Beleid Van Aardenne 'in chaos' geëindigd Kamer afwezigniet alert en vergeetachtig Van Aardenne niet misleidend' Afzonde: Van den ENQUÊTECOMMISSIE VEL T HARD OORDEEL 'DEKKING VOOR ENORME VERLIEZEN Engwirda (D'66) had buiten commissie moeten blijven Optrekken directie- lonen niet verstandig MINDERHEIDSSTANDPUNT KORTHALS: TIJDENS NAVO-i DINSDAG 11 DECEMBER 1984 EXTRA _Tiil nlNSDAG 11 DECEMBEI Vordering Oneigenlijk Controle Blijvend I Zuidafrikanen vrij en weer aangehouden Libanon wijst eisen Israel over Unifil af I NAKOERA(AP) - De Libanese iremier Rashid Karami heeft jisterenlsraelische eisen over len toekomstige rol van de VN-vredesmacht Unifil in het door Israel bezette Zuid-Liba- non verworpen. EG-commissie verbiedt Duitse steun zuivelexport DEN HAAG - „De mi nister verloor zijn greep op processen die hij wel mocht financieren, gaf tenslotte ook de finan ciële beheersing uit han den en zag zijn beleid eindigen in chaos: de sluiting van de grote scheepsbouw en offsho re, verlies aan werkgele genheid en een onvoor stelbaar grote financiële schadepost." Dat oordeel van de parle mentaire enquêtecommissie RSV over het beleid van de toenmalige (1977-1981) en huidige minister van Econo mische Zaken Van Aardenne, is er één in de reeks van oor delen over falend beleid van achtereenvolgende ministers van Economische Zaken (De Block, Nelissen, Lubbers, Van Aardenne, Terlouw en opnieuw Van Aardenne). Minister Van Aardenne wordt echter door de com missie in hoge mate verant woordelijk gehouden voor het RSV-debacle aan de kant van de overheid. Op één punt velt de com missie een keihard oordeel: „Ronduit misleidend, en daarom onaanvaardbaar, was de informatie die minis ter Van Aardenne de Kamer in april 1980 verstrekte over de afwikkeling van de ROS- verliezen." Daaraan wordt toegevoegd dat "hoogst op merkelijk" was „de totale af wezigheid van een reactie toen de Kamer twee jaar la ter te weten kwam wat de minister werkelijk had afge sproken en wat dat de Staat had gekost." Op een ander punt, het af geven van een blanco cheque, waardoor vanaf 1 janauri 1979 alle verliezen van de grote scheepsbouw en offsho re voor rekening van de Staat kwamen, gebruikt de commissie kwalificaties als „verklaarbaar maar niet te rechtvaardigen" en „onver antwoordelijke beslissing." De commissie concludeert dat Van Aardenne deze toe zegging aan RSV niet kon doen op grond van een be sluit van de ministerraad. Een dergelijk besluit is door de ministerraad expliciet noch impliciet (dat laatste heeft Van Aardenne tijdens de verhoren tot zijn verdedi ging aangevoerd) genomen. Van Aardenne werd in 1977 de opvolger van Lubbers als minister van Economische Zaken. Over het aandeel van Lubbers in de affaire oor deelt de commissie dat in de jaren 1976/1977 „de basis is gelegd voor zeer grote verlie zen in de volgende jaren en voor een situatie waarin de regering met aanzienlijk grotere bedragen over de brug zou komen." Lubbers was de uitvinder van de verliesparticipatie- regeling, waarvan de com missie nu zegt: „Een bizarre vorm van steun, die op ter mijn tot onherroepelijke on dergang van de scheepsbouw moest leiden. Aangezien de herstructureringsplannen achter liepen op de markt ontwikkeling (hetgeen de re gering wist) moest de finan ciering van verliesgevende orders op de wijze waarop dat was geregeld, echter lei den tot een zodanige aantas ting van de vermogenspositie van de scheepsbouw, dat deze in zeer korte tijd geheel af hankelijk werd van de over heid." Deze uitholling van de ver mogenspositie noodzaakte Van Aardenne