BOEKEN
Calvino en de relatie met het heelal
Breytenbach over het verschil tussen leven en dood
Méér slachtoffers van
'het goede geweten'
dan van slechtheid
De volmaaktheid
van
Anita Brookner
De invloed van schrijvers uit de goot
ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1985
DE BEAUVOIR OVER DE SADE:
ZATERDAG 3 AUGUS
S^mone de Beauvoir
Pannen
Bloeddorstig
Door Henk Egbers
Calvino kwam, nadat in
1982 twee vertalingen
van boeken uit 1973 en
1979 waren verschenen,
bijzonder in de aan
dacht. Best opmerkelijk,
want Calvino schrijft
niet gemakkelijk.
De jongste vertaling (weer
van Henny Vlot) van 'Palo
mar' volgt snel op het origi
neel uit 1983. Ook in Palomar
speelt hij met de werkelijk
heid; de vraag naar 'de'wer-
kelijkheid als objectief gege
ven wordt in korte hoofd
stukken vanuit talrijke wat
filosofisch gekleurde opties
bespeeld. Een soort logistiek
rond constateerbare feiten,
die eindigt bij de conclusie,
dat het enkel nog zin heeft
om de innerlijke geografie
van de beschouwer zelf onder
de loep te nemen.
In 'Als op een winternacht
een reiziger' en in 'Het kas
teel van de kruisende levens
paden' werd al duidelijk hoe
geconstrueerd Calvino
schrijft over spirituele ge
laagdheden.
Hij is voortdu
rend op zoek naar waarheid,
die gevoed wordt door een
getourmenteerd bewustzijn
rond de gespletenheid van
geest en materie. In Palomar
krijgt zijn streven iets obses
sioneels; of zou je toch moe
ten zeggen: een filosofische
concentratie?
Meneer Palomar probeert
zijn observatiegebied te be
perken. Hij begint met 'het
lezen van een golf'. Wie kent
dat niet? Met je ogen één golf
in het aanstromende zeewa
ter proberen te isoleren. Tel
kens mislukt dat. Conclusie:
meneer Palomar verwijderde
zich even gespannen als hij
gekomen was en nog minder
zeker van alles.
De dertig
volgende hoofdstukjes zijn
variaties op dit thema. De
auteur maakt daarbij onder
scheid tussen drie soorten
vraagstellingen en ervarin
gen. Hij heeft ze zelfs genum
merd. Beschrijvende visuele
ervaringen met als object de
natuur; verhalende teksten
vanuit antropologisch/cultu
rele elementen en meditatie
ve beschouwingen met een
ethische ondertoon. Van de
ene kant droog objectiverend
beschouwend en van de an
dere kant pogingen om in
nerlijk eigen bestaansgron
den te doorschouwen. Aan de
hand van parende schildpad
den constateert hij dat ero
tiek een programma is dat
afgedraaid wordt in het war
net van onze geest.
Van de mythische kennis
der sterren vangt hij slechts
een vermoeide glimp op; van
de wetenschappelijke kennis
alleen de weerklank die door
de kranten wordt verspreid.
Hoewel Palomar een nieuwe
relatie met de wereld op
bouwt door zich te beperken
tot de waarneming van
zichtbare vormen, komt hij
niet los van 'wie hij nu een
maal was'; een mens die
steeds bezig is iets anders te
denken dan er is!
Als hij tv kijkt wordt hij
zich bewust dat hij niets an
ders doedt dan het aantal
moordpartijen waarnaar hij
kijkt uitbreiden. In een sla
gerswinkel wordt hij gecon
fronteerd met de symbiose
tussen mens en rund. Moe
wordt hij ervan. Hij wil uit
eindelijk kiezen voor de stil
te, die tevens een betoog is;
voor kijken in plaats van in
tellectuele betogen. Aange
zien hij met zijn naaste te
veel problemen heeft, zal Pa
lomar ermee beginnen zijn
relatie met het heelal te ver
beteren.
Het heelal is de spiegel
waarin we alleen kunnen
aanschouwen wat wij van
onszelf heben leren kennen.
Tenslotte concludeert hij, dat
voor hem dood-zijn betekent
wennen aan de desillusie
over het feit dat hij gelijk
aan zichzelf blijkt te zijn in
een definitieve toestand
waarbij hij geen hoop meer
hoeft te hebben op verande
ring.
