ffers van
weten'
theid
iktheid
)kner
Mee met jaarlijkse trek naar Turkije
'Zomertrek'taant door werkloosheid
I
DE SADE:
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1985 W1
Pannen
Bloeddorstig
Weegbrug
Ladderzat
Wrakken
T4
ncipes, vaak gehanteerd
r rechters die zelf niet
ndschoon zijn. In het den-
i van de massa is De Sade
ral bekend om het reper-
■e dat hij samenstelde van
seksuele mogelijkheden in
mens. Hij schreef de dro-
die daaromtrent in de
nsen leven, onverbloemd
lar literair niet zo best) op.
was niet stiekem.
)e Sade lijkt op Rimbaud
zijn 'systematische wan-
e', zegt Simone de Beau-
r. Hij vond het meest vol-
akte wezen de mens die
1 het meest van de con-
ties heeft verwijderd. „De
stificerende en gemystifi
rde maatschappij waarte-
hij in opstand komt, doet
denken aan wat Heideg-
het 'men' noemt, waarin
authenticiteit van het be
an wegzinkt". Of met an
e woorden: In naam van
zogeheten algemeen be-
g (wat doorgaans niets
Iers is dan het - kapitalis
he - belang van enkelen)
rdt een ethiek opgebouwd,
niets anders is dan een
chtsstructuur.
aartegen verzette De Sa-
zich; tegen schijnwaarden,
ar, zo concludeert De
auvoir: „Het individu dat
niet mee instemt zijn eigen
akter te verloochenen,
rdt door de maatschappij
gestoten". En heel veelbe-
enend: „Het is ongetwij-
d daarom dat hij zoveel
erklank vindt in onze tijd,
arin het individu weet dat
minder slachtoffer is van
slechtheid van de mensen
i van het goede geweten:
r dit verbijsterende opti
me aan te tasten komt
n hem te hulp"...
Nie vanuit deze inleiding
excerpten uit het werk
De Sade leest (waarin
pleidooi voor het volgen
de eigen natuurlijke he
rten) zal wellicht niet
getrokken worden zich
ijksoortig op te stellen,
ar wel zijn besef aanpun-
dat we voortdurend alert
eten blijven ten aanzien
i de, meestal als onwrik-
ar voorgestelde, heden-
agse moreel-juridische
irmen.
.rkies De Sade - een keuze
zijn werk met een essay
n Simone de Beauvoir.
itg. BZZTöH, prijs ƒ19,50.
et is een onderneming, waar
onze Hollandse vakantiedrift bij
verbleekt: de massale zomerse
uittocht van honderdduizenden
gastarbeiders in West-Europa naar
hun vaderland. Rijdend in vaak
oude en overvolle auto's, trotseren
lij slaap, moorddadige wegen,
hardvochtige politiepatrouilles en
vooral tot waanzin drijvende
douanemensen aan vijf vreemde
grenzen. Grenzen, die voor hen pas
niet veel moeite, paperassen en
smeergeld met tegenzin op een kier
gaan. Onze verslaggever reisde met
een Turkse familie uit Nederland
mee naar Ankara: 3500 kilometer in
precies 3 etmalen met hooguit zes
uur slaap.
p. Contact, prijs 24,90
ner beschrijft aan het begi
Meer van Genève, grijs zijn
tnd. Alles is grijs en stil en
:t hele verhaal af. 'Hotel V
neer. Het knappe van Anita
iwegingloosheid zo weet
:elfs spannend wordt. De le-
uidelijk dat er geen enkele
/oor dit boek de Booker Pri^
>ek'. De constructie is in°er"
kracht zit in de zorgvuldig'
lezer te overrompelen ol
ecte schoonheid, maar go
h Hope, die onder de naam
chrijft. Ze is door haar om
tn het Meer van Geneve.
