boehen Waarom zwarten zwarten doden in Zuid-Afrika De oorlog is nog onder ons Vee op jonc Zuid- week in Po De genoegens van Jane Bowles WILLEM BRAKMANS WERELD EEN BAAIERD VAN PIJN Nog steeds veel dichtbundels HAZEU SCHREEF GOEDE ROMAN i Al te gewone verhalen van Willem van Toorn Reggae ROMANDEBUUT SIPHO SEPAMLA Volkswoede Dreigend Hopeloos donderdag POWERF SUNSPLA Suske en W üonder en blihm \aiï xhietijicral.Mslte Qodii ik al ui... Heel i dppie Hapi L/UIMUEHUMU 2/ JUIMI I903 Door Henk Egbers In Zuid-Afrika valt het de laatste tijd op, dat zwarten zwarten moles teren, omdat ze met de witten verradelijk sa mengewerkt zouden heb ben. In de roman 'De on dergang van Johnstown' beschrijft de Zuidafri- kaanse auteur Sipho Se- pamla het proces van een zwarte jongen, die in de strijd tegen de blanken en hun apartheid zijn vriend verraadde. Hij doet dat heel psychologisch. Bij de vertaling van dit uit 1979 stammende boek schreef Jan Kees van de Werk een uitvoerige en verhel derende beschouwing. Dit jaar hebben we in Ne derland veertig jaar bevrij- ding herdacht. De helden en de slachtoffers zijn daarbij voor al uitgelicht. Wat nauwelijks aan de orde kwam, was de grauwe middenmoot van de Nederlandse bevolking, die uit lijfsbehoud zich koest hield, laf glimlachte tegen de Duit sers en achter hun niets ziende ruggen een lange neus trok. Een groot deel van de BS'ers heeft bijvoorbeeld na de oor log zijn eigen lafheid overbluft met 'manmoedig' optreden te gen NSB'ers en moffenmeiden. Aan dit soort processen moest ik denken bij dit boek. Juda, de hoofdpersoon (met een symbolisch bijbelse naam), is waarschijnlijk een representant van hetzelfde grauwe deel binnen de zwarte bevolking in Zuid-Afrika, dat niet voor heldendom in de wieg gelegd is. Zij wordt het slachtoffer van de anonieme volkswoede of - angst, waarin het goed heldhaftig onderdui ken is. Men is terecht woedend en strijdbaar tegen onder drukking, zolang geen per soonlijke verantwoordelijk heid gedragen hoeft te worden en men kan opgaan in de ver ontwaardigde massa. Aan de basis van deze ge schiedenis ligt het algemene probleem: hoe ga je met je vij and om? Moet je op hem schie ten of met hem 'samenwer ken', in de hoop hem tot ande re gedachten te brengen (de Nederlandse Volksuniege dachte in de oorlog). Schiet je, dan heet je in het ene deel van de wereld 'held', in het andere deel 'terrorist'; gok je ver keerd in relatie met 'samen werking' en overleg, dan word je heel vaak een 'verrader'. Het grondprobleem is daarbij dikwijls: hoe reguleer je je angst? Juda's vader wordt gezien als een 'blankenvriend'. In dienst van de administrateur probeert hij het 'mooi' te hou den, zaken in den minne te schikken. Zij die anders wil len, zijn oproerkraaiers of communisten. De anonieme volkswoede lyncht hem. Die houding heeft invloed op zoon Juda. Hij is ook in verzet; met zijn vriend Spiwo, die initia tieven neemt. Een staking, het ontvoeren van de administra teur, het opblazen van auto's zijn acties die Juda uiteinde lijk brengen tot lafheid en verraad. Sepamla schetst de context, die duidelijk maakt waarom Juda zo handelt. Een belangrijke rol speelt daarbij een maatschappelijk werkster, Mandy, die tussen de partijen in staat en waarop Juda - uit eindelijk dodelijk - verliefd is. De processen die zich hier (en in veel derde-wereldlanden - bv. Suriname) afspelen, zijn door Sipho zo subtiel beschre ven, dat je je enkel boos kunt maken