boehen
Waarom zwarten zwarten doden in Zuid-Afrika
De oorlog is nog onder ons
Vee
op
jonc
Zuid-
week
in Po
De genoegens van Jane Bowles
WILLEM BRAKMANS WERELD EEN BAAIERD VAN PIJN
Nog steeds veel dichtbundels
HAZEU SCHREEF GOEDE ROMAN
i
Al te gewone
verhalen van
Willem van Toorn
Reggae
ROMANDEBUUT SIPHO SEPAMLA
Volkswoede
Dreigend
Hopeloos
donderdag
POWERF
SUNSPLA
Suske en W
üonder en blihm
\aiï xhietijicral.Mslte
Qodii ik al ui... Heel i
dppie Hapi
L/UIMUEHUMU 2/ JUIMI I903
Door Henk Egbers
In Zuid-Afrika valt het
de laatste tijd op, dat
zwarten zwarten moles
teren, omdat ze met de
witten verradelijk sa
mengewerkt zouden heb
ben. In de roman 'De on
dergang van Johnstown'
beschrijft de Zuidafri-
kaanse auteur Sipho Se-
pamla het proces van een
zwarte jongen, die in de
strijd tegen de blanken en
hun apartheid zijn vriend
verraadde. Hij doet dat
heel psychologisch. Bij de
vertaling van dit uit 1979
stammende boek schreef
Jan Kees van de Werk
een uitvoerige en verhel
derende beschouwing.
Dit jaar hebben we in Ne
derland veertig jaar bevrij-
ding herdacht. De helden en de
slachtoffers zijn daarbij voor
al uitgelicht. Wat nauwelijks
aan de orde kwam, was de
grauwe middenmoot van de
Nederlandse bevolking, die uit
lijfsbehoud zich koest hield,
laf glimlachte tegen de Duit
sers en achter hun niets ziende
ruggen een lange neus trok.
Een groot deel van de BS'ers
heeft bijvoorbeeld na de oor
log zijn eigen lafheid overbluft
met 'manmoedig' optreden te
gen NSB'ers en moffenmeiden.
Aan dit soort processen
moest ik denken bij dit boek.
Juda, de hoofdpersoon (met
een symbolisch bijbelse
naam), is waarschijnlijk een
representant van hetzelfde
grauwe deel binnen de zwarte
bevolking in Zuid-Afrika, dat
niet voor heldendom in de
wieg gelegd is. Zij wordt het
slachtoffer van de anonieme
volkswoede of - angst, waarin
het goed heldhaftig onderdui
ken is. Men is terecht woedend
en strijdbaar tegen onder
drukking, zolang geen per
soonlijke verantwoordelijk
heid gedragen hoeft te worden
en men kan opgaan in de ver
ontwaardigde massa.
Aan de basis van deze ge
schiedenis ligt het algemene
probleem: hoe ga je met je vij
and om? Moet je op hem schie
ten of met hem 'samenwer
ken', in de hoop hem tot ande
re gedachten te brengen (de
Nederlandse Volksuniege
dachte in de oorlog). Schiet je,
dan heet je in het ene deel van
de wereld 'held', in het andere
deel 'terrorist'; gok je ver
keerd in relatie met 'samen
werking' en overleg, dan word
je heel vaak een 'verrader'.
Het grondprobleem is daarbij
dikwijls: hoe reguleer je je
angst?
Juda's vader wordt gezien
als een 'blankenvriend'. In
dienst van de administrateur
probeert hij het 'mooi' te hou
den, zaken in den minne te
schikken. Zij die anders wil
len, zijn oproerkraaiers of
communisten. De anonieme
volkswoede lyncht hem. Die
houding heeft invloed op zoon
Juda. Hij is ook in verzet; met
zijn vriend Spiwo, die initia
tieven neemt. Een staking, het
ontvoeren van de administra
teur, het opblazen van auto's
zijn acties die Juda uiteinde
lijk brengen tot lafheid en
verraad. Sepamla schetst de
context, die duidelijk maakt
waarom Juda zo handelt. Een
belangrijke rol speelt daarbij
een maatschappelijk werkster,
Mandy, die tussen de partijen
in staat en waarop Juda - uit
eindelijk dodelijk - verliefd is.
