IIIBM Vele bloedige conflicten sinds 1945 I uit die jaren net de hedendaagse Maar in de \tders. Althans in de oorlog. Daar- 'eringen. Met \r toch onmisken- tjaren tussen '40 ds. Toch is er :stel. |en maar de uit lade het minst Et beróèrd gaat Ide slechte kan- zoals in de ja de wind enorm |ië verloren, en niet werd ge- [strialiseerd, we nerika, en als J gasbel cadeau, laar toch niet te pze situatie van er daarom nu tegen de parle- leuwer' van toen gelopen is zoèls illusies, die het he? Is die teleur- 1 gang van zaken I verzet in dit op- i inneemt als we beerden destijds Vaderlandsliefde, lenst - het beste psen schuilt, i met zóveel risi- I het onvermijde- kt over anderen, hoort, kun je ook laris of een ont- In zich óók totaal Irugkomen, vaak lebrek aan mede- pchil is dat we de Jegemaakt, en dat In in de sloppen Ibracht Iben niet alleen d' te zijn over de Igs Nederland, ze pngere generaties _)p basis van jam- Irwording' en de die in het kader veel oud-illegalen In generalisatie? het allemaal een Jesteld. Ik tref ver- ud-verzetsmensen, deme. Een oude- in déze tijd jong Itwijfeld terechtge- Ing' - dat wijkt na- eld. het wel begrijpen. Ihet grote gewicht tispiratiebron voor voor het zuiden, het land, waar- ng van de Rand- elt, zo blijkt uit ére rol dan het be ien dat het meren- hotiveerde verzets- fcwust terug wilde orlog. Herstel, res- ■sen, voor zover ze lebleven, geïrriteerd en die nu optreden, L "rijpelijk is het ge in de hoek worden jvoorbeeld de con- s op 5 mei anti-fas- demonstreren mét nensen. Het verzet rillen de lessen van olgende generaties, an actief zijn is er weer, alsof men als- loliseren. afleiden dat oud- hele Unie bitter en oem najagen? varingen zeg ik daar meesten geven als ze het wéér zouden :rder zou gaan, heel >dig zou zijn' ag gesteld worden: nentaliteitsverande- - als gevolg van de raden? en, maar niet hele- i de jaren zestig is er en die heeft in de weer plaatsgemaakt men herstel, restau- sn. ng op veel gebieden ijeen. Wie had twin- ist van een EO, een ad, een Katholiek lorspellen? De mid- nu lijken aanzienlijk dan die van een ge- ele andere gebieden enzen. iet üjkt erop, dat de ge golfbeweging ver vloed' van de oorlog mensen die de jaren aakt kunnen verdwij- ZATERDAG 4 ME11985 W3 Door Ivo Postma DE enige oorlog, die Europa na 1945 heeft meegemaakt, was de 'Koude Oorlog'; een langdurig ideo logisch conflict tussen Oost en West, waarin angstaanjagende diep tepunten voorkwamen zoals de Hongaarse opstand in 1956, die door Sovjet-troepen werd neerge slagen, en de 'Praagse Lente' in 1968, waaraan een eind kwam door een invasie van Warschaupact-troe- pen in Tsjecho-Slowakije. De bondgenootschappen NAVO en War schaupact werden de militair-strategische hoekstenen van dit conflict; door middel van deze organisaties toonden de beide machtsblokken hun saamhorigheid en dwongen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten elkaar respect af voor hun invloeds sfeer. Het spook van een atoomoorlog dwong beide zijden tot crisisbeheersing. De wapens waarmee de Koude Oorlog werd ge streden waren propaganda en dreigementen. De kernbom speelde een onheilspellende rol door het wederzijdse bezit ervan, waarmee de supermachten elkaar sinds 'Hirosjima' in gijzeling hielden en houden. De Verenigde Staten deed zijn positie als wereldwijde belanghebbende gelden door in gevoelige regio's verbonden te sluiten tegen de invloed van het communisme; zo ont stond in april 1948 de Organisatie van Ame rikaanse Staten als een verbond van Wash ington met de landen van Latijns-Amerika, in september 1954 de Zuid-Oost-Aziatische Verdrags Organisatie, en eveneens in de ja ren vijftig het verdedigingspact ANZUS met Australië en Nieuw-Zeeland. Maar er was nóg een manier waarop de betrokkenheid van de geïndustrialiseerde staten bij gewapende conflicten tot uitdruk king kwam: dat was de wapenleverantie uit Oost en West aan oorlogvoerende naties in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. ECHTE oorlogen speelden zich na 1945 elders af, meestal ver buiten het grondgebied van de voormalige geal lieerden, in gebieden waar de nucleai re dreiging