ffiiiKÏHP Nostalgie en speelgoed voor kinderen en vaders 120.000 tieners toeren per trein ZwerveN De W van wq Me VlKANTIE VARlü Brandstofprijzen in vakantielanden ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1985 Het Spoorwegmuseum: Spoorwegen: 'Geen overlast Spanje contra criminaliteit D\ Suske en Wiske: He fypie Happie en Stu w ftTERDAG 3 AUGUSTUS Treinen hebben kinderen en man nen immer gefascineerd. Mannen blijven kinderen, wordt wel eens ge zegd, en misschien daarom is het dat heel wat vaders op zolder met hun treintjes spelen en naast zak doeken ook spoorwagonnetjes krij gen op hun verjaardag. Het Nederlands Spoorwegmuseum in Utrecht is dan ook vooral populair bij vaders en hun kinderen. Het museum geeft een beeld van honderdveertig jaar spoorvervoer in Nederland en slaagt daar uitstekend in. Het aardige van het museum is dat het zo geschikt is voor verschillende groepen belangstellenden. Natuurlijk voor de ge- dwone 'treinfanaten', maar ook voor techneuten, die be- en wellicht verwon dering de oude stoomlocs op hun voort drijving bekijken, voor ouderen, die hier de treinen uit hun jeugd zien, voor kinde ren die schitterende modellen kunnen zien rondrijden waarbij hun Marklin- treintje thuis echt speelgoed is, en vooral ook voor romantici. Want het oude Maliebaanstation in Utrecht, waarin het spoorwegmuseum is gevestigd, ademt een sfeer van nostalgie Tramtrein van de Rotterdamsche Tramweg met een locomotief uit 1920 en wagens uit 1905, 1906 en 1898. - foto spoorwegmuseum uit, van een tijd dat reizen ook binnens lands nog een avontuur was. Dat de sta tions niet beheerst werden door verveel de forensen, maar door reizigers. Met enige fantasie kan men zich op een sta tion in de jaren twintig wanen. Tin wie eerst de zaal met schilderijen van oude stations is doorgelopen, roept zich die beelden terug en weet dat de tijd hier even stilstaat. Dat is overigens niet de bedoeling van de museumleiding en haar sponsors, te weten het Rijk, de gemeente Utrecht, de NS (ieder dertig procent) en de provincie Utrecht (tien procent). Het spoorwegmu seum moet worden uitgebouwd tot een 'Openbaar Vervoer Museum'. De eerste schuchtere stappen in die richting wor den al gezet. Zo staan er al enkele bus sen, waaronder een trolleybus uit Arn hem, tentoongesteld. Maar het wachten is op de fikse uit breiding van het museum, die nodig is om aan de nieuwe doelstelling te vol doen. Want het spoorwegmuseum be schikt nu al over veel meer materiaal dan kan worden geexposeerd. In de werkp laats van het station Roosendaal staan bijvoorbeeld locomotieven, een complete koninklijke wachtkamer, schilderijen en velerlei werktuigen te wachten op een plaatsje. Ruimte is er voldoende. Directeur Spaans wil daarvoor een braakliggend terrein achter het museum gebruiken, dat bovendien groot genoeg is om te zijner tijd ook een spoor te leggen waarover een ouderwetse stoomtrein een rondje kan rijden met bezoekers. Bedrijfsleider C. Camfferman: „Het museum vinden we nu wat statisch. We denken dat met wat meer beweging het aantrekkelijker wordt voor het publiek". Een greep uit de collectie van het mu seum. Bij binnenkomst ziet men twaalf tot in de kleinste details nagebouwde lo comotieven, van de breedspoor-machine Hercules tot de modernste locs. Heel bij zonder is de werkende 'luchtkussen- trein', die op schaal is nagebouwd. Mo dellen rijden op een baan hun