op Nederlandse politici die met opgeheven vingers en klompen aan hun voeten hier even dodelijk hun gemakkelij ke uitspraken doen In een gesprek met Jan Kees v.d. Werk zegt de auteur dat hij doodziek wordt van het feit dat blanke(n) (schrijvers) spreekbuis proberen te zijn van de zwarte onderdrukten. Het wantrouwen is groot; ook tegen de goede bedoelers. Si pho: „Het raciale probleem in Zuid-Afrika is geen Afrikaans probleem, maar een Europees probleem dat in Zuid-Afrika gesitueerd is." Daar kunnen we het voorlopig mee doen. Dit Sipho Sepamla boek zal je dit gevoel ook be zorgen. Toch maar lezen. SIPHO SEPAMLA: DE ONDERGANG VAN JOHN STOWN (Uitg. In de Knip- scheer - Afrikaanse Biblio theek, 34.50) 'Hondsellendig, angstig en vooral schuldig' Door Hans Rooseboom Willem Brakman is het voorbeeld van een 'schrijvers schrijver'. Hij wordt niet zozeer door een breed lezerspu bliek gewaardeerd (Brakman is een uitge sproken 'moeilijke' auteur) alswel in hoge achting gehouden door zijn collega-roman schrijvers, die in hem hun meester erkennen. Ook in een tweede opzicht is Brakman een schrijvers schrijver, namelijk door de wijze waarop hij zijn bele zenheid laat doorschemeren in zijn eigen literaire pro ductie. Hij schreef al eens een ro man onder de titel Het zwart uit de mond van Madame Bo- vary (verwijzend naar het beroemde boek van Gustave Flaubert) en zijn nieuwste boek heet De bekentenis van de heer K.. De afgekorte achternaam K. in een boektitel kan alleen maar wijzen naar Franz Kafka, in wiens roman Het Proces de hoofdpersoon eveneens de naam K. draagt. En er is natuurlijk de ver wijzing van 'bekentenis' naar 'proces'. Het boek van Brakman beschrijft de wereld als een baaierd van onheil, leed, tenis willen afdwingen. Ook al is het hem niet dui delijk wat hij moet beken nen, hij is bereid alles te be kennen. „Ach, ik wil toch zo graag alles vertellen, want ik voel me vaak hondsellendig, angstig en vooral schuldig". Schuldig voelt hij zich al leen al door het loutere feit dat hij dingen weet die eigenlijk niet geweten mogen worden: „Onschuld is ge woon onwetendheid". Veel liefde en warmte valt de arme K. niet ten deel. Wanneer de ouders van het kind vermoeden dat het blind aan het worden is ne men ze het mee naar de dok ter. De vader stelt het zoontje gerust: „Nou gaat de dokter je ogen bekijken, misschien haalt hij ze wel uit je hoofd. Hij kan ook zien of je blind bent of gaat worden. Dan leef je altijd in duisternis en weet je nooit wanneer je een klap krijgt en van wie". vreemdheid en eenzaam heid". Dokters en ziekten spelen een grote rol in het boek. Niet alleen sterft een bedle gerige oom een ellendige dood, ook K. zelf maakt gru welijke uren door in de zoge naamde 'Zanderzaal', waar volgens negentiende-eeuwse principes zijn kromme rug door middel van ijzeren sta ven wordt rechtgebogen. Willem Brakman .Een verwend lezer is een verwaarloosd lezer. pijn, folteringen, verminkin gen, ziekte, dood, oorlog, angst en schuld. De hoofd persoon, het jongetje K„ (als het ware een jeugdige invul ling van Kafka's verleden- loze romanfiguur K.) wordt door al deze gruwelijkheden geobsedeerd en er constant mee geconfronteerd. Hij wordt achtervolgd door duis- terlingen die hem een beken- De dokter concludeert: „Zielkundig hoort deze blik bij een smartelijke stem ming, een zowel hopeloos te loorgaan als het ontbreken van veel. Met het vallen der duisternis hebben deze kin deren het gevoel