Verbreding van de top is een uitstekende zaak'
BONDSCOACH BADMINTON MARTIJN VAN DOOREMALEN
Benelux
i
3
'Al<s bondscoach
moetj e
bezig zijn
kleintje intje
i hebt.
EX-INTERNATIONAL HOCKEY TOM VAN 'T HEK
1985
zaterdag
mei
Tevreden
Dood spoor
Resultaat
Full-time
Schade
Vriesekoop
Zes jaar
Onbekend
j en Selectie/OA IVS
DE STEM-S
T19
Ti uw initiatieven
Izijdige functie.
erzoek kan deel
procedure.
aard en inhoud
int u bellen met de
ekens,
ie wordt met
jni a.s. verwacht
meer, voorzitter
seweg 14,
ïnte
"is?
ik
XTEL - vraagt
m méér dan orders note-
werk en in toepassings
et technici èn inkopers te
i de voertaal: Duits komt
een deel van België is
erg welkom, al hoeft dat
/vel u nog geen 35 jaar
tandige vertrouwenspost
te hierboven geschetste,
iding is vereist, b.v. MTS
rciële scholing, of com-
technische praktijkerva-
naan, techniek is onmis-
itvoerige brief - waarom
kunnen zijn? - reageren
lijk via een oproep.
Door Jacques Eestermans
BREDA - Vorig weekeinde stootte Kampong
Klein Zwitserland keihard van de troon in de
hoofdklasse hockey heren, om die zelf te bestij
gen. Het betekende het einde van een onafge
broken Haagse reeks van acht landstitels.
Het kampioenschap van Kampong heeft
evenwel meer om het lijf dan een gedenkwaar
dige machtsovername. De titel van de Utrechtse
ploeg moet ook worden beschouwd als het eerste
tastbare resultaat van de wisseling van de
wacht, die langzaam maar zeker gestalte krijgt
n de top van het vaderlandse hockey bij de
mannen. Niet alleen op clubniveau. Ook in het
nationale team wordt steeds nadrukkelijker ge
tornd aan de heerschappij van de gevestigde or
de.
Het heren-hockey is er aan toe. De teleurstel
lende resultaten van de Oranje-ploeg tijdens de
Olympische Spelen van Los Angeles gaven im
mers onmiskenbaar aan, dat nieuwe impulsen
harde noodzaak zijn geworden om te voorkomen
dat Nederland de komende jaren zonder meer
zou afglijden naar het tweede plan.
Tom van 't Hek heeft de ontwikkelingen in
het afgelopen seizoen van nabij meegemaakt. De
26-jarige ex-international zette Kampong als
spelbepalende middenvelder op het spoor van de
landstitel en hield daarnaast vanaf de zijlijn de
gang van zaken rond het nationale team haar
scherp in het oog. Hij is blij met de wisseling
van de wacht op beide fronten, maar signaleert
tevens een aantal tekortkomingen in de begelei
ding van het vertegenwoordigende elftal.
„Ik stel tevreden vast dat het tijdperk Klein
Zwitserland nu verleden tijd is", zegt Tom van 't
Hek. „Dat doe ik met alle respect voor de gewel
dige prestatie van die ploeg. Naar mijn mening
zal het in de toekomst echter gelukkig niet meer
zo zijn, dat één club jarenlang de dienst uit
maakt. Ik voorzie een verbreding van de top
laag. Verenigingen als HGC en Bloemendaal ko
men ook al in snel tempo opzetten. Daar gaat,
denk ik, alleen maar een positieve werking van
uit. Zowel voor de competitie, als voor de toe
komst van het nationale team".
De student medicijnen doelt daarmee vooral
op het verdwijnen van de situatie, waarin de
Haagse club meestal leverancier was van drie
kwart van het potentieel van Oranje. „Meer dan
vroeger zullen voortaan ook andere clubs dan
Klein Zwitserland spelers leveren aan de natio
nale ploeg", vervolgt Tom van 't Hek. „Na Los
Angeles is die ontwikkeling al op gang gekomen.
