'Celibatair leven kun je niet afdwingen' Biervliet ea Philippine. 7ATERDAG 13 APRIL 1985 W3 >rten IN het zuidwesten van Nederland woonde eens een volk van schaapherders en vissers. Ze weidden hun dieren op uitgestrekte schorrengebieden en woonden op 'stellen', een soort vluchtheuvels. In hun hutjes knoopten ze visnetten van riet en biezen. Toen op een dag kwamen de monniken uit Vlaanderen. Met bijbel en schop verlieten ze nog voor het jaar 1000 hun veilige Sint Baafsabdij bij Gent en begonnen aan een dubbel karwei: een woest en bijna ledig land bover water halen en de bewoners bekeren. Dat lukte. De dijken kwamen er. De lage landen bij de zee bleven boven. Gods eigen droogmakers leerden de moerasbewoners kruien en dijken bouwen; de eerste primitieve wallen tegen het water. Met de dijk kwam de eerste polder en zo kwamen de boeren. Nu bleef het zeewater buiten, maar ook het hemelwater moest gespuid worden. Greppels werden sloten De boeren staken de koppen bij elkaar en ziedaar het eerste waterschap. Zo ongeveer moet het gegaan zijn. Anno 1985 bestaat het waterschap nog steeds. Het is de oudste bestuursvorm die ons land kent. Het streekmuseum in Uzendijke heeft er een simpele doch doeltreffende expositie aan gewijd. Donderdag 4 Juni 15,44,10 H. A, Schorgronden Nep-paalhoofd Moderne taken Zuivering [kwamen op de eerste I list in Utrecht, wi]]etl| Han Gelder heeft daat I tarisatie tegelijk een| k-zoekje naar gedaan. iiuwde priesters bli<,, I lenige wijze pastoraal I |ls de katholieke kerk I liester volwaardig z0ll| t de vrij willig-celibj. I kou 76% van de thans I ers weer geheel of ge. I nbt willen uitoefenen I (cou een derde zijn hun I jor willen opgeven. De I Iter wordt daarin jn| meeste gevallen ge.| jn echtgenote en datl nd. Slechts 4% van de I huwde priesters will de kerk te maken heb. I gaan huwen, beleven! moeilijke jaren, want| even hun priesterlijk! 'uitsluitend en alleen] op. Aanvankelijk'I verbitterd zijn, maar] te duren. „Het beeld! Ige die kerk en geloof! [itten, bleek in Utrecht! kloppen. Ze zijn ge-| I hebben hun zorg voor| Indiging van de Blijde] et aan de kapstok ge-| an Gelder. [gehuwde priesters ko-1 DP niet op voor zichzelf I In ze, meent pater Van j gemiddelde leeftijd is 551 an het gewone priester-1 kerkvolk moet zich er I realiseren dat er over I jaren nauwelijks nog In zijn. Met uizonderingl landen in Zuid-Ameri- is de situatie gelijk. I kisten, maar wel volle I faculteiten. De afgestu-J van willen best in de I maar wijzen het celi-1 i getale af. De hele kerk| rialve van doordrongen) Jtwee soorten priesters p: de gehuwde en de on- onderop moet de roep I van de gehuwde pries-1 Iteeds luider en massaler Ir zet de GOP zich voorl J roep zal ook klinken op I ['synode van gehuwde) Int daar zullen gehuwde! h uit Spanje, Frankrijk, f triand, West-Duitsland,| Italië, de Verenigde Sta- [land. Brazilië, waar del van gehuwde priesters! pntakten onderhoudt met] aande kardinalen Arral Ier, heeft nog niet beslo-l |t is een kwestie van geld. i 'synode' zal ook een f hop aanwezig zijn, wantl rt.K. Kerk inmiddels ook.1 Jie bisschoppen staan in] |de internationale GOP Irdigheid en gelijkbe-1 jan gehuwde en ongehuw- daar is het de GOP al-l doen. Want dat ziet men] Iterbeeld in de wereld van] 1 Spaanse afdeling bereidt] In document voor, want] rnen er het meeste erva-| fr zijn in Spanje gehuwde! met toestemming van de| kleine gemeenten alle] taken vervullen, geen] izonderd", weet pater Van] zelf van harte celibatair! Ben bleef nog langer ging het door haar dt niks. Zoek maar weg. En prompt kreeg tg- bij terugkeer op Vera's overspannen had het gevoel: ik heb ?egd. Ik heb haar op omen met de gedachte el zou veranderen. Nu Ik heb toen voor Maar zij had mij in- hreven. Zij wilde niet "Hij zei me: ik ga met sn de bisschop praten, w in zee gaan. Het liet koud. Dat was zo iets If". 