BOEKEN Calvino en de relatie met het heelal Breytenbach over het verschil tussen leven en dood Méér slachtoffers van 'het goede geweten' dan van slechtheid De volmaaktheid van Anita Brookner De invloed van schrijvers uit de goot ZATERDAG 3 AUGUSTUS 1985 DE BEAUVOIR OVER DE SADE: ZATERDAG 3 AUGUS S^mone de Beauvoir Pannen Bloeddorstig Door Henk Egbers Calvino kwam, nadat in 1982 twee vertalingen van boeken uit 1973 en 1979 waren verschenen, bijzonder in de aan dacht. Best opmerkelijk, want Calvino schrijft niet gemakkelijk. De jongste vertaling (weer van Henny Vlot) van 'Palo mar' volgt snel op het origi neel uit 1983. Ook in Palomar speelt hij met de werkelijk heid; de vraag naar 'de'wer- kelijkheid als objectief gege ven wordt in korte hoofd stukken vanuit talrijke wat filosofisch gekleurde opties bespeeld. Een soort logistiek rond constateerbare feiten, die eindigt bij de conclusie, dat het enkel nog zin heeft om de innerlijke geografie van de beschouwer zelf onder de loep te nemen. In 'Als op een winternacht een reiziger' en in 'Het kas teel van de kruisende levens paden' werd al duidelijk hoe geconstrueerd Calvino schrijft over spirituele ge laagdheden. Hij is voortdu rend op zoek naar waarheid, die gevoed wordt door een getourmenteerd bewustzijn rond de gespletenheid van geest en materie. In Palomar krijgt zijn streven iets obses sioneels; of zou je toch moe ten zeggen: een filosofische concentratie? Meneer Palomar probeert zijn observatiegebied te be perken. Hij begint met 'het lezen van een golf'. Wie kent dat niet? Met je ogen één golf in het aanstromende zeewa ter proberen te isoleren. Tel kens mislukt dat. Conclusie: meneer Palomar verwijderde zich even gespannen als hij gekomen was en nog minder zeker van alles. De dertig volgende hoofdstukjes zijn variaties op dit thema. De auteur maakt daarbij onder scheid tussen drie soorten vraagstellingen en ervarin gen. Hij heeft ze zelfs genum merd. Beschrijvende visuele ervaringen met als object de natuur; verhalende teksten vanuit antropologisch/cultu rele elementen en meditatie ve beschouwingen met een ethische ondertoon. Van de ene kant droog objectiverend beschouwend en van de an dere kant pogingen om in nerlijk eigen bestaansgron den te doorschouwen. Aan de hand van parende schildpad den constateert hij dat ero tiek een programma is dat afgedraaid wordt in het war net van onze geest. Van de mythische kennis der sterren vangt hij slechts een vermoeide glimp op; van de wetenschappelijke kennis alleen de weerklank die door de kranten wordt verspreid. Hoewel Palomar een nieuwe relatie met de wereld op bouwt door zich te beperken tot de waarneming van zichtbare vormen, komt hij niet los van 'wie hij nu een maal was'; een mens die steeds bezig is iets anders te denken dan er is! Als hij tv kijkt wordt hij zich bewust dat hij niets an ders doedt dan het aantal moordpartijen waarnaar hij kijkt uitbreiden. In een sla gerswinkel wordt hij gecon fronteerd met de symbiose tussen mens en rund. Moe wordt hij ervan. Hij wil uit eindelijk kiezen voor de stil te, die tevens een betoog is; voor kijken in plaats van in tellectuele betogen. Aange zien hij met zijn naaste te veel problemen heeft, zal Pa lomar ermee beginnen zijn relatie met het heelal te ver beteren. Het heelal is de spiegel waarin we alleen kunnen aanschouwen wat wij van onszelf heben leren kennen. Tenslotte concludeert hij, dat voor hem dood-zijn betekent wennen aan de desillusie over het feit dat