B
ZATERDAG 18 ME11985
[7ATERDAG 18 ME1198
Inde ochtend van 29 mei 1945, deze maand dus precies
veertig jaar geleden, komen twee officieren van het
Militair Gezag kunstschilder Han van Meegeren
opheldering vragen over de verkoop van een schilderij
van Johannes Vermeer aan de Nazi-leider Hermann
Goering. In de papieren die hoorden hij het doek,
Christus en de overspelige vrouw', kwam de naam
Van Meegeren voor. De arrestatie van de Amsterdamse
schilder is het begin van een verhaal dat jarenlang de
internationale pers zal blijven bezighouden: het
verhaal van een van de opzienbarendste
kunstvervalsingen aller tijden.
1675)'
odemverv
Schrikken doen t
meer van. Hoogui
wat opschudding
blijkt dat de troe
grond zit, zo gift\
huizen die er c
moeten worden a
Maar voor we hel
konden worden
weer een n
milieuschanda
oppervlakte. Of
aan de oppervla
wat blijkt:
rivierbodems, en
we er nogal wat,
verontreinigd. Vo
het Haringvliet,
Diep en de Biesb
loop der jaren h
waterlopen m
kubieke meters
slib opgespaarc
gekregen van
Franse en Bei
industrie,
presenteerblaadjt
door het water v{
Rijn.
et gaat in het
Muziek voor een
gedeelte om het b\
luister aan zo^
authentieke, hi\
wetenschappelijJ
rde, gereconstruet
van muziek en
uitvoering, om del
van de oude mu:
welke zogenaam\
muziek van vc
eigenlijk niet ouc
er eigenlijk te vi\
muziekleven dc
voor wat beti
klassiekere\
nauwelijks inspii
uit het hec
ggfitlHB
Han van Meegeren, de wraak en de ijdelhei
Door Harry Janssen
Onmiddellijk na de ineenstor
ting van het Nazi-rijk wordt
in een Oostenrijkse zoutmijn
een schilderij van Johannes
Vermeer ontdekt uit de col
lectie die Hitiers steun en toe
verlaat Hermann Goering
bijeengeroofd heeft.
Het spoor leidt naar Nederland,
naar de Keizersgracht in Amsterdam.
Daar woont de kunstschilder Han
van Meegeren, die betrokken blijkt te
zijn geweest bij de transactie, waar
bij het schilderij in Nazi-handen
kwam. Van Meegeren wordt gearres
teerd op verdenking van collaboratie.
Maar dan komt hij met de bekentenis
dat niet Vermeer, maar hijzelf, Van
Meegeren, de schilder is van 'Christus
en de overspelige vrouw'.
Daar blijft het niet bij. Ook een in
1938 'ontdekte' Vermeer, 'De Em
maüsgangers', die met veel trompet
geschal is binnengehaald in het Rot
terdamse Museum Boymans en door
de toonaangevende vaderlandse
kunsthistorici als 'echt' is bewierookt,
is volgens de schilder een 'echte' Van
Meegeren. Zo zijn er nog meer aan de
Oudhollandse meesters Johannes
Vermeer en Pieter de Hooch toege
schreven doeken in omloop, die ver
vaardigd werden in het Zuidfranse
atelier van Han van Meegeren.
De vaderlandse kunstwereld staat
perplex. Ook in het buitenland wordt
de bekentenis met verbazing ontvan
gen. „Toen mij dit meesterwerk ge
toond werd had ik moeite mijn ont
roering te bedwingen. Compositie,
uitdrukking, kleur, alles verenigd tot
een geheel van de hoogste kunst, de
hoogste schoonheid", had dr. Abra
ham Bredius, de 'onfeilbare' paus on
der de vaderlandse kunsthistorici,
over het schilderij gezegd.
Dr. Dirk Hannema, directeur van
het Museum Boymans, had eraan toe
gevoegd: „Nobeler schepping heeft de
kunst misschien nimmer voortge
bracht." En de kunsthistoricus prof.
Van Thienen had gewag gemaakt van
'het belangrijkste kunsthistorische
evenement van de laatste jaren'. Er
wordt achter de hand heel wat afge-
lachen, nog voordat Han van Meege
ren zijn beweringen heeft waarge
maakt.
