Beleid Van Aardenne 'in chaos' geëindigd
Kamer afwezigniet
alert en vergeetachtig
Van Aardenne niet misleidend'
Afzonde:
Van den
ENQUÊTECOMMISSIE VEL T HARD OORDEEL
'DEKKING VOOR
ENORME VERLIEZEN
Engwirda
(D'66)
had
buiten
commissie
moeten
blijven
Optrekken
directie-
lonen niet
verstandig
MINDERHEIDSSTANDPUNT KORTHALS:
TIJDENS NAVO-i
DINSDAG 11 DECEMBER 1984
EXTRA
_Tiil nlNSDAG 11 DECEMBEI
Vordering
Oneigenlijk
Controle
Blijvend
I Zuidafrikanen
vrij en weer
aangehouden
Libanon wijst
eisen Israel
over Unifil af
I NAKOERA(AP) - De Libanese
iremier Rashid Karami heeft
jisterenlsraelische eisen over
len toekomstige rol van de
VN-vredesmacht Unifil in het
door Israel bezette Zuid-Liba-
non verworpen.
EG-commissie
verbiedt
Duitse steun
zuivelexport
DEN HAAG - „De mi
nister verloor zijn greep
op processen die hij wel
mocht financieren, gaf
tenslotte ook de finan
ciële beheersing uit han
den en zag zijn beleid
eindigen in chaos: de
sluiting van de grote
scheepsbouw en offsho
re, verlies aan werkgele
genheid en een onvoor
stelbaar grote financiële
schadepost."
Dat oordeel van de parle
mentaire enquêtecommissie
RSV over het beleid van de
toenmalige (1977-1981) en
huidige minister van Econo
mische Zaken Van Aardenne,
is er één in de reeks van oor
delen over falend beleid van
achtereenvolgende ministers
van Economische Zaken (De
Block, Nelissen, Lubbers,
Van Aardenne, Terlouw en
opnieuw Van Aardenne).
Minister Van Aardenne
wordt echter door de com
missie in hoge mate verant
woordelijk gehouden voor
het RSV-debacle aan de kant
van de overheid.
Op één punt velt de com
missie een keihard oordeel:
„Ronduit misleidend, en
daarom onaanvaardbaar,
was de informatie die minis
ter Van Aardenne de Kamer
in april 1980 verstrekte over
de afwikkeling van de ROS-
verliezen." Daaraan wordt
toegevoegd dat "hoogst op
merkelijk" was „de totale af
wezigheid van een reactie
toen de Kamer twee jaar la
ter te weten kwam wat de
minister werkelijk had afge
sproken en wat dat de Staat
had gekost."
Op een ander punt, het af
geven van een blanco cheque,
waardoor vanaf 1 janauri
1979 alle verliezen van de
grote scheepsbouw en offsho
re voor rekening van de
Staat kwamen, gebruikt de
commissie kwalificaties als
„verklaarbaar maar niet te
rechtvaardigen" en „onver
antwoordelijke beslissing."
De commissie concludeert
dat Van Aardenne deze toe
zegging aan RSV niet kon
doen op grond van een be
sluit van de ministerraad.
Een dergelijk besluit is door
de ministerraad expliciet
noch impliciet (dat laatste
heeft Van Aardenne tijdens
de verhoren tot zijn verdedi
ging aangevoerd) genomen.
Van Aardenne werd in 1977
de opvolger van Lubbers als
minister van Economische
Zaken. Over het aandeel van
Lubbers in de affaire oor
deelt de commissie dat in de
jaren 1976/1977 „de basis is
gelegd voor zeer grote verlie
zen in de volgende jaren en
voor een situatie waarin de
regering met aanzienlijk
grotere bedragen over de
brug zou komen."
Lubbers was de uitvinder
van de verliesparticipatie-
regeling, waarvan de com
missie nu zegt: „Een bizarre
vorm van steun, die op ter
mijn tot onherroepelijke on
dergang van de scheepsbouw
moest leiden. Aangezien de
herstructureringsplannen
achter liepen op de markt
ontwikkeling (hetgeen de re
gering wist) moest de finan
ciering van verliesgevende
orders op de wijze waarop
dat was geregeld, echter lei
den tot een zodanige aantas
ting van de vermogenspositie
van de scheepsbouw, dat deze
in zeer korte tijd geheel af
hankelijk werd van de over
heid."