hij gelijk aan zichzelf blijkt te zijn in een definitieve toestand waarbij hij geen hoop meer hoeft te hebben op verande ring. Dit excerpt aan gedachten uit Palomar maakt mogelijk duidelijk dat zijn speculatie ve denken spitsvondig en de faitistisch is. Een boek voor liefhebbers van een rationele levenswijze. Als Palomar zal hij besluiten ieder moment van zijn leven te beschrijven. Zolang hij ze niet allemaal beschreven heeft, zal hij er niet meer aan denken dat hij dood is. Op dat ogenblik sterft hij Italo Calvino: 'Palomar'. Uitg. Bert Bakker, prijs 24.90. Werk van de jonge Jorge Luis Borges Door Henk Egbers Hoe het allemaal begon. Het was even wennen toen de eerste Nederlandse vertalingen (De Aleph, De Zahir) van Jorge Luis Borges ver schenen. Intussen is de Zuidamerikaanse lite ratuur hier 'gefundenes Fressen'. Hèt moment om van schrijvers, die beroemd werden met hun beroemde werken, ook eens te laten zien vanaf hun tamelijk prille begin. De zeven essays van Borges een-nacht' zit ook in deze in een nieuwe bundel bijeen gebracht, stammen uit de ja ren dertig, veertig en vijftig. Borges is al eens genoemd 'een bibliotheek die over zich zelf schrijft'. Dat is ook bij de ze gebundelde bespiegeling het geval. Hij is een goed eclecticus, die uit zijn eigen bi bliotheek weet te plukken wat in zijn betoog van pas komt. Het nadeel is dat, zoals de lite ratuurverantwoording na ieder stuk laat zien, het om nogal gedateerde bronnen gaat. Er is over de aangesne den onderwerpen actuelere li teratuur voorhanden. Desal- nietemin zijn de wat brokkeli ge betpgen van Borges nog prikkelend. Ze gaan over van alles en nog wat. Het titelverhaal verscheen in 1936 en kreeg in 1951 een Franse vertaling, waarmee de opmars van Borges in Europa begon; aldus Barber van de Pol die de Nederlandse verta ling van dit boek verzorgde. Op basis van een tiental auteurs tussen 1817 en 1932 (waaronder Schopenhauer en Deussen) komt hij tot de con clusie dat het leven te arm is om niet ook onsterfelijk te zijn. Borges bekijkt hoe de eeuwigheid ontstaan is vanuit de klassiek geheten oudheid en door de christelijke kerk geadopteerd is terwille van zichzelf. Zijn betoog levert niet veel nieuwe gezichtspun ten meer op. Over raadselachtige cliché's of 'kenningar' in de poëzie van IJsland lees je nog niet iedere dag, zodat de verhandeling daarover nog steeds interes sant is. Het systeem van tacti sche/politieke omschrijvin gen, de metaforen en spelletjes met de taal, blijven actueel. Het thema kan je geest scher pen in relatie met het actuele (politieke) taalgebruik. Zijn verhaal over 'de leer der cycli' sluit weer aan bij de titel van het boek. Nietzsche, Augustinus e.a. draven op om de leer van de eeuwige terug keer te adstrueren. Dat wordt hier min of meer wetenschap pelijk op de weegschaal ge legd. Tja, een verhandeling over allerlei (mis)vertalingen van de befaamde 'Duizend-en- grabbelton. Overigens interes sante informatie als je erin geïnteresseerd bent of raakt. Er is bijvoorbeeld sprake van 'verrukkelijke onbetrouw" baarheid' of met andere woor den: wat is vertalen eigenlijk In het slotverhaal geeft hij kritiek op een fictieve roman (een grap, maar tevens een re actie op de bestaande 'kritiek') en schrijft over de kunst van het schelden. Briljante beledigingen en satire zijn hoekige onderwer pen, die Borges hier overigens mager uitwerkt. Beeldend kunstenaar Claes Oldenburg werd op gegeven moment zó beroemd, dat men zelfs zijn krabbels uit