PSYCHOLOOG PETER BLITZ
In de sport
is agressie
noodzakelijk
6Onze cultuur
is agressief
IT(E)
HÉ
fse
jvenaat H. Hart
voor het vak
UNDE
jsmiddelen-
Era-moderne
[ndstof voor
|Gent voor
leen nieuwe
tweede
Cultuur
7ATERDAG13 JULI 1985
PAGINA SPORT 3
i 1985 de va-
Iwerkzaamhe-
chirurgische
he afdeling.
liverse discipli-
|in het bezit te
net het diplo-
I binnen de ge-
hereiste.
let verschijnen
Jlszaken, Lan-
Ikodenummer
[isestraatweg 125
ïergen op Zoom
26 augustus a.s.
sl lessen 15 a 18,
salarisschaal 10
[tool werkt met de
PLON-methode
verzocht zich zo
te melden bij de
Jl, drs. J. de Raaij,
lormatie verschaft
tooi 01640-43650,
brivé 01640-33552
Lde functies:
Ontwerpafdeling
rijf stellen (in ae
en moderni-
n besturen van
projecten,
rgburo's, toe-
hen,
neren van de
-larissen die bi|
Engineering
daten met:
srtgelijke functie,
beheersing van
siaste instelling.
Geweld op de tribunes. Schering en inslag. Peter Blitz: „Onze cultuur is agressief'.
- foto oe stem Hilbert van der Duim valt. Een droom spat uiteen. Peter Blitz: „Is het een ongelukje of niet?".
- foto de stem
Door Romain van Damme
1BCOUDE - „Het zit in zijn kop", zegt Peter
Blitz over het fenomeen Bernard Hinault, „fy-
iiologisch is er tussen hem en bijvoorbeeld
Anderson en andere renners geen verschil
naar te nemen. Hinault is beter in staat de
grenzen te verleggen. Merckx was precies het-
lelfde. Zoetemelk is weer anders. Nee, ik ge
loof niet dat Zoetemelk iemand met faalangst
s. Hij is voorzichtig. Misschien ook wel ver-
tandig. Hij rijdt nog altijd mee".
En: „Om de top te bereiken, heb je durf nodig. Lef.
lis iemand veel talenten heeft, wil dat nog niet zeg
gen dat ze de top halen.
Je moet het durven poneren.
Surven werken aan de reali-
atie. Hoe dichter bij de top,
loe angstiger het wordt. Als je
klimt, kun je diep vallen.
Set is noblesse oublige' Adel
verplicht. Je moet het waar
maken, het legt verplichtingen
if. De meesten blijven steken
i'getalenteerde jongeren', en
lat zijn er duizenden."
s geven
Peter Blitz is sportpsycho-
aog. Sinds twintig jaar. Van
Wis uit is hij experimenteel
psycholoog. Twintig jaar
terkzaam aan de Amster
damse universiteit. Daarnaast
Saf hij twaalf jaar les aan het
•I0S in Overveen. Sinds en-
ïle jaren heeft hij de univer-
ftit en het CIOS 'laten val-
Sportpsychologie heb ik er
l'ijd naast gedaan. Wat on-
teoeken, het heeft altijd
lijn interesse gehad. Nu doe
s alleen sportpsychologie. Ik
'ef les aan trainers en coa-
ifs. Theoretische en prakti-
Whe zaken. Bij de atletiek-
*«3, de zwembond, de hand-
*lbond, de schietbond en bij
*NSF. Daarnaast doe ik dat
*k bij individuele sportmen-
8 die met problemen zitten,
(aalangst, het moeten preste-
81 onder druk, want daar
iaat het veelal om. Ik doe dat
lauwens ook in de muziekwe
reld. Zangers, instrbmentalis-
'81 Die zitten vaak met de-
We problemen."
Psychologie is dat gedeelte
'-n de wijsbegeerte dat over
aard en de eigenschappen
'Pilde menselijke ziel handelt,
^«wetenschap die zich bezig
houdt met het onderzoek van
bewustzijn en bewust-
|nsverschijnselen. Peter
jjjtz richt zijn kennis op dat
op de sport. In Neder-
8d nog geen ingeburgerd be-
^P- Anders dan bijvoorbeeld
de Verenigde Staten waar
Here topsporter wel eens op
jjezoek gaat bij een psycho-
Wel begrijpelijk. Immers,
om fracties van seconden, cen
timeters en steeds meer geld.