De processen die zich hier (en
in veel derde-wereldlanden -
bv. Suriname) afspelen, zijn
door Sipho zo subtiel beschre
ven, dat je je enkel boos kunt
maken op Nederlandse politici
die met opgeheven vingers en
klompen aan hun voeten hier
even dodelijk hun gemakkelij
ke uitspraken doen
In een gesprek met Jan Kees
v.d. Werk zegt de auteur dat
hij doodziek wordt van het feit
dat blanke(n) (schrijvers)
spreekbuis proberen te zijn
van de zwarte onderdrukten.
Het wantrouwen is groot; ook
tegen de goede bedoelers. Si
pho: „Het raciale probleem in
Zuid-Afrika is geen Afrikaans
probleem, maar een Europees
probleem dat in Zuid-Afrika
gesitueerd is." Daar kunnen
we het voorlopig mee doen. Dit
Sipho Sepamla
boek zal je dit gevoel ook be
zorgen. Toch maar lezen.
SIPHO SEPAMLA: DE
ONDERGANG VAN JOHN
STOWN (Uitg. In de Knip-
scheer - Afrikaanse Biblio
theek, 34.50)
'Hondsellendig, angstig en vooral schuldig'
Door Hans Rooseboom
Willem Brakman is het
voorbeeld van een
'schrijvers schrijver'.
Hij wordt niet zozeer
door een breed lezerspu
bliek gewaardeerd
(Brakman is een uitge
sproken 'moeilijke'
auteur) alswel in hoge
achting gehouden door
zijn collega-roman
schrijvers, die in hem
hun meester erkennen.
Ook in een tweede opzicht
is Brakman een schrijvers
schrijver, namelijk door de
wijze waarop hij zijn bele
zenheid laat doorschemeren
in zijn eigen literaire pro
ductie.
Hij schreef al eens een ro
man onder de titel Het zwart
uit de mond van Madame Bo-
vary (verwijzend naar het
beroemde boek van Gustave
Flaubert) en zijn nieuwste
boek heet De bekentenis van
de heer K..
De afgekorte achternaam
K. in een boektitel kan alleen
maar wijzen naar Franz
Kafka, in wiens roman Het
Proces de hoofdpersoon
eveneens de naam K. draagt.
En er is natuurlijk de ver
wijzing van 'bekentenis'
naar 'proces'.
Het boek van Brakman
beschrijft de wereld als een
baaierd van onheil, leed,
tenis willen afdwingen.
Ook al is het hem niet dui
delijk wat hij moet beken
nen, hij is bereid alles te be
kennen. „Ach, ik wil toch zo
graag alles vertellen, want ik
voel me vaak hondsellendig,
angstig en vooral schuldig".
Schuldig voelt hij zich al
leen al door het loutere feit
dat hij dingen weet die
eigenlijk niet geweten mogen
worden: „Onschuld is ge
woon onwetendheid".
Veel liefde en warmte valt
de arme K. niet ten deel.
Wanneer de ouders van het
kind vermoeden dat het
blind aan het worden is ne
men ze het mee naar de dok
ter. De vader stelt het zoontje
gerust: „Nou gaat de dokter
je ogen bekijken, misschien
haalt hij ze wel uit je hoofd.
Hij kan ook zien of je blind
bent of gaat worden. Dan
leef je altijd in duisternis en
weet je nooit wanneer je een
klap krijgt en van wie".
vreemdheid en eenzaam
heid".
Dokters en ziekten spelen
een grote rol in het boek.
Niet alleen sterft een bedle
gerige oom een ellendige
dood, ook K. zelf maakt gru
welijke uren door in de zoge
naamde 'Zanderzaal', waar
volgens negentiende-eeuwse
principes zijn kromme rug
door middel van ijzeren sta
ven wordt rechtgebogen.
Willem Brakman .Een verwend lezer is een verwaarloosd lezer.
pijn, folteringen, verminkin
gen, ziekte, dood, oorlog,
angst en schuld. De hoofd
persoon, het jongetje K„ (als
het ware een jeugdige invul
ling van Kafka's verleden-
loze romanfiguur K.) wordt
door al deze gruwelijkheden
geobsedeerd en er constant
mee geconfronteerd. Hij
wordt achtervolgd door duis-
terlingen die hem een beken-
De dokter concludeert:
„Zielkundig hoort deze blik
bij een smartelijke stem
ming, een zowel hopeloos te
loorgaan als het ontbreken
van veel. Met het vallen der
duisternis hebben deze kin
deren het gevoel uit de we
reld te vallen, de toevoer die
bij hen over de ogen verloopt
valt uit en zij storten in het
niets, in een gruwelijke
De bekentenis van de heer
K. is een duister, moeilijk te
doorgronden boek, zwart en
dreigend, moeilijk door
dringbaar, geen uitgespro
ken pretje voor de lezer eer
lijk gezegd. Brakman doet
dat voor 's lezers bestwil,
blijkens het motto dat hij een
op stapel staande essay-bun
del heeft meegegeven: „Een
verwend lezer is een ver
waarloosd lezer".
