BOEKEN
Toegevoegde waarde
boeken
Boeiende roman over
gespletenheid van
Soedanese cultuur
Joseph Heller speelt
een spits
spel met de bijbel
Robert
morge
in Teri
Judy van Emmerik slaat
literaire
keurmeesters om de oren
OVER
GESPROKEN
Nieuwe show
DONDERDAG 11 APRIL 1985
Jace van de Ven als dichter rond 'een verleden
HUÏÏC
DONPERDAG 11 APRIL
EO-radio in
Terneuzen
Suske en Wiske: An
Appie Happie en St
Tl
Pogingen om los
te komen van het
seminarieleven
Door Henk Egbers
„Het is allemaal begonnen
op het Oelbertcollege in
Oosterhout, toen het nog se
minarie was. Jasper Mik
kers (Trolsky), Antoine Uit-
denhage (nu regisseur Ro-
theater) en ik wilden aan
vankelijk capucijner wor
den. We werden er tegelijk
op een zeer bepalende ma
nier in het klassieke cultu
rele leven binnengeleid."
Jace van de Ven uit Til
burg vertelt naar aanleiding
van zijn onlangs verschenen
dichtbundel 'Kroniek van
Verlangen', door Frans van
der Ven (Valkenier) heel
klassiek gezet.
„Zij hield van ons met
achten Met achten wij van
haar Met liefde niet in
evenwicht Zij hield van
ons met achten Wordt ab
soluut de hand gelicht Een
echtpaar of een achtpaar
Zij hield van ons met achten
Met achten wij van
haar"Een 'cercle d'a-
mour' van acht jongens op
een seminarie (of net semi
narie-af en zogeheten open
kostschool- college) dromen
over Anne. Jace van de Ven
heeft die puberteitsdromen
omgezet in spottende son
netten. De recensenten ra
ken in verwarring. Heel veel
mannen zijn nooit over hun
jongensdromen rond de
vrouw heengekomen. Het
onvolwassen geklets over
vrouwen beheerst kantoor,
fabriek en Ster-spotjes.
Jan Elemans kan er in
'Brabantia' niet mee uit de
voeten. Ten Boogaard, vast
medewerker van het
Nieuwsblad, zegt in zijn re
censie, dat de lezing van de
ze bundel hem 'een vrolijk
soort geluk' bezorgde. Maar
omdat Jace kunstredacteur
is bij deze krant werd deze
'verdachte' recensie terzijde
gelegd; even kneuterig als
het thema waarom in deze
gedichten vrolijk gelachen
wordt! Want hoe vrolijk ook,
het gaat om een jongensach
tige benauwenis, die talloze
kerels tot in hun kist niet
verlaat
Jace (35): „Daar in Ooster
hout - 1962-1969 - meende ik
de Vondel van de 20e eeuw
te worden. Ik schreef een
epos van 2000 verzen (Ze
phyr) en maakte met Antoi
ne twee dichtbundels, waar
van directeur De Wijer zo
onder de indruk was, dat hij
zei: „Ik zal ze de gecommit
teerden bij het examen
voorleggen." Maar mijn va
der zag een letterkundige
loopbaan niet zitten en zei
'wor mar avecaot'. En Jas
per: „Niet zo gek, want dan
moet je de taal beheersen.
En letterkundige Aldert
Walrecht: „Mogelijk is het
beter geen Nederlands te
studeren.' En ik zelf: „Jour
nalist wil ik niet wor
den" Zo kwam er uit het
Brabantse Leende een rech
tenstudent naar Tilburg, die
al spoedig meedraaide in de
eerste rechtswinkel van het
land; politierechterverslag-
geving voor de krant uit Til
burg ging doen en jaren, on
der het pseudoniem Justus,
populaire columns schreef
in het blad van de hoge
school. Sedert 1981 is Jace
'mr', maar heeft geen enkele
behoefte om die titel voor
zijn naam te zetten.