De druk wordt constant gro
ter. „In Nederland komt er
meer begrip", zegt Peter Blitz,
„men heeft ook meer in de ga
ten dat de prestaties niet al
leen door het hart, de longen
en de spieren bepaald worden.
Er is meer. Het begint nu aar
dig op gang te komen. De be
langstelling is redelijk. Maar
er is ook nog veel onbegrip".
Omdat: „Er weinig psycho
logen zijn die dit kunnen. Je
moet op de eerste plaats psy
choloog zijn. En je moet ver
stand van sport hebben. Bin
nen je vak moet je breed geo
riënteerd zijn. Het gaat niet
alleen om emoties, oefeningen,
enz. Het gaat om het totale ge
drag. Je moet de taal van de
sportwereld spreken. Niet
iedere psycholoog krijgt het
vertrouwen. Weinig psycholo
gen hebben ervaring in die
sportwereld, achtergrond. Ik
ben de enige die systematisch
te werk gaat."
„Er zijn veel, noem het maar
charlatans, die zich uitgeven
voor psycholoog. Dat is vaag
en moeilijk te vatten. Ted
Troost, in het voetbalwereld] e
geen onbekende man. Ik zeg
niet dat hij slecht werk doet.
Die heeft een bepaalde per
soonlij kheidsvaardigheid.
Maar het is uiterst beperkt.
Intuïtief werk. Het gebeurt
met een boerenverstand. Mas
seurs, fysio-therapeuten, art
sen, soms zelfs bestuurders, en
niet te vergeten pyschiaters
proberen er wat mee te doen.
Maar de mensen weten bij
voorbeeld over het algemeen
niet eens het verschil tussen
een psycholoog en een psy
chiater. Dat is een hemels
breed verschil".
Ven
grenzen in de topsport wor-
immer verlegd. Het gaat
'Er is lef
nodig om
de top te
bereiken'
Peter Blitz: „Jij moet keuzes maken. Zeker weten dat je
wat wilt bereiken". - foto de stem
gers, de cracks en de krukken.
Zoals in de normale maat
schappij. Maar de sport is zo
gedifferentieerd. Profs, ama
teurs. De schietsport haalt
nauwelijks de krant. Voetbal
is voorpaginanieuws. In de
sportwereld zijn allerlei ver
schillen. In iedere sport is de
druk echter gigiantisch. Veel
mensen kunnen daar niet te
gen, Dat kan. Geen ramp. Het
is en blijft een kwestie van
keuzes maken. Als je verder
wilt, kom je aanraking met
stress. Dat wordt dan als iets
heel ergs gezien. Onzin. Je
hebt een spanningsveld nodig
om te kunnen presteren.
Stress is in die situaties ge
zond. Een absolute voorwaar
de om tot daden over te gaan."
„Het publiek", vervolgt Pe
ter Blitz in zijn fraai ver
bouwde stulp in Abcoude, „ziet
alleen de wedstrijd. Maar er
zit natuurlijk veel meer ach
ter. Het meest kenmerkend is
de honderd meter. Tien secon
den en klaar. Maar eer je
zover bent, heb je al zoveel ge
daan in de voorbereiding.
Daar heb je een dagtaak aan.
Jaar in, jaar uit. Om een goede
marathon te lopen, is een lan
ge-termijn planning noodza
kelijk. Je moet keuzes maken.
En natuurlijk het nodige ta
lent hebben".
Maar: „Met veel training,
veel oefenen, kun je toch hoog
reiken. Barry Hulshof van
Ajax is wat dat betreft een
mooi voorbeeld. Niet zo geta
lenteerd. Maar hij heeft ge
traind, telkens weer. En je
kunt toch niet ontkennen dat
Hulshof waarde had voor een
Ajax op hoog niveau. Van Ha-
negem, niet een van de snelste
geweest, maar door zijn in
zicht, het talent een grote ge
worden. Belangrijk is, op wel
ke leeftijd kom je in aanra
king met de desbetreffende
sport. Het is ook een kwestie
van ervaring. Mensen kunnen
een heleboel. Als ze maar ge
motiveerd zijn. En je moet wat
geluk hebben, af en toe een
succesje om gemotiveerd te
blijven. In de sport kun je al
leen technieken uitvoeren als
ze geautomatiseerd zijn. Je
kunt er wel op oefenen. Maar
zo lang je bij de uitvoering nog
moet nadenken, gaat het mis.