Deze uitholling van de ver
mogenspositie noodzaakte
Van Aardenne tot omvang
rijke steunoperaties in vol
gende jaren. Dat was niet
zijn ideaal, want hij wilde
juist het tot dan gevoerde
steunbeleid omvormen. „De
overheid heeft niet de moge
lijkheden noch de middelen
om de verantwoordelijkheid
van herstructurering, sane
ring en eventueel sluiting
van bedrijven over te ne
men", zei hij in 1978.
In datzelfde jaar besloot
Van Aardenne tot de eerste
steunoperatie, gebaseerd op
een reorganisatieplan. De
commissie oordeelt daarover
nu: „een cijferexercitie zon
der industriepolitieke vul
ling", „plannen die enkele
maanden na hun lancering al
waren achterhaald", „vast
houden aan beleidsillusies,
maar de afstand met de wer
kelijkheid werd steeds gro
ter." De commissie spreekt
over het overeind houden
van een fagade en stelt daar
voor Van Aardenne en de
toenmalige minister van fi
nanciën Andriessen verant
woordelijk. „Daarmee waren
zij tevens aansprakelijk voor
voortgezette steun in de zeer
nabije toekomst."
Een volgende steunopera
tie kwam in 1979 aan de orde.
Het verslag van de enquête
commissie geeft een vernieti
gend beeld van het gebrek
aan duidelijke besluitvor
ming hierover in het kabi
net-Van Agt I.
Afgesproken werd dat er
een oplossing gezocht moest
worden voor de grote
scheepsbouw en de offshore,
die niet veel meer dan 180
miljoen zou mogen kosten.
De commissie is tot de con
clusie gekomen dat dit voor
dat bedrag onmogelijk was
en dat Van Aardenne dit ook
geweten moet hebben. Hij
heeft echter in het kabinet de
indruk gewekt dat het wel
zou kunnen. Ook Andriessen
- die dit bevestigd heeft aan
de commissie - dacht dat het
voor dat bedrag kon; voor de
commissie „een raadsel."
Aan de Kamer meldde Van
Aardenne („met mijn mede
werking", schreef Andries
sen aan de commissie) dat de
financiële lasten van de grote
scheepsbouw en offshore met
terugwerkende kracht tot 1
januari 1979 voor rekening
van de Staat zouden komen.
Die handeling heet in de
RSV-geschiedenis de 'blanco
cheque', die Van Aardenne
eigenmachtig zou hebben af
gegeven. Andriessen zegt dat
dit is gebeurd in overeen
stemming met de opvatting
van de ministerraad. De
commissie blijft bij haar oor
deel dat zo'n besluit niet door
het kabinet is genomen.
Even later werd het be
drag door het kabinet be
paald op ƒ250 miljoen. Met
dat bedrag zou de ROS - De
Rotterdamse offshore en
scheepsbouwcombinatie - in
het leven worden geroepen.
Over deze fase oordeelt de
commissie eveneens hard:
„Wie een antwoord zoekt op
de vraag waarom zoveel
overheidsmiddelen zonder
veel effect zijn weggevloeid
in de grote scheepsbouw,
vindt in de onverantwoorde
lijke beslissing van 1 juni 1979
een belangrijk deel van de
verklaring." De commissie
erkent dat er kort na die be
slissing een begrenzing tot
250 miljoen heeft plaats ge
had. Maar die begrenzing
was niet veel waard: „Want
de trefzekerheid van de
prognoses van de minister en
de kwaliteit van zijn kosten-
calculaties waren zo moge
lijk nog slechter dan die van
RSV."
Van Aardenne verwierf in
1979 ook de bevoegdheid om
in te grijpen in het bestuur
en de organisatie van RSV.
Hij kon de concernstructuur
die zichzelf overleefd had
ontbinden en een falend ma
nagement vervangen. Hij
maakte er geen gebruik van
en zwakte zijn eigen voor
waarden voor het financiële
beheer af.
In 1980 kwam het kabinet
tot de conclusie dat de ROS
niet levensvatbaar was. Het
kabinet wilde voor de slui
ting ƒ300 miljoen op tafel
leggen (de eerder uitgetrok
ken ƒ250 miljoen plus rente
en enkele kleine steunbedra
gen en afvloeiingskosten).
Maar de raad van bestuur
van RSV beriep zich op de
toezegging uit 1979 dat de
verliezen voor rekening van
de Staat zouden komen, de
blanco cheque. Uiteindelijk
werd in het geheim met RSV
afgesproken dat, indien de
sluitingskosten meer dan
ƒ330 miljoen zouden bedra
gen, de Staat 50% van de
overschrijding zou betalen.