Prima, want een aantal internationals zat daar
op een dood spoor. In het Olympisch team waren
er te veel, die de drang naar optimaal presteren
nog wel bezaten, maar de verwezenlijking niet
meer konden opbrengen".
De generatie die zich momenteel presenteert,
bezit naar de mening van Tom van 't Hek ge
noeg talent. Hij waarschuwt niettemin voor te
hooggespannen verwachtingen. „Talent is er
zat, maar het zou een grove fout zijn te veron
derstellen, dat de nieuwe lichting de draad van
voor de Olympische Spelen onmiddellijk kan
oppakken. De realiteit is dat Nederland nu min
der sterk is dan pakweg vier, vijf jaar terug. Die
kleine stap terug is ook geen ramp. Ik heb ge
merkt dat de bereidwilligheid van de huidige
selectie groot is. Er wordt echt hard gewerkt".
„De verantwoordelijke mensen mogen niet
schromen jonge spelers in te zetten. Het spreekt
echter voor zich, dat de zaken niet al te rigoreus
aangepakt kunnen worden. Zoals in elke tak
van sport is het ook in het hockey van belang te
streven naar een mixture van ervaring en aan
komend talent. De speelwijze dient daarop afge
stemd te worden. In onze beste jaren was het
predikaat voor elke wedstrijd: lekker aanvallen.
Voorlopig zal de nationale ploeg zich moeten
aanpassen aan andere landen, denk ik. Resul
taat-hockey is wenselijk om niet te ver achterop
te geraken. Ik pretendeer niet de wijsheid in
pacht te hebben, maar het lijkt me de enige ma
nier om de wereldkampioenschappen, die per
slot van rekening pas over veertien maanden
worden gehouden, met vertrouwen tegemoet te
kunnen zien".
Tom van 't Hek plaatst in dat kader wel
vraagtekens bij de omvang van de huidige se
lectie, die uit vijfentwintig spelers bestaat. In de
optiek van chef-coach Wim van Heumen past
een dergelijk aantal. Hij hanteert daarvoor het
argument, dat er anders mogelijk verschijnselen
van overbelasting aan de dag zullen komen. De
Kampong-speler ziet het anders: „Er lopen
meerdere spelers rond, die het nooit zullen ha
len. Ik merk bovendien dat die jongens de ene
keer een wedstrijdje spelen in het B-elftal en de
volgende keer weer in het A-team. Volgens mij
ben je beter uit om met de vijftien man, die het
in huis hebben om daadwerkelijk Oranje te
gaan bevolken, keihard aan de slag te gaan. Er
zijn genoeg onderdelen, waaraan gesleuteld zal
moeten worden de komende tijd. Roep ze boven
dien bij elkaar voor centrale trainingen. De boer
op gaan is prima, maar in een betrekkelijk rus
tige periode als deze liggen de prioriteiten an
ders. Zo zie ik dat ten minste
Tom van 't Hek, op deze archieffoto actief
als international in Pakistan: „Er zijn genoeg
onderdelen waaraan gesleuteld moet wor
den". - FOTO ANP
hoop
een Vriesekoop-offect
sen heeft veel gedaan voor
het Nederlands badminton.
Hij is nu bondscoach van
Denemarken, een van de
toplanden op badmintonge-
bied. Dat zegt genoeg over
zijn kwaliteiten. Door al die
toestanden zijn er een aantal
bezuinigingen ingevoerd.
Het accent lag de laatste pe
riode vooral op de organis-
datie en het financiële ge
deelte. Maar iedereen is in
die moeilijke periode ge
woon doorgegaan. Als de de
claraties niet betaald wer
den, werden ze maar niet
betaald. Iedereen bleef zich
inzetten".
Martij n van Dooremalen,
afkomstig uit het Brabantse
Gilze en jaren spelend voor
het weer naar de over
gangsklasse gepromoveerde
BCO uit Oosterhout, had
zich trouwens al eens eerder
bij de badmintonbond aan
gemeld als kandidaat voor
het bondscoachschap. De
bond was echter naarstig op
zoek naar een part-timer.