Een heleboel mensen weten
niet wat ze nou precies willen.
Het is heel belangrijk om je te
realiseren dat je de top wilt
bereiken. Als dat het geval is,
kun je een heel eind op weg
geholpen worden. Dan zijn er
allerlei wegen te bewandelen".
Op weg naar de top moeten
aardig wat obstakels genomen
worden. „Ik probeer uit te vin
den wat de problemen zijn",
legt Peter Blitz zijn werkwijze
uit, „Kijken naar de omstan
digheden. Of iemand wel echt
wil. Als je dat nauwkeurig be
kijkt, ontdek je wel eens dat
het minder is dan algemeen
verwacht was. Trouwens, het
Geveld door een tegenstander. Peter Blitz:
eens tot heftige reacties leiden".
,Je raakt op het vel dgerusteerd. Dat kan wel
- foto de stem.
Een stelling: de sportwereld
is de afspiegeling van de
maatschappij. „Algemene uit
spraken hoeven bij nader in
zien relativering", zegt Peter
Blitz daarop ingaand, „sport is
geen eilandje. Wel een apart
wereldje. Zoals in de muziek,
in het toneel. Winnen, beter
zijn dan de anderen. Je hebt de
kopmannen en de waterdra-
f
fmi
'r«
Voer voor psychologen. Het wordt in de sport vaak
gezegd als er geen verklaring gevonden kan worden
voor iemand die vaak op de beslissende momenten
faalt. Een atleet die tijdens de training bijvoorbeeld
moeiteloos over 2.30 meter gaat, maar in de wedstrijd
maar niet verder komt dan 2.24. Mentaal zwak heet het
dan al snel.
Peter Blitz verdiept zich reeds twintig jaar in die
materie. Als sportpsycholoog. Observeren, praten,
analyseren. In Amerika ingeburgerd. In Nederland nog
niet. Al heeft Peter Blitz de indruk dat het begrip
toeneemt.
Thuis in Abcoude oogt Peter Blitz zelf niet bepaald
als een topsporter. Spijkerbroek, een baard van een
paar dagen, serveert thee met een afwijkend smaakje,
iemand uit het alternatieve wereldje. Maar dat terzijde.
zijn in veel gevallen de ouders
die een hoog verwachtingspa
troon hebben. In het zwemmen
en het turnen zie je dat regel
matig. De kinderen zijn jong
begonnen en gaan toch maar
door omdat de ouders het zo
leuk vinden. Dan krijg je dus
fricties. Dat probeer ik te ach
terhalen. Vaak komt het neer
op gebrek aan zelfvertrouwen
op de beslissende momenten.
Daar zijn dan wat algemene
technieken, mentale training,
voor. Door inventiviteit en
creativiteit kunnen die tech
nieken voor eenieder geschikt
maken. Ontspanning is be
langrijk, maar dat is het niet
alleen. Dat is meer een basis.
Dat beslissende moment. Je
traint uren. Net als in de mu
ziek. Je oefent uren, dagen. En
uiteindelijk komt het dan neer
op een uur per voorstelling. Of
die sprong, of die honderd me
ter. Wie houdt dat vol? Die
sleur. Op die momenten heb je
concentratie, zelfvertrouwen
en wat geluk nodig. Als er dat
niet is, ga je fouten maken"
Een paar voorbeelden. Faal
angst bij het nemen van straf
schoppen. „Je houdt je zo bezig
met het eventueel maken van
de fout, dat je die fout in je
motoriek opneemt. Er zit ook
een remming in. Net als een
kind die over een sloot wil
springen, maar niet goed
durft. Maar het toch wil om
geen gezichtsverlies te lijden."
Vallen bij het schaatsen. Pe
ter Blitz heeft het van nabiij
meegemaakt omdat hij diver
se topschaatsters onder zijn
hoede had. „Een apart geval.
Iedereen die schaatst, valt wel
eens. Het is en blijft tenslotte
glad op dat ijs. Als je valt, zeg
je, het had zo mooi kunnen
zijn. Ik maak dan een verschil
tussen de korte afstanden en
de lange afstanden. Op de 500,
1000 en 1500 meter is de snel
heid zo groot dat een valpartij
sneller voor komt. Op de lan
gere afstanden ligt dat anders.
