mm
Museum of Modern Arts
in New York met
veel bombarie heropend
Thraciërs veroveren
eindelijk Nederland
Boek over genre-schilderkunst
goed verhaal en slechte prent
WOENSDAG 7 NOVEMBER 1984
Verpletterend
Verdacht
Verdacht
Teleurgesteld
UNIEKE TENTOONSTELLING IN ROTTERDAM
Basis
Balkan
Hoogtepunt
Christopher Brown
'...NIET LEDIGHS OF YDELS...'
Nederlandse genreschilders
uit de 17e eeuw
OENSDAG 7 NOVEMt
IJmuiden
Spiegel
Rijk volk
Suske en Wiske: De
Appie Happ ie en del
Door onze correspondent
Mare de Konirtck
VOOR HET vernieuwde Mu
seum of Modern Arts (MOMA)
hoeft u niet naar New York te
komen. Het is een prachtig ge
bouw en er hangt, staat en ligt
veel mooie tot interessante
moderne kunst, maar over de
heropening van het MOMA is
met behulp van een in
drukwekkende rij artistiek
geïnteresseerde Amerikaanse
miljonairs zoveel ophef ge
maakt, dat een bezoek aan het
museum voor de simpele lief
hebber alleen nog maar kan
tegenvallen.
Dat moge een geruststelling
zijn voor de geïnteresseerde
Europeaan die zich als gevolg
van de dollar a 3,50 toch geen
verblijf in de VS kan veroorlo
ven. Een buitenlandse toerist
is dezer dagen een zeldzaam
heid op de trottoirs van New
York.
Sedert mei jongstleden is
het beroemde museum in de
53e Straat weer volledig voor
het publiek beschikbaar (en
tree 4,50) na een verbouwing
en uitbreiding die vier jaar in
beslag heeft genomen. Voor de
renovatie is 55 miljoen
neergeteld. Het heeft de Ame
rikaanse belastingbetaler geen
cent gekost.
Museum-directeur Richard
Oldenburg heeft het geld met
het grootste gemak bij elkaar
gekregen via particuliere
fondsverwerving. Na de 'fun-
draising' voor de verbouwing
zat hij ineens met 80 miljoen
te kijken, dankzij onder meer
de vaste club van Amerikaan
se weldoeners met namen van
het kaliber Rockefeller. Niet
minder dan 40.000 'speciale
gasten' vanuit alle uithoeken
van de wereld zijn op de dave
rende heropeningsfeesten ko
men opduiken.
Al dat publicitaire geweld
moet zelfs veel kunstcritici uit
het evenwicht hebben ge
bracht. In Nederlandse en bui
tenlandse kranten en tijd
schriften werd geroepen over
het spectaculaire, sensatione
le, verpletterende en ga-zo-
maar-door Museum of Mo
dern Arts.
Maar voor een gewone jour
nalist die scepsis wenst te blij
ven paren aan belangstelling,
is het MOMA 'gewoon' een
heel fraai museum. Hij is niet
onder de indruk van de verze
kering dat ,,'s werelds groot
ste verzameling moderne
kunst" bijeen is gebracht.
Hoezo? Rekenen jullie daar
misschien de boeken in de bi
bliotheek en de videobanden
in het filmtheater bij? Wij
wisten in een uur een vrij vol
ledige indruk van het MOMA
te krijgen.
Een kostelijk uur, dat wel.
Wat hebben we gelachen in de
afdeling 'Installaties', waar
zomaar een stuk kabeltouw
uit de muur hangt en waar de
Amerikaanse kunstenaar
Christo zijn 'Pak op kruiwa
gen' (1963) heeft neergezet.
Het blijft toch altijd iets
heel beledigends houden, 'ge
wone' dingen in een museum
te zetten. In het trapgat van
het MOMA hangt een helikop
ter van de firma Bell. Zo van
kijk eens hoe schitterend zo'n
ding eigenlijk is. Wel, meneer
de museumdirecteur, wij von
den een helikopter altijd al
schitterend hoor, en de gewone
mensen die u op de schoonheid
ervan wilt wijzen, die kijken
heel hun leven al gefascineerd
naar boven als er zo'n appa
raat overkomt.