een notitieboekje als kunstwerken aan de muur kon hangen. Borges is inmid dels ook zó bekend en beroemd geworden, dat bijna alles uit- geefbaar wordt. Jorge Luis Borges: 'De ge schiedenis van de eeuwigheid'. Uitg. De Bezige Bij, prijs 35,- Jorge Luis Borges. FOTO ARCHIEF DE STEM Door Mathieu Kothuis Tweederangsschrijvers met net niet genoeg talent om tot de literaire elite door te dringen zijn er door de jaren heen altijd wel geweest. Schrijnen der is een situatie waarin talentvolle auteurs doel bewust worden gefrus- teerd in hun ambities omdat hun ideeën niet stroken met de opvattin gen van de aan het be wind zij nde machtheb bers. In die zin is de positie van veel ondergrondse schrijvers in het Oostblok te vergelijken met die van de 'literaire on derwereld' in het Frankrijk van vóór de Franse Revolutie. Maar zoals het schrijversbloed in de Sovjet-Unie en andere Oostblokstaten toch kruipt, waar het niet gaan kan en zich uit in ondergrondse literatuur, pamfletten en nieuwsbulletins (samizdat), ontstond soortge lijke verboden literatuur (maar nog meer triviale lec tuur) ook tijdens het Ancien Régime. In 'De literaire onderwereld tijdens het Ancien Régime' is de historicus Robert Darnton op zoek gegaan naar deze Franse literaire onderwereld die in zijn visie een niet onbe langrijke bijdrage heeft gele verd aan de Franse Revolutie. De voornaamste bron voor zijn studie bleek een grote voorraad archiefmateriaal van de Societé typographique de Neuchatel in de gemeente lijke bibliotheek van deze Zwitserse stad. Aan de hand van een uitge breide correspondentie van deze uitgeverij met onder grondse schrijvers in Parijs, geeft Darnton een boeiend in zicht in het leven en de activi teiten van deze tweederangs schrijvers tijdens het Ancien Régime. Darnton schetst de armzalige wereld in het Parij- se schrijversslop van begin nende auteurs, 'roofuitgevers', smokkelaars en spionnen voor de politie. Volgens de histori cus is dit tijdperk van de Ver lichting die uiteindelijk uit mondt in de Franse Revolutie niet in zijn juiste contekst te plaatsen zonder méér studie naar deze literaire onderwe reld. Immers, in de achttiende eeuw ontstond in Frankrijk een groot lezerspubliek dat bovendien maar al te graag greep naar de obscene pam- pletten en 'croniques scanda- leuses', gericht tegen het ver achte en gehate Franse Hof. Terwijl de 'gevestigde' schrijvers, Montesquieu, Vol taire, Buffon, Mably, Rous seau, Diderot, Condillac en d'Alembert tot 'le monde' met al zijn privileges konden wor den gerekend, deden de aan komende schrijvers uit het schrijversslop hun uiterste best om ook bij de elite te mo gen horen. Maar anders dan de broodschrijvers die zich uit frustratie tegen het verdorven bewind én de Kerk keerden, stelde de elite zich juist achter de sociale orde van het Ancien Régime. „Hoe", zo schrijft Darnton, „moeten we dit pro ces interpreteren? Werd de ge vestigde orde (door de elite) verlicht of werd de Verlich ting gevestigd?". Darnton maakt in deze stu die duidelijk dat de literaire onderwereld een belangrijke invloed moet hebben gehad in de groeiende afkeer van het Franse volk tegen het als ob sceen beoordeelde Ancien Ré gime. De historicus weet over tuigend aan te geven dat de geschiedschrijving deze 'lite raire' invloed op het Frankrijk van vóór de grote revolutie nooit in voldoende mate heeft onderkend. Het Ancien Régi me droeg met zijn onderdruk king van de als gevaarlijk be oordeelde pamflettisten name lijk