WAT IS DA T; EEN MOOI LANDSCHAP
D e koeien hokken samen aan de
kant van de sloot. Ze staan met de
'kont' in wind. Koeien zijn dom,
maar hun instinct bedriegt ze nooit.
Nog even en het zal weer regenen
dat het giet. Ginds probeert een
boer tussen de buien door zijn hooi
binnen te halen. Donkere, bijna
zwarte wolken pakken samen boven
de Lange Jan van Middelburg. Zo
zou Ruysdael Walcheren hebben
geschilderd. Walcheren is door
Staatsbosbeheer uitgekozen voor
een persexcursie om de
deelnemende journalisten te tonen
hoe het landschap om ons heen in
de loop der eeuwen is veranderd.
En nog steeds verandert.
D<
H et beest zou ki'
aanvallen. Hij lust
veevoer. De zwarte
schrik van de midd
wandelt weer rond
De zwarte rat is eer
moeilijk te vatten is
rattenbestrijders on
zijn.
ZATERDAG 22 JUNI 1985
Hunebedbouwer
ZATERDAG
Groot pretpark
Publiciteit
E
K
Vertrouwd beeld
Ruilverkaveling
Fabriekspijp
Compromissen
Door Jan van Zuilen
Foto's Dick de Boer
Al zolang er mensen op aarde zijn,
proberen ze de natuur, en dus het
landschap naar hun hand te zetten.
Daardoor is vrijwel al het natuurlijk
landschap geleidelijk veranderd in
een cultuur-landschap. Daarin zijn
nog wel natuurlijke elementen terug
te vinden, maar zijn uiterlijke vorm
heeft het cultuur-landschap gekre
gen door menselijke handelingen.
Nu zal het de hunebedbouwer van
weleer een rotzorg zijn geweest dat hij
bezig was het landschap te 'vormen'.
Hem stond maar één ding voor ogen:
Eten Tegenwoordig willen we wat
bewuster met onze 'leefomgeving' om
gaan. Even in het midden gelaten de
vraag of we dat goed doen en of het
landschap er mooier op wordt. Over
smaak valt toch al niet te twisten. Hoe-
Soms is dat heel duidelijk. Niemand
zal de Flevopolders een natuurlijk land
schap willen noemen. Op andere plaat
sen is de invloed van menselijk ingrijpen
in het landschap wat meer versluierd.
Een heideveld of een zandverstuiving
zijn voor ons gevoel wel iets natuurlijks.
We vinden dat landschap zo prachtig en
uniek, dat we er natuurreservaten van
maken. Maar wie realiseert zich nu nog
dat heidevelden en zandverstuivingen
Flevopolders van eeuwen terug zijn. Om
dezelfde reden, waarom wij nu het IJssel-
meer droogmalen, hebben onze voorou
ders in het verre verleden op het vaste
land het oerbos - dat was wel puur na
tuur - gekapt; ze hadden landbouwgrond
nodig. Door die ontbossing onstond de
heide. Heidevelden op hun beurt, veran
derden in zandverstuivingen, omdat de
boeren er teveel schapen lieten grazen en
de hei afplagden voor bemesting van hun
land. Zo natuurüjk zijn heidevelden en
zandverstuivingen dus helemaal niet.
'e Italiaans
zou in 1949 kaï
Mengele per or
gearresteerd m<
weken „met we
verontschuldigi
vrijgelaten. Ze 1
welke vis zij in
staat in het ver!
mijn vader" var
Rolf, dat deze v
Westduitse wee
wordt gepublict
De 41-jarige a
het blad docum
aantekeningen c
waaruit kon woi
gereconstrueerd
afgelopen vier d
doorgebracht.
MUENCHE
40 jaar durt
len van „De
het concen
was - volger
gemakkelijk
omstandighe
Mengele in
zo erbarme
zocht achter
komen de b
man op wie
prijs ter were
Rembrandt vond
windmolens maar
t
zijn tekentafel staat om een plan te ma
ken, met veel belangen rekeningen hou
den, tegenstrijdige belangen. Ons platte
land is allang niet meer het exclusieve
domein van de boerenbevolking. Stads
mensen hebben 'den buiten' geannexeerd
voor een deel van hun vrijetijdsbeste
ding. Ze willen er recreëren, genieten van
de natuur, maarze moeten er wel met
de auto heen. Stadsbestuurders claimen
het platteland voor de bouw van nieuwe
wijken en de aanleg van industrieter
reinen. Kortom een landschapsarchitekt
heeft vele heren te dienen: de landbouw,
het toerisme, natuurbehoud, verkeer,
stadsuitbreiding. Het zijn allemaal deel
belangen, waarmee hij rekening heeft te
houden. Dat betekent onvermijdelijk
compromissen maken.
