M Warjan Berk o ve r dik zijn en de ellende daarvan: J Snoeken Straat gevechten WOENSDAG 31 OKTOBER 1984 EXTRA OP WOENSDAG: T11 PAGINA 4 V raatzucht Werken Zwanger Jeroen Krabbé Kunst Nooit meer Ruding Artsen in actie Economische vorming Baroniesche 75 jaar HENGELEN PAPIER! VOOR UW PEN Belasting Dear Editor, In het zelfbedieningsrestaurant op het Centraal Station in Amsterdam wijst een welbespraakte kassière een Engelse dame de weg naar het toilet. Ze hoort beslist niet tot de categorie 'slanke dennenHaar kleding maat is zo op het blote oog groter dan 44. De kassière blijkt er niet onder te lijden. En waarom zou ze ook. Zo lang je maar gelukkig bent met je lijf, heb je geen reden tot klagen. Toch is deze dame een van de weinige uitzonderingen. Er zijn - en niet alleen in Nederland - legioenen 'dikke' vrouwen die zich martelen met dieeten om dat ene door de mode gepropageerde heilige doel 'slankzijnte bereiken. Een van die vrouwen was de Amsterdamse Marjan Berk, schrijfster van het boek 'Nooit meer slank'. Een verhaal over 'bewust dik zijn'. 6Diëtenik ken ze stuk voor stuk9 Annelies Thomassen „Waterdieet, sherry- kuur, fruitdagen, rauw kost, injecties met zwangere vrouwenpies, dieetkoekjes, astronau- tenvoedsel, ontslak- kingsdieet, gewoon wei nig eten, grapefruit- kuur, de weight-wat chers, dokter Atkins- dieet, Mayo-dieet. Ver tel mij wat! Ik ken ze allemaal". Marjan Berk heeft een vlot te babbel. Als menige andere 'dikke vrouw' heeft ze geen methode onbeproefd gelaten om vetlagen en spekrollen van het lijf te krijgen. Uit eindelijk is ze er achter ge komen dat dik niet lelijk is. „Lelijke mensen bestaan niet. Ook al probeert de mo de ons het tegendeel wijs te maken. Maatje 38 zal je we zen, anders ben je niet ge lukkig", lacht de Amster damse. Ze is nu 52, heeft vijf kinderen en houdt van eten. De grote open keuken in haar woning aan de Gerrit van de Veenstraat in de lan delijke hoofdstad herbergt een zee van potjes met krui den, flesjes, blikken, spece rijen, wijn en de meest uit eenlopende etenswaren. Haar fanatieke kortharige teckel Beppie is alleen stil te krijgen met biscuitjes. „Is dit soms een nieuwe tak- tiek? Je lijkt de hond van Pavlov wel", lacht Marjan Berk om het beest. Eten heeft in haar leven al tijd een belangrijke rol ge speeld. Eten uit onvrede, verveling of ongenoegen en dat leidt op een gegeven mo ment tot vraatzucht, des tructieve vraatzucht. Vaak zoveel eten dat alles er even later in de omgekeerde volg orde weer uitkomt. „Als ik net een warme maaltijd achter de kiezen had, pres teerde ik het om tien minu ten later naar de broodtrom mel te rennen. En dan nam ik me voor de zoveelste keer voor om daar wat aan te doen". Walgend van zichzelf kwam Marjan Berk er ach ter dat er iets grondig fout zat. „Je vernietigt je eigen lichaam met dat gevreet. Eén trap oplopen en dan staan uitpuffen, dat is niet normaal". Puur psychisch is vraatzucht volgens Marjan Berk niet. „Psyche en fysiek werken op elkaar in. Het zijn reacties in je hersenen en je lichaam die een onbe dwingbare drang tot voedsel inname kunnen verzoorza- ken". „Hoe ik ertoe gekomen ben om te gaan schrijven, is een lang verhaal. Ik heb in mijn leven al heel wat verschil lende dingen gedaan, altijd gewerkt. En dat met een ge zin met vijf kinderen". Mar jan Berk legt uit dat zij als werkende moeder heel wat roddel en afkeuring heeft moeten slikken: „Vroeger was dat niet normaal. In het begin kon ik het nog verde digen omdat mijn man stu deerde. Ik speelde dan 's avonds als de kinderen naar bed waren, toneel. Later had ik dat alibi niet meer. Ik heb toen ontdekt dat ik werken gewoon leuk vond en er ook mee door wilde gaan". Marjan Berks loopbaan als werkende vrouw begon in de verpleging. „Meer een noodsprong, omdat ik als minderjarige toch zelfstan dig wilde blijven. Toen ik mijn zwarte kruis had ge