blazen GEZONDHEID AMATEURSPORTERS STEEDS GROTER PROBLEEM Di y i uö wHEWBEBW BEVRIJDING '44 ZATERDAG 27 OKTOBER 1984 W3 OTEEDS meer mensen vullen hun vrije tijd met sporten. Vaak zonder enige hegeleiding. Met alle risico's vandien. Om goed in te kunnen haken op de ontwikkelingen in de sportsector werd twee jaar geleden het NISGZ (Nationaal Instituut voor Sport Gezondheidszorg) opgericht. Daaronder resorteren onder meer de SMA's (Sport Medisch Adviescentrum). Er staat onder meer eentje in Breda en er is een SMA in Vlissingen. Een verhaal over cijfers die duidelijk aantonen dat er in de sportgezondheidszorg nog heel wat terrein braak ligt. Doden iri obo-r Onderzoek Omstreden Onderzoek Object E bevrijding kwam voor Breda, 29 oktober 1944, op een zondag. Een zondag? Een zondag, ja, maar de dagen gingen in de schuilkelder bijna naamloos voorbij. Er was, zeker voor een 16-jarige, niets die ochtend wat de dag op een zondag deed lijken. Het vertrouwde patroon van het zaterdagse badritueel, de zondagse kleren en de kerkgang, d'r was allemaal niks van gekomen. BEVRIJD. WAAR ZIJN DE ENGELSE SIGARETTEN DAN? Stilte Ziekenhuis Opgeblazen W2 v*- t I>r-Ée W*. Pr«4* |rf*nn onbvlwi KAKfcCATftAAT ees wan Valderen tekende deze prent in 1944 'Breda volgens inen ontruimd'. De Polen zijn in het hartje van binnenstad. Bij die Grote Kerk gt vaandeldrager Pawl Nowak ;e dagen later een nieuw vaanciei ;ereikt, dat de gemeente Breda de Eerste Poolse Pantserdivisie ft geschonken. In 1946 krijgt die isie het recht om op de mouw be- ve het opschrift Poland ook het pen van de stad Breda te dragen. rele Poolse oud-strijders zijn in da blijven wonen, toen zij voor ze werden gesteld om Bredanaar 'orden, in Engelse dienst te komen wel terug te keren naar hun va land. Ze zijn met Bredase vrou i gehuwd en hun kinderen en nkinderen houden Poolse tradi- in ere. Een van die tradities is dat >p 29 oktober ieder jaar weer wit- r bloemen leggen bij de graven de jonge mannen, die de bevrij- j van de Baronie met hun leven ben betaald. Dio Rovers (89). - FOTO DE STEM /DICK DE BOES In de kelder van zijn woning aan de llenburgstraat 107 heeft hij de ti jding verder afgewacht. Vanuij n slaapkamer had Dio Rovers a 'der foto's gemaakt van de aftocM n de Duitsers. „Het was een verlo- zoodje. Ze reden met alles wat ze stolen hadden via de Dillenburg* aat en de Baronielaan de stad uit Toen de gevechten in zijn woon* aat voorbij waren, maakte vers opnieuw foto's. Nu van Poolse daten: „Het eerste wat ik hun te ;n gaf was een trosje druiven. Toe" de Poolse soldaten langs mijn tuin* k zag lopen, deed ik de deur op®1' waarschuwden mij nog niet naaf iten te komen. Er zaten nog Duitse ïerpschutters bij boer Oomen ver* rop in de straat. Voor zijn kunstbeschermende acti' eiten in de oorlog heeft Dio Rover medaille gehad. „Lands Kuns borgen door veler Zorgen" staat e Op 29 oktober 1984, veertig jaar n bevrijding, komt die medaille wee ven tafel. bij de keuring zijn niet meer voidoende Door Romain van Damme PSMO, SBK, SMR, SMA, NISGZ. Wellicht rijst bij de lezer het vermoeden dat het gaat om ingewikkelde wis kundige termen, gebruikt om een of ander ruimtevaart schip feilloos in een baan rond de aarde te brengen. Fout dus. De zo keurig achter elkaar ge plakte letters, voor de leek nauwelijks te ontcijferen, ho ren thuis in de sportgezond heidszorg. Op dat terrein wordt de laatste ja ren heel wat afgepraat. Vandaag ko men de leden van de 'Vereniging voor Sportgeneeskunde' weer bijeen op het nationaal sportcentrum Papendal om daar een dag van gedachten te wisse len over de 'recente ontwikkelingen in de sportgezondheidszorg'. Geen overbodige luxe, want de sport neemt een steeds belangrijker plaats in in de huidige maatschappij. Meer vrije tijd