Bovendien, zo zegt Brak
man in een recent interview,
zijn 'makkelijke' boeken niet
waarheidsgetrouw: „Wan
neer ik de wereld zie weer
spiegeld in werken waarin
de verstaanbaarheid voor
het opscheppen ligt, dan vind
ik dat een leugen, want zo is
die wereld niet".
Willem Brakman: De beken
tenis van de heer K. Roman.
Uitg. Em. Querido. Prijs
38,50, paperback 28,50
Door Henk Egbers
Binnen een te beperkte
groep wordt de herden
king '40-'45 momenteel
nog herdacht.
De ronkende taal over hel
den en lafaards, over slachtof
fers en verraders is weer uit
het zwart-wit denken van de
media verdwenen. Luisterend
naar de radio-foon-in van Ve
ronica (zowel door vraagstel
ling als het samenbrengen van
reacties een gevaarlijke vorm
van volksgericht) over de Ta
mils kan je de schrik om het
hart slaan. Die Mörder sind
unter uns! 'We' hebben niets
geleerd. De verdienste van de
roman, die Wim Hazeu schreef
met de allesbehalve duidelijke
titel 'Bandijk' probeert het
oorlogsverleden in werkelijke
relatie te houden met actuele
maatschappelijke processen.
Het 'oorlogsdenken' doorde
semt eigenlijk nog van alles en
nog wat; zo lijkt het wel. Ha
zeu brengt voor een roman
mogelijk wat (te) veel elemen
ten daaromtrent bij elkaar.
Een andere voorbemerking:
Hazeu heeft achter zijn naam
het jaartal 1940 staan. Hij
maakte dus de oorlog fysiek
mee, maar niet 'bewust'. Er
blijkt een typische 'generatie'
schrijvers te bestaan, die zich
onderscheidt van de zogeheten
tweede generatie. Het zijn de
genen die in de oorlog geboren
zijn en zich vragen stellen in
relatie met hun ontstaan in die
periode. Een typische betrok
kenheid. Toch voel je ook in
deze roman een emotionele
tweedeling: de oorlogsdelen
zijn typische verhalen (van
horen zeggen), terwijl de ac
tuele gebeurtenissen (bijvoor
beeld in relatie met milieude
fensie) geschreven zijn vanuit
persoonlijke ervaringen.
Situering. Een dorp aan de
rivier (buurt van Zaltbom-
mel). Hazeu is geen Herman de
Man of Coolen, maar is de he
dendaagse stedeling, die uitge
weken is naar de natuur. De
aanleiding is overigens 'sim
pel' een mislukt huwelijk.
'Den Schrijver' (zo noemt
iedereen hem; schrijvend voor
tv e.d.) stoot daar op een geslo
ten gemeenschap, die een oor
logsverleden verzwijgt. Ver
zwegen (niet verwerkte) ver
ledens breken op. Zo hier. Het
gaat daarbij om een land-
wachter die twee in het dorp
'gelande' piloten executeerde.
Iedereen weet wat, niemand
zegt iets. Den Schrijver, als
rechtgeaarde Hollander zoekt
naar de onderste steen. De
landwachter blijkt een 'eerza
me' arts, getrouwd met het
liefje van de Ortskomman-
dant. Wraak - als een soort
volksgericht - blijft dan niet
uit.
Maar er liggen andere ver
takkingen: de arts/landwach-
ter blijkt nu een bons te zijn in
het jachtwezen. Dat spoor
wordt ontdekt via een afge
schoten hert, dat op de eerste
pagina van het boek ligt. Ha
zeu ontwikkelt in deze roman
indrukmakende gedachten
over de samenhang tussen het
bloedige jachtinstinct en oor
logshandelingen, de drang om
te vernietigen. Een andere lijn
loopt naar het vernietigen der
natuur door de Rijkswater
staat met zijn dijkophopingen.