niet zo nadrukkelijk aan wezig was. Maar de gewapende con flicten die zich sinds 1945 in de derde wereld - want daar gaat het voorna melijk om - hebben afgespeeld, ston den bepaald niet los van Europa en de Verenigde Statenze hadden deels te maken met het proces van dekoloni satie (zoals de bevrijdingsoorlogen te gen de Portugezen in Afrika), deels met de strategische belangen van gro te en middelgrote mogendheden (de Golfoorlog tussen Iran en Irak), deels met het ideologische conflict tussen Oost en West (Vietnam en de Hoorn van Afrika). Amerikanen en Russen schudden elkaar de hand in Torgau aan de Elbe in 1945. De vrede zou spoedig plaats maken voor de Koude Oorlog tussen de twee wereldmachten. Britse mariniers patrouilleren op de ijs koude Falkland-eilanden 1982). Een 'vrede' vol wrede oorlogen Daarbij werd er niet altijd naar gevraagd of de ontvangende regering of organisatie een bondgenoot was. De internationale wa penhandel ging een eigen leven leiden; het was een lucratieve zaak, waar honderden miljarden guldens in omgingen. Alle denk bare niet-nucleaire wapens zijn in de afgelo pen vier decennia op hun vernietigings kracht beproefd op slagvelden, die op een geruststellende afstand gelegen waren van de landen waar de wapens vandaan kwa men. Tienduizenden doden zijn gevallen in af- scheidingsoorlogen als die in Ethiopië (om Eritrea), in Nigeria (om het olierijke Biaifra) en in Zaire (om het aan mineralen rijke Sa ba) en bij stammenstrijd als die tussen de Watoetsi en de Wahoetoe in Roeanda. Eveneens tienduizenden sneuvelden in de autonomie-strijd der Koerden in Turkije, Irak en Iran. Libanon behoort met Sri Lan ka tot de landen, waar het bloedvergieten tussen bevolkingsgroepen nog voortgaat. In een opsomming van alle bloedige conflicten die de wereld 'na de oorlog' gekend heeft, zouden maar weinig landen van het zuide lijk halfrond ontbreken. Vandaar op deze pagina slechts een overzicht van de regel rechte oorlogen tussen staten, die na 1945 hebben plaatsgehad. DE TWEE KOREA'S: het schiereiland Ko rea werd in 1948 in tweeën gedeeld door Amerikaanse en Sovjet-bezettingsmachten, waarna in het noorden een 'volksrepubliek' en in het zuiden de 'Koreaanse republiek' werd uitgeroepen. Noord-Korea viel op 25 juni 1950 Zuid-Korea aan. De hieropvol- gende oorlog eindigde met de wapenstil stand van juli 1953, waarbij werd overeen gekomen de 38ste breedtegraad als scheids lijn te nemen. Er sneuvelden ruim 100.000 Chinezen, 54.246 Amerikanen, 21.754 VN- soldaten; 400.000 Zuidkoreaanse burgers kwamen om het leven; het aantal doden en gewonden aan Noordkoreaanse zijde werd geschat op 1.347.000; er sneuvelden min stens 100.000 Chinezen. VIETNAM: de strijd van communisten en nationalisten, tot 1954 tegen de oude kolo niale mogendheid Frankrijk, daama vanuit Noord-Vietnam tegen Amerika dat het anti communistische bewind in het zuiden steun de. Naarmate de activiteit van de Vietcong- guerrilleros toenam, voerde de VS zijn rol op. Op het hoogtepunt waren er 543.400 Amerikaanse soldaten in Vietnam. In janua ri 1973 wapenstilstand Amerika - Noord- Vietnam. Ruim twee jaar later hadden de Noordvietnamezen het zuiden veroverd. De oorlog kostte het leven aan ongeveer 1 mil joen Noordvietnamese en Vietcongsoldaten, 188.000 Zuidvietnamezen en 55.000 Ameri kanen. CHINA-VIETNAM-CAMBODJA: de in val van Vietnamese strijdkrachten in Cam bodja was niet zozeer bedoeld als afstraffing van het bloeddorstige bewind van Pol Pot, maar meer een daad van regionale machts politiek van Hanoi; de Vietnamese aanwe zigheid in Cambodja is de bron van een he vig conflict met China, dat Vietnam 'be straft' door herhaaldelijke invallen en er in de Verenigde Naties alles aan doet het door Vietnam ondersteunde regiem in Phnom Penh erkenning te onthouden, met succes. ■Q CHINA-SOVJET-UNIE: conflict over de grenzen bij Mantsjoerije in het verre oosten van de SU en bij Singkiang meer zuidweste lijk, uitgebarsten na 1960, toen ook ideolo gisch de betrekkingen tussen de twee com munistische reuzen verslechterden. Troe penconcentraties in 1966; de hevigste ge vechten kwamen voor in 1969, maar