Financieel gezien wat aan
trekkelijker. Voor de bond
uiteraard. Na het vertrek
van Steen Sörensen was
Fred de Jong uit Boxtel be
reid de kar voor een half
jaartje te trekken. Het kost
te hem echter toch te veel
tijd, waarna Rob van Ban-
nau-Sijthoff als interim-
bondscoach aangesteld
Twee jaar geleden immers
stond de bond volop in het
middelpunt van de belang
stelling. Maar niet op een
manier die gewenst was.
Want met de bond ging het
destijds niet zo best. Het
fraaie badmintoncentrum in
Nieuwegein vroeg iets meer
financiële offers dan aan
vankelijk gepland was. Heel
wat vergaderingen, subsi
dies en het bewerken van
overheidsinstanties waren
nodig om de bond weer
enigszins in het goede spoor
te krijgen. „Op het topsport-
gebeuren heeft dat toch niet
zo'n grote invloed gehad",
kijkt Martijn van Doorema
len nog eens terug op die
voor de bond zwarte periode,
„de topclubs, Duinwijck, Ve-
lo en Arnhem hebben dat
goed opgevangen. Maar dat
er schade berokkend is, zal
duidelijk zijn. Het vertrek
van Steen Sörensen, toen
bondscoach, was een van de
vervelende kanten. Sören-
Door Romain van Damme
RAALTE - Martij n
van Dooremalen
treedt per 1 augus
tus officieel in dienst
als full-time bonds
coach bij de Neder
landse badminton
bond.
De momenteel in het
Overijsselse Kaalte wo
nende Brabander is
echter al sinds eind
april druk doende om
de veel omvattende
functie inhoud te geven.
Toen bereikte hij een ak
koord met de Nederlandse
badmintonbond die hem een
contract tot 1 september 1992
liet tekenen. „Als je 1 augus
tus begint", meent Martijn
van Dooremalen, „ben je te
laat. Dan moet er organisa
torisch al het een en andere
geregeld zijnvoor het nade
rende seizoen. Vandaar dat
ik het grootste deel van het
werk reeds op mijn schou
ders genomen heb".
Met het aanstellen van
Martijn van Dooremalen als
bondscoach lijkt de Neder
landse badmintonbond een
lange periode vol onrust af
gesloten te hebben.
Het uitgebreide taken
pakket voor ogen houdend,
is het niet meer dan logisch
dat Martijn van Dooremalen
in de afgelopen jaren heel
wat kennis vergaard heeft
over het spel met het
pluimpje. „Als zestienjarige
ben ik bij BCO begonnen.
Vanaf mijn achttiende
speelde ik in het eerste. Ik
heb in Oosterhout mijn eer
ste trainersopleiding ge
volgd. Nadat ik de academie
in Tilburg gedaan had, ben
ik verhuisd naar Raalte.
Daar heb ik de C-opleiding,
de hoogste, opgepakt. In
middels ben ik bezig met de
cursus coaching. Die hoop ik
over enkele maanden af te
ronden. Nou, dan heb ik het
zowat allemaal gehad. Dan
al bij voorbaat dat er ge
wonnen wordt. Het zou heel
wat gezonder zijn als het
aantal mensen dat van el
kaar kan winnen, groter
wordt. Maar inderdaad. In
de top moet er keihard ge
traind worden. Badminton
is een zware sport. Het eist
een grote vaardigheid, een
goede conditie, een groot re
actievermogen. In de toplan
den wordt er iedere dag ge
traind. Dat is nodig. Zeker
als je de wereldtop wil be
reiken. Eline Coene en Pelu-
pessy hebben wel plannen in
die richting."