Dit excerpt aan gedachten
uit Palomar maakt mogelijk
duidelijk dat zijn speculatie
ve denken spitsvondig en de
faitistisch is. Een boek voor
liefhebbers van een rationele
levenswijze. Als Palomar zal
hij besluiten ieder moment
van zijn leven te beschrijven.
Zolang hij ze niet allemaal
beschreven heeft, zal hij er
niet meer aan denken dat hij
dood is. Op dat ogenblik
sterft hij
Italo Calvino: 'Palomar'.
Uitg. Bert Bakker, prijs
24.90.
Werk van de jonge Jorge Luis Borges
Door Henk Egbers
Hoe het allemaal begon. Het was even wennen
toen de eerste Nederlandse vertalingen (De
Aleph, De Zahir) van Jorge Luis Borges ver
schenen. Intussen is de Zuidamerikaanse lite
ratuur hier 'gefundenes Fressen'. Hèt moment
om van schrijvers, die beroemd werden met
hun beroemde werken, ook eens te laten zien
vanaf hun tamelijk prille begin.
De zeven essays van Borges een-nacht' zit ook in deze
in een nieuwe bundel bijeen
gebracht, stammen uit de ja
ren dertig, veertig en vijftig.
Borges is al eens genoemd
'een bibliotheek die over zich
zelf schrijft'. Dat is ook bij de
ze gebundelde bespiegeling
het geval. Hij is een goed
eclecticus, die uit zijn eigen bi
bliotheek weet te plukken wat
in zijn betoog van pas komt.
Het nadeel is dat, zoals de lite
ratuurverantwoording na
ieder stuk laat zien, het om
nogal gedateerde bronnen
gaat. Er is over de aangesne
den onderwerpen actuelere li
teratuur voorhanden. Desal-
nietemin zijn de wat brokkeli
ge betpgen van Borges nog
prikkelend. Ze gaan over van
alles en nog wat.
Het titelverhaal verscheen
in 1936 en kreeg in 1951 een
Franse vertaling, waarmee de
opmars van Borges in Europa
begon; aldus Barber van de
Pol die de Nederlandse verta
ling van dit boek verzorgde.
Op basis van een tiental
auteurs tussen 1817 en 1932
(waaronder Schopenhauer en
Deussen) komt hij tot de con
clusie dat het leven te arm is
om niet ook onsterfelijk te
zijn. Borges bekijkt hoe de
eeuwigheid ontstaan is vanuit
de klassiek geheten oudheid
en door de christelijke kerk
geadopteerd is terwille van
zichzelf. Zijn betoog levert
niet veel nieuwe gezichtspun
ten meer op.
Over raadselachtige cliché's
of 'kenningar' in de poëzie van
IJsland lees je nog niet iedere
dag, zodat de verhandeling
daarover nog steeds interes
sant is. Het systeem van tacti
sche/politieke omschrijvin
gen, de metaforen en spelletjes
met de taal, blijven actueel.
Het thema kan je geest scher
pen in relatie met het actuele
(politieke) taalgebruik.
Zijn verhaal over 'de leer
der cycli' sluit weer aan bij de
titel van het boek. Nietzsche,
Augustinus e.a. draven op om
de leer van de eeuwige terug
keer te adstrueren. Dat wordt
hier min of meer wetenschap
pelijk op de weegschaal ge
legd.
Tja, een verhandeling over
allerlei (mis)vertalingen van
de befaamde 'Duizend-en-
grabbelton. Overigens interes
sante informatie als je erin
geïnteresseerd bent of raakt.
Er is bijvoorbeeld sprake van
'verrukkelijke onbetrouw"
baarheid' of met andere woor
den: wat is vertalen eigenlijk
In het slotverhaal geeft hij
kritiek op een fictieve roman
(een grap, maar tevens een re
actie op de bestaande 'kritiek')
en schrijft over de kunst van
het schelden.
Briljante beledigingen en
satire zijn hoekige onderwer
pen, die Borges hier overigens
mager uitwerkt. Beeldend
kunstenaar Claes Oldenburg
werd op gegeven moment zó
beroemd, dat men zelfs zijn
krabbels uit een notitieboekje
als kunstwerken aan de muur
kon hangen. Borges is inmid
dels ook zó bekend en beroemd
geworden, dat bijna alles uit-
geefbaar wordt.
