mm Museum of Modern Arts in New York met veel bombarie heropend Thraciërs veroveren eindelijk Nederland Boek over genre-schilderkunst goed verhaal en slechte prent WOENSDAG 7 NOVEMBER 1984 Verpletterend Verdacht Verdacht Teleurgesteld UNIEKE TENTOONSTELLING IN ROTTERDAM Basis Balkan Hoogtepunt Christopher Brown '...NIET LEDIGHS OF YDELS...' Nederlandse genreschilders uit de 17e eeuw OENSDAG 7 NOVEMt IJmuiden Spiegel Rijk volk Suske en Wiske: De Appie Happ ie en del Door onze correspondent Mare de Konirtck VOOR HET vernieuwde Mu seum of Modern Arts (MOMA) hoeft u niet naar New York te komen. Het is een prachtig ge bouw en er hangt, staat en ligt veel mooie tot interessante moderne kunst, maar over de heropening van het MOMA is met behulp van een in drukwekkende rij artistiek geïnteresseerde Amerikaanse miljonairs zoveel ophef ge maakt, dat een bezoek aan het museum voor de simpele lief hebber alleen nog maar kan tegenvallen. Dat moge een geruststelling zijn voor de geïnteresseerde Europeaan die zich als gevolg van de dollar a 3,50 toch geen verblijf in de VS kan veroorlo ven. Een buitenlandse toerist is dezer dagen een zeldzaam heid op de trottoirs van New York. Sedert mei jongstleden is het beroemde museum in de 53e Straat weer volledig voor het publiek beschikbaar (en tree 4,50) na een verbouwing en uitbreiding die vier jaar in beslag heeft genomen. Voor de renovatie is 55 miljoen neergeteld. Het heeft de Ame rikaanse belastingbetaler geen cent gekost. Museum-directeur Richard Oldenburg heeft het geld met het grootste gemak bij elkaar gekregen via particuliere fondsverwerving. Na de 'fun- draising' voor de verbouwing zat hij ineens met 80 miljoen te kijken, dankzij onder meer de vaste club van Amerikaan se weldoeners met namen van het kaliber Rockefeller. Niet minder dan 40.000 'speciale gasten' vanuit alle uithoeken van de wereld zijn op de dave rende heropeningsfeesten ko men opduiken. Al dat publicitaire geweld moet zelfs veel kunstcritici uit het evenwicht hebben ge bracht. In Nederlandse en bui tenlandse kranten en tijd schriften werd geroepen over het spectaculaire, sensatione le, verpletterende en ga-zo- maar-door Museum of Mo dern Arts. Maar voor een gewone jour nalist die scepsis wenst te blij ven paren aan belangstelling, is het MOMA 'gewoon' een heel fraai museum. Hij is niet onder de indruk van de verze kering dat ,,'s werelds groot ste verzameling moderne kunst" bijeen is gebracht. Hoezo? Rekenen jullie daar misschien de boeken in de bi bliotheek en de videobanden in het filmtheater bij? Wij wisten in een uur een vrij vol ledige indruk van het MOMA te krijgen. Een kostelijk uur, dat wel. Wat hebben we gelachen in de afdeling 'Installaties', waar zomaar een stuk kabeltouw uit de muur hangt en waar de Amerikaanse kunstenaar Christo zijn 'Pak op kruiwa gen' (1963) heeft neergezet. Het blijft toch altijd iets heel beledigends houden, 'ge wone' dingen in een museum te zetten. In het trapgat van het MOMA hangt een helikop ter van de firma Bell. Zo van kijk eens hoe schitterend zo'n ding eigenlijk is. Wel, meneer de museumdirecteur, wij von den een helikopter altijd al schitterend hoor, en de gewone mensen die u op de schoonheid ervan wilt wijzen, die kijken heel hun leven al gefascineerd naar boven als er zo'n appa raat overkomt. De afdeling 'Design' (van meubilair, huishoudelijke ar tikelen en gebruiksvoorwer pen) is eigenlijk alleen fasci nerend voor wie zich niet eer der had gerealiseerd dat bijna alle vormen die wij vandaag in