het bleef een beheerst conflict, waarin relatief weinig slachtoffers vielen. De grenskwestie Nederlandse soldaten in Nieuw-Guinea (1962). Slachtoffers van de langdurige strijd tussen Iran en Irak ten oosten van Basra (1984). - FOTO'S ARCHIEF DE STEM Israëlische tanks rukken op in de Sinaï-woestijn (1967). vormt thans samen met 'Afghanistan' en de Vietnamees-Cambodjaanse kwestie het drie luik van problemen waar China en de Sov jet-Unie door overleg uit proberen te ko men. ■O AFGHANISTAN: in december 1979 bracht de Sovjet-Unie een grote troepen macht over naar Afghanistan ter ondersteu ning van het communistische bewind in Ka boel. Door een verdeeld, maar uiterst taai islamitisch verzet kwam het tot een guerril la-oorlog, die inmiddels naar schatting aan meer dan 10.000 Sovjet-soldaten het leven heeft gekost en aan een onbekend aantal duizenden Afghaanse strijders en burgers. CHINA-INDIA: Toen China in 1950 Tibet bezette, kwamen China en India met elkaar in conflict over de nieuwe grenssituatie. In een verdrag van 1954 garandeerden zij de eerbiediging van eikaars gebied. In maart 1959 vluchtte de Dalai Lhama na een op roer in Tibet naar India. China verwierp de door Nehroe uitgesproken claim op het ge bied, waarna grensincidenten begonnen. Ontmoeting Nehroe met Chinese leiders in 1960 leverde niets op. In oktober 1962 trok ken de Chinezen tot 160 km. India in. Na omvangrijke en bloedige strijd trokken zij zich weer terug, maar tot aan de lijn die ze zelf als grens wensten te aanvaarden. De twee landen bespreken de grenskwestie nu sector voor sector. INDIA-PAKISTAN: Brits Indië werd bij de onafhankelijkheid in 1947 gespütst in (hindoe) India en (moslim) Pakistan. Enkele maanden later eiste Pakistan Jammoe en Kasjmir, omdat de bevolking voor 77 pro cent moslim was. Bij de hieropvolgende oor log vielen tussen de 100.000 en 300.000 do den. Wapenstilstand met bemiddeling VN in 1949; drievierde deel van Kasjmir bleef bij India. Pakistan bleef een volksstemming eisen en in 1965 braken er weer bloedige ge vechten uit. In Tasjkent werd in januari 1966 een vreedzame regeling overeengeko men, maar Kasjmir bleef omstreden en is dat nu nog steeds. PAKISTAN-BANGLADESJ: Pakistan be stond uit twee delen die ten oosten en wes ten van India gelegen waren. In 1971 riep het oostelijk deel onder sjeik Moejiboer Rachman, hierin gesteund door India, de onafhankelijke staat Bangladesj uit. Bij de hieropvolgende burgeroorlog vielen naar schatting 1 miljoen doden. ■O INDONESIË-OOST-TIMOR: Portugal kende in 1975 de bevolking van Oost-Timor het recht op zelfbeschikking toe. Indone sische troepen kwamen in december van dat jaar de pro-Indonesische UDT te hulp, die in strijd was gewikkeld met de onafhanke lijkheidsbeweging Fretilin. VN-assemblee en Veiligheidsraad riepen Indonesië op zich uit Oost-Timor te verwijderen, maar Jakarta versterkte de bezettingsmacht. Na 1980 zijn de acties van het Fretüin weer opgelaaid. De stemmenverhouding over deze kwestie in de Verenigde Naties verschuift geleidelijk in het voordeel van Jakarta. INDONESIË-NEDERLAND: Nederland stuurde in 1961 troepen naar Nieuw-Guinea om te zorgen dat dit koloniale gebied een onafhankelijke staat werd en een Indone sische bezetting te voorkomen. Verhoopte steun van de Verenigde Staten bleef uit. Bij akkoord van augustus 1962 kwam N-Gui- nea in 1963 onder bestuur van Jakarta. Een volksraadpleging in 1969 viel ten gunste van Indonesië uit. ■Cl IRAN-IRAK: President Saddam Hoessein van Irak onderschatte het fanatisme van de Iraanse revolutie en de populariteit van Khomeiny's religieuze regiem, toen hij zijn leger in september 1980 Iran liet binnenval len. De oorlog, die begon als een conflict om de controle over de waterweg Shatt-al-Arab, üep uit op een uitputtingsoorlog met bom bardementen op steden, gebruik van gifgas, kinderen die de mijnenvelden in werden ge stuurd en aanvallen op internationaal scheepvaartverkeer. Iran gesteund door Sy rië en Libië. Irak door de VS, Frankrijk, maar ook door het Oostblok en gematigde Arabische staten als Saoedië. Naar schatting tot dusver 500.000 doden. ISRAEL-ARABIERENIn 