tot omvang rijke steunoperaties in vol gende jaren. Dat was niet zijn ideaal, want hij wilde juist het tot dan gevoerde steunbeleid omvormen. „De overheid heeft niet de moge lijkheden noch de middelen om de verantwoordelijkheid van herstructurering, sane ring en eventueel sluiting van bedrijven over te ne men", zei hij in 1978. In datzelfde jaar besloot Van Aardenne tot de eerste steunoperatie, gebaseerd op een reorganisatieplan. De commissie oordeelt daarover nu: „een cijferexercitie zon der industriepolitieke vul ling", „plannen die enkele maanden na hun lancering al waren achterhaald", „vast houden aan beleidsillusies, maar de afstand met de wer kelijkheid werd steeds gro ter." De commissie spreekt over het overeind houden van een fagade en stelt daar voor Van Aardenne en de toenmalige minister van fi nanciën Andriessen verant woordelijk. „Daarmee waren zij tevens aansprakelijk voor voortgezette steun in de zeer nabije toekomst." Een volgende steunopera tie kwam in 1979 aan de orde. Het verslag van de enquête commissie geeft een vernieti gend beeld van het gebrek aan duidelijke besluitvor ming hierover in het kabi net-Van Agt I. Afgesproken werd dat er een oplossing gezocht moest worden voor de grote scheepsbouw en de offshore, die niet veel meer dan 180 miljoen zou mogen kosten. De commissie is tot de con clusie gekomen dat dit voor dat bedrag onmogelijk was en dat Van Aardenne dit ook geweten moet hebben. Hij heeft echter in het kabinet de indruk gewekt dat het wel zou kunnen. Ook Andriessen - die dit bevestigd heeft aan de commissie - dacht dat het voor dat bedrag kon; voor de commissie „een raadsel." Aan de Kamer meldde Van Aardenne („met mijn mede werking", schreef Andries sen aan de commissie) dat de financiële lasten van de grote scheepsbouw en offshore met terugwerkende kracht tot 1 januari 1979 voor rekening van de Staat zouden komen. Die handeling heet in de RSV-geschiedenis de 'blanco cheque', die Van Aardenne eigenmachtig zou hebben af gegeven. Andriessen zegt dat dit is gebeurd in overeen stemming met de opvatting van de ministerraad. De commissie blijft bij haar oor deel dat zo'n besluit niet door het kabinet is genomen. Even later werd het be drag door het kabinet be paald op ƒ250 miljoen. Met dat bedrag zou de ROS - De Rotterdamse offshore en scheepsbouwcombinatie - in het leven worden geroepen. Over deze fase oordeelt de commissie eveneens hard: „Wie een antwoord zoekt op de vraag waarom zoveel overheidsmiddelen zonder veel effect zijn weggevloeid in de grote scheepsbouw, vindt in de onverantwoorde lijke beslissing van 1 juni 1979 een belangrijk deel van de verklaring." De commissie erkent dat er kort na die be slissing een begrenzing tot 250 miljoen heeft plaats ge had. Maar die begrenzing was niet veel waard: „Want de trefzekerheid van de prognoses van de minister en de kwaliteit van zijn kosten- calculaties waren zo moge lijk nog slechter dan die van RSV." Van Aardenne verwierf in 1979 ook de bevoegdheid om in te grijpen in het bestuur en de organisatie van RSV. Hij kon de concernstructuur die zichzelf overleefd had ontbinden en een falend ma nagement vervangen. Hij maakte er geen gebruik van en zwakte zijn eigen voor waarden voor het financiële beheer af. In 1980 kwam het kabinet tot de conclusie dat de ROS niet levensvatbaar was. Het kabinet wilde voor de slui ting ƒ300 miljoen op tafel leggen (de eerder uitgetrok ken ƒ250 miljoen plus rente en enkele kleine steunbedra gen en afvloeiingskosten). Maar de raad van bestuur van RSV beriep zich op de toezegging uit 