M
Warjan Berk o
ve
r dik zijn en de ellende daarvan: J
Snoeken
Straat
gevechten
WOENSDAG 31 OKTOBER 1984
EXTRA OP WOENSDAG:
T11 PAGINA 4
V raatzucht
Werken
Zwanger
Jeroen Krabbé
Kunst
Nooit meer
Ruding
Artsen
in actie
Economische
vorming
Baroniesche
75 jaar
HENGELEN
PAPIER!
VOOR UW PEN
Belasting
Dear Editor,
In het zelfbedieningsrestaurant op het Centraal Station in
Amsterdam wijst een welbespraakte kassière een Engelse dame
de weg naar het toilet. Ze hoort beslist niet tot de categorie 'slanke
dennenHaar kleding maat is zo op het blote oog groter dan 44.
De kassière blijkt er niet onder te lijden. En waarom zou ze ook. Zo
lang je maar gelukkig bent met je lijf, heb je geen reden tot klagen.
Toch is deze dame een van de weinige uitzonderingen. Er zijn -
en niet alleen in Nederland - legioenen 'dikke' vrouwen die zich
martelen met dieeten om dat ene door de mode gepropageerde
heilige doel 'slankzijnte bereiken. Een van die vrouwen was de
Amsterdamse Marjan Berk, schrijfster van het boek 'Nooit meer
slank'. Een verhaal over 'bewust dik zijn'.
6Diëtenik ken
ze stuk voor stuk9
Annelies Thomassen
„Waterdieet, sherry-
kuur, fruitdagen, rauw
kost, injecties met
zwangere vrouwenpies,
dieetkoekjes, astronau-
tenvoedsel, ontslak-
kingsdieet, gewoon wei
nig eten, grapefruit-
kuur, de weight-wat
chers, dokter Atkins-
dieet, Mayo-dieet. Ver
tel mij wat! Ik ken ze
allemaal".
Marjan Berk heeft een vlot
te babbel. Als menige andere
'dikke vrouw' heeft ze geen
methode onbeproefd gelaten
om vetlagen en spekrollen
van het lijf te krijgen. Uit
eindelijk is ze er achter ge
komen dat dik niet lelijk is.
„Lelijke mensen bestaan
niet. Ook al probeert de mo
de ons het tegendeel wijs te
maken. Maatje 38 zal je we
zen, anders ben je niet ge
lukkig", lacht de Amster
damse. Ze is nu 52, heeft vijf
kinderen en houdt van eten.
De grote open keuken in
haar woning aan de Gerrit
van de Veenstraat in de lan
delijke hoofdstad herbergt
een zee van potjes met krui
den, flesjes, blikken, spece
rijen, wijn en de meest uit
eenlopende etenswaren.
Haar fanatieke kortharige
teckel Beppie is alleen stil te
krijgen met biscuitjes. „Is
dit soms een nieuwe tak-
tiek? Je lijkt de hond van
Pavlov wel", lacht Marjan
Berk om het beest.
Eten heeft in haar leven al
tijd een belangrijke rol ge
speeld. Eten uit onvrede,
verveling of ongenoegen en
dat leidt op een gegeven mo
ment tot vraatzucht, des
tructieve vraatzucht. Vaak
zoveel eten dat alles er even
later in de omgekeerde volg
orde weer uitkomt. „Als ik
net een warme maaltijd
achter de kiezen had, pres
teerde ik het om tien minu
ten later naar de broodtrom
mel te rennen. En dan nam
ik me voor de zoveelste keer
voor om daar wat aan te
doen". Walgend van zichzelf
kwam Marjan Berk er ach
ter dat er iets grondig fout
zat. „Je vernietigt je eigen
lichaam met dat gevreet.
Eén trap oplopen en dan
staan uitpuffen, dat is niet
normaal". Puur psychisch is
vraatzucht volgens Marjan
Berk niet. „Psyche en fysiek
werken op elkaar in. Het
zijn reacties in je hersenen
en je lichaam die een onbe
dwingbare drang tot voedsel
inname kunnen verzoorza-
ken".
