Over idealisten en smeerlappen met veel grijs daartussen
Waar geen respect bestaat voor
de medemens begint het KWAAD
ZATERDAG 4 ME11985
4 ME11985
Kwalijk
Complete chaos
Chaos
Versteend geweten
Ongeloofwaardig
Dans ontsprongen
Diabolisch
Waarom en waartoe
Les van verleden
Correpondent
Vervolg Gids/Weekeij
Een cartoon uit Elsevier (9 april 1949).
Het bevrijdingsfeest betekende ookwraak!
Een SD-er wordt zwaar bewaakt naar het Huis van Bewaring in Amsterdam overge
bracht.
Een geheele kolom zou he||
in beslag nemen om van
43 familieleden, die ons all
len even lief waren, de na|
men te vermelden en vanl
wie wij nu de zekerheidl
hebben, dat zij nooit meerl
in ons midden zullen terug!
keeren, doodgemarteld dooj
onze aartsvijanden.
Dat zij allen in vrede rus|
ten.
Namens de familie:
Adolf de Vries
Marie de Vries-Stern|
Stadionweg 28
Bijzondere rechtspleging:
grote schoonmaak bleef uit
Door Loek Leijendekker
ZEVENTIG procent van de huidige
Nederlanders heeft de Tweede We
reldoorlog niet bewust meegemaakt.
Voor hen is dit stuk geschreven.
Het gaat over de Bijzondere
Rechtspleging, over de vervolging
en berechting van foute' Nederlan
ders, over smeerlappen en idealis
ten en het grijze gebied tussen goed
en kwaad, waar de meeste Neder
landers zich tijdens de bezettingsja
ren hebben schuilgehouden.
Dank zij de Bijzondere Rechtspleging is
het in Nederland na de bevrijding niet geko
men tot een volksgericht waarbij, zoals in
Frankrijk en België, korte metten werd ge
maakt met grote groepen verraders en colla
borateurs. Voor het Nederlandse rechtsge
voel lag een 'Bijltjesdag' te zeer in de lijn
van 'De Nacht van de Lange Messen' en an
dere nazi-praktijken. Van de in Londen ge
vestigde Nederlandse regering in balling
schap ging daarom in december 1943 de
oekaze uit, dat de afrekening met Neder
landse hakenkruisdragers en Duitse oorlogs
misdadigers aan de rechter zou worden
oorbehouden.
Radio Oranje, Nederlands beste vriend in
bange dagen, stelde voor de berechting van
verraders etc. Bijzondere Gerechtshoven in
het vooruitzicht (later zijn daar Tribunalen
bijgekomen voor de berechting van 'lichte'
gevallen). Aan de zittende magistratuur in
Nederland wilden Koningin Wilhelmina en
Gerbrandy, de toenmalige minister-presi
dent, de zuivering niet toevertrouwen. Te
velen van hen. tot in de Hoge Raad toe, wa
ren zelf verre van brandschoon. Die Bijzon
dere Gerechtshoven zouden uiteraard eerlijk
maar vooral ook snel rechtspreken.
Die belofte is niet ingelost. Omdat bij de
vervolging van 'foute' Nederlanders geen
onderscheid werd gemaakt tussen mensen,
die fouten hadden gemaakt en lieden, die
door en door fout waren geweest, zaten de
Nederlandse gevangenissen en concentratie
kampen direct na de oorlog in een minimum
van tijd mudvol met meer dan honderddui
zend nazi-sympathisanten en erger. Dat ge
weldige aantal blokkeerde een behoorlijke
en snelle rechtsgang.