1979 dat de verliezen voor rekening van de Staat zouden komen, de blanco cheque. Uiteindelijk werd in het geheim met RSV afgesproken dat, indien de sluitingskosten meer dan ƒ330 miljoen zouden bedra gen, de Staat 50% van de overschrijding zou betalen. Bij kosten hoger dan ƒ400 miljoen zou de Staat 80 van de overschrijding betalen. De RSV kreeg dus een financieel risico te dragen, „maar de ri sico's voor de Staat waren nog zeer aanzienlij k en onbe paald. De niet ingevuld." Aan de Tweede Kamer deelde Van Aardenne mee dat het risico voor de Staat op 280 miljoen begrensd was. Alles wat daar bovenuit zou gaan zou voor rekening van RSV komen. „Alleen als het meer dan ƒ330 miljoen gaat kosten, gaan wij weer praten." Op grond van die uitspra ken is de commissie tot het oordeel „ronduit misleidend en daarom onaanvaardbaar" gekomen. Die handelwijze van Van Aardenne, zo for muleert de commissie ver dient scherpe afkeuring". Tijdens het verhoor heeft Van Aardenne zich verde digd met een beroep op het belang van de Staat. „Als dit bekend werd zou het zeker meer gaan kosten dan ƒ330 miljoen. Ik zou de Staat dus schade toebrengen. Ik achtte de kans dat er inderdaad sprake zou zijn van over schrijding buitengewoon ge ring. Wij zouden het kwaad over ons zelf afroepen door dit bekend te maken." RSV- MILJARDEN SPOORLOOS DEN HAAG De over heidssteun aan RSV is letterlijk 'spoorloos'.Van de 2,25 miljard die tus sen 1967 en 1983 aan RSV of de later daartoe beho rende bedrijven is uitge keerd, is maar 5 be steed aan investeringen en ontwikkeling van nieuwe technieken. De rest verdween als sneeuw voor de zon ter dek king voor de enorme verlie zen in het concern. De steun- cyclus begon in feite bij de Verolme-plannen voor een mammoetdok. De 180 mil joen die de regering hem daarvoor leende, is vrijwel geheel terugbetaald. Van de totale steun van 2700 mil joen tot aan de surseance van betaling in februari 1983 is ongeveer ƒ2250 miljoen ver loren. Daarin is niet meegeteld de overheidssteun voor projec ten waarvan RSV mede pro fiteerde, bijvoorbeeld de Oosterscheldewerken en ont wikkelingshulp. Evenmin bevat het steunbedrag fiscale douceurtjes die de staat het concern een enkele keer gun de. Onlangs heeft minister Van Aardenne ƒ900 miljoen steungeld teruggevorderd van RSV, maar het is de gro te vraag of die vordering enig resultaat zal hebben. RSV profiteerde ook van meer algemene steunmaatre gelen van de overheid voor de industrie en de scheeps bouw in het bijzonder. Die bedroeg anderhalf miljard in die jaren. En dan was er nog Defensie, die vanaf 1967 voor bijna ƒ3 miljard orders plaatste bij RSV (met name de marinewerf De Schelde). Als dat voor RSV nodig was, werd het investeringspro gramma van Defensie ook herhaaldelijk omgegooid. Bij al deze directe en indi recte hulp is het niet geble ven. De overheid moest na februari 1983, toen de steun- trein voor RSV stopte, toch opnieuw inspringen. Dat was o.m. nodig om de afbouw van fregatten, waarvoor het geld door RSV aan stroppen in Algerije en de Verenigde Staten was besteed, opnieuw te financieren. Zo kwam er nog eens 700 miljoen bij, inclusief onge veer 100 miljoen die provin ciale en lokale overheden op brachten om RSV-bedrijven een kans op een zelfstandige toekomst te geven. Ondanks al die steun nam het aantal arbeidsplaatsen vanaf 1976 af van 27.500 tot 18.600 in het begin_van de ja ren tachtig. De sluiting van de NDSM en de afgeslankte voortzetting van "aftdere RSV-bedrijven kostte het af gelopen anderhalf jaar nog eens 5200 banen. De enquêtecommissie con