u
üi
(53
oordigd
EEN WERELD VOL
ANGST EN SCHRIK
SCHILLEBEEKX RADICALISEERT
AMBTSOPVATTING:
r juist'
evolgd
wekend,
lels niet
regelen
/-debat'
vllNISTER(S)
1 Klachten
m Boekje
JE krijgt het plotseling heel benauwd.
Het gevoel dat je geen lucht meer krijgt,
hartkloppingen en tintelende vingers.
Je schrikt je wezenloos. Er spookt van
alles door je hoofd. Je hart, je hoofd.
Onderzoeken brengen vervolgens geen
lichamelijke mankementen aan het
licht. Maar de klachten blijven. Je hebt
last van duizeligheid, of vaak
maagklachten
Je voelt je moe,
lusteloos. Bang om
weer geconfronteerd
te worden met die
rare verschijnselen.
Je ontdekt dat
dergelijke klachten
samengevat worden
in een woord:
hyperventileren.
Aangenomen wordt
dat een op de tien
patiënten die de arts
bezoeken last hebben
van hyperventilatie.
Een ziektedie
nauwelijks te
bestrijden is met
medicijnen. Maar wat
dan?
Angst
Niet zeuren
Spanningen
Tussenschakel
Hulpmiddel
Dreiging
Proces
^ELLERIGE incidenten hebben de neiging de
aandacht van hoofdzaken af te leiden naar - meer of
minder belangrijke - bijkomstigheden. Dat lot zou
ook Pleidooi voor mensen in de kerk; christelijke
identiteit en ambten in de kerk', het jongste boek van
de Nijmeegse theoloog dr. Edward Schillebeeckx
kunnen treffen. Want niet de vraag of dit nieuwe boek
nieuwe aanvaringen met de Congregatie voor de
geloofsleer en de Romeinse theologische school tot
gevolg zal hebben, is primair, maar de waarde van de
denkbeelden zelf die ter kritische beoordeling
aangeboden worden.
7ATERDAG 2 FEBRUAR11985
W3
W2
rover een Kamerbeslissing.
Jsteld uit leden van de
I op 'onafhankelijke des-
1 denkt dat het om rech-
brd te geven.
|g vaker het goede ant-
1 ouderen ook iets va-
londervraagden die zeg-
1 te zijn, zitten goed met
Ik niet-geinteresseerden
I dat het om Tweede Ka
len de kleine partijen zijn
lamenstelling van de en-
Iderzoek trouwer gevolgd
fcter dan jongeren. Onder
pn er ruim tweemaal zo-
zijn als onder jongeren
f-zaak regelmatig tot in-
i stemmers op PvdA, D'66
't gemiddelde, de CDA- en
[enquêteverslag begin fe-
nuari, toen het Intomart-
Ikend bij 62% van de on-
ler niet van op de hoogte,
pr dan vrouwen, en oude-
pn dat de politieke interes
bij vrouwen - in de groep
is de verhouding man-
ban blijkt Dolman ook be-
(56% noemt hem.
pt 37 dat de Tweede Ka-
Ihet niet; 10% denkt het te
Intwoord. De meeste fout-
B00 leden.
ne politiek zeer geïnteres-
toch weet nog bijna een
niet. Van de mensen die
Iresseerd te zijn, weet 15%
[den te noemen.
3'66 en de kleine partijen
orden duidelijk boven het
ielt 16,5 zich „zeker" ver-
Kamer. Dit geldt met na-
7VD en de kleine partijen,
de politiek zeer geïnteres-
;n mannen zich wat duide-
vrouwen (20 tegen 12
!igd voelt zich 29,4 van de
Naarmate de ondervraag-
ich minder vertegenwoor-
zeggen vaker zich „zeker"
draagt bij het CDA 80 en
>r maatregelen zijn, denken
'en ministers: 77% spreekt
van de totale groep onder-
raagden vindt dat er (ook)
ners moeten volgen, en 39
an Kamerleden,
sterker geïnteresseerd is,
lit voor maatregelen.