Is een valpartij dan geforceerd
of echt. Om geen gezichtsver
lies te lijden. Je hebt dan niet
gefaald, maar je werd gecon
fronteerd met pure pech. Te
vergelijken met een gerouti
neerde baanrenner. Er zijn
foefjes zat om een lekke band
te krijgen."
Over naar een ander onder
werp. Agressie in de sport. Zo
wel in als buiten het veld. De
laatste maanden weer actueel.
Peter Blitz, de ontwikkelingen
nauwlettend in de gaten hou
dend, verklaart het als volgt:
„Iedere lichamelijke inspan
ning roept fysiologische span
ningen op. Het verhaal van de
adrenaline. Iemand die geë
motioneerd raakt, brengt ook
een reeks fysiologische veran
deringen op gang. Vluchten of
vechten. Ik bedoel daar mee
dat er altijd een belang in het
spel is. Dat dreigt geschaad te
worden. Je moet lichamelijk
actief worden. Logisch dat dit
dicht bij de sport ligt. Agressie
wordt gezien als iets ergs. Het
is een actiepatroon, voorberei
den op een actie. Je kunt bin
nen de geldende spelregels
heel agressief spelen. Je bent
ergens mee bezig. Dat wil je zo
goed mogelijk doen. Op het
speelveld word je keer op keer
gefrusteerd. Scheidsrechters,
schoppen, die zaken werken
heftige reacties in de hand. Ik
vind het over het algemeen erg
veel meevallen. In iedere sport
is agressie belangrijk. Je moet
keihard streven naar de hoog
ste plaats. Dan zie je ook goed
de verschillen tussen mannen
en vrouwen. Die verschillen
zijn veel groter dan alleen de
lichamelijke. Neem het scha
ken. De intelligentie bij vrou
wen is heus niet minder dan
bij mannen. Maar het niveau
van schaken bij mannen ligt
veel hoger. Door die agressie.
Het door willen gaan. Het blij -
ven studeren. Er wordt nu van
Boris Becker gezegd dat het
een krachtpatser is. Flauwe
kul. Okker was geen kracht
patser, maar niet slecht. Rod
Laver, absoluut geen kracht
patser, wel een vedette. Het
gaat altijd om techniek en
agressie."
Maar: „Het wordt wat an
ders als agressie gewelddadig
is. Agressie wordt dan instru
menteel. Je kunt er iets mee
bereiken. Het werkt agressief
gedrag in de hand. Trouwens,
onze cultuur is ook agressief.
Dat is dus wat anders dan ge
weld. Dan gebuik je het tegen
iemand anders. Ja, dat is heel
erg in de mode."
Het Heizeldrama. Peter
Blitz analyseert het koel.
„Daar is heel weinig tegen te
doen. We zitten al heel lang
met dat probleem. Nu is ieder
een plotseling wakker ge
schud. Alsof het iets nieuws is.
Maar twintig jaar geleden had
het ook kunnen gebeuren.
Morgen ook weer. Mensen ma
ken de fout dat het ergens
vandaan komt en dat je iets
kunt verzinnen om het tegen
te houden. Het is een cultuur,
sub-culturen ook. Het is erg
moeilijk na te gaan hoe een
cultuur tot stand komt. Als je
er wat tegen wilt doen, moet je
wat uitvinden om de cultuur
te veranderen. Dat is nog nooit
gelukt. Niemand kan zeggen
hoe, wanneer, en waarom dat
tot stand komt. Welke invloe
den er meespelen. Het is nu
eenmaal zo. Onze cultuur is
agressief. En men zoekt het zo
gemakkelijk in plausibele re
denen. Zo van, het zijn alle
maal werkloze jongeren. Dat
zijn fabeltjes. Onderzoeken
hebben uitgewezen dat er ook
mensen uit de hogere lagen
bijzitten. Het is de cultuur.
Sub-groepen, dat wel, maar
onderdeel van de cultuur. Kijk
eens naar de primitieve cultu
ren. Daarin is geen plaats voor
de sport. Daar is constant een
harde strijd voor het bestaan
gaande. En de mens is een pri
mitief dier dat vecht voor zijn
bestaan".
■ssenhuis
>at een alge-
mhuis met 261
ten verpleegtehuis
len. De identiteit
:hristelijk