat kreng Vio la', een vrouw met wie hij ai die jaren in een voortdurende competitie zit. Toch schopt zij het in de ambtelijke wereld hiërarchisch verder. Terzijde- in een regel of tien op 223 pagi na's - is er ook nog sprake van huwelijk en gezin. Ontgooche ling met als antwoord: 'Ik kon het ook niet helpen...' en dat is ook de fatalistische meritali- teit van het boek. Ruyslinck voelt zich doorlopend verne derd en gekweld door om hooggevallen bureauchefs en onbenullige politici. Hij noemt de anderen 'een verzameling geestelijk gestoorden...' Dat is nsogal goedkoop. En geen wonder dat je - wat het geval blijkt - een zenuwinzinking krijgt. Van zelfkennis getuigt dan het zinnetje: 'Ik ben een onafhankelijke middelman, een van die maatschappelijke dromers die vroeg of laat ze nuwlijders worden.' Alleen het woord 'onafhankelijk' zou je beter kunnen vervangen dooi 'afhankelijk'. Je vraagt je na melijk af: Waarom heb je dal ruim dertig jaar volgehouden Niet anderen hebben jou dal alleen aangedaan; je hebt hel jezelf ook aan laten doen. Een klachtenboek achteraf is nogal onbevredigend; zowel voor de auteur als de lezer; alle lite raire hoogstandjes ten spijt. Ward Ruyslinck: 'De uilen van Minerva'. Uitg. Manteau. 4 Ward Ruyslinck. FOTO ARCHIEF DE S»l Precies negentien jaar na haar opzienbarend poëziedebuut komt Neeltje Maria Min uit Bergen in Noord-Holland met een tweede dichtbundel: 'Een vrouw bezoeken'. Net als des tijds heeft uitgeverij Bert Bakker voor flink wat publici teit gezorgd. De nieuwe bundel bevat 32 gedichten. In 1966 publiceerde Neeltje Maria Min haar eerste bundel, 'Voor wie ik liefheb wil ik he ten'. Al onmiddellijk na het verschijnen trok de bundel grote aandacht. Inmiddels zijn meer dan 80.000 exemplaren verkocht, wat een een voor ons land ongekend groot aantal is, waar dichtbundels van de be kendste Nederlandse dichters in de verste verte niet bij in de buurt konden komen. Neeltje Maria Min heeft zelf geen idee waaraan zij dat suc ces met haar debuut te danken heeft: „Nooit over nagedacht", zegt zij simpel, met dezelfde terughoudendheid die ze ook in het tv-programma van Adriaan van Dis etaleerde. Ze werd geprezen als een natuurtalent, niet bedorven door theorieën of kunstmatig heden. De eerste jaren na haar debuut heeft zij helemaal niet geschreven en daarna 'lang niet genoeg om een dichtbun del te publiceren'. Vandaar dat het negentien jaar heeft ge duurd voor zij weer van zich laat horen. De nieuwe bundel bevat 32 gedichten. Het zijn niet meer de prille gedachten van een meisje dat een heel leven voor zich ziet. Neeltje Maria Min is uiteraard een stuk ouder ge worden. De pure simpelheid van vroeger is hier en daar toch terug te vinden. Daar naast is er wat meer humor en neemt dfe dichteres wat meer afstand van haar eigen leef- wereldje. Hier het eerste deel van een van haar nieuwe gedichten: „Ik had als kind een broertj e dood, aan 't sterven van mijn zusjes. Kreeg ik geen hap, sloeg mij groot, zij kregen pap en kusjes". Plannen voor de toekom®11 voor een derde bundel, het zij niet. „Ik schrijf wel, zos altijd, maar niet met het ooi merk een derde bundel tel ten verschijnen", aldus I Maria Min. In het Goethe Instituut Theater De Balie in Amste'' dam wordt aandacht beste-; aan 'De familie Mann, 100)3®' Europese cultuurgeschiök nis'. Er zijn lezingen, films,0' baretvoorstellingen en disctf' sies over de beroemde Dun* familie, over Thomas, Heil' rich, Klaus, Frido, Moni»'| Elisabeth en Erika. De Mai»j activiteiten duren nog tot september. (Informatie: 1 232904). Chris van der Heijden Theo Stokkink maakten voC l de KRO-radio een serie I Neeltje Maria Min. - FOTO GERHARD JAEGER drie programma's over de milie Mann. In de eerste i" zending over de periode w 1918 stonden Heinrich en"},\ mas centraal. In de uitzend"1' van vanavond, om 23 uur Hilversum 4, gaat hem onl periode van 1918-1950 en al over het verzet van Mann's tegen het nazisme1 derde aflevering belicht® Mann, de dochter van Tho""- Eind deze maand vers# een speciaal nummer van tijdschrift 'Maatstaf' ove' familie