973. Vera blijkt Ben jvervallen te hebben, nd het al veel eerder liet zijn hele leven al- ven. Het was niet eens in priesterwijding dat voor het eerst door rg. Niet alleen de oor- in hadden hem tot het bewogen, ook het velijk van zijn ouders, Ben's eigen bewoor- matig verrot sloegen, ar gingen ze uit elkaar, gescheiden ouders - z0 t althans gevoeld - was seminarie- en klooster- t welkom. Wel bij de in 1950 vertrok hij naar zijn studie daar zat hij 7 nderwijs en 10 jaar on- nen in het Amazonege- jwde er kerken, kapel" in. Hij zette een melaat- ip poten en een sanato- was en is nog moor- 12 komt Ben Strik voor ug in Nederland. Ziek- i een vol jaar om te her- i maakt zijn eerste it geld is voor zijn werk volgende pagina De gemeenteraad voor het water Door Paul de Schipper DANKZIJ pijn, moeite en eelt op de handen hielden onze voorouders droge voeten. De dreiging van het water dwong tot een collectief besef dat dijkonderhoud van levensbe lang was. Iedere grondeigenaar kende plicht om onderhoudswerk te doen aan dij ken en sloten. In de middeleeuwen or ganiseerden de graven van Holland en Zeeland de afweer tegen het wa ter. Al in 1286 onstond zo het Hoog heemraadschap van Rijnland en in 1319 het Hoogheemraadschap van Delfland. Het zijn nu nog twee van de belangrijkste waterschappen in ons land. Waterschappen, ook wel hoog heemraadschap, polder of dijkring, zijn zelfstandige instanties die niet rechtsstreeks afhankelijk zijn van de overheid. Ze hebben een publiekrech telijke status en dat betekent dat ze overheidsgezag kunnen uitoefenen net zoals gemeenten en provincies. Het waterschap kent een dagelijks bestuur: de gezworenen met aan het hoofd de dijkgraaf. Het bestuur wordt gekozen uit de algemene ver gadering van hoofdingelanden. Het waterschap stelt reglementen vast en legt belastingen op. Het gezag van de dijkgraaf betekent tot in de negen tiende eeuw ook het uitoefenen van de rechterlijke macht. De dijkgraaf kan zelfs de doodstraf uitspreken als een boer het hem toegewezen stuk dijk niet onderhoudt. De dijkgraaf controleert de dijk drie keer per jaar. Komen er bij zo'n 'schouw' gebreken aan het licht dan kan de onderhoudsplichtige onmid- delijk aan de slag. De dijkgraaf en z'n gezworenen verblijven onderwijl in de dichtstbijzinde kroeg om er op kosten van de betrokken boer de keel te smeren. De dijkgraaf is ook generaal van het dijkleger. Als hij bij storm de noodklok luidt moeten de vooraf aan gewezen ingezetenen van het dorp met kruiwagen en schop naar de dijk. Het dijkwacht lopen wordt in de ne gentiende eeuw zelfs wettelijk ver plicht. Dikwijls sprong de mens nogal lichtzinnig om met de waterkering, meestal uit eigenbelang. Zo is bekend dat het 'zoutzieden' in Zeeland en West-Brabant talrijke dijkdoorbra ken heeft veroorzaakt. Zo ook het 'da- rinck delven' aan de binnenzijde van de dijken. De 'darinck' dient de mid deleeuwers als brandstof. Eenmaal afgegraven blijft er zout over, maar is de dijk ondermijnd. In de loop der eeuwen ontstaan er in Nederland honderden waterschap pen, dijkringen en hoogheemraad schappen. De concentratie-drift van de laatste decennia maakt dat aantal weer wat kleiner. Zo ontstond in 1970 het Hoogheemraadschap West-Bra bant. Zeeland kende rond 1920 nog driehonderd waterschappen. Nu zijn dat er nog zeven en een verdere con centratie in Zeeuwsch-Vlaanderen is aangekondigd. Eeuwenlang hebben de boeren het voor het zeggen gehad in het 'polder bestuur'. De dijkgraaf is dikwijls een gegoede boer. Vergaderingen gaan gehuld in wolken van sigarenrook. Na afloop volgt de jonge borrel. De gezworenen van het polderbestuur van de Passageulepolder in West- Zeeuwsch-Vlaanderen nuttigen tij dens hun vergadering van 1 mei 1902 een menu met: Soep, tarbot met eier- saus, kalfsvlees en salade met paling. i» den nieuw hedijkien Van Ihmnëpolder Het BESTUUR van óm 0Ê&M4PQLM& te a. ml in heil «pëttb&W! tr&chwn ie verpachten, vwr de» tijd va« negen jacsn, op WOU. dm vmfmlddsgs elf «rat, tn hot. lokaal van at Weduwe A. FBANSHET op do Sfsagti van te tJzendijke O «en nieuw Hdjjktiftt Van Dunnèpolder te Btervlltft >h'tiippin?i, vnrifeelS In 10 kavels, Van ka vol f 0 sajn gronden! in erfpacht te befeosnen vo ten tijd van 30 üchw5reetiv<%t?nd<! jaren. 