stateert dat enkele keren on eigenlijk gebruik is gemaakt van steunregelingen. Zo ont ving RSV gelden uit de zoge naamde 'bijzondere financie ring' toen de onderneming al lang niet meer het predikaat 'in de kern gezond en goed geleid' verdiende. Ook de rente-overbruggingsregeling voor de scheepsbouw werd ten onrechte toegepast, toen RSV namelijk schepen voor eigen rekening ging bouwen. De regeling was bedoeld om orders aan te trekken, niet om dergelijke riskante projecten aan te moedigen. De controle op de steunverle ning was moeilijk omdat er zo veel verschillende vormen van subsidie ontstonden, die bovendien met veel soepel heid en vindingrijkheid wer den toegepast. In het algemeen ging EZ zelf bij de controle op steun verlening nauwgezet te werk. De commissie haalt echter een enkel geval aan van kennelijk 'vergeten' steun. Het ging om een voor schot op steun voor een In diase scheepsbouworder. Die ging op het laatste moment niet door. EZ ontdekte pas in 1980 dat dat voorschot nooit was teruggevorderd en ver rekende het bedrag met de ROS-verliezen. De commissie onder schrijft de opmerking van Molkenboer dan RSV 'een geval apart' was. "Het totaal van de sinds 1975 onderno men steunoperaties voldeed aan vrijwel geen van de ge schreven en ongeschreven regels van het steunbeleid van Lubbers en Van Aarden ne arbeidsplaats. De grote scheepsbouw en offshore heeft de overheid na 1 janua ri 1979 bijna ƒ400.000 per ar beidsplaats gekost. "Het was een dolgedraaide, niet meer beheerste operatie geworden die grenzenloos dreigde te worden", aldus de commissie. Alleen de sur seance van betaling, februari 1983, kon daaraan een einde maken. De steunverlening in cij fers (in miljoenen guldens): Grote individuele steun operaties: 1968-1970 aan Verolme ƒ180 1976-1977 steunoperaties Lubbers 250 1978 le steun Van Aarden ne 268,5 1979 2e steun Van Aarden ne 225 1979-1982 ROS-verliezen ƒ624 1982 steunoperatie Ter louw 96,25 1982-1983 laatste overbrug ging 100 samen 1743,75 Rente-overbrugging 1968-1970 aan Verolme 43,8 1968-1970 aan Rijn-Schelde 37 1971-1982 aan RSV 292,8 samen 373,6 Verliesparticipatie 1977-1981 220,2 Generieke steun 1981-1983 37,9 Ontwikkelingskredieten, exportsteun, speerpunten, kernenergie e.d. 120,3 Kon.Marine (investerings steun, rentevoordeel) 101,3 Kon.Landmacht (meerkos ten door gunning van niet concurrerende orders) 82,8 Minister Van Aardenne; te gul geweest, maar hij vordert terug. Mogelijk zonder succes. FOTO ARCHIEF DE STEM Totaal 2679,55 DEN HAAG - Tweede Kamer was vaak afwe zig, onoplettend of ver geetachtig. Aldus beoor deelt de parlementaire enquêtecommissie de rol van haar eigen op drachtgever in de RSV- affaire. De Kamer kwam er niet aan te pas toen Verolme in 1968 geprest werd de Amster damse werf NDSM over te nemen. Zij was vrijwel afwe zig ten tijde van de vorming van het RSV-concern. De fu sie werd toegejuicht maar niet inhoudelijk getoetst. Het parlement was niet alert genoeg toen in 1979 mi nister Van Aardenne RSV een 'blanco cheque' gaf voor de afbouw van de ROS (grote scheepsbouw en offshore). Idem toen in 1980 en volgende jaren Defensie via de mari newerven een half miljard in RSV liet verdwijnen. De Ka mer was vergeetachtig toen in 1982 werd meegedeeld hoe twee jaar eerder de ROS- verliezen werkelij k waren geregeld. De Tweede Kamer, aldus de commissie, wist van de kloof tussen illusie en reali teit die in de RSV-affaire groeide. Maar zij steunde het beleid. Zij had wel kritiek, maar vroeg meteen om meer steun. De enquêtecommissie heeft er wel begrip voor dat