Het Veerse Meer is een voorbeeld van
zo'n compromis. Toen het Veerse Gat in
april 1961 als eerste zeearm in het kader
van de Deltawerken werd afgesloten,
stond men voor de vraag: Wat vangen,
we aan met het binnenmeer. Want dat er
wat moest gebeuren, was duidelijk. De
afsluiting van het Veerse Gat had name
lijk grote gevolgen voor het natuurlijk
milieu. De getijde-werking verdween.
Daardoor viel bijna de helft van het 4000
hectare groot meer droog. Het zoute wa
ter zou geleidelijk zoet gaan worden. De
beroepsvisserij (jarenlang een voorname
bron van inkomsten voor het stadje Vee-
re) verdween naar Colijnsplaat.
Globaal had men drie dingen kunnen
doen: Vanuit de Zeeuwse traditie zou het
niet eens zo gek zijn geweest om het hele
drooggevallen gedeelte een landbouw
kundige bestemming te geven. Per slot
van rekening was dat bij alle voorgaande
'veroveringen' op zee steeds gebeurd,
tien andere uiterste was geweest, het ge
bied aan zijn lot over te laten. Er zou dan
uiteindelijk één groot oerbos zijn ont
staan. Leuk voor natuurvorsers, maar
wel zo ondoordringbaar dat geen mens
er iets aan zou hebben gehad. Een derde
mogelijkheid was geweest de 'maatschap
pelijke krachten' de vrije hand te geven.
Het toerisme, we praten over het begin
van de jaren zestig, was snel in opkomst.
De kans zou heel groot zijn geweest dat
het Veerse Meer, onder druk van het toe
ristisch belang, dan één groot pretpark
zou zijn geworden, a la de Belgische kust.
Uiteindelijk is het van alles een beetje
geworden. Van de 2000 hectare droogge-
Een voorbeeld van een beeldbepalend element in het landschap: een vlietberg op het
van Walcheren'. De bult moet eeuwen oud zijn. In vergane tijden, toen bij springtijd
stormvloed het land nog onder water kwam te staan, bood deze vlietberg de eilanders een
lig maar onbeschut heenkomen. Er moeten veel meer van deze vlietbergen zijn geweest. M
zijn er nog zeventien over, de rest is afgegraven. De overgebleven vlietbergen zijn, uiteraad
beschermde landschapsmonumenten. In de verte is ook nog de Lange Jan van Middelburg
Rolf Mengelt
1979 weet van
Hij zweeg daaro
bliciteitsgolf die
men en wilde da
blootstellen die
pen. „Nu is de d
Ik heb mijn vadt
wilde hem ook ni
p -
Tot dusver hebben we het over zicht
bare, tastbare dingen. Daarnaast wordt
een landschap ook gevoelsmatig ervaren.
Het landschap vertelt hoe de mensen er
wonen, werken en leven. Het laat ook
iets zien van vroeger. Je zou dit cultuur
historische kenmerken kunnen noemen.
Vaak bijvoorbeeld, is een landschap een
afspiegeling van sociale verhoudingen.
Neem nu maar eens Oost-Groningen,
een landstreek met lommerrijke, in ver
val aan het raken hereboerderijen en
kleine, maar opgeknapte arbeiderswo
ninkjes. Een toevallige voorbijganger
kijkt zijn ogen uit en denkt bij zichzelf:
„Goh, eigenlijk best wel mooi hier".
Voor de autochtone bevolking herinnert
ditzelfde landschap aan, gelukkig achter
haalde, wanverhoudingen tussen boeren
en landarbeiders.
