Hanny van der Horst schreef boek over carrière van vrouwen
opulalan: 'Ik ben een strijdbaar schrijver'
Grenada-boek ais signaal
ERSTE ROMAN UIT MOLUKSE BEVOLKINGSGROEP
J.J. VOSKUILS MEESTERWERK HERDRUKT
Door Lidy Nicolasen
PEN HAAG - „Gut, had ik
jat nou maar eerder gewe-
tfn", mopperde staatssecre
taris Anneiien Kappeyne
van de Coppello toen ze het
eerste exemplaar van 'De
ambitieuze vrouw' in ont
vangst nam.
„Maar toch: „Nee, alle tips
opvolgen zou ik toch niet.
pier staat dat je rustig en
zakelijk moet reageren als je
in een vergadering wordt
aangevallen. Ik ben dan rus
tig en zakelijk, maar ik heb
wél grote behoefte om op
korte of lange termijn een
flinke lel terug te geven. En
dat mag van dit boek niet."
„De ambitieuze vrouw" is
van de hand van Hanny van
der Horst, lange tijd hoofd
redactrice van het vrouwen
blad Margriet en nu direc
tielid van de Geïllustreerde
Pers. Het eerste boek in Ne
derland over problemen die
vrouwen ontmoeten als zij
carrière willen maken. Het
kreeg als ondertitel mee: je
baan, de weg omhoog, lei
ding geven, werken met
mannen, de weerstand en
het leuke van ambitie en
succes.
Hanny van den Horst:
„Een groter aantal vrouwen
wil daar komen waar de be
slissingen vallen, waar het
beleid wordt gemaakt. Maar
het pad er naartoe is niet ge
plaveid, er zijn onzichtbare
voetangels en klemmen".
Van der Horst heeft voor
haar boek geput uit per
soonlijke ervaringen en
daarnaast gesprekken ge
voerd met vrouwen die op
topfuncties in bedrijven en
politiek zitten. „Persoonlijk
is me er zeer veel aan gele
gen dat vrouwen carrière
maken. Het is beschamend
te zien dat van alle vrouwen
in Europa de Nederlandse
vrouw helemaal achteraan
sukkelt. Nog geen 5% van
het aantal Nederlandse
vrouwen bekleedt belangrij
ke functies in de maatschap
pij"
Nederland komt achterop.
Zelfs in Ierland werken
naar verhouding meer vrou
wen in topfuncties. Maar
volgens Van der Horst zal de
doorbaak in Nederland niet
lang op zich laten wachten.
„Het aantal goed opgeleide
vrouwen groeit snel en ik
merkt dat er voor de weg
omhoog buitengewoon veel
belangstelling is."
Met haar eerste boek wil
Van der Horst vrouwen le
ren welke klippen te omzei
len zijn, hoe de verhoudin
gen op topniveaus liggen en
hoe vrouwen hun ambitie of
prestatiedrang kunnen ge
bruiken.
De schrijfster werd in 1971
hoofdredactrice van Mar
griet. Toen werd door vrou
wen zelden over loopbaan of
hun ambitie gesproken.
„Een ambitieuze vrouw was
niet vrouwelijk", zei Kap
peyne van de Coppello giste
ren nog. „Alleen de mannen
en vrouwen die zich door
mijn aanwezigheid niet be
dreigd voelden, boden een
helpende hand. Voor de rest
moest ik het zelf maar uit
zoeken", is de ervaring van
Hanny van der Horst.
„Maar ondanks de span
ningen, de slapeloze nach
ten, de lange dagen, de
stress, de harde lessen, de
ergernissen is het zeer de
moeite waard om ook als
vrouwe je werk en je loop
baan tot een van de belang
rijkste investeringen van je
leven te maken." Om die re
den schreef ze het boek.