Mann en er kom' goedkope uitgave van 1 Toverberg' van Thomas M® VOOfl I rl NGESLOTEN een geheimzinnig stukje draad. Volgens de beschrijving geeft di een hoogfrequente toon, die voc mensen niet hoorbaar is, maar vogels, konijnen etc. afschrikt. Eerlijk gezegd geloof ik er niets van. Bovendien kan ik het natuurüjk niet controleren, daai ik niets hoor. Een citaat uit het brievenbakje van ing. Aad Lakwijk. Dat opbergmeubeltje is nooit leeg ei zijn telefoon rinkelt ook zelden TNO alles, het w< Door Laur Crouzen ER KAN geen etmaal op de kalen der afgestreept of -gescheurd wor den of je kan ervan horen en lezen: een kleuter van vier overlijdt in eer ziekenhuis in Sneek na een operatie voor een beenbreuk. Een onderzoek van TNO wijst uit, dat de aansluit- nippels van de slangen voor zuurstoi en lachgas verwisseld zijn. Een snackroom-uitbater uit Den Haag is woedend op de Consumentenbond, omdat die gezegd heeft, dat de broodjes tartaar aldaar niet deugen. TNO wordt door de snackverkoper in de arm geno men om het gehakte vlees opnieuw onder de microscoop te nemen. TNO ontwik kelt een belangrijk onderdeel voor de sa telliet 'Giotto', die gaat proberen om de befaamde komeet van Halley van dicht bij te bekijken. TNO maakt een appa raat, waarmee je kunt meten hoeveel slib er in een haven ligt en studeert op tech nieken om verontreinigde grond weer schoon te maken. 21.000 opdrachten van Nederlandse bedrijven en bedrijfjes om iets te maken of iets uit te zoeken kreeg TNO in 1984 voorgeschoteld. Dat zijn er bijna 81 per werkdag, waaraan in Delft, Den Helder, Zeist, Utrecht, Apeldoorn, Rijswijk, Waalwijk, Oosterwolde, Enschede, Den Haag, Wageningen, Amsterdam, Leiden, Arnhem en Soesterberg gesleuteld werd. Voor ongeveer 300 miljoen gulden aan geld van overheid en bedrijven ging met die opdrachten heen, terwijl de rest voor het grootste deel bestaat uit overheids subsidie, bedoeld voor onderzoek op een aantal belangrijke gebieden. De zogenaamde hoofdgroepen, waar over de 35 instituten en laboratoria van TNO verdeeld zijn, dragen namen als Bouw en Metaal, Industriële Producten en Diensten, Maatschappelijke Techno logie, T echnisch-Wetenschappelijke Diensten, Voeding en Voedingsmidde len, Gezondheidsonderzoek en Defensie onderzoek. Voor een deel vage titels, die niettemin bij eerste lezing op de niets vermoedende mens in de straat geweldige indruk ple gen te maken. TNO als allesweter, als ge- male en lange arm van de overheid, die op technisch gebied alles ontrafelt? Zou het spreekwoord 'Al is de waarheid nog zo snelvoor TNO omgebouwd kun nen worden met iets dat rijmt op 'Al zijn de problemen nog zo groot Wegwijzer' Aad Lakwijk, bureel hou dend ergens in het grote TNO-complex 'n Delft aan de Schoemakerstraat, schiet even in de lach. „Bij TNO weten ze hele maal niets alles", zegt hij. „Maar je hoeft ook niet alles te weten, als je het maar weet te vinden. TNO is een combinatie van kennis en van snelheid om kennis te achterhalen. Om het antwoord op zeer gerichte vragen te vinden, hebben wij in al onze gebouwen meetapparatuur of proef-opstellingen staan, die vaak een tijdje niet gebruikt worden, maar die snel mgeschakeld kunnen worden. Ons po tentieel heet dat." ieJe™ÊfnS ernstiêer: "En dan nog tv 'NO is geen overheidsinstelling. oewel we natuurüjk van de rijksover heid subsidies en betalingen voor op- "achten krijgen, is TNO een onafhanke- 9)tte organisatie, ingesteld bij de TNO- wet van 1930 na een initiatief van enkele noogleraren van de Delftse Technische ogeschool. In feite is de situaüe op dit zo' dat de overheid ongeveer "°,r IUY miljoen aan gerichte onder- zoeksopdrachten heeft uitstaan, terwijl steL f ,1J Sleven voor. 188 miljoen be- e' de portefeuille van het rijk zit Mc.vU terwijl de bedrijven wel m n t- e n* fV aankloppenzelfs onderne- \in.L-n c t jbmtenland weten ons te willen 'Eabneken, die nieuwe dingen willen maku£n' bestaande produkten de fahrie iCren °f met Problemen bij voldoenHaêtkampe"' maar daarvoor niet e knappe koppen of machines

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 28