onbedoeld zelf bij aan een groeiende vuilspuiterij tegen het Franse Hof. Voltaire verzette zich in zijn satirisch gedicht Le Pauvre Diable nog tegen het groeiend schrijversvolkje uit de goot. Rousseau, eveneens opge klommen tot 'le monde', ver wierp in wezen in gelijke mate als de literaire onderwereld de cultuur en moraal van de heersende klasse. Vooral in diens carrière zagen de brood schrijvers de verwezenlijking van hun dromen en vonden ze troost voor hun mislukkingen. Rousseau doorzag de corrupte wereld van het Ancien Régi me, stelde de elite aan de kaak en keerde tenslotte als een ge louterd man terug naar een nederig bestaan in het schrij versslop. Het is niet verwon derlijk dat het canaille uit het schrijversslop ('deze Rous seau's van de goot') Rousseau bij diens dood even sterk ver eerden als Voltaire werd ver acht. 'De Literaire onderwereld tij dens het Ancien Régime' door Robert Darnton. Uitgeverij Bert Bakker. Prijs 34,90 Door Henk Egbers Breyten Breytenbach overleefde tussen 1975- 1982 de Afrikaanse apartheidsgevangenis onder meer door te schrijven. Veel van zijn aantekeningen werden en worden omgezet in boeken; proza en ge dichten. Zo werkt hij aan de vijfdelige cyclus 'Die ongedansto dans', waarvan vorig f ar 'Yk' uitkwam. 'Mouroir' be vat een veertigtal pro zastukken van uiteenlo pende aard, die één ge meenschappelijke noe mer hebben: leven, ge vat in een beeldende woordenstroom. In Mouroir zitten de woor den miroir (spiegel) en mou- rir (sterven). 'Spiegeldood' heet de bundel die vorig jaar verscheen en waarin al en kele van de in deze bundel opgenomen verhalen staan afgedrukt. De ondertitel van Mouroir luidt: Mirror notes of a novel, vertaald als 'spie gelbeelden van een boek'. Het zijn schriftelijke weer spiegelingen van zeer per soonlijke ervaringen. „Scha duwen zijn weduwen van het licht", zegt hij heel mooi. Breytenbach heeft, tijdens zijn afzondering, gedacht aan zijn schaduwen uit het verleden en over schaduwen, die zogeheten vooruit ge worpen worden. Daarbij zat hij - om die beeldspraak nog even vol te houden - in de sombere schaduwen van het Zuidafrikaanse gevang waarin mensen worden af gemaakt. Jeugdherinnerin gen, actele pijn en verlangen naar verlossing. Toch ligt het bij hem niet allemaal zo onderscheiden als hier wordt gesteld. Veelzeggend in dit verband is zijn uitspraak: „We spreken van toeval en noodlot omdat we ons met verkrampte billen aan het begrip tijd vastklampen". „Is het kleine bewustzijn niet slechts een stofje in de lucht dat heel even door licht of een dans van kleine vlam metjes wordt beschenen en 'denkt' dat het zelf licht uit straalt?', zo vraagt hij zich af. Het bewustzijn dat uit deze verhalen spreekt is door de een boedhistisch, door de ander kosmisch genoemd. Je zou ook van een alomvatten de liefde voor het leven kun nen spreken. Daardoor blijkt hij in staat het kleine-nabije als iets groots en het groot- ste-afstandelijke als klein- nabij te beleven. „Het verschil tussen leven en dood is dat er eigenlijk geen verschil is: het is de speling tussen illusie en werkelijkheid..." In tal van verhalen komen scènes voor die illusoir lijken, of ma- gisch-realistisch als je wilt. Daarnaast gaat het gewoon over opgeknoopt worden in een Zuidafrikaanse gevan genis of hoe ontkom je. Dan weer over het land waarin hij zijn jeugd doorbracht en 'waarover de beschaving is gekomen'... „Spiegels hebben een le ven en datgene wat in de spiegels gevangen wordt blijft daar