Een boek over leiding ge
ven, over onterechte schuld
gevoelens naar de achterban
thuis, over machtsspelletjes,
over seks in je baan en het
geroddel, over drank en suc
ces en over je voordelen als
vrouw. Ook een boek dat
niet de makkelijke wegen
aanwijst. Stelregel van Van
der Horst is: alleen zij die
ambitie hebben, inventief
zijn, keuzes maken en door
zetten, komen verder".
Het is een journalistiek
hoek, helder geschreven aan
de hand van ontelbare voor
beelden en daarom kent het
ook zijn beperkingen. De
schrijfster erkent dat.
„Maar ik hoop toch dat het
een positieve bijdrage kan
leveren aan het geheel van
het emancipatieproces."
Hanny van der Horst: 'De
ambitieuze vrouw'. Uitg. El
sevier, prijs 24,50.
Hanny van der Horst.
- foto paul huf
Door Henk Egbers
„Zo'n treinkaping in Assen blijft je denken bepalen.
\Vij vormden toch het kader, dat garant stond voor
het welzijn van de Molukkers in Nederland. Wij gin
gen naar de Sociale Academie en voerden actie. Ik ben
uitgekeken op het welzijnswerk. Door Nederlanders
wordt nu op een bepaalde voorgestructureerde ma
nier over de Molukkers gedacht. Molukkers zijn een
item voor beleidsnota's, journalisten en socale acade
mies. Ik voel me niet meer aangesproken op het feit,
dat ik ingedeeld word bij een etnische minderheid"...
Frans Lopulalan (32) heeft
zich bewust gewend tot het
schrijven; tot het maken van
literatuur. Als eerste Moluk-
ker in Nederland presenteert
hij zich op die manier nadruk
kelijk met het boek 'Onder de
sneeuw een Indisch graf'... Een
boek met autobiografische
elementen. Opgedeeld in twee
verhalen: jeugdherinneringen
in een barakkenkamp in
Woerden en herinneringen
aan vader in een onleefbaar
Leerdam. „Op die plek is een
[spoor achtergelaten, een dier-
bare herinnering aan de tijd
'dat ik het vechten van mijn
vader leerde en nog niet wist
[dat het bestaan voor ons men
sen in dit land veel erger zou
zijn dan die paar vervelende
kinderen op school deden ver
moeden", zo luidt de slotalinea
van het boek.
Nee, Frans is nooit op de
Molukken geweest. „Ik kwam
niet verder dan de west
kust van Ierland". Maar hij
kan de woorden van één van
de Molukkers in het boek tot
de zijne maken: „Ik ben er
trots op bij de stam Tamaëla-
Tetelepta te behoren. We
stammen af van militante
voorouders die de Werken van
Barmhartigheid hoog in het
vaandel droegen. De weg naar
de Hemel, naar het einddoel,
wordt bepaald door de normen
van het bloed en door geen en
kele andere ideologie". Lopu
lalan betekent 'Lopend
Zwaard' of 'permanent strijd
baar'... „Ja zeker", zegt Frans,
«ik moet mijn naam eer aan
doen; ik ben een strijdbaar
schrijver.
Welzijn
Hij studeerde andragologie
en filosofie aan de universiteit
van Utrecht. Na zijn kandi-
ts ging hij werken onder
zwakzinnige jongeren en bij
jongens in een gevangenis.
Welzijnswerk. Hij knapte erop
af. Frans: „De sociale weten
schappen beletten mensen hun
eigen geschiedenis op hun
eigen manier te vertellen. Ik
wil dat catalogiseren van die
wetenschap niet meer. En wel
zij nsinstellingen hebben doel
stellingen waaraan cliënten
ondergeschikt gemaakt wor
den. Het schrijven biedt meer
creatieve mogelijkheden. Na
tuurlijk schrijf ik als Moluk-
ker en hoop ook dat Molukkers
- maar ook andere Nederlan
ders - er iets aan hebben; tot
(h)erkenning komen. Maar ik
probeer ook stillistisch vak
werk te leveren. Het is geen
boek vol kreten. Ik ben ook
een taai-freak wat het Neder
lands betreft".