de grote Tweede Kamer-frac ties zo lang vasthielden aan het behoud van de werven. „Saneren betekende stilleg gen van outillage waarmee duizenden soms tientallen ja ren lang zinvol werk hadden verricht en hun dagelijks brood hadden verdiend, en veroozaakte schokkende er varingen en diepe ellende". Tegelijk vraagt de com missie zich af of niet ook het zo lang mogelijk openhouden in sociaal opzicht wonden heeft geslagen. Voor de ken ners moet het duidelijk zijn geweest dat de scheepsbouw het niet zou redden. „En als er geen uitzicht op duurzaam behoud van arbeidsplaatsen kon worden geboden, bete kenden de pogingen om die werven zoveel mogelijk en zo lang mogelijk open te houden een voortdurende bron van onzekerheid en een lange reeks van desillusies". De Kamer had vooral poli tieke motieven, was gevoelig voor de sterke maatschappe lijke pressie. In andere be drijfstakken gingen ook veel arbeidsplaatsen verloren zonder dat er veel misbaar werd gemaakt. In de scheepsbouw werden onge kend sterke pressiegroepen op de been gebracht. Daarom kwam het niet tot de voor de hand liggende sluiting van werven. Het was politiek en maatschappelijk niet te verkopen, aldus de commissie. De moeilijkheden bij RSV waren blijvend en vroegen om diep ingrijpende maatre gelen. In plaats daarvan moest steunoperatie op steunoperatie volgen, zonder dat er binnen het concern veel veranderde. De overheid zette verkeerde middelen in: rentesubsidies ter overbrug ging van een zwakke periode, terwijl er geld nodig was voor investeringen om het radicaal over een andere boeg te gooien. "De toegekende bedragen overtroffen alle redelij k geachte grenzen", aldus de commissie. De norm was on geveer 20.000 tot 30.000 per arbeidsplaats. RSV ontving na 1975 ongeveer 73.000 per DEN HAAG - Het VVD-Kamer- lid A.H. Korthals vindt niet dat minister Van Aardenne de Twee de Kamer 'ronduit heeft misleid' over de risico's voor de Staat in de ROS-affaire. Die formulering houdt volgens zijn minderheids standpunt in het eindrapport te weinig rekening met de motieven die Van Aardenne had om niet al les te vertellen. Korthals wijst er op dat de Kamer niet reageerde toen de regeling met RSV in februari 1981 volledig in het Finan- cieele Dagblad stond en evenmin in ac tie kwam toen minister Terlouw in 1982 opening van zaken gaf. Daaruit kan volgens hem worden afgeleid dat de Ka mer 'wellicht minder reden had om zich misleid te voelen dan de meerderheid van de commissie het thans doet voor komen'. Korthals' tweede bezwaar richt zich tegen het oordeel dat de 'blanco cheque' van Van Aardenne voor RSV in 1979 niet berustte op een duidelijk besluit van de ministerraad. Als dat zo zou zijn, hadden zijn collega's in het kabinet hem wel teruggefloten, zo redeneert Kort hals. Hij vindt het terecht dat het verslag spreekt van „verwarring en tegenstrij digheid in de beraadslagingen", maar vindt dat de oorzaak van deze verwar ring wordt onderbelicht. Naar de me ning van Korthals was die verwarring begrijpelijk omdat de ministerraad, overtuigd dat op zuiver economische gronden tot sluiting moest worden over gegaan, onder zware poltieke en maat schappelijke druk tegen sluiting stond. Korthals maakt ook bezwaar tegen enkele zinsneden in de rapportage van de commissie die volgens hem de ge dachte oproepen dat de goede trouw van Van Aardenne ter discussie staat. Het gaat dan om passages als "hijzelf moet vrijwel zeker hebben geweten dat het voor dit bedrag niet kon" en „hij koos de wegdie op dat moment niet helemaal waren te overzien en daarom ook niet met de