Jorge Luis Borges: 'De ge
schiedenis van de eeuwigheid'.
Uitg. De Bezige Bij, prijs 35,-
Jorge Luis Borges.
FOTO ARCHIEF DE STEM
Door Mathieu Kothuis
Tweederangsschrijvers
met net niet genoeg talent
om tot de literaire elite
door te dringen zijn er
door de jaren heen altijd
wel geweest. Schrijnen
der is een situatie waarin
talentvolle auteurs doel
bewust worden gefrus-
teerd in hun ambities
omdat hun ideeën niet
stroken met de opvattin
gen van de aan het be
wind zij nde machtheb
bers.
In die zin is de positie van
veel ondergrondse schrijvers
in het Oostblok te vergelijken
met die van de 'literaire on
derwereld' in het Frankrijk
van vóór de Franse Revolutie.
Maar zoals het schrijversbloed
in de Sovjet-Unie en andere
Oostblokstaten toch kruipt,
waar het niet gaan kan en zich
uit in ondergrondse literatuur,
pamfletten en nieuwsbulletins
(samizdat), ontstond soortge
lijke verboden literatuur
(maar nog meer triviale lec
tuur) ook tijdens het Ancien
Régime.
In 'De literaire onderwereld
tijdens het Ancien Régime' is
de historicus Robert Darnton
op zoek gegaan naar deze
Franse literaire onderwereld
die in zijn visie een niet onbe
langrijke bijdrage heeft gele
verd aan de Franse Revolutie.
De voornaamste bron voor
zijn studie bleek een grote
voorraad archiefmateriaal
van de Societé typographique
de Neuchatel in de gemeente
lijke bibliotheek van deze
Zwitserse stad.
Aan de hand van een uitge
breide correspondentie van
deze uitgeverij met onder
grondse schrijvers in Parijs,
geeft Darnton een boeiend in
zicht in het leven en de activi
teiten van deze tweederangs
schrijvers tijdens het Ancien
Régime. Darnton schetst de
armzalige wereld in het Parij-
se schrijversslop van begin
nende auteurs, 'roofuitgevers',
smokkelaars en spionnen voor
de politie. Volgens de histori
cus is dit tijdperk van de Ver
lichting die uiteindelijk uit
mondt in de Franse Revolutie
niet in zijn juiste contekst te
plaatsen zonder méér studie
naar deze literaire onderwe
reld. Immers, in de achttiende
eeuw ontstond in Frankrijk
een groot lezerspubliek dat
bovendien maar al te graag
greep naar de obscene pam-
pletten en 'croniques scanda-
leuses', gericht tegen het ver
achte en gehate Franse Hof.
Terwijl de 'gevestigde'
schrijvers, Montesquieu, Vol
taire, Buffon, Mably, Rous
seau, Diderot, Condillac en
d'Alembert tot 'le monde' met
al zijn privileges konden wor
den gerekend, deden de aan
komende schrijvers uit het
schrijversslop hun uiterste
best om ook bij de elite te mo
gen horen. Maar anders dan
de broodschrijvers die zich uit
frustratie tegen het verdorven
bewind én de Kerk keerden,
stelde de elite zich juist achter
de sociale orde van het Ancien
Régime. „Hoe", zo schrijft
Darnton, „moeten we dit pro
ces interpreteren? Werd de ge
vestigde orde (door de elite)
verlicht of werd de Verlich
ting gevestigd?".
Darnton maakt in deze stu
die duidelijk dat de literaire
onderwereld een belangrijke
invloed moet hebben gehad in
de groeiende afkeer van het
Franse volk tegen het als ob
sceen beoordeelde Ancien Ré
gime. De historicus weet over
tuigend aan te geven dat de
geschiedschrijving deze 'lite
raire' invloed op het Frankrijk
van vóór de grote revolutie
nooit in voldoende mate heeft
onderkend. Het Ancien Régi
me droeg met zijn onderdruk
king van de als gevaarlijk be
oordeelde pamflettisten name
lijk onbedoeld zelf bij aan een
groeiende vuilspuiterij tegen
het Franse Hof.