Den Schrijver woont in een
dijkhuisje, dat uiteindelijk
verdwijnen moet; bomen wor
den gerooid etc. Hij aarzelt
niet om te spreken over de
'rijkslandwachters' van het
ministerie van Waterstaat nu.
Verder lukt het hem zijn
mislukte liefdesrelatie met de
(anonieme) 'vrouw uit de stad'
aan bovengenoemde gegevens
te knopen. Het dictaat dat van
relaties uit kan gaan wordt
duidelijk en onduidelijk be
schreven. En passant veegt
Hazeu, waarschijnlijk vanuit
een frustratie, ook nog even de
vloer aan met de psycho-the-
rapie, die als hij zelf nota bene
bezig is patronen van verzwe
gen verledens te doorbreken.
Den Schrijver maakt nogal
wat stukken! En hij weet geen
raad met pissebedden, torren
en spinnen die zijn dijkhuisje
overwoekeren. Doodtrappen...
als een landwachter?
Met wat scheutjes Fassbin-
der, Spinoza en Kafka heeft
Wim Hazeu bovengenoemde
overdadige ingrediënten toch -
hoe gek het misschien klinkt
na deze kritiek - tot een roman
gemaakt die het lezen waard
is. Deze opmerking is niet be
doeld als pleister op de wond.
WIM HAZEU: BANDIJK
(uitg. Nijgh Van Ditmar -
24,90).
Door Henk Egbers
Het vertellen door Willem van
Toorn is gecompliceerd door
zijn ongecompliceerdheid. Zijn
verhalen hebben iets van goed
geschreven schoolj ongensaeh
tige 'opstellen', terwijl je tege,
lijk voelt dat de 'meester' ver.
halen van dit kaliber nooit on
der zijn ogen krijgt. Bij Van
Toorn bedriegt de schijn. Te.
gelijk hebben zijn verhalen,
als je hem vaker gelezen hebt,
iets van een voorspelbaarheid;
van het leven dat 'niets nieuv,;
onder de zon' brengt. Een
vorm van realisme, mogelijk,
die niet realistischer kan
Maar dan wel binnen de gren-
zen van een tamelijk burger
lijk denkpatroon, ook al is de
schijn anders.
Het titelverhaal is het beste
verhaal; met name literair ge-
zien. 'Omtrent Kapelaan'
wat is dat nou? Waarom de
eigennaam 'kapelaan'? Komt
waarschijnlijk niet voor in
Nederlandse namelogie. Een
kapelaan is een soortnaam uit
het verleden (tegenwoordig
heten zij pastor). In dit ver
haal is hij een min of meer ge-
droste leraar, die zijn eigen
gang probeert te gaan en dan
in conflict komt met het bur
gerlijke onderwijssysteem
Drank, vrouwen en fiets
tochten brengen geen uit-
komst. Er gebeuren, via zijn
inzicht met leerlingen
school, dingen die niet kunnen.
En met vrouwen (om onbegrij-
pelijke redenen op hem val
lend) loopt hij ook niet in het
'passende gareel'. Een heel
vertederend verhaal,
cryptisch blijft omtrent de
naam 'kapelaan', maar wel via
een techniek van vertellen
spannend blijft. Het uitgangs
punt van een onderwijssys
teem, dat niet meer deugt is
mogelijk wat obligaat, de uit
werking is dat zeker niet.
Het tweede verhaal
'Nylons' en speelt weer in
Praag. De geschiedenis van
een vrouw, die als fraaie bal
lerina trouwde met een oudere
docent en niet alleen door
tijd, maar ook door politieke
verhoudingen tot een negatie!
levenssaldo komt, is braai
verklarend, maar zeker geen
nieuw zicht op dit thema; laat,
staan op zijn eigen verhalen
eerder. Ook 'oorlogsverhalen'
als 'Eters' en 'Tachtig meter'
mogen een bepaald soort te
derheid hebben, écht roeren
doen ze niet. Het (al te) gewone
wordt bij Van Toorn te vaak
tot deugd verheven. Daardoor
worden zijn verhalen wat
flauw.
Willem van Toorn: Omtrent
Kapelaan en andere verhalen.
(Uitg. Querido-21,50).
Door Henk Egbers
Jane Bowles (1917-1973)
is een merkwaardige
vrouwelijke schrijfster,
wier roman 'Twee da
mes die het leven ern
stig nemen' vorig jaar in
een herziene Nederland
se vertaling opmerkelij
ke aandacht trok.