uit de we reld te vallen, de toevoer die bij hen over de ogen verloopt valt uit en zij storten in het niets, in een gruwelijke De bekentenis van de heer K. is een duister, moeilijk te doorgronden boek, zwart en dreigend, moeilijk door dringbaar, geen uitgespro ken pretje voor de lezer eer lijk gezegd. Brakman doet dat voor 's lezers bestwil, blijkens het motto dat hij een op stapel staande essay-bun del heeft meegegeven: „Een verwend lezer is een ver waarloosd lezer". Bovendien, zo zegt Brak man in een recent interview, zijn 'makkelijke' boeken niet waarheidsgetrouw: „Wan neer ik de wereld zie weer spiegeld in werken waarin de verstaanbaarheid voor het opscheppen ligt, dan vind ik dat een leugen, want zo is die wereld niet". Willem Brakman: De beken tenis van de heer K. Roman. Uitg. Em. Querido. Prijs 38,50, paperback 28,50 Door Henk Egbers Binnen een te beperkte groep wordt de herden king '40-'45 momenteel nog herdacht. De ronkende taal over hel den en lafaards, over slachtof fers en verraders is weer uit het zwart-wit denken van de media verdwenen. Luisterend naar de radio-foon-in van Ve ronica (zowel door vraagstel ling als het samenbrengen van reacties een gevaarlijke vorm van volksgericht) over de Ta mils kan je de schrik om het hart slaan. Die Mörder sind unter uns! 'We' hebben niets geleerd. De verdienste van de roman, die Wim Hazeu schreef met de allesbehalve duidelijke titel 'Bandijk' probeert het oorlogsverleden in werkelijke relatie te houden met actuele maatschappelijke processen. Het 'oorlogsdenken' doorde semt eigenlijk nog van alles en nog wat; zo lijkt het wel. Ha zeu brengt voor een roman mogelijk wat (te) veel elemen ten daaromtrent bij elkaar. Een andere voorbemerking: Hazeu heeft achter zijn naam het jaartal 1940 staan. Hij maakte dus de oorlog fysiek mee, maar niet 'bewust'. Er blijkt een typische 'generatie' schrijvers te bestaan, die zich onderscheidt van de zogeheten tweede generatie. Het zijn de genen die in de oorlog geboren zijn en zich vragen stellen in relatie met hun ontstaan in die periode. Een typische betrok kenheid. Toch voel je ook in deze roman een emotionele tweedeling: de oorlogsdelen zijn typische verhalen (van horen zeggen), terwijl de ac tuele gebeurtenissen (bijvoor beeld in relatie met milieude fensie) geschreven zijn vanuit persoonlijke ervaringen. Situering. Een dorp aan de rivier (buurt van Zaltbom- mel). Hazeu is geen Herman de Man of Coolen, maar is de he dendaagse stedeling, die uitge weken is naar de natuur. De aanleiding is overigens 'sim pel' een mislukt huwelijk. 'Den Schrijver' (zo noemt iedereen hem; schrijvend voor tv e.d.) stoot daar op een geslo ten gemeenschap, die een oor logsverleden verzwijgt. Ver zwegen (niet verwerkte) ver ledens breken op. Zo hier. Het gaat daarbij om een land- wachter die twee in het dorp 'gelande' piloten executeerde. Iedereen weet wat, niemand zegt iets. Den Schrijver, als rechtgeaarde Hollander zoekt naar de onderste steen. De landwachter blijkt een 'eerza me' arts, getrouwd met het liefje van de Ortskomman- dant. Wraak - als een soort volksgericht - blijft dan niet uit. Maar er liggen andere ver takkingen: de arts/landwach- ter blijkt nu een bons te zijn in het jachtwezen. Dat spoor wordt ontdekt via een afge schoten hert, dat op de eerste pagina van het boek ligt. Ha zeu ontwikkelt in deze roman indrukmakende gedachten over de samenhang tussen het bloedige jachtinstinct en oor