zogenaamde moderne inte rieurs aantreffen, al wel zestig jaar oud zijn. Wie dat wel wist, die liep altijd al geboeid over de meubelafdeling van De Bijenkorf. Waarmee op zich niets ten nadele van het MOMA in New York is gezegd. Maar moderne kunst is nu eenmaal per defi nitie iets verdachts: een chao tisch gebied tussen platvloers en artistiek, tussen alledaags en bijzonder, tussen weten schap en kunst. Van veel moet nog maar worden afgewacht of het iets voorstelde. Elke eigentijdse kunstenaar en mu seumdirecteur is een potentië le bedrieger. In die ambiva lentie raakt moderne kunst nu juist de essentie van het leven. De miljoenen dollars die tegen het MOMA zijn aangesmeten vermogen dan ook niet het vertoonde boven alle twijfel te verheffen, maar versterken eerder de fundamentele ver dachtheid ervan. Of het geld ook met die bedoeling is ge schonken is een andere, en eigenlijk onbelangrijke vraag. Natuurlijk heeft ook het MOMA de rood-blauwe stoel van Gerrit Rietveld uit 1919 en een model van diens Schröder- huis in Utrecht. De hele Stijl groep is trouwens - met Mon driaan en Van Doesburg in de schilderijenafdeling - royaal vertegenwoordigd. En naast een fluitketel en een zakmes van andere grootheden heeft ook het halshorloge van Brino Ninaber van Eyben een plaats gekregen in de eregalerij De stoelen van Ludwig Mies-Van der Rohe uit 1927 en van Marcel Breuer uit 1925 zijn modellen die heden nog altijd massaal over de toon- Het Museum of Modern Arts in New York. bank gaan. Alleen de a het afschuwelijke geva] door de meeste mensen' weer is afgedankt omdat onmogelijk uit omhoog i komen, blijkt van veel re< ter datum: Piero Gatti, Jammer overigens Amerikaanse museurnbs. kers weinig gevoel voor mor hebben. Wij dachten het leuk was om aandati naar het krukje van de st| poost te gaan starten, jr voorgewende veronderstel) dat het bij de museumstuk hoorde. Maar een medebe; ker deed het dringende zoek ernstig te blijven. Zouden de makers va 'minimal art' echter niet hun vuistje lachen als ze- als in het MOMA - dromt kunstliefhebbers voorbij trekken aan hun inderi volledig lege schilderijen? als het zwarte vlak ('Abstt Painting') van Ad Reinha Waar de maker met de ring 1960-1961 suggereert hij er twee jaar over heeft daan, verdient hij toch n stens erkenning als een humorist. Natuurlijk hoort de mi mal art er als uiterste ooi quentie van het verlasten de natuurgetrouwe vormt* maal bij. En het prachtige met name de twee eta schilderijen is de wijze wa op die ontwikkeling in beel gebracht. Met formidal collecties Picasso, Ma this, sanne, Seurat, Van Go Gauguin, Munch, Chagal.I champ, Dali, Magritte, Poll en De Kooning. Een ontwik ling vol verrassingen tocht Zoals de twee naast elkaar hangen werken van Pica beide uit 1921, maar één (i vrouwen bij de bron) klassiek en het ander musici) bijna non-figurat En dan zoals Maurice del) minck niet te onderscheidei van de belendende Van Go Of omgekeerd? Links een 'rhyton' van zilver, met een schenkopening tussen de voorpoten, en rechts een vo tief reliëf van marmer: Diana berijdt een hinde, met een pijlkoker over haar schouder. - FOTO'S BOYMANS Door Henk Egbers VERWACHT WORDT, dat het een klapper wordt (drommen mensen in de rij): de tentoon stelling 'Het goud der Thra ciërs' in het museum Boy- mans-van Beuningen te Rot terdam. Op het eerste gezicht lijkt dit een tè hoog gespannen verwachting en is het maar de vraag of de negen ton investe ring er met bezoekers, die ove rigens 6,50 entree betalen, er uit komt. Want wie zijn