wüEM DeOR- adviseur Je bent het benzinestation nog maar net voorbij en je loert al in de verte. Knippert het oranje of staat ie op rood. Rood! Ga dan maar in de rij staan. 1Weer tien minuten wachtende zoveelste keer. De weg ERGERNISSEN IN BENELUXVERBAND 7&TERDAG 16 FEBRUARI 1985 W3 atigheid naar België lijkt soms geplaveid met douane ambtenaren: „Iets aan te geven meneer?". 'Stik' denk je en 'nee meneer' zeg je. Een reportage over het nut en de nadelen van de strenge controle aan de Benelux- grenzen. m Rompslomp Stokerijen Steekproef Besparing Harde jongens Wj gelooft niet dat RSV en gevend zijn voor het Ne- frijfsleven. „Het blijft ex- Normaal is de structuur om dit soort excessen Jten drijven. Je hebt de Ie vakbeweging, mondige gsraden en een sterke fi- p. Die elementen bepalen Grosfeld heeft in z'n I ervaren dat politiek ge- bties overheid en banken |ken, dit ten koste van rijven. Jmen zeggen 'Het gaat uit lij dige reorganisatie nood- lid investeren in gezonde erdelen en verliesgevende |ten. „Lukt dat niet, dan cht. dan is er een achter- J strategisch denken". Een Irsussen? „Ja", beaamt pker om te mensen te sti- J moet ze leren om de goe- |n zo snel mogelijk te her- tt de naam Jamin en licht er en Croon zijn daar als J-adviseurs binnengeko- |ude management bevoor- uw de winkels en bakte [i is er een heroriëntatie ge- eken naar nieuwe afzet- Et lukt redelijk. Er zijn nog maar zo'n bedrijf kan uit lijzen. Het Phoenix-effect ons jargon". fling is voor Grosfeld een veg naar de flexibele be- Jisatie: „Personeel en ma- noet doorstromen ja, zeker of zes, zeven. Een voor- lan niet vijfentwintig jaar Tan De Stem zijn. Vijfen- Ir dezelfde top laat structu- psten, dan werkt de pyra- piet meer. Nederlandse di- lijn stoeltjesplakkers. Ach it; kinderen op school, cul- acten, de Rotary. Zo'n man te zitten. Toch moet je ka- ipfuncties na zeven jaar )at geldt ook voor ouderen djfenvijftig kun je geen di er zijn. Zo'n man moet dan raring gaan werken als be- adviseur. Weet je, er is ■rzoek naar gedaan, maar i leuk onderwerp zijn: Hoe e tussen stoelenplakkers en faillissementen?", vraag: Wat is dan de goede Grosfeld reageert kort en a's iemand die een ander werken". Doe je het eerder, dan zijner es en kan de OR nog mees- vendien kun je dan in over- irectie en andere betrokke- narges mee bepalen. Het is ime voor m'n eigen winkel ir als je signalen hebt dat er s, schakel dan iemand van hoe eerder hoe beter, liefst al is dat meestal niet» r". >er voegt er onmiddelijk aan rlussen waarbij die situatie doet zijn zeldzaam. Ik heb emaakt dat de onderne- d precies tien dagen tij» een reorganisatie-rappor- Meestal is het dan te laa' turn-around, een keer ten n krijg je de tijd niet voor of voor het overwinnen va® en. Die zijn er altijd. Als je enkomt en je mag de jaar- inzien en je legt de vinget plek dan ben je de slechts pper en die wordt ook in o" nog dikwijls onthoofd". praktijk ervaart Den Boet oelangstelling voor het OF ider wordt: „Het is een sotfj ,heid. Naarmate je als 0# cht krijgt kom je dichter M van een bedrijf, maar h°e iij, hoe moeilijker het vet' /an meer inzicht wordt c® r tijd dat kost. Bovendie® ter bij, hoe meer naar ver- je invloed afneemt. Daa ij dat meerjaren-plannj™ e bedrijf stop steeds moeiW' rvolg op volgende pagina De weg naar een verenigd Europa is nog lang- foto archief de stem Het RODE LICHT aan de grens Door Paul de Schipper „MAAKT u koffer even open asjeblief meneer". Hij vraagt het vriendelijk doch dwin gend in vettig Vlaams en met een nadruk op 'asjeblief