Journalistiek
Jace: „Bleek dat ik toch
wilde schrijven. En eerlijk
gezegd: de journalistiek
waarin ik verzeild raakte,
leerde me, dat ik mezelf
overschat had. Hoewel
journalisten overschatten
zichzelf ook nogal! Via die
klassieke seminarie-oplei
ding zat ik erg vast aan de
Tachtigers. Om onder meer
daaraf te komen, ben ik
gaan ironiseren. Dat is ook
te zien aan de stijl van de
dichtbundel over Anne. Ik
demonstreer, dat ik weet hoe
ik een sonnet moet schrij
ven. Het klopt allemaal. Te
gelijk banaliseer ik dat om
ervan bevrijd te worden; om
los te komen van dat Ooster-
houtse seminarieverleden!
Toen ik in 1969 in de revolte
rende Tilburgse studenten
gemeenschap terecht kwam,
liep ik er wat vreemd rond;
merkte hoe eenzijdig mijn
culturele voeding daardoor
geweest was.
Ik moest er echt aan dood
gaan om erboven uit te ko
men. Daarom schreef ik de
dichtbundel - ook ironisch -
'Mijn tragische ziekte en
dood'. In het gedicht 'Uit
vaart' ga ik literair dood.
Tevens neem ik afscheid
van een verleden. „Plaats
mijn kist geopend in het
voorportaal Ook het glazen
deksel weggeschoven Mijn
geur moet penetreren in de
zaal Als men om mijn dood
de Heer gaat loven. Ik geef
mijn ziel niet om wat wie
rook en een krans In dit lijf
alleen wilde zij rusten En
dat het scheiden moest, te
jong en zonder kans Te
krijgen, daar zal men nu van
lusten. Wat moet die klets
majoor daar in zijn paarse
pak Wat lult ie daar van
dwaas te zijn of wijs: Hij
mag van mij zijn hellevuur
gaan stoken. En jij ginds
op het orgel, grijze maniak
Zet af dat faldera of ik ver
rijs O nee? hoedt jullie
dan, het zal hier spoken!"
Trolsky
Jace las indertijd in het
publiek de gedichten van
zijn vriend Jasper Mikkers,
die onder de naam Trolsky
opereerde en bij De Bezige
Bij uitgaf. Van de Ven her
innert zich nog het moment
dat De Stem, als voorpagi
na-nieuws, de identiteit van
Trolsky onthulde. Geen leu
ke herinnering. Er was ver
warring ontstaan tussen Ja
ce en Jasper; leuk om uit te
spelen. Het spel was uit! Ja
ce: „Martin Ros van de Ar
beiderspers vroeg me na
zo'n voorlezing: wie ben jij
eigenlijk? Ik antwoordde
door uit mijn hoofd te dich
ten. Eigen verzen. 'Dat is
oer!, zei hij. 'Dat moet in het
tijdschrift Maatstaf.' Maar
de rest van de redactie zag
het niet zitten. Toen vroeg
Frans van de Ven/Valkenier
me of hij mijn gedichten
mocht uitgeven. Dat was het
begin van mijn poëzie in
druk."
Intussen had hij met H.H.
ter Balkt en Trolsky zoge
naamde Stickergedichten
(opplakbare muzische vel
letjes) uitgegeven. Een citaat
daaruit: ..„Redt mij van
sfeermakerij en Van par-
fors-retorica Had mij dan
Jace van de Ven.
pastoor gemaakt, ik
Preekte in de gloriaJace
is nog steeds niet van het se
minarie af... Jaren later
verschijnt dan zijn 'Kroniek
van Verlangen'Behalve
'mannenpraat' - niet ont
groeide jeugddromen - komt
er ook nog eens een semina
rie/kostschool, onder leiding
van paters, aan te pas; een
taboe-instituut waar alles
wat met 'vrouw' samen
hangt op slot zat. Voedings
bodem voor dubbele onwer
kelijke dromen. Droom
kastelen in het kwadraat.