haald ben ik naar de toneel school gegaan". Marjan Berk ontdekte daar echter al gauw dat ze zwanger was. Dat was niet de bedoeling, want ze wilde de toneel school toch volgen. In 'Nooit meer slank' vertelt ze hoe haar zwangerschap een pre cedent schiep: „Een delega tie uit mijn klas ging aan de directeur vragen of ik toch mocht blijven. Ademloos wachtte ik onderaan de trap op de uitslag. Ik mocht! Ik was de eerste leerling die zwanger was en wel gewoon het cursusjaar mocht afma ken". Omdat ze met het groeiende kind in haar li chaam toch dikker zou wor den, had ze er geen proble men mee om zich vol te proppen moet voedsel. „Het cliché 'je moet nu eten voor twee' viel bij mij in goede aarde. Ik liet me dat geen twee keer zeggen en ik at voor twee", vertelt de Am sterdamse. Voor haar studie op de toneelschool had dat tot gevolg dat ze meestal rollen kreeg toebedeeld die bij haar omvang pasten. Marjan: „De voedster in Ro meo en Julia, of het ver krachte meisje". Alle diëten die ze volgde ten spijt, Marjan hield 'slank zijn' nooit lang vol. Gek op eten en door de omstandig heden gewongen bleef ze zich volproppen met voedsel en lekkernijen, vaak tot kot sen toe. Ze beschrijft hoe dat tijdens voorstellingen in zijn werk ging: „Vaak at je uit verveling. Alleen als je een grote rol had, dan dacht je niet meer aan eten. Maar omdat ik de koningin van de kleine rollen was, vielen er vaak gaten in zo'n avond. Die moesten gevuld worden. Breien kan ik niet en lezen was te gevaarlijk. Je kon makkelijk het moment van een opkomst vergeten. Dus eten bleef over". „Met schrijven ben ik in 1977 begonnen, uit onvrede over het werkaanbod. Ik heb toen de show 'Moeder en haar jongens' geschreven, maar dat was geen doorslaand succes. Later heb ik samen met Jeroen Krabbé een kookboek samengesteld. Ik speelde toen een rol in de se rie 'De Fabriek'. De zoveel ste rol als huishouster. In die tijd - begin jaren tachti ig - was exotisch eten erg in de mode. Een lekkere Holland se hutspot was er niet meer bij. Jeroen en ik - hij is ook dol op eten - hebben toen sa men dat 'Bezuinigingen Kookboek' samengesteld. Eenvoudige en goedkope maaltijden. We noemden dat boek zo, omdat het kabinet dat jaar met 'Bestek '81' kwam", herinnert Marjan zich. Verder schreef Marjan voor de programma's 'De Hutsgeklutste' van de KRO en 'De Pomp' van de IKON. Daarnaast schreef ze verle den jaar voor de kinderboe kenweek samen met haar man de musical 'Wordt er in de ruimte ook gelezen?'. Marjan Berk: „Op een gege ven moment zei iemand me dat ik best een leuke pen had en of ik niet eens een boek wilde schrijven. En dat heb ik gedaan. Achteraf is 'Nooit meer slank' wel een erg per soonlijk boek geworden. Maar ik baalde zo van de hypocrisie over mode, dik en slank, dat ik mijn persoon lijke opvattingen daarover in het boek heb gewerkt". Damesbladen die artikelen over puntendiëten publice ren en daarnaast de meest verrukkelijke gerechten la ten zien kunnen geen goed doen in de ogen van Marjan Berk. Mode die vrouwen dwingend de slanke lijn op legt, mannen die daaraan teloorgaan en wier vrouwen alleen maar mooi moeten zijn met een slanke taille en lange ranke benen, dat alles vindt Marjan verwerpelijk. „Natuurlijk is het leuk om net als andere vrouwen in de laatste mode rond te lopen. Dat geeft een gevoel van wellust. Maar het is niet de kunst om tien pond af te vallen, zodat je je kunt kle den in strakke broeken of een kokerrok. Kunst is, dat je je - ook als dikkerd - goed voelt in datgene wat je draagt", meent Marjan Berk. Marjan is na veel pogingen om de nodige pondjes over gewicht weg te krijgen er achter gekomen, dat slank er voor haar niet inzit. Dik hoeft niet lelijk te zijn. „Ik ben geen expert en ik kan natuurlijk niet op alle vra gen antwoord geven. Maar mijn stem is niet die van een roepende in de woestijn. Het feit dat er zoveel