Zuster Jesualda maakte bronzen beelden van beroemdheden MILOU V, MAANDAG 31 DECEMBER 1984 EXTRA it] Zuster jesualda Kwanten (83) heeft in haar lange leven kans gezien twee roepingen met elkaar te verzoenen. Tegen haar dertigste koos zij voor intrede in de Congregatie van de Zusters van Liefde. Daarnaast ging zij beeldhouwen, ze maakte bronzen koppen van bekende toneelspelers als Albert van Dalsum, Hans Tiemeyer, Toon Hermans, Henk van Ulsen en Mary Dresselhuys, maar ook van koningin Juliana en de huidige koningin Beatrix. 6s- J Is MAANDAG 31 DECEF Ze maant zichzelf tc voorzichtigheid, om e| niet meteen teveel uit tl flappen. Naïviteit noeml ze het zelf. Spontaneïteil lijkt een betere typering, f Gevoelens Burgemeester Suske en Wiske:\ Hf VLUCHTyïmïopTZOtmRi^\ TEH HRRR EVEN VOOR HET EÏtRHD I T3c| 'Om een goed portret te kunnen maken, moet je iemand '^QT 'A ,<?6r "4 a o^' ehV'.eü e hi' *a/sr w ^e/c/ w A uJe l '°4^ 'Ae ^h; A°^J>.e?>e>V Door Marjan Mes „Rustig heb ik mijn eigen le ven geleid en men heeft daar begrip voor gehad", zegt zus ter Jesualda Kwanten in haar Tilburgse zolderatelier, waar een paar honderd bronzen portretkoppen van beroemd heden en minder bekende fi guren de bezoeker aanstaren. De koppen van Albert van Dalsum, Mary Dresselhuys en haar man Viruly, Henk van Ulsen, de koninginnen Bea trix en Juliana, de schrijvers Anton van Duinkerken en Al- bert Helman, Toon Hermans en zijn vrouw Rietje, maar ook van oud-burgemeester Becht van Tilburg en pater Titus Brandsma springen er uit. Daarnaast tientallen kin derportretten in brons, dierfi guren en bevallige, staande figuren, waaronder een aan tal weelderige vrouwen naak ten. „O nee", meent de beeldhouwende non oprecht, „daar is men nooit over gevallen. Aanstoot heb ik nooit gege ven en men had kennelijk begrip voor wat mij bezielde. De natuur is im mers de schepping en het boeiendste wat een kunstenaar kan verbeelden. Acteurs boeiden mij altijd al bijzon der, omdat ze zo helemaal opgaan in hun kunst. Het portret van Albert van Dalsum was zo goed uitgevallen, dat er steeds meer opdrachten volg den van de Tilburgse schouwburg. Ik vond het aanvankelijk vreselijk om naar Tilburg te moeten verhuizen, want in Amsterdam was zo veel meer te beleven. Tilburg vond ik een boe rendorp toen ik er pas woonde, maar gelukkig was het net aan zijn uitbrei ding begonnen. Met mijn leerlingen bezocht ik al de schouwburg in Am sterdam en nu kon ik tenminste naar de schouwburg in Tilburg. Albert van Dalsum had ik in Amsterdam vaak zien spelen en hem wilde ik graag portretteren toen hij hier kwam. Met zijn weduwe heb ik ook nog steeds contact. Ook met Mary Dresselhuys. persoonlijk kennen i'J. Uf> tt]t 'e 5e« tfe c 'TEL\ Door Charles Lennartz Zevenentwintig is ze, Milo| van Sprang. Een paar maan den heeft ze eigenlijk maal nodig gehad, om haar naam tl ..vestigen in de Hilversumsl 'omroepwereld. Een dik jaal presenteren en interviewen bif de NCRV ('Pistache'), de RVU i ('Telefoonshow') en nu bij d| KRO ('Er is meer tussen hema l en aarde' en 'Kruispunt') heb! ben duidelijk gemaakt dat zl het vermogen bezit om uit t| groeien tot een hele grote. Ze deelt zelf haar leven glol baal in in een Maastrichtse en een Utrechtse periode. Maasl tricht, waar ze opgroeide, kal tholiek werd opgevoed - „Eel blije positieve herinnering. D| kerk was een aangename van zelfsprekendheid" - zegt z(1 zelf, en het gymnasium A oj het Stedelijk Lyceum doorliep Utrecht, waar ze nu nog woont en waar ze haar voor1 liefde voor taal kon omzette! i in een doctoranda-titel Nederl lands, met als hoofdvak theal I terwetenschappen en eeJ scriptie over vrouw en theatea :Een tijd waarin ze 'enorm mef j de neus werd gedrukt op allel wat er in de maatschappij aaif de hand was'. Taalkundig, maar voord ook sociaal, maatschappelij j gerijpt, volgden na haar afstu deren in april vorig jaar eel 'paar maanden fanatiek sollil citeren zonder vooruitzichtef op