me neer'. De jonge Belgische douaneman loopt om de auto heen. Hij zit slordig in het pak en draagt sportschoenen onder de grijs-blauwe broek. Je volgt hem braaf met de sleutels. De koffer gaat open. Hij kijkt even achter de gevarendriehoek en onder de rubber- mat. „Wat is dat meneer...oh een slaapzak, da's ne goeie hoor". Collega's voor hem hebben al zeker tien keer achter de gevarendriehoek gekeken. De hash die ze er zoeken zit er niet. „Doet u maar dicht" zegt de gympiescommies en hij gebaart met de hand. Doorrijden maar, honderd kilometer naar Zeeuwsch-Vlaande- ren. Je gaat van Nederland naar Ne derland, maar de ervaring leert dat er een kans van eén op drie of vier is dat aan de grenspost van de E 10 Antwer- pen-Breda de koffer open moet. De Belgische douane voert met strenge regelmaat controles uit aan de grenspost Meer-Hazeldonk. Soms staat ook de rijkswacht erbij, com pleet met officieren. Het zijn gebuikte heren die er goedmoedig doch ook vervaarlijk uitzien. Hun onder- gschikten zwaaien met lelijk schiet tuig. Ze kijken je door het open raampje brutaal recht in je gezicht aan, over de rug van de commies heen. Het zijn deze heren die erom bekend staan dat ze af en toe per on geluk wel eens een verkeerde auto doorzeven omdat ze de bestuurder verdenken van een hold up. Maar goed, even de neiging om altijd com mentaar te leveren vergeten en ge dwee het ritueel ondergaan, in het besef dat de weg naar een verenigd Europa nog lang is. Maar je bent niet de enige die zich stoort aan het oponthoud. De klach ten van de Nederlandse automobilis ten hebben zelfs minister Van den Broek van Buitenlandse Zaken be reikt. Hij heeft zich er over beklaagd bij z'n Belgische collega Tindemans, zich beroepend op het Benelux-ideaal van de open grenzen. Dat ideaal is eén douane-gebied voor België, Ne derland en Luxemburg. „Meneer, ik zal u zeggen: We krij gen alle dagen klachten binnen: van particulieren of via de Kamers van Koophandel en de ambassades. Vaak zijn die klachten zeer emotioneel. Mensen reppen van Oosteuropese toestanden. Vaak gaat het om verte genwoordigers. Iedereen kan zien dat ze met behang-stalen geen kamer kunnen bekleden. Toch dienen ze dat aan te geven omdat het geen privé- bagage is. We weten wel dat veel klachten het gevolg zijn van onvol doende voorlichting. Daarom hebben een brochure gemaakt waarin staat wat een particuliere reiziger bij zich mag hebben". Aan het woord is Leo Geysemans, hoofd van de economische afdeling van de Benelux Economische Unie in Brussel. Deze Unie is het uitvoerend orgaan van het Benelux-verband. Geysemans toont zich zeer bezorgd over de toenemende strenge controle van automobilisten op de E 10. Hij heeft het zelf ook aan den lijve onder vonden, maar wil de douaniers niet al te zwaar vallen. Volgens hem is de nu hinderlijke situatie het gevolg van een samenloop van omstandigheden. In 1970 stelden de drie regeringen van de Benelux officieel hun grenzen open, waarbij werd vastgesteld dat er langs E-wegen geen kantoren met douane-bevoegdheid zouden komen. Met de E 10 liep het anders. De doua ne-bevoegdheid voor West-Brabant lag in Wernhout. Hollandse chauf feurs bleven inklaring in eigen taal gebied preferen boven de rompslomp aan de Frans-Belgische grens en zo groeide Wernhout uit tot de douane post voor het vrachtverkeer. Er kwa men aktie-comités en uiteindelijk kwam de hele winkel toch in een splinternieuwe behuizing aan de E 10 terecht. De geconcentreerde man kracht heeft zich aan Belgische zijde geuit in een strengere