Voltaire verzette zich in zijn
satirisch gedicht Le Pauvre
Diable nog tegen het groeiend
schrijversvolkje uit de goot.
Rousseau, eveneens opge
klommen tot 'le monde', ver
wierp in wezen in gelijke mate
als de literaire onderwereld de
cultuur en moraal van de
heersende klasse. Vooral in
diens carrière zagen de brood
schrijvers de verwezenlijking
van hun dromen en vonden ze
troost voor hun mislukkingen.
Rousseau doorzag de corrupte
wereld van het Ancien Régi
me, stelde de elite aan de kaak
en keerde tenslotte als een ge
louterd man terug naar een
nederig bestaan in het schrij
versslop. Het is niet verwon
derlijk dat het canaille uit het
schrijversslop ('deze Rous
seau's van de goot') Rousseau
bij diens dood even sterk ver
eerden als Voltaire werd ver
acht.
'De Literaire onderwereld tij
dens het Ancien Régime' door
Robert Darnton. Uitgeverij
Bert Bakker. Prijs 34,90
Door Henk Egbers
Breyten Breytenbach
overleefde tussen 1975-
1982 de Afrikaanse
apartheidsgevangenis
onder meer door te
schrijven. Veel van zijn
aantekeningen werden
en worden omgezet in
boeken; proza en ge
dichten. Zo werkt hij
aan de vijfdelige cyclus
'Die ongedansto dans',
waarvan vorig f ar 'Yk'
uitkwam. 'Mouroir' be
vat een veertigtal pro
zastukken van uiteenlo
pende aard, die één ge
meenschappelijke noe
mer hebben: leven, ge
vat in een beeldende
woordenstroom.
In Mouroir zitten de woor
den miroir (spiegel) en mou-
rir (sterven). 'Spiegeldood'
heet de bundel die vorig jaar
verscheen en waarin al en
kele van de in deze bundel
opgenomen verhalen staan
afgedrukt.
De ondertitel van
Mouroir luidt: Mirror notes
of a novel, vertaald als 'spie
gelbeelden van een boek'.
Het zijn schriftelijke weer
spiegelingen van zeer per
soonlijke ervaringen. „Scha
duwen zijn weduwen van
het licht", zegt hij heel mooi.
Breytenbach heeft, tijdens
zijn afzondering, gedacht
aan zijn schaduwen uit het
verleden en over schaduwen,
die zogeheten vooruit ge
worpen worden. Daarbij zat
hij - om die beeldspraak nog
even vol te houden - in de
sombere schaduwen van het
Zuidafrikaanse gevang
waarin mensen worden af
gemaakt. Jeugdherinnerin
gen, actele pijn en verlangen
naar verlossing. Toch ligt
het bij hem niet allemaal zo
onderscheiden als hier wordt
gesteld.
Veelzeggend in dit
verband is zijn uitspraak:
„We spreken van toeval en
noodlot omdat we ons met
verkrampte billen aan het
begrip tijd vastklampen".
„Is het kleine bewustzijn
niet slechts een stofje in de
lucht dat heel even door licht
of een dans van kleine vlam
metjes wordt beschenen en
'denkt' dat het zelf licht uit
straalt?', zo vraagt hij zich
af. Het bewustzijn dat uit
deze verhalen spreekt is door
de een boedhistisch, door de
ander kosmisch genoemd. Je
zou ook van een alomvatten
de liefde voor het leven kun
nen spreken. Daardoor blijkt
hij in staat het kleine-nabije
als iets groots en het groot-
ste-afstandelijke als klein-
nabij te beleven.
„Het verschil tussen leven
en dood is dat er eigenlijk
geen verschil is: het is de
speling tussen illusie en
werkelijkheid..." In tal van
verhalen komen scènes voor
die illusoir lijken, of ma-
gisch-realistisch als je wilt.
Daarnaast gaat het gewoon
over opgeknoopt worden in
een Zuidafrikaanse gevan
genis of hoe ontkom je. Dan
weer over het land waarin
hij zijn jeugd doorbracht en
'waarover de beschaving is
gekomen'...
„Spiegels hebben een le
ven en datgene wat in de
spiegels gevangen wordt
blijft daar voortbestaan. De
werkelijkheid is een weer
gave van het spiegelbeeld.