dat? Thraciërs! Grieken en Romei nen zijn nóg tot daaraan toen. Ondanks alles: een unieke en grootse expositie met een ge weldige collectie archeologi sche vondsten uit Bulgarije en uit Troje (maar gehuisvest in Oost Duitsland). Tot 18 no vember zeker een bezoek waard. Deze collectie uit Bulgarije is al in vele landen van Ame rika, Azië en Europa op een of andere manier te zien geweest. Prof.A. Fol, minister van on derwijs van de Volksrepubliek Bulgarije zei bij de opening, dat de manier waarop er in Rotterdam gestalte aan gege ven wordt alle andere exposi ties in de hele wereld verre overtreft. In Boymans is het Goud der Thraciërs gecombi neerd met een tweede tentoon stelling: 'Troje en Thracië', waarop te zien is dat er grote overeenkomsten waren tussen beide culturen. Dr.E. Zengel, directrice van de Staatsmusea van DDR- Berlijn, ook aanwezig bij de opening, zei, dat er geen twij fel meer over bestaat dat deze beide gebieden in de Vroege Bronstijd één en dezelfde cul tuur hebben gehad én dat op deze expositie de vondsten uit Troje, door Schliemann en Dörpfeld, hier voor het eerst met vondsten uit Thracië op één plek bij elkaar gebracht zijn. Niet minder dan 25 musea in Bulgarije hebben hun Thracische bezit hiervoor af gestaan. Niet voor niets werd een zesdaags internationaal Thracologen-congres in Boy- ~mans van Beuningen gehou den. Een unieke gelegenheid. Een goed verzorgde catalo gus (ƒ25,-) geeft bezoeker en anderszins geïntresseerden goede achtergrond-informa tie. We mogen dan wel denken dat Grieken en Romeinen aan de basis liggen van wat nu de Europese cultuur heet, hier wordt uit de doeken gedaan, dat de Thraciërs er óók alles mee te maken hebben gehad. 'Het Goud der Thraciërs' is een wat aristocratische titel en de praktijk van het goud in deze cultuur had daarmee ook alles van doen. Maar dat blijkt ook het voetvolk van onze da gen, dat op zijn hoogst en nog ternauwerdood goud besteedt aan trouwringen, heftig te boeien. 'Ierse kunst' onlangs in het Amsterdams Rijksmuseum (met veel goud, met fibulae als nu bij de Thraciërs) bleek ook zeer in trek. Deze uit ruim duizend voorwerpen bestaan de unieke (zonder overdrij ving) tentoonstelling, die een periode omvat van 4000 jaar, is met een gestyleerd showachtig elan opgebouwd. Dat ver vreemdt weliswaar de simpele naalden, drinkbekers en pul len van hun oorspronkelijke betekenis, maar 't worden hapklare brokken voor het ach en oh der schuifelende mas sa's; in het voetspoor der voor vaderen. Thracië, het land van Or pheus, werd al volgens Griek se overleving al bewoond zo'n 1500 jaar vóór Christus. Bij Griekse schrijvers als Herodo tus, Homeros en Xenophon worden ze vermeld. Maar de cultuur blijkt veel ouder. De polygame Thracische families hadden een hard bestaan in het huidige Balkangebied te gen de Zwarte Zee aan (het te genwoordige Bulgarije, met uitlopers naar Roemenië, Griekenland en Turkije). Al leen al in Europa zijn méér dan vijftig stamnamen be kend. Het gebied werd op den duur een brug tussen Oost en west. Hun leefpatroon had veel verwantschap met dat van volken in Klein-Azië. Grieken, Perzen, Kelten en Romeinen hebben er huisge houden, als bezetters, kolonis ten of verwoesters. De cultuur van Thracië heeft daarvan invloed onder gaan. Ze was zeer rijk. Daarin werd geweend bij de geboorte van een kind en feest gevierd bij de dood, omdat de onsterfe- lijkheid centraal stond. De ar cheologische opgravingen, die met name de laatste dertig jaar in Bulgarije plaatsvonden hebben deze cultuur