BOEKEN Toegevoegde waarde boeken Boeiende roman over gespletenheid van Soedanese cultuur Joseph Heller speelt een spits spel met de bijbel Robert morge in Teri Judy van Emmerik slaat literaire keurmeesters om de oren OVER GESPROKEN Nieuwe show DONDERDAG 11 APRIL 1985 Jace van de Ven als dichter rond 'een verleden HUÏÏC DONPERDAG 11 APRIL EO-radio in Terneuzen Suske en Wiske: An Appie Happie en St Tl Pogingen om los te komen van het seminarieleven Door Henk Egbers „Het is allemaal begonnen op het Oelbertcollege in Oosterhout, toen het nog se minarie was. Jasper Mik kers (Trolsky), Antoine Uit- denhage (nu regisseur Ro- theater) en ik wilden aan vankelijk capucijner wor den. We werden er tegelijk op een zeer bepalende ma nier in het klassieke cultu rele leven binnengeleid." Jace van de Ven uit Til burg vertelt naar aanleiding van zijn onlangs verschenen dichtbundel 'Kroniek van Verlangen', door Frans van der Ven (Valkenier) heel klassiek gezet. „Zij hield van ons met achten Met achten wij van haar Met liefde niet in evenwicht Zij hield van ons met achten Wordt ab soluut de hand gelicht Een echtpaar of een achtpaar Zij hield van ons met achten Met achten wij van haar"Een 'cercle d'a- mour' van acht jongens op een seminarie (of net semi narie-af en zogeheten open kostschool- college) dromen over Anne. Jace van de Ven heeft die puberteitsdromen omgezet in spottende son netten. De recensenten ra ken in verwarring. Heel veel mannen zijn nooit over hun jongensdromen rond de vrouw heengekomen. Het onvolwassen geklets over vrouwen beheerst kantoor, fabriek en Ster-spotjes. Jan Elemans kan er in 'Brabantia' niet mee uit de voeten. Ten Boogaard, vast medewerker van het Nieuwsblad, zegt in zijn re censie, dat de lezing van de ze bundel hem 'een vrolijk soort geluk' bezorgde. Maar omdat Jace kunstredacteur is bij deze krant werd deze 'verdachte' recensie terzijde gelegd; even kneuterig als het thema waarom in deze gedichten vrolijk gelachen wordt! Want hoe vrolijk ook, het gaat om een jongensach tige benauwenis, die talloze kerels tot in hun kist niet verlaat Jace (35): „Daar in Ooster hout - 1962-1969 - meende ik de Vondel van de 20e eeuw te worden. Ik schreef een epos van 2000 verzen (Ze phyr) en maakte met Antoi ne twee dichtbundels, waar van directeur De Wijer zo onder de indruk was, dat hij zei: „Ik zal ze de gecommit teerden bij het examen voorleggen." Maar mijn va der zag een letterkundige loopbaan niet zitten en zei 'wor mar avecaot'. En Jas per: „Niet zo gek, want dan moet je de taal beheersen. En letterkundige Aldert Walrecht: „Mogelijk is het beter geen Nederlands te studeren.' En ik zelf: „Jour nalist wil ik niet wor den" Zo kwam er uit het Brabantse Leende een rech tenstudent naar Tilburg, die al spoedig meedraaide in de eerste rechtswinkel van het land; politierechterverslag- geving voor de krant uit Til burg ging doen en jaren, on der het pseudoniem Justus, populaire columns schreef in het blad van de hoge school. Sedert 1981 is Jace 'mr', maar heeft geen enkele behoefte om die titel voor zijn naam te zetten. Journalistiek Jace: „Bleek dat ik toch wilde schrijven. En eerlijk gezegd: de journalistiek waarin ik verzeild raakte, leerde me, dat ik mezelf overschat had. Hoewel journalisten overschatten zichzelf ook nogal! Via die klassieke seminarie-oplei ding zat ik erg vast aan de Tachtigers. Om onder meer daaraf te komen, ben ik gaan ironiseren. Dat is ook te zien aan de stijl van de dichtbundel over Anne. Ik demonstreer, dat ik weet hoe ik een sonnet moet schrij ven. Het klopt allemaal. Te gelijk banaliseer ik dat om ervan bevrijd te worden; om los te komen van dat Ooster- houtse seminarieverleden! Toen ik in 1969 in de