„Hoe ik ertoe gekomen ben
om te gaan schrijven, is een
lang verhaal. Ik heb in mijn
leven al heel wat verschil
lende dingen gedaan, altijd
gewerkt. En dat met een ge
zin met vijf kinderen". Mar
jan Berk legt uit dat zij als
werkende moeder heel wat
roddel en afkeuring heeft
moeten slikken: „Vroeger
was dat niet normaal. In het
begin kon ik het nog verde
digen omdat mijn man stu
deerde. Ik speelde dan 's
avonds als de kinderen naar
bed waren, toneel. Later had
ik dat alibi niet meer. Ik heb
toen ontdekt dat ik werken
gewoon leuk vond en er ook
mee door wilde gaan".
Marjan Berks loopbaan als
werkende vrouw begon in
de verpleging. „Meer een
noodsprong, omdat ik als
minderjarige toch zelfstan
dig wilde blijven. Toen ik
mijn zwarte kruis had ge
haald ben ik naar de toneel
school gegaan". Marjan
Berk ontdekte daar echter al
gauw dat ze zwanger was.
Dat was niet de bedoeling,
want ze wilde de toneel
school toch volgen. In 'Nooit
meer slank' vertelt ze hoe
haar zwangerschap een pre
cedent schiep: „Een delega
tie uit mijn klas ging aan de
directeur vragen of ik toch
mocht blijven. Ademloos
wachtte ik onderaan de trap
op de uitslag. Ik mocht! Ik
was de eerste leerling die
zwanger was en wel gewoon
het cursusjaar mocht afma
ken". Omdat ze met het
groeiende kind in haar li
chaam toch dikker zou wor
den, had ze er geen proble
men mee om zich vol te
proppen moet voedsel. „Het
cliché 'je moet nu eten voor
twee' viel bij mij in goede
aarde. Ik liet me dat geen
twee keer zeggen en ik at
voor twee", vertelt de Am
sterdamse. Voor haar studie
op de toneelschool had dat
tot gevolg dat ze meestal
rollen kreeg toebedeeld die
bij haar omvang pasten.
Marjan: „De voedster in Ro
meo en Julia, of het ver
krachte meisje".
Alle diëten die ze volgde ten
spijt, Marjan hield 'slank
zijn' nooit lang vol. Gek op
eten en door de omstandig
heden gewongen bleef ze
zich volproppen met voedsel
en lekkernijen, vaak tot kot
sen toe. Ze beschrijft hoe dat
tijdens voorstellingen in zijn
werk ging: „Vaak at je uit
verveling. Alleen als je een
grote rol had, dan dacht je
niet meer aan eten. Maar
omdat ik de koningin van de
kleine rollen was, vielen er
vaak gaten in zo'n avond.
Die moesten gevuld worden.
Breien kan ik niet en lezen
was te gevaarlijk. Je kon
makkelijk het moment van
een opkomst vergeten. Dus
eten bleef over".
„Met schrijven ben ik in 1977
begonnen, uit onvrede over
het werkaanbod. Ik heb toen
de show 'Moeder en haar
jongens' geschreven, maar
dat was geen doorslaand
succes. Later heb ik samen
met Jeroen Krabbé een
kookboek samengesteld. Ik
speelde toen een rol in de se
rie 'De Fabriek'. De zoveel
ste rol als huishouster. In die
tijd - begin jaren tachti ig -
was exotisch eten erg in de
mode. Een lekkere Holland
se hutspot was er niet meer
bij. Jeroen en ik - hij is ook
dol op eten - hebben toen sa
men dat 'Bezuinigingen
Kookboek' samengesteld.
Eenvoudige en goedkope
maaltijden. We noemden dat
boek zo, omdat het kabinet
dat jaar met 'Bestek '81'
kwam", herinnert Marjan
zich. Verder schreef Marjan
voor de programma's 'De
Hutsgeklutste' van de KRO
en 'De Pomp' van de IKON.