Bij kosten hoger dan ƒ400
miljoen zou de Staat 80 van
de overschrijding betalen. De
RSV kreeg dus een financieel
risico te dragen, „maar de ri
sico's voor de Staat waren
nog zeer aanzienlij k en onbe
paald. De niet ingevuld."
Aan de Tweede Kamer
deelde Van Aardenne mee
dat het risico voor de Staat
op 280 miljoen begrensd
was. Alles wat daar bovenuit
zou gaan zou voor rekening
van RSV komen. „Alleen als
het meer dan ƒ330 miljoen
gaat kosten, gaan wij weer
praten."
Op grond van die uitspra
ken is de commissie tot het
oordeel „ronduit misleidend
en daarom onaanvaardbaar"
gekomen. Die handelwijze
van Van Aardenne, zo for
muleert de commissie ver
dient scherpe afkeuring".
Tijdens het verhoor heeft
Van Aardenne zich verde
digd met een beroep op het
belang van de Staat. „Als dit
bekend werd zou het zeker
meer gaan kosten dan ƒ330
miljoen. Ik zou de Staat dus
schade toebrengen. Ik achtte
de kans dat er inderdaad
sprake zou zijn van over
schrijding buitengewoon ge
ring. Wij zouden het kwaad
over ons zelf afroepen door
dit bekend te maken."
RSV-
MILJARDEN
SPOORLOOS
DEN HAAG De over
heidssteun aan RSV is
letterlijk 'spoorloos'.Van
de 2,25 miljard die tus
sen 1967 en 1983 aan RSV
of de later daartoe beho
rende bedrijven is uitge
keerd, is maar 5 be
steed aan investeringen
en ontwikkeling van
nieuwe technieken.
De rest verdween als
sneeuw voor de zon ter dek
king voor de enorme verlie
zen in het concern. De steun-
cyclus begon in feite bij de
Verolme-plannen voor een
mammoetdok. De 180 mil
joen die de regering hem
daarvoor leende, is vrijwel
geheel terugbetaald. Van de
totale steun van 2700 mil
joen tot aan de surseance van
betaling in februari 1983 is
ongeveer ƒ2250 miljoen ver
loren.
Daarin is niet meegeteld de
overheidssteun voor projec
ten waarvan RSV mede pro
fiteerde, bijvoorbeeld de
Oosterscheldewerken en ont
wikkelingshulp. Evenmin
bevat het steunbedrag fiscale
douceurtjes die de staat het
concern een enkele keer gun
de.
Onlangs heeft minister
Van Aardenne ƒ900 miljoen
steungeld teruggevorderd
van RSV, maar het is de gro
te vraag of die vordering
enig resultaat zal hebben.
RSV profiteerde ook van
meer algemene steunmaatre
gelen van de overheid voor
de industrie en de scheeps
bouw in het bijzonder. Die
bedroeg anderhalf miljard in
die jaren. En dan was er nog
Defensie, die vanaf 1967 voor
bijna ƒ3 miljard orders
plaatste bij RSV (met name
de marinewerf De Schelde).
Als dat voor RSV nodig was,
werd het investeringspro
gramma van Defensie ook
herhaaldelijk omgegooid.
Bij al deze directe en indi
recte hulp is het niet geble
ven. De overheid moest na
februari 1983, toen de steun-
trein voor RSV stopte, toch
opnieuw inspringen. Dat was
o.m. nodig om de afbouw van
fregatten, waarvoor het geld
door RSV aan stroppen in
Algerije en de Verenigde
Staten was besteed, opnieuw
te financieren.
Zo kwam er nog eens 700
miljoen bij, inclusief onge
veer 100 miljoen die provin
ciale en lokale overheden op
brachten om RSV-bedrijven
een kans op een zelfstandige
toekomst te geven.
Ondanks al die steun nam
het aantal arbeidsplaatsen
vanaf 1976 af van 27.500 tot
18.600 in het begin_van de ja
ren tachtig. De sluiting van
de NDSM en de afgeslankte
voortzetting van "aftdere
RSV-bedrijven kostte het af
gelopen anderhalf jaar nog
eens 5200 banen.