financiële wensen die de minis terraad had gesteld, waren te rijmen." DEN HAAG - De enquê tecommissie is achteraf niet gelukkig met de aanwezigheid in haar midden van de fractie leider van D'66 in de Tweede Kamer, Maar ten Engwirda. Hij was als lid van de vaste com missie voor Economi sche Zaken te zeer be trokken bij de RSV-af faire. Die betrokkenheid heeft ertoe geleid dat de commissie gedwongen was haar medelid Eng wirda te verhoren. Kennelijk met instemming van de D'66-fractieleider - hij heeft in het eindrapport hierover geen minderheids standpunt ingenomen - zegt de enquêtecommissie: „Hoe wel het iedere fractie vrij staat te kiezen welk lid zij voor een commissielidmaat schap aanwijst, bleek tijdens dit onderzoek dat het minder gewenst is, dat woordvoer ders in de materie die de commissie onderzoekt, zit ting hebben in dezelfde com missie, zeker indien die woordvoerdersrol een zoda nige was, dat deze de com missie van onderzoek dwong een medelid te verhoren." De conclusie van de com missie luidt dan ook: „Het ware voor het werk van de commissie beter geweest als hij (Engwirda, red) had voor komen dat hij als vertegen woordiger van zijn fractie tot de commissie was toegetre den." DEN HAAG - Het is niet verstandig geweest van de Raad van Commissa rissen van RSV om de directiebeloning op te trekken toen die door het wegvallen van de winsten daalde. Nog on verstandiger - en naar het voorkomt strijdig met de wet - was het de directieleden jaarlijks 35.000 te geven om de aftopping van het va kantiegeld te compense ren. De enquêtecommissie komt tot dit oordeel in het besef dat bijvoorbeeld de koopkracht van Stikker tus sen 1975 en 1982 met ruim 30% daalde. De top van zijn inko men was echter afhankelijk van de winst en het was niet de bedoeling om die bonus in magere j aren door te betalen. Stikker verdiende in 1975 (inclusief vergoedingen en een winstaandeel van 198.000) bruto 604.000. Zijn inkomen zakte daarna tot 516.000 in 1979, maar door het optrekken van zijn basis salaris verdiende hij in 1982 weer 612.000. Daarnaast incasseerde hij j aarlij ks 80.000 tot 100.000 voor commissariaten bij an dere bedrijven. Door het ver kopen en terughuren van zijn huis genoot hij in feite een 'huursubsidie' van 69.000 per jaar (de commissie gaat hier overigens voorbij aan fiscale aspecten). Andere leden van de Raad van Bestuur verdienden in 1982 tussen de 300.000 en 386.000. Over de 'gouden handdruk' van Stikker in 1983 merkt de commissie op dat deze 'aan zienlijk minder royaal' was dan de regeling die anderen bij hun vertrek meekregen Botman (toen bijna 55 jaar] kreeg eind 1979 900.000 mee en Van der Meer (59 jaar] ƒ950.000. Daarbij zijn niet meegeteld de kosten voor het behoud van hun volle pen sioenaanspraken op hun 65e jaar. Het vertrek van Bouten Teschmacher kostte eerder ƒ1,1 en ƒ2,1 miljoen. Stikker (55 jaar) ging vele jaren later weg met twee maal een jaarsalaris of miljoen. Hij zou 5 jaar eerder met pensioen gaan maar de kosten daarvan 550.000) werden van zijn 'handdruk' afgetrokken, die daardoor de helft bedroeg van wat Bot man en Van der Meer vier jaar eerder toeviel. De commissie heeft zich uitgebreid laten adviseren over de rechtmatigheid van de uitkering aan Stikker, im mers kort voor de surseance Dat zou als het onttrekken van geld aan de boedel kun nen worden aangemerkt, maar de bewindvoerders van RSV en de landsadvocaat ko men tot de slotsom dat er geen speld is tussen te krij gen. De laatste meent zelfs dat Stikker bij het ontbreken van een afvloeiingsregeling voor de rechter