lijk. Ze is teruggetrokken
Ze observeert de exen tri
en wordt zelfs door hen
reld die ze zo graag in ha
naar ze voelt zich toch o
n man die getrouwd en wel
het punt gestaan te heh
jwelijk te treden. Wat moe
;nd en wandelend glu
rijpend lijkt, maar toe
in onzekerheid. j-,
Door Rinze Brandsma
EEN GRAUWE woensdagochtend
in het Gelderse Wijchen. Stoffig en
heet Ankara ligt 3500 km ver. Geen
idee, wat die reis betekent. Ik heb
alleen bloedstollende verhalen gele
zen over vooral het Joegoslavische
deel van de reis. Over wegen zonder
wegdek, omzoomd door autowrak
ken en kransen. De zogenaamde
Ho Tsji Minh-route of dodenweg.
Een soort Russische roulette met de
dood op je hielen, de gevaarlijkste
weg van Europa.
Die gruwelverhalen en het feit, dat
mijn vroegere buurman Necmi Kolgak
de mammoet-vakantiereis binnen 3 da
gen wil afleggen, stoppen lood in mijn
schoenen.
Aan boord van de Transit van de Ko
lbaks, bijna spreekwoordelijk vervoer
middel voor de Turkse families op hun
heimwee-trek uit West-Europa naar het
moederland. Het busje is 12 jaar oud,
maar Necmi (52) heeft me bezworen dat
de technische staat perfect is, de motor
als nieuw ('rijdt wel 130'). Binnenin alle
ruimte, want de reis gaat dit jaar zonder
kinderen en kleinkinderen. Bij de meeste
Turkije-gangers is dat wel anders. Meest
al hangen in de busjes en combi's rijen
kinderen op volgeladen achterbank en
bovenop hoog opgetaste bagage.
Achterin troont moeder Tevhide (50)
tussen dozen fruit en etenswaren, zakken
vol zelfgebakken broodjes, thermosfles
sen thee, jerrycans water en pannen vol
toebereid eten. De bus geurt veelbelo
vend naar kippeboutjes en köfte, kruidi
ge Turkse gehaktballen. Op het enorme
imperiaal schuilen, secuur verpakt onder
meters dekzeil en plastic, talloze koffers
en dozen vol cadeaus voor de familie
thuis: serviezen, pannensets, kleren, een
tv, radio. Want voor 'daar' zijn de Tur
ken uit Nederland steenrijk en hebben
dus maar indrukwekkende hoeveelheden
cadeaus mee te nemen.
Bij Berg en Dal begint het gedonder:
de Nederlandse douane wijst het busje
naar de kant en bestudeert met de Duitse
collega's de Turkse passen met visa voor
de Duitse doorreis langdurig. Necmi
scheldt, als we verder mogen, vurig op de
douaniers: 'vieze vuile..'. Geen wonder,
blijkt 3 dagen en 5 moeizame grensover
gangen later. Wij Turken in een oude
Transit worden overal doorlopend door
mannen met petten geschoffeerd als bij
na rechteloze barbaren. Zaterdag en zon
dag zijn de Autobahnen in de zomer zelfs
taboe voor de Turkse exodus.
Duitsland is een eindeloze Autobahn
vol bloeddorstige jagende Mercedessen
en BMW's, die een arme, voortsukkelen
de Transit vol Turken niet op hun weg
dulden.
De bus is een oude dame in een corset,
waarvan de veters los zijn gaan zitten.
De topzware Transit is Echtelijk onder-
stuurcf Ze is goed voor krap-aan 100,
maar houdt zien kranig.
Wij rijden zonder kaart, op het kom
pas dat heimwee heet. Gewoon een kwes
tie van doorstampen.
Necmi woont en werkt sinds 22 jaar in
Nederland als lasser en metaalbewerker.
Zijn zoon volgde veel later, zijn vrouw
Tevhide in 1977, de getrouwde dochter
bleef in Ankara. Na operaties aan nek en
rug is hij afgekeurd en WAO'er. In An
kara was hij horlogemaker en had een
klokkenwinkel. Nu wil hij 3 maanden in
Turkse kuurbaden nek en rug laten he
len.