De verhalenbundel, die L.
Couthino nu bezorgde, 'heeft'
ook iets. De bundel begint
met het titelverhaal en het
kan zijn, dat je daarbij je
schouders ophaalt. Maar als
je dan de volgende zes ver
halen leest, kom je weer in
die eigenaardige, wat hallu
cinerende sfeer terecht die
ook die vorige uitgave ka
rakteriseerde.
In dat titelverhaal pres
teert Jane Bowles het om
met aardappels en drank iets
merkwaardigs te doen. Dat
zit meestal in perspectief-
verdraaiende gebeurtenissen
tussen mensen. Bowles be
drijft psychologie zonder de
psycholoog uit te hangen. In
een verhaal als 'Vakantie
park De Waterval' bespeelt
zij de relatie tussen enkele
zusters, die op een fatale ma
nier eindigt. De hang naar
zekerheid en avontuur, die
eenzelfde mens kan beheer
sen wordt hier, eigenlijk op
een hele eenvoudige manier
van vertellen, voelbaar ge
maakt. Fantasie en werke
lijkheid worden zo met el
kaar verweven, dat de wer
kelijkheid fantasie en de
fantasie werkelijkheid wor
den.
In een 'Kibbelend stel'
wordt bijvoorbeeld de ma
rionetachtige mens gemeten
aan de enghartige ruimte
van zijn hart, gevat in een
rationeel corset. Dan weer
vertoef je in een pension in
Guatemala, waar vrouwelij-
Jane Bowles .Halluci
nerende sfeer.
ke emoties in een tropisch
verhaal idyllisch onderuit
gehaald worden door een
schrijfster, die de ironie van
het leven ontwapenend weet
te hanteren.
JANE BOWLES: EENVOU
DIGE GENOEGENS (Uitg.
De Bezige Bij, 27,50)
Door Henk Egbers
Het dichten - wat daar
dan ook onder verstaan
kan worden - schijnt de
mens nog meer in het
bloed te zitten dan het
schrijven van romans.
Het schrijven van romans
lijkt dan ook onderhevig
aan een grotere discipli
ne.
Het aantal gedrukte gedich
ten is groter dan op de pers ge
legde romans. Toch krijgen
romans meer aandacht in de
krant. Zo af en toe voelen we
ons 'schuldig' en proberen we
u op de hoogte te houden van
het verschijnen van een aantal
bundels.
VLADISLAV CHODASE-
VITSJ: HET GLAS DAT
GEEN LEUGENS VER
DRAAGT (uitg. Bert Bakker -
15). 'Hij had van alles tegen',
zegt Karei van het Reve in een
nawoord over Chodasevitsj
(1886-1939). Hij hoorde bij geen
enkele stroming en hij was te
redelijk en te weinig flom-
boyant. De bundel in opdracht
van de gemeente Amsterdam
samengesteld, bevat gedichten
uit drie bundels van deze Rus
sische dichter; vertaald door
Marko Fondse. Op de linker
pagina is telkens de oorspron
kelijke Russische tekst afge
drukt (voor de meeste lezers
waarschijnlijk alleen van een
anecdotische charme). Verder
veel zwaarmoedigheid. „Kijk
ik naar buiten - 'k voel ver
achting/ Zie 'k in mijn bin
nenst - evenzeer./ 'k Roep, van
geen hemel goeds verwach
tend,/ De donders naar de aar
de neer"... Dat was in 1921 en
Rusland zat toen midden in
het revolutionaire élan...
PAAVO HAAVIKO: WIN
TERPALEIS EN ANDERE
GEDICHTEN (uitg. Kwadraat
- 17,90). Kennismaking met
een van de belangrijkste he
dendaagse Finse auteurs. Hij
wordt goed ingeleid door Lili
Ahonen. Haaviko probeert via
taal greep te krijgen op het
paradoxale van deze wereld.
Tracht hij enerzijds met taal
een nieuwe werkelijkheid te
scheppen, hij is tevens op zijn
hoede voor de dictatuur van de
taal. Het moet voor Caspar
Peek niet eenvoudig geweest
zijn deze gedichten, uit de pe
riode 1957-1979, te vertalen.