De enquêtecommissie con
stateert dat enkele keren on
eigenlijk gebruik is gemaakt
van steunregelingen. Zo ont
ving RSV gelden uit de zoge
naamde 'bijzondere financie
ring' toen de onderneming al
lang niet meer het predikaat
'in de kern gezond en goed
geleid' verdiende. Ook de
rente-overbruggingsregeling
voor de scheepsbouw werd
ten onrechte toegepast, toen
RSV namelijk schepen voor
eigen rekening ging bouwen.
De regeling was bedoeld
om orders aan te trekken,
niet om dergelijke riskante
projecten aan te moedigen.
De controle op de steunverle
ning was moeilijk omdat er
zo veel verschillende vormen
van subsidie ontstonden, die
bovendien met veel soepel
heid en vindingrijkheid wer
den toegepast.
In het algemeen ging EZ
zelf bij de controle op steun
verlening nauwgezet te
werk. De commissie haalt
echter een enkel geval aan
van kennelijk 'vergeten'
steun. Het ging om een voor
schot op steun voor een In
diase scheepsbouworder. Die
ging op het laatste moment
niet door. EZ ontdekte pas in
1980 dat dat voorschot nooit
was teruggevorderd en ver
rekende het bedrag met de
ROS-verliezen.
De commissie onder
schrijft de opmerking van
Molkenboer dan RSV 'een
geval apart' was. "Het totaal
van de sinds 1975 onderno
men steunoperaties voldeed
aan vrijwel geen van de ge
schreven en ongeschreven
regels van het steunbeleid
van Lubbers en Van Aarden
ne
arbeidsplaats. De grote
scheepsbouw en offshore
heeft de overheid na 1 janua
ri 1979 bijna ƒ400.000 per ar
beidsplaats gekost.
"Het was een dolgedraaide,
niet meer beheerste operatie
geworden die grenzenloos
dreigde te worden", aldus de
commissie. Alleen de sur
seance van betaling, februari
1983, kon daaraan een einde
maken.
De steunverlening in cij
fers (in miljoenen guldens):
Grote individuele steun
operaties:
1968-1970 aan Verolme
ƒ180
1976-1977 steunoperaties
Lubbers 250
1978 le steun Van Aarden
ne 268,5
1979 2e steun Van Aarden
ne 225
1979-1982 ROS-verliezen
ƒ624
1982 steunoperatie Ter
louw 96,25
1982-1983 laatste overbrug
ging 100
samen 1743,75
Rente-overbrugging
1968-1970 aan Verolme
43,8
1968-1970 aan Rijn-Schelde
37
1971-1982 aan RSV 292,8
samen 373,6
Verliesparticipatie
1977-1981 220,2
Generieke steun
1981-1983 37,9
Ontwikkelingskredieten,
exportsteun,
speerpunten, kernenergie
e.d. 120,3
Kon.Marine (investerings
steun, rentevoordeel) 101,3
Kon.Landmacht (meerkos
ten door gunning van
niet concurrerende orders)
82,8
Minister Van Aardenne; te gul geweest, maar hij vordert terug. Mogelijk zonder succes.
FOTO ARCHIEF DE STEM
Totaal 2679,55
DEN HAAG - Tweede
Kamer was vaak afwe
zig, onoplettend of ver
geetachtig. Aldus beoor
deelt de parlementaire
enquêtecommissie de rol
van haar eigen op
drachtgever in de RSV-
affaire.
De Kamer kwam er niet
aan te pas toen Verolme in
1968 geprest werd de Amster
damse werf NDSM over te
nemen. Zij was vrijwel afwe
zig ten tijde van de vorming
van het RSV-concern. De fu
sie werd toegejuicht maar
niet inhoudelijk getoetst.
Het parlement was niet
alert genoeg toen in 1979 mi
nister Van Aardenne RSV
een 'blanco cheque' gaf voor
de afbouw van de ROS (grote
scheepsbouw en offshore).
Idem toen in 1980 en volgende
jaren Defensie via de mari
newerven een half miljard in
RSV liet verdwijnen. De Ka
mer was vergeetachtig toen
in 1982 werd meegedeeld hoe
twee jaar eerder de ROS-
verliezen werkelij k waren
geregeld.
De Tweede Kamer, aldus
de commissie, wist van de
kloof tussen illusie en reali
teit die in de RSV-affaire
groeide. Maar zij steunde het
beleid. Zij had wel kritiek,
maar vroeg meteen om meer
steun.