rondjes, waarvoor kinderen altijd veel belangstel ling tonen. In de andere vleugel ziet men schilderijen, bruggen op schaal nage bouwd en oude werktuigen, waaronder de bedieningsapparatuur voor wissels. Buiten staan de rijtuigen en locomotie ven. Het eerste perron laat met de loco motieven de ontwikkeling van de tech niek zien. Op het tweede perron staan tramstellen, want de tram behoort im mers ook tot het spoorvervoer. Op de laatste perrons vindt men de eerste elek trische trein in Nederland en verschillen de rijtuigen. Daarnaast zijn er wisselende tentoon stellingen. Op het moment kunnen be zoekers met beeldschermen spelen, waar op zij een stoomloc kunnen bedienen of andere spoorse handelingen moeten ver richten. „Kinderen zijn er niet weg te slaan", zegt Camfferman. En ook valt er binnenkort een computergestuurde mo delbaan te bezichtigen. Het Nederlands Spoorwegmuseum is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 10 tot 17 uur en 's zondags van 13 tot 17 uur. Op maandag is het museum gesloten, evenals op Nieuwjaarsdag en de eerste dagen van Pasen, Pinksteren en Kerstmis. De toegangsprijs is 2,50 gul den voor volwassenen en 1,25 voor kin deren tot en met vijftien jaar. Het mu seum is gelegen aan de Johan van Olden- barneveltlaan 6, nabij de Maliesingel, te Utrecht. Wie geheel in stijl per trein naar Utrecht gaat, kan vanaf het station bus 3 richting Prins Hendriklaan, halte Malie baan, nemen. .eer dan 120.000 jongens en meisjes reizen deze zomer met een tienertoer door Nederland. Voor 40 kunnen ze vier dagen lang vrij reizen. Voor dat geld krijgen ze dan ook een setje kortingskaarten, van een gulden korting voor Madame Tussaud tot een gulden korting op een Honki-burger die ook naar wassen beelden smaakt. Dat mag de pret echter niet drukken. Duizenden jonge reizigers stappen 's morgens het ouderlijk huis uit met de door de NS gepropageerde groet „Doeiii". „Goede reis, maar wel weer op tijd thuis". Door Mick Salet UTRECHT - „Zullen we naar die aardbeving in Maastricht gaan kij ken?" „Doe niet zo eng. We zouden toch naar het Evoluon gaan." De twee tiener-toerders op het station Utrecht twijfelen nog even, vóór ze in de trein naar Eindhoven stappen. De wondere wereld van de gloeilampen-gigant lijkt de moeite van een bezoek wel waard, maar biedt het wel de spanning en sensa tie die een avontuurlijke tiener- toerder zoekt? Het bonnetje, waarmee iedere tiener- toerder een gratis poster van het Evoluon kan krijgen, geeft de doorslag. „Als het niks is, kunnen we altijd nog zien of we ergens anders heen gaan." De Nederlandse Spoorwegen verwach ten dit jaar meer dan 120.000 tienertoer kaarten te verkopen, ledereen beneden de negentien jaar kan in juni, juli en augustus zo'n kaart kopen voor veertig gulden. In een tijdsbestek van tien da gen, mag je dan vier dagen lang in de trein zitten. Een tientje per dag. Wie kopen de kaarten? Vooral scholie ren van de middelbare school. Een woordvoerder van de NS: „Negen van de tien tienertoerders zijn scholier. Bijna acht van de tien zijn 14 tot 17-jari- gen. Het zijn meestal kinderen die nor maal weinig of nooit met de trein rijden. Zeventig procent zit zelden in de trein en ruim dertig procent reist eigenlijk nooit met de trein. Voor de Spoorwegen zijn dat dus veel nieuwe klanten." Voor de meeste jonge reizigers (71 is het de eerste keer dat ze een tienertoer kopen. Wat doen de jonge reizigers