De Duitse Autobahnen zijn eindeloos
Langs de Joegoslavische 'dodenweg', een van
talloze autowrakken die de berm stofferen.
Grote opluchting als de grote moskee van Edirne in zicht komt. Maar dit is nog maar pas Europees Turkije. Azië wacht, Ankara is nog
een uitputtende dagreis ver.
Rijden op kompas
dat heimwee heet
AMSTERDAM - Het is
elke zomer dringen voor het
Duitse consulaat. In mei,
juni en juli melden zich da
gelijks 300 tot 500 Turken
aan het loket voor een vi
sum. Zonder zo'n document
mogen zij op hun reis naar
het vaderland niet over
Duitse bodem. Vorig jaar
reikte het consulaat onge
veer 44.000 visa uit aan
Turken. Dit jaar zullen het
er ongeveer evenveel wor
den.
Toch bestaat de indruk
dat de 'zomertrek' van bui
tenlandse werknemers naar
hun land van herkomst de
laatste jaren steeds meer
afneemt. Nauwkeurige ge-
fevens ontbreken. Ineke
'.etelaar van het 'secreta
riaat buitenlanders' van de
{■FNV meent dat de grote
'werkloosheid onder buiten
landers ertoe leidt dat velen
zich de reis niet meer kun
nen permitteren. Het gaat
daarbij niet alleen om de
reiskosten op zichzelf, maar
ook om de geschenken
waaraan ze 'thuis' zo ge
wend zijn geraakt. Liever
blijven ae mensen in Neder
land dan met lege handen
bij de familie aan te komen,
meent Ineke Ketelaar.
Ook omdat steeds meer
buitenlandse werknemers
inmiddels hun gezin in Ne
derland hebben, lijkt van
een massale, langdurige af
wezigheid geen sprake meer
te zijn. Het bedrijfsleven, in
het verleden nog wel eens in
de knoei gebracht door de
jaarlijkse uittocht, maakt
geen melding van knelpun
ten.
De personeelsafdelingen
van grote industriële bedrij
ven zijn in de loop van de
jaren gewend geraakt aan
het fenomeen. In de meeste
CAO's voor dergelijke be
drijven zijn speciale regelin
gen opgenomen.
Zo is het bij Hoogovens
mogelijk voor buitenlanders
wier gezin of familie niet in
Nederland woont op kosten
van het bedrijf twee maal
per jaar naar hun land van
herkomst te reizen. De duur
van hun verblijf kan worden
verlengd omdat ze de roos-
tervrije dagen aan hun va
kantie mogen plakken. Bo
vendien krijgen ze per jaar
drie tot zes doorbetaalde
reisdagen extra, als ze met
vliegtuig trein of auto
gaan.
De gemiddelde Hoogo
vens-werknemer zou er op
die manier zeker twee
maanden tussenuit kunnen.
Maar om een massale uit
tocht te voorkomen, is be
paald dat het aaneengeslo
ten opnemen van alle vrije
dagen alleen tussen 30 sep
tember en 1 mei kan.
Hoogovens IJmuiden heeft
nog ruim 2000 buitenlan
ders in dienst, van wie de
helft uit Spanje afkomstig
Bij Thomassen en Drij
ver in Deventer werken on
geveer 700 buitenlanders,
voornamelijk Turken. De
meesten van hen gaan in de
zomervakantie naar hun fa
milie in Turkije, zo is de in
druk. Ze kunnen ongeveer
anderhalve maand weg blij
ven. Als ze niet genoeg
snipperdagen hebben, kun
nen ze extra vrije tijd 'ko
pen'. Grote problemen le
vert die exodus niet op. De
betrokken werknemers zit
ten doorgaans in de pro-
duktie en die kan door het
inschakelen van tijdelijke
krachten van uitzendbu
reaus en vakantiewerkers
gaande worden gehouden.
Necmi en Tevhide Kolqak doodmoe, maar gelukkig op de plaats van bestemming voor hun flat in Ankara.
- FOTO'S RINZE BRANDSMA
lang, maar Tevhide reikt stukken kom
kommer met zout aan als pepmiddel.