Het is een literair verschijn
sel waar ik de aandacht van
mijn collega's op zou willen
vestigen: het ritueel moet
ook in ons worden voltrok
ken", noteerde Breytenbach,
die ook - zoals steeds - schil
derend de omslag van het
boek maakte. Een man ach
ter tralies en buiten staat
een paard-mens... „Wij zijn
de krijgsgevangenen. Wij
hebben een speciale op
dracht. Wij hebben tot taak
een pad van groen gras over
de sneeuw aan te leggen... en
dat we alleen langs die weg
de vrijheid zullen bereiken.
De vrijheid. De vrijheid zal
op ons liggen te wachten aan
het eind van de weg, die wij
hier aanleggen en we zullen
haar bereiken op een dins
dag. Maar het paard? Zal het
paard er nog staan?"...
Breytenbach schrijft zeer
beeldend en gebruikt daarbij
de taal niet enkel als drager
van ideeën of beelden, maar
als eigenstandig instrument.
Hij maakt haar los uit de ge
vangenis van gecodeerde be
tekenissen en speelt er vaak
een spel mee, dat nieuwe in
houden kweekt. Daarmee
worden gevangenismuren
gesloopt of gezet om hen die
'buiten' zijn. De gevangene -
i.e. Breytenbach - is dan de
enig vrije. De lezer, die zich
vrij waant krijgt het be
nauwd, omdat hij opgesloten
kan raken binnen de benau-
wenissen van de zogeheten
vrije wereld. Wie deze bele
venis aandurft, moet dit
boek lezen!
Breyten Breytenbach: 'Mou
roir'. Uitg. Meulenhoff, prijs
39.50.
Breyten Breytenbach.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
Door Henk Egbers
De Sade zit in het
spraakgebruik als
Freud; dat wil zeggen
dat onze taal vol zit van
cliché-matige uitdruk
kingen, gebaseerd op
beide 'seksuologen'.
Dertig jaar geleden schreef
Simone de Beauvoir een uit
voerig essay, dat De Sade
daarboven uittilde. In 1963
kwam dit, samen met frag
menten uit De Sade's werk,
in het Nederlands uit onder
de titel: 'Moeten wij Sade
verbranden?' De herdruk nu,
na 22 jaar, blijkt nog steeds
zinnig, omdat vooroordelen
onuitroeibaar lijken.
De Beauvoir maakt helder
op welke groteske manier De
Sade zich via geschriften en
waar mogelijk via gedragin
gen duidelijk probeerde te
maken, dat je in een misdadi
ge maatschappij jezelf
slechts als misdadiger kunt
handhaven. „Reken af met de
armen of de armoede, maar
laat niet door halve maatre
gelen de onrechtvaardigheid
en onderdrukking voortdu
ren", is een exemplarische
uitspraak.
Vooropgesteld: de manier
waarop De Sade zijn uit
gangspunten, hetzij in de
werkelijkheid hetzij (vooral)
in de fantasie, trachtte te
realiseren zijn vaak zeer cru.
Het systeem dat hij bedacht
om krachten in de mens te
rechtvaardigen of te verkla
ren is echter zo geladen, dat
(ook) De Beauvoir hem de
voorloper van de psycho
analyse noemt.
Toch geeft De Sade ons te
denken; hij laat vaak nogal
eenzijdig gerichte en kort
zichtig gehouden morele uit
spraken op dit moment uit
komen boven goedkope ver
ontwaardiging. De wijze
waarop hij bij voorbeeld
denkt over incest laat op zijn
minst vraagtekens zetten bij
de nogal actuele problema
tiek van dit verschijnsel. De
taboesfeer wordt gelukkig
wat doorbroken wat betreft
de publiciteit, maar zeker
niet ten aanzien van de in
houd ervan.
Afgezien van het feit dat
ook moeders zoons verkrach
ten (dat komt bijna nooit aan
de orde), wordt het manne
lijk aandeel erin gerelateerd
aan belegen juridische nor
men en verouderde psycholo
gie/pedagogie. Zelden wor
den contexten en culturele
evoluties bij het verschijnsel
betrokken. Je krijgt eerder
de indruk dat eigen verdron
gen complexen geprojecteerd
worden op zondebokfiguren.