een baan, zonder ook echt t weten wat ze eigenlijk wild! J tot ze uiteindelijk met zeshonj i derd anderen reageerde op eef I i NCRV-advertentie waaril ■■'een presentatrice werd gq K vraagd. „Ik dacht, tja, presentatie S. Ik zag mezelf dat eigenlijk he lemaal niet doen. De eerst| screentest was een gigantisch puinhoop. Met een eerst! oefentekst kon ik niet overl weg, omdat er zinnen in stonf B den die niet klopten. Thuis hal ik geoefend in de spiegel. DaJ zit je daar vriendelijk tegej jezelf te lachen. Maar stomme camera, dat gzwart gat. Vriendelijk zo t is eefl Als zij hier binnenkort optreedt met Ramses Shaffy, komt ze me opzoeken om het portret van haar man, Jons Viruly, te bekijken. Dat is pas klaar. Viruly heeft ook het voorwoord ge schreven voor een fotoboekje over mijn werk. Wat ik in deze mensen waardeer, is hun spontaneïteit en volstrekte eerlijkheid. Ze zijn ook zo verschrikkelijk attent. Dat had ik he lemaal niet verwacht toen mijn werk gedaan was. Ze hadden op mijn ate lier geposeerd en we hadden aardige gesprekken gevoerd, maar dat het contact daarna zou blijven bestaan, heeft me verrast." Viruly schrijft in het genoemde boekje: „Goed kijken is de roeping van deze non geweest, zodat haar vrolijke en vriendelijke ogen opval lend jong gebleven zijn. De bezoeker heeft zichzelf schade gedaan als hij niet op die ogen gelet heeft en ook niet op haar oude, kundige, vlijtjg ge oefende handen." Als lerares vond ze het al belang rijk, dat haar leerlingen goed leerden kijken naar kunst. Ze ging met hen naar musea in binnen- en buitenland en vond persoonlijke gevoelens veel belangrijker dan kinderen volstam- pen met feiten en jaartallen. Ook wat dat betreft, was zij haar tijd ver voor uit. „Ik was vrijer dan mijn medezus ters, maar dat kon ook niet anders, wilde je kinderen van kunst leren houden. We gingen bijvoorbeeld in het Vondelpark zitten tekenen of in Artis. je had toen nog geen film en dia's op school en dus moest je er wel op uit. Zelf wilde ik loskomen van mijn schoolse tekenopleiding en daarom wilde ik naar de rijksacade mie. Eerst durfde ik niet te gaan beeldhouwen, omdat ik mezelf te oud vond, maar professor Hund vond dat onzin. Daardoor heb ik alles geleerd: hakken in steen en hout en boetseren in klei. Van het hakken heb ik wel overspannen zenuwen in mijn polsen gekregen, waardoor ze geopereerd moesten worden. Na die operatie kon ik in ieder geval weer boetseren." Als religieuze is het zuster Jesual da niet toegestaan om te verdienen aan haar creaties. Ongetwijfeld heb- „Ik zag er nogal tegenop om ko ningin Juliana te portretteren". ben instanties daarvan misbruik ge maakt om goedkoop een goedgelij- kend portret te kunnen bemachtigen, waar 'officiële' beeldhouwers min stens het vijfvoudige rekenen. „Ik ben natuurlijk erg goedkoop", zegt zij, „omdat ik meestal alleen de materiaalkosten in rekening breng. Daar is ook wel kritiek op gekomen. Een architect zei eens: Moet er nu weer een beeld van dat ouwe mens komen? Laten ze die opdracht aan een jonge kunstenaar geven. Dat be grijp ik wel. De bronsgieter is het duurst en dat wordt betaald door de opdrachtgever. Maar de schouwburg in Tilburg heeft me ook mijn werku ren betaald. Zo verdiende ik nog wat om materiaal voor vrij werk te kun nen kopen. En ik was in de gelegen heid om culturele reizen naar het bui tenland te maken. Ik heb heel veel musea in Italië, Frankrijk en ook in Amerika bezocht. Maar daar was ik uitgenodigd door congregatieleden om mee te werken aan een pottebak- kerscursus." De gemeente Tilburg heeft het meest van de artistieke gaven van zuster Jesualda gebruik gemaakt, mede als gevolg van de artistieke be langstelling voor de voormalige bur gemeester Becht, die zelf schilderde en ook een portret van zijn protégé heeft gemaakt. Het hangt in haar ate lier naast kolossale kleurenfoto's van bekende acteurs, die zij zelf portret teerde. Ook het portret van Toon Hermans was