Er volgt een nauwgezet onderzoek
van de doeken - in totaal gaat het om
zes Vermeers en twee De Hoochs -
door kunstkenners, historici en che
mici. Om zijn gelijk te bewijzen biedt
Van Meegeren aan om onder toezicht
van justitie een 'nieuwe Vermeer' te
schilderen. Nog in 1945 voltooit hij in
twee maanden tijd 'Christus als jon
geling in de tempel'. Zes officiële ge
tuigen volgen zijn verrichtingen op
de voet. Hij gebruikt - zoals bij zijn
andere vervalsingen - oud zestiende
eeuws doek en werkt met de typische
Vermeer-kleuren die hij zelf bereidt.
'Valse' Vermeers en De Hoochs vor
men de ongebruikelijke aankleding
van de rechtszaal als in Amsterdam
op woensdag 29 oktober 1946 het pro
ces tegen Van Meegeren begint. Hij
staat terecht wegens 'oplichting met
behulp van listige kunstgrepen' en
het 'opzettelijk valselijk signeren van
kunstvoorwerpen'. Twintig getuigen
en deskundigen zijn door de arron
dissementsrechtbank opgeroepen. De
belangstelling voor het proces is
overweldigend. Het aantal plaatsen
in de rechtszaal voor verslaggevers is
verviervoudigd, de publieke tribune
zit stampvol.
„Het merkwaardige van de zaak-
Van Meegeren," zegt rechter-com-
missaris mr. Wiarda, „dat wij niet be
wijzen moeten verzamelen tegen een
'ontkennende' verdachte, doch moe
ten nagaan of een afgelegde bekente
nis juist is." In de polemieken die aan
het proces voorafgaan is Van Meege
ren een 'ordinaire bedrieger' ge
noemd, een 'talentloze imitator' en
een 'artistieke Tijl Uilenspiegel',
maar ook zijn er lieden die hem een
'ongekend genie' vinden.
In de villa van Van Meegeren bij
het Zuidfranse Nice - de omgeving
waar zijn vervalsingen tot stand
kwamen - wordt een witte porselei
nen kruik gevonden, enkele tinnen
borden en wijnglazen: exact de voor
werpen die op 'De Emmaüsgangers'
staan afgebeeld. Ook ligt er een pa
neel met voorstudies voor het schilde-
5= rij.
Han van Meegeren wordt op 18 ok
tober 1898 in Deventer geboren. Zijn
vader is leraar geschiedenis aan een
HBS. Hij moet niets hebben van de
artistieke aspiraties van zijn zoon en
verscheurt met enige regelmaat de
tekeningen die Han maakt. Hij laat
hem strafregels schrijven: „Ik kan
niets, ik ben niets, ik weet niets".
Vader Van Meegeren drukt door
dat Han in Delft bouwkunde gaat
studeren maar die studie mislukt.
Aan de Technische Hogeschool is hij
een tijdje assistent voor kunstge
schiedenis en tekenen. In 1913 wint
hij een gouden medaille voor een
aquarel, een kerkinterieur in zeven
tiende eeuwse trant. Van de restaura
teur Theo van Wijngaarden leert hij
de handgrepen van het restaureren
en imiteren.
In Haagse toonaangevende kringen
wordt hij een veelgevraagd portret
schilder, terwijl ook zijn 'vrije' werk
aftrek vindt. Maar het aanvankelijke
succes verkeert in een zekere vijan
digheid van de kant van de kritiek.
Als in 1932 hem het voorzitterschap
van het Haagse Schildersgenootschap
Pulchri wordt geweigerd, vertrekt hij
verbitterd naar Frankrijk. De moei
lijke jeugd die hij heeft gehad en de
steeds feller wordende aanvallen van
de kritiek bezorgen hem een minder
waardigheidscomplex. Hij lijdt aan
een niet-begrepen-worden.
Zelf zegt hij daarvan: „Dat voort
durend vechten tegen een minder
waardigheidscomplex kan al vroeg
leiden tot een prestatie waarover men
zich later verwondert. Zo'n minder
waardigheidscomplex is misschien
een van de beste geschenken die een
kunstenaar ontvangen kan. Er gaat
veel grotere drift mee gepaard dan
bijvoorbeeld een verliefdheid kan
veroorzaken."
In Roquebrune, aan de Franse Ri-
vièra, werkt hij aan zijn wraakoefe
ning op kritiek en kunstgeschiedenis.
Hij leeft er als een kluizenaar en nie
mand heeft toegang tot zijn atelier.