respons op mijn boek is gekomen, be wijst dat mijn stem gerust stelt, steunt", vertelt Marjan Berk. „Ik heb mezelf leren ken nen", bekent ze in haar eer ste boek. „Wanneer het gaat om een knoop die dicht kan, of om een bordje boerenkool dat me aanstaat, dan kies ik de boerenkool. Ik houd zo veel van eten, het stoffert en kleurt mijn leven. Er zijn mensen die andere harts tochten hebben en eten on belangrijk vinden. Ik niet. Ik vind eten belangrijk. Ik wil niet echt dik worden, wan staltig, dat niet. Daar blijf ik tegen vechten. Maar slank zal ik nooit meer worden. Nooit meer". HOGE bomen vangen nog steeds veel wind. Zo'n boom zit ook min of meer in het verdachtenbankje. Alles wat hij zegt kan niet alleen, maar wordt ook daadwerke lijk tegen hem gebruikt. Ja renlang je uiterste best doen (ongetwijfeld) om schier on oplosbare problemen toch op te lossen en dan desalniette min constant als pispaal ge bruikt worden door dezelfde mensen voor wie je het uit eindelijk doet. Maar de boom heeft een troost. De enige mensen die geen geen fouten maken, zijn die welke niet werken. Lijkt me lo gisch. Wie volmaakt wil zijn moet dus vooral niet gaan werken. Succes verzekerd. Marcel van Dam echter spint garen bij Ruding, zij het in overdrachtelijke zin. Marcel's werk bestaat na melijk overwegend uit het leveren van kritiek vanaf de reservebank (die indruk heb ik althans) en het moet ge zegd: met een grote mate van volmaaktheid. De uit zondering bevestigt nu een maal de regel. Hij mag Ru ding dan ook wel dankbaar zijn. Dank zij diens opmer king kan hij weer weken vooruit. Links weet nog steeds niet wat rechts is en vooral niet hoe rechts links soms is. Roosendaal 3. Schneijderberg Een solidair gebaar van de arts om een inkomens steentje bij te dragen in het kader van hun salaris-oor log met het kabinet. De ster ke financiële positie van de medicus binnen ons bestel gaat nu wankelen. De vraag blijft natuurlijk in hoeverre alleen deze groep wordt ge pakt door regeringsmaatre gelen. De arts is niet de eni ge hulpverlener binnen de gezondheidszorg die moet inleveren. In de visie van de Landelijke Vereniging van Artsen (L.A.D.) treedt dui delijk naar buiten dat alleen de medicus zich 'gepakt' voelt. Jammer genoeg, ver geet de voorzitter van deze vereniging, J. Harvelink, andere belangrijke hulpver leners te noemen, zoals de verpleegkundigen. Deze groep is evenzeer hard aan gepakt door onze regering. Helaas werd de verpleeg kundige voorheen al onder gewaardeerd en wordt, nog altijd, op een matig salaris niveau gehouden door hem of haar zoveel mogelijk bin nen onregelmatige diensttij den te laten werken. Nog steeds staan tegenover wer keloze artsen ook werkeloze verpleegkundigen, want na het behalen van hun diplo ma moeten nog velen de straat op. Overwerk Nee liever niet, maar de patiënt is geen typmachine waar je als verpleegkundige om 17 uur een stofhoes overheen legt en naar huis gaat. Neen, de medicus is nog steeds niet degene die 'echt' aangepakt wordt binnen onze gezond heidszorg. Ik vraag mij af, met vele collegae; Wanneer haalt de verpleegkundige met dergelijk nieuws de vóórpagina van een dag blad? Ulvenhout W.N.J. v.d. Berg, verpleegkundige In De Stem d.d. 20-10-84 stond een artikel over de heer De Laat. Deze heer in kwestie zou volgens de ge meentelijke sociale dienst een economische eenheid vormen met een gescheiden vrouw. Hoe kan in hemels naam een man/vrouw, ge trouwd geweest met ieder een ander personage, plus lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllMllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll ER is bijna geen vissoort die meer tot de verbeelding spreekt dan snoek. Meestal wordt een snoek afgeschilderd als roofzuchtige veelvraat. Daarover bestaan heel wat misverstanden. Een snoek be hoort tot de grootgroeiers on der de zoetwatervissen. Snoe ken doen er