Het chaotische opsporings- en vervol
gingsbeleid kreeg een al even kwalijk ver
volg in de behandeling van gedetineerde
NSB-ers. Een aantal Nederlandse bewakers
heeft zich tegenover hen misdragen. En van
hen konden maar weinigen zich erop beroe
pen, dat zij zelf eerder het slachtoffer waren
geweest van nazi-sadisten. Tenslotte de be
rechting zelf. Ook die is verre van vlekke
loos verlopen. Er is met twee maten geme
ten. Vooral in het begin werden 'lichte' ge
vallen onevenredig zwaar gestraft. 'Zware'
gevallen daarentegen, die over geld en hoog
geplaatste relaties beschikten, konden soms
de dans ontspringen. De Bijzondere Rechts
pleging moge Nederland dan voor een
'Bijltjesdag' gespaard hebben, zij is niet de
zuivering geworden, die na alle pijn en el
lende van de bezettingstijd het rechtsgevoel
vermocht te bevredigen, niet de grote
schoonmaak, waarmee zoals velen hadden
gehoopt, herrijzend Nederland zich van het
verleden, ook het vóóroorlogse, zou ontdoen
om vervolgens met een schone lei eendrach
tig aan de toekomst te gaan bouwen. Het
kan dus niet anders, dan dat vele ouderen
onder ons met gemengde gevoelens op het
na-oorlogse rechtsherstel terugkijken.
Toen de Nederlandse regering in balling
schap zich in 1943 ging beraden over de na
oorlogse zuivering naa zij slechts een vaag
beeld over dé werkelijke situatie in het be
zette vaderland. Koningin Wilhelmina en de
ministers waren bovendien onderling sterk
verdeeld over de vraag hoe en in hoeverre de
vooroorlogse democratische rechtsregels
weer in ere hersteld dienden te worden. Een
Mussert... zelfoverschatting en waanideeën.
aantal bewindslieden, warm bijgevallen
door de autoritaire majesteit, wilde daar in
het geheel geen haast mee maken. De illega
liteit moest eerst maar eens aan bod komen,
vonden zij, onder supervisie wel te verstaan
van het Militair Gezag. Dat MG, onder be
vel van de al even autoritaire generaal
Kruis, had als belangrijkste opdracht de be
stuurlijke taken in Nederland op zich te ne
men zolang de regering nog niet in bevrijd
gebied kon terugkeren. Kruis kwam in aan
varing met mr. Burger, de toenmalige minis
ter van Binnenlandse Zaken, zowel vanwege
hun tegengestelde opvattingen over burger
lijk versus militair bestuur als over de op
sporing en vervolging van degenen, die als
'fout' te boek stonden. Burger nam het
standpunt in dat alleen mensen die fout ge
weest waren, opgepakt moesten worden. De
Koningin, Gerbrandy en Kruis wilden veel
verder gaan. Het conflict zou Burger - 'die
luis in m'n pels', aldus Gerbrandy - de kop
kosten.
Intussen was het arrestatiebeleid in het
bevrijde zuiden al op een complete chaos
uitgelopen. Het zou normaal geweest zijn
als de poütie met de opsporing en aanhou
ding van foute Nederlanders belast was ge
worden. Vanwege collaboratie op grote
schaal met de vijand moest daarvan worden
afgezien. Het MG (te klein) kon de taak ook
niet aan. Daarop werden in september 1944
de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) te hulp
geroepen. De BS stond onder commando
van Prins Bernhard. Het was een allegaartje
van verzetsmensen pur sang, pseudo-illega-
len, tot inkeer gekomen Deutschfreundli-
chen en een bepaald slag avonturiers, voor
namelijk mensen dus, die zich pas actief aan
de goede kant hadden opgesteld, toen de
krijgskans gekeerd was. Met zo'n samen
raapsel was het niet vreemd, dat het arresta
tiebeleid van de BS gekenmerkt werd door
ondeskundigheid, willekeur en - erger -
machtsmisbruik.
Het was geen op zichzelf staand incident
dat mr. Van Oppen in het blad Veritas op 7
maart 1945 als volgt omschreef: Dachau in
Maastricht; de gedetineerden worden mis
handeld, soms geslagen met de honden
zweep, met gummistokken en geweerkolven.
Een bij voorkeur toegepaste opvoedingsme
thode bestaat in het zgn. grammaphoon-
draaien, gebukt met de vinger op de grond
rondlopen. Vele van deze mishandelingen
worden uitgedacht en toegepast door een
bewaker, die in 1940 vrijwillig bij de organi
satie Todt dienst nam en blijkbaar in Duits
land zijn ogen goed de kosten heeft gege
ven".