revolte rende Tilburgse studenten gemeenschap terecht kwam, liep ik er wat vreemd rond; merkte hoe eenzijdig mijn culturele voeding daardoor geweest was. Ik moest er echt aan dood gaan om erboven uit te ko men. Daarom schreef ik de dichtbundel - ook ironisch - 'Mijn tragische ziekte en dood'. In het gedicht 'Uit vaart' ga ik literair dood. Tevens neem ik afscheid van een verleden. „Plaats mijn kist geopend in het voorportaal Ook het glazen deksel weggeschoven Mijn geur moet penetreren in de zaal Als men om mijn dood de Heer gaat loven. Ik geef mijn ziel niet om wat wie rook en een krans In dit lijf alleen wilde zij rusten En dat het scheiden moest, te jong en zonder kans Te krijgen, daar zal men nu van lusten. Wat moet die klets majoor daar in zijn paarse pak Wat lult ie daar van dwaas te zijn of wijs: Hij mag van mij zijn hellevuur gaan stoken. En jij ginds op het orgel, grijze maniak Zet af dat faldera of ik ver rijs O nee? hoedt jullie dan, het zal hier spoken!" Trolsky Jace las indertijd in het publiek de gedichten van zijn vriend Jasper Mikkers, die onder de naam Trolsky opereerde en bij De Bezige Bij uitgaf. Van de Ven her innert zich nog het moment dat De Stem, als voorpagi na-nieuws, de identiteit van Trolsky onthulde. Geen leu ke herinnering. Er was ver warring ontstaan tussen Ja ce en Jasper; leuk om uit te spelen. Het spel was uit! Ja ce: „Martin Ros van de Ar beiderspers vroeg me na zo'n voorlezing: wie ben jij eigenlijk? Ik antwoordde door uit mijn hoofd te dich ten. Eigen verzen. 'Dat is oer!, zei hij. 'Dat moet in het tijdschrift Maatstaf.' Maar de rest van de redactie zag het niet zitten. Toen vroeg Frans van de Ven/Valkenier me of hij mijn gedichten mocht uitgeven. Dat was het begin van mijn poëzie in druk." Intussen had hij met H.H. ter Balkt en Trolsky zoge naamde Stickergedichten (opplakbare muzische vel letjes) uitgegeven. Een citaat daaruit: ..„Redt mij van sfeermakerij en Van par- fors-retorica Had mij dan Jace van de Ven. pastoor gemaakt, ik Preekte in de gloriaJace is nog steeds niet van het se minarie af... Jaren later verschijnt dan zijn 'Kroniek van Verlangen'Behalve 'mannenpraat' - niet ont groeide jeugddromen - komt er ook nog eens een semina rie/kostschool, onder leiding van paters, aan te pas; een taboe-instituut waar alles wat met 'vrouw' samen hangt op slot zat. Voedings bodem voor dubbele onwer kelijke dromen. Droom kastelen in het kwadraat. „We bouwden een kast van een villa voor Anne Voor ieder een kamer, twee kamers voor haar Een aanbouw voor nieuwe ver slingerde mannen Beneden een knaap van een living met bar. Dus bouw den we om onze villa een muur En schermden ons af van het leed om ons puur Te richten op haar, ons hou vast, onze mythe"De kloostermuren spreken nog steeds. Legere psychothe rapeuten zijn nog altijd be zig ze te slechten... Jace van de Ven probeert het op te lossen met bombastische ironie; bewust sneerend. Li teratoren roepen: Foei! Lot genoten kermen: Au! Er wordt wat afgeleden in dichtbundels. De schone schijn bedekt daarbij veel. Jace van de Ven ontmas kert; onbarmhartig. Niet al leen anderen, maar ook zichzelf. Een eresaluut aan de kalverliefde; een dood steek naar de verkrampte seminaries. Jace: „Ik moest dat wel zo doen. In de tijd dat ik een epos schreef, lag ik op de knieën voor een on werkelijk vrouwbeeld. „Hoe heette zij jouw eerste liefde? Was Zij ook die afgodin? Ik koketteerde Met haar op - FOTO VAN EIJNDHOVEN hoge tonen in mijn klas, Maar zij wist niet dat ik haar zo begeerde II Ook al mijn vrienden waren groen als gras. Net zo pedant als ik deed, fantaseerden Zij zelf hun lief, O dromen die en masse In niet te stuiten honger culmineerden" Drie jongens