„We bouwden een kast
van een villa voor Anne
Voor ieder een kamer, twee
kamers voor haar Een
aanbouw voor nieuwe ver
slingerde mannen Beneden
een knaap van een living
met bar. Dus bouw
den we om onze villa een
muur En schermden ons af
van het leed om ons puur
Te richten op haar, ons hou
vast, onze mythe"De
kloostermuren spreken nog
steeds. Legere psychothe
rapeuten zijn nog altijd be
zig ze te slechten... Jace
van de Ven probeert het op
te lossen met bombastische
ironie; bewust sneerend. Li
teratoren roepen: Foei! Lot
genoten kermen: Au!
Er wordt wat afgeleden in
dichtbundels. De schone
schijn bedekt daarbij veel.
Jace van de Ven ontmas
kert; onbarmhartig. Niet al
leen anderen, maar ook
zichzelf. Een eresaluut aan
de kalverliefde; een dood
steek naar de verkrampte
seminaries. Jace: „Ik moest
dat wel zo doen. In de tijd
dat ik een epos schreef, lag
ik op de knieën voor een on
werkelijk vrouwbeeld. „Hoe
heette zij jouw eerste liefde?
Was Zij ook die afgodin?
Ik koketteerde Met haar op
- FOTO VAN EIJNDHOVEN
hoge tonen in mijn klas,
Maar zij wist niet dat ik
haar zo begeerde II Ook al
mijn vrienden waren groen
als gras. Net zo pedant als
ik deed, fantaseerden Zij
zelf hun lief, O dromen die
en masse In niet te stuiten
honger culmineerden"
Drie jongens in dezelfde
pyjama, drie jongens in uni
forme bedden, drie jongens
met 'obscene' gebaren
Het publiek herkent het: de
kostschool, het seminarie, de
nooit te boven gekomen jon
gensdroom. Jace van de Ven
heeft met twee vrienden zijn
dichtbundel 'Kroniek van
Verlangen' omgezet in een
toneelstuk. Ze trekken er
mee rond. Het slaat aan. La
chen en tegelijk 'au' roepen.
Muziek, beweging, humor.
Jace wil ook meer voor to
neel schrijven. Voor het
openluchttheater van Oos
terhout schreef hij met twee
anderen 'Er zijn grenzen'.
Hij is bezig aan een stuk, dat
op de Rechte Hei in Alphen
moet spelen; een solostuk
voor een archeoloog, die die
hei benadert alsof het de
bronstijd is. Op 24 april gaat
in de Tilburgse Eglantier
een eenacter in première.
Jace van de Ven spot zijn
eigen onzekerheid weg. Het
ligt voor de hand, dat critici
die dat herkennen zijn dich
ten ontkennen. Zelf herkent
hij zich nog in wat hij dicht
te: .„Alles in me is op hol
geslagen. Buiten me is al
les jou. Jij spant, Ontspant,
vult en overvult mijn dagen,
Annelief, het leven staat in
brand"En toen was po-
pie Jopie er nog niet. Kun je
nagaan! Op de brandstapel
met die Van de Ven!
Jace van de Ven: 'Kroniek van
verlangen'. Uitg. Gianotten,
prijs 10,-
Dit is een tweedehands kro-
niekje. Een bescheiden zij
lijntje naast het met zoveel
vaart bereden literaire cir
cuit. In deze rubriek wil ik
graag iets van mijn verwon
dering kwijt, verwondering
die boeken van vroeger bij
mij oproepen. Sommigen
zeggen dat het nutteloos is
om over tweedehandse, lite
raire vondsten te schrijven.
Wat voor een aanbevelen
de, c.q. ontradende werking
kan daar nu van uitgaan
Tegenover die feitelijk juiste
constatering staat mijn po
ging om een vleugje herken
ning, verrassing of herinne
ring bij U op te roepen. Een
rubriekje dat ook iets bij U
wil overbrengen van het on
peilbare plezier, dat boek
liefhebbers beleven aan hun
speurtochten door de rijen
boeken die van gisteren zijn.
Boeken die de schok van de
eerste liefde bij U terug roe
pen.
Een oud boek is nu een
maal niet hetzelfde als een
oude hoed. Een hoed blijft in
mijn ogen altijd een eerbied
waardig hoofddeksel. Hij
heeft de mens die er zich mee
tooide beschermd tegen re
gen of kou en anderen her
kenden de drager juist door
die hoed, die hem sportiever,
mannelijker of waardiger
deed zijn. Met alle respect,
maar ik zal toch geen hoed.
van een ander kopen.