De enquêtecommissie heeft
er wel begrip voor dat de
grote Tweede Kamer-frac
ties zo lang vasthielden aan
het behoud van de werven.
„Saneren betekende stilleg
gen van outillage waarmee
duizenden soms tientallen ja
ren lang zinvol werk hadden
verricht en hun dagelijks
brood hadden verdiend, en
veroozaakte schokkende er
varingen en diepe ellende".
Tegelijk vraagt de com
missie zich af of niet ook het
zo lang mogelijk openhouden
in sociaal opzicht wonden
heeft geslagen. Voor de ken
ners moet het duidelijk zijn
geweest dat de scheepsbouw
het niet zou redden. „En als
er geen uitzicht op duurzaam
behoud van arbeidsplaatsen
kon worden geboden, bete
kenden de pogingen om die
werven zoveel mogelijk en zo
lang mogelijk open te houden
een voortdurende bron van
onzekerheid en een lange
reeks van desillusies".
De Kamer had vooral poli
tieke motieven, was gevoelig
voor de sterke maatschappe
lijke pressie. In andere be
drijfstakken gingen ook veel
arbeidsplaatsen verloren
zonder dat er veel misbaar
werd gemaakt. In de
scheepsbouw werden onge
kend sterke pressiegroepen
op de been gebracht.
Daarom kwam het niet tot
de voor de hand liggende
sluiting van werven. Het was
politiek en maatschappelijk
niet te verkopen, aldus de
commissie.
De moeilijkheden bij RSV
waren blijvend en vroegen
om diep ingrijpende maatre
gelen. In plaats daarvan
moest steunoperatie op
steunoperatie volgen, zonder
dat er binnen het concern
veel veranderde. De overheid
zette verkeerde middelen in:
rentesubsidies ter overbrug
ging van een zwakke periode,
terwijl er geld nodig was
voor investeringen om het
radicaal over een andere
boeg te gooien.
"De toegekende bedragen
overtroffen alle redelij k
geachte grenzen", aldus de
commissie. De norm was on
geveer 20.000 tot 30.000 per
arbeidsplaats. RSV ontving
na 1975 ongeveer 73.000 per
DEN HAAG - Het VVD-Kamer-
lid A.H. Korthals vindt niet dat
minister Van Aardenne de Twee
de Kamer 'ronduit heeft misleid'
over de risico's voor de Staat in de
ROS-affaire. Die formulering
houdt volgens zijn minderheids
standpunt in het eindrapport te
weinig rekening met de motieven
die Van Aardenne had om niet al
les te vertellen.
Korthals wijst er op dat de Kamer
niet reageerde toen de regeling met RSV
in februari 1981 volledig in het Finan-
cieele Dagblad stond en evenmin in ac
tie kwam toen minister Terlouw in 1982
opening van zaken gaf. Daaruit kan
volgens hem worden afgeleid dat de Ka
mer 'wellicht minder reden had om zich
misleid te voelen dan de meerderheid
van de commissie het thans doet voor
komen'.
Korthals' tweede bezwaar richt zich
tegen het oordeel dat de 'blanco cheque'
van Van Aardenne voor RSV in 1979
niet berustte op een duidelijk besluit
van de ministerraad. Als dat zo zou zijn,
hadden zijn collega's in het kabinet hem
wel teruggefloten, zo redeneert Kort
hals.
Hij vindt het terecht dat het verslag
spreekt van „verwarring en tegenstrij
digheid in de beraadslagingen", maar
vindt dat de oorzaak van deze verwar
ring wordt onderbelicht. Naar de me
ning van Korthals was die verwarring
begrijpelijk omdat de ministerraad,
overtuigd dat op zuiver economische
gronden tot sluiting moest worden over
gegaan, onder zware poltieke en maat
schappelijke druk tegen sluiting stond.
Korthals maakt ook bezwaar tegen
enkele zinsneden in de rapportage van
de commissie die volgens hem de ge
dachte oproepen dat de goede trouw van
Van Aardenne ter discussie staat. Het
gaat dan om passages als "hijzelf moet
vrijwel zeker hebben geweten dat het
voor dit bedrag niet kon" en „hij koos de
wegdie op dat moment niet helemaal
waren te overzien en daarom ook niet
met de financiële wensen die de minis
terraad had gesteld, waren te rijmen."