in dezelfde pyjama, drie jongens in uni forme bedden, drie jongens met 'obscene' gebaren Het publiek herkent het: de kostschool, het seminarie, de nooit te boven gekomen jon gensdroom. Jace van de Ven heeft met twee vrienden zijn dichtbundel 'Kroniek van Verlangen' omgezet in een toneelstuk. Ze trekken er mee rond. Het slaat aan. La chen en tegelijk 'au' roepen. Muziek, beweging, humor. Jace wil ook meer voor to neel schrijven. Voor het openluchttheater van Oos terhout schreef hij met twee anderen 'Er zijn grenzen'. Hij is bezig aan een stuk, dat op de Rechte Hei in Alphen moet spelen; een solostuk voor een archeoloog, die die hei benadert alsof het de bronstijd is. Op 24 april gaat in de Tilburgse Eglantier een eenacter in première. Jace van de Ven spot zijn eigen onzekerheid weg. Het ligt voor de hand, dat critici die dat herkennen zijn dich ten ontkennen. Zelf herkent hij zich nog in wat hij dicht te: .„Alles in me is op hol geslagen. Buiten me is al les jou. Jij spant, Ontspant, vult en overvult mijn dagen, Annelief, het leven staat in brand"En toen was po- pie Jopie er nog niet. Kun je nagaan! Op de brandstapel met die Van de Ven! Jace van de Ven: 'Kroniek van verlangen'. Uitg. Gianotten, prijs 10,- Dit is een tweedehands kro- niekje. Een bescheiden zij lijntje naast het met zoveel vaart bereden literaire cir cuit. In deze rubriek wil ik graag iets van mijn verwon dering kwijt, verwondering die boeken van vroeger bij mij oproepen. Sommigen zeggen dat het nutteloos is om over tweedehandse, lite raire vondsten te schrijven. Wat voor een aanbevelen de, c.q. ontradende werking kan daar nu van uitgaan Tegenover die feitelijk juiste constatering staat mijn po ging om een vleugje herken ning, verrassing of herinne ring bij U op te roepen. Een rubriekje dat ook iets bij U wil overbrengen van het on peilbare plezier, dat boek liefhebbers beleven aan hun speurtochten door de rijen boeken die van gisteren zijn. Boeken die de schok van de eerste liefde bij U terug roe pen. Een oud boek is nu een maal niet hetzelfde als een oude hoed. Een hoed blijft in mijn ogen altijd een eerbied waardig hoofddeksel. Hij heeft de mens die er zich mee tooide beschermd tegen re gen of kou en anderen her kenden de drager juist door die hoed, die hem sportiever, mannelijker of waardiger deed zijn. Met alle respect, maar ik zal toch geen hoed. van een ander kopen. Een boek kopen, dat al eens van een ander is ge weest, verschaft een soort toegevoegde waarde aan de nieuwe eigenaar. Er is geen sprake van deklassering en in de eigen boekenkast vindt ook geen rubricering plaats naar oud en nieuw. Het oude boek krijgt dezelfde liefde volle plek in de rijen van nieuwe aanwinsten. Buiten die ideële waarde is er natuurlijk ook sprake van een heel ordinaire bezitlust, een hebzucht dus die de speurtocht naar oude boeken een extra spannende dimen sie geeft. Een eerste druk van Carry van Bruggen's 'Het Huisje aan de Sloot' of een Duimpjes Uitgave van Stijn Streuvels' 'Oogst' te mogen vinden, bezorgt de verzame laar van oude boeken het cu rieuze gevoel dat het lot hem een primeur in handen heeft gespeeld. Soms biedt de Tweede Keus een bibliofiel ook een tweede kans. Wie verzuimd heeft of vanuit de tijd niet bij machte was om al bij de eerste druk toe te happen, kan dat verzuim nu bij verrassing goed maken. „Eerste druk" schrijft de an tiquair dan voor in het boek, bij wijze van verontschuldi ging voor de hogere prijs. Behalve die verrassing kleeft aan het oude boek het geheim van de vorige bezit ter. Ik vlak die nooit uit. Dat is die toegevoegde waarde. Wie in een boek iets meer ziet dan een hoed of een paar sokken, die uit noodzaak zijn aangeschaft, die schrijft