óók een zekere onsterfelijkheid gege ven. Geconstateerd kan worden dat 'de vroegste beschaving van Europa in deze landstre ken is geboren'. De Grieken en de Romeinen hebben daarvan eerst invloed ondergaan voor dat zij de rest van Europa ko loniseerden en ook onze lage landen hun culturele stempel opdrukten, op zijn minst moet de opvatting, dat onze cultuur een Grieks/Romeinse basis heeft via de Thraciërs wat bij geslepen worden. In 1977 tekende Nederland een cultureel verdrag met de Volksrepubliek Bulgarije. En van de gevolgen was, dat er een gemeenschppelijk Bul gaars-Nederlands projekt ging lopen: 'De ethnogenese van de Thraciërs', bij Djadovo. Spectaculaire goude graf giften uit Varna (3200 voor Christus) vormen het eerste onderdeel van de expositie. Het hoogtepunt is te vinden in het tweede deel: de prehistori sche en historische goudschat ten uit de periode van onge veer 1600 voor- tot 200 na Christus. Het derde onderdeel toont de vondsten bij Djadovo en in de vierde moot wordt met veel en mooi materiaal getoond, dat de onlangs geble ken samenhang tussen de ob jecten van de Thraciërs en de door Schliemann opgegraven schatten in Troje juist moet zijn. Troje op de westkust van Klein-Azië, waar de Grieken koloniseerden, is een stad die tot de verbeelding spreekt. Mogelijk alleen bij hen, die een zogenaamde gymnasiale opleiding (ook een erfstuk der Griekse cultuur) hadden. Maar van 'het paard van Tro je' heeft iedereen wel eens ge hoord. opgravingen door Bul garen en Russen bij Ezero hebben uitgewezen, dat in de vroege bronstijd de contacten tussen de bevolking van Thra cië en Troje zeer intensief zijn geweest en dat Thracië daar bij invloed heeft uitgeoefend. Aardewerk van het kantha- ros-type in Troje vertoont verwantschap met Balkan- vormen; om één voorbeeld te noemen. Eerdere opvattingen over een culturele achterstand van Thracië zijn letterlijk en figuurlijk ondergraven. Meesterstukken van Thra cische goudsmeetkunst illu streren dat ondermeer. Een paard liep indertijd zelfs met zilver in zijn bek, zoals een trens in dat metaal laat zien. Prachtig gecanneleerde en van ornamenten voorziene drinkbekers vertellen, dat er op grote voet geleefd werd. Ook afbeeldingen en ge bruiksvoorwerpen maken te vens duidelijk hoe de samen leving van de Thraciërs er on geveer uitgezien moet hebben. In een bepaalde periode deed die niet onder voor de ons be ter bekende Griekse en Ro meinse verworvenheden, waar wij nu nog de meeste last van hebben. Het is echt de moeite waard om nu ook kennis te ne men van het minder populaire begrip 'Thraciër'. Het goud der Thraciërs. Mu seum Boymans-van Beuningen te Rotterdam. Tot 18 november van dinsdag tot en met zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur, op zon- en feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur. Bovendien op donderdag avond van 19.00 tot 22.00 uur. Toegang 6,50, houders van kaarten en groepen van tenmin ste 15 personen 5,- kinderen tot 16 jaar 2,50. Speciale trein-toe- gangsbewijzen op de NS-sta- tions. Educatieve begeleiding met films en klankbeelden. Le zingen voor groepen op aan vraag (tel. 010-360500,toestel 116), catalogus 25,-. Omslag van het standaardwerk over genrekunst. Door Henk Egbers DE MEESTE mensen kunnen niet naar Londen, waar mo menteel de tentoonstelling met Nederlandse genreschilders uit de 17e eeuw internationaal aandacht trekt. Christopher Brown, curator van de afde ling 17e eeuwse Nederlandse schilderkunst van de National Gallery in Londen en mede organisator