Bij de bevrijding van het zuiden kondigde
zich ook al aan dat het beginsel van recht
spreken zonder onderscheid des persoons
bij de zuivering onder druk zou komen te
staan. Zo kwam het in de Limburgse mijn
streek tot een korte staking als protest tegen
het feit dat alleen de lagere rangen gezui
verd werden en niet de directies. Ook de be
rechting van een aantal bunkerbouwers en
andere kopstukken uit het bedrijfsleven die
zaken hadden gedaan met de Duitsers, heeft
een onbevredigend gevoel achtergelaten.
Achteraf gezien was de publieke opinie toen
echter wel erg gauw klaar met de schuld-,
vraag. Er bestond maar bij heel weinigen
begrip voor de problemen van ondernemers,
ambtenaren, burgemeesters en dergelijken
die voortvloeiden uit het voor hen onvermij
delijke verkeer met de Duitsers. Het bedrijf,
dat weigerde voor de Duitse oorlogsindus
trie te werken, wist dat het door nazi-hand
langers zou worden overgenomen of dat de
werknemers gedeporteerd zouden worden.
Ook ambtenaren en politie-mensen zaten
met het dilemma van gehoorzamen of ont
slag nemen met de zekerheid, dat het beleid
dan eerst goed in Duitse geest zou worden
bijgesteld. Heel veel mensen op verantwoor
delijke posten hebben toen, ook al omdat de
Duitsers zo duivels listig, stap voor stap, te
werk gingen, grote moeite gehad met het
trekken van de grens van wat nog wel en
wat niet meer toelaatbaar was. Daarbij zijn
grote fouten gemaakt, uit lafheid, persoon
lijk winstbejag of vanwege een versteend ge
weten maar ook ter goeder trouw.
Van de 25.000 Nederlanders, die tijdens
de bezetting het Duitse uniform hebben
aangetrokken, hebben velen zich voor de
rechter beroepen op ideële motieven zoals
'de verdediging van de westerse cultuur te
gen de barbarij van het goddeloze bolsjewis
me'. Dit verweer klonk natuurlijk volstrekt
ongeloofwaardig als bewezen kon worden
dat de verdachte bij die beweerde verdedi
ging van westerse waarden con amore de be
stiale praktijken van zijn Duitse nazi-kor
nuiten had toegepast. Langs de Bijzondere
Gerechtshoven zijn ook jonge mensen ge
gaan, die zich uit avontuurzin in situaties
hebben begeven, die ze niet meer konden
beheersen. Bij hen leek dit berouw over wat
ze hadden misdaan, dikwijls oprecht ge
meend te zijn. Dan is er ook nog een groepje
idealisten geweest, meest Oostfrontsoldaten,
die misleid door Goebbels' propaganda,
werkelijk geloofden, dat zij door tegen de
Russen te gaan vechten God en Nederland
getrouw waren.
Een apart hoofdstuk vormen natuurlijk
de voormannen van de NSB als Mussert en
Blokzijl. Zij hebben de kogel gekregen, om
dat zij door hun voorbeeld en ideeën in gro
te mate medeverantwoordelijk zijn geweest
voor het landsverraderlijk gedrag van hun
aanhang. Van onze tijd uit gezien zou het
wellicht acceptabel zijn geweest als een mie
zerig mannetje als Mussert twintig jaar ge
kregen zou hebben om over zijn warrige, uit
overschatting van zijn eigen mogelijkheden
voortkomende waanideeën na te denken.