DA- en WD-stemmers die
esp. 67 vindt dat er maat-
nisters moeten volgen.
Hyperventileren: veel meer
dan wat vage klachten
Door Romain van Damme
HYPERVENTILEREN is een
Latijnse uitdrukking voor 'te
snel en te diep ademhalen'. In
de Dikke van Dale is het
woord terug te vinden op pa
gina 1150.
Hyperventileren is: 'een ziektever
schijnsel veroorzaakt door overmatig
diep ademhalen uit angst, wat tot een
overmaat aan zuurstof in het bloed en
een tekort aan koolzuur leidt. De
ziektetoestand gaat gepaard met tin
telen van de vingers, krampen in de
handen, duizeligheid, hoofdpijn'.
Een 'koele' definitie. Maar achter
deze woorden gaat een wereld vol
angst en schrik schuil. „Het is beang
stigend", zegt mevrouw Mol die na
een hyperventilatie-aanval bij de
huisarts belandde, „je weet niet wat
er gebeurt. Ik dacht dat ik wat kreeg.
Dat ik het aan mijn hart had. Bij de
huisarts bleek toen dat het hyperven
tilatie was".
In de Dikke van Dale worden een
aantal symptonen die bij het hyper
ventileren horen, genoemd. Dat lijstje
kan moeiteloos aangevuld worden.
Het aantal klachten dat voortkomt
uit hyperventileren is enorm groot.
Dat houdt niet in dat al die klachten
bij het hyperventileren tevoorschijn
komen. Die klachten kunnen heel
verschillend zijn. Een van de meest
gehoorde klacht is benauwdheid. Het
gevoel dat je niet meer kan ademen.
Veel mensen hebben bij een aanval
van hyperventilatie last van
hartkloppingen. Ook hoofdpijn komt
veel voor. Een raar gevoel in je hoofd,
duizeligheid. Bovendien komt het
vaak voor dat je vingers en je tenen
gaan tintelen, je armen en benen
zwaar worden. Een moe gevoel. En
een droge mond.
„Het gebeurt wel eens dat je weg
valt", zegt de Bredase huisarts Ba-
vinck, „tot nu toe is echter gebleken
dat een aanval van hyperventileren
lichamelijk verder geen gevolgen
heeft. Je houdt er niets aan over. Zo'n
aanval is verschrikkelijk. Erg beang
stigend. Het gevaar bestaat dat je je
zelf erg bang maakt dat je weer een
aanval krijgt. Dan dreigt het een cir
kel te worden".
Heel wat wetenschapsmensen heb
ben zich inmiddels gebogen over het
hyperventilatiesyndroom. De opge
dane ervaringen zijn gebundeld in di
verse boeken. Vaak moeilijk geschre
ven en voor de leek nauwelijks te
vatten. Een geschikt werkje voor de
leek, die niet zo goed uit de voeten
kan met allerlei latijnse termen, is
het boekje 'Hyperventilatie', geschre
ven door Marion Bloem en Ivan
Verschillende instellingen en groepen houden zich bezig met het pro
bleem van hyperventilatie. In juni van het vorige jaar nam een van de
hulpverleensters van de Nederlandse Hyperventilatietsichting het eerste
exemplaar in ontvangst van het boek 'Leven met hyperventilatie', met bij
behorend cassette-bandje. De Hyperventilatiestichting zit in Amsterdam
(Postbus 70386) en is bereikbaar op het nummer 020-425451. - foto archief de stem
Wolffers. Het boekje wordt door uit
geverij Contact op de markt gebracht.
Dat dit boek aan de vierde (bijge
werkte) druk toe is, geeft aan dat het
aantal mensen dat aan hyperventile
ren lijdt, niet gering is.