1948 stemden de Verenigde Naties in met de verdeling van Palestina in een joodse en een Arabische staat. De Arabieren verwierpen deze deling, maar werden verslagen in de eerste Israe- lisch-Arabische oorlog, die duurde van mei 1948 tot juü 1949. Door de weigering der Arabieren de staat Israel te erkennen ont stond een permanente staat van oorlog. In september riep de Arabische Liga een blok kade van Israel uit. Israel bezette het Egyp tische gebied Sinai in 1956. In 1967 brak op nieuw oorlog uit, nadat Oe Thant toege stemd had in de eis van Egypte om de buf fertroepen van de VN uit de Sinai terug te trekken. Israel versloeg de Arabische legers en bezette het gedeelte van Jordanië ten westen van de Jordaan en het Syrische ge bied Golan. In 1973 vielen de Arabieren op nieuw aan; het Westen werd door de Arabi sche oliestaten voor zijn grootscheepse wa penhulp aan Israel gestraft met een olie-em bargo en -crisis. MAROKKO-POLISARIO: conflict om de Spaanse 'provincie' West-Sahara, waar Spanje in 1976 afstand van deed na een ak koord tussen Spanje, Marokko en Maureta- nië, welke laatste twee landen samen het be stuur overnamen. Algerije en Mauretanië hebben afstand gedaan van hun aanspraken op het fosfaatrijke gebied, Marokko wenst het te hebben. Marokko ontvangt wapen- steun van Frankrijk en de VS, het Poüsario Sovjetsteun via Algerije. Libië heeft in 1984 zijn steun aan Polisario ingetrokken in ruil voor Marokko's belofte om zich buiten de kwestie Tsjaad te houden. De oorlog heeft aan beide zijden reeds vele duizenden men senlevens geeist. LIBIE-TSJAAD: in dit al achttien jaar sle pende conflict gaat het zowel om Libische aanspraken op de uraniumrijke noordelijke Aouzou strook van Tsjaad als om een bur geroorlog tussen Tsjaads noordelijke en zui delijke stammen. Frankrijk is tot tweemaal toe met troepen tussenbeide gekomen zon der dat een oplossing naderbij kwam. Ook de tijdelijke aanwezigheid van een OAE-vre- desmacht heeft niet mogen baten. ETHIOPIE-SOMALIE: om het gebied Ogaden, dat sinds 1960 door Somalië werd opgeëist. Oorlog op volle schaal brak uit in 1977, toen Somalië het WSLF (Western So malia Liberation Front) actief begon te steunen. USSR en Cuba steunden Ethiopië. Somalië ontving Amerikaanse hulp. In 1978 trok Somaüë al zijn troepen uit de Ogaden terug. Vanaf 1982 Ethiopische invallen in Somalië onder het mom van het SDFS (So malische Democratische Reddings Front). In de twee afgelopen jaren zijn de door Ethiopië aangevraagde Cubanen uit de Oga den vertrokken. In jan. 84 maakten de VN bekend dat 200.000 vluchtelingen uit Soma lië naar Ethiopië waren teruggekeerd. ARGENTINIE-ENGELAND: de oorlog om de Falklandeilanden of Malvinas brak uit op 2 april 1982 nadat het Britse bestuur door een Argentijnse troepenmacht was af gezet. Een Britse vloot stoomde in drie we ken tijds op. Mislukte bemiddelingspogin gen door Washington en enkele Latijnsame- rikaanse mogendheden. Hevige strijd te land en ter zee. Op 14 juni 1982 tekende Ar gentinië de onvoorwaardelijke overgave. Er vielen aan Argentijnse zijde 800 doden, aan Britse zijde 205. Het conflict toonde het ver mogen van een zeer modern oorlogsappa raat als het Britse tegenover een weinig ef fectieve militaire organisatie als de Argen tijnse. Engeland investeert nu jaarlijks 4 miljard gulden in handhaving van zijn gezag op de eilanden met hun 1800 bewoners. Ar gentinië heeft zijn aanspraken niet opgege ven. ■Q HONDURAS-EL SALVADOR: de 'voet baloorlog', zo genoemd naar de aanleiding: een gewelddadig incident tijdens een voet balmatch tussen de twee nationale elftallen in 1969. Oorzaak was de uitzetting door Honduras van enkele honderdduizenden Salvadoranen die er jarenlang gewoond en gewerkt hadden. Aan Salvadoraanse kant vielen ongeveer 2000 doden, aan de kant van Honduras ongeveer 3000. In 1970 on dertekenden beide regeringen een voorlopig akkoord voor de instelling van een gedemili tariseerde zone. Het conflict valt in het niet bij de guerrilla-oorlogen die El Salvador en andere Middenamerikaanse landen langdu rig teisteren.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 27