Een boek kopen, dat al
eens van een ander is ge
weest, verschaft een soort
toegevoegde waarde aan de
nieuwe eigenaar. Er is geen
sprake van deklassering en
in de eigen boekenkast vindt
ook geen rubricering plaats
naar oud en nieuw. Het oude
boek krijgt dezelfde liefde
volle plek in de rijen van
nieuwe aanwinsten.
Buiten die ideële waarde is
er natuurlijk ook sprake van
een heel ordinaire bezitlust,
een hebzucht dus die de
speurtocht naar oude boeken
een extra spannende dimen
sie geeft. Een eerste druk van
Carry van Bruggen's 'Het
Huisje aan de Sloot' of een
Duimpjes Uitgave van Stijn
Streuvels' 'Oogst' te mogen
vinden, bezorgt de verzame
laar van oude boeken het cu
rieuze gevoel dat het lot hem
een primeur in handen heeft
gespeeld. Soms biedt de
Tweede Keus een bibliofiel
ook een tweede kans. Wie
verzuimd heeft of vanuit de
tijd niet bij machte was om
al bij de eerste druk toe te
happen, kan dat verzuim nu
bij verrassing goed maken.
„Eerste druk" schrijft de an
tiquair dan voor in het boek,
bij wijze van verontschuldi
ging voor de hogere prijs.
Behalve die verrassing
kleeft aan het oude boek het
geheim van de vorige bezit
ter. Ik vlak die nooit uit. Dat
is die toegevoegde waarde.
Wie in een boek iets meer
ziet dan een hoed of een paar
sokken, die uit noodzaak zijn
aangeschaft, die schrijft iets
ter herinnering of ter vere
ring in het boek. In mijn
'Ausgewahlte Gedichte' van
Rainer Maria Rilke schreef
de vorige bezitter op 9 sep
tember 1939 'ter herinnering
aan het weerzien op den Ok-
kenbroek'. Ik sjouw dit boek
je al vele jaren mee de ber
gen in en één keer heb ik er
in zitten lezen, toen de trein
in denderende vaart voorbij
reed aan de kerk en het graf
in Raron, waar de dichter
begraven ligt. Het boekje is
ook een beetje van de andere
onbekende gebleven.
En wie was Mientje Goe-
degebuure, die op 23- 26
maart 1922 van juffrouw La-
roers 'Kleengedichten' van
Gezelle kreeg?. Een vriendin
vond het boekje in 1975 en
gaf het mij. 'Van Jeanne'
schreef zij er voorin en „de
goe, de goe gedachten, be
waar ze wel".
Geeft U het maar toe.
Zoiets schrijf je toch niet in
de rand van een oude hoed.
Vogel
Door Henk Egbers
Uitgevers hebben de derde
wereld ontdekt. Deze uitgever
heeft, wat je noemt, baanbre
kend werk verzet in Zuid-
Amerika. Andere uitgevers
hadden inmiddels Afrika ont
dekt. Boeken uit Algerije, An
gola, Kenya, Malawi, Marok
ko, Senegal, Zuid-Afrika etc.
liggen allang in de winkel.
Tayyib Salih stamt uit Soeda-
nees gebied, dat vanuit Neder
land bij ons weten literair nog
niet zo verkend is en nu mid
den in de actualiteit staat.
Nu is Salih echter een keu
rige westerling geworden. Na
zijn studie in Engeland werkte
hij jarenlang bij de BBC;
daarna een tijdje in Quatar
aan de Arabische Golf en
woont nu weer in Londen. Wat
is er dan nog authentiek Soe-
danees aan zijn manier van
schrijven? Het interessante
van deze roman is, dat hij zijn
beide werelden inzet. Dat hij
zijn eigen ervaring - een ge
spletenheid tussen twee cultu
ren - als uitgangspunt neemt
en dus geen nostalgische folk
lore pleegt. En daaruit is een
heel intrigerend boek vanuit
de Arabische wereld ontstaan.