logshandelingen, de drang om te vernietigen. Een andere lijn loopt naar het vernietigen der natuur door de Rijkswater staat met zijn dijkophopingen. Den Schrijver woont in een dijkhuisje, dat uiteindelijk verdwijnen moet; bomen wor den gerooid etc. Hij aarzelt niet om te spreken over de 'rijkslandwachters' van het ministerie van Waterstaat nu. Verder lukt het hem zijn mislukte liefdesrelatie met de (anonieme) 'vrouw uit de stad' aan bovengenoemde gegevens te knopen. Het dictaat dat van relaties uit kan gaan wordt duidelijk en onduidelijk be schreven. En passant veegt Hazeu, waarschijnlijk vanuit een frustratie, ook nog even de vloer aan met de psycho-the- rapie, die als hij zelf nota bene bezig is patronen van verzwe gen verledens te doorbreken. Den Schrijver maakt nogal wat stukken! En hij weet geen raad met pissebedden, torren en spinnen die zijn dijkhuisje overwoekeren. Doodtrappen... als een landwachter? Met wat scheutjes Fassbin- der, Spinoza en Kafka heeft Wim Hazeu bovengenoemde overdadige ingrediënten toch - hoe gek het misschien klinkt na deze kritiek - tot een roman gemaakt die het lezen waard is. Deze opmerking is niet be doeld als pleister op de wond. WIM HAZEU: BANDIJK (uitg. Nijgh Van Ditmar - 24,90). Door Henk Egbers Het vertellen door Willem van Toorn is gecompliceerd door zijn ongecompliceerdheid. Zijn verhalen hebben iets van goed geschreven schoolj ongensaeh tige 'opstellen', terwijl je tege, lijk voelt dat de 'meester' ver. halen van dit kaliber nooit on der zijn ogen krijgt. Bij Van Toorn bedriegt de schijn. Te. gelijk hebben zijn verhalen, als je hem vaker gelezen hebt, iets van een voorspelbaarheid; van het leven dat 'niets nieuv,; onder de zon' brengt. Een vorm van realisme, mogelijk, die niet realistischer kan Maar dan wel binnen de gren- zen van een tamelijk burger lijk denkpatroon, ook al is de schijn anders. Het titelverhaal is het beste verhaal; met name literair ge- zien. 'Omtrent Kapelaan' wat is dat nou? Waarom de eigennaam 'kapelaan'? Komt waarschijnlijk niet voor in Nederlandse namelogie. Een kapelaan is een soortnaam uit het verleden (tegenwoordig heten zij pastor). In dit ver haal is hij een min of meer ge- droste leraar, die zijn eigen gang probeert te gaan en dan in conflict komt met het bur gerlijke onderwijssysteem Drank, vrouwen en fiets tochten brengen geen uit- komst. Er gebeuren, via zijn inzicht met leerlingen school, dingen die niet kunnen. En met vrouwen (om onbegrij- pelijke redenen op hem val lend) loopt hij ook niet in het 'passende gareel'. Een heel vertederend verhaal, cryptisch blijft omtrent de naam 'kapelaan', maar wel via een techniek van vertellen spannend blijft. Het uitgangs punt van een onderwijssys teem, dat niet meer deugt is mogelijk wat obligaat, de uit werking is dat zeker niet. Het tweede verhaal 'Nylons' en speelt weer in Praag. De geschiedenis van een vrouw, die als fraaie bal lerina trouwde met een oudere docent en niet alleen door tijd, maar ook door politieke verhoudingen tot een negatie! levenssaldo komt, is braai verklarend, maar zeker geen nieuw zicht op dit thema; laat, staan op zijn eigen verhalen eerder. Ook 'oorlogsverhalen' als 'Eters' en 'Tachtig meter' mogen een bepaald soort te derheid hebben, écht roeren doen ze niet. Het (al te) gewone wordt bij Van Toorn te vaak tot deugd verheven. Daardoor worden zijn verhalen wat flauw. Willem van Toorn: Omtrent Kapelaan en andere verhalen. (Uitg. Querido-21,50). Door