controle van personenauto's. De Benelux-voorschriften voorzien in steekproefsgewijze controles waarbij het 'visiteren', beginnend bij 'Heeft u iets aan te geven' een belang rijke rol speelt. In het Nederlands grensgebied in West-Brabant wordt het visiteren van particulier vervoer door de Nederlandse douane op be perkte schaal toegepast. Niet zozeer omdat Nederlands de regels soepeler uitlegt, maar vooral vanwege perso neelsgebrek. Chef-inspecteur E. Sta- rinck van de Dienst Accijnzen eb Be lastingen in Roosendaal wil geen ge tallen noemen van het aantal contro les dat z'n medewerkers verrichten. 'U zou schrikken als ik dat deed', zegt hij. Per 1 mei krijgt de dienst er vijftig man bij. „Om de gaten op te vullen", aldus Starinck en hij voegt er aan toe: „Maar die mensen worden pas in sep tember operationeel omdat ze nog een opleiding krijgen aan de douane- school. Hij stelt dat de Nederlandse douane de Benelux-regels voor grenscontrole nauwgezet volgt, zowel wat betreft partculier vervoer als bij het vrachtverkeer. Volgens Starinck heeft de Neder landse douane in het gebied ten zui den van Breda tot en met Putte de af gelopen jaren veel tijd gestoken in het opsporen van illegale jeneverstoke rijen, een klus die veel voorbereiding maar ook een hele nasleep met zich meebrengt. Komen er dan met de personeels uitbreiding op de E 10 dan ook meer controles van Nederlandse zijde? Sta rinck: „Daar kan ik nu nog niets over zeggen. We moeten eerst eens kijken, hoe we de mensen gaan opvangen". Zijn de Benelux-regels voor de grenscontrole voor verschillende uit leg vatbaar? Starinck ontkend dat: „Nee, ik denk van niet", maar hij wil liever niet ingaan op de aktiviteiten van de Belgische collega's. De man die de regels kennelijk toch anders uitlegt is hoofdcontroleur Van de Berge van de Belgische douane in Meer-Hazeldonk. Hij reageert een beetje verbaasd als hem wordt ge vraagd naar de achtergronden van de strenge visitaties van zijn onderge schikten. „Een toenemende controle. Nee meneer, daar is mij niets van ge bleken. Gewoon maximum vijf uur per dag en dat is maar goed ook, want er komt van alles: We vinden veel drugs, vooral hash en cocaïne, dus het loont wel. We doen het meestal zelf, maar soms draait de rijkswacht ook mee. 't Is hier niks ongewoons en bo vendien, we houden er wel een paar aan, maar er zijn er toch ook duizen den die zonder stoppen voorbij rijden. Over uitleg van regels kan ik niets zeggen, want wij krijgen onze in structies van de minister uit Brussel". Benelux-woorvoerder Geysemans over die instructies: „De instructie zoals vastgelegd in Beneluxverband is een uur per dag en dan nog steek- Leo Geysemans, hoofd van de economische afdeling van de Benelux Eco nomische Unie: „Het is begonnen toen in België de tarieven in beweging kwamen". - foto de stem /johan van gurp proefgewijze. Niet zoals nu met oran je knipperlicht en een douanier op de weg. Dat licht laten ze soms oranje. Dan wordt de naderende automobilist niet gewaarschuwd, want staat het rood dan kan hij soms door de mid denberm op Nederlands gebied keren omdat daar de ketting tussen de vangrail niet altijd dicht is. Het is een levensgevaarlijke toestand en soms staat er wel een kilometer file. De he le controle is uitgedijd. Het is syste matisch geworden en dat is zeer zorgwekkend". De economische topman van de Be nelux Unie verklaart de ontwikke ling ook als een gevolg van de ver schillen van de BTW-tarieven: „Het is begonnen toen in België de tarieven in beweging kwamen, zo'n vijf, zes jaar