Terug in zijn land (vol 'le
venswarmte, die ik zo lang
had gemist in het land waar de
vissen van kou sterven') no
teert hij het verhaal van de in
1898 in Khartoem geboren
Moestafa Sa'ied. „In die tijd
maakte ons land voor het eerst
kennis met scholen. De men
sen vonden het een groot
kwaad dat met de bezettings-
groepen mee was gekomen."
Maar de eerzuchtige Moestafa
geeft zijn hersens de ruimte en
leergierig als hij is, gaat hij
zelfs naar Londen om te stu
deren. Op 24-jarige leeftijd
wordt hij lector-economie aan
de universiteit van de Britse
hoofdstad. De eerste Soeda-
nees, die dit succes behaalt in
de cultuur van de overheer
sers.
De tol blijkt echter groot te
zijn! Zijn Afrikaanse gevoels
leven wordt verstikt door de
westerse wetenschap. Dat
wordt vooral gedemonstreerd
door zijn relaties met westerse
vrouwen, die allemaal ten on
der gaan aan zijn tragedie. Hij
komt in de gevangenis vanwe
ge moord. Moestafa's leven
was een leugen. Op een hard
handige manier zet Salih kolo-
nialisatie, botsing van cultu
ren en wraak bij elkaar in een
zeer plastisch verhaal; ge
schreven met een grote direct
heid.
Moestafa keert terug in zijn
land en dan vindt het omge
keerde effect plaats. Hij pro
beert de wijsheid die hij in het
westen heeft geleerd toe te
passen ten bate van zijn land.
Daarbij stoot hij op de eigen-
heemse bourgeoisie, die het
neo-kolonialisme dient. Moes
tafa leert zijn mensen om coö
peratief te werken, maar ver
wijten zijn het loon. Hij sluit
zich op in zijn kamer, waar
zijn westers deel van zijn le
ven in boeken en geschriften
ligt opgestapeld.
Moestafa, nu getrouwd met
een vrouw uit zijn eigen volk,
wordt letterlijk het slachtoffer
van een moordende situatie,
omdat i.e. Soedan en het wes
ten haaks op elkaar staan.
Eeuwen laten zich niet straf
feloos binnen één mensenle
ven overbruggen. Uiteindelijk
concludeert hij: „Ik bedacht
dat als ik op dat moment zou
sterven, ik zou sterven zoals ik
geboren was, buiten mijn wil
om. Mijn hele leven had ik niet
zelf gekozen of besloten. Nu
nam ik een beslissing. Ik koos
voor het leven.Het kon mij
niet meer schelen of het leven
zin had of niet"
Kees Versteegh die 'Maw-
sim al-hizjra ila sj-sjamaal'
vertaalde, geeft in een na
woord goede achtergrondin
formatie en zegt o.a.: „Het is
waarschijnlijk deze klinische
en tegelijk zo meelevende blik
op de Soedanese samenleving,
die het boek tot een bijzondere
gebeurtenis maakt"
Tayyib schrijft weliswaar vrij
klinisch, toch gaat de verma-
Tayyib Salih.
- FOTOMEULENHOftl
nende vinger naar het kolo.1
niale Engeland. Maar wall
moet je met een historischsI
schuld vanuit het kolonialis.1
me? Het heeft geen enkele zin
de nü levende mensen te be-1
schuldigen om een verleden I
Dat werkt ook niet. Wel is t
van belang te zien welke pa. I
tronen een koloniaal verleden I
wederzijds heeft ingeslepen
Met dit inzicht en bewustzijn
kunnen we samen verder. Ditl
boek kan daartoe ongetwijfeld I
een bijdrage leveren. Juist nul
in deze dagen Soedan weerl
wereldnieuws maakt met del
rellen die er zijn, is dit niet
overbodig.
Tayyib Salih: 'Seizoen van de trek
naar het noorden'. Uitg. Meulen. I
hoff, prijs .29,50
Door Dirk Vellenga
Wat gebeurt er als de spotlus
tige Amerikaanse schrijver
Joseph Heller zich gaat bezig
houden met het herschrijven
van een deel van het Oude
Testament? Hij doet dat in
zijn nieuwste boek, 'God weet',
waarin koning David zijn vi
sie geeft op in de bijbel be
schreven gebeurtenissen.