nodigt heel wat men sen uit om eens wat aan sport te gaan doen. En dan gaat het niet om top sport. Wel om papa en mama die be sloten hebben in de plaatselijke sporthal eens een badmintonracket ter hand te nemen of in de avonduren enkele kilometers rennend te over bruggen. Om dat allemaal in goede banen te leiden, de risico's zo klein mogelijk te houden, zijn er allerlei in stanties in het leven geroepen. Dat was hard nodig omdat de cijfers over blessures en doden in de sporten alar- mererend zijn. In 1980 vielen er in Nederland in de sport 94 doden te betreuren, terwijl het gemiddelde in de jaren daarvan op 52 stond. Dat is 1 op de 20.000. De meeste doden vielen bij sporters van middelbare leeftijd. Vier keer zoveel als in de voorgaande jaren. Meer re cente cijfes zijn nog niet beschikbaar. De kosten van de behandeling van sportblessures worden geschat op on geveer 200 miljoen gulden. Het ar beidsverzuim bedraagt door die bles sures maar liefst een miljoen werk dagen. Onlangs gooide Willy Weier, de voorzitter van de Westduitse sportbond, er nog een aardig cijfer te gen aan. In zijn geboorteland moest 60 miljard mark uitgetrokken worden om door sport opgelopen schade te herstellen. Het SMA (Sport Medisch Advies Centrum, daarover straks meer) uit Haarlem kleede het tienjarig bestaan aan met een uitgebreid onderzoek bij sporters boven de 35 jaar. In totaal werden 647 sporters bekeken. Toen bleek dat 216 mensen (33,4 procent) in rust een te hoge bloeddruk hadden. Een inspanningsonderzoek leverde op dat 167 mensen een echte afwijking hadden. Het voornaamste 'euvel' was overgewicht (72 procent). Daarna volgde te veel roken en te veel alco holgebruik. De duursporters kwamen er wat dat betreft het beste vanaf. Van de 116 mensen die niet rookten en niet te dik waren, had 0,9 procent een te hoge bloeddruk. Bij 82 onderzochte 'gewo ne sporters' was dat maar liefst 20,9 procent. Een rust-electrocardiagram wees uit dat 52 mensen een afwijking hadden, waarvan acht alarmerend. Na een onderzoek naar hart-en bloedvaten kregen 107 mensen te ho ren dat ze het rustiger aan moesten doen. Twee mensen werd meegedeeld dat ze onmiddellijk moesten stoppen met sporten. En tot slot, even volhou den nog, had 66,9 procent een voetaf wijking, 21,5 procent een niet opti maal functionerende knie, 20,7 pro cent rugklachten, 20,6 procent proble men met het bekken en 9,7 procent een zwakke achillespees. Gebleken is dat veel blessures voorkomen worden kunnen worden door een goede voorlichting en bege leiding. Een onderzoek in Zweden heeft aangetoond dat 75 procent van de voetbalblessures 'overbodig' wa ren. Joop van der Reijden, staatsse cretaris van WVC, heeft daarom al aangekondigd dat in samenwerking met de Nederlandse Sport Federatie en Consument Veiligheid voor vol gend jaar preventie als studieobject te zullen aanwijzen. Dus meer aan dacht vestigen op het voorkomen van blessures. Dat er in de weekends 200.000 mensen poliklinisch behan- Abde Best: „Medisch leider van het SMA in Breda. „De sportgeneeskunde moet voor iedereen toegankelijk zijn". - FOTODESTEM/DICKDEBOER deld worden, door de week 300.000 mensen hun heil zoeken bij artsen en therapeuten en per jaar 40.000 fractu ren geregistreerd worden, is inder daad een teken aan de wand. De sportkeuring in Nederland is al jaren omstreden. De tien kniebuigin gen, even op de weegschaal staan en de lengte meten, maken al lang geen indruk meer. Diverse sportbonden, onder meer basketbal en hockey, heb ben alweer enige tijd geleden beslo ten die keuring niet meer verplicht te stellen. Het NISGZ (Nationaal Insti tuut voor de Sportgezondheidszorg) dringt er daarom op aan dat het PSMO (Preventief Sportmedsich On derzoek) de keuring moet vervangen. Om even terug te