„Nee, ik ben niet zo bewust
bezig als een probleemgeval
van de zogeheten tweede ge
neratie. Ik vind wel dat Ma
rion Bloem ('Ik ben maar een
gewoon Indisch meisje') op dat
terrein baanbrekend werk
heeft gedaan. Ik ken haar
broer goed. We woonden in
dezelfde flat. We ontdekten op
gegeven moment dat we onze
gezamenlijke wortels wat ver
waarloosd hadden. Nee, ik
merk hier niet dat er tussen
Javanen en Molukkers gesple
tenheid bestaat", zo reageert
hij op een citaat uit zijn boek;
„Oh, die smerige, rotte Belan-
da's! Het is allemaal hun
schuld dat wij nu een hekel
aan de Javanen moeten heb
ben!"
Vader en moeder; de twee
bepalende figuren, niet alleen
in de beide verhalen maar ook
voor zijn Molukse levensge
voel. De vader: „Je probeert ze
zo goed en zo kwaad mogelijk
een goede opvoeding te geven
in dit barbarenland, waarin ze
blootstaan aan platvloerse
Frans Lopulalan: Niet verder geweest dan de westkust
van Ierland. - foto els kirst
westerse verleidingen"... En
zittend op zijn legerkist, in
KNIL-uniform, op de zolder
van zijn Leerdamse woning:
„Ach, ze hebben mij laten
vechten om een Hollandse
melkbus te verdedigen. Wij
wisten toch niet dat die melk
bus leeg was? Opgezopen door
dat dievenvolk dat in Wasse
naar door blijft zeuren over
het verlies van 'Ons Indië'...
Frans: „Ik heb een strenge
oosterse opvoeding genoten;
hij heeft die opvoedingsmen
taliteit hier gewoon geïmpor
teerd. Het streng moeten luis
teren naar pa zou ook wel eens
met de KNIL te maken kun
nen hebben. Maar op de eerste
plaats voelde hij zich verant
woordelijk voor het geestelijk
erfgoed. Hij had een wat ruwe
manier om zijn gevoel te to
nen. Als je bijvoorbeeld ziek
was en hij masseerde je dan
kreeg je het gevoel alsof hij je
het bevel gaf: Wees gezond!
Nee, de manier waarop ik de
moeder beschrijf moet je niet
als negatief zien. Ik ben blij
met een moeder met haar op
d'r tanden"... En Frans ge
bruikt het woord 'overleven'
als hij het over zijn ouders
heeft. „Het was in dat milieu
dat mijn ouders moesten zien
te overleven. De kinderen van
christelijk Nederland mochten
er ons naar believen beledi
gen.. Indien er een God be
staat, zal hij zich vermoedelijk
overbodig gevoeld hebben in
dat milieu, waarin hij zich
vervangen zag door kleinbur
gerlijke angsten, middenstand
en verkeersregels. Leerdam:
Wankele Deksel op een Calvi
nistische Beerput!" maar de
Molukse vader weet ook van
wanten. „Mijn vader wurmde
me een flinke lepel met sam
bal in mijn mond omdat ik
voluit godverdomme had ge
zegd".
Lopulalan: „De vader in het
boek is iemand die wegkwijnt
in een Hollandse doorzonwo
ning; als iemand die je niet se
rieus hoeft te nemen. In 1980
heeft Wiegel en de zijnen met
een afkoopsom voor Molukse
militairen nog geprobeerd die
mannen monddood te maken;
het zwijgen op te leggen. Daar
protesteer ik tegen. Daarom
dit boek! Ik ben statenloos. In
mijn paspoort staat dat ik 'be
handeld als een Nederlander'
moet worden. Ik voel me Mo-
lukker en ik denk ook niet dat
de tweede/derde generatie in
tegreert. De overheid hoopt
natuurlijk, dat de opstandig
heid wegebt. Ik geloof daar
niet in. Je kunt trouwens niet
spreken over 'de' Molukkers.
Je profileert je wel snel zo in
de Nederlandse samenleving.