Boeiend beelend. Niet opwek-
kend. „Het beste aan de mens
is zijn korte duur,/ dat hij ver
dwijnt,/ languit, volledig.//
Hij is dood geweest sinds het
begin van de wereld,/ tot zijn
geboorte,/ waarom moet hij
dan ontwaken om taken te
volbrengen/ die eeuwig blij
ven bestaan".
ELBERT HAK: DE WILDE
ZWANEN en andere gedich
ten (uitg. Kruseman - 15).
Deze ambtenaar van de bur
gerlijke stand in Den Haag
probeert zijn dorre bestaan als
klerk al 20 jaar te overstijgen
met romantiek en ironie, om
gezet in dichterlijke regels. En
zoals een ambtenaar betaamt
kent hij de regels van het vak;
hetgeen lang niet altijd het ge
val is met zolderkamertjesleed
in verzen. Hak, vaak vertrek
kend vanuit blauwe meren,
stekelige rozen, sherry, avond
rood of het oneindig gefluister,
overstijgt deze traditionele
beelden toch met een bepaalde
diepzinnigheid. Historische
aanleidingen (met name uit
het land van Gorkum en
Dordt) inspireerden hem vaak.
Sympathiek goed en een stijl
waarvan je moet kunnen hou
den. „Het applaus striemt fel
in accoorden/ Toch valt het
doek voor mij/ niet dicht/
Want meer dan alle woorden/
bewaar ik haar/ oneindig moe
gezicht" (ter ere van Ida Was-
sermann).
SJOERD KUYPER: EEN
REISGENOOT (uitg. De Bezi
ge Bij - ƒ22.50). Een bundel,
die ver uitstijgt boven het ge
middelde van het fenomeen
dichtbundels. Als een vissers
kind staat Kuyper telkens aan
de rand tussen zand en water;
neemt sprongen, die scheuren
aan banden. Zijn gedichten
zijn een gevecht om een plaats
in de kosmos; niet mystiek,
maar eerder bedacht, ratio
neel en toch... Aan de rand van
sentimentaliteit hervinden
hersens zich, die grenzen door
breken (letterlijk) en toch geen
schuilplaats voor het gevoel
weten te vinden. Steunzoe
kend bij andere lotgenoten als
Schierbeek, Slauerhoff of Ca-
moes, reist Kuyper zijn eigen
gevoel achterna: „Poëzie! De
gore lakens/ van de eenzame./
Liefde? De maan./ Woorden?
De wolken"...
HANS VAN DE WAARSEN-
BURG: ACH, DE TIJD (uitg.
Meulenhoff - ƒ22,50). Deze
produktieve, uit Brabant
stammende dichter laat som
bere geluiden horen. Het ver
gankelijke, de ongrijpbaar
heid van de tijd is een geliefd
thema momenteel. Al te ge
makkelijk wordt dat afgezet -
zoals op de flap - tegen 'de ka
ter van de zestiger jaren',
want niet iedereen heeft die
kater; er zijn mensen die het
nu prima vinden èn bij ande
ren werkt het voorhoedege
vecht uit de zestiger jaren nu
(meestal in stilte) positief door.
Deze dichtbundel is wat huile
rig. Mooie beelden - dat wel -,
maar gedompeld in treurig
heid. „Dodemansgetouw/ In
de kamer// Het garen van de
tijd/ De spoel van het verle
den/ Schiet". De zee als oer
bron van alle leven inspireert
echter de dichter meer, maar
hij gaat er kopje in onder...?
„Ieder golfslag is een rimpel
van leven/ waar wind zich
naar richt,/ zo fröbelt de dood
landwaarts".
ROGER WASTIJN: DEN
KEN BIJ DAGLICHT (uitg.
Kofschip-Kring - 12,50).
Wastijn is niet optimistisch
over deze wereld; over macht
structuren, die leven en vrij
heid vernietigen. Gelukkig is
hij ook wat mild ironisch, zo
dat zijn manende vinger niet
irritant wordt. Technisch ver
staat hij zijn dichtvak, op het
schoolse af. Bovenal zijn het
eerlijke gedichten, die het cli
chématig denken net de baas
blijven, maar geen evenwicht
vonden tussen kunst en bood
schap. „Elke Sint is blank/ en
Pietjes die zijn zwart/ en op de
speelgoed-schrank/ wacht
menig part,/ voor d'ene veel,/
voor d'andre min,/ 't verschilt
volgens het kliënteel,/ 't ge
win,/ het land,/ de kleur:/ er
komt veel in de mand/ of en
kel wat getreur.// Wanneer
komt er applaus/ voor d'eerste
zwarte kroeshaar-paus?".