iets ter herinnering of ter vere ring in het boek. In mijn 'Ausgewahlte Gedichte' van Rainer Maria Rilke schreef de vorige bezitter op 9 sep tember 1939 'ter herinnering aan het weerzien op den Ok- kenbroek'. Ik sjouw dit boek je al vele jaren mee de ber gen in en één keer heb ik er in zitten lezen, toen de trein in denderende vaart voorbij reed aan de kerk en het graf in Raron, waar de dichter begraven ligt. Het boekje is ook een beetje van de andere onbekende gebleven. En wie was Mientje Goe- degebuure, die op 23- 26 maart 1922 van juffrouw La- roers 'Kleengedichten' van Gezelle kreeg?. Een vriendin vond het boekje in 1975 en gaf het mij. 'Van Jeanne' schreef zij er voorin en „de goe, de goe gedachten, be waar ze wel". Geeft U het maar toe. Zoiets schrijf je toch niet in de rand van een oude hoed. Vogel Door Henk Egbers Uitgevers hebben de derde wereld ontdekt. Deze uitgever heeft, wat je noemt, baanbre kend werk verzet in Zuid- Amerika. Andere uitgevers hadden inmiddels Afrika ont dekt. Boeken uit Algerije, An gola, Kenya, Malawi, Marok ko, Senegal, Zuid-Afrika etc. liggen allang in de winkel. Tayyib Salih stamt uit Soeda- nees gebied, dat vanuit Neder land bij ons weten literair nog niet zo verkend is en nu mid den in de actualiteit staat. Nu is Salih echter een keu rige westerling geworden. Na zijn studie in Engeland werkte hij jarenlang bij de BBC; daarna een tijdje in Quatar aan de Arabische Golf en woont nu weer in Londen. Wat is er dan nog authentiek Soe- danees aan zijn manier van schrijven? Het interessante van deze roman is, dat hij zijn beide werelden inzet. Dat hij zijn eigen ervaring - een ge spletenheid tussen twee cultu ren - als uitgangspunt neemt en dus geen nostalgische folk lore pleegt. En daaruit is een heel intrigerend boek vanuit de Arabische wereld ontstaan. Terug in zijn land (vol 'le venswarmte, die ik zo lang had gemist in het land waar de vissen van kou sterven') no teert hij het verhaal van de in 1898 in Khartoem geboren Moestafa Sa'ied. „In die tijd maakte ons land voor het eerst kennis met scholen. De men sen vonden het een groot kwaad dat met de bezettings- groepen mee was gekomen." Maar de eerzuchtige Moestafa geeft zijn hersens de ruimte en leergierig als hij is, gaat hij zelfs naar Londen om te stu deren. Op 24-jarige leeftijd wordt hij lector-economie aan de universiteit van de Britse hoofdstad. De eerste Soeda- nees, die dit succes behaalt in de cultuur van de overheer sers. De tol blijkt echter groot te zijn! Zijn Afrikaanse gevoels leven wordt verstikt door de westerse wetenschap. Dat wordt vooral gedemonstreerd door zijn relaties met westerse vrouwen, die allemaal ten on der gaan aan zijn tragedie. Hij komt in de gevangenis vanwe ge moord. Moestafa's leven was een leugen. Op een hard handige manier zet Salih kolo- nialisatie, botsing van cultu ren en wraak bij elkaar in een zeer plastisch verhaal; ge schreven met een grote direct heid. Moestafa keert terug in zijn land en dan vindt het omge keerde effect plaats. Hij pro beert de wijsheid die hij in het westen heeft geleerd toe te passen ten bate van zijn land. Daarbij stoot hij op de eigen- heemse bourgeoisie, die het neo-kolonialisme dient. Moes tafa leert zijn mensen om coö peratief te werken, maar ver wijten zijn het loon. Hij sluit zich op in zijn kamer, waar zijn westers deel van zijn le ven in boeken en geschriften ligt opgestapeld. Moestafa, nu getrouwd met een vrouw uit zijn eigen volk, wordt letterlijk het slachtoffer van een moordende situatie, omdat i.e. Soedan en het wes ten haaks op elkaar staan. Eeuwen laten zich niet straf feloos binnen één mensenle ven overbruggen. Uiteindelijk concludeert hij: „Ik bedacht dat