voortbestaan. De werkelijkheid is een weer gave van het spiegelbeeld. Het is een literair verschijn sel waar ik de aandacht van mijn collega's op zou willen vestigen: het ritueel moet ook in ons worden voltrok ken", noteerde Breytenbach, die ook - zoals steeds - schil derend de omslag van het boek maakte. Een man ach ter tralies en buiten staat een paard-mens... „Wij zijn de krijgsgevangenen. Wij hebben een speciale op dracht. Wij hebben tot taak een pad van groen gras over de sneeuw aan te leggen... en dat we alleen langs die weg de vrijheid zullen bereiken. De vrijheid. De vrijheid zal op ons liggen te wachten aan het eind van de weg, die wij hier aanleggen en we zullen haar bereiken op een dins dag. Maar het paard? Zal het paard er nog staan?"... Breytenbach schrijft zeer beeldend en gebruikt daarbij de taal niet enkel als drager van ideeën of beelden, maar als eigenstandig instrument. Hij maakt haar los uit de ge vangenis van gecodeerde be tekenissen en speelt er vaak een spel mee, dat nieuwe in houden kweekt. Daarmee worden gevangenismuren gesloopt of gezet om hen die 'buiten' zijn. De gevangene - i.e. Breytenbach - is dan de enig vrije. De lezer, die zich vrij waant krijgt het be nauwd, omdat hij opgesloten kan raken binnen de benau- wenissen van de zogeheten vrije wereld. Wie deze bele venis aandurft, moet dit boek lezen! Breyten Breytenbach: 'Mou roir'. Uitg. Meulenhoff, prijs 39.50. Breyten Breytenbach. - FOTO ARCHIEF DE STEM Door Henk Egbers De Sade zit in het spraakgebruik als Freud; dat wil zeggen dat onze taal vol zit van cliché-matige uitdruk kingen, gebaseerd op beide 'seksuologen'. Dertig jaar geleden schreef Simone de Beauvoir een uit voerig essay, dat De Sade daarboven uittilde. In 1963 kwam dit, samen met frag menten uit De Sade's werk, in het Nederlands uit onder de titel: 'Moeten wij Sade verbranden?' De herdruk nu, na 22 jaar, blijkt nog steeds zinnig, omdat vooroordelen onuitroeibaar lijken. De Beauvoir maakt helder op welke groteske manier De Sade zich via geschriften en waar mogelijk via gedragin gen duidelijk probeerde te maken, dat je in een misdadi ge maatschappij jezelf slechts als misdadiger kunt handhaven. „Reken af met de armen of de armoede, maar laat niet door halve maatre gelen de onrechtvaardigheid en onderdrukking voortdu ren", is een exemplarische uitspraak. Vooropgesteld: de manier waarop De Sade zijn uit gangspunten, hetzij in de werkelijkheid hetzij (vooral) in de fantasie, trachtte te realiseren zijn vaak zeer cru. Het systeem dat hij bedacht om krachten in de mens te rechtvaardigen of te verkla ren is echter zo geladen, dat (ook) De Beauvoir hem de voorloper van de psycho analyse noemt. Toch geeft De Sade ons te denken; hij laat vaak nogal eenzijdig gerichte en kort zichtig gehouden morele uit spraken op dit moment uit komen boven goedkope ver ontwaardiging. De wijze waarop hij bij voorbeeld denkt over incest laat op zijn minst vraagtekens zetten bij de nogal actuele problema tiek van dit verschijnsel. De taboesfeer wordt gelukkig wat doorbroken wat betreft de publiciteit, maar zeker niet ten aanzien van de in houd ervan. Afgezien van het feit dat ook moeders zoons verkrach ten (dat komt bijna nooit aan de orde), wordt het manne lijk aandeel erin gerelateerd aan belegen juridische nor men en verouderde psycholo gie/pedagogie. Zelden wor den contexten en culturele evoluties bij het verschijnsel betrokken. Je krijgt eerder de indruk dat eigen verdron gen complexen