met hun tienertoer? Het is niet moeilijk om de tienertoer ders op te speuren en het ze zelf te vra gen. Niet dat iedere tienertoerders een herrieschopper is, maar er zijn nogal wat luidruchtige groepjes in de halletjes van de treinen te vinden, die, tien tegen één, tienertoerder zijn. Ook het hoofdpijn- verwekkende geklepper van klappende asbakjes, is vaak een teken dat er tiener toerders in de trein zitten. „Wat we doen? Nou vandaag gaan we naar Nijmegen om naar de Vierdaagse te kijken", zegt Roel (15), die er samen met zijn even oude schoolvriendje Robert vier dagen op uit trekt. „Vorige week zijn we naar Amsterdam geweest. Nee, naar een museum hoef ik niet. Wat we dan doen? Nou, gewoon een beetje rondkij ken. Morgen willen we naar het Evoluon. Dat moet wel gaaf zijn." Giechelende Gerda (16) gaat samen met haar even vrolijke zusje Anette naar Enschede. „Naar mijn nichtje. Daar blij ven we slapen. Morgen gaan we dan weer terug. Nee, in een jeugdherberg slapen doen we niet. Dat kan wel met een tie nertoerkaart, maar mijn vader wil liever dat we 's avonds thuis komen. Ja, meest al zijn we wel voor het donker thuis." Gesprekken met tienertoerders maken duidehjk dat de meesten het bij losse dagjes uit houden. Naar plaatsen waar iets te zien of te doen is: de Efteling of het strand, Madame Tussaud of Feno- mena. Maar wat de bestemming ook is, het gaat vooral om de lol onderweg. De meeste tienertoerders vinden het leuk om er met vriendjes of vriendinnetjes op uit te trekken, zonder ouders. Gezellig gie chelen en een beetje gein trappen. Reizigers die de kaart van vier tientjes tot op het bot afkluiven, zijn er niet veel. Wtm (17): „Je probeert natuurlijk wel om naar plaatsen te gaan, waar je anders niet zo snel heengaat. Maar waarom zou je nou op één dag naar Delfzijl en Maas tricht gaan? Zo'n hele dag in de trein hoeft voor mij niet. Ik vind het ook wel goed dat je vier dagen kan kiezen om te reizen. Dan kan je tenminste weg wan neer het je goed uitkomt en kan je thuis blijven als het slecht weer is." Dat laatste argument was voor de Spoorwegen ook een van de redenen om de tienertoer-kaart wat in te korten. En kele jaren gelden kon je nog acht dagen achter elkaar reizen. „Maar dat vonden de meesten toch wel een beetje veel. Er zat zo'n dwang achter om iedere dag maar weer in de trein te zitten. De meeste tienertoerders vinden het veel fijner om niet iedere dag te moéten om het geld er zo veel mogelijk uit te halen", zegt een woordvoerder van de NS. Last van de stroom tienertoerders heb ben ze bij de NS niet. „Ze zijn misschien wel iets levendiger dan de reizigers met een senioren-kaart, maar dat moeten we maar voor lief ne men. Echt last hebben we er niet van. De Spaanse autoriteiten hebben de golf van klachten over criminaliteit aan de kust serieus genomen. Dat zegt het Spaans Nationaal Bureau voor Vreemde lingenverkeer in Den Haag. De minister van Binnenlandse Zaken José Barrionuevo heeft maatregelen aan gekondigd om de criminaliteit te beteu gelen. De maatregelen behelzen onder meer dat er meer politie op straat komt in de 'gevaarlijke' plaatsen als Barcelo na, Valencia, Malaga en de Costa del Sol en dat op politiebureau's tolken zullen worden aangesteld, wat de aangifte door toeristen van diefstal en andere misdrij ven makkelijker moet maken. Overigens vinden de Spaanse autoriteiten dat de berichtgeving over de criminaliteit, in Nederland op basis van gegevens van onder andere de ANWB, 'een niet geheel correct beeld geeft van de werkelijke on veiligheid in de steden'. (Officiële opgave van de A.N.W.B.; plaatse lijke afwijkingen blijven echter mogelijk) Onderstaande prijzen gelden op 1 augustus 1985: Norm. Super Diesel LPG Bel. 1,92 1,99 1,47 0,95 Den. 2,22 2,27 1,57 1,15 Fr.