bovendien niet zo lang over om een aanzienlijke lengte te bereiken. Het is heel wel mogelijk dat een eenjarige snoek uitgroeit tot een exem plaar van meer can 50 cm! In het tweede en de volgende ja ren gaat het langzamer. Dan telt voor de snoek meer de om vang dan de lengte. Snoeken van 80 cm behoeven echter zel den ouder te zijn dan 5/6 jaar. In het eerste en het tweede le vensjaar is de snoek met recht een veelvraat te noemen. Dan eten ze werkelijk alles wat ze voor de bek komt, heel vaak ook eigen soortgenoten. Snoek regelt de snoekstand, buiten de milieu-invloeden, daardoor helemaal zelf. De tijd waarin de bladeren vallen en de planten ook in het water afsterven is een prima periode om snoeken te vangen. Ten eerste omdat snoeken zich voorbereiden op de winter en op de (vroege) paaiperiode, ten tweede omdat veel vissen geen schuilplaats meer kunnen vin den. Dat is tafeltje-dek-je voor de snoek. Die wil in de komen de maanden best wel los' we zen. De bemaling van de pol ders, uiteraard na de natte pe riode extra, is voor het vangen van snoeken nadelig. De wa terstand wisselt voortdurend en er staat in de hoofdtochten een forse trek. Visje De Baroniesche te Breda viert dit jaar het 75-jarig bestaan. Naast tal van activiteiten vond dit heuglijke feit haar hoog tepunt in de opening door burgemeester Fey van een clubkantoor op 19 ok tober j .1. Op dat prachtige kantoor kan men terecht voor informatie over het vissen in en rondom Bre da alsook daarbuiten. Met recht kan de Baro niesche trots zijn op deze aanwinst welke zich be vindt op het Graaf Hen drik III-plein 27, tel. 076- 221442. Nog steeds de beste methode om snoek te vangen, zeker de grote, is het vissen met een le vend visje. Hoe groter de aas vis, hoe groter de snoek. Uit Engeland is het vissen met do de vissen zoals haring en ma kreel overgewaaid. Veel beet krijgt men niet, maar als het raak is dan is het een grote. Le vende visjes kunnen vooral succesrijk zijn waar kunstaas het minder of helemaal niet doet. Meest in doodgespinde wateren, wateren waar veel snoekvissers keer op keer hun lepels, pluggen en spinners doorhalen, brengt een levend visje wel succes. Geslikte haken komen bij het snoekvissen nogal eens voor. Dat komt vanwege de luie manier van vissen bij veel snoekvissers. Men wacht net zolang totdat de vis het aas slikt. Met een aastakeltje, waarin meerdere haken, is dat niet nodig. Men kan direct na dat de snoek het aas genomen heeft aantikken. Slikt de snoek de haak toch dan knipt men eenvoudigweg het onderlijntje zo dicht mogelijk bij de haak met Rien van Nunen door. De meeste snoeken zijn veel meer gebaat bij snel te rugzetten in het water dan het verwijderen van de haak. Zo'n haak verdwijnt bij de meeste snoeken op raadselachtige wij ze, terwijl (onderzoek O VB) de snoek er geen merkbare nade len van heeft ondervonden. Snoeken horen in het water. Elke gevangen snoek moet dus terug, vooral de grote. Grote snoeken eten weinig. Dat wordt bewezen door het feit dat echt grote snoeken zelden worden gevangen. In wateren waar men alle snoek terugzet, worden de snoeken echter minder groot. Vist men telkens wat snoek af en zet men deze uit in ivater elders dan groeit de rest sneller. De tijd dat hen gelaars snoek lekker vonden is voorbij. Ook bestuurders van hengelclubs zien steeds meer in dat snoek in hun viswater thuishoort. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllillllllllliltllllllIllllllllllllllllllllllll'lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllUlllllllllUlllllllllll £<«N ï5p«#ö&**-sr |v0^fc 0*°* ÖflïP-" het feit dat een ieder van hen geheel zelfstandig woont, een economische een heid vormen Waarom mag de heer De Laat deze vrouw niet bezoeken en/of haar helpen Ook al is hun rela tie niet zuiver vriendschap pelijk, wie of wat belet hun eikaars gezelschap op te zoe ken? Een RWW-uitkering is al geen vetpot, laat staan als men er dan nogeens een forse korting op toepast. Wanneer men samenwoont dan kan men een economi sche eenheid vormen, het behoeft echter niet zo te zijn. De gemeentelijke sociale dienst wil, zo zegt de heer De Laat, ook ziekengeld hebben van de vrouw in kwestie, over een periode waarin de heer De Laat ziek was. Tweede blunder van de GSD Beste medewerkers van de GSD, waar beginnen we aan Indien een van mijn buren gescheiden zijn en ik zou daar over de vloer komen, dan zou de gemeen telijke sociale dienst kunnen eisen dat mijn ziekengeld door de buren betaald wordt Met al, dit is een van de schrijnenste gevallen die ik ken, een geval dat zonder meer uit de wereld geholpen moet worden daar anders het einde ver zoek is. Breda D. Sibbald Het is weer zover; de belas tingaanslagen vallen in de bus. Het vreemde dit jaar is dat de belastingdienst van Breda nu een nieuwe taktiek heeft gevonden om de terug betaling uit te stellen of zelf achterwege te laten. De op lossing is: ...Aanslag nihil. De door de zorgvuldigheid vereiste motivatie m.a.w. hoe men tot een nihil aan slag is gekomen laat men in de meeste gevallen zomaar achterwege. Hoe weet de doorsnee burger nu of zo'n aanslag juist is Een be zwaarschrift indienen kost in de meeste gevallen moeite en geld, dus men laat het dan maar hierbij, immers de gedachte zal in de meeste gevallen zijn: ik hoef geluk kig niets te betalen. Wat een bezuinigingspolitiek... de ge wone man wordt weer eens 'gepakt'. En de redenering dat er mankracht te kort is om de genomen beslissing apart te motiveren is een ar gument dat de billijkheid en de redelijkheid omtrent de belangenafweging van alle kanten tart. Als er nu meer mensen zijn die in eenzelfde situatie verkeren, dan raad ik deze toch aan een be zwaarschrift in te dienen om zodoende te voorkomen dat bovenstaand in de toekomst een gewoonte zal worden. Voor problemen omtrent zo'n bezwaarschrift (binnen twee maanden na dagteke ning) kan men zich ook voor 'gratis' advies wenden tot de Inspectie der Belastingen te Breda. Oosterhout A.J. Boom How are you? I am a 16- year-old Korean girl who is a monitor of a high school, and a secretary of Echo Tee nager Club. My club is led by a social studies teacher, and has about 300 boys and girls aged 13-19. For special activities in my club, we are doing various things; seminar, learning fo reign languages (especially English), writing contest, music contest, oratorical contest, art exhibition, playing drama, cycling, tra velling, and so on. We are proud of being members of this club, since we are able to learn many interesting subjects, and enjoy leisure time very beneficially. It is the best time for us to invite some foreigners in Seoul to my club and have free dis cussions with them. By the way, we are eager to learn more about your coun try; geography, history, cul ture, people, custums, way of life, holidays, educational system, schoollife, favorite things, etc... We also would like to tell your people about my country. We are very anxious to ma ke penfriends with the boys and girls from your country. I should be very much obli ged, if you would give us an opportunity to make friends with boys and girls in your country. Please print my letter along with my picture in your publications so that I can receive a lot of letters. Well, I shall be looking for ward to hear from your country. Thank you for your service! Very truly yours, Myung Sook Jeong c/o Echo Teenager Club C.P.O. Box 5433 Seoul Korea Door Roger Simons In mijn kouwe aardappelen- buurt in Groot Londen wordt de rust zelden verstoord. Afge lopen zomer hebben we wel een garage gehad, die af brandde en met luide knallen in de lucht vloog. Meteen was buurman Green zijn voorraad benzine voor de grasmaaima- chine kwijt. Iedereen genoot van de sensatie, de enige