geprojecteerd worden op zondebokfiguren. Dit is geen pleidooi voor in cest, noch een aanbeveling om bij De Sade de oplossing te zoeken, maar zijn benade ring geeft meer invalshoeken aan bij het nadenken over dit verschijnsel. Heksenjacht moet worden voorkomen, terwille van het speuren naar (culturele) oorzaken. De Beauvoir vertelt hoe De Sade, in zijn functie van openbare aanklager, bijna altijd de beklaagde van rechtsvervolging ontsloeg. Hij rebelleert tegen abstracte principes, vaak gehanteerd door rechters die zelf niet brandschoon zijn. In het den- ken van de massa is De Sade vooral bekend om het reper toire dat hij samenstelde van de seksuele mogelij khedenii de mens. Hij schreef de dro men, die daaromtrent in de mensen leven, onverbloemd (maar literair niet zo best) op Hij was niet stiekem. De Sade lijkt op Rimbaud met zij n 'systematische wan orde', zegt Simone de Beau voir. Hij vond het meest vol maakte wezen de mens dii zich het meest van de con venties heeft verwijderd. „De mystificerende en gemystifi ceerde maatschappij waarte gen hij in opstand komt, doet ons denken aan wat Heideg ger het 'men' noemt, waarin de authenticiteit van het be staan wegzinkt". Of met an dere woorden: In naam van het zogeheten algemeen be lang (wat doorgaans nietsj anders is dan het - kapitalis tische - belang van enkelen] wordt een ethiek opgebouwd, die niets anders is dan een machtsstructuur. Daartegen verzette De Sa-: de zich; tegen schijnwaarden. Maar, zo concludeert De Beauvoir: „Het individu dal er niet mee instemt zijn eigen karakter te verloochenen wordt door de maatschapp; uitgestoten". En heel veelbe tekenend: „Het is ongetwij feld daarom dat hij zoveel weerklank vindt in onze tijd, waarin het individu weet dal het minder slachtoffer is van de slechtheid van de mensen dan van het goede geweten; door dit verbijsterende opti misme aan te tasten komt men hem te hulp"... Wie vanuit deze inleiding de excerpten uit het werk van De Sade leest (waarin een pleidooi voor het volgen van de eigen natuurlijke be geerten) zal wellicht met aangetrokken worden zich gelijksoortig op te stellen, maar wel zijn besef aanpun ten, dat we voortdurend alert moeten blijven ten aanzien van de, meestal als onwrik baar voorgestelde, heden daagse moreel-juridische Markies De Sade - een keuze uit zijn werk met een essay van Simone de Beauvoir. Uitg. BZZT6H, prijs ƒ19,50. Anita Brookner: 'Hotel Du Lac'. Uitg. Contact, prijs 24,90 Grijs is het uitzicht dat Anita Brookner beschrijft aan het begin van haar 'Hotel Du Lac'. Grijs is het Meer van Genève, grijs zij de bergen, grijs is de septembermaand. Alles is grijs en stil en tegen die achtergrond speelt zich het hele verhaal af. 'Hotel u Lac' is een boek als een rimpelloos meer. Het knappe van Aru Brookner is dat ze die grauwe bewegingloosheid zo weet plooien dat het verhaal boeiend en zelfs spannend wordt. De zer wordt nieuwsgierig, ook al is duidelijk dat er geen enke actie te verwachten is. Anita Brookner kreeg vorig jaar voor dit boek de Booker Pr' ze. De jury sprak van een 'perfect boek'. De constructie is inde - daad volmaakt te noemen. De grote kracht zit in de zorgvuldig heid, er wordt nergens getracht de lezer te overrompelen o schokken. Het meer rimpelt in perfecte schoonheid, maar g° nooit. Hoofdpersoon is de Engelse Edith Hope, die onder de naa^ Vanessa Wilde 'romantisch proza' schrijft. Ze is door haar o gevirig verbannen naar een hotel aan het Meer van Geneve reden daarvan is lange