Henk Egbers Jane Bowles (1917-1973) is een merkwaardige vrouwelijke schrijfster, wier roman 'Twee da mes die het leven ern stig nemen' vorig jaar in een herziene Nederland se vertaling opmerkelij ke aandacht trok. De verhalenbundel, die L. Couthino nu bezorgde, 'heeft' ook iets. De bundel begint met het titelverhaal en het kan zijn, dat je daarbij je schouders ophaalt. Maar als je dan de volgende zes ver halen leest, kom je weer in die eigenaardige, wat hallu cinerende sfeer terecht die ook die vorige uitgave ka rakteriseerde. In dat titelverhaal pres teert Jane Bowles het om met aardappels en drank iets merkwaardigs te doen. Dat zit meestal in perspectief- verdraaiende gebeurtenissen tussen mensen. Bowles be drijft psychologie zonder de psycholoog uit te hangen. In een verhaal als 'Vakantie park De Waterval' bespeelt zij de relatie tussen enkele zusters, die op een fatale ma nier eindigt. De hang naar zekerheid en avontuur, die eenzelfde mens kan beheer sen wordt hier, eigenlijk op een hele eenvoudige manier van vertellen, voelbaar ge maakt. Fantasie en werke lijkheid worden zo met el kaar verweven, dat de wer kelijkheid fantasie en de fantasie werkelijkheid wor den. In een 'Kibbelend stel' wordt bijvoorbeeld de ma rionetachtige mens gemeten aan de enghartige ruimte van zijn hart, gevat in een rationeel corset. Dan weer vertoef je in een pension in Guatemala, waar vrouwelij- Jane Bowles .Halluci nerende sfeer. ke emoties in een tropisch verhaal idyllisch onderuit gehaald worden door een schrijfster, die de ironie van het leven ontwapenend weet te hanteren. JANE BOWLES: EENVOU DIGE GENOEGENS (Uitg. De Bezige Bij, 27,50) Door Henk Egbers Het dichten - wat daar dan ook onder verstaan kan worden - schijnt de mens nog meer in het bloed te zitten dan het schrijven van romans. Het schrijven van romans lijkt dan ook onderhevig aan een grotere discipli ne. Het aantal gedrukte gedich ten is groter dan op de pers ge legde romans. Toch krijgen romans meer aandacht in de krant. Zo af en toe voelen we ons 'schuldig' en proberen we u op de hoogte te houden van het verschijnen van een aantal bundels. VLADISLAV CHODASE- VITSJ: HET GLAS DAT GEEN LEUGENS VER DRAAGT (uitg. Bert Bakker - 15). 'Hij had van alles tegen', zegt Karei van het Reve in een nawoord over Chodasevitsj (1886-1939). Hij hoorde bij geen enkele stroming en hij was te redelijk en te weinig flom- boyant. De bundel in opdracht van de gemeente Amsterdam samengesteld, bevat gedichten uit drie bundels van deze Rus sische dichter; vertaald door Marko Fondse. Op de linker pagina is telkens de oorspron kelijke Russische tekst afge drukt (voor de meeste lezers waarschijnlijk alleen van een anecdotische charme). Verder veel zwaarmoedigheid. „Kijk ik naar buiten - 'k voel ver achting/ Zie 'k in mijn bin nenst - evenzeer./ 'k Roep, van geen hemel goeds verwach tend,/ De donders naar de aar de neer"... Dat was in 1921 en Rusland zat toen midden in het revolutionaire élan... PAAVO HAAVIKO: WIN TERPALEIS EN ANDERE GEDICHTEN (uitg. Kwadraat - 17,90). Kennismaking met een van de belangrijkste he dendaagse Finse auteurs. Hij wordt goed ingeleid door Lili Ahonen. Haaviko probeert via taal greep te krijgen op het paradoxale van deze wereld. Tracht hij enerzijds met taal een nieuwe werkelijkheid te scheppen, hij is tevens op zijn hoede voor de dictatuur van de taal. Het moet voor Caspar Peek niet eenvoudig geweest zijn deze gedichten, uit de pe riode 1957-1979, te vertalen. Boeiend beelend. Niet opwek- kend. „Het beste aan de mens is zijn korte duur,/ dat hij ver dwijnt,/ languit, volledig.