De afdeling 'Design' (van
meubilair, huishoudelijke ar
tikelen en gebruiksvoorwer
pen) is eigenlijk alleen fasci
nerend voor wie zich niet eer
der had gerealiseerd dat bijna
alle vormen die wij vandaag
in zogenaamde moderne inte
rieurs aantreffen, al wel zestig
jaar oud zijn. Wie dat wel
wist, die liep altijd al geboeid
over de meubelafdeling van
De Bijenkorf.
Waarmee op zich niets ten
nadele van het MOMA in New
York is gezegd. Maar moderne
kunst is nu eenmaal per defi
nitie iets verdachts: een chao
tisch gebied tussen platvloers
en artistiek, tussen alledaags
en bijzonder, tussen weten
schap en kunst. Van veel moet
nog maar worden afgewacht
of het iets voorstelde. Elke
eigentijdse kunstenaar en mu
seumdirecteur is een potentië
le bedrieger. In die ambiva
lentie raakt moderne kunst nu
juist de essentie van het leven.
De miljoenen dollars die tegen
het MOMA zijn aangesmeten
vermogen dan ook niet het
vertoonde boven alle twijfel te
verheffen, maar versterken
eerder de fundamentele ver
dachtheid ervan. Of het geld
ook met die bedoeling is ge
schonken is een andere, en
eigenlijk onbelangrijke vraag.
Natuurlijk heeft ook het
MOMA de rood-blauwe stoel
van Gerrit Rietveld uit 1919 en
een model van diens Schröder-
huis in Utrecht. De hele Stijl
groep is trouwens - met Mon
driaan en Van Doesburg in de
schilderijenafdeling - royaal
vertegenwoordigd. En naast
een fluitketel en een zakmes
van andere grootheden heeft
ook het halshorloge van Brino
Ninaber van Eyben een plaats
gekregen in de eregalerij
De stoelen van Ludwig
Mies-Van der Rohe uit 1927 en
van Marcel Breuer uit 1925
zijn modellen die heden nog
altijd massaal over de toon-
Het Museum of Modern Arts in New York.
bank gaan. Alleen de a
het afschuwelijke geva]
door de meeste mensen'
weer is afgedankt omdat
onmogelijk uit omhoog i
komen, blijkt van veel re<
ter datum: Piero Gatti,
Jammer overigens
Amerikaanse museurnbs.
kers weinig gevoel voor
mor hebben. Wij dachten
het leuk was om aandati
naar het krukje van de st|
poost te gaan starten, jr
voorgewende veronderstel)
dat het bij de museumstuk
hoorde. Maar een medebe;
ker deed het dringende
zoek ernstig te blijven.
Zouden de makers va
'minimal art' echter niet
hun vuistje lachen als ze-
als in het MOMA - dromt
kunstliefhebbers voorbij
trekken aan hun inderi
volledig lege schilderijen?
als het zwarte vlak ('Abstt
Painting') van Ad Reinha
Waar de maker met de
ring 1960-1961 suggereert
hij er twee jaar over heeft
daan, verdient hij toch n
stens erkenning als een
humorist.
Natuurlijk hoort de mi
mal art er als uiterste ooi
quentie van het verlasten
de natuurgetrouwe vormt*
maal bij. En het prachtige
met name de twee eta
schilderijen is de wijze wa
op die ontwikkeling in beel
gebracht. Met formidal
collecties Picasso, Ma this,
sanne, Seurat, Van Go
Gauguin, Munch, Chagal.I
champ, Dali, Magritte, Poll
en De Kooning. Een ontwik
ling vol verrassingen tocht
Zoals de twee naast elkaar
hangen werken van Pica
beide uit 1921, maar één (i
vrouwen bij de bron)
klassiek en het ander
musici) bijna non-figurat
En dan zoals Maurice del)
minck niet te onderscheidei
van de belendende Van Go
Of omgekeerd?
Links een 'rhyton' van zilver, met een schenkopening tussen de voorpoten, en rechts een vo
tief reliëf van marmer: Diana berijdt een hinde, met een pijlkoker over haar schouder.
- FOTO'S BOYMANS
Door Henk Egbers
VERWACHT WORDT, dat het
een klapper wordt (drommen
mensen in de rij): de tentoon
stelling 'Het goud der Thra
ciërs' in het museum Boy-
mans-van Beuningen te Rot
terdam. Op het eerste gezicht
lijkt dit een tè hoog gespannen
verwachting en is het maar de
vraag of de negen ton investe
ring er met bezoekers, die ove
rigens 6,50 entree betalen, er
uit komt. Want wie zijn dat?