Een overzichtsfoto vanaf de hoge, smalle
duinen bij Dishoek. Hierop is duidelijk te
zien hoe de kuststrook in elkaar steekt:
een smal bosrandje, dan de camping en
meteen daarachter liggen de boerderijen.
Staatsbosbeheer wil in het kader van de
ruilverkaveling de toeristische zone uitbrei
den, ondermeer door de aanleg van bos.
Bij de inrichting van het veerse Meer is
er voor gezorgd dat het open karakter van
de vroegere zeearm behouden is gebleven.
Deze foto is genomen vanaf de Veersegat-
dam. Op zomerse dagen liggen de mensen
hier zij-aan-zij op het strand. Op het water
is het dan één bont spek takel van surfzei-
len.
vallen zeebodem, is 1300 hectare toege
wezen aan de landbouw. Hier is nu een
soort miniatuur-Flevopolder ontstaan.
De overige 700 hectare zijn bestemd voor
natuur en recreatie. Voor alle duidelijk
heid: Deze 1300-700 verdeling is ge
maakt in de jaren zestig. Nu zou die ver
houding ongetwijfeld nadeliger uitvallen
voor de landbouw. Bij de verdeling tus
sen natuur en recreatie is destijds geko
zen voor een geleidelijk overgang van de
ene functie naar de andere. Intensieve
verblijfsrecreatie treffen we aan in het
meest oostelijk en meeste westelijk deel.
Daar üggen de jachthavens, daar zijn
campings aangelegd en bungalowparken
gebouwd. Meer naar het midden toe lig
gen de terreinen voor dagjesmensen. Dit
gebied büjkt ook heel goed geschikt voor
een vorm van watersport, die in de jaren
zestig nog onbekend was: windsurfen.
Nog verder naar het midden begint het
natuurgebied. De zogenaamde Middel
platen - dat zijn droogevallen eilandjes -
zijn nu natuurreservaten. Er broeden
grote kolonies weidevogels. Op de oevers
grazen wilde paarden, schapen en
koeien. Voor recreanten is dit gebied ta
boe. Het bos, dat het natuurgebied be
schermt tegen de invloeden van recreatie
en landbouw, heeft veel last van iepziek
te. Een probleem waar Staatsbosbeheer
nauwelijks raad mee weet. Het wachten
is op een landelijk bestrijdingsplan, want
overal in Nederland komt iepziekte voor.
Feit is wel dat de iep bij uitstek een
boom is voor het Zeeuws Landschap om
dat ze zo goed bestand is tegen de immer
aanwezige zilte zeelucht.
Thans zullen in het kader van een ruil
verkaveling, die vrijwel het gehele eiland
Walcheren omvat, opnieuw keuzes moe
ten worden gemaakt. Ruilverkaveling is
om tweeërlei reden dringend gewenst. De
landbouw schreeuwt om een oplossing
voor de kleinschaligheid van het boeren
bedrijf. De gemiddelde bedrijfsopper-
vlakte op Walcheren is zestien hectare.
Vooral voor Zeeuwse begrippen is dat
veel te weinig. Bovendien is het grondbe
zit erg versnipperd. De ontwatering kan
beter.
Haaks daarop staan de belangen van
de toeristische sector. De recreatieboeren
willen hun campings uitbreiden. Boven
dien moeten er meer zogeheten 'slecht
weer-voorzieningen' komen. Strandgas-
ten moeten ook bij regen wat te doen
hebben.
In het herinrichtingsplan, dat Staats
bosbeheer voor Walcheren heeft ge
maakt, wordt daarom gepleit voor uit
breiding van het bosgebied langs de kust
strook, naar het voorbeeld van het Veer
se Bos. De boerderijen in de zones die
Staatsbosbeheer een recreatieve bestem
ming heeft toebedacht, moeten worden
overgeplaatst naar het midden van het
eiland, de open vlakte die bekend is als
het 'Platte van Walcheren'. Probleem
hierbij is weer dat dit 'Platte van Walche
ren' nu juist zo'n bijzonder landschap is.
Staatsbosbeheer wil dat daarom graag
zoveel mogelijk in stand houden. Het
filan is nu zover in procedure dat de be-
anghebbenden er hun zegje over mogen
doen. Dat wil zeggen druk uitoefenen op
de politici. Die moeten uiteindelijk de
knopen doorhakken.