DEN HAAG - De enquê
tecommissie is achteraf
niet gelukkig met de
aanwezigheid in haar
midden van de fractie
leider van D'66 in de
Tweede Kamer, Maar
ten Engwirda. Hij was
als lid van de vaste com
missie voor Economi
sche Zaken te zeer be
trokken bij de RSV-af
faire. Die betrokkenheid
heeft ertoe geleid dat de
commissie gedwongen
was haar medelid Eng
wirda te verhoren.
Kennelijk met instemming
van de D'66-fractieleider -
hij heeft in het eindrapport
hierover geen minderheids
standpunt ingenomen - zegt
de enquêtecommissie: „Hoe
wel het iedere fractie vrij
staat te kiezen welk lid zij
voor een commissielidmaat
schap aanwijst, bleek tijdens
dit onderzoek dat het minder
gewenst is, dat woordvoer
ders in de materie die de
commissie onderzoekt, zit
ting hebben in dezelfde com
missie, zeker indien die
woordvoerdersrol een zoda
nige was, dat deze de com
missie van onderzoek dwong
een medelid te verhoren."
De conclusie van de com
missie luidt dan ook: „Het
ware voor het werk van de
commissie beter geweest als
hij (Engwirda, red) had voor
komen dat hij als vertegen
woordiger van zijn fractie tot
de commissie was toegetre
den."
DEN HAAG - Het is niet
verstandig geweest van
de Raad van Commissa
rissen van RSV om de
directiebeloning op te
trekken toen die door
het wegvallen van de
winsten daalde. Nog on
verstandiger - en naar
het voorkomt strijdig
met de wet - was het de
directieleden jaarlijks
35.000 te geven om de
aftopping van het va
kantiegeld te compense
ren.
De enquêtecommissie
komt tot dit oordeel in het
besef dat bijvoorbeeld de
koopkracht van Stikker tus
sen 1975 en 1982 met ruim 30%
daalde. De top van zijn inko
men was echter afhankelijk
van de winst en het was niet
de bedoeling om die bonus in
magere j aren door te betalen.
Stikker verdiende in 1975
(inclusief vergoedingen en
een winstaandeel van
198.000) bruto 604.000. Zijn
inkomen zakte daarna tot
516.000 in 1979, maar door
het optrekken van zijn basis
salaris verdiende hij in 1982
weer 612.000.
Daarnaast incasseerde hij
j aarlij ks 80.000 tot 100.000
voor commissariaten bij an
dere bedrijven. Door het ver
kopen en terughuren van zijn
huis genoot hij in feite een
'huursubsidie' van 69.000
per jaar (de commissie gaat
hier overigens voorbij aan
fiscale aspecten).
Andere leden van de Raad
van Bestuur verdienden in
1982 tussen de 300.000 en
386.000.
Over de 'gouden handdruk'
van Stikker in 1983 merkt de
commissie op dat deze 'aan
zienlijk minder royaal' was
dan de regeling die anderen
bij hun vertrek meekregen
Botman (toen bijna 55 jaar]
kreeg eind 1979 900.000 mee
en Van der Meer (59 jaar]
ƒ950.000. Daarbij zijn niet
meegeteld de kosten voor het
behoud van hun volle pen
sioenaanspraken op hun 65e
jaar. Het vertrek van Bouten
Teschmacher kostte eerder
ƒ1,1 en ƒ2,1 miljoen.
Stikker (55 jaar) ging vele
jaren later weg met twee
maal een jaarsalaris of
miljoen. Hij zou 5 jaar eerder
met pensioen gaan maar de
kosten daarvan 550.000)
werden van zijn 'handdruk'
afgetrokken, die daardoor de
helft bedroeg van wat Bot
man en Van der Meer vier
jaar eerder toeviel.
De commissie heeft zich
uitgebreid laten adviseren
over de rechtmatigheid van
de uitkering aan Stikker, im
mers kort voor de surseance
Dat zou als het onttrekken
van geld aan de boedel kun
nen worden aangemerkt,
maar de bewindvoerders van
RSV en de landsadvocaat ko
men tot de slotsom dat er
geen speld is tussen te krij
gen. De laatste meent zelfs
dat Stikker bij het ontbreken
van een afvloeiingsregeling
voor de rechter hoogstwaar
schijnlijk tenminste hetzelf
de resultaat had kunnen be
reiken.
Wel verwijt de commissie
minister Terlouw dat hij
handdruk van Stikker aan de
Raad van Commissarissen
overliet.