Wij zijn in ieder geval niet
blank. Maar in de beschou
wende delen van het boek ge
bruik ik het woord 'Molukker'
niet eens.
Ja, onze generatie voelt zich
bijzonder sterk bedrogen.
Door de geschiedenis. De
ouderen kunnen nog nauwe
lijks denken aan terugkeer,
ook al omdat hun nageslacht
hier is. Mijn wens om 'terug' te
gaan groeit ook uit het besef
dat het hier niet leuk is. Maar
we hebben iets om naar uit te
zien. Als mijn lievelingsbroer
meegaat ben ik weg. Mijn (Ne
derlandse) vrouw en kind
gaan mee. Geen probleem".
De vader in de roman: „In
de jaren dat jullie studeerden
suste ik mijn geweten met de
gedachte, dat jullie het hier
wel zouden redden met een
academische opleiding. Ik zou
met je moeder zonder zorgen
om jullie op Saparua oud kun
nen worden". En dan vertelt
vader dat hij in hun studie
boeken de namen van Fanon,
Freire en Negt tegenkwam.
...„Het racisme had allang zijn
tentakels naar j ullie uitgesto
ken voor ze dat monster op de
Sociale Akademie ontdekten.
Geen enkele blanke kan ooit te
weten komen hoe er tegen de
haat jegens onze huidskleur
gevochten moet worden".
Frans: „Met racisme houd ik
me in het dagelijkse leven niet
zo bezig. Heb wel eens iemand
half de vernieling ingeslagen,
toen hij zei: „Jij moet uitkij
ken, zwartje!" Ik verwacht
van Nederlanders niet dat ze
gaan demonstreren tegen ra
cisme. We kunnen er zélf wel
tegen vechten. De Centrum
Partij is voor ons wel gemak
kelijk. Als iemand mijn infe
rioriteit propageert draagt hij
ook de bewijslast". En Frans
Lopulalan vertelt hoe hij zich
kan ergeren in een links
buurtcafé waar liederen over
vrijheid en anti-discriminatie
gezongen worden, terwijl an
deren er, vanuit het principe
van vrije meningsuiting, hem
als Molukker de huid mogen
volschelden.
De vader in de roman:
„Links Nederland liep voor
Vietnam te hoop achter
schreeuwerige spandoeken.
'Hun Strijd, Onze Strijd, In
ternationale Solidariteit'. Die
leus is een botte leugen of een
opzettelijk geschapen misver
stand. Als zij zo graag de strijd
aan willen binden, waarom
hebben ze dan de straten van
de Afrikaanderbuurt in Rot
terdam niet schoongevewegd
toen dat onbeschaafde tuig de
huizen van Turkse mensen in
brand stak en met stenen be
kogelde..."
Hij verduidelijkt: „In het
boek neem ik afstand van
ideologieën. Als ik bijvoor
beeld schrijf tegen het femi
nisme, dan schrijf ik tegen
vrouwen die slaaf zijn van
hun ideologie. Ze kunnen niet
meer creatief denken. Ja, ik
wil best macho zijn; voel me er
best bij. Het zelfbeeld van de
gekleurde mens is te sterk ge
koppeld aan het beeld dat de
blanke van zichzelf heeft", al
dus Frans.
Citaat: „Het heeft geen en
kele zin om in dit land sociale
wetenschappen te studeren...
Is er iets veranderd in ons be
staan sinds ik weet dat de
Zuidmolukkers een gedepri
veerde groep in de samenle
ving vormen... Hoe onze men
sen zich als groep verhouden
tot de Belanda's in dit land, de
sociaal-economische flauwe
kul die daarvan het gevolg is -
allemaal bijzonder interessant
om eens ergens te lezen, maar
ik vraag me af of het bestaan
van mijn moeder daarmee
menselijker, draaglijker
wordt"...
