Speelse weerspiegeling van de volksaard' w\ in ui i* ii m ii iii iiiiMHii i Mil—li'ln ZATERDAG 20 JUL11985 W1 ■hmhéI Armoede JOKE VAN DUN-VAN DE BROEK hoort thuis in cafe 'Oud-Strijbeek' vlakbij de grens met Belgie. „Ik heb het nog nooit gedaan, dus proberen maar". Dat proberen slaat op het ringsteken op de fiets, dat je op een baantje naast de speeltuin kunt beoefe nen. Bij de derde poging lukt het haar een van de vijf ringen aan de slok te spiezen. We krijgen hier vaak mensen die een fiets tocht houden. Het gebied leent zich daar ook uitstekend voor, zo dicht tegen de Bel gische grens. Je kunt die spelletjes natuur lijk ook spelen zonder de hele route te rij den. Deze week krijgen we op die manier ruim honderd onderwijskrachten. Die ko men hier als afsluiting van het schooljaar eten en spelletjes spelen. Meetje steken bij voorbeeld, waarbij men een muntje zo dicht mogelijk tegen een streep moet gooi en". ANNIE KOEKEN van caj'e 'Dennenlucht' aan de Heystraat, derde op de volkssportenroute: „Ik heb wel een paar keer geprobeerd stelt te lopen, maar ik val er steeds af. Daarom moet m'n dochter Marieke maar even op de foto. Nee, tot nu toe hebben we nog niet zo veel mensen langs gehad, maar wat wil je met al die re gen. A Is er geen klanten zijn blijf ik dat steltlopen toch oefenen. Ik moet het toch voor kunnen doen als ze er om vragen". Bij Koeken kan men ook sjoelbakken en trou madam speten. Dat laatste wordt op de grond ge speeld, waarbij men moet proberen vijf houten bollen door de gaten van het trou madam-bord te gooien. Elk gat levert een ander aantal punten op. LEENTJE LEYTEN van cafe Leyten in Galder: „Ik heb zelf vroeger wel spel letjes als meetje steken, reepen en bikkelen gespeeld. Maar pinkelen kende ik niet. Nu wel, want je moet het toch kunnen voor doen, niet?" Bij pinkelen slaan twee spe lers om beurten met een knuppel op de schuine uiteinden van een op de grond lig gende stok. Wie die zo hel eerst in het eindvak heeft kunnen manoevreren heeft gewonnen. Vorige week hebben we hier een hele ploeg aardbeientelers gehad. Die mensen vonden het prachtig om dit soort spelletjes te kunnen doen. Op zondag te kent mijn man op het schoolplein hier te genover het pinkelrek en dan kunnen de klanten hun gang gaan. Ze kunnen hier ook bikkelen en het biljartgeluksbord uit proberen. 'Niet zagen, niet zeveren, maar zuipen', staat er boven de toog. Maar dat moet u zelf maar weten. THEO TELGMAN van café 'De Zeven Heuveltjes' aan de Galderseweg: „Er stond hier vroeger een schuurtje naast de speeltuin. Er zat een betonnen vloer in die is prima geschikt voor het hinkelen. Zelf heb ik die spelletjes vroeger allemaal niet gedaan, maar het is een leuk experiment". Hij krijgt voornamelijk groepen langs, die bij hem ook nog tafelkegelen, hoefjzerwer- pen en jeu de boul spelen. Groepen als personeelsvere nigingen, families, scholen e.d. „De mensen zijn een dagje leuk weg. Er komen er ook van elders, huren bij de NS een fiets en halen bij de VVV de volkssporten route". Tekst: Wippel Houben Foto's: Ben Sieffen „De oude volkssporten kennen geen drempels. Ze zijn door ieder een te beoefenen en men hoeft geen onderricht gehad te hebben om er iets van te snappen en terecht te brengen. De volkssporten hebben ook een sterk sociaal karakter. In het huidige vrijgetijdsgebeuren kun nen die oude sporten een heel eigen sociaal-culturele betekenis heb ben". Dat schrijft Marjolein van Wenum in haar eindexamenscriptie van het Neder lands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie in Breda. Een he lemaal op de praktijk geschreven scrip tie, die werd ingegeven door de wens van de Stichting Sportservice Noord-Brabant een project op te zetten met oude Bra bantse volkssporten en -spelen. „Zij zijn streekgebonden, wortelen in eigen bodem en zijn, net als biersoorten en streekgerechten, een speelse weerspie geling van de volksaard", schreven de onderzoekers Kenson en Smulders eind jaren '70. De Stichting Sportservice had in Vlaanderen een prachtig voorbeeld hoe je een onderzoek naar zo'n onder werp opzet. De Katholieke Universiteit van Leuven heeft enkele jaren terug meer dan duizend studenten laten zoeken naar oude Vlaamse volkssporten. Het resultaat was verbluffend. Er ble ken er vele tientallen te zijn, die vaak erg lokaal of streek gebonden waren. Het Vlaams onderzoek had tot gevolg dat veel van die sporten in ere hersteld wer den en volop belangstelling kregen. Onze Zuiderburen plegen sommige zaken voortvarend aan te