In de wetenschap circuleren diver
se theorieën over de oorzaken van hy
perventileren. Een theorie zegt dat
mensen hyperventileren omdat ze
door de jaren heen verkeerd ademha
len. Een andere theorie zegt dat veelal
angst de boosdoener is. In ieder geval
is er niemand die voor zijn plezier hy
perventileert. Soms zijn de oorzaken
duidelijk aanwijsbaar. Als je bijvoor
beeld heel snel een strandbal op
blaast. Vaak wordt je dan duizelig,
krijg je tintelingen. „Of je ziet een
muis", geeft dokter Bavinck nog een
voorbeeld, „en je schrikt heel erg.
Dan kun je in principe hyperventile
ren. Je krijgt hartkloppingen en gaat
sneller ademhalen. Maar dan weetje
de oorzaak. Die muis. Of als je heel
inspannend gesport hebt. Je teveel
gegeven hebt. Maar ook dan is de oor
zaak aan te wijzen".
In de meeste gevallen is het echter
niet eenvoudig de oorzaak meteen op
te sporen. Bovendien wordt hyper
ventileren door veel mensen niet her
kend. Immers, er kunnen allerlei
klachten optreden. Als lichamelijk
onderzoek vervolgens niets aan het
licht brengt, krijg je ook nog met je
omgeving te maken. „Ik voel me zo
rot", wordt niet meer serieus geno
men. Je wordt in de hoek gezet als een
aansteller. „Niet zo zeuren". Een ver
schrikking voor degene die hyper
ventileert en zich door die opmerkin
gen alleen voelt staan in een gevecht
zonder echte tegenstander. Een ang
stige tegenstander.
Angst. „Het hy
perventileren", zegt dokter Bavinck,
„sluit aan op angst of andere span
ningsvelden. Er zit vrijwel altijd een
psychische oorzaak bij. De oplossing
vinden is dan niet zo eenvoudig. Het
verband leggen tussen klachten en
oorzaak is moeilijk. Vaak wordt dat
verband niet gelegd en blijven de
klachten".
Psychische spanningen. Als dat ter
sprake komt, zijn veel mensen op hun
hoede. Het wordt meteen gekoppeld
aan 'het niet helemaal in orde zijn in
je bovenkamer'. Onzin. Het zijn span
ningen die je niet zo vlug herkent.
Daarom kun je die spanningen jaren
in stand houden. Het onderdrukken
van die spanningen tot het lichaam zo
heftig protesteert dat het even fout
gaat. Ingehouden emoties die jaar in
jaar uit keurig opgekropt worden tot
er werkelijk geen druppel meer bij
kan. Dan barst de bom. Krijg je
klachten, komen er problemen. Het
klinkt wat gek, maar dankzij het ont
dekken van die klachten, kan er wat
aan gedaan worden.
Hyperventileren heeft met angst te
maken. Je kunt je op veel manieren
angstig maken. Angst dat je een vre
selijke ziekte onder de leden hebt.
Daar zo mee bezig zijn dat je te veel
spanning oproept en gaat hyperventi
leren. Of heel erg kwaad worden,
zonder dat goed te uiten. De angst
gaat in feite je leven beheersen en
neemt bezit van je lichaam. Het is
geen pretje om die confrontatie vaak
aan te moeten gaan. Een uitputtend
gevecht. Hulp kun je dan best gebrui
ken. „Na een paar aanvallen van hy
perventilatie", zegt mevrouw Mol,
„ben ik ontspanningslessen gaan ne
men. Dat heeft me geweldig geholpen.
Ik heb er nu veel minder last van. Ik
weet dat ik het kan ondrdrukken.
Door het leren van goede ademha
lingstechnieken. De buikademhaling.
Omdat ik nu weet dat ik het kan on
derdrukken, is de angst voor een
nieuwe hyperventilatie-aanval veel
minder geworden".
Ida Lindeboom, fysiotherapeute in
Breda, geeft les in ontspanning.