Achter het spiegeltje hangt de Koran in
het klein. „Nooit moeilijkheden", knip
oogt Necmi. Steeds meer Turkse fami
lies, vaak in doorhangende busjes en
combi's, voegen zich bij ons op de heim-
wee-tocht naar het Oosten. Allahin De-
digir Olur, Allah ziet alles en zorgt voor
je, zo staat geschreven achterop een afge
jakkerde Ford.
Bij Neurenberg dwingt de politie ons
de berm in. Narrig schoppen de Polizis-
ten tegen de banden. De Transit is, met
bescheiden bagage en drie mensen, verre
van zwaar. Maar we worden de stad
doorgesleept naar een weegbrug. Een bit
se ambtelijke zin: binnen de grenzen van
wat is toegestaan. Geen excuses voor
argwaan, omweg en tijdverlies. „Vuile
viezeriken", scheldt Necmi en ik scheld
mee.
In Beieren komen de pannetjes weer
boven. Gezond eten: veel tomaten, kom
kommer, uitjes, augurken, kip, brood,
meloen. Ook om ons heen negeren ande
re Turkse families het plastic voedsel van
de Raststatten: zij hebben genoeg aan
boord voor de dagenlange reis.
Buiten regent en donkert het, maar
binnen gaat gezellig de feestverlichting
aan: in de forse knop van de versnel
lingspook blijkt een felrode lamp te
schuilen, die een gouden kroontje in
gloedvol licht zet. Necmi bespeelt als een
beiaardier zijn batterij mistlampen en
schijnwerpers.
We worstelen ons, dikke oogleden van
het turen, moeizaam kronkelend Oosten
rijk door. De ruitewissers gaan krijsend
over het glas. De Balkan wacht. We ko
men in gepaste stemming met verhalen
uit de praktijk over grijpgrage Joegosla
vische milicia, die na fantasieovertredin
gen handenvol Marken losdreigen. Over
Turkse douaniers die met briefjes van
100 DM in het paspoort omgekocht
moeten worden.
Tegen 2 uur in de nacht bereiken wij
de Joegoslavische grens bij Maribor. Dan
slaat, bij een ruikbaar ladderzatte mili
cia, pure machtswellust toe. De stijf ver
pakte bagage op het dak moet los. Necmi
irotesteert: het gaat om een transitreis,
et inpakken kostte dagen, de eis is on
mogelijk. „Das ist deine Problem, nicht
meine", grijnst de Joegoslaaf. De touwen
worden doorgesneden, andere douaniers
komen er vermaakt bij: die Turk wordt
een mooie poets gebakken. Een koffer
wordt losgewurmd, een doos openge
scheurd. Voor alles weer regendicht en
klappervrij zit vastgesnoerd, zijn we een
dik uur verder.
Naast ons wordt een auto ruw ont
daan van de portierbekleding en gretig
doorzocht. Zo wordt een Europese grens
passage weer een ouderwets avontuur.
Necmi stuurt zijn bus sissend van
machteloze woede de bonkerige Joego
slavische wegen op. Hij trapt zijn boos
heid het gaspedaal in. Het wordt al licht
als we stoppen op een overvol, vervuild
Earkeerterrein. Dan blijkt, dat ook Tur
en snurken: diep en vol temperament.
De grommend startende diesels om ons
heen worden moeiteloos overstemd. Het
is, of hij in zijn slaap alsnog een grau
wend gevecht levert met de bezopen
douaneman.
Een paar uren van woelen op de voor
bank later gaat de motorkap open. Over
al buigen fronzende mannen zich als
toverdokters bezwerend over hun hape
rende troeteldieren en beroeren de inge
wanden. Necmi haalt water uit de carbu
rateur ('vieze vuile benzine') en stelt de
ontsteking bij. Tevhide duikt in haar on
uitputtelijke voorraad broodjes bemoedi
ging en zet thee.