1m> *x.x:~ lil» wleSjSMJ ka >u»3tctr. >ie<. De verpachting van nieuw ge wonnen grond Maar goed, dat is in een tijd dat ze nog tol kunnen heffen voor de polder wegen: 0.02 cent voor een loslopend paard of een muilezel en 1 cent voor elke aangespannen hond. „Waterschappen, oudemannetjes- besturen", schrijft een Zeeuwse ak- tiegroep nog in 1970. De democratie van het waterschap, was de democra tie die bepaald werd door grondbezit. Half de jaren '70 komt daarin veran dering. Het waterschap krijgt er wa terkwaliteitsbeheer als taak bij en daarmee het recht tot het innen van een verontreinigingsheffing. Zo ko men er vertegenwoordigers van huis houdelijke en industriële vervuilers in de algemeen bestuur. Het waterschap verkrijgt gelden uit de 'polderlasten', maar ook via de verontreinigingsheffing. Verder zijn er uitkeringen van het rijk voor het onderhoud van de zeeweringen en voor de verbetering van waterbe heersing en het aanleg en onderhoud van polderwegen. „We willen laten zien waar dat geld naar toegaat. De burger betaalt om ons te laten functioneren. We willen de mensen nu tonen wat er achter de dijk gebeurd als de polderwegen zijn afgesloten. Dat zien ze dikwijls niet, maar komt wel elk jaar een girootje in de bus". Jaap Boekhout, hoofd technische dienst van het Zeeuwse waterschap 't Vrije van Sluis wijst op een namaak-dijkglooiing van Vil- voordse steen, afgezet met karaktris- tieke houten paaltjes. Het is een stuk je zeewering zoals we dat teintallen jaren gekend hebben langs de Bra bantse en Zeeuwse wal. „Zo doen we het niet meer", zegt Boekhout en hij wijst op nep-paal hoofd, overgoten met steenasfalt „dat gebruiken we nu. Het is een soort pudding om de stenen vast te houden. Het is niet zo milieuvriendelijk maar wel efficient. Stormt het een keer en heb je in een dijk met een gewone ste nen glooien honderd meter schade dan heb je met dit spul maar tien me ter. Zo sterk is dat". i v; room Boekhout is verantwoordelijk voor de inrichting van de expositie 'Het waterschap over de grenzen heen' in het Streekmuseum IJzenzijke. De naam en de daaraan verwante opzet moet hij de veranderde betekenis van het waterschap onder de ogen van de burger brengen. „Dat is noodzake lijk", vindt hij „de boeren hebben het nog steeds een beetje voor het zeggen en dat moet anders worden". De expositie geeft een overzicht van de vier moderne taken van het waterschap: het onderhoud van wa terkeringen, openbare waterlopen, openbare polderwegen en het water kwaliteitsbeheer. De oudste en meest tot verbeelding sprekende taak, onderhoud van de zeewering, wortelt in het ontstaan van de waterschappen. Dat is het verhaal van doorbraken, dijkvallen en nieuw gewonnen grond. Afvoeren en geleiden van regenwater via ge malen en uitwateringssluizen kwam er als vanzelfsprekend bij. Zo ook het werk aan de tertiare wegen in de pol der. De expositie toont foto's van de aanleg van de beroemde, dan wel be ruchte kasseienwegen, de kinderkop jes die zo menig cardan van z'n olie beroofden. De meeste van die 'grint- keiwegen' zijn onder het asfalt ver dwenen. Boekhout: „Gek is dat, maar nu hebben we er de grootste moeite om zo'n weg een andere fundering te geven. De functie is veranderd. Zo'n weg heeft nu een landschappelijke waarde gekregen net als veel binnen dijken. De kinderkopjes zijn be schermd". Jaap Boekhout vertelt hoe een dijkval werkt - F0T0 S DE STEM COR J DE BOER Boekhout ziet ook de heroïek van het werk bij 'de polder', in zekere zin nog steeds monnikenarbeid. In een gids bij de tentoonstelling beschrijft hij overpeinzingen van een dijkwer ker: Gezwoegd mijn hele leven lang aan deze dijk wat zie je er nog van niets zand erover Het 'onderhoud' van het water is de meest recente taak van het water schap. Op de expositie is een zuive ringsinstallatie op schaal nagebouwd. Het apparaat toont feilloos wat er met vuil slootwater gebeurt. Onder de mini-zuivering is veiligheidshalve een grote plastic bak geplaatst, voor lekkage! Je weet maar nooit. Simpel en doeltreffende, inderdaad. De sche matische aanpak van de expositie staat er borg voor: AIS'ZodaEag is „Het waterschap over de grenzen heen" ze ker een uitstapje waard. Anno 1985 bestaat het bestuur van het waterschap nog steeds uit de dijk graaf en zijn gezworenen. De algeme ne vergadering van hoofdingelanden wordt eén keer per zes jaar gekozen door de stemgerechtigde kiezers. Het gaat daarbij om twee categoriën. Ten eerste diegenen die binnen het water schap eigenaar zijn van een onroe rend goed van tenminste twee hecta re of minimaal honderdvijftig gulden aan grondbelasting betalen. Ten tweede diegenen die worden aange slagen voor verontreinigingsheffing. Milieu, planologie, landschapsbe heer, het zijn allemaal termen die zijn opgenomen in de woordenschat van het moderne waterschap, ook al wordt er nog wel eens een 'jonge' ge nuttigd. Het waterschap is dichter bij de burger gekomen en niet alleen als het gaat om giro-blauw. Het waterschap is een 'gemeenteraad voor het water' geworden. Expositie 'Het waterschap over de grenzen heen'. Tot 15 september. Streekmuseum IJ - zendijke. Maandag t/m vrijdag 10-12 uur en 13.30-17.30 uur. Zaterdag, zon- en feest dagen van 14-17 uur. Vervolg van de vorige pagina IN 1967 betrekt Ben een eenman spost. Het plaatsje Gi-Parana telt nauwelijks 5000 inwoners en ligt midden in de rimboe. Anno 1985 is het overigens een stad van 250.000 inwoners geworden. De tijd in Gi- Parana heeft Ben doorslaggevend getekend. Toen begon bij hem al de vraag te spelen of hij wel alleen moest blijven. Niet dat zijn sexuali- teit hem in de weg zat, zegt hij. „Ik ben van huis uit een vrijbuiter, al tijd geweest. Maar in zo'n mannen maatschappij als het klooster was alles toch gericht op je eigen ziel en zaligheid. Als je dan in de werkelij ke wereld komt, merk je dat je ook een lichaam hebt dat aandacht vraagt". In dezelfde tijd kwamen in Brazi lië de eerste basisgemeenschappen van de grond. Ben had van zijn bis schop de opdracht gekregen in Gi- Parana een kerk te bouwen, het zie kenhuis af te bouwen en ten derde iets voor de boeren te doen. In die tijd was er een grote trek van boe ren van het zuiden van Brazilië naar het noorden. Armoe, ellende en dood was veler lot. Ben Strik draai de de volgorde van zijn opdracht ra- dikaal om. Hij begon te werken aan een landbouwcoöperatie en daarbij kwam zijn tijd als onderduiker op een boerderij zeer goed van pas. De bisschop bleek dat landbouw- coöperatiewerk uiteindelijk niet te steunen. Ben trok zelf meer mensen aan: broeders Maristen als land bouwdeskundigen, twee Nederland se en een Braziliaanse zuster voor de gezondheidszorg in het zieken huis. Ze vormden op zeker moment een religieuze gemeenschap van 12 mannen en vrouwen in Gi-Parana. Niet de kloosterregels stonden er centraal, maar een familiegeest. En voor Ben Strik kwam het vaster en vaster te staan dat hij niet zijn hele leven alleen wilde blijven: „Celiba tair leven is een gave, die je niet kunt afdwingen." Intussen was in Brazilië de mili taire dictatuur opgekomen. De gale- sianerorde greep in de gemeenschap van Gi-Parana in, want die levens vorm was tegen de geest van de or de, zo werd gezegd. In 1971 is Ben Strik andermaal aan het eind van zijn krachten en gaat ziek naar Ne derland. Hij weet dan dat hij niet meer terug kan keren: zijn werk wordt onder de dictatuur subversief geacht en hij is al met de dood be dreigd. Een gehuwd priester is in Brazilië ook nog een onmogelijk heid; samenleven