Daarnaast schreef ze verle
den jaar voor de kinderboe
kenweek samen met haar
man de musical 'Wordt er in
de ruimte ook gelezen?'.
Marjan Berk: „Op een gege
ven moment zei iemand me
dat ik best een leuke pen had
en of ik niet eens een boek
wilde schrijven. En dat heb
ik gedaan. Achteraf is 'Nooit
meer slank' wel een erg per
soonlijk boek geworden.
Maar ik baalde zo van de
hypocrisie over mode, dik en
slank, dat ik mijn persoon
lijke opvattingen daarover
in het boek heb gewerkt".
Damesbladen die artikelen
over puntendiëten publice
ren en daarnaast de meest
verrukkelijke gerechten la
ten zien kunnen geen goed
doen in de ogen van Marjan
Berk. Mode die vrouwen
dwingend de slanke lijn op
legt, mannen die daaraan
teloorgaan en wier vrouwen
alleen maar mooi moeten
zijn met een slanke taille en
lange ranke benen, dat alles
vindt Marjan verwerpelijk.
„Natuurlijk is het leuk om
net als andere vrouwen in de
laatste mode rond te lopen.
Dat geeft een gevoel van
wellust. Maar het is niet de
kunst om tien pond af te
vallen, zodat je je kunt kle
den in strakke broeken of
een kokerrok. Kunst is, dat
je je - ook als dikkerd - goed
voelt in datgene wat je
draagt", meent Marjan
Berk.
Marjan is na veel pogingen
om de nodige pondjes over
gewicht weg te krijgen er
achter gekomen, dat slank
er voor haar niet inzit. Dik
hoeft niet lelijk te zijn. „Ik
ben geen expert en ik kan
natuurlijk niet op alle vra
gen antwoord geven. Maar
mijn stem is niet die van een
roepende in de woestijn. Het
feit dat er zoveel respons op
mijn boek is gekomen, be
wijst dat mijn stem gerust
stelt, steunt", vertelt Marjan
Berk.
„Ik heb mezelf leren ken
nen", bekent ze in haar eer
ste boek. „Wanneer het gaat
om een knoop die dicht kan,
of om een bordje boerenkool
dat me aanstaat, dan kies ik
de boerenkool. Ik houd zo
veel van eten, het stoffert en
kleurt mijn leven. Er zijn
mensen die andere harts
tochten hebben en eten on
belangrijk vinden. Ik niet. Ik
vind eten belangrijk. Ik wil
niet echt dik worden, wan
staltig, dat niet. Daar blijf ik
tegen vechten. Maar slank
zal ik nooit meer worden.
Nooit meer".
HOGE bomen vangen nog
steeds veel wind. Zo'n boom
zit ook min of meer in het
verdachtenbankje. Alles wat
hij zegt kan niet alleen,
maar wordt ook daadwerke
lijk tegen hem gebruikt. Ja
renlang je uiterste best doen
(ongetwijfeld) om schier on
oplosbare problemen toch op
te lossen en dan desalniette
min constant als pispaal ge
bruikt worden door dezelfde
mensen voor wie je het uit
eindelijk doet. Maar de
boom heeft een troost. De
enige mensen die geen geen
fouten maken, zijn die welke
niet werken. Lijkt me lo
gisch. Wie volmaakt wil zijn
moet dus vooral niet gaan
werken. Succes verzekerd.
Marcel van Dam echter
spint garen bij Ruding, zij
het in overdrachtelijke zin.
Marcel's werk bestaat na
melijk overwegend uit het
leveren van kritiek vanaf de
reservebank (die indruk heb
ik althans) en het moet ge
zegd: met een grote mate
van volmaaktheid. De uit
zondering bevestigt nu een
maal de regel. Hij mag Ru
ding dan ook wel dankbaar
zijn. Dank zij diens opmer
king kan hij weer weken
vooruit. Links weet nog
steeds niet wat rechts is en
vooral niet hoe rechts links
soms is.