tijd onduidelijk. Ze is teruggetrokken schuchter, even grijs als het decor. Ze observeert de exeI) -n gasten in het stijlvolle, oude hotel en wordt zelfs door "e t vertrouwen genomen. Het is de wereld die ze zo graag in romantische verhaaltjes gebruikt, maar ze voelt zich toen o makkelijk. Ze schrijft brieven aan David, een man die getrou^S,hen in Engeland zit en ze blijkt zelfs op het punt gestaan te n met weer een andere man in het huwelijk te treden, wa ze nu met haar leven? Theedrinkend en wandelend gm naar een beslissing, die niet zo ingrijpend lijkt, maar toe rimpeltjes gladtrekt in haarleven van onzekerheid. y .et is een onderneming, onze Hollandse vakantiedr verbleekt: de massale zome uittocht van honderdduize gastarbeiders in West-Euro hun vaderland. Rijdend in oude en overvolle auto's, tr zij slaap, moorddadige weg hardvochtige politiepatroui vooral tot waanzin drijvend douanemensen aan vijf vre grenzen. Grenzen, die voor niet veel moeite, paperasse smeergeld met tegenzin op gaan. Onze verslaggever rei een Turkse familie uit Nede mee naar Ankara: 3500 kilo precies 3 etmalen met hoog uur slaap. Door Rinze Brands EEN GRAUWE woens in het Gelderse Wijeheri heet Ankara ligt 3500 kr idee, wat die reis betek alleen bloedstollende vei zen over vooral het Joe deel van de reis. Over w< wegdek, omzoófnd door ken en kransen. De Ho Tsji Minh-route of Een soort Russische roul dood op je hielen, de g weg van Europa. Die gruwelverhalen en mijn vroegere buurman N( de mammoet-vakantiereis gen wil afleggen, stoppen schoenen. Aan boord van de Transi lyaks, bijna spreekwoordel middel voor de Turkse fam heimwee-trek uit West-Euro moederland. Het busje is maar Necmi (52) heeft me t de technische staat perfect als nieuw ('rijdt wel 130'). ruimte, want de reis gaat dil kinderen en kleinkinderen, r Turkije-gangers is dat wel ar ai hangen in de busjes en i kinderen op volgeladen ac bovenop hoog opgetaste bag Achterin troont moeder tussen dozen fruit en etensw vol zelfgebakken broodjes, sen thee, jerrycans water en toebereid eten. De bus gei vend naar kippeboutjes en k ge Turkse gehaktballen. Op imperiaal schuilen, secuur v( meters dekzeil en plastic, ta en dozen vol cadeaus vooi thuis: serviezen, pannensets, tv, radio. Want voor 'daar' ken uit Nederland steenrijk dus maar indrukwekkende h< cadeaus mee te nemen. Bij Berg en Dal begint he de Nederlandse douane wij: naar de kant en bestudeert m collega's de Turkse passen m de Duitse doorreis langdu scheldt, als we verder mogen, douaniers: 'vieze vuile..'. Ge blijkt 3 dagen en 5 moeizamt gangen later. Wij Turken ii Transit worden overal doorl mannen met petten geschoffi na rechteloze barbaren. Zatei dag zijn de Autobahnen in de taboe voor de Turkse exodus. Duitsland is een eindelozt vol bloeddorstige jagende en BMW's, die een arme, voc de Transit vol Turken niet dulden. De bus is een oude dame in waarvan de veters los zijn De topzware Transit is hchti stuurd. Ze is goed voor kr: maar houdt zich kranig. Wij rijden zonder kaart, pas dat heimwee heet. Gewoo tie van doorstampen. Necmi woont en werkt sint Nederland als lasser en meta Zijn zoon volgde veel later. Tevhide in 1977, de getrouw bleef in Ankara. Na operaties rug is hij afgekeurd en WAO kara was hij horlogemaker klokkenwinkel. Nu wil hij 3 Turkse kuurbaden nek en ri len. De Duitse Autobahnen zij Langs de Joegoslavische 'dodenweg e talloze autowrakken die de berm i

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 18