(max) 2,29 2,36 1,74 1,49 Griek. 1,65 1,92 0,94 0,96 G.B. 2,04 2,05 1,99 1,56 Ierl. 2,46 2,52 2,18 1,79 It.* 2,41 2,51 1,33 1,35 Lux. 1,60 1,66 1,27 0,89 Ned.(max) 1,82 1,89 1,17 0,76 Noor. 2,11 2,14 1,15 1,44 Oost. 1,88 1,96 1,80 1,07 Port. 2,47 2,56 1,55 T\ Sp. 1,82 2,03 1,21 W-D** 1,62 1,69 1,51 1,18 Zwed. 1,90 1,94 1,13 1,20 Zwits. 1,75 1,80 1,72 1,50 De Italiaanse prijzen zijn gebaseerd op de vrije pompen De toeristen kunnen via de ANWB een beperkt aantal benzine-bonnen kopen, welke voor noord en/of zuid Italië (afzonderlijk) gebruikt kunnen worden. De bonnen (strikt persoonlijk) zijn ook aan de Italiaanse grens te koop. Langs de Westduitse autobahnen gelden veelal iets ho gere prijzen. Ach, misschien zijn er wel eens mensen die klagen over lawaaioverlast, maar er is nog geen één conducteur overspannen geworden door tienertoerders." De tienertoerders brengen juist wat kwetterend leven in de trein. Ze lijken niet te behoren tot de groep vandalen die voetbal-treinen bevolken. Hooguit wor den ze als last gevoeld door humeurige reizigers of een conducteur die vriende lijk doch dringend moet verzoeken de voeten van de bank te halen. „Dan zegt die conducteur: doe je dat thuis ook? Dan moet je vragen: knipt u thuis ook kaartjes?" De grap heeft een baard, maar voor het groepje tienertoerders dat de mop voor het eerst hoort is het reden genoeg om te gieren. Want dèér heb je toch zo'n tienertoer voor. Door Mick Salet „'Avond, u zit hier zo alleen, mag ik u proberen te vermaken met mijn trieste levensverhaal. Misschien ziet u het niet aan me af, maar ik ben een wees. Ik heb mijn ouders nooit gezien. Ik ben bang dat ze me destijds met het badwater hebben weggegooid. Mijn wiegje was een oude doos, waarin ik naakt en naamloos te vondeling werd gelegd. Wat mij betreft ben ik een kind van het weeshuis. Het hoorde bij een arme kloosterorde, waar men echt op de kleintjes moest letten. Van mijn allereer ste jaren bij de zusters, ik zal ze nooit nonnen noemen, herinner ik me niet veel. Wat wat zou je je als zuigeling moe ten herinneren? De moederborst? Voor mij was er geen moederborst, geen moe derliefde, geen moederhart, nee, moeder ziel alleen. Mijn eerste heldere herinneringen ko men pas uit mijn peutertijd. Als ik daar aan terugdenk, zie ik gelijk moeder-over ste voor me. Dat was nu eens een echte non-conventioneel. Hoewel ze eerder als overste dan als moeder de geschiedenis in zal gaan, weet ik nog goed hoe ze ons als kleine weesjes op de schoot nam en liefderijk tegen de borst drukte. Dat maakte haar zeer geliefd bij ons kleintjes en we noemden haar daarom ook wel ons mem. Haar echte naam was zuster Jeanne d'Arc en die naam verdiende ze met recht en rede. Ik weet nog precies hoe ze ons voor het eerste schooljaar netjes in de kleren heeft gestoken. Thuis, in het weeshuis, hepen we in opgekalefaterde afdankertjes die het ka rige kerkvolk zo nu en dan uit hun vod- den- en vuilnisvaten visten en met een gul gelovig gebaar bij het klooster afle verden. Wat die nijvere naaizusters niet allemaal van die