van het seizoen. Datje in Londen woont, bete kent dus niet direct opwin ding aan de lopende band. Ik geloof trouwens, dat de 400~in- woners van East Wretham en Great Hockham, twee afgele gen gehuchten in Norfolk, vandaag de dag meer beleven dan ik. In die oorden, ver van Londen, zorgt de Britse staat doorlopend voor verzet. De mensen hebben daar zelfs geen televisie meer nodig. East Wretham en Great Hock ham liggen vlak naast het mi litaire kamp van Stanford, da terend van de Tweede Wereld oorlog. Het is 25 vierkante mijl groot en werd destijds in ge bruik genomen om rauwe re- cruten gaar te kunnen maken voor de dienst op echte fron ten. Na de oorlog vond Defensie in Londen dat Camp Thorpe van Stanford niet in onbruik mocht raken. De schijnoorlo- gen werden er dus voortgezet, zij het op een minder intense en dus meer bezadigde manier. Wegens de uitgestrektheid van het kamp had de naaste omge ving daar niet veel last van. De mensen waren het gerom mel in de verte toch al ge wend. Maar sedert de Britten er twee jaar geleden in slaagden hun Falkland-eilanden te bevrij den, hebben zij de smaak van echt oorlogvoeren kennelijk opnieuw te pakken. In Camp Thorpe is het nu weer elke dag een leven, dat horen en zien vergaat. Straaljagers en heli kopters scheren laag over de grond; kanonnen en mortie ren bulderen dat het een lieve lust is; granaten en bommen maken een hels lawaai. Soms is het net of alles er in brand staat. De mensen in de buurt kun nen er haast niet meer van sla pen. „Het is een bijzonder nare gewaarwording", zeggen ze, „dat je slaapkamer in een rosse gloed staat wanneer je 's mor gens om 3 uur wakker schrikt van de explosies. Steunend op het idee, dat je tegenwoordig op alles voorbe reid moet zijn, heeft het Britse ministerie van Defensie nu be sloten er nog een schepje bij te doen. Het gaat in Camp Thor pe een stuk of twintig huizen en een heuse kerk bouwen en dan nog wel in onvervalste Noordduitse stijl. Ze zullen er helemaal echt uit zien, want het te gebruiken materiaal wordt speciaal uit het noorden van Duitsland geïmporteerd. Dit onbewoonde namaak-ge- hucht zal door de troepen van Hare Britse Majesteit gebruikt worden om zich te bekwamen tot specialisten in de edele kunst van levensechte straat gevechten. Zo'n 150 militairen zullen er mekaar elke dag en nacht van katoen geven met losse flodders, botte bajonet ten, namaakvuurwerk en rea listische geluiden, in stereo verspreid door sterke luid sprekers. Óp het eerste gezicht niets bij zonders voor een militair kamp zoals Thorpe. Het volk van de naburige gehuchten heeft er principieel niets op tegen, want het gunt de solda ten hun plezier. In East Wre tham en Great Hockham vin den ze het alleen maar verve lend, dat Defensie dit mamaak/j Noordduitse gehucht uit de grond gaat stampen op min der dan 500 meter afstand van twintig huizen, bewoond dooi zestig burgers die van militai re zaken weinig afweten. Omdat deze mensen het risico lopen in de toekomst niet veel uiltjes meer te zullen kunnen knappen en zelfs 's nachts geen oog meer dicht te /cunW< doen, tekenen ze verzet aan.l hebben al een protestcomité opgericht. Wij zullen vechtt'1 voor de kwaliteit van ons le ven", zeggen ze. Het Britse ministerie van De fensie dat zijn troepen wil voorbereiden op bestorming^ en huis-aan-huis gevechten it West-Duitsland na een invasii door eenheden van het Pact van Warschau, begrijpt de kouwe drukte niet. „Van oor logsfilms op de televisie krij gen ze nooit genoeg", merken zijn woordvoerders schampen op, „Maar van echte militaire shows willen ze niet meer ire- ten." Defensie in Londen doet net alsof dergelijke oefeningen vertoningen zijn waarnaar je met een voorraad pilsjes en enkele schaaltjes borrelhapje op je gemak kunt gaan zitten kijken. En laat de Russen dan maar komen!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 4