„Chronische spanningen zijn veelal
de basis voor hyperventilatie", vult ze
aan, „lichaam en psyche horen bij el
kaar. De ademhaling is een tussen
schakel. Door een goede techniek,
goede ontspanning bevrijd je van
spanningen. Je kunt bij een aanval
van hyperventilatie een plastic zakje
gebruiken. Prima. Dan gaat die aan
val weg. Want iets in het mechanisme
is dan ontregeld. Dat kun je door dat
pastic zakje weer herstellen. Maar
dat alleen is niet de oplossing".
Het plastic zakje. Bij mensen met
hyperventilatie wel bekend. Als je
een aanval krijgt het plastic zakje
voor de neus en mond houden. De
koolzuur die je dan teveel uitblaast,
adem je opnieuw in. Een goede me
thode om de aanval te onderbreken.
Het geeft je bovendien het gevoel dat
je iets kunt doen. Het plastic zakje
neemt echter niet de factoren die een
hyperventilatie-aanval inleiden weg.
„Het is een hulpmiddel", zegt dokter
Bavinck, „ook die ontspanningsles
sen. Een goed hulpmiddel. Door mid
del van die techniek kun je de cirkel
doorbreken. Je wordt ontspannen.
Het is beter dan medicijnen. Al ont
kom je daar af en toe niet aan. Maar
de ideale oplossing is dat niet. Je on
derdrukt dan de oorzaken. Als je ont
spanningstechnieken doet, ben je met
je zelf bezig. Dan probeer je vanuit
jezelf wat te doen".
Hyperventileren heeft te maken
met dreiging. Daar is het weer, angst.
De spanning. Zoals al eerder aange
geven in sommige gevallen heel her
kenbaar. Stel dat je op een rivier rus
tig aan het peddelen bent en plotse
ling zie je voor je een waterval. Ge
daan met de rust. Maar in de huidige
maatschappij zijn er zoveel spannin
gen die in feite ongemerkt binnen
sluipen. Het moeten. Je moet veel.
Van jezelf en de buitenwereld. Er zijn
uiteraard heel veel mensen die dat
kunnen hebben, die zich daar tegen
kunnen wapenen. Maar er zijn ook
heel veel mensen die het net iets te
veel vinden. En dat pas na jaren ont
dekken. Marion Bloem en Ivan Wolf
fers, de schrijvers van het boekje
'Hyperventilatie' hebben een aantal
mensen die last hebben van hyper
ventilatie, bij elkaar gebracht. Praten
over de problemen. Dat lucht al op.
Weten dat je niet de enige bent die
hyperventileert. Volgens Marion
Bloem en Ivan Wolffers heeft tien
procent van-de patilenten die de art
sen bezoeken last van hyperventila
tie.
Dokter Bavinck laat zich echter
niet verleiden tot het geven van cij
fertjes: „Ik ken geen exacte aantallen.
Maar er zijn inderdaad nogal wat
mensen die lijden aan hyperventila
tie. Mensen die met vage klachten ko
men. Klachten die moeilijk te plaat
sen zijn. Dan kom je vaak uit op hy
perventilatie. En ik heb al eerder ge
zegd, dat het iets verschrikkelijks is.
Die angst beheerst je dan. Ja, het is
volgens mij een welvaartsprobleem.
Natuurlijk zal het vroeger ook wel
voorgekomen zijn. Hoe dat dan be
handeld werd en hoe vaak, weet ik
niet. Vroeger waren er echter minder
spanningsvelden. In deze maatschap
pij wordt je zo vaak geconfronteerd
met allerlei dreigingen. Kernoorlo
gen, door de media wordt er vaak ge
sproken over allerlei ziektes, hartin
farcten enz. Hyperventilatie heeft
vaak angst voor de dood, voor ziektes
als basis. Dat ontdekken, het wezen
lijke probleem vinden, is moeilijk.