Thraciërs! Grieken en Romei
nen zijn nóg tot daaraan toen.
Ondanks alles: een unieke en
grootse expositie met een ge
weldige collectie archeologi
sche vondsten uit Bulgarije en
uit Troje (maar gehuisvest in
Oost Duitsland). Tot 18 no
vember zeker een bezoek
waard.
Deze collectie uit Bulgarije
is al in vele landen van Ame
rika, Azië en Europa op een of
andere manier te zien geweest.
Prof.A. Fol, minister van on
derwijs van de Volksrepubliek
Bulgarije zei bij de opening,
dat de manier waarop er in
Rotterdam gestalte aan gege
ven wordt alle andere exposi
ties in de hele wereld verre
overtreft. In Boymans is het
Goud der Thraciërs gecombi
neerd met een tweede tentoon
stelling: 'Troje en Thracië',
waarop te zien is dat er grote
overeenkomsten waren tussen
beide culturen.
Dr.E. Zengel, directrice van
de Staatsmusea van DDR-
Berlijn, ook aanwezig bij de
opening, zei, dat er geen twij
fel meer over bestaat dat deze
beide gebieden in de Vroege
Bronstijd één en dezelfde cul
tuur hebben gehad én dat op
deze expositie de vondsten uit
Troje, door Schliemann en
Dörpfeld, hier voor het eerst
met vondsten uit Thracië op
één plek bij elkaar gebracht
zijn. Niet minder dan 25 musea
in Bulgarije hebben hun
Thracische bezit hiervoor af
gestaan. Niet voor niets werd
een zesdaags internationaal
Thracologen-congres in Boy-
~mans van Beuningen gehou
den. Een unieke gelegenheid.
Een goed verzorgde catalo
gus (ƒ25,-) geeft bezoeker en
anderszins geïntresseerden
goede achtergrond-informa
tie. We mogen dan wel denken
dat Grieken en Romeinen aan
de basis liggen van wat nu de
Europese cultuur heet, hier
wordt uit de doeken gedaan,
dat de Thraciërs er óók alles
mee te maken hebben gehad.
'Het Goud der Thraciërs' is
een wat aristocratische titel en
de praktijk van het goud in
deze cultuur had daarmee ook
alles van doen. Maar dat blijkt
ook het voetvolk van onze da
gen, dat op zijn hoogst en nog
ternauwerdood goud besteedt
aan trouwringen, heftig te
boeien.
'Ierse kunst' onlangs in het
Amsterdams Rijksmuseum
(met veel goud, met fibulae als
nu bij de Thraciërs) bleek ook
zeer in trek. Deze uit ruim
duizend voorwerpen bestaan
de unieke (zonder overdrij
ving) tentoonstelling, die een
periode omvat van 4000 jaar, is
met een gestyleerd showachtig
elan opgebouwd. Dat ver
vreemdt weliswaar de simpele
naalden, drinkbekers en pul
len van hun oorspronkelijke
betekenis, maar 't worden
hapklare brokken voor het ach
en oh der schuifelende mas
sa's; in het voetspoor der voor
vaderen.
Thracië, het land van Or
pheus, werd al volgens Griek
se overleving al bewoond zo'n
1500 jaar vóór Christus. Bij
Griekse schrijvers als Herodo
tus, Homeros en Xenophon
worden ze vermeld. Maar de
cultuur blijkt veel ouder. De
polygame Thracische families
hadden een hard bestaan in
het huidige Balkangebied te
gen de Zwarte Zee aan (het te
genwoordige Bulgarije, met
uitlopers naar Roemenië,
Griekenland en Turkije). Al
leen al in Europa zijn méér
dan vijftig stamnamen be
kend. Het gebied werd op den
duur een brug tussen Oost en
west. Hun leefpatroon had
veel verwantschap met dat
van volken in Klein-Azië.
Grieken, Perzen, Kelten en
Romeinen hebben er huisge
houden, als bezetters, kolonis
ten of verwoesters.
De cultuur van Thracië
heeft daarvan invloed onder
gaan. Ze was zeer rijk. Daarin
werd geweend bij de geboorte
van een kind en feest gevierd
bij de dood, omdat de onsterfe-
lijkheid centraal stond. De ar
cheologische opgravingen, die
met name de laatste dertig
jaar in Bulgarije plaatsvonden
hebben deze cultuur óók een
zekere onsterfelijkheid gege
ven.