Mussert's belangrijkste Duitse meesters,
Seys Inquart en SS-generaal Rauter hebben
in ieder geval wel gekregen wat hun toe
kwam, de een de strop in Neurenberg, Rau
ter de kogel op de Waalsdorpenvlakte. Dit
tweetal was tijdens de bezettingsjaren de be
lichaming van de Duitse terreur; al het on
zegbare leed dat in die tijd over ons land ge
komen is, werd door hen geïnitieerd dan wel'
toegelaten. De 'Drie van Breda' had volgens
de rechter eenzelfde lot beschoren moeten
zijn. Hun doodstraf is echter omgezet in le
venslang, omdat Koningin Juliana op een
gegeven ogenblik genoeg kreeg van al die
executies en de bekrachtiging van hun
doodvonnissen zodanig wist te vertragen
dat er weinig anders overbleef dan deze oor
logsmisdadigers te begenadigen. Lages is in
middels op medische gronden in vrijheid ge
steld. De twee anderen wachten in Breda,
levend begraven, op de bevrijding van de
dood. Dat Nederland, veertig jaar na het
einde van de oorlog, geen genade voor recht
kan laten gelden moet te denken geven.
Er zijn ook Duitse bezettingsmachtheb
bers geweest, die het vege lijf hebben weten
te redden, SD-officieren als Harster en
Schreieder. De mildheid die tegenover Har
sten betracht is, kan ook nu nog moeiüjk
verklaard worden. Hij had bewijsbaar bloed
aan de handen. S. had dat ook, maar niet
bewijsbaar. Hij was onder meer met kolonel
Giskes het brein achter het beruchte, nooit
bevredigend verklaarde - althans wat de
schuldvraag betreft - verraad als gevolg van
het England Spiel. De Nederlandse verzets
mensen, die opheldering hadden kunnen ge
ven, bleken na de bevrijding niet meer in le
ven te zijn: vermoord in Duitse concentra
tiekampen of uit het raam 'gevallen' tijdens
verhoren door S. De Bijzondere Rechtsple
ging heeft al het juridisch mogelijke gedaan
om de man te pakken. Toen dat na de zo
veelste procesgang bij het gerechtshof in
Leeuwarden opnieuw mislukt was en S. in
een kamertje van het hoofdbureau van poli
tie te Den Haag op de auto zat te wachten,
die hem naar Duitsland terug zou brengen,
vroeg een ANP-verslaggever hem: „Vertel
nu eens; we zijn met z'n tweeën, U kan niets
meer gebeuren: hebt u die Nederlandse ver
zetsmensen uit het raam laten smijten of
hebben zij zelf als gevolg van ondragelijke
mishandelingen die weg gekozen?".
Diezelfde journalist nu: „Ik zal nooit het
gezicht van Schreieder vergeten. Hij keek
met met z'n flets-blauwe ogen geruime tijd
Deze tekening van Opland verscheen in het blad De Groene op 12 juni 1948.
aan. Sloeg toen de ogen neer. Zei niets. Uit
z'n rechtermondhoek droop een lange sliert
slijmerig speeksel".
S. is later, evenals Giskes, in de buurt van
München en Stuttgart gesignaleerd als 'ad
viseur' van Duitse politie- en inlichtingen
diensten.
Wie als journalist, de Bijzondere Rechts
pleging beroepsmatig heeft moeten volgen,
heeft er een aantal blijvende indrukken aan
overgehouden: de laffe uitvluchten van no
toire misdadigers - 'we wisten niet wat er
met de joden gebeurde' - de diabolische sys
teemmatigheid waarmee de menselijke
waardigheid door de nazi's werd kapot ge
maakt, het showachtige optreden van som
mige procureurs-fiscaal (aanklagers), de
kwaliteit van de Nederlandse advocatuur,
die ondanks onbegrip van het publiek de
door de wet voorgeschreven rechtsbijstand,
zelfs aan weerzinwekkende lieden, veelal zo
goed mogelijk heeft proberen te geven - een
hommage aan bijvoorbeeld mr. Karei van
Rijckevorsel voor zijn verdediging van Hans
Albin Rauter is hier op zijn plaats - en
vooral ook de onvoorspelbaarheid van men
selijke gedragingen.