In het kleine oude tabaks
winkeltje van een Utrechtse
volksbuurt, waar Frans Lopu
lalan werkt, heeft hij boven
zijn bureau een eigenhandig
geschreven limerick opgehan
gen: „Er was een Molukker In
Woerden/ Die graag en ook
veel ouwehoerde/ in een zucht
en een vloek/ schreef hij toen
een boek/ dat hem zelf nog 't
meest ontroerde!"
Frans Lopulalan: 'Onder de
sneeuw een Indisch graf'.
Uitg. In de Knipscheer, prijs
ƒ25,-
Door Henk Egbers
Het Caraïbisch gebied, waarin (voormalige) Nederlands kolo
niale gebieden, zal in de komende tijd nog vaak het (strijd)toneel
zijn van revoluties en daarop lijkende acties.
Tegen de stroom van neo
kolonialisme in moet er nog
heel wat Engels/Frans/Neder
lands e.a. koloniaal leed ver
werkt worden. Grenada, het
ruim 100.000 inwoners tellende
kleine eiland me de Spaanse
naam en een 'Engelse' hoofd
stad St. George's, was vorig
jaar wereldnieuws na het
doodschieten van Maurice Bi
shop c.s.
Na de Amerikaanse 'bevrij
ding' volgde de Amerikaanse
bezetting, die nog steeds
voortduurt, zodat dit eiland
weer en nieuwe Amerikaans/
Engels wingewest geworden
was. Grenada is echter maar
één van de vele kleine gebie
den, die in de naaste toekomst
voor soortgelij ke ontwikkelin
gen kunnen komen te staan.
Het heeft daarom zin de feiten
van Grenada eens op een rijtje
te zetten: kijken wat er kan
gbeuren na wat er gebeurd is.-
Dit boek is gemaakt door
het Latin-America Bureau in
Londen: Granada, whose
Freedom? Eerder werd in Un
der the Eagle (ook in het Ne
derlands: De Achtertuin/Ma-
susa) een veel uivoeriger ver
handeling geschreven over de
Amerikaanse politiek ten aan
zien van dit gebied. In 'Bevrijd
of bezet' wordt op 150 pagina's
vooral de historie van Grena
da in de periode 1979-1983 his
torisch gedocumenteerd. Zo
objectief mogelijk, maar keuze
en rangschikking zijn zó, dat
James Dunkcrley van het
Londense bureau concludeert,
dat het grootste deel van de
bevolking er met liefde aan
deze periode terugdenkt. Te
vens is hij eerlijk-realistisch
door te zeggen, dat de mensen
die aan deze publikatie mee
werkten, het niet helemaal
met elkaar eens zijn over alles
wat erin staat.
Het is een heel lezenswaar
dig overzicht geworden, dat
begint in 1950 als de van Aru
ba verwijderde ex-onderwij
zer Eric Gairy naar Grenada
komt en daar de komende 25
jaar het politieke heft in han
den neemt. Aanvankelijk, te
gen de achterliggende geschie
denis, in gunstige zin, maar la
ter door zijn extravagante ge
drag mede de revolutie oproe
pend. De geschiedenis van
Maurice Bishop en zijn New
Jewel Movement en de nood
lottige interne verdeeldheid
met de marxistische ideoloog
Coard wordt helder feitelijk
verteld, alsmede de Ameri
kaanse inval die aanvankelijk
door het grootste deel der we
reld veroordeeld werd als een
soort 'Cairibisch Afghanistan'.
Ook worden er teksten van
talrijke documenten afge
drukt. De Amerikanen hebben
overigens alle regeringsdocu
menten van het eiland gesto
len en er de onlangs uitgege
ven 800 pagina's lijvig 'Grena
da Papers' van gemaakt, die
Amerika het recht aan zijn
kant moeten brengen. Dit
Londense boek werd echter al
een jaar geleden afgesloten,
zodat het nieuws van het laat
ste jaar niet meer werd opge
nomen. Maar dat was niet
meer dan de voortdurende be
zetting door Amerikaanse
troepen en in december ver
kiezingen onder Amerikaanse
druk. Het is nu akelig rustig
op Grenada. Een boek als dit
kan een bijdrage zijn aan de
bewustwording, dat die rust
grote schijn is!