Geconstateerd kan worden
dat 'de vroegste beschaving
van Europa in deze landstre
ken is geboren'. De Grieken en
de Romeinen hebben daarvan
eerst invloed ondergaan voor
dat zij de rest van Europa ko
loniseerden en ook onze lage
landen hun culturele stempel
opdrukten, op zijn minst moet
de opvatting, dat onze cultuur
een Grieks/Romeinse basis
heeft via de Thraciërs wat bij
geslepen worden.
In 1977 tekende Nederland
een cultureel verdrag met de
Volksrepubliek Bulgarije. En
van de gevolgen was, dat er
een gemeenschppelijk Bul
gaars-Nederlands projekt
ging lopen: 'De ethnogenese
van de Thraciërs', bij Djadovo.
Spectaculaire goude graf
giften uit Varna (3200 voor
Christus) vormen het eerste
onderdeel van de expositie.
Het hoogtepunt is te vinden in
het tweede deel: de prehistori
sche en historische goudschat
ten uit de periode van onge
veer 1600 voor- tot 200 na
Christus. Het derde onderdeel
toont de vondsten bij Djadovo
en in de vierde moot wordt
met veel en mooi materiaal
getoond, dat de onlangs geble
ken samenhang tussen de ob
jecten van de Thraciërs en de
door Schliemann opgegraven
schatten in Troje juist moet
zijn.
Troje op de westkust van
Klein-Azië, waar de Grieken
koloniseerden, is een stad die
tot de verbeelding spreekt.
Mogelijk alleen bij hen, die
een zogenaamde gymnasiale
opleiding (ook een erfstuk der
Griekse cultuur) hadden.
Maar van 'het paard van Tro
je' heeft iedereen wel eens ge
hoord. opgravingen door Bul
garen en Russen bij Ezero
hebben uitgewezen, dat in de
vroege bronstijd de contacten
tussen de bevolking van Thra
cië en Troje zeer intensief zijn
geweest en dat Thracië daar
bij invloed heeft uitgeoefend.
Aardewerk van het kantha-
ros-type in Troje vertoont
verwantschap met Balkan-
vormen; om één voorbeeld te
noemen. Eerdere opvattingen
over een culturele achterstand
van Thracië zijn letterlijk en
figuurlijk ondergraven.
Meesterstukken van Thra
cische goudsmeetkunst illu
streren dat ondermeer. Een
paard liep indertijd zelfs met
zilver in zijn bek, zoals een
trens in dat metaal laat zien.
Prachtig gecanneleerde en
van ornamenten voorziene
drinkbekers vertellen, dat er
op grote voet geleefd werd.
Ook afbeeldingen en ge
bruiksvoorwerpen maken te
vens duidelijk hoe de samen
leving van de Thraciërs er on
geveer uitgezien moet hebben.
In een bepaalde periode deed
die niet onder voor de ons be
ter bekende Griekse en Ro
meinse verworvenheden, waar
wij nu nog de meeste last van
hebben. Het is echt de moeite
waard om nu ook kennis te ne
men van het minder populaire
begrip 'Thraciër'.
Het goud der Thraciërs. Mu
seum Boymans-van Beuningen
te Rotterdam. Tot 18 november
van dinsdag tot en met zaterdag
van 10.00 tot 17.00 uur, op zon- en
feestdagen van 11.00 tot 17.00
uur. Bovendien op donderdag
avond van 19.00 tot 22.00 uur.
Toegang 6,50, houders van
kaarten en groepen van tenmin
ste 15 personen 5,- kinderen tot
16 jaar 2,50. Speciale trein-toe-
gangsbewijzen op de NS-sta-
tions. Educatieve begeleiding
met films en klankbeelden. Le
zingen voor groepen op aan
vraag (tel. 010-360500,toestel
116), catalogus 25,-.
Omslag van het standaardwerk over genrekunst.
Door Henk Egbers
DE MEESTE mensen kunnen
niet naar Londen, waar mo
menteel de tentoonstelling met
Nederlandse genreschilders
uit de 17e eeuw internationaal
aandacht trekt. Christopher
Brown, curator van de afde
ling 17e eeuwse Nederlandse
schilderkunst van de National
Gallery in Londen en mede
organisator van dit evenement
schreef, onafhankelijk daar
van een boek:Niet Ledighs
of Ydels.Nederlandse gen
reschilders uit de 17e eeuw".