Daar experimenteert hij, daar ont
staat 'De Emmaüsgangers' dat moet
doorgaan voor een schilderij van Jo
hannes Vermeer van Delft (1632-
Als Van Meegeren na zijn arresta
tie in 1945 voor de keuze gesteld
wordt maakt hij zijn vervalsing be
kend, liever dan wegens collaboratie
Tweemaal 'Christus en de overspelige vrouw'. Het linker exemplaar is met 'Van Meegeren' gesigneerd, het rechter met 'Vermeer'.
Han van Meegeren (zelfportret). 'Het laatste avondmaal' van Han van Meegeren.
'Ik kan
ik ben niets,
ik weet niets'
te worden vervolgd. De vele historici
en kunsthistorici die zich jaren later
zetten aan de studie van het 'feno
meen' Van Meegeren zijn er vrijwel
allemaal van overtuigd dat hij vroeg
of laat de vervalsingen zou hebben
bekendgemaakt. Eerzucht zou hem
daartoe hebben gedwongen. Zijn val
se Vermeers had hij immers gemaakt
om zich te wreken op de kunstwereld.
„Ik wilde in een Nederlands museum
hangen," verklaarde hij ten tijde van
het proces, „nu dat is mij gelukt."
De maanden die aan het proces
voorafgaan zijn 'vette maanden' voor
Van Meegeren. De opdrachten stro
men toe en menigeen wil een 'echte'
Van Meegeren aan de wand. De prijs
die men voor zijn vaardig gepenseel
de doeken - zeker niet altijd ten on
rechte door de kritiek als 'te glad' en
'kitscherig' bestempeld - blijkt te wil
len betalen wordt vijfmaal zo hoog.
En - grillige speling van het lot - er
worden zelfs 'valse' of 'nagemaakte'
Van Meegerens op de markt ge
bracht.
Heel de kunstwereld leeft intussen
toe naar het proces dat op 29 oktober
1947 begint. Een maximale gevange
nisstraf van drie jaar hangt hem bo
ven het hoofd wegens oplichting 'ten
aanzien van verschillende door hem
vervaardigde schilderijen, die hij
valselijk heeft gesigneerd met de
naam Vermeer of Pieter de Hooch'.
Verder kan hij nog tot een gevangen-
sisstraf van twee jaar of een geldboe
te van ten hoogste 5000 worden ver
oordeeld wegens het 'opzettelijk een
werk van letterkunde, wetenschap,
kunst of nijverheid, waarbij of waar
in valselijk enige naam of enig teken
is geplaatst of vervalst, verkopen, te
koop aanbieden, afleveren, ten ver
koop in voorraad geven of binnen het
Rijk in Europa invoeren, als ware dit
werk van de hand van diegene, wiens
naam of teken daarop valselijk is
aangebracht'.
De ten laste-legging maakt al dui
delijk dat de internationale commis
sie van vijf experts, die maandenlang
in het laboratorium van het ministe
rie van Justitie een natuurwetensch
appelijk onderzoek hebben ingesteld,
nauwelijks twijfelden. Hun oordeel
was dat Van Meegeren in zijn opzet
was geslaagd: de vaderlandse kunst
wereld genadeloos te ontmaskeren en
op een uiterst pijnlijke wijze te tref
fen.
Op de vraag: „Erkent gij de fei
ten van rechtbankpresident mr. V.
G. A. Boll antwoordt de 57-jarige Van
Meegeren volmondig: „Ja, meneer de
President". Er worden in de rechts
zaal rapporten toegelicht, er worden
referaten met lichtbeelden gegeven.
Kunsthandelaren erkennen het aan
deel van Van Meegeren bij de ver
koop van alle doeken die in het ge
ding zijn. Getuigen en deskundigen
leggen verklaringen af.
Zo komt de kunsthistoricus prof.
Van Gelder aan het woord. Hij vertelt
de rechtbank begin 1942 om advies
gevraagd te zijn over enkele doeken
door belastingconsulenten. Zij waren
een belastingontduiking op het spoor
in verband met een collectie oude
meesters. Van Gelder verklaart deze
mensen te hebben laten blijken dat
hij Van Meegeren als de maker be
schouwde. Op grond van dezelfde in
tuïtie rees bij hem het vermoeden dat
Van Meegeren ook de maker zou zijn
van 'De Voetwassing'.