Grenada, bevrijd of bezet.
Uitg. Masusa, prijs 22,50
Door Hans Rooseboom
..Boeiend experiment. Jezelf
>n een roman beschrijven
yin de anderen. Uitsluitend
Je reacties als toeschouwer
Seven, maar zo dat de lezer
Je voortdurend ziet zitten".
Dit devies heeft J. J. Vos
kuil tot het zijne gemaakt,
Setuige zijn omvangrijk
zelfportret Bij nader inzien.
Het is één van de duizen
den behartenswaardige uit
spraken uit deze pil van 1200
bladzijden, het merkwaar
digste boek uit de hele Ne
derlandse literatuur.
Er zijn boeken die je gaat
beschouwen als dierbare
verre vrienden, aan wie je
vaak moet denken en waar
mee de hernieuwde kennis
making om de paar jaar
steeds weer een feest is en
vet bron van inspiratie.
Bij Nader Inzien drong in
de zomer van 1972 voor het
eerst in mijn leven, en ik
vtst meteen dat dit vriend-
sebap voor het leven was.
"et hartelijk weerzien deed
zich voor in de winter van
ib7-1978, en nu, in het voor
jaar van 1985, heeft de her-
atiging opnieuw plaatsge
lden, zij het dat de dier-
are zich in een nieuw jasje
beeft gestoken.
Bij nader inzien ver-
eneen in 1963 bij de Am-
terdamse uitgever Van
Wschot in twee polsdikke
°ekdelen, tezamen vor
mend de kroniek van zeven
Jaar studentenvriendschap-
'Bij Nader inzien':
'n boek voor het leven
het
vtjandschap. Direct na
verschijnen van de 240
hoofdstukken (allemaal
voorzien van een datum, en
lopend van „dinsdag 3 sep
tember 1946 tot zaterdag 16
mei 1953") brak er een
enorm gekrakeel uit in de
Nederlandse kritiek.
Vooral bleek daarbij dat
het alleen maar mogelijk
was te kiezien vóór of tegen
het boek. De meeste critici
wezen het boek af, één van
de redenen dat Bij nader in
zien al heel snel naar De
Slegte verdween. Van Oor
schot heeft nu geoordeeld
dat het boek via een herdruk
in dundruk weer beschik
baar moet zijn.
Wat Voskuil indertijd
vooral kwalijk werd geno
men was de schijn van ob
jectiviteit die hij in zijn boek
pretendeerde. In Bij nader
inzien, een sleutelroman
over een groep studenten
Nederlands aan de universi
teit van Amsterdam, wordt
niet gedacht, er wordt geen
beschrijving gegeven van
wat zich in de hoofden van
de personages afspeelt.
Alleen wat er wordt ge
zegd en gedaan krijgt de le
zer voorgeschoteld. Maar
dan ook alles: honderden,
soms diepgaande, gesprek
ken, honderden koppen thee,
honderden glazen wijn, en
vooral ontelbare shagjes, si
garetten en pij pen en de wij -
ze waarop die gerookt wor
den.
Aan de hand van die
uiterlijke gegevens moet de
lezer zelf maar een beeld op
bouwen van karakter en
denkwijze van de hoofdper
sonen. Objectiever kan niet,
zou je denken. Voskuil geeft
zelf geen oordeel over zijn
personen, ze worden getoond
als in een film.
Maar die 'objectiviteit' in
Bij Nader inzien is schijn,
het boek is wel degelijk een
autobiografie van Voskuil,
een rechtvaardiging en een
afrekening.
De belangrijkste draad in
het boek is de uiterst moei
zame verstandhouding tus
sen de twee studenten
Maarten en Paul. Maarten
staat voor Voskuil zelf, en
door een heel geraffineerd
spel met de schijn-objectivi-
teit weet Voskuil de sympa
thie van de lezer in de rich
ting van Maarten, zichzelf
dus, te trekken. Uiteindelijk
beziet de lezer alle andere
personages steeds meer door
de ogen van Maarten.