geleden. In Nederland is het nu 19 procent. België heeft z'n 5 procents en z'n 25 procents tarief". In juni 1984 hebben Frankrijk en Duitsland het zogenaamde Saarbrüc- ken-akkoord getekend. Dit bilaterale verdrag voorziet in een vrije door gang van personenverkeer tussen de twee landen. Juist gezien die overeenkomst vindt Geysemans de toestand op de E 10 niet te verdedigen. Hij spreekt van 'de motorfunctie' van de Benelux als het om vrije grenspassage gaat. Gey semans: „Als je nu ziet dat de Duit sers uitgesproken belang hechten aan open grenzen en dat Helmut Kohl met de Fransen hoge toppen scheert, dan is het beroerd om vast te stellen dat wij op datzelfde moment in de Bene lux toestanden hebben die ons jaren in het verleden terugwerpen. De Be nelux is altijd het voorbeeld geweest voor Europa maar nu nemen Frank rijk en Duitsland het voortouw". Minister Van den Broek heeft bij z'n Belgische collega Tindemans ge constateerd dat het huidige optreden van de Belgische douane op de E 10 niet kan. Van den Broek na afloop van z'n recente gesprek met Tinde mans: „Er is enige spanning tussen het streven naar meer open grenzen en de verscherping van de controle door de Belgische douaniers. Mij is beloofd dat er gestreefd wordt naar een spoedige oplossing". Om de scheefgegroeide toestand aan de E 10 te corrigeren is er overleg geweest tussen functionarissen van de Benelux Unie en de Belgisch mi nisterie van financiën. Geysemans over de resultaten: „Men doet alsof men het in Keulen hoort donderen. Je staat voor een muur, want ze weten niks. Het is een zaak van geduldig proberen de zaak recht te trekken. Het beste zou dat kunnen middels het gelijk trekken van de fiscale tarieven. Maar dat vergt een diep ingrijpen in de fiscale autonomie van de Benelux- landen en een minister vindt het niet leuk om z'n collega's te laten meebe slissen over de nationale kas. In de huidige conjunctur is het onbegonnen werk om de fiscaliteiten op eén lijn te brengen. Het vervallen van de hinderlijke grensformaliteiten levert de econo mieën van de Benelux geld op. Een voorbeeld. Toen de veterinaire en sa nitaire controles aan de Benelux- grenzen werden opgeheven bracht dat 300 miljoen gulden aan besparin gen op voor de drie Beneluxlanden. Dat is gelijk aan 6 procent van het onderlinge handelsverkeer van alle EG-landen. Daaruit volgt weer dat 1 procent van de totale EG-handel goed is voor 50 miljoen gulden. Bij de Be nelux Economische Unie heeft men berekend dat het openstellen van de Duitse grenzen een besparing van 24 procent betekent. Dat is 1,2 miljard gulden per jaar. Voor Geysemans is het dagelijks werk om te bouwen aan het 'Europa van morgen". Maar hij voelt zich als de metselaar in wiens zorgvuldig op gebouwde voorbeeldwoning betonrot is geslopen. Met bewogen felheid keert hij zich dan ook tegen de syste matische controle van het reizigers verkeer op de weg Antwerpen-Breda. Hij verwijst naar 'Het Europa van de Burger' zoals Fransen en Duitsers het plegen te noemen. „De strengere controles van het personenverkeer aan de E 10 kun je niet direct vertalen in economische termen maar de schade voor de op bouw van Europa is er wel. Net nu de Fransen en Duitsers op 27 februari gaan praten over het vrije personen verkeer over hun grenzen doen wij het zo beroerd aan onze eigen gren zen. Het doel van de Benelux is het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal, maar we staan we vandaag met zo'n situatie als aan de E 10. Hoe kun je Europa verkopen door zo te doen?. Als Benelux hadden