HELEN KNOPPER: FOTO'S
GEKNIPT VOOR DROMEN
(uitg. Bert Bakker - 15). Mooi
beeldende verzen in fraai ge
hanteerde taal. Maar dat is
méér dan een doekje voor het
bloeden. De herinneringen aan
de hand van foto's zijn door
gaans pijnlijk. Die wordt niet
opgeheven of gecamoufleert
door schoonheid, maar oprect!
tot ervaring gebracht. Foto'!
uit haar jeugd en de oorlog ge
ven een voor velen herken
baar tijdsbeeld. De dromen die
erop volgen accentueren en
verstoren de herinnering
„Achter het gaas/ van de tijd
ligt/ het eeuwige languit/ ver
zadigd - op glans naar/ waar
heid gerangschikt./ Ik haast
me maar speel/ het niet klaar
wat/ waar is te achterhalen./
Ik ben nog niet/ halverwege ol
dagdroom/ gewikt en gewo
gen/ verschiet voor mijn/ ogen
tot drogbeeld"...
MAARTEN DOORMAN
WEG, WEGEN (uitg. Bert
Bakker - 10). Doorman is een
goed kijker, die zijn indrukker.
vastlegt in ritmisch taalge
bruik. Een soort boekhouder
van omgevingen, zonder
diep in door te dringen. D
schijnbare pretentieloosheid
wordt soms omgezet in ratio
nele betogen, zoals in 'een klei
ne poëtica'. „De poëzie is stil/
gaan leven, denkt/ dat er staal
wat er niet staat./ Dat in de
spiegel van het blad,/ dat tus
sen de regels/ haast g
woord behoort te worden
schreven./ Die poëzie word!
steeds meer gewaar en
woon/ en gestaar op de vier
kante millimeter./ Lees maar
1 i-f: maar"
JANOS PILINSZKY: KBA
TER (uitg. Kwadraat - 17,90)
Erika Dedinsky (Nijhoffprij-
1980) heeft deze voornamelijk
latere gedichten van Pilinsk!
(1921-981) vertaald. Deze 'on-
hongaarse' Hongaarse dichter
werd internationaal bekend
Hij was te horen op de Poetp
International en Nederlands
tijdschriften publiceerden
gedichten. Arte povera en
tholicisme zijn twee invals
hoeken bij zijn veelzijdig'
oeuvre. Verder is het existen
tialisme, met als basis erfzon
de, dualisme en fascisme ee
voedingsbron voor zijn werl
Aan de basis daarvan ligffi
onder meer een gefrustreerd
rooms-katholieke opvoediP
en oorlogservaringen,
bed delen we/ niet het kusj
sen". Of: „De alchemie van
kindertijd/ voltrekt zich,
proeven lukken./ Men oi
de smetteloze poorten,/
sluizensysteem van de drooWj
Alles stolt tot stilte en nabij
heid".
DE AXELSE JC
tureel centrum
lijk in het teken
dernacht treden
een cabaretgroe
play.
Het evenemer
le jaren bestaa:
14.45 uur volgt i
groep Stuk uit Z
De Buitenban
het voorprogran!
15.15 uur aan de
Onwijs Gaaf, sa:
re te Clinge, voo:
Om 16.45 uur
podium, een al
voor kort werd
Tussen 17.30 e
van de Buitenb;
concerten van d<
matie T. Rib Am
Dit hele buite
doorgaat(overd
treden van Pow
Halle (aanvang
HET REGGAE
maica doet zone
aan.
Het festival bc
13.00 uur) en dui
den op Seven R
Toots The Ma
en Gregory Isaac
Toots The I
zestig en voorn
schouwd als de p
Drummer Sly
meren ook buitel
ren op elpees va
Dylan, Joan Ari
maicaanse tweet
ritme-sectie ter i
Gregory Isaac
braak gekend, n
als podium-artie
van de huidige r<
Kaarten koste
Brugge (Music IV
chen). Bestellen
land 09/32.3.237.9
JAZZ-CAFE Por
Havenfeesten eei
Sonora Paraman
Deze uit Surin
die 24 jaar gele
authentieke Latij
in deze muzieks
merengue, calyps
Tot het instrume
dat ook de typis
bongo, timbales, c
De concerten 1
zondag 30 juni orr
V'\