is geen punt, komt althans op niet geringe schaal voor zonder problemen te geven voor wie dan ook. Ben wil echter met iemand in zee gaan zonder te weten wie. De ze Ben Strik ontmoet Vera Buitinga in Beverwijk. Na die eerste, persoonlijke crisis breekt niet bepaald de zon door. Ben had een goede vriend, naar hij dacht, iets van Vera verteld. Achter hun rug om bracht deze 'vriend' het hele koor van Vera op de hoogte plus de vrijwliigers van de stichting 'Brazilië op weg'. En dat met de dui delijke boodschap dat dit onaan vaardbaar was. Vera: „Toen klapte ik totaal in. Ik kon niet meer. Maan den ben ik thuis geweest". We schrijven 1975. Ben en Vera trouwen. Ze willen dat in een kerk doen, want per slot van rekening is de zaak kerkrechtelijk geregeld. Al le kerkdeuren blijven voor hen ge sloten. Als de pastoor het niet is, heeft het kerkbestuur wel bezwa ren. Uiteindelijk ergens in Haarlem kan het dan. Broers van Vera ble ven weg. Vera ontving op haar trouwdag een condoleancebrief - uiteraard anoniem. Het huwelijk kon niks worden, luidde de bood schap, want ze had een priester ver leid. Vera had een vaste aanstelling aan de katholieke lagere school waaraan ze verbonden was. Bij te rugkeer op school na haar ziekte bleek in haar plaats een andere leerkracht te zijn aangenomen. Van het bestuur kreeg ze te horen dat zij door haar relatie met pater Ben Strik de school in opspraak had ge bracht. Of ze maar elders wilde sol liciteren. Maar onder dezelfde schoolbestuurders, zo vertellen Vera en Ben beide, gaf partnerruil blijk baar geen opspraak, want dat werd druk in praktijk gebracht. Overal waar Vera haar gezicht laat zien in Beverwijk, vallen ge sprekken stil. De blikken vertellen: „Zij leeft in zonde". Een pastoor stelde op de preekstoel openlijk de vraag of Ben en Vera in zijn kerk met kerstmis nog wel konden zin gen. Nee dus. Maar dat niet alleen. De stichting 'Brazilië op weg' krijgt zeer harde klappen. Van de 10.000 bulletins - zeg maar donateurs - lo pen er 8000 weg. De helft van de le den van het koor loopt weg. De ver koop van de grammofoonplaten schrompelt in tot een kwart. Vele pastoors zeggen op het allerlaatste moment een afspraak om in hun kerk te komen zingen af. Gemaakte onkosten worden dan niet vergoed. „Het is een wonder dat de stichting niet kapot is gegaan", zegt Ben nu nuchter. Vera kan het in Beverwijk niet meer uithouden en Ben ook niet. Het paar vertrekt naar Breukelen. Vera is volgens afspraak kostwinner zo dat Ben voor Brazilië kan blijven werken. „Ondanks alle strijd heb ben we een mooi leven gehad tot nu toe", zegt Vera. Het paar woont nu in Asperen onder de rook van Leer dam. Zijn ze verbitterd tegenover de kerk en de kerkgemeenschap? Voor beide bestaat het kerkinstituut niet meer. Maar wel basisgemeenten. Ben is pas twee jaar geleden gestopt met het werk voor de stichting 'Bra zilië op weg'. Maar hij is nog altijd Braziliaan genoeg dat voor hem vaststaat dat de kerk uit de basis geboren moet worden en anders niet kan bestaan. En Vera: „Ik probeer in mijn leven met gelijk gestemde mensen die we ontmoeten, het Nieu we Testament gestalte te geven. Het pastorale is nooit uit ons leven weg geweest. Van ons verleden hebben we geen last meer. De crisis die Vera voor hun hu welijk doormaakte, kreeg Ben daar na. Een identiteitscrisis. Nu klinkt het rustig: „De gehuwde priester is in de ogen van het kerkinstituut niets meer dan een mannelijke prostituee." Zou de paus vandaag melden dat voortaan de gehuwde priester geaccepteerd is, zal Ben Strik niet reageren. Maar zou van uit de basis van de kerk een beroep op zijn priesterschap worden ge daan, dan zal hij geen moment aar zelen. En Vera zou hem bijstaan. En dat zouden vele gehuwde priesters met hun vrouwen doen, zo blijkt uit de correspondentie die Ben en Vera als secretariaat van de GOP ont vangen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 19