Brown deed zijn huiswerk
goed, de uitgever De Bussy bv
minder.
Op het oog een fraai kunst
boek, dat ook in Amerika, En
geland, Duitsland en Frank
rijk wordt uitgebracht. Op de
formaat van 30.5x23.5 cm be
vatten de 240 pagina's behalve
de tekst 95 illustraties in kleur
en 130 in zwart-wit. Het trieste
is, dat de meeste kleurrepro-
dukties erg slecht zijn, maar
ook nogal wat zwart-wit-
drukken laten te wensen over.
Dat had de uitgever nooit zo
mogen accepteren. De tekst
van Christopher Brown is
goed en beantwoordt aan het
initiatief van de uitgever. De
genreschilderkunst kwam in
dertijd tegemoet aan de smaak
van een naar verhouding wei
nig ontwikkeld publiek en
daarom wilde hij met dit boek
niet verzanden in intellectua
listische scherpzinnigheden of
in in het ontrafelen van diep
zinnigheden.
De buitenlanders die in de
17e eeuw Nederland bezochten
waren verwonderd over de
gretigheid waarmee gewone
mensen hier kunst kochten.
Op de kermis in Rotterdam
zag de Engelse kunstkenner
Evelyn in 1641 doeken van Van
Ostade en Teniers te koop.
„Het komt dikwijls voor dat
een gewone boer twee- of
drieduizend pond in schilde
rijen steekt. De huizen zijn er
dan ook vol van; niet alleen bij
beenhouwers en bakkers maar
ook de smid en de schoenlap
per hebben schilderijen in him
werkplaats hangen".
waarop de genreschilderkunst
zich vanuit de laat-Middel-
eeuwse schilderkunst ontwik
kelde kreeg haar beslag in de
16e eeuw. Pieter Bruegel de
Oude stond daarbij aan de ba
kermat.
*4r
De IJmuider Kring. De
Beyerd, Boschstraat 22, Bre
da. Open: di.-vrij. 10-17 uur
en za. en zo. 13-17 uur. Tot en
met 2 december.
De kunst wordt tegenwoor
dig (in de wurggreep van
een nieuw 'beleid') even
duur betaald door de kun
stenaars als voorheen de vis
door de vissers. Kunstenaars
Komen uit hun isolement en
kunnen samen méér; artis
tiek en commercieel. Een
ontwikkeling die zich steeds
meer doorzet. In de Beyerd
nu de eerste volledige pre
sentatie van het zogeheten
IJmuider Kring; zes schil
ders die elkaar in het voet
spoor van Leo Molin daar
gevonden hebben.
IJmuiden lijkt een toeval
ligheid, maar werd inspira
tie. Het typische ligt veeleer
in het feit dat de meesten
van de zes hun wortels in
het zuiden hebben, zoals de
Brabanders Theo Kuypers
en Jon Marten (Breda). Glo
baal gesproken krijg je op
deze expositie de indruk dat
de spetters van het nieuwe
schilderen hen geraakt heb
ben, maar je kunt ook zeg
gen dat er sprake is van een
wat zuidelijke barok; gevoel
voor het grote gebaar en
symboliek. Het is behalve
een goede- ook een hele
fleurige en plezierige ten-
GRAFIEK 84. Voor de 16e
keer organiseren De Krab-
bedans in Eindhoven, Cultu
reel Centrum Venlo, Librije
Zwolle en De Vaart Hilver
sum deze verkoop-grafiek
manifestatie. Van 10 novem
ber tot en met 2 december.
Het aanbod bestaat uit vijf
tig prenten in diverse tech
nieken, speciaal vervaar
digd door 25 kunstenaars
hiervoor uitgenodigd. Daar
onder bevinden zich Peter
Oosterbos, Roosendaal; Ju
les van de Vijver, Dor
drecht; Cyril Lixenberg,
Amsterdam; Dirkje Kuik,
Utrecht; Mels Dees, Eindho
ven; Minno Banning, Gro
ningen en Pieter Alewijns,
Eindhoven. De prenten zijn
los verkrijgbaar of men kan
zelf een map met vijf stuks
(ƒ475) of tien stuks (ƒ800)
samenstellen. In genoemde
instellingen is de collectie
Dat was nog eens een tijd!