Heller laat zijn hoofdper
soon dingen zeggen als: „Lek
ker Beloofd Land! De honing
was er, maar de melk brach
ten we zelf met onze geiten
binnen. De mensen in Califor-
nië geeft God een fantastische
kust, een filmindustrie en Be
verly Hills. Ons geeft Hij zand.
Cannes geeft hij een sjiek
filmfestival. Wij krijgen de
PLO".
Koning David wordt in 'God
weet' opgevoerd als een oude
man, die wat wrokkig terug
kijkt op zijn leven. Hij voelt
zich in de steek gelaten door
zijn vrouw Bathseba, die niet
meer naar hem omkijkt, en
dat terwijl sex in zijn leven al
tijd een hoofdrol heeft ge
speeld. David voelt zich meer
kunstenaar dan vechter. Hij
vindt dat hij voor 'het beste
deel van de bijbel' heeft ge
zorgd en anderen met zijn
wijsheden zijn gaan pronken.
Koning Saul wordt afge
schilderd als een ziekelijke
moordenaar en de wijsheid
van Salomono wordt belache-
NA HET grote succes dat
Robert Paul vorig jaar in
Terneuzen boekte, staat deze
theater-vakman morgen
weer in de Scheldestad met
zijn nieuwe show 'Zo Ge
piept'.
Zoals zoveel vaderlandse
show-sterren kiest ook Paul
nogal eens één of meerdere
Zeeuwse theaters uit voor
een try-out van een nieuw
programma. Over de inhoud
valt dan ook nog nauwelijks
iets mee te delen, behalve
dat er in elk geval een aan
tal splinternieuwe imitaties
ten doop wordt gehouden.
Pas in september gaat Ro
bert Paul met 'Zo Gepiept'
op toernee.
Had hij vorig seizoen nog
de hulp van gast-artieste
Eileen Egas nodig, ditmaal
gaat het om een one man
show.
Aanvang 20.00 uur. Toe
gang 19,50; CJP/Pas 65
ƒ12,50.
DE EVANGELISCHE Om
roep maakt vandaag, don
derdag, in het Terneuzense
Zuidlandtheater radio-op-
namen voor het familie-
streekprogramma 'Uit 't
land'.
Aan dit programma wordt
meegewerkt door het EO-
huisorkest Psalter, maar
ook door lokale coryfeeën
als burgemeester C. Ocke-
loen, directeur G. van Hou-
weninge van het Haven
schap Terneuzen, uitgever
F. Pieters uit Groede en de
Aardenburgse restaurant
houder E. Cuelenaere.
Aanvang 19.45 uur. Toe
gang gratis.
Joseph Heller. - foto agathaI Filmhuis
Door Henk Egbers
„Kom", dacht Judy van Em
merik, „wie niet horen wil,
moet maar voelen. Het moet
maar eens afgelopen zijn met
al die literaire kerels, die
vrouwen onderuit halen. Ik
zal hun de oren eens wassen."
Op het stramien van 'maak
van je hart geen moordkuil'
schreef ze een boek: 'er moet
nodig eens gelucht worden'.
Het lijkt op zijn minst een ef
fectief boek te zijn, want als de
eerste tekens niet bedriegen,
rollen de getergde kerels nu
over haar heen.