triviale troep konden maken. Sint Maarten zou nooit geloven wat zij met een mantel konden doen. Geen draadje ging verloren. Het gevolg was wel dat we er belachelijk uitzagen in onze veelkleurige lapjespakken. Toen de tijd kwam dat ik en mijn leef tijdgenootjes voor het eerst, via de open bare weg, naar de kleuterschool zouden gaan, bedacht Jeanne d'Arc een plan Moederziel alleen waardoor we enigszins ogeüjk naar school zouden kunnen gaan. Zonder ons te hoeven schamen voor onze arme- luiskleding. Vlak voor de eerste schooldag werd er een groot kinderfeest georganiseerd in het parochiehuis. Er valt iedere dag wel een heilige te herdenken, dus een aanlei ding was snel gevonden. De naam van deze sint is me even ontschoten, maar die dag zal ik nooit vergeten. Wij waren van huis gegaan in kleren, waarvan het de vraag was of ze de avond wel zouden halen, zonder van vermoeid heid en ellende uit elkaar te vallen. We voelden ons dan ook ontzettend ongeluk kig in die vale-vodden, die zelfs Job niet had willen dragen. Vol jaloezie stonden we ons in een ver domhoekje van het parochiehuis te ver gapen aan die goed in de kleren gestoken Kinderen met echte vaders en moeders. Toek klapte de medeplichtige zuster Be nefice in haar handen en vroeg iedereen goed op te letten. „We gaan een leuk spel spelen", zei ze, om het even opflikkerende optimisme van de weeshuisbewoners direct weer de bodem in te slaan door te vervolgen: „We gaan weesje spelen." Terwijl wij ontzet en verslagen zwe gen, klonk er een gejuich op uit het vijan delijke kamp. Dat vonden ze nu eens echt mooi: lekker de zielepoot spelen, het meisje met de zwavelstokjes uithangen. Ik was nog te jong om het allemaal goed te begrijpen, maar uit de bange blikken van mijn oudere huisgenootjes, die al lezen en liegen konden, begreep ik dat de dag des oordeels zo ongeveer voor de deur stond. In het vijandelijke kamp gingen de hemden, broeken, schoenen en sokken van de lijfjes en als een bloeddorstige beestenbende schoot de in onderbroek gestoken kinderschaar joelend op ons af, om ons in enkele seconden van onze schamele kledij te beroven. Sommige van ons verdedigden die ra felende rotzooi nog door in het wilde weg om zich heen te slaan, maar ik liet me, stijf van schrik en smart, als een kikker kaalplukken. Wat was dit wreed. Maar veel tijd voor bezinning was er niet, want zuster Benefice riep ons naar de over kant. „Wij", zei ze met een vette knip oog, „gaan ons hier nu aankleden". Terwijl de niet-wezen vechtend en vloekend, biddend en bedelend, onwe zenlijk weesje speelden, staken wij ons in de fraaie kleren die ze hadden uitgetrok ken. Zuster Benefice hielp me enorm. „Jij kan best een maatje groter kiezen, je groeit zo snel. Hier trek deze warme trui er maar extra over heen". Juist, als in een wonder, toen we alle maal in het nieuw gestoken waren, ver scheen Jeanne d'Arc in de deuropening. Ze blikte boosaardig naar zuster Benefi ce, die rode konen kreeg, en klapte in de handen. Alle weesjes moesten direct meekomen. Geen tien seconden later hadden wij, trots in onze goddelijke kle ding, het parochiehuis verlaten, een ben de berooide bloterikken achterlatend. Later heb ik gehoord dat Benefice, die al rondliep met een enkele reis naar een of andere verre missiepost, zich bij de ouders van de beroofde kinderen heeft verontschuldigd. Zij had de verkleedpar tij zonder medeweten van moeder-over ste