Van Meegeren, die tot dan toe alle
woordgeweld over zich heen heeft la
ten gaan, veert op: „Was dat ongeveer
tezelfdertijd Prof. Van Gelder: „Ja,
juist." Van Meegeren: „Dan maak ik
de rechtbank erop attent dat 'De
Voetwassing' toen nog niet eens be
stond.
Een belangrijke vraag blijft hoe het
Van Meegeren gelukt is zes 'niet be
staande' Vermeers en twee De Hoochs
voor imposante bedragen aan de man
te brengen. Allereerst werd de kunst
wereld in actie geroepen omdat er
van de 'jonge' Vermeer bijzonde wei
nig werk bekend was, terwijl dat er
wel degelijk zou moeten zijn. Altijd al
had men rekening gehouden met de
mogelijkheid dat er nog onbekende
doeken van de meester in particulier
bezit zouden moeten zijn.
De 'vondst' van 'De Emmaüsgan
gers' in de bezittingen van een be
rooide aanzienlijke familie 'in Frank
rijk' kwam dus tegemoet aan die ver
onderstelling. Van Meegeren speelde
- als 'tussenpersoon' - het doek door
naar een erkende kunsthandel en die
trachtte museumdirecteuren of wel
gestelde verzamelaars ervoor te inte
resseren.
De truc lukte volledig. 'De Em
maüsgangers' werd door het Rijk
voor het Rotterdamse Museum Boy
mans aangekocht voor 520.000 en de
aankoop werd alom bejubeld. De Rot
terdamse havenbaron Van Beunin-
gen kocht 'Het Laatste Avondmaal'
voor ƒ1.600.000, 'Drinkend gezelschap'
van Pieter de Hooch voor 220.000, en
een Christuskop van Vermeer voor
ƒ400.000. 'De voetwassing' ging voor
1.170.000 van de hand en 'Het Laat
ste Avondmaal bracht 1.600.000 op.
De welgestelde Rotterdamse indu
strieel Van der Vorm werd voor
1.000.000 eigenaar van 'Isaac zegent
Jacob' van Vermeer en voor 220.000
verwierf hij 'Kaartspelend gezel
schap' van De Hooch. En 'Christus en
de overspelige vrouw' ging voor
1.650.000 naar Goering.
President: „Van Meegeren, u blijft
erbij dat u die schilderijen in Frank
rijk geschilderd hebt om ze te laten
doorgaan voor oude meesters 7" Ver
dachte: „Ja mijnheer". President: „U
heeft ze voor zeer hoge prijzen ver
kocht". Verdachte: „Dat moest wel,
anders waren ze a priori vals! Ik was
zo miskend, dat er geen enkel stuk
van mij in een museum hing". Presi
dent: „U heeft er toch ook geldelijk
voordeel van gehad Verdachte: „Ik
heb al die miljoenen bij die andere
moeten leggen. Ik heb er veel last van
gehad. Om de baten heb ik het niet
gedaan. Met dit procédé ga ik door. Ik
vind het prachtig. Ik zou alleen nooit
meer de schilderijen 'oud' maken en
ze als oude meesters verkopen".
De officier van justitie, mr. H. A.
Wassenberg denkt daar anders over.
„In zijn opzet," zegt hij in zijn requi
sitoir, „de wereld als tegenspraak op
zijn vermeende miskenning te tonen
dat hij wel degelijk een kunstenaar
is, is deze verdachte niet geslaagd. In
tegendeel: zijn kunstenaarschap
wordt meer dan ooit in twijfel ge
trokken. Hij heeft de schilderkunst en
de Oudhollandse meesters beledigd
door hen bedrieglijk na te bootsen.
Alles heeft hij kennelijk gedaan met
het vooropgezette doel zich op misda
dige wijze te verrijken en hiermee
verbleekt zijn aureool".
Hij eist twee jaar gevangenisstraf.
Op 12 november 1947 doet de recht
bank om half tien uitspraak. Van
Meegeren wordt veroordeeld tot een
jaar cel. Zijn verzoek om twee jaar te
mogen zitten en dan te mogen schil
deren wordt afgewezen.
Op 30 december 1947 sterft Han van
Meegeren in de Valeriuskliniek in
Amsterdam. Hij is daarheen overge
bracht vanuit de gevangenis. Een on
middellijk na zijn dood ingesteld on
derzoek toont aan dat hij overleden is
aan een hartaandoening.