Dat is een heel proces".
Priestertekort onnodig
Door Jan Bouwmans
HET nieuwe boek van Schil
lebeeckx gaat opnieuw over
het ambt in de Rooms-Katho-
lieke Kerk en is in feite een
verbreding en verdieping van
zijn ophef makende boekje
'Kerkelijk ambt' van 1980. De
opzet en indeling van het
nieuwe boek wijkt van dat
eerdere in wezen ook niet af.
Nog gedetailleerder heeft Schille
beeckx onderzocht hoe het ambt in de
Roomse kerk zich historisch heeft
ontwikkeld en welke accentverschil
len het gekenmerkt hebben in welke
tijd en onder invloed waarvan.
Zijn bedoeling is daarbij zonne
klaar: nagaan of de historische ont
wikkeling ruimte schept om de he
dendaagse ambtsproblematiek het
hoofd te bieden. Want alleen die theo
logie die voor een antwoord op actue
le vragen te rade gaat bij de totale
historie van het volk Gods, kan aan
spraak maken op de titel 'goed'.
Het huidige ambtsprobleem be
staat volgens Schillebeeckx niet al
leen uit het overal ter wereld toene
mende tekort aan priesters. Dit tekort
heeft op zijn beurt geleid tot heel uit
eenlopende plaatselijke initiatieven
om dat tekort min of meer op te van
gen: leken die voorgaan in een pseu-
do-eucharistieviering, wat dan com
muniedienst heet en de opkomst van
de pastorale werk(st)er die als be
roepskracht onvoldoende kan func
tioneren. Deze initiatieven van on
derop zijn in zichzelf niet te verwer
pen, maar naar Schillebeeckx' over
tuiging dreigt er wel een ongezonde
situatie te groeien; ongezond dan ge
meten naar wat het wezen van kerk-
zijn behoort te zijn (ecclesiologie).
Daarin dient het leergezag wel dege
lijk te voorzien, betoogt hij.
Over de maatregelen zelf heeft
Schillebeeckx echter andere denk
beelden dan bijvoorbeeld de Romein
se theologen. Want ook na het derde
leerproces tegen hem vanwege zijn
'Kerkelijk ambt' komt de vermaarde
Nijmeegse theoloog in zijn 'Pleidooi
voor mensen in de kerk' onverkort tot
de slotsom dat het op grond van de
traditie heel wel mogelijk is het
priesterambt open te stellen voor ge
huwde mannen én voor vrouwen.
Toch zet Schillebeeckx hierop niet al
zijn theologische kaarten. Hij ziet
voor de bestaande ambtsproblemen
twee mogelijke oplossingen: aan het
vanouds bekende ambt van diaken
moet een veel meer aan de eigentijdse
nood aangepaste inhoud gegeven
worden (wat het Tweede Vaticaanse
Concilie op dit punt heeft gedaan, is
te beschouwen als eerste aanzet en
zeker niet meer); de tweede mogelijk
heid is dat de bestaande ambten bis
schop-priester-diaken worden uitge
breid met een vierde ambt in de kerk,
waarbij aan de pastorale werk(st)ers
een aangepaste, eigen wijding wordt
verleend waarin tegelijk hun functie
wordt afgebakend.
De titel van Schillebeeckx' jongste
boek is overigens even onthullend als
navrant. Navrant, want als zelfs in de
kerk al voor mensen gepleit moet
worden terwijl het de pretentie van
de kerk is dat het haar uitsluitend om
het heil van mensen begonnen is.
Onthullend omdat het de kern van
het kerkconflict aangeeft. Een kerk-
conflict waarbij de Congregatie voor
de Geloofsleer het anno 1984 gepres
teerd heeft de grote en juist door de
Romeinse theologische school 'aanbe
den' Thomas van Aquino acht eeu
wen later via Schillebeeckx te 'ver
oordelen'. Want Schillebeeckx werd
door Rome op zijn vingers getikt voor
zijn herhaling van de uitspraak van
Thomas dat de kerkelijke gemeente
recht heeft op de eucharistie. Rome
kende deze uitspraak van Thomas
blijkbaar niet.