Dit is geen pleidooi voor in
cest, noch een aanbeveling
om bij De Sade de oplossing
te zoeken, maar zijn benade
ring geeft meer invalshoeken
aan bij het nadenken over dit
verschijnsel. Heksenjacht
moet worden voorkomen,
terwille van het speuren
naar (culturele) oorzaken.
De Beauvoir vertelt hoe De
Sade, in zijn functie van
openbare aanklager, bijna
altijd de beklaagde van
rechtsvervolging ontsloeg.
Hij rebelleert tegen abstracte
principes, vaak gehanteerd
door rechters die zelf niet
brandschoon zijn. In het den-
ken van de massa is De Sade
vooral bekend om het reper
toire dat hij samenstelde van
de seksuele mogelij khedenii
de mens. Hij schreef de dro
men, die daaromtrent in de
mensen leven, onverbloemd
(maar literair niet zo best) op
Hij was niet stiekem.
De Sade lijkt op Rimbaud
met zij n 'systematische wan
orde', zegt Simone de Beau
voir. Hij vond het meest vol
maakte wezen de mens dii
zich het meest van de con
venties heeft verwijderd. „De
mystificerende en gemystifi
ceerde maatschappij waarte
gen hij in opstand komt, doet
ons denken aan wat Heideg
ger het 'men' noemt, waarin
de authenticiteit van het be
staan wegzinkt". Of met an
dere woorden: In naam van
het zogeheten algemeen be
lang (wat doorgaans nietsj
anders is dan het - kapitalis
tische - belang van enkelen]
wordt een ethiek opgebouwd,
die niets anders is dan een
machtsstructuur.
Daartegen verzette De Sa-:
de zich; tegen schijnwaarden.
Maar, zo concludeert De
Beauvoir: „Het individu dal
er niet mee instemt zijn eigen
karakter te verloochenen
wordt door de maatschapp;
uitgestoten". En heel veelbe
tekenend: „Het is ongetwij
feld daarom dat hij zoveel
weerklank vindt in onze tijd,
waarin het individu weet dal
het minder slachtoffer is van
de slechtheid van de mensen
dan van het goede geweten;
door dit verbijsterende opti
misme aan te tasten komt
men hem te hulp"...
Wie vanuit deze inleiding
de excerpten uit het werk
van De Sade leest (waarin
een pleidooi voor het volgen
van de eigen natuurlijke be
geerten) zal wellicht met
aangetrokken worden zich
gelijksoortig op te stellen,
maar wel zijn besef aanpun
ten, dat we voortdurend alert
moeten blijven ten aanzien
van de, meestal als onwrik
baar voorgestelde, heden
daagse moreel-juridische
Markies De Sade - een keuze
uit zijn werk met een essay
van Simone de Beauvoir.
Uitg. BZZT6H, prijs ƒ19,50.
Anita Brookner: 'Hotel Du Lac'. Uitg. Contact, prijs 24,90
Grijs is het uitzicht dat Anita Brookner beschrijft aan het begin
van haar 'Hotel Du Lac'. Grijs is het Meer van Genève, grijs zij
de bergen, grijs is de septembermaand. Alles is grijs en stil en
tegen die achtergrond speelt zich het hele verhaal af. 'Hotel u
Lac' is een boek als een rimpelloos meer. Het knappe van Aru
Brookner is dat ze die grauwe bewegingloosheid zo weet
plooien dat het verhaal boeiend en zelfs spannend wordt. De
zer wordt nieuwsgierig, ook al is duidelijk dat er geen enke
actie te verwachten is.
Anita Brookner kreeg vorig jaar voor dit boek de Booker Pr'
ze. De jury sprak van een 'perfect boek'. De constructie is inde -
daad volmaakt te noemen. De grote kracht zit in de zorgvuldig
heid, er wordt nergens getracht de lezer te overrompelen o
schokken. Het meer rimpelt in perfecte schoonheid, maar g°
nooit.
Hoofdpersoon is de Engelse Edith Hope, die onder de naa^
Vanessa Wilde 'romantisch proza' schrijft. Ze is door haar o
gevirig verbannen naar een hotel aan het Meer van Geneve
reden daarvan is lange tijd onduidelijk. Ze is teruggetrokken
schuchter, even grijs als het decor. Ze observeert de exeI) -n
gasten in het stijlvolle, oude hotel en wordt zelfs door "e t
vertrouwen genomen. Het is de wereld die ze zo graag in
romantische verhaaltjes gebruikt, maar ze voelt zich toen o
makkelijk.