van dit evenement schreef, onafhankelijk daar van een boek:Niet Ledighs of Ydels.Nederlandse gen reschilders uit de 17e eeuw". Brown deed zijn huiswerk goed, de uitgever De Bussy bv minder. Op het oog een fraai kunst boek, dat ook in Amerika, En geland, Duitsland en Frank rijk wordt uitgebracht. Op de formaat van 30.5x23.5 cm be vatten de 240 pagina's behalve de tekst 95 illustraties in kleur en 130 in zwart-wit. Het trieste is, dat de meeste kleurrepro- dukties erg slecht zijn, maar ook nogal wat zwart-wit- drukken laten te wensen over. Dat had de uitgever nooit zo mogen accepteren. De tekst van Christopher Brown is goed en beantwoordt aan het initiatief van de uitgever. De genreschilderkunst kwam in dertijd tegemoet aan de smaak van een naar verhouding wei nig ontwikkeld publiek en daarom wilde hij met dit boek niet verzanden in intellectua listische scherpzinnigheden of in in het ontrafelen van diep zinnigheden. De buitenlanders die in de 17e eeuw Nederland bezochten waren verwonderd over de gretigheid waarmee gewone mensen hier kunst kochten. Op de kermis in Rotterdam zag de Engelse kunstkenner Evelyn in 1641 doeken van Van Ostade en Teniers te koop. „Het komt dikwijls voor dat een gewone boer twee- of drieduizend pond in schilde rijen steekt. De huizen zijn er dan ook vol van; niet alleen bij beenhouwers en bakkers maar ook de smid en de schoenlap per hebben schilderijen in him werkplaats hangen". waarop de genreschilderkunst zich vanuit de laat-Middel- eeuwse schilderkunst ontwik kelde kreeg haar beslag in de 16e eeuw. Pieter Bruegel de Oude stond daarbij aan de ba kermat. *4r De IJmuider Kring. De Beyerd, Boschstraat 22, Bre da. Open: di.-vrij. 10-17 uur en za. en zo. 13-17 uur. Tot en met 2 december. De kunst wordt tegenwoor dig (in de wurggreep van een nieuw 'beleid') even duur betaald door de kun stenaars als voorheen de vis door de vissers. Kunstenaars Komen uit hun isolement en kunnen samen méér; artis tiek en commercieel. Een ontwikkeling die zich steeds meer doorzet. In de Beyerd nu de eerste volledige pre sentatie van het zogeheten IJmuider Kring; zes schil ders die elkaar in het voet spoor van Leo Molin daar gevonden hebben. IJmuiden lijkt een toeval ligheid, maar werd inspira tie. Het typische ligt veeleer in het feit dat de meesten van de zes hun wortels in het zuiden hebben, zoals de Brabanders Theo Kuypers en Jon Marten (Breda). Glo baal gesproken krijg je op deze expositie de indruk dat de spetters van het nieuwe schilderen hen geraakt heb ben, maar je kunt ook zeg gen dat er sprake is van een wat zuidelijke barok; gevoel voor het grote gebaar en symboliek. Het is behalve een goede- ook een hele fleurige en plezierige ten- GRAFIEK 84. Voor de 16e keer organiseren De Krab- bedans in Eindhoven, Cultu reel Centrum Venlo, Librije Zwolle en De Vaart Hilver sum deze verkoop-grafiek manifestatie. Van 10 novem ber tot en met 2 december. Het aanbod bestaat uit vijf tig prenten in diverse tech nieken, speciaal vervaar digd door 25 kunstenaars hiervoor uitgenodigd. Daar onder bevinden zich Peter Oosterbos, Roosendaal; Ju les van de Vijver, Dor drecht; Cyril Lixenberg, Amsterdam; Dirkje Kuik, Utrecht; Mels Dees, Eindho ven; Minno Banning, Gro ningen en Pieter Alewijns, Eindhoven. De prenten zijn los verkrijgbaar of men kan zelf een map met vijf stuks (ƒ475) of tien stuks (ƒ800) samenstellen. In genoemde instellingen is de collectie Dat was nog eens een tijd! Brown zegt dat, behalve de uitgebuite industriël klasse en seizoenarbeiders, de