Dat recht op eucharistie staat voor
Schillebeeckx ook voorop. En dat op
zeer goede exegetische en historische
gronden. En op dezelfde gronden is
een tekort aan ambtsdragers eigen
lijk een onmogelijkheid. Als er dan
toch sprake is van een tekort aan
ambtsdragers, dan schiet in werke
lijkheid de hirarchie tekort, betoogt
Schillebeeckx.
Wie nu mocht denken dat de Nij
meegse theoloog Romeinse stellingen
en uitspraken als fout afwijst, heeft
het mis. Schillebeeckx zegt niet dat
Rome fout is, hij betoogt dat Rome te
eenzijdig is en dat doordaar onnodig
een tekort aan ambtsdragers blijft
bestaan.
Waar zit dan de kern van de zaak?
Schillebeeckx noemt dat de 'ontologi
sche mystificatie' van het priester
ambt. Heel populair gezegd komt het
erop neer dat van een priester een
soort 'tovenaar' is gemaakt aan wie
de 'tovermacht' alleen effectief kan
worden doorgegeven via een onon-
Edward Schillebeeckx.
derbroken keten (apostolische succes
sie). Uitsluitend en zo alleen 'werkt'
de priesterlijke macht en maakt die
macht tegelijk sacraal onaantast
baar, waarover de hiërarchie boven
dien het alleenbeschikkingsrecht
heeft.
Dit geheel noemt Schillebeeckx een
onterechte blokkade voor het functio
neren van het ambt in de kerk, inclu
sief het beschikbaar zijn van vol
doende ambtsdragers. Hoe verheven
men ook over het ambt mag denken,
het bestaat in elk geval ook voor de
opbouw van de plaatselijke geloofs
gemeenschap die evenzeer rechten
kan doen gelden. Zie de vroeg
christelijke gemeenten.
Veel gedetailleerder dan in zijn
eerder boek zet Schillebeeckx dit nu
uiteen. Met name zijn onderscheid
tussen de eerste duizend jaar kerkge
schiedenis en de tweede duizend jaar
fundeert hij veel dieper. Niet in de
laatste plaats door de kritiek die op
zijn eerste boek is gekomen, maar
waarvan Schillebeeckx zegt dat het
slechts detailkritiek is geweest.
Op de achtergrond van dit alles
speelt uiteraard ook een geschiede-
- foto archief de stem
nis-opvatting. Mensen, die er bij
voorbaat van uitgaan dat latere ont
wikkelingen per definitie verbeterin
gen een geen verbasteringen zijn van
het voorafgaande, zullen de stand van
de twintigste eeuw zien uitgezuiverde
en uitgekristalliseerde waarheid
waar de mens verder van af moet
blijven. Mensen, die de geschiedenis
zien ontwikkelingen in circelbewe-
gingen, waarin zaken dus steeds weer
op deze of gene wijze hernomen wor
den, beschouwen de stand van de
twintigste eeuw hoogstens als een
mogelijkheid die ook anders kan
worden. Schillebeeckx ziet geschiede
nis als een concentrische beweging,
die zich richt naar Jezus van Naze-
reth, van wie de gemeente belijdt dat
Hij de Christus is. Dat geeft dyna
miek en schept ruimte.
Dat laatste is riskant voor wie
hecht aan hechte structuren zoals de
hiërarchische kerkstructuur er een is.
Om die reden zei Schillebeeckx be
slist met een nieuw Romeins proces
rekening te houden.
Edward Schillebeeckx: 'Pleidooi voor men
sen in de kerk: christelijke identiteit en
ambten in de kerk'. Uitgeverij H. Neiissen
BV, Baarn, 1985.