De gevreesde 'autoput' Zagreb-Belgra-
do lijkt het tegendeel van de met wrak
ken bezaaide piste: een gladde 4-baans
autoweg. Is dat alles? De vreugde is nog
geen paar honderd kilometer lang. Dan
beginnen de ouderwetse smalle hobbel-
weg, de adembenemende inhaalpartijen.
Het is verschrikkelijk druk. De vaart zakt
vaak terug tot 40. Dat smeekt om woest
inhalen. Kinderrijke families veren verze
nuwd mee overeind als pa het gaspedaal
roekeloos richting Istanboel trapt. En de
berm raakt inderdaad gestoffeerd met
verfrommelde wrakken, vooral van
vrachtwagens, die bomen ontwortelend
het land ingeschoten zijn.
Wij zijn vreselijk moe, maar met om
de paar uur een korte pauze en ruilen
van stuur blijft het gaspedaal ingetrapt.
Gezouten pompoenepitten bevechten
slaap en verveling. Een ooievaar pikt on
bekommerd op een korenveld kikkers en
muizen tussen maaiende boeren van
daan.
Joegoslavië kost ons een lange donder
dag. Diep in de nieuwe nacht naderen we
de grimmig bewaakte Oostblok-grens
van de heilstaat Bulgarije. Mannen met
hoge petten en jukbeenderen bekloppen
ruw de spatborden en fouilleren Necmi.
De auto's moeten door een trog met des
infecterende vloeistof. Het land moet
binnen 30 uur doorkruist worden, de
passage wordt streng gecontroleerd door
de gevreesde KAT, Bulgaarse verkeers
politie. Er zijn langs het lange traject, dat
ver buiten de steden Sofia en Plovdiv om
voert, bijna geen parkeerplaatsen. Stop
pen onderweg is verboden.
Elk busje wordt door meedogenloze douaniers tot op het hemd uitgekleed. In de bran
dende zon moet alles uit- en later weer moeizaam ingepakt worden: een oponthoud van ve
te uren.
De slaap overmant Necmi, de Transit
zwalkt over de weg. Wij sluiten aan bij
een lange rij stilstaande, moegevallen
auto's op een breed stuk vluchtstrook en
gaan ook plat.
De slaap duurt nog geen uur. Een
KAT-patrouille bonkt iedereen wakker
en deelt zwijgend en gevoelloos boetes
uit. De valutakassa rinkelt: iedere auto
60 DM boete. Een duur uurtje slaap in
'hotel KAT', maar goed voor een nieuwe
smeuiige anecdote die het straks in Tur
kije goed zal doen.
Het wordt licht over de Bulgaarse ta-
bakvelden. In de grauwe stadjes verlaat
iedereen, man en vrouw, om 6 uur het
huis om te fiets of lopend naar het werk
te gaan. De fabrieken zijn vaak morsig
en haveloos.
De dynamo begeeft het: schurende ge
luiden als harder dan 60 gereden wordt.
Wij sukkelen af op de Bulgaars-Turkse
grens: bars bewaakt, veel prikkeldraad,
wachttorens, Kalashnikovs aan de
schouder. En lang, lang wachten.
Turkse muziek, klaaglijk en sentimen
teel. Een bord: Ho§ Geldiniz, welkom.
Maar de rijen voor politie en douane zijn
lang, de toiletten walgelijk. Voor de der
de dag komen wij die vrijdag niet uit de
kleren en moeten volstaan met een 'hoe-
rewasje', een plens water over gezicht en
handen.
Terzijde van de opstelplaatsen voor de
douane liggen de vergeefs gesmokkelde
motorblokken en auto-onderdelen: to
renhoog belaste contrabande voor Tur
kije. Van iedereen in de lange rijen is de
vermoeidheid af te scheppen. Geen op
luchting over de terugkeer in de Cumhu-
riyet Turkye, maar verzengende span
ning. Iedereen heeft wel 'wat teveel' bij
zich in de vorm van cadeautjes voor de
familie.