pakken: in 1980 werd de Vlaamse Volkssport Centrale opge richt en 1982 werd in Vlaanderen het 'Jaar van de Volkssport'. Dat stimuleerde de mensen van de Noordbrabantse sportservice en, nadat een eigen poging van enkele medewer kers te inventariseren wat Noord-Bra bant aan oude volkssporten heeft was vastgelopen, via hen Marjolein van We num. Dat alles heeft ertoe geleid dat nu in het recreatiegebied ten zuiden van Breda een speciale volkssportenroute is uitgezet. De initiatiefnemers vonden zes precies in", zegt hij erbij. DN qb\ (nr^TüN Nieuwe aandacht voor de oude volkssporten horeca-exploitanten bereid mee te wer ken. Het resultaat is alleszins de moeite waard. Op de voor fietsers bij uitstek ge schikte en mooie route doet men vijf oudere café's aan, die nog het karakter dragen van Brabantse uitspanningen van tientallen jaren geleden. Goed afgestemd dus op de periode waaruit de volksspor ten dateren. De zesde zaak is van wat la ter datum, maar past verder uitstekend in de opzet van deze route van ruim 22 kilometer lengte. In de zes zaken, bij de VVV en bij de dienst voor jeugd en sport kan men een folder kopen (twee gulden) met de route en de spelletjes die men on derweg kan spelen. De belangstelling is voor een dagje fietsen en gezellig sporten is, volgens een woordvoerster van de WV Breda, na en kele weken al opvallend groot. Zij vindt het vooral van belang dat iedereen de spelletjes en sporten kan beoefenen, of men nu tachtig is of vijf. Het gaat vooral om de handigheid. De opdrachten zijn niet prestatiegericht, mensen zien een prachtig stuk natuur, zijn gezond en ont spannen bezig en merken dat je met vaak heel eenvoudige middelen toch erg leuke dingen kunt doen. In haar uitvoerige scriptie over de volkssporten en -spelen geeft Marjolein van Wenum onder andere een terugblik op het leven in deze provincie in de jaren 1850-1920. Een gebied van armoede en heel hard werken: „Het mooie en idylli sche Noord-Brabant bestond slechts in de dromen van de dichters en in het le ven van de fabrikanten, pastoors, gegoe de handelslui, grootgrondbezitters en burgerlijke en militaire gezagsdragers. Van de kleine boeren, de kleine zelfstan digen, de thuiswevers en de fabrieksar beiders was elke dag weer een gevecht". Veel mensen probeerden hun ellende in de kroegen te vergeten. Die waren er volop. Vakanties waren er voor de lagere sociale klassen al helemaal niet bij. Men verbleef de schaarse vrije uren op straat of in de dranklokalen. Niet zo verwon derlijk, want men woonde vaak met ve len in heel kleine behuizingen samen en daar was van privacy totaal geen sprake. Vrouwen besteedden hun vrije uren heel anders dan mannen. Die zochten de kroegen op en daar ontstonden de mees te volkssporten. Meestal op zondagmiddag speelde men daar om een worst, een ham, wat turven of kledingstukken. De herbergier stelde die beschikbaar. Een kwestie van investeren, want na afloop kwamen de deelnemers en toeschouwers immers bij hem hun dorst lessen. Volkssporten en - spelen werden ook bij feesten en tijdens kermissen beoefend. Dit in tegenstelling tot kinderspelen, die met de seizoenen op- en afgingen. In januari knikkeren, in februari sneeuw pret, in april bokspringen, mei hinkelen, juni hoepelen, juli vliegeren, augustus kaatseballen, september tollen en touwtje springen, oktober voetballen, no vember gezelschapsspelletjes en in de cember verstoppertje. Aan de hand van de Vlaamse Volks sport Dossiers heeft Marjolein van We num een categorie-indeling gemaakt, die het meest op de vroegere situatie in Noord-Brabant geënt is: volksvermaak, schuttersgilden, volkssporten en -spelen voor volwassenen en als vierde de kin derspelen. Onder voplksvermaak vallen handigheden als eierrijden, eierschieten en eiertrappen, gansgooien, -rijden en - slidden, koekhappen en koekslaan, rolle bollen en het tweegevecht op de paal. De schuttersgilden hielden zich bezig met hand-, kruis- en voetboogschieten, vendelzwaaien, vogel- en wipschieten. De volkssporten en -spelen voor volwas senen verdeelt zij onder in bolspelen (beugelen, jensen, hillen, kaatsen, kege len, kolven, krulbollen en trou madam), dierenspelen (duivensport), steekspelen (ringrijden), verplaalsingsspelen (mastklimmen en metworstrijden), werp spelen (hoefijzer werpen, meetje schieten, paal joppen, ping-pong, plakje rollen, stintje kletsen, toptafel en vogelpik) en moderne sporten (dauwtrappen, schaat sen, touwtrekken en wielersport).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 19