Roosendaal
3. Schneijderberg
Een solidair gebaar van de
arts om een inkomens
steentje bij te dragen in het
kader van hun salaris-oor
log met het kabinet. De ster
ke financiële positie van de
medicus binnen ons bestel
gaat nu wankelen. De vraag
blijft natuurlijk in hoeverre
alleen deze groep wordt ge
pakt door regeringsmaatre
gelen. De arts is niet de eni
ge hulpverlener binnen de
gezondheidszorg die moet
inleveren. In de visie van de
Landelijke Vereniging van
Artsen (L.A.D.) treedt dui
delijk naar buiten dat alleen
de medicus zich 'gepakt'
voelt. Jammer genoeg, ver
geet de voorzitter van deze
vereniging, J. Harvelink,
andere belangrijke hulpver
leners te noemen, zoals de
verpleegkundigen. Deze
groep is evenzeer hard aan
gepakt door onze regering.
Helaas werd de verpleeg
kundige voorheen al onder
gewaardeerd en wordt, nog
altijd, op een matig salaris
niveau gehouden door hem
of haar zoveel mogelijk bin
nen onregelmatige diensttij
den te laten werken. Nog
steeds staan tegenover wer
keloze artsen ook werkeloze
verpleegkundigen, want na
het behalen van hun diplo
ma moeten nog velen de
straat op. Overwerk Nee
liever niet, maar de patiënt
is geen typmachine waar je
als verpleegkundige om 17
uur een stofhoes overheen
legt en naar huis gaat. Neen,
de medicus is nog steeds niet
degene die 'echt' aangepakt
wordt binnen onze gezond
heidszorg. Ik vraag mij af,
met vele collegae; Wanneer
haalt de verpleegkundige
met dergelijk nieuws de
vóórpagina van een dag
blad?
Ulvenhout
W.N.J. v.d. Berg,
verpleegkundige
In De Stem d.d. 20-10-84
stond een artikel over de
heer De Laat. Deze heer in
kwestie zou volgens de ge
meentelijke sociale dienst
een economische eenheid
vormen met een gescheiden
vrouw. Hoe kan in hemels
naam een man/vrouw, ge
trouwd geweest met ieder
een ander personage, plus
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllMllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
ER is bijna geen vissoort die
meer tot de verbeelding
spreekt dan snoek. Meestal
wordt een snoek afgeschilderd
als roofzuchtige veelvraat.
Daarover bestaan heel wat
misverstanden. Een snoek be
hoort tot de grootgroeiers on
der de zoetwatervissen. Snoe
ken doen er bovendien niet zo
lang over om een aanzienlijke
lengte te bereiken. Het is heel
wel mogelijk dat een eenjarige
snoek uitgroeit tot een exem
plaar van meer can 50 cm! In
het tweede en de volgende ja
ren gaat het langzamer. Dan
telt voor de snoek meer de om
vang dan de lengte. Snoeken
van 80 cm behoeven echter zel
den ouder te zijn dan 5/6 jaar.
In het eerste en het tweede le
vensjaar is de snoek met recht
een veelvraat te noemen. Dan
eten ze werkelijk alles wat ze
voor de bek komt, heel vaak
ook eigen soortgenoten. Snoek
regelt de snoekstand, buiten de
milieu-invloeden, daardoor
helemaal zelf.
De tijd waarin de bladeren
vallen en de planten ook in het
water afsterven is een prima
periode om snoeken te vangen.
Ten eerste omdat snoeken zich
voorbereiden op de winter en
op de (vroege) paaiperiode, ten
tweede omdat veel vissen geen
schuilplaats meer kunnen vin
den. Dat is tafeltje-dek-je voor
de snoek. Die wil in de komen
de maanden best wel los' we
zen. De bemaling van de pol
ders, uiteraard na de natte pe
riode extra, is voor het vangen
van snoeken nadelig. De wa
terstand wisselt voortdurend
en er staat in de hoofdtochten
een forse trek.