„In onze kleine en humane
Hollandse samenleving, de
moerassige westerse bescha
ving, is de verblindende wer
kelijkheid gigantisch... De
werkelijkheid zoals die zich
aan ons voordoet, is slechts
schijn, uiterlijke schijn... Te
lang heb ik me moeten ophou
den op de binnenplaats van
het intellectueel, literair kas
teel en het gebazel van dever-
blindende werkelijkheid tot
vervelens toe moeten aanho
ren. En wie er zich eenmaal in
verdiept, ziet dat de morele en
psychologische vrouwenont
kenning en onderdrukking als
de gewoonste zaak van de we
reld over tafel geslingerd kan
worden en onder de elitaire L
van literatuur onze cultuur
mag dienen.Op precies de
zelfde wijze als Stiba (Stich
ting Bestrijding Anti-semitis-
me) bind ik in deze bundel de
strijd aan tegen het anti-femi-
nisme"
Afgezien van deze laatste
vergelijking, wat betreft de
methode, probeert Judy van
Emmerik heel kordaat man
nen als Komrij, Büch, PC
Grijs, 't Hart, Van Dis, Mu-
lisch e.a. een koekje van eigen
deeg te geven. Op een - meest
al geslaagde - groteske ma
nier; scheidend, ironiserend en
tierend. Even pijnlijk verma
kelijk als genoemde heren ple
gen te zijn! Zij weet goed
waarover ze het heeft, maar
Judy van Emmerik.
- FOTO NOVELLA
heeft kennelijk genoeg van ge
leerde betogen, psychologische
verhandelingen of defensieve
uiteenzettingen. De zweep er
over! „Ik word zo misselijk
van die loze, tekstvoyeuristi-
sche straathondenplaspaal-
roddel"
De keurmeesters der litera
tuur prijzen kletsverhalen, die
thuishoren in roddelrubrie
ken, de literatuur in, zegt zij.
Maar er is niets nieuws onder
de zon. Mulisch beweert, dat
bij vrouwen gebrek aan talent
is. Zijn mannelijk talent is on
der meer in het tijdschrift
Maatstaf terug te vinden. Een
uit '83 stammend artikel over
Perron-Vestdijk: "je reinste
fokliteratuur!' In de NRC-
mannenkrant kan Kousbroek
(Panty genoemd) zijn gang
maar gaan. Ook hij demon
streert dat voor mannen sex
gelijk staat met haat en ge
weld. Professor Abraham de
Swaan komt eraf als 'een geile
hond'. En 'steeneik' Korthals
Altes (minister) behoort tot
het ras mannen, 'in wier on
derbroekelastiek niet staat "je
maintaindrai', maar 'vrijheid
van drukpers'.
'Gerrit Komrij is een zwijn',
die met zijn misselijk makend
kleinburgerlijk gezwets wan-
hoopssignalen van een ernstig
ziek dier uitzendt en aan leed
vermaak zijn titel satiricus
dankt... Een 'zeer sexistisch,
rolbevestigend en van mascu
line waan bol staand artikel'
van Dunning krijgt optaters.
En 'het roemzuigend insect
Büch' wordt als potentaat ge
portretteerd. Brandt Corstius
praat 'alsof hij nog altijd 24 is',
Maarten 't Hart lijdt aan
geestelijke verzieking en Van
Dis is een columnist met 'pud
ding van gisteren en een bo
terham van tevredenheid', be
legd met vrouwenhaat.
Maar ook sexgenote, wijlen
Annie Romein Verschoor moet
het ontgelden om het proef
schrift waarop ze in 1935 pro
moveerde. Van Emmerik
plaatst haar te weinig binnen
de context van haar tijd. Ze
mag haar binnen dit bestek
'een slachtoffer van een man
nenmaatschappij' noemen,
maar deze trap na is minder
leuk (het boek is overigens
niet leuk, maar loopt ook het
gevaar afgedaan te worden als
'leuk'en 'gelachen dat we
hebben met die meid van Van
Emmerik').
De manier waarop zij de
moderne - lelijke - kunst on
deruit haalt en dit dan ge
bruikt als vergelijkingspunt
met angstige mannen, die 'de
nieuwe vrouw in al haar pure
eerlijkheid lelijk vinden' is
niet zo gelukkig. Het doel
heiligt niet altijd de middelen.
Het doel: op een ongezouten
manier de bestaande tegen
stellingen in de man-vrouw
verhoudingen te halen uit een
verdoezelend sfeertje, dat door
literaire 'leuke jongens' wordt
opgebouwd, lijkt te lukken.
Mogelijk geeft het mensen
aanleiding om erover te dis
cussiëren.
Judy van Emmerik: 'Er meet
nodig eens gelucht worden'.