komen op dat NISGZ het volgende. Het Instituut werd in februari 1982 in het leven ge roepen. Met als centrale doelstelling „de sportgezondheidszorg in Neder land op een kwalitatief zo hoog moge lijk peil brengen en de mogelijkheid scheppen, dat deze voor alle sportbe oefenaren - ongeacht het niveau en de wijze waarop sport wordt beoe fend - beschikbaar wordt gesteld", u; Om dat te bereiken zijn er 38 regio nale eenheden SMR (Sport Medisch Regio) uit de grond gestampt. Die SMR's beschikken over een aantal SKB's (Sport Keurings Bureau) en SMA's (Sport Medisch Adviescen trum). In Breda is Ab de Best medisch leider van het SMA dat in het GGD- gebouw aan de Leuvenaarstraat ge vestigd is. Ongeveer zes jaar geleden was hij een van de oprichters van het SMA. Weliswaar heeft het SMA niet te klagen over belangstelling, maar een echt bekende klank in de sport wereld heeft het SMA nog niet. „In principe kan iedereen bij ons komen", legt Ab de Best uit, „bij sommige sportbonden is een bezoek aan het SMA trouwens verplicht. De motor sportbond stuurt haar leden naar ons">. Uiteraard is het'SMA geen lief dadigheidsinstelling. Als er 's maandags een bezoek ge bracht wordt aan het spreekuur moet er 20 gulden betaald worden. Er kan dan een afspraak gemaakt worden om eens. een uitgebreide sportkeuring te ondergaan. Dat gebeurt twee da gen in de week. In groepsverband kost dat 50 gulden, individueel 100 gulden. Niet goedkoop, maar men krijgt er wel het een en ander voor te rug. Een SMA is namelijk uitstekend uitgerust om de sporter uitgebreid te onderzoeken. Om alle misverstanden te voorkomen, het SMA behandelt niet. De stafleden geven adviezen. Om dat zo goed mogelijk te doen be schikt het SMA in Breda over zes art sen en vijf fysio-therapeuten. „Die artsen moeten veelzijdig zijn", zegt Ab de Best, „daarom gaan ze iedere maand naar een nascholings cursus. We moeten de ontwikkelingen goed bijhouden. Dat is een must om goed te kunnen functioneren". Ab de Best benadrukt dan nog eens dat het SMA een adviserende functie heeft. Als voorbeeld dient iemand die een marathon wil gaan lopen. „Dan kunnen wij adviezen geven omtrent het te dragen schoeisel. Wij proberen wat te doen voor de massa. Iemand die wil gaan sporten, kan bij ons terecht. Juist die mensen. SMA's zijn er om in de breedte voor eenieder de sportgeneeskunde toegankelijk te maken. Ik geef toe dat vijftig gulden veel is, maar het is de moeite waard. Zeker voor de wat oudere sporters. Vijftien jaar geleden maakte een Westduitser een proefschrift over de plotselinge dood in de sport. Toen bleek dat trimmen voor de oudere mensen niet altijd zo gezond is. Dat moet dan goed begeleid worden". Het PSMO. Om het geheugen even op te frissen, dat is het Preventief Medisch Onderzoek dat de 'oude sportkeuringen' moet vervangen. Vrijwel eenieder in de sportgenees kunde is er van overtuigd dat de vroegere sportkeuringen a raison voor 25 gulden geen nut hebben. „Maar", zegt Ab de Best over het PSMO, „je moet wel reeël blijven. Een PSMO houdt in dat je een aantal vra gen voor je krijgt. Ik noem dat keuren met een malleke. Dat wordt dan over die vragenlijst gelegd. Als er iets bui-- ten dat malleke valt, wordt je doorge stuurd. Het kan natuurlijk gebeuren dat iemand denkt, mij best, ik vul het zo in, dat ik meteen kan gaan sporten. Dan strooi je jezelf natuurlijk wel zand in de ogen. In ieder geval zijn de discussies over dat onderzoek nog volop in beweging. Wellicht wordt het verplicht dat mensen boven de veertig een PSMO-onderzoek moeten ondergaan". Ab de Best, huisarts in Breda- Noord, doet echter weer een stapje vooruit. Richting SMA dus. „Het gaat niet om de topsporter", stelt hij, „die topsporter wordt al voldoende bege leid. Voor mij zijn dat