Neder landers het rijkste volk van Europa waren. De Hollandse arbeiders en handwerkslieden waren de hoogstbetaalden van Europa. Het consumptieni veau was betrekkelijk laag, maar de belastingdruk zwaar. Bekend geluid, ook nu. Bijna iedere stad had zo zijn genre schilders. In dit boek worden verschillende steden genoemd zoals Dordrecht met Nicolaes Maes en Samuel van Hoog straten, Den Haag met de in Middelburg opgeleide Van de Venne en Caspar Netscher, Leiden met Gerard Dou, Frans van Mieris en de Metsu's, Haarlem met Dirk Hals, Adriaen Brouwer en Adriaen van Ostade etc. Wat is het geheim van de populariteit van deze zogehe ten genreschilderkunst? Het antwoord geeft ook te denken over de opleving ervan in onze dagen! Het begrip 'genre' stamt met name uit het in 1837 verschenen boek van Franz Kugler, waarin te lezen is dat genreschilderkunst de weer gave omvat van het gewone leven in zijn alledaagse be drijvigheid..De manier Een tweede man, die in dit verband historie gemaakt heeft, is Jacob Cats, de dich tende moralist die het volk een spiegel vóórheld. De ideeën wereld van de 17e eeuw stond bij hem en anderen vermeld in de zogeheten embleemboeken. Een embleem bestond uit drie delen: het motto, de afbeelding en de verklarende/berijmde tekst. Doorgaans heel burger lijk-moralistisch. Een schilder als Gerard Dou voerde daarbij de humor in. Het tevreden en ordentelijk huisgezin stond daarbij centraal. Maar bijna iedereen weet hoe bijvoor beeld Jan Steen daar tegenaan keek! Brown heeft deze burgerlij ke genreschilderkunst onleed (een wat te zwaar woord) op thema's als spreekwoorden, mensenwerk (dokters, alche misten, soldaten), gezinsleven, vrije tijd, reizen, schilder en atelier. Een vermakelijk ver haal over de manier waarop onze voorouders hun leven in richtten en de schilders er - min of meer ironisch - tegen aan keken. Citaat, dat laat zien dat er weinig nieuws onder de zon is: „Een verwant onderwerp - de thematiek rond de macht van de vrouw -, dat de vrouw in een niet te gunstig daglicht stelde, was in de 16e eeuw bij zonder geliefd bij kunstenaars als Lucas Cranach de Jonge en Lucas van Leyden. De raai die de vrouw over de manui oefent werd door hen verte aan de hand van een bijte voorstelling als SimsonenP lila De laatste tijd heeft zich dikwijls spottend off ringschattend geuit over manier waarop in het veil den werd gepoogd de Nede landse genreschilders te klaren. Het valt niet te 01 kennen dat er in de vort eeuw schrijvers zijn geW die daarbij de plank deert hebben misgeslagen", aK Brown, die als Engelsman' delijk op de hoogte blijkt v Nederlandse bronnen. Een vreemde gewaar» ding is als je de omslagen t van de diverse uitgavenvt Frankrijk, Duitsland, land en Amerika. De Ne» landse titel lijkt niet erg koopbaar, maar - afg® daarvan - blijkt de Ame kaanse omslag af te w van de rest. 'Prinsjesdag v. Jan Steen is in USA verval gen door De Brief van meer. Zouden de Reagan riaanse burgerlijke Amen)? nen zich ergeren aan de oW losbandigheid vanSteen. Afgezien van de P° druk van dit boek door Nova in Hank bevat het schat aan gegevens, a Christopher Brown omgej een heel leesbaar verhaal- tioneel een prima boek, e tioneel slecht. Een W westerse schizofrene cons ring, waarmee de kanaK»* koper maar uit de voeten kunnen. Christopher Brown: NietU' dighs of Ydels (uitg. J H. sy- 99,50). f&ijj nu tn 's tmetsnum over ten 'wrt* ram1 ttee.eriserjeen.de lat- fte nurte ram vin Okmünnd vtrdj verdronken

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 20