Ze schrijft brieven aan David, een man die getrou^S,hen
in Engeland zit en ze blijkt zelfs op het punt gestaan te n
met weer een andere man in het huwelijk te treden, wa
ze nu met haar leven? Theedrinkend en wandelend gm
naar een beslissing, die niet zo ingrijpend lijkt, maar toe
rimpeltjes gladtrekt in haarleven van onzekerheid. y
.et is een onderneming,
onze Hollandse vakantiedr
verbleekt: de massale zome
uittocht van honderdduize
gastarbeiders in West-Euro
hun vaderland. Rijdend in
oude en overvolle auto's, tr
zij slaap, moorddadige weg
hardvochtige politiepatroui
vooral tot waanzin drijvend
douanemensen aan vijf vre
grenzen. Grenzen, die voor
niet veel moeite, paperasse
smeergeld met tegenzin op
gaan. Onze verslaggever rei
een Turkse familie uit Nede
mee naar Ankara: 3500 kilo
precies 3 etmalen met hoog
uur slaap.
Door Rinze Brands
EEN GRAUWE woens
in het Gelderse Wijeheri
heet Ankara ligt 3500 kr
idee, wat die reis betek
alleen bloedstollende vei
zen over vooral het Joe
deel van de reis. Over w<
wegdek, omzoófnd door
ken en kransen. De
Ho Tsji Minh-route of
Een soort Russische roul
dood op je hielen, de g
weg van Europa.
Die gruwelverhalen en
mijn vroegere buurman N(
de mammoet-vakantiereis
gen wil afleggen, stoppen
schoenen.
Aan boord van de Transi
lyaks, bijna spreekwoordel
middel voor de Turkse fam
heimwee-trek uit West-Euro
moederland. Het busje is
maar Necmi (52) heeft me t
de technische staat perfect
als nieuw ('rijdt wel 130').
ruimte, want de reis gaat dil
kinderen en kleinkinderen, r
Turkije-gangers is dat wel ar
ai hangen in de busjes en i
kinderen op volgeladen ac
bovenop hoog opgetaste bag
Achterin troont moeder
tussen dozen fruit en etensw
vol zelfgebakken broodjes,
sen thee, jerrycans water en
toebereid eten. De bus gei
vend naar kippeboutjes en k
ge Turkse gehaktballen. Op
imperiaal schuilen, secuur v(
meters dekzeil en plastic, ta
en dozen vol cadeaus vooi
thuis: serviezen, pannensets,
tv, radio. Want voor 'daar'
ken uit Nederland steenrijk
dus maar indrukwekkende h<
cadeaus mee te nemen.
Bij Berg en Dal begint he
de Nederlandse douane wij:
naar de kant en bestudeert m
collega's de Turkse passen m
de Duitse doorreis langdu
scheldt, als we verder mogen,
douaniers: 'vieze vuile..'. Ge
blijkt 3 dagen en 5 moeizamt
gangen later. Wij Turken ii
Transit worden overal doorl
mannen met petten geschoffi
na rechteloze barbaren. Zatei
dag zijn de Autobahnen in de
taboe voor de Turkse exodus.
Duitsland is een eindelozt
vol bloeddorstige jagende
en BMW's, die een arme, voc
de Transit vol Turken niet
dulden.
De bus is een oude dame in
waarvan de veters los zijn
De topzware Transit is hchti
stuurd. Ze is goed voor kr:
maar houdt zich kranig.
Wij rijden zonder kaart,
pas dat heimwee heet. Gewoo
tie van doorstampen.
Necmi woont en werkt sint
Nederland als lasser en meta
Zijn zoon volgde veel later.
Tevhide in 1977, de getrouw
bleef in Ankara. Na operaties
rug is hij afgekeurd en WAO
kara was hij horlogemaker
klokkenwinkel. Nu wil hij 3
Turkse kuurbaden nek en ri
len.
De Duitse Autobahnen zij
Langs de Joegoslavische 'dodenweg
e talloze autowrakken die de berm i