hoogstwaar schijnlijk tenminste hetzelf de resultaat had kunnen be reiken. Wel verwijt de commissie minister Terlouw dat hij handdruk van Stikker aan de Raad van Commissarissen overliet. JOHANNESBURG (UPI/ rTR) - In Zuid-Afrika zijn maandag de arrestatiebevelen ingetrokken tegen 14 zwarte en kleurlingen-leiders, maar zes van hen zijn onmiddellijk opnieuw gearresteerd, nu op grond van beschuldiging van verraad. Op de beschuldiging ver raad staat in Zuid-Afrika de doodstraf. De zes, onder wie drie man nen die gevangen zaten na en kele weken onderdak te heb ben gezocht in het Britse con sulaat in Durban, leidden de oppositie tegen de nieuwe Zuidafrikaanse grondwet yaarbij parlementen voor keurlingen en Aziaten wer- ien ingesteld, maar die de zwarte meerderheid geen nacht geeft. Vier leiders van iet oppositionele Verenigd jemocratisch Front (UDF) yerden maandagochtend op rrije voeten gesteld, zo ver- uidde in onofficiële kringen. Politieke analytici zeiden te nenen dat Pretoria wil tonen lat het niet van plan is een ■ompromis te sluiten met dis- lidenten, hoewel Zuid-Afrika jezorgd is over een toenemen- Ie campagne in de Verenigde ïtaten voor krachtiger druk op het land een eind te maken aan apartheid. Israel wil dat Unifil een deel ran de meest noordelijk gele- ;en stellingen van het bezet- ingsleger overneemt, maar Beiroet wil de veiligheidsta- :en in het zuiden grotendeels aten vervullen door het Liba- ïese leger. Karami maakte zijn afwij- ;ing bekend na een ontmoe- ing met de Amerikaanse af- ;ezantRichard Murphy. BRUSSEL(ANP) Het Duitse fonds voor de bevordering van ïfzet van melk mag geen par ticuliere financiële middelen meer gebruiken om de uitvoer van Duitse zuivelprodukten naar andere EG-landen te be vorderen. Op voorstel van Frans An- ïriessen, de Europese commis saris voor concurrentiezaken, leeft de EG-commissie dat verboden. De commissie woordvoerder heeft dat giste- 'en in Brussel bekendge- naakt. Het fonds in Duitsland werd lespekt met vrijwillige bij- ragen van Duitse zuivelpro- lucenten. Met dat bijeenge brachte geld werd de export gevorderd om de Duitse markt |e ontlasten. De EG-commissie is van mening dat daardoor kunstmatige versterking p ontstaan van de positie van de Duitse exporteurs. Dat werkt nadelig ten aanzien van le concurrenten in de andere i'G-lidstaten. c g g K b Si i KI ge Li de: I fur rar Afi E run- dat mil nen te ops' ni C 16e se v D Fra Lib: den sch; 5.00* Tsja akk Libi teru strij den haag(anp/afp rtr) - Minister Van den Broek zal n de marge van de halfjaar- UKse conferentie van NAVO- Binisters die donderdag en Tijdag in Brussel wordt ge- miL.Ï' ,een afzonderlijk ge- Prek hebben met zijn Ameri- Tv.Seu ega George Shultz. heeft de woordvoerder "et ministerie van Bui- tVh Zaken in Den Haag baandag bevestigd. Het gesprek zal hoogst- Be gaan over over TaW? Russische SS-20 lie L e,? de manier, waarop 'pïnr moeten worden 'nel erpreteerd. De aantallen net N«Jfnn langrijke rol bij ilri-j„ besluit over rikeo1 met Plaatsen van Ame- «aanse raketten. LL°"ge week deelde de enSl ™anse minister van de- 187 <4c;^nlnberger mee dat er ilaatot raketten waren ge- f permanente of meer idee r Permanente bases ov) et-Unie, dat nog veel er t. anceerinrichtingen en n I °na bases in aanbouw n die 1 er °°k raketten uurd unnen worden afge- fichtingln. mobiele ianceerin- In lanc krui gepl 1985 gepl war SI lijk Belg man Mar Was dat de ketti D. besli ontv daar lijk met over Sow; ko, c tot 1985. Di Gene lang; confi niste VO-1 Sh

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 4