Visje
De Baroniesche te Breda
viert dit jaar het 75-jarig
bestaan. Naast tal van
activiteiten vond dit
heuglijke feit haar hoog
tepunt in de opening door
burgemeester Fey van
een clubkantoor op 19 ok
tober j .1. Op dat prachtige
kantoor kan men terecht
voor informatie over het
vissen in en rondom Bre
da alsook daarbuiten.
Met recht kan de Baro
niesche trots zijn op deze
aanwinst welke zich be
vindt op het Graaf Hen
drik III-plein 27, tel. 076-
221442.
Nog steeds de beste methode
om snoek te vangen, zeker de
grote, is het vissen met een le
vend visje. Hoe groter de aas
vis, hoe groter de snoek. Uit
Engeland is het vissen met do
de vissen zoals haring en ma
kreel overgewaaid. Veel beet
krijgt men niet, maar als het
raak is dan is het een grote. Le
vende visjes kunnen vooral
succesrijk zijn waar kunstaas
het minder of helemaal niet
doet. Meest in doodgespinde
wateren, wateren waar veel
snoekvissers keer op keer hun
lepels, pluggen en spinners
doorhalen, brengt een levend
visje wel succes.
Geslikte haken komen bij
het snoekvissen nogal eens
voor. Dat komt vanwege de
luie manier van vissen bij veel
snoekvissers. Men wacht net
zolang totdat de vis het aas
slikt. Met een aastakeltje,
waarin meerdere haken, is dat
niet nodig. Men kan direct na
dat de snoek het aas genomen
heeft aantikken. Slikt de snoek
de haak toch dan knipt men
eenvoudigweg het onderlijntje
zo dicht mogelijk bij de haak
met Rien van Nunen
door. De meeste snoeken zijn
veel meer gebaat bij snel te
rugzetten in het water dan het
verwijderen van de haak. Zo'n
haak verdwijnt bij de meeste
snoeken op raadselachtige wij
ze, terwijl (onderzoek O VB) de
snoek er geen merkbare nade
len van heeft ondervonden.
Snoeken horen in het water.
Elke gevangen snoek moet dus
terug, vooral de grote. Grote
snoeken eten weinig. Dat
wordt bewezen door het feit
dat echt grote snoeken zelden
worden gevangen. In wateren
waar men alle snoek terugzet,
worden de snoeken echter
minder groot. Vist men telkens
wat snoek af en zet men deze
uit in ivater elders dan groeit
de rest sneller. De tijd dat hen
gelaars snoek lekker vonden is
voorbij. Ook bestuurders van
hengelclubs zien steeds meer in
dat snoek in hun viswater
thuishoort.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllliltllllllIllllllllllllllllllllllll'lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUlllllllllUlllllllllll
£<«N
ï5p«#ö&**-sr
|v0^fc
0*°*
ÖflïP-"
het feit dat een ieder van
hen geheel zelfstandig
woont, een economische een
heid vormen Waarom mag
de heer De Laat deze vrouw
niet bezoeken en/of haar
helpen Ook al is hun rela
tie niet zuiver vriendschap
pelijk, wie of wat belet hun
eikaars gezelschap op te zoe
ken? Een RWW-uitkering
is al geen vetpot, laat staan
als men er dan nogeens een
forse korting op toepast.
Wanneer men samenwoont
dan kan men een economi
sche eenheid vormen, het
behoeft echter niet zo te zijn.
De gemeentelijke sociale
dienst wil, zo zegt de heer De
Laat, ook ziekengeld hebben
van de vrouw in kwestie,
over een periode waarin de
heer De Laat ziek was.
Tweede blunder van de
GSD Beste medewerkers
van de GSD, waar beginnen
we aan Indien een van
mijn buren gescheiden zijn
en ik zou daar over de vloer
komen, dan zou de gemeen
telijke sociale dienst kunnen
eisen dat mijn ziekengeld
door de buren betaald
wordt Met al, dit is een
van de schrijnenste gevallen
die ik ken, een geval dat
zonder meer uit de wereld
geholpen moet worden daar
anders het einde ver zoek is.