als ik op dat moment zou sterven, ik zou sterven zoals ik geboren was, buiten mijn wil om. Mijn hele leven had ik niet zelf gekozen of besloten. Nu nam ik een beslissing. Ik koos voor het leven.Het kon mij niet meer schelen of het leven zin had of niet" Kees Versteegh die 'Maw- sim al-hizjra ila sj-sjamaal' vertaalde, geeft in een na woord goede achtergrondin formatie en zegt o.a.: „Het is waarschijnlijk deze klinische en tegelijk zo meelevende blik op de Soedanese samenleving, die het boek tot een bijzondere gebeurtenis maakt" Tayyib schrijft weliswaar vrij klinisch, toch gaat de verma- Tayyib Salih. - FOTOMEULENHOftl nende vinger naar het kolo.1 niale Engeland. Maar wall moet je met een historischsI schuld vanuit het kolonialis.1 me? Het heeft geen enkele zin de nü levende mensen te be-1 schuldigen om een verleden I Dat werkt ook niet. Wel is t van belang te zien welke pa. I tronen een koloniaal verleden I wederzijds heeft ingeslepen Met dit inzicht en bewustzijn kunnen we samen verder. Ditl boek kan daartoe ongetwijfeld I een bijdrage leveren. Juist nul in deze dagen Soedan weerl wereldnieuws maakt met del rellen die er zijn, is dit niet overbodig. Tayyib Salih: 'Seizoen van de trek naar het noorden'. Uitg. Meulen. I hoff, prijs .29,50 Door Dirk Vellenga Wat gebeurt er als de spotlus tige Amerikaanse schrijver Joseph Heller zich gaat bezig houden met het herschrijven van een deel van het Oude Testament? Hij doet dat in zijn nieuwste boek, 'God weet', waarin koning David zijn vi sie geeft op in de bijbel be schreven gebeurtenissen. Heller laat zijn hoofdper soon dingen zeggen als: „Lek ker Beloofd Land! De honing was er, maar de melk brach ten we zelf met onze geiten binnen. De mensen in Califor- nië geeft God een fantastische kust, een filmindustrie en Be verly Hills. Ons geeft Hij zand. Cannes geeft hij een sjiek filmfestival. Wij krijgen de PLO". Koning David wordt in 'God weet' opgevoerd als een oude man, die wat wrokkig terug kijkt op zijn leven. Hij voelt zich in de steek gelaten door zijn vrouw Bathseba, die niet meer naar hem omkijkt, en dat terwijl sex in zijn leven al tijd een hoofdrol heeft ge speeld. David voelt zich meer kunstenaar dan vechter. Hij vindt dat hij voor 'het beste deel van de bijbel' heeft ge zorgd en anderen met zijn wijsheden zijn gaan pronken. Koning Saul wordt afge schilderd als een ziekelijke moordenaar en de wijsheid van Salomono wordt belache- NA HET grote succes dat Robert Paul vorig jaar in Terneuzen boekte, staat deze theater-vakman morgen weer in de Scheldestad met zijn nieuwe show 'Zo Ge piept'. Zoals zoveel vaderlandse show-sterren kiest ook Paul nogal eens één of meerdere Zeeuwse theaters uit voor een try-out van een nieuw programma. Over de inhoud valt dan ook nog nauwelijks iets mee te delen, behalve dat er in elk geval een aan tal splinternieuwe imitaties ten doop wordt gehouden. Pas in september gaat Ro bert Paul met 'Zo Gepiept' op toernee. Had hij vorig seizoen nog de hulp van gast-artieste Eileen Egas nodig, ditmaal gaat het om een one man show. Aanvang 20.00 uur. Toe gang 19,50; CJP/Pas 65 ƒ12,50. DE EVANGELISCHE Om roep maakt vandaag, don derdag, in het Terneuzense Zuidlandtheater radio-op- namen voor het familie- streekprogramma 'Uit 't land'. Aan dit programma wordt meegewerkt door het EO- huisorkest Psalter, maar ook door lokale coryfeeën als burgemeester C. Ocke- loen, directeur G. van Hou- weninge van het Haven schap Terneuzen, uitgever F. Pieters uit Groede en de Aardenburgse restaurant houder E. Cuelenaere. Aanvang 19.45 uur. Toe gang gratis. Joseph Heller. - foto agathaI Filmhuis Door Henk Egbers „Kom", dacht Judy van Em merik, „wie niet horen wil, moet maar