een opdracht van de gemeente Tilburg, terwijl de opdracht voor de koppen van de koninginnen Juliana en Beatrix eveneens van Becht af komstig was. Ze staan in het Tilburg se gemeentehuis en inmiddels ook op een aantal andere plaatsen. „Voor het nieuwe gemeentehuis", vertelt zuster Jesualda, „moest ik een aantal kop pen maken. Waarom moeten het al tijd notabelen zijn?, vroeg ik en ik heb toen ook een protret van een ano nieme arbeider gemaakt, waarvoor ik iemand had gekozen van wie ik vond, dat hij zo'n prachtige kop had. Dat is het cadeau van onze congregatie aan het toenmalige, nieuwe stadhuis van Tilburg geworden." „Ik zag er nogal tegenop om konin gin Juliana te portretteren", aldus de kunstenares. „Om een goed portret te kunnen maken, moet je iemand per soonlijk kennen en zijn foto's niet ge noeg. Burgemeester Becht wilde een beeld van haar aan het nieuwe kan tongerecht cadeau doen. Eerst kwam jonkvrouwe Roëll bij me op bezoek om te kijken of mijn werk wat voor stelde. Dat ging erg gemoedelijk en ze kwam nog een tweede keer en toen hoorde ik een tijdlang niets meer. Maar toen kwam plotseling een uit nodiging om op Soestdijk te verschij nen. Ik kon slechts één dag komen en dat is natuurlijk veel te weinig. Daar om vroeg ik om foto's van de konin gin en ik kreeg er van de rijksvoor lichtingsdienst twaalf, van alle kan ten genomen. Ik heb toen in klei een beeld opge zet en ben met het hele zaakje naar Soestdijk gereisd, met m'n boetseer- tafel en een emmer natte klein. De burgemeester leende mij een auto met chauffeur. Ik was verschrikke lijk nerveus, maar toen ik eenmaal met de koningin alleen was in de Wa- terloozaal, werd ik vanzelf rustig. Zij deed heel gewoon en vroeg of het goed was, dat zij doorging met haar breiwerk. Toen ging het vanzelf en was het portret in een dag klaar. Langer dan één dag hebben die ko ninginnen helaas geen tijd voor je." Beatrix ging het ongeveer „Met hetzelfde. Zij ontving mij echter 1 haar eigen beeldhouwersatelier Drakesteyn en dat schiep meteen ee band. Het was natuurlijk fijner ge weest als ze bij mij op m'n draaistof in Tilburg had gezeten, maar het w® ook inspirerend om met Beatrix ovj beeldhouwen te praten in haar eigej omgeving. Er stonden kopjes va haar vier jonge kinderen en van Ma' Andriessen en Roland Holst, die zij, zelf gemaakt had; werkelijke goeo portretten. Jammer, dat ze daarvot nu geen tijd meer heeft. Het was f vriendschappelijke ontmoeting. Late, ben ik nog op Huis ten Bosch ontval gen, waar ze me bedankte voor toe zending van het fotoboek over mi) werk." Op een groot vel in het atelier ven het Tilburgse klooster, dat vo bezoekers op aanvraag toegankeli. is als museum, staan aantekening over toekomstige opdrachten. Agt is een van de gegadigden. „W hij nog minister-president was dus zuster Jesualda, „wilde ik hem portretteren. Maar er is nooit iets vi gekomen, omdat hij geen tijd hado te poseren. Hopelijk komt hij binwj' kort wel, nu hij zo dichtbij in Dj Bosch woont. Zijn gelaatstreks vind ik boeiend voor een bron beeld. Ik houd trouwens het mee| van mensen met getekende strekken. Beatrix heeft nog zo'n i kinderlijk gezicht en dat is erg mot lijk te realiseren als je ervan hoij om een beetje wild in klei te werkt Met kinderportretten gaat dat eve- min. Maar mijn opdrachtgevers zj toch tevreden over mijn kinderpo| tretten." Ze voelde de zenuwen o* ,haar ademhaling slaan. „Eei| beetje vriendelijk lachje, dq ^verstijft dan zo. Ik weet niq hoe ik die tekst er nog uitgkre hen heb. Ik dacht, het is leul om een keer mee te ma kerf maar dat was het dan." Eej gesprekje bracht haar toc| iOg in de tweede ronde. Met een uit balorigheid op ;ezette hoed stapte ze bij dj NCRV binnen met de gedachtl van „ze zien maar wat ze doen 'et praten met mensen bij d| eede screentest ging ;oed af, maar zo gauw ik zo'l kst moest doen, voelde if langzaam weer het ijs

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 16