Breda
D. Sibbald
Het is weer zover; de belas
tingaanslagen vallen in de
bus. Het vreemde dit jaar is
dat de belastingdienst van
Breda nu een nieuwe taktiek
heeft gevonden om de terug
betaling uit te stellen of zelf
achterwege te laten. De op
lossing is: ...Aanslag nihil.
De door de zorgvuldigheid
vereiste motivatie m.a.w.
hoe men tot een nihil aan
slag is gekomen laat men in
de meeste gevallen zomaar
achterwege. Hoe weet de
doorsnee burger nu of zo'n
aanslag juist is Een be
zwaarschrift indienen kost
in de meeste gevallen moeite
en geld, dus men laat het
dan maar hierbij, immers de
gedachte zal in de meeste
gevallen zijn: ik hoef geluk
kig niets te betalen. Wat een
bezuinigingspolitiek... de ge
wone man wordt weer eens
'gepakt'. En de redenering
dat er mankracht te kort is
om de genomen beslissing
apart te motiveren is een ar
gument dat de billijkheid en
de redelijkheid omtrent de
belangenafweging van alle
kanten tart. Als er nu meer
mensen zijn die in eenzelfde
situatie verkeren, dan raad
ik deze toch aan een be
zwaarschrift in te dienen om
zodoende te voorkomen dat
bovenstaand in de toekomst
een gewoonte zal worden.
Voor problemen omtrent
zo'n bezwaarschrift (binnen
twee maanden na dagteke
ning) kan men zich ook voor
'gratis' advies wenden tot de
Inspectie der Belastingen te
Breda.
Oosterhout
A.J. Boom
How are you? I am a 16-
year-old Korean girl who is
a monitor of a high school,
and a secretary of Echo Tee
nager Club. My club is led
by a social studies teacher,
and has about 300 boys and
girls aged 13-19.
For special activities in my
club, we are doing various
things; seminar, learning fo
reign languages (especially
English), writing contest,
music contest, oratorical
contest, art exhibition,
playing drama, cycling, tra
velling, and so on. We are
proud of being members of
this club, since we are able
to learn many interesting
subjects, and enjoy leisure
time very beneficially. It is
the best time for us to invite
some foreigners in Seoul to
my club and have free dis
cussions with them.
By the way, we are eager to
learn more about your coun
try; geography, history, cul
ture, people, custums, way
of life, holidays, educational
system, schoollife, favorite
things, etc... We also would
like to tell your people about
my country.
We are very anxious to ma
ke penfriends with the boys
and girls from your country.
I should be very much obli
ged, if you would give us an
opportunity to make friends
with boys and girls in your
country. Please print my
letter along with my picture
in your publications so that I
can receive a lot of letters.
Well, I shall be looking for
ward to hear from your
country.
Thank you for your service!
Very truly yours,
Myung Sook Jeong
c/o Echo Teenager Club
C.P.O. Box 5433
Seoul Korea
Door Roger Simons
In mijn kouwe aardappelen-
buurt in Groot Londen wordt
de rust zelden verstoord. Afge
lopen zomer hebben we wel
een garage gehad, die af
brandde en met luide knallen
in de lucht vloog. Meteen was
buurman Green zijn voorraad
benzine voor de grasmaaima-
chine kwijt. Iedereen genoot
van de sensatie, de enige van
het seizoen.
Datje in Londen woont, bete
kent dus niet direct opwin
ding aan de lopende band. Ik
geloof trouwens, dat de 400~in-
woners van East Wretham en
Great Hockham, twee afgele
gen gehuchten in Norfolk,
vandaag de dag meer beleven
dan ik. In die oorden, ver van
Londen, zorgt de Britse staat
doorlopend voor verzet. De
mensen hebben daar zelfs geen
televisie meer nodig.