Uitg. Novella, prijs f 19.50)
lijk gemaakt: „Die stomme I
kloot probeerde éérlijk tel
zijn". Het verhaal van de klei-r
ne David die er in slaagde ós I
grote Goliath uit te schakelen
krijgt een nieuwe lezing. F
vid mikte op de mond van es I
reus, die maar stond te baze l
len, maar miste en raakte hel
voorhoofd.
David geeft zijn ongezoutenI
mening over bijbelse figurenI
en toont zich teleurgesteld ml
God. In de gesprekken die hij I
voerde met zijn Schepper I
komt de Laatste tevoorschijn I
als een Verkondiger van wise
cracks met gruwelijke i
gen. Maar God geeft toe da l
ook Hij fouten maakt. Uittil
bijbel valt op te maken, vo.-l
gens Heller, dat God er spijt
van kreeg dat hij Saul koning I
had gemaakt.
'God weet' is een komisct|
boek, waarin heel spits ges]
wordt met de bijbel. Maar
zover te komen heeft Heller!
wel eerst de bijbel en de ve.il
verklaringen daarvan moeten I
bestuderen. Zijn verhaal is ge-1
baseerd op de originele
schriften. Die zondvloed vanl
feiten is hij op speelse wij»!
gaan ordenen en vervormer.
Dat moet een hels karwei f"
weest zijn.
Heller zet David neer alsl
een man van deze tijd, een af
geschreven held die openlijs I
spreekt over zijn angsten, zij»|
lusten en zijn trots. Hij
bruikt daarvoor de rauwe 1
van nu. Een ander kornis® I
werkend foefje is dat Dayw
niet aan tijdgrenzen
is. Hij kan eeuwen en eeuwe'l
vooruit kijken en praat vaail
of hij in de twintigste eeu»|
leeft.
Joseph Heller schreef
grootste deel van 'God w
toen hij aan het bed gekw^l
terd was. Drie jaar gelede.I
werd hij getroffen doordeel
heimzinnige Guilain-Barrt I
ziekte en raakte hij Plotse °;l
volledig verlamd. Hij is "I
weer bijna hersteld. Die ®j
genslag en het feit dat M l
zijn vrouw scheidden na i
lang huwelijk zijn verwerk' I
Hit hnplr
T&his 'God weet' eenM
tieloos boek geworden. Het I
ontzettend knap geschrev I
en er valt veel te lachen, <J
de noodzakelijke dramatis
ondergrond ontbreekt. He I
schrijft altijd afstandelijkj
deed hij al in 'Catch-22' (F™,, I
'Something happened' I
en 'Good as Gold' (1979).
zaamheid en hunkering 1
liefde zijn de thema's die I
levensverhaal van koning I
vid herkenbaar moeten ma
voor mensen in 1985. Grap?
en bizarre dialogen verspe
echter de weg naar het ge
De afstand die Joseph H
in acht neemt, is te
maar een briljante bij'
is hij wel.
Joseph Heller: 'God
Aga thon, prijs f32,50.
HET FILMHUIS Zuidland
in Terneuzen draait van
avond U bent mijn moeder
van Horst Konigstein. Aan
vang 20.00 uur.
ANTWEI
Singel, Rode Zaal, donderdag 11
choreografie Fase door Rosas
Reich. De produktie is een voort
België.
- Fakkeltheater, kelder, vanaf vi
uur, de deuren van de kelder v
straat gaan elke vrijdag en zat
produktie is het spel van Stef I
light Zone, met poëzie en humoi
na de voorstelling om 21.00 uur e
fé van K. Tanghe en A. van Mai
begint om 22.15 uur. Het teater b<
- Teater Tentakel, Diercxenstr;
aanvang 20.30 uur, India song dc
gen woensdag, donderdag, vrijda
- Opera voor Vlaanderen, 12 ap:
april aanvang 15.00 uur, Parasif
Wagner.
- Stadsschouwburg, van donder:
aanvang 20.00 uur en zondag om
pel, toneelstuk van N. Simon doo:
-JMerksems kamertheater, van
"7 uur, Frans Lamoen. Een pi