De grote vragen des le
vens staan steeds centraal in
de gesprekken en overpein
zingen. Alle personen zijn op
hun eigen manier bezig met
het ontdekken van hun
identiteit, en van de zin en
richting van hun leven. Li
teratuur en zelf schrijven
spelen daarbij een belang
rijke rol. Meermalen lezen
Maarten, Paul en de ande
ren voor uit eigen werk,
waaruit ook steeds weer
blijkt dat Maarten daarin
het beste is.
De figuur Paul draagt
wellicht het meest bij tot de
blijvende leesbaarheid van
Bij nader inzien. Hij heeft
van allen het meest gelezen,
ontvouwt de ene theorie na
de andere (al of niet van
hemzelf) en dwingt op die
manier de anderen, vooral
Maarten, tot nadenken en
een reactie.
Tegenover de rusteloze,
woordenrijke en sterk ver
anderende Paul staat de
stugge pijproker Maarten,
die het liefst mijmerend aan
het Y staat, en binnenschip
per wil worden. Als hij iets
zegt is het meestal een apo
dictische utspraak in de
trant van: „Iemand die de
moeite waard is, verbergt
zich", „Iedereen is egoïst, je
kunt met niemand praten",
De enige manier om wat te
presteren is jezelf onder
J .J. Voskuil alias Maarten in een weinig .karakteris
tieke pose: in het boek rookt hij uitsluitend pijp.
- foto van oorschot
schatten. Van wat er dan
overblijft ben je zeker",
„Eerlijk zijn kan iedereen,
maar leuteren en liegen kan
je alleen maar op je eigen
manier",
Maarten is in de aanvang
van het boek een jongen met
steile principes over de zin
loosheid van het leven. Al op
school had hij een verhaal
geschreven met de volgende
zinsnede: „Uit het Niets
komt alles, in het niets ver
gaat het, in de korte tussen
tijd hult het zich in een
schijn van waarden. Om het
bezit van deze schijn is de
wereld veranderd in ellende
en haat, bedrog en afgunst,
waar het besef zou moeten
heersen dat alle streven zin
loos is, alle winst verlies".
Maar Maarten moet zijn
supirieure afstandelijkheid
in de loop van het boek laten
vallen, al is het maar omdat
de vermaatschappelijking
onstuitbaar naderbij komt:
het huwelijk en het leraar
schap, waar de vrienden één
voor één voor moeten bui
gen, de zeer anti-burgerlijke
Paul nog het eerste.
Bij nader inzien heeft een
eigen ritme. Een bonte reeks
scènes, hoog oplopende ge
sprekken, wandelingen, ru
zies, maar voor de dafwisse-
ling is er ook plaats voor
rondweg komische scènes,
cafébezoek, drinkgelagen en
wat dies meer zij.
Kenmerkend voor het
boek is het gebruik maken
van details, waarin Voskuil
een meester is. Aangezien
hij ons geen blik gunt in de
hoofden van zijn studenten,
moet hij het via een omweg
doen. Maartens geremdheid
en onwil om „zich te geven"
blijkt bijvoorbeeld uit de
volgende passage: „Maarten
nam zijn glas weer terug,
schoof onderuit in zijn stoel
en keek aandaschtig naar
het vloeistofoppervlak. Hij
hield het scheef, liet de wijn
bijna tot de rand komen en
draaide het weer terug". En
dit doet Maarten dan een
paar maal in het boek.
Ook na drie keer lezen
blijft Bij nader inzien fasci
nerende lectuur. Een boek
dat zo volgeladen is, en
waaraan heel veel denk
werk en vakmanschap is be
steed, is genoeg om je de rest
van je leven bezig te houden.
J. J. Voskuil: Bij nader in
zien. Tweede druk. Uitg. G.
A. van Oorschot, Amster
dam. 1207 p. Prijs 49,50.