East Wretham en Great Hock
ham liggen vlak naast het mi
litaire kamp van Stanford, da
terend van de Tweede Wereld
oorlog. Het is 25 vierkante mijl
groot en werd destijds in ge
bruik genomen om rauwe re-
cruten gaar te kunnen maken
voor de dienst op echte fron
ten.
Na de oorlog vond Defensie in
Londen dat Camp Thorpe van
Stanford niet in onbruik
mocht raken. De schijnoorlo-
gen werden er dus voortgezet,
zij het op een minder intense
en dus meer bezadigde manier.
Wegens de uitgestrektheid van
het kamp had de naaste omge
ving daar niet veel last van.
De mensen waren het gerom
mel in de verte toch al ge
wend.
Maar sedert de Britten er twee
jaar geleden in slaagden hun
Falkland-eilanden te bevrij
den, hebben zij de smaak van
echt oorlogvoeren kennelijk
opnieuw te pakken. In Camp
Thorpe is het nu weer elke dag
een leven, dat horen en zien
vergaat. Straaljagers en heli
kopters scheren laag over de
grond; kanonnen en mortie
ren bulderen dat het een lieve
lust is; granaten en bommen
maken een hels lawaai. Soms
is het net of alles er in brand
staat.
De mensen in de buurt kun
nen er haast niet meer van sla
pen. „Het is een bijzonder nare
gewaarwording", zeggen ze,
„dat je slaapkamer in een rosse
gloed staat wanneer je 's mor
gens om 3 uur wakker schrikt
van de explosies.
Steunend op het idee, dat je
tegenwoordig op alles voorbe
reid moet zijn, heeft het Britse
ministerie van Defensie nu be
sloten er nog een schepje bij te
doen. Het gaat in Camp Thor
pe een stuk of twintig huizen
en een heuse kerk bouwen en
dan nog wel in onvervalste
Noordduitse stijl. Ze zullen er
helemaal echt uit zien, want
het te gebruiken materiaal
wordt speciaal uit het noorden
van Duitsland geïmporteerd.
Dit onbewoonde namaak-ge-
hucht zal door de troepen van
Hare Britse Majesteit gebruikt
worden om zich te bekwamen
tot specialisten in de edele
kunst van levensechte straat
gevechten. Zo'n 150 militairen
zullen er mekaar elke dag en
nacht van katoen geven met
losse flodders, botte bajonet
ten, namaakvuurwerk en rea
listische geluiden, in stereo
verspreid door sterke luid
sprekers.
Óp het eerste gezicht niets bij
zonders voor een militair
kamp zoals Thorpe. Het volk
van de naburige gehuchten
heeft er principieel niets op
tegen, want het gunt de solda
ten hun plezier. In East Wre
tham en Great Hockham vin
den ze het alleen maar verve
lend, dat Defensie dit mamaak/j
Noordduitse gehucht uit de
grond gaat stampen op min
der dan 500 meter afstand van
twintig huizen, bewoond dooi
zestig burgers die van militai
re zaken weinig afweten.
Omdat deze mensen het risico
lopen in de toekomst niet veel
uiltjes meer te zullen kunnen
knappen en zelfs 's nachts
geen oog meer dicht te /cunW<
doen, tekenen ze verzet aan.l
hebben al een protestcomité
opgericht. Wij zullen vechtt'1
voor de kwaliteit van ons le
ven", zeggen ze.
Het Britse ministerie van De
fensie dat zijn troepen wil
voorbereiden op bestorming^
en huis-aan-huis gevechten it
West-Duitsland na een invasii
door eenheden van het Pact
van Warschau, begrijpt de
kouwe drukte niet. „Van oor
logsfilms op de televisie krij
gen ze nooit genoeg", merken
zijn woordvoerders schampen
op, „Maar van echte militaire
shows willen ze niet meer ire-
ten."
Defensie in Londen doet net
alsof dergelijke oefeningen
vertoningen zijn waarnaar je
met een voorraad pilsjes en
enkele schaaltjes borrelhapje
op je gemak kunt gaan zitten
kijken. En laat de Russen dan
maar komen!