// Hij is dood geweest sinds het begin van de wereld,/ tot zijn geboorte,/ waarom moet hij dan ontwaken om taken te volbrengen/ die eeuwig blij ven bestaan". ELBERT HAK: DE WILDE ZWANEN en andere gedich ten (uitg. Kruseman - 15). Deze ambtenaar van de bur gerlijke stand in Den Haag probeert zijn dorre bestaan als klerk al 20 jaar te overstijgen met romantiek en ironie, om gezet in dichterlijke regels. En zoals een ambtenaar betaamt kent hij de regels van het vak; hetgeen lang niet altijd het ge val is met zolderkamertjesleed in verzen. Hak, vaak vertrek kend vanuit blauwe meren, stekelige rozen, sherry, avond rood of het oneindig gefluister, overstijgt deze traditionele beelden toch met een bepaalde diepzinnigheid. Historische aanleidingen (met name uit het land van Gorkum en Dordt) inspireerden hem vaak. Sympathiek goed en een stijl waarvan je moet kunnen hou den. „Het applaus striemt fel in accoorden/ Toch valt het doek voor mij/ niet dicht/ Want meer dan alle woorden/ bewaar ik haar/ oneindig moe gezicht" (ter ere van Ida Was- sermann). SJOERD KUYPER: EEN REISGENOOT (uitg. De Bezi ge Bij - ƒ22.50). Een bundel, die ver uitstijgt boven het ge middelde van het fenomeen dichtbundels. Als een vissers kind staat Kuyper telkens aan de rand tussen zand en water; neemt sprongen, die scheuren aan banden. Zijn gedichten zijn een gevecht om een plaats in de kosmos; niet mystiek, maar eerder bedacht, ratio neel en toch... Aan de rand van sentimentaliteit hervinden hersens zich, die grenzen door breken (letterlijk) en toch geen schuilplaats voor het gevoel weten te vinden. Steunzoe kend bij andere lotgenoten als Schierbeek, Slauerhoff of Ca- moes, reist Kuyper zijn eigen gevoel achterna: „Poëzie! De gore lakens/ van de eenzame./ Liefde? De maan./ Woorden? De wolken"... HANS VAN DE WAARSEN- BURG: ACH, DE TIJD (uitg. Meulenhoff - ƒ22,50). Deze produktieve, uit Brabant stammende dichter laat som bere geluiden horen. Het ver gankelijke, de ongrijpbaar heid van de tijd is een geliefd thema momenteel. Al te ge makkelijk wordt dat afgezet - zoals op de flap - tegen 'de ka ter van de zestiger jaren', want niet iedereen heeft die kater; er zijn mensen die het nu prima vinden èn bij ande ren werkt het voorhoedege vecht uit de zestiger jaren nu (meestal in stilte) positief door. Deze dichtbundel is wat huile rig. Mooie beelden - dat wel -, maar gedompeld in treurig heid. „Dodemansgetouw/ In de kamer// Het garen van de tijd/ De spoel van het verle den/ Schiet". De zee als oer bron van alle leven inspireert echter de dichter meer, maar hij gaat er kopje in onder...? „Ieder golfslag is een rimpel van leven/ waar wind zich naar richt,/ zo fröbelt de dood landwaarts". ROGER WASTIJN: DEN KEN BIJ DAGLICHT (uitg. Kofschip-Kring - 12,50). Wastijn is niet optimistisch over deze wereld; over macht structuren, die leven en vrij heid vernietigen. Gelukkig is hij ook wat mild ironisch, zo dat zijn manende vinger niet irritant wordt. Technisch ver staat hij zijn dichtvak, op het schoolse af. Bovenal zijn het eerlijke gedichten, die het cli chématig denken net de baas blijven, maar geen evenwicht vonden tussen kunst en bood schap. „Elke Sint is blank/ en Pietjes die zijn zwart/ en op de speelgoed-schrank/ wacht menig part,/ voor d'ene veel,/ voor d'andre min,/ 't verschilt volgens het kliënteel,/ 't ge win,/ het land,/ de kleur:/ er komt veel in de mand/ of en kel wat getreur.