Gerenomeerde steunpilaren van Kerk en
samenleving bleken soms, als het uur van de
waarheid was aangebroken, knieën van bij
enwas te hebben, maar doodeenvoudige
mannen en vrouwen, boeren en arbeiders,
waarvan niemand ooit gehoord had, herken
den instinctief het Kwaad en groeiden in het
verzet uit tot leiders en helden. Van hen zijn
er velen door verraad van landgenoten om
het leven gekomen. Het smerigste en gevaar
lijkste soort verraders waren provocateurs
als Van der Waals, die onder valse voor
wendsels bij de illegaliteit wisten te infiltre
ren. Wat bewoog hen? Voornamelijk
machtswellust, geld en het goede leven
waarmee de Duitse bezetters Nederlandse
Judassen plachten te belonen.
Er zijn ook verraders geweest, die niet
hun verdiende loon hebben gekregen. Dat
zijn degenen geweest die bij voorbeeld om
dat ze met anderen overhoop lagen de
(Duitse) politie anoniem lieten weten, dat
die of die joden bij zich had laten onderdui
ken of in het verzet zat.
Er lopen nog steeds duizenden mensen
rond, die van de Bijzondere Rechtspleging
lidtekens hebben overgehouden: verzets
mensen, die zich bedrogen voelen, joodse
landgenoten, die de concentratiekampen
hebben overleefd en die die hel niet kunnen
vergeten, 'lichte' gevallen die harder zijn
aangepakt dan 'zware' en landverraders, die
in de na-oorlogse spanningen tussen Oost
en West de rechtvaardiging proberen te vin
den voor hun foutieve keuze tijdens de be
zettingsjaren. Tot de getekenden behoren
ook kinderen van politieke delinquenten.
Als het bekend is, dat hun ouders in de oor
log fout zijn geweest, worden zij dikwijls,
ook al hebben ze als kind part noch deel ge
had aan wat er toen gebeurd is, als paria's
behandeld. Voor hun problemen wordt de
laatste tijd meer aandacht gevraagd. Dat
mag natuurlijk. Als we dan maar niet de na
bestaanden vergeten van de slachtoffers van
de nazi-terreur. Waarom en waartoe zijn
vragen die hen tot vandaag achtervolgen.
Het is voor jongeren moeilijk om zich in
te leven in de Nederlandse samenleving van
veertig jaar geleden. Als ze dat al zouden
willen: door de bewapeningswedloop, de
vervuiling, wereldwijd, van het milieu en de
werkloosheid met alle materiële en immate
riële gevolgen vandien zullen zij eerder over
de toekomst nadenken dan over het verle
den. Toch stelt dat verleden hun een vraag,
die voor hun eigen toekomst van het aller
grootste belang kan zijn, de vraag namelijk
over het kunnen trekken van de juiste grens
in de soms smalle marges tussen Goed en
Kwaad.
In '40-'45 hebben de meeste Nederlan
ders die vraag ontweken door de kat uit de
boom te kijken. De ruim honderdduizend
gedeporteerde joden zijn volgens het spoor
boekje afgevoerd. Wat er aan - groots - on
dergronds verzet is geweest bestond voorna
melijk uit de illegalen van het eersteu ur. Zij
onderkenden van stonde af aan de verdor
venheid van het nationaal-socialisme. Qua
religie, afkomst en politieke overtuiging
hadden zij zeer uiteenlopende achtergron
den maar op één punt waren zij het vol
strekt met elkaar eens; de mens, ieder mens
moet in vrijheid kunnen leven. Die opvat
ting lijkt zo vanzelfsprekend maar veertig
jaar na dato heeft drie-kwart van de wereld
bevolking de vrijheid van een gekooide vo
gel. Ook nu, bij ons en elders, staat de vrij
heid weer onder druk van allerlei -ismen. In
Oost en West, in Noord- en Zuid, draait de
propaganda-machinerie van de psychologi
sche oorlogsvoering al weer op volle toeren
en wordt de denkende mens volgzaam ge
houden met het giftige tonicum van weder
zijds wantrouwen of het valium van het con
sumentisme. Het gaat nu niet meer om de
leuzen van 'Mussert of Moskou' maar om de
grensafbakening in het spanningsveld tus
sen de gevestigde orde en (gewelddadige)
burgerlijke ongehoorzaamheid tussen de
prijs voor vrede en vrijheid en die van het
voorkomen van nucleaire chaos, tussen het
recht van de sterkste en een eerlijke verde
ling van de welvaart.