trouwens geen sporters meer. Neem Moser. Die wordt op een universiteit totaal bin nenste buiten gekeerd. Moser is een object, geen individu meer. Een robot van de wetenschap en van het zaken leven. De Tour uitrijden is voor mij trouwens geen kunst. Degenen die clean rijden, komen, niet in Parijs ',^ar). Laat ?e Het tegehdeel maar be-_ wijzen. Ik beschuldig die jóngens niet, wel de organisaties". Vandaar dat Ab de Best het liever bij de SMA-bezoekers houdt. In dienst van de sportgezondheidszorg die de alarmerende cijfers zo snel mogelijk wil terugdringen. Voor de liefhebbers nog: 80 procent van de blessures wordt veroorzaakt door ge brek aan conditie, slechte bewegings techniek, verkeerde of te zware trai ning, gebruik van slecht materiaal of slechte accommodatie. Ab de Best heeft er niets meer aan toe te voegen. Door Toon Kloet In de kelder, onder een krui denierszaak twee deuren van ons eigen huis vandaan, was de buurt in een ongekende, angstige spanning al enkele dagen en nachten bij elkaar. Luchtalarm, bommen, be schietingen, luchtgevechten, dat kenden we, dat hadden we allemaal al meegemaakt. Maar een bevrijding...? Hoe gaat zoiets? Toen Breda in mei 1940 door de Duitsers werd ingenomen waren we collectief op de vlucht geweest. Breda was geëvacueerd -wij trouwens niet verder dan de Tiggeltseweg in Rijs- bergen- en hoe de bezetting van onze stad in haar werk was gegaan wisten we niet. Er waren sporen geweest -en vooral geruchten- die op straatge vechten hadden gewezen, maar de stad was er aardig gespaard afgeko men. Wat stond ons nu te wachten? Er was maar één ding dat iedereen zeker wist: eindelijk -maar wan neer?- zouden de langverwachte Tommies komen. Toen het zover was De 'Tommies' waren onverstaanbare Polen bleken 'onze' Tommies onverstaanba re Polen te zijn en ik weet dat min stens één dame in ons keldergezel schap, die zich degelijk op de komst van de bevrijders had voorbereid, haar teleurstelling maar nauwelijks achter sprakeloosheid kon verbergen. Het was in mijn herinnering een heel stille zondagmiddag, die 29e ok tober 1944, afgezien dan van de front- geluiden die al dagen en nachten lang de verte'vulden. In de ochtend waren we, dat weet ik nog goed, gealar meerd geraakt door het lawaai van een met één paard bespannen lege wagen, die door een Duitser vonken- spattend over de kinderkopjes van onze straat werd gejaagd. Waarom? Waarheen? En daarna niks meer. Geen mens, geen dier, geen ding. Een onwezenlijke, intense stilte, dreigen der dan stilte ooit heeft kunnen klin ken. Een stilte die als een mateloze, schijnbaar niet te overwinnen af stand tussen ons en de vrijheid stond. Want die vrijheid zou immers komen met het gedaver van de oorlog. We hoorden het toch in de verte! Daar waren ze, daar vochten ze, de bevrij ders. Maar in onze straat, waarmee we enkel contact hadden via een kel derluik, grendelde de stilte alles af. De vrijheid kwam in werkelijkheid met één vreugdekreet. Van een man uit de buurt die heel plotseling boven aan de trap naar onze kelder stond. „Een tank op de Markt! Er staat een Engelse tank op de Markt...!" De reacties kan ik niet beschrijven. I® De eerste Poolse tanks rijden een stad vol angstige stilte binnen. De eer ste bevrijde Bredanaars (rechts) zijn uit de kelders gekomen. Een foto, in gezonden door P. Verkooijen uit Raamsdonksveer, die gemaakt is in het Wilhelminapark. De tanks komen aangereden uit de Molengrachtstraat, die later is omgedoopt tot Poolseweg. Blijdschap, ongeloof, tranen, angst die niet weg wilde? Ik weet het niet meer. Het zal er allemaal wel geweest zijn. Maar de verrassing werd nog groter, want toen we, na zo'n minuut of tien, schat ik, eindelijk de bedomp te veiligheid van de kelder durfden verlaten stond er een tank