// Wanneer komt er applaus/ voor d'eerste zwarte kroeshaar-paus?". HELEN KNOPPER: FOTO'S GEKNIPT VOOR DROMEN (uitg. Bert Bakker - 15). Mooi beeldende verzen in fraai ge hanteerde taal. Maar dat is méér dan een doekje voor het bloeden. De herinneringen aan de hand van foto's zijn door gaans pijnlijk. Die wordt niet opgeheven of gecamoufleert door schoonheid, maar oprect! tot ervaring gebracht. Foto'! uit haar jeugd en de oorlog ge ven een voor velen herken baar tijdsbeeld. De dromen die erop volgen accentueren en verstoren de herinnering „Achter het gaas/ van de tijd ligt/ het eeuwige languit/ ver zadigd - op glans naar/ waar heid gerangschikt./ Ik haast me maar speel/ het niet klaar wat/ waar is te achterhalen./ Ik ben nog niet/ halverwege ol dagdroom/ gewikt en gewo gen/ verschiet voor mijn/ ogen tot drogbeeld"... MAARTEN DOORMAN WEG, WEGEN (uitg. Bert Bakker - 10). Doorman is een goed kijker, die zijn indrukker. vastlegt in ritmisch taalge bruik. Een soort boekhouder van omgevingen, zonder diep in door te dringen. D schijnbare pretentieloosheid wordt soms omgezet in ratio nele betogen, zoals in 'een klei ne poëtica'. „De poëzie is stil/ gaan leven, denkt/ dat er staal wat er niet staat./ Dat in de spiegel van het blad,/ dat tus sen de regels/ haast g woord behoort te worden schreven./ Die poëzie word! steeds meer gewaar en woon/ en gestaar op de vier kante millimeter./ Lees maar 1 i-f: maar" JANOS PILINSZKY: KBA TER (uitg. Kwadraat - 17,90) Erika Dedinsky (Nijhoffprij- 1980) heeft deze voornamelijk latere gedichten van Pilinsk! (1921-981) vertaald. Deze 'on- hongaarse' Hongaarse dichter werd internationaal bekend Hij was te horen op de Poetp International en Nederlands tijdschriften publiceerden gedichten. Arte povera en tholicisme zijn twee invals hoeken bij zijn veelzijdig' oeuvre. Verder is het existen tialisme, met als basis erfzon de, dualisme en fascisme ee voedingsbron voor zijn werl Aan de basis daarvan ligffi onder meer een gefrustreerd rooms-katholieke opvoediP en oorlogservaringen, bed delen we/ niet het kusj sen". Of: „De alchemie van kindertijd/ voltrekt zich, proeven lukken./ Men oi de smetteloze poorten,/ sluizensysteem van de drooWj Alles stolt tot stilte en nabij heid". DE AXELSE JC tureel centrum lijk in het teken dernacht treden een cabaretgroe play. Het evenemer le jaren bestaa: 14.45 uur volgt i groep Stuk uit Z De Buitenban het voorprogran! 15.15 uur aan de Onwijs Gaaf, sa: re te Clinge, voo: Om 16.45 uur podium, een al voor kort werd Tussen 17.30 e van de Buitenb; concerten van d< matie T. Rib Am Dit hele buite doorgaat(overd treden van Pow Halle (aanvang HET REGGAE maica doet zone aan. Het festival bc 13.00 uur) en dui den op Seven R Toots The Ma en Gregory Isaac Toots The I zestig en voorn schouwd als de p Drummer Sly meren ook buitel ren op elpees va Dylan, Joan Ari maicaanse tweet ritme-sectie ter i Gregory Isaac braak gekend, n als podium-artie van de huidige r< Kaarten koste Brugge (Music IV chen). Bestellen land 09/32.3.237.9 JAZZ-CAFE Por Havenfeesten eei Sonora Paraman Deze uit Surin die 24 jaar gele authentieke Latij in deze muzieks merengue, calyps Tot het instrume dat ook de typis bongo, timbales, c De concerten 1 zondag 30 juni orr V'\

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 18