Ook Necmi aarzelt lang voor hij durft
te besluiten welke douanier zo te zien het
mildst, het best te bepraten of om te ko
pen is. Maar overal klinkt scheurend
plastic en karton. Overal moet alles uit
en van de bus, op het asfalt. Auto's wor
den bijkans gesloopt.
De invoerrechten zijn pesterig hoog:
1000 DM voor video of ldeuren-tv,
brommer 500 DM. En toch proberen ze
het allemaal: dure cadeaus uit het rijke
westen zijn een plicht tegenover de fami
lie thuis. Zij vormen een grage prooi voor
de messcherp geklede, gesoigneerde
douaniers, die met een mengeling van su
perioriteit en landerigheid hun landgeno
ten slavenwerk laten doen door in de
brandende zon de auto's uit en weer in te
laten pakken. De sfeer is gelaten, de ge
tergde familievaders, grauw van de reis,
overvriendelijk en soms over de rand van
kruiperig.
Necmi is opgelucht, als wij zonder in
voerrechten te betalen voort mogen.
Brommer en tv worden in zijn paspoort
ingeschreven, dat wel. Verder is de doua
nier tevreden met een razendsnel wegge
moffeld blikje Nivea. Smeergeld is er niet
bij: er is pas een verse ploeg douaniers
naar Edirne gestuurd. De vorigen waren
in de loop der jaren te corrupt geworden.
"Schatrijk", grijnst Necmi.
Zwetend pakken we alles weer in en
op de Transit. De grenspassage kostte
ons een kleine 3 uur. Het gaspedaal gaat
weer plat. De grote moskee van Edirne
duikt op. Schaapskuddes trekken over de
weg, voerlieden op kleurige wagens leg
gen de zweep over de magere schoften
van hun hitjes. De muezzin roept van de
minaret op tot het gebed: Allah Al Ak-
bar. De dynamo gaat op de operatietafel
van een onooglijk kleine Oto Elektrik.
Aan de overkant van de straat staat bij
de moskee een ruw-getimmerde kist.
Manlijke familieleden houden in de
gloeiende zon om beurten doodstil de
dodenwacht met gebogen hoofd. Even
later gaat de kist deinend bovenop man-
nenschouders naar het kerkhof buiten de
stad. Er zijn geen vrouwen bij. Het wordt
nog heter.
Wij storten ons in de kokende heksen
ketel van het verkeer om Istanboel, op
weg naar de hangbrug over de Bosporus.
De files zijn lang en heet, maar het uit
zicht op de prachtige oude stad met mos
keeën, paleizen en Gouden Hoorn is be
toverend. De avond valt. Ankara ligt nog
400 km ver weg.
We zijn in Aziatisch Turkije. De tocht
wordt ons teveel. De weg is een nacht
merrie van woest vrachtverkeer, bussen
die als waanzinnig doorrossen, trucks die
in een diepe greppel van de hoge weg af
gekanteld zijn. Wij eten ergens een bord
je schapekoppensoep met hompen brood
en zoete watermeloen. En tuimelen ge
kronkeld op de autobanken in slaap, in
een kakafonie van lawaai.
Na een paar uur diepe slaap is Necmi
zo fris als een hoentje. We scheuren de
dampende bergen bij Bolu in als de
schelle zon opkomt.
Ankara nadert, de Kolyaks praten op
gewonden. Zaterdagochtend 9 uur staan
we voor de flat in een rustige buitenwijk.
Een buurman waarschuwt de dochter,
die een straat verder woont. Huilend val
len zij na een lang jaar wachten elkaar in
de armen. Buiten snijden buren zonder
plichtplegingen een kalf de hals af en
ontleden het.
De mammoet-heimweereis is vol
bracht. In 3 etmalen, met bij elkaar
hooguit 6 uur slaap en wat dommelen.
„Turken zijn de beste chauffeurs van de
wereld", spreekt Necmi met rode ogen.
Geen wonder, dat in oude tijden de Tur
ken tot voor Wenen stonden. Gewoon
een kwestie van niet zeuren en doorstam
pen.