Brown zegt dat, behalve de
uitgebuite industriël klasse en
seizoenarbeiders, de Neder
landers het rijkste volk van
Europa waren. De Hollandse
arbeiders en handwerkslieden
waren de hoogstbetaalden van
Europa. Het consumptieni
veau was betrekkelijk laag,
maar de belastingdruk zwaar.
Bekend geluid, ook nu. Bijna
iedere stad had zo zijn genre
schilders. In dit boek worden
verschillende steden genoemd
zoals Dordrecht met Nicolaes
Maes en Samuel van Hoog
straten, Den Haag met de in
Middelburg opgeleide Van de
Venne en Caspar Netscher,
Leiden met Gerard Dou, Frans
van Mieris en de Metsu's,
Haarlem met Dirk Hals,
Adriaen Brouwer en Adriaen
van Ostade etc.
Wat is het geheim van de
populariteit van deze zogehe
ten genreschilderkunst? Het
antwoord geeft ook te denken
over de opleving ervan in onze
dagen! Het begrip 'genre'
stamt met name uit het in 1837
verschenen boek van Franz
Kugler, waarin te lezen is dat
genreschilderkunst de weer
gave omvat van het gewone
leven in zijn alledaagse be
drijvigheid..De manier
Een tweede man, die in dit
verband historie gemaakt
heeft, is Jacob Cats, de dich
tende moralist die het volk een
spiegel vóórheld. De ideeën
wereld van de 17e eeuw stond
bij hem en anderen vermeld in
de zogeheten embleemboeken.
Een embleem bestond uit drie
delen: het motto, de afbeelding
en de verklarende/berijmde
tekst. Doorgaans heel burger
lijk-moralistisch. Een schilder
als Gerard Dou voerde daarbij
de humor in. Het tevreden en
ordentelijk huisgezin stond
daarbij centraal. Maar bijna
iedereen weet hoe bijvoor
beeld Jan Steen daar tegenaan
keek!
Brown heeft deze burgerlij
ke genreschilderkunst onleed
(een wat te zwaar woord) op
thema's als spreekwoorden,
mensenwerk (dokters, alche
misten, soldaten), gezinsleven,
vrije tijd, reizen, schilder en
atelier. Een vermakelijk ver
haal over de manier waarop
onze voorouders hun leven in
richtten en de schilders er -
min of meer ironisch - tegen
aan keken.
Citaat, dat laat zien dat er
weinig nieuws onder de zon is:
„Een verwant onderwerp - de
thematiek rond de macht van
de vrouw -, dat de vrouw in
een niet te gunstig daglicht
stelde, was in de 16e eeuw bij
zonder geliefd bij kunstenaars
als Lucas Cranach de Jonge en
Lucas van Leyden. De raai
die de vrouw over de manui
oefent werd door hen verte
aan de hand van een bijte
voorstelling als SimsonenP
lila
De laatste tijd heeft
zich dikwijls spottend off
ringschattend geuit over
manier waarop in het veil
den werd gepoogd de Nede
landse genreschilders te
klaren. Het valt niet te 01
kennen dat er in de vort
eeuw schrijvers zijn geW
die daarbij de plank deert
hebben misgeslagen", aK
Brown, die als Engelsman'
delijk op de hoogte blijkt v
Nederlandse bronnen.
Een vreemde gewaar»
ding is als je de omslagen t
van de diverse uitgavenvt
Frankrijk, Duitsland,
land en Amerika. De Ne»
landse titel lijkt niet erg
koopbaar, maar - afg®
daarvan - blijkt de Ame
kaanse omslag af te w
van de rest. 'Prinsjesdag v.
Jan Steen is in USA verval
gen door De Brief van
meer. Zouden de Reagan
riaanse burgerlijke Amen)?
nen zich ergeren aan de oW
losbandigheid vanSteen.
Afgezien van de P°
druk van dit boek door
Nova in Hank bevat het
schat aan gegevens, a
Christopher Brown omgej
een heel leesbaar verhaal-
tioneel een prima boek, e
tioneel slecht. Een W
westerse schizofrene cons
ring, waarmee de kanaK»*
koper maar uit de voeten
kunnen.
Christopher Brown: NietU'
dighs of Ydels (uitg. J H.
sy- 99,50).
f&ijj nu tn 's tmetsnum over ten
'wrt* ram1 ttee.eriserjeen.de lat-
fte nurte ram vin Okmünnd vtrdj
verdronken