Boeren kunnen goed lobby-en, dat is
bekend, maar vlak de recreatiebazen ook
niet uit. Per slot van rekening is het toe
risme in Zeeland een uitermate winstge
vend bedrijf. Dat er nog bressen worden
geschoten in het 'al-van-alles-een-beetje-
plan' van de landschapsarchitekt, lijkt
derhalve onafwendbaar. Bij Staatsbosbe
heer zeggen ze niet voor niets: Een land
schapsarchitekt moet eerst een cursus
'frustratie-bestendigheid' volgen.
Rolf Menge
gen in 1977 in
voor het laatst
dat de geheime
na de oorlog
mogelijk maak
uitgestoken vo>
Amerikaanse ii
nooit betrokki
vlucht en schui
senheim, in Be
oorlog vier jaai
en verbaasde zi
zo vaak de ham
Rolf Mengel
de Tweede Wei
reerde Duitse k
Hans-Ulrich Ri
Zuidamerikaan
oorlogsheld Ru
se president j
dienst weigeren
zou zijn gewees
gerschap van Pa
De familie in
Rolf Mengele a
Mengele zich bi
leden vader Kt
Argentinië. Pro
van het familie!
ontelbare malen
lie en niet de l
hebben gestuur
van 300 a 500 M
Een vennetje in een weiland. Het lijkt zo
natuurlijk, maar toch is ook dit ontstaan
door menselijk handelen. In dit geval door
zoutwinning. Het veen werd afgegraven,
gedroogd en verbrand. Het zou bleef over.
wel vandaag de dag zal iedere Neder
lander een windmolen een mooi ding
vinden. Maar is dat altijd zo geweest
Nee. Toen in het jaar zestienhonderd-zo-
veel ene meneer Leeghwater ringvaarten
liet graven en windmolens bouwen om
Purmer- en Beemstermeer droog te ma
len, protesteerde Rembrandt. Die wind
molens waren landschaps-ontsierend,
schijnt onze vermaarde kunstschilder te
hebben gezegd.
Feit is dat tegenwoordig geen boom
meer kan worden geplant zonder tussen
komst van een iandschapsarchitekt.
Landschapsbouw heet dit specialisme.
Het is één van de taken van Staatsbosbe
heer.
Landschap; Wat is dat Welke ele
menten bepalen het karakter van een
landschap. Er is in elk geval meer voor
nodig dan een boom en een struik. De si
tuering van een boerderij, de ligging van
een weg, de loop van een sloot, de con
touren van een dorp of stad aan de hori
zon, zelfs het silhouet van een fabrieks
pijp, zijn evenzoveel andere elementen
die een landschap vorm geven.
Maar toch, het hoort erbij. Want het is
vertrouwd beeld. Gewenning speelt bij
het landschap een belangrijke rol. Men
sen zijn al gauw geneigd veranderingen
in een landschap als negatief te ervaren.
Ze zien het als een inbreuk op een ver
trouwde omgeving. Na verloop van tijd
echter, gaat het 'nieuwe' er vanzelf bij
horen. Zo is het gegaan met windmolens,
zo is het gegaan met een turfvaartje. Hoe
lang zal het nog duren voor de koeltorens
van een kerncentrale worden gekoesterd
als een beeldbepalend element in het
landschap
Darom, het gaat bij een landschap niet
eens zo zeer om de vraag of iets mooi is,
maar of het past in het geheel. Daar zal
de landschapsarchitekt ook op letten. Hij
probeert, als hij een landschapsplan
maakt, de karakterestieke eigenschappen
te behouden. Dat is bijvoorbeeld aardig
gelukt bij het Veerse Meer. Bewust is bij
de bosaanplant op de oevers, rekening
gehouden met de wijdheid, die het voor
malige Veerse Gat kenmerkte. De vissers
van vroeger, konden, als ze op het water
waren, in de verte hun thuishaven Veere
altijd zien liggen. En dat is nu nog zo.
Waar je ook bent op het Veerse Meer, al
tijd zie je in de verte de plompe Grote
Kerk en het ranke stadhuistorentje van
Veere.
Een landschap maken is een kwestie
van het sluiten van compromissen. De
landschapsarchitekt moet, als hij achter