JOHANNESBURG (UPI/
rTR) - In Zuid-Afrika zijn
maandag de arrestatiebevelen
ingetrokken tegen 14 zwarte
en kleurlingen-leiders, maar
zes van hen zijn onmiddellijk
opnieuw gearresteerd, nu op
grond van beschuldiging van
verraad.
Op de beschuldiging ver
raad staat in Zuid-Afrika de
doodstraf.
De zes, onder wie drie man
nen die gevangen zaten na en
kele weken onderdak te heb
ben gezocht in het Britse con
sulaat in Durban, leidden de
oppositie tegen de nieuwe
Zuidafrikaanse grondwet
yaarbij parlementen voor
keurlingen en Aziaten wer-
ien ingesteld, maar die de
zwarte meerderheid geen
nacht geeft. Vier leiders van
iet oppositionele Verenigd
jemocratisch Front (UDF)
yerden maandagochtend op
rrije voeten gesteld, zo ver-
uidde in onofficiële kringen.
Politieke analytici zeiden te
nenen dat Pretoria wil tonen
lat het niet van plan is een
■ompromis te sluiten met dis-
lidenten, hoewel Zuid-Afrika
jezorgd is over een toenemen-
Ie campagne in de Verenigde
ïtaten voor krachtiger druk
op het land een eind te maken
aan apartheid.
Israel wil dat Unifil een deel
ran de meest noordelijk gele-
;en stellingen van het bezet-
ingsleger overneemt, maar
Beiroet wil de veiligheidsta-
:en in het zuiden grotendeels
aten vervullen door het Liba-
ïese leger.
Karami maakte zijn afwij-
;ing bekend na een ontmoe-
ing met de Amerikaanse af-
;ezantRichard Murphy.
BRUSSEL(ANP) Het Duitse
fonds voor de bevordering van
ïfzet van melk mag geen par
ticuliere financiële middelen
meer gebruiken om de uitvoer
van Duitse zuivelprodukten
naar andere EG-landen te be
vorderen.
Op voorstel van Frans An-
ïriessen, de Europese commis
saris voor concurrentiezaken,
leeft de EG-commissie dat
verboden. De commissie
woordvoerder heeft dat giste-
'en in Brussel bekendge-
naakt.
Het fonds in Duitsland werd
lespekt met vrijwillige bij-
ragen van Duitse zuivelpro-
lucenten. Met dat bijeenge
brachte geld werd de export
gevorderd om de Duitse markt
|e ontlasten. De EG-commissie
is van mening dat daardoor
kunstmatige versterking
p ontstaan van de positie van
de Duitse exporteurs. Dat
werkt nadelig ten aanzien van
le concurrenten in de andere
i'G-lidstaten.
c
g
g
K
b
Si
i
KI
ge
Li
de:
I
fur
rar
Afi
E
run-
dat
mil
nen
te
ops'
ni C
16e
se v
D
Fra
Lib:
den
sch;
5.00*
Tsja
akk
Libi
teru
strij
den haag(anp/afp rtr)
- Minister Van den Broek zal
n de marge van de halfjaar-
UKse conferentie van NAVO-
Binisters die donderdag en
Tijdag in Brussel wordt ge-
miL.Ï' ,een afzonderlijk ge-
Prek hebben met zijn Ameri-
Tv.Seu ega George Shultz.
heeft de woordvoerder
"et ministerie van Bui-
tVh Zaken in Den Haag
baandag bevestigd.
Het gesprek zal hoogst-
Be gaan over over
TaW? Russische SS-20
lie L e,? de manier, waarop
'pïnr moeten worden
'nel erpreteerd. De aantallen
net N«Jfnn langrijke rol bij
ilri-j„ besluit over
rikeo1 met Plaatsen van Ame-
«aanse raketten.
LL°"ge week deelde de
enSl ™anse minister van de-
187 <4c;^nlnberger mee dat er
ilaatot raketten waren ge-
f permanente of meer
idee r Permanente bases
ov) et-Unie, dat nog veel
er t. anceerinrichtingen en
n I °na bases in aanbouw
n die 1 er °°k raketten
uurd unnen worden afge-
fichtingln. mobiele ianceerin-
In
lanc
krui
gepl
1985
gepl
war
SI
lijk
Belg
man
Mar
Was
dat
de
ketti
D.
besli
ontv
daar
lijk
met
over
Sow;
ko, c
tot
1985.
Di
Gene
lang;
confi
niste
VO-1
Sh