Niemand kan voor alle tijden aangeven
waar precies de grens ligt tussen Goed en
Kwaad. Normen en waarden verschuiven in
de tijd. De bezettingstijd laat echter wel
zien, dat eerbied voor de medemens niet
zonder reden bovenaan in de rangorde der
Tien Geboden staat. Alles overziende kan
namelijk niet anders geconcludeerd worden
dan dat de grenslijn toen liep tussen man
nen en vrouwen, die geloofden in de gelijk
waardigheid van alle mensen en zij, die de
rechten van de mens aan hun laarzen lapten.
Die les van het verleden zij de jeugd in deze
dagen van herdenking voor hun toekomst
van harte ter overdenking aanbevolen.
Door Gerard Kessels
BERLIJN - Het moet een i
gezicht geweest zijn. In de i
de Rijkskanselarij, waaron<|
Hitiers bunker bevindt, voer
feur Erich Kernpka de Iaat]
dracht van zijn baas uit.
Berlijn in lichterlaaie staad
Rijksdag onder hevig artillei
ligt, begiet Kernpka de sn
lijken van Hitier en Eva|
urenlang met benzine.
De chauffeur, die met gevaar v|
leven nog 200 liter benzine heeft
bezorgen, kan het lugubere karwei
klaren. De steeds heviger wordendf
tingen van het Rode Leger dvt
voortdurend de beschutting van
op te zoeken. Als nauwelijks 48 I
Russische troepen de kanselarij
hebben ze geen moeite de verkool j|
te identificeren als die van de nazi-Jf
Een weinig verheffend einde vo
die vijf jaar eerder heer en meest]
Europa. Tot het laatst toe bleef 'dl
veldheer aller tijden', zoals hij zich
noemde, in de gewelven van
schuiven met legers die al lang niel
stonden. Wat voor een man
eigenlijk? Haffner: „Hij had een o j
ke wilskracht en energie. Hij kon
spreken en met zijn demagogie slo
joenen in zijn ban. Hij beheerste
haast hypnotische wijze. Genera
front die naar zijn hoofdkwartiel
met het vaste voornemen de
waarheid te zeggen, kwamen hei
tisch terug. Ze geloofden weer dat I
de eindoverwinning zou behalen, f
voorstelbaar hoezeer hij zijn on
het laatste toe beheerste. Eén dad
zelfmoord liet hij Fegelein, de vef
man van Himmler in de rijkskan
nota bene ook nog een zwager va
in de tuin van de bunker executei]
links en rechts de Russische grana
gen. Dat hij het bevel gaf was niel
looflijke, maar dat het ook nog
voerd."
Maar het persoonlijke leven vd
die zo'n demonische macht ova
had, was zo leeg als een huls. Het I
wat een leven warmte en waarde 1
de, vriendschappen, kinderen.
intimiteit en was in zekere zin I
„Toen Hitier", zegt Haffner, „een
de trein onderweg was en hij eerl
gewonden passeerde, liet hij del
sluiten. Hij wilde daar niet mee j
teerd worden."
Sebastian Haffner, geboren in
In 1973 had Nederland eindelijlJ
gressief kabinet. Het kabinet!
'Rood met een rooms randje'. 'C
of de 'potverteerders', een omstH
net dus in een gepolariseerde, pol
waarin het elan en de uitdaging
kwamen en rechts mokkend bijl
neerzat. Dankzij de steeds ma
aardgasbel kon het kabinet nol
'leuke dingen doen voor de mi
loops ook nog grote verwacht»
kend. De eerste oliecrisis deerde!
nauwelijks. De autoloze zonda
een verademing en de ben
had alleen nog nut als papieren c
In de loop van de jaren '70 ol
wat grimmiger sfeer. De krakers I
wat driester dan de ludieke prq
weldloze hippies en bloemen
de jaren '60. Het openbare
steeds harder, zoals de abortus-1
Nieuwmarktrellen aantoonden.®
wen- en vredesbewegingen diend
en wonnen snel aan kracht. Het]
onvervulde wensen en eisen stj