'„Maar het probleem is dat
niemand ze de garantie kan
geven dat ze werkelijk de
absolute top bereiken. Bo
vendien wordt er in Neder
land vaak op twee gedach
ten gehinkt. Het maatschap
pelijk leven. Daarom vind ik
datje eerst maar eens op een
wat amateuristische wijze
moet proberen zover moge
lijk te komen. Daarna kun je
nog altijd eens bekijken of je
bijvoorbeeld een jaartje in
Denemarken aan de slag
gaat. Het zou voor de sport
trouwens wel goed zijn als
we in het Nederlands bad
minton een echte topper
krijgen. Want als wedstrijd
sport is het badminton in
derdaad niet zo bekend. Ik
hoop eigenlijk op een soort
Bettine Vriesekoop-effect in
het tafeltennis. Haar presta
ties hebben het tafeltennis
goed gedaan. Wellicht kan
Eline Coene die rol in het
badminton vervullen."
werd. Die wordt nu dus op
gevolgd door Martijn van
Dooremalen. „Toen er in
eerste instantie gezocht
werd naar een part-timer",
zegt de leraar lichamelijke
opvoeding, „heb ik ook ge
reageerd. Maar er toen wel
bij gezegd dat ik full-time
aan de slag wilde. Om het
goed te doen, is dat een eer
ste vereiste. Vanaf 1 augus
tus ben ik eindverantwoor
delijke voor de training, be
geleiding en coaching van
alle nationale selecties.
Daarnaast zit de scouting in
mijn pakket en krijg ik ook
wat te vertellen over de in
houd van de trainerscursus
sen. Genoeg werk voorhan
den".
Martijn van Doore
malen: „Als je het ni
veau omhoog wil bren
gen, moet je er voor zor
gen dat er goede trai
nerszijn".
- FRANK UYLENBROEK
wordt het een kwestie van
bijhouden. Symposia bezoe
ken, lezingen volgen. Dat
soort werk".
Martijn van Dooremalen
krijgt voorlopig zes jaar de
tijd om het badminton in
Nederland naar een hoger
plan te tillen. „Mijn voor
naamste taak is het presta
tieniveau omhoog brengen.
Anderhalf jaar geleden is
Nederland uit de Europese
A-poule gedegradeerd. Ne
derland moet weer terug in
die A-poule. Verder zal ik er
voor moeten zorgen dat er
voor het gehele topsportge-
beuren een goede organisa
tie neergezet wordt. En,
maar dan kijk ik een aantal
jaren vooruit, aansluiting
zien te krijgen met de Euro
pese toplanden. Denemar
ken, Engeland en ook Zwe
den. Het niveau van de bad-
miontontrainers moet om
hoog gebracht worden. Ja, er
schort wel wat aan de oplei
ding. Er zal meer diepgang
in de opleidingen gebracht
moeten worden, meer les
uren. Want als je het niveau
van het badminton omhoog
wil brengen, zul je er voor
moeten zorgen dat er goede
trainers zijn. Dat is logisch."
Badminton in Nederland.
De meeste mensen kennen
het spel. Het materiaal, twee
rackets en een (plastic)
De Nederlandse badmin
tonbond telt ongeveer
100.000 leden. De recreanten
inbegrepen. Jarenlang werd
het gezicht van het Neder
lands badminton bepaald
door de familie De Ridder en
Joke van Beusekom. Mo
menteel heerst de familie
Coene, op korte afstand ge
volgd door de pas negentien-
j arige Pelupessy„Een smal
le top", erkent Martijn van
Dooremalen, „we hebben nu
Lex en Eline Coene. En Pe
lupessy. Een groot talent.
Daarna valt er een gat. Ze
ker internationaal gezien. In
mijn ogen een ongezonde si
tuatie. Iedere twee jaar zou
er een topper bij moeten ko
men. Dan wordt de concur
rentie groter. Nu weet de top
pluimpje, maakt immers
steevast deel uit van de va
kantiebagage. Pa en ma met
kroost op het strand of een
stukje groen op de camping.
Proberen het pluimpje zo
lang mogelijk in de lucht te
houden. In de wedstrijdsport
gaat het er dus om het
pluimpje, niet van plastic, zo
snel mogelijk tegen de grond
te krijgen. Het liefst op het
veld van de tegenstander.
Badminton komt oorspron
kelijk uit India. Een aantal
officieren speelde in 1873 het
spel voor het eerst op het
Engelse landgoed Badmin
ton. Vanuit Engeland waai
de het over naar het Europe
se vasteland waar in de loop
der jaren vooral in de Scan
dinavische landen heel wat
13 bij 6 meter grote velden
zijn uitgezet.