voelen. Het moet maar eens afgelopen zijn met al die literaire kerels, die vrouwen onderuit halen. Ik zal hun de oren eens wassen." Op het stramien van 'maak van je hart geen moordkuil' schreef ze een boek: 'er moet nodig eens gelucht worden'. Het lijkt op zijn minst een ef fectief boek te zijn, want als de eerste tekens niet bedriegen, rollen de getergde kerels nu over haar heen. „In onze kleine en humane Hollandse samenleving, de moerassige westerse bescha ving, is de verblindende wer kelijkheid gigantisch... De werkelijkheid zoals die zich aan ons voordoet, is slechts schijn, uiterlijke schijn... Te lang heb ik me moeten ophou den op de binnenplaats van het intellectueel, literair kas teel en het gebazel van dever- blindende werkelijkheid tot vervelens toe moeten aanho ren. En wie er zich eenmaal in verdiept, ziet dat de morele en psychologische vrouwenont kenning en onderdrukking als de gewoonste zaak van de we reld over tafel geslingerd kan worden en onder de elitaire L van literatuur onze cultuur mag dienen.Op precies de zelfde wijze als Stiba (Stich ting Bestrijding Anti-semitis- me) bind ik in deze bundel de strijd aan tegen het anti-femi- nisme" Afgezien van deze laatste vergelijking, wat betreft de methode, probeert Judy van Emmerik heel kordaat man nen als Komrij, Büch, PC Grijs, 't Hart, Van Dis, Mu- lisch e.a. een koekje van eigen deeg te geven. Op een - meest al geslaagde - groteske ma nier; scheidend, ironiserend en tierend. Even pijnlijk verma kelijk als genoemde heren ple gen te zijn! Zij weet goed waarover ze het heeft, maar Judy van Emmerik. - FOTO NOVELLA heeft kennelijk genoeg van ge leerde betogen, psychologische verhandelingen of defensieve uiteenzettingen. De zweep er over! „Ik word zo misselijk van die loze, tekstvoyeuristi- sche straathondenplaspaal- roddel" De keurmeesters der litera tuur prijzen kletsverhalen, die thuishoren in roddelrubrie ken, de literatuur in, zegt zij. Maar er is niets nieuws onder de zon. Mulisch beweert, dat bij vrouwen gebrek aan talent is. Zijn mannelijk talent is on der meer in het tijdschrift Maatstaf terug te vinden. Een uit '83 stammend artikel over Perron-Vestdijk: "je reinste fokliteratuur!' In de NRC- mannenkrant kan Kousbroek (Panty genoemd) zijn gang maar gaan. Ook hij demon streert dat voor mannen sex gelijk staat met haat en ge weld. Professor Abraham de Swaan komt eraf als 'een geile hond'. En 'steeneik' Korthals Altes (minister) behoort tot het ras mannen, 'in wier on derbroekelastiek niet staat "je maintaindrai', maar 'vrijheid van drukpers'. 'Gerrit Komrij is een zwijn', die met zijn misselijk makend kleinburgerlijk gezwets wan- hoopssignalen van een ernstig ziek dier uitzendt en aan leed vermaak zijn titel satiricus dankt... Een 'zeer sexistisch, rolbevestigend en van mascu line waan bol staand artikel' van Dunning krijgt optaters. En 'het roemzuigend insect Büch' wordt als potentaat ge portretteerd. Brandt Corstius praat 'alsof hij nog altijd 24 is', Maarten 't Hart lijdt aan geestelijke verzieking en Van Dis is een columnist met 'pud ding van gisteren en een bo terham van tevredenheid', be legd met vrouwenhaat. Maar ook sexgenote, wijlen Annie Romein Verschoor moet het ontgelden om het proef schrift waarop ze in 1935 pro moveerde. Van Emmerik plaatst haar te weinig binnen de context van haar tijd. Ze mag haar binnen dit bestek 'een slachtoffer van een man nenmaatschappij' noemen, maar deze trap na is minder leuk (het boek is overigens niet leuk, maar loopt ook het gevaar afgedaan te worden als 'leuk'en 'gelachen dat we hebben met die meid van Van Emmerik'). De manier waarop zij de moderne - lelijke - kunst on deruit haalt en dit dan ge bruikt als