'De les van een roemloos leven'
staat er boven het overlijdensbericht
in een van de vaderlandse kranten op
2 januari. Het is de moeite waard de
journalist te volgen: „Eerlijk de
wrange les te erkennen die dit leven
ons leert is wel het minste wat wij het
sub specie alternitatis beschouwen
kunnen doen. Het leert onms de ij del
heid van de kunstkenners en critici,
die menen het geheim van alle kunst
te hebben doorgrond en de Emmaüs
gangers tot onvolprezen hoofdwerk
van Vermeer verklaarden; de ijdel
- FOTO'S ARCHIEF DE S3
heid der mensen die die schepping:'
van een genie een veilige kapitaals
belegging wanen en aan hun zakelij
ke transacties het predicaat 'kunst-
minnaar' ontlenen; de ijdelheid it
makelaars, handelaars en tussenpe:
sonen, die honderdduizenden opstrij
ken, wanneer een echt of vermeet
kunstwerk van eigenaar verwissel!
ij delheid van de Staat der Nederlat
den, die Van Meegeren berechtte,»
om het artistieke vergrijp, waarvai
de rechters evenveel weten als
zuigeling, doch om de pecunia; de ij
delheid van de schrijvers die haastii
van de conjunctuur gebruik maakte
en twee onleesbare biografieën va
Van Meegeren publiceerden; ijdel
heid van de steeds groeiende menig'
die altijd wel wist dat de schilderij:
vervalst waren; en de ijdelheid te-
slotte van de handige Amerikaans
exploitanten die de schilder
Dollarland wilden lokken. Een gr#
kunstenaar was Van Meegeren niet
doch wel een meesterlijk imitatort
als zodanig zal hij de historie ingaa:
De les van zijn leven zal echter, naa
wij vrezen, spoedig zijn vergeten.
worden immers niet gaarne betrap'
op eigen ijdelheid".
De Walt Disney-achtige Ban#
hertjes, zoals Van Meegeren ze in'
jaren twintig schilderde, hebben jj
renlang menige huiskamer geste®1
Ook nog na zijn dood werden repte"
dukties van zijn 'gladde' en 'kitsch?
rige' werk nog volop verkocht.
VARA-radiogids heeft in maart
nog een aanbieding: twee repro®-
ties - 'De stroper' en 'Het meisje n»
de kruik' - voor 12,50, inclusiefj!
verpakking. En dat alles onder derf
clamekreet: 'Een Van Meegeren
de wand, maakt uw woning inter®
sant!'
De boedel van de overleden scti»
der bracht in 1950 85.349 op, zijn
aan de Keizersgracht 132.000.
verscheen sinds Van Meegeren
zijn vervalsingen bekendmaakte
boekenkast vol boeken over het 'fen:'
meen': slordige biografieën, sen»»
romans, maar ook serieuze rows®
toneelstukken en een wetenschap^
lijk proefschrift. Vanaf hetzelfde te
ment verschenen er over heel de
reld duizenden krante-artikelen
Een boeiende vraag is overeind i
bleven: Kan de schilder van een
drieglijk echte Vermeer een P'
Van Meegeren zijn Han van Mecf
ren heeft twee verlangens tij dens te
leven in vervulling zien gaan:
werk kwam in een museum te na-
gen en een van zijn religieuze wer'.
is terecht gekomen in een Zuidan.
kaanse kerk. De vraag om erkent»
is evenwel nimmer duidelijk I
woord.
Door Jar,
Vervuilde rij
het zoveelste!
diep en diep
met ons milie
nog wel iets -
nieuws zou
niet mogen
toch al lang dl
Door Et),
De magische,
ke en wonder!
ten van de
vrijwel alle
derd de onze,
kers beschij
overschrijdt
het diepste,
dat menselijlj
kan worden.
Of beter gezepj
stelligt die gren
filosoof Schopeij
het als volgt: „In
wezen der dinger
vormgeving voon
is een directe o)
wil, net zoals de1
muziek is een hei
van wat de werej
ziek ligt het zv
mystiek. Alle mJ
ling om de verlp
muziek een einde,!
Dat wij zoveel
dat dit zoeken in
geïntensiveerd, h|
dus niemand te
de wijsheden
waarmee dat zo
veerd sommigen
oren klinken.
Nu het echter
wij ons bovendie(
commercieel ge
nistisch geïnspir^
het dak hebben j
rende een jaar laj
de muziek zélf
de moeite waard J
xatie op het verlj
denken' van
treedt.
Onder oude md
nomen, te wordefj
ziek die voor dc|
werd gecompone