in onze eigen straat. Een tank van de le Pool se Pantserdivisie. En een motorrijder. Besmeurde soldaten met donkere ba retten. Dat beeld vergeet ik nooit meer. Zó zag de bevrijding er dus uit! Eén tank en een motor. En verder? Verder voorlopig niks. Maar zo was het ook goed. We waren bevrijd! En toen was mijn eerste verlangen om naar mijn moeder te gaan, die al ge ruime tijd in het ziekenhuis lag, in de kelders van het ziekenhuis die in die i dagen als noodziekenzalen- wairen inr gericht. Al dagen hadden „we. haar niet kunnen bezoeken; terwijl hét zie kenhuis toch op minder dan een kwartier gaans van ons huis vandaan lag. Onze straat uit, één straat naar rechts, de Nassaustraat, uitlopen, de Wilhelminasingel oversteken en je was er. Het drong niet eens tot mij door dat een schijnbaar uitgestorven stad in de frontlijn geen wandeldo mein is. Dat drong blijkbaar tot nie mand door, want niemand hield mij en mijn iets oudere broer tegen toen we zeiden 'even naar het ziekenhuis' te willen. Merkwaardig genoeg was de im mense stilte in onze straat door de aankomst van de eerste bevrijders nauwelijks verstoord. Dat had ons natuurlijk moeten waarschuwen, maar wisten wij veel! Voor ons klonk die stilte opeens zoveel anders, niet meer bedreigend. We hadden immers goed nieuws bij ons, het nieuws -ein delijk- dat Breda was bevrijd! In de Nassaustraat zette die stilte zich voort. Buiten ons was er nie mand op straat. Aan onze rechter hand stonden, zoals nu nog, de huizen waar de bewakers van de koepelge vangenis woonden, vrijstaande hui zen met tuinen ertussen die door een dere houten hekken van de straat waren afgescheiden. Halverwege de straat kregen we de schrik.van ons leven toen iemand plotseling heel hard „boeh...!" riep. In een van de tui nen hadden zich, tot onze verbazing, Duitse soldaten ingegraven, gewa pend met pantservuisten. Kennelijk onkundig van de nabijheid, nauwe lijks een straatlengte terug, van de vijand, de Polen. En hoogst geamu seerd door onze schrik! Zelfs toen drong het nog niet tot ons door wat het betekende, dat we vóór de bevrijders uit dwars door het front liepen. We wilden gewoon naar het ziekenhuis! Amper honderd me ter verder ontdekten we,'dat het kip- pebruggetje over de Wilhelminasin gel, vlak voor het Ignatiusziekenhuis, was opgeblazen. Terug naar huis, naar de kelder? Welnee, er lagen nog stalen balken over het water eb er restte nog genoeg van de brugleuning om de oversteek mogelijk te maken. Maar nauwelijks hadden we de ande- re kant van de singel bereikt, of rechts van ons, in de richting van het Wilhelminapark, begonnen mitrail leurs te ratelen. In paniek renden we de brede rijweg over en we bereikten ademloos, maar ongedeerd het zie kenhuis. Waar we ontvangen werden met een scheldkanonnade. Hoe we het, in godsnaam, in onze hersens hadden gehaald om in zó'n toestand... Het wemelde in de hal en in de gangen van het ziekenhuis nog van de Duitse militairen. Langzaam drong het tot ons door waarom we niet met gejuich werden ontvangen, waarom we onze heilsboodschap niet kwijt konden. We waren in nog bezet ge bied terecht gekomen. Bevrijd...? Hoezo bevrijd? Waar, vroeg ons een Duitse officier, waren dan de Engelse sigaretten...? We mochten even naar de kelder, op bezoek bij ons moeder, om ook haar tenminste te laten delen in onze in tussen wat ongewisse vreugde. En toen moesten we weg. Zien dat we zo snel mogelijk weer thuis kwamen, eer het er rond het ziekenhuis echt zou gaan spannen. Van die weg terug herinner ik me niets meer. Maar het idee dat wij, op die overigens zo gedenkwaardige zondagmiddag, getweeën in onze argloosheid twee keer door het front zijn gewandeld... om duizend doden te sterven!

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 23