vergelijkingspunt met angstige mannen, die 'de nieuwe vrouw in al haar pure eerlijkheid lelijk vinden' is niet zo gelukkig. Het doel heiligt niet altijd de middelen. Het doel: op een ongezouten manier de bestaande tegen stellingen in de man-vrouw verhoudingen te halen uit een verdoezelend sfeertje, dat door literaire 'leuke jongens' wordt opgebouwd, lijkt te lukken. Mogelijk geeft het mensen aanleiding om erover te dis cussiëren. Judy van Emmerik: 'Er meet nodig eens gelucht worden'. Uitg. Novella, prijs f 19.50) lijk gemaakt: „Die stomme I kloot probeerde éérlijk tel zijn". Het verhaal van de klei-r ne David die er in slaagde ós I grote Goliath uit te schakelen krijgt een nieuwe lezing. F vid mikte op de mond van es I reus, die maar stond te baze l len, maar miste en raakte hel voorhoofd. David geeft zijn ongezoutenI mening over bijbelse figurenI en toont zich teleurgesteld ml God. In de gesprekken die hij I voerde met zijn Schepper I komt de Laatste tevoorschijn I als een Verkondiger van wise cracks met gruwelijke i gen. Maar God geeft toe da l ook Hij fouten maakt. Uittil bijbel valt op te maken, vo.-l gens Heller, dat God er spijt van kreeg dat hij Saul koning I had gemaakt. 'God weet' is een komisct| boek, waarin heel spits ges] wordt met de bijbel. Maar zover te komen heeft Heller! wel eerst de bijbel en de ve.il verklaringen daarvan moeten I bestuderen. Zijn verhaal is ge-1 baseerd op de originele schriften. Die zondvloed vanl feiten is hij op speelse wij»! gaan ordenen en vervormer. Dat moet een hels karwei f" weest zijn. Heller zet David neer alsl een man van deze tijd, een af geschreven held die openlijs I spreekt over zijn angsten, zij»| lusten en zijn trots. Hij bruikt daarvoor de rauwe 1 van nu. Een ander kornis® I werkend foefje is dat Dayw niet aan tijdgrenzen is. Hij kan eeuwen en eeuwe'l vooruit kijken en praat vaail of hij in de twintigste eeu»| leeft. Joseph Heller schreef grootste deel van 'God w toen hij aan het bed gekw^l terd was. Drie jaar gelede.I werd hij getroffen doordeel heimzinnige Guilain-Barrt I ziekte en raakte hij Plotse °;l volledig verlamd. Hij is "I weer bijna hersteld. Die ®j genslag en het feit dat M l zijn vrouw scheidden na i lang huwelijk zijn verwerk' I Hit hnplr T&his 'God weet' eenM tieloos boek geworden. Het I ontzettend knap geschrev I en er valt veel te lachen, <J de noodzakelijke dramatis ondergrond ontbreekt. He I schrijft altijd afstandelijkj deed hij al in 'Catch-22' (F™,, I 'Something happened' I en 'Good as Gold' (1979). zaamheid en hunkering 1 liefde zijn de thema's die I levensverhaal van koning I vid herkenbaar moeten ma voor mensen in 1985. Grap? en bizarre dialogen verspe echter de weg naar het ge De afstand die Joseph H in acht neemt, is te maar een briljante bij' is hij wel. Joseph Heller: 'God Aga thon, prijs f32,50. HET FILMHUIS Zuidland in Terneuzen draait van avond U bent mijn moeder van Horst Konigstein. Aan vang 20.00 uur. ANTWEI Singel, Rode Zaal, donderdag 11 choreografie Fase door Rosas Reich. De produktie is een voort België. - Fakkeltheater, kelder, vanaf vi uur, de deuren van de kelder v straat gaan elke vrijdag en zat produktie is het spel van Stef I light Zone, met poëzie en humoi na de voorstelling om 21.00 uur e fé van K. Tanghe en A. van Mai begint om 22.15 uur. Het teater b< - Teater Tentakel, Diercxenstr; aanvang 20.30 uur, India song dc gen woensdag, donderdag, vrijda - Opera voor Vlaanderen, 12 ap: april aanvang 15.00 uur, Parasif Wagner. - Stadsschouwburg, van donder: aanvang 20.00 uur en zondag om pel, toneelstuk van N. Simon doo: -JMerksems kamertheater, van "7 uur, Frans Lamoen. Een pi

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 18