we een stap gezet en die draaien we nu twintig jaar in de tijd terug. Het is nu nog enkel met het reizigersver keer, maar alle risico dat zoiets ook met het goederenverkeer kan gebeu ren. Daarom moeten we er tegenop komen met al wat in ons is". IflPBENELUX Vervolg van pagina Gids/ Weekend 2 'X ker te vertalen is in werkgelegenheid. Het overleg over de beleidsmatige as pecten wordt steeds beter, al zijn er nog bedrijven waar de informatie over de jaarrekening op eén velletje papier staat". Den Boer ziet hoe vooral bij grote concerns ondernemingsraden en cen trale ondernemingsraden steeds meer uitgroeien tot instituten, een soort be- drijfsparlement. „Er wordt proces matig gewerkt. De directie komt bin nen met een nota en zegt: We mikken op die en die markt. Ons doel is winst maken. Dat is behoud van jullie werk. Wat vinden jullie er van? Om mee te kunnen blijven doen moetje in werkgroepen vanuit de OR. Je praat mee over marktgerichte zaken. De conventionele or toetst vaak achteraf. Maar van het 'vechten tegen' ontwik kelt de or-werk zich in de toekomst naar het leggen van accenten op het geplande beleid". Hoe staat Den Boer tegenover de figuur van de crisis-manager? Zijn reactie: „Dat zijn harde jongens. Als OR-adviseur moet je tegenover zo'n man ook keiharde eisen stellen. Je checkt wat voor een man het is. Als goede turn-around-manager heeft moderne opvattingen over perso neelsbeleid en dan kun je er wel mee werken. Het zijn jongens die zichzelf verkopen voor duur geld. Hun loon is de prijs van de beschikbaarheid en van het resultaat. Het zijn specialis ten met het risico: wel werk, geen werk". Over zijn eigen positie: „Je bent ge huurd om succes te behalen, maar je komt binnen in een spannings-situa- tie. Er is ellende in een bedrijf. Er is onvrede, er wordt onderling gekat. Je moet snel waar voor je geld bieden, want de mensen zien je als een red der, maar je kan geen wonderen doen. Alles hangt af van de snelle analyse, met een noodgang stukken doorne men. Zie je geen kans om de klus te klaren, zeg dat dan. Doe je het wel, wees dan open en zeg: Dit is mijn be leid, wat denken jullie?" Een goed functionerende OR moet volgens Den Boer met regelmaat een tussentijdse balans opmaken, gekop peld aan een terugkerende bedrijfs- doorlichting: „Aan het begin van de zittingsperiode en dan na anderhalf jaar weer. Doen ze dat, dan hebben ze al een enorme voorsprong. Het ge beurt nu al, maar het is vaak erg ge richt op de arbeidssituatie: het lawaai van de machines of het tochten in de werkplaats". Tenslotte nog een visie op organi satie-bureaus. Den Boer: „Die wer ken in de doorlichtende sfeer. Ze zeg gen: Meneer de directeur, in uw be drijf is het een puinhoop. Ze geven richtlijnen en daar houdt het mee op. Ook al heb je een goed rapport, als de instrumenten om het toe te passen je ontbreken, dan ben je nog nergens. Een organisatie-bureau verkoopt een analyse en niet meer dan dat. Soms jeuken hun vingers om verder mee te doen". Samen met de OR een bedrijf voor de poorten van de hel weg trekken. Zo omschrijft drs. Ad den Boer zijn werk. Een crisisberoep: puinruimer op het sociaal-economisch slagveld aan de zijde van de werknemers. On danks alle spanningen en het jakke ren kan hij zijn 'ambacht' relativeren. „Ach, je ruikt er wel eens naar, maar dat gaat dat wel over. Het kan ook niet anders. Meestal trek je het deksel open van een pan waarvan je direct ziet dat er niet al te best in gekookt wordt".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1985 | | pagina 14