georganiseerd. Jeanne d'Arc waste haar handen in onschuld en er was geen vader of moeder die het lef had terugga ve van het goudeerlijk gestolen goed te eisen. Wij "kregen onze kleertjes wel weer te rug, want die zaten later weer tussen de goede gaven, die de parochie over had voor de misdeelde wezen. Zo zou ik uren verder kunnen vertel len. Over de avond dat ik mezelf op ze- ven-jarige leeftijd te vondeling heb ge legd bij een villa in een buitenwijk. Ik had gehoopt dat die mensen dat leuk zouden vinden en me troostend in de be schermende armen zouden nemen. Maar nee hoor, toen ik uit mijn Mozes-mandje sprong en „Verrassing, een vondeling" nep, begonnen mijn beoogde pleegou ders direct te kijven en te kiften over de vraag wie van beider vrienden zo'n sma keloze grap had kunnen bedenken. Ik werd met een trap onder de broek het huis uitgezet. Later heb ik het nog met een contact advertentie geprobeerd. Jonge wees, geen bar-type, zoekt gezin. Ouders geen be zwaar. Ook dat werkte niet. Daarom zwerf ik nu nog steeds ouderloos door de wereld. Mijn geld verdien ik door hier en daar een handje uit de mouwen te steken en mensen met een verhaal te vermaken. In het café voor een glas bier, onderweg voor een lift of als ongenodigde gast aan tafel op een tuinfeestje. Ik hoop dat u zich aan wil sluiten bij die massa van goede mensen die mijn verhaal in geld of natura hebben beloond. U gelooft me niet? 't Is toch echt zo: vraag het maar na bij mijn ouders." Doffe ellende, volle kotszak- hen in het dashboardkastje, per jaar slikken wij meer dan een miljoen tabletjes, 0m onze met auto, boot of vliegtuig meedeinende maaginhoud rustig te hou den. Zeeziek, luchtziek, wagen- ziek komt door sterke prik keling van evenwichtsorga nen. We krijgen door passief bewegen hoofdpijn, duize ligheid, bleekheid, zweten en vervolgens voortdurend overgeven. Uitdroging dreigt. Alles draait letterlijk om je maag. Slap, tot niets in staat dan dof bij de pakken en de volgespuugde zakken neerzitten. Wanhopig wach ten tot de boot weer aanlegt, het steigerend vliegtuig landt, de deinende bus stil houdt. De medici weten er niet alles van. Het evenwichtsor gaan wordt bespeeld door ogen, gevoelszenuwen en oren. In ons binnenoor zitten subtiele orgaantjes. Waar schijnlijk sturen die ver schillende organen op het zelfde moment verschillende signalen naar onze hersenen. Onze computer daarboven kan die indrukken niet meer op een logisch rijtje zetten en slaat op tilt. Vandaar die duizeligheid en misselijk heid. Maar het zou ook heel goed kunnen, dat onze even- wichtsorgaantjes in de oren alle schommelende informa tie niet meer kunnen ver werken. Rustig Wat kan je doen tegen reisziekte? Rustig zitten of liggen helpt al wat, hoofd achterover en de ogen dicht. Wel wat drinken, weinig eten in kleine hoeveelheden. En natuurlijk (tevoren!) een pil innemen. Meestverkochte reispil bij ie drogist is Primatour. Woordvoerder Zweers van ACF Chemiepharma in Am sterdam meldt dat jaarlijks rnn zijn produkt 40.000 doos jes van 12 en 20.000 doosjes van 6 tabletten verkocht worden: bij elkaar 600.000 pillen per jaar. Het werkt, ach.t uur lang, al snel. Een half uur tevoren innemen; slikken als je al beroerd bent is vrij zinloos. Ook kinderen Hutrtrend yen de koude ljftrren beide doelloos roi~. ffitwche plohelini een) Wftwlde beun eindt./

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 22