Expositie van meesterwerken van 't 17e eeuwse Nederlandse genre in Londen Dassenburcht zwaar belaagd OPROEP! OPROEP! OPROEP! OPROEP! ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1984 TIJDPERK VAN VERMEER EN DE HOOGH EXTRA ZATERDAG 29 SEPTEM AUTOMOBILIST, VOSSENJAGER, BOER EN AMBTENAAR DOEN DAS BIJNA 'DE DAS OM' Das om Het haasje Verbod Gedichten Suske en Wiske: Het fypie Happie en de c Van onze correspondent in Londen, Roger Simons LONDEN - Voor liefhebbers van Nederlandse genre-kunst in beeld en muziek, is de Brit se hoofdstad dit najaar een paradijs waarin ze volop aan hun trekken kunnen komen. In de Royal Academy, op Pic cadilly, loopt tot 18 november een grote tentoonstelling, ge wijd aan meesterwerken van het Nederlandse 17e eeuwse genre. Ze draagt de titel: Het tijdperk van Vermeer en De Hoogh. In twee naburige kerken, St. James's op Piccadilly en St. George's op Hanover Square, wordt in die periode Neder landse muziek uit de tijd van Vermeer ten gehore gebracht. De Nederlandse ambassade steekt een gulle hand toe bij de financiering van vijf concer ten waarin o.m. zullen optre den Gustav Leonhart, Frans Bruggen en het Amsterdamse Barokorkest. Deze expositie van Neder landse genrestukken werd op touw gezet door het Kunstmu seum van de Amerikaanse stad Philadelphia, in samen werking met de Gemaldegale- rie, Staatliche Museen, Prues- sischer Kulturbesitz van West-Berlijn en de Royal Aca demy van Londen. Afgelopen lente was ze te bezichtigen in Philadelphia en van de zomer in Berlijn. In Londen vindt ze doorgang dankzij een royale toelage van de American Ex- "School in opstand" van Jan Steen Noord-Amerikaanse en Euro pese musea of particulieren. Een "Interieur" van Jan Steen press Foundation, die in 1980 gesticht werd om overal de kunst dichter bij het volk te kunnen brengen. Voor de Britten is zo'n expo sitie van Nederlandse genre stukken een revelatie. Het da gelijkse leven van de Hollan ders in de 17e eeuw, kunstig uitgebeeld in olieverf, boeit hen bovenmatig. Op elk van de 111 tentoongestelde mees terwerken, die stuk voor stuk getuigen van grote verschei denheid, zowel qua stijl als qua onderwerpen, ontdekken de bezoekers de meest verras sende en steeds haarfijn ge schilderde details, waaruit ze enorm veel kunnen leren. Dit heeft tot gevolg, dat iedereen voor de doeken blijft rondhan gen en er nooit genoeg van krijgt. Toch halen sommige moder ne kunstcritici misprijzend de neus op. Ze zeggen, dat het al lemaal prenten en plaatjes voor koekjestrommels zijn. De romantische en huiselijke sfeer die vele van deze werken uitstralen, bevalt hen niet. Maar ze geven wel toe, dat de Nederlandse genreschilders meesters waren in het aan brengen van natuurgetrouwe lichteffecten. De zachte over gang van licht naar donker, de vlammen van een haardvuur, weerkaatst op het gezicht van stoere militairen, half duistere hoekjes van kamers waarin uiterst merkwaardige ge bruiksvoorwerpen verspreid liggen, die toch duidelijk afge tekend zijn, maken van een studie van zo'n schilderij een onvergetelijke belevenis. Het grootste deel van de tentoongestelde meesterwer ken is al jaren weg uit Neder land. Koningin Elizabeth II van Groot Brittannië bezit en kele prachtige Vermeers, die ze voor deze gelegenheid uit geleend heeft. Zij vormen met nog andere doeken het hoogte punt van de expositie. Talrijke genreschilderijen werden ter beschikking gesteld door De expositie stelt om te be ginnen enkele kunstenaars uit Utrecht en Haarlem voor, die tijdens de eerste helft van de 17e eeuw naar Rome trokken om daar het werk van Cara- vaggio en zijn Romeinse vol gelingen te kunnen bestude ren. Later werden deze arties ten, onder wie Dirck van Ba- buren en Gerrit van Hont- horst, de Garavaggiste van Utrecht genoemd. Na hun te rugkeer uit Rome schilderden zij godsdienstige en mytholo gische onderwerpen. Maar omdat in de protestantse repu bliek de vraag naar dergelijke doeken niet erg groot meer was, legden zij zich steeds meer toe op de genrekunst. De tweede zaal is gewijd aan 'vrolijke gezelschapjes', die de eerste dertig jaar van de 17e eeuw een kortstondige bij val genoten en van Vlaamse oorsprong waren. Pieter Cod- de (1599-1678), Willem Duyster (1598/99-1635) en Duysters zwager Simon Kick (1603-1652) vormden samen een hecht groepje Amsterdamse schil ders, gespecialiseerd in de voorstelling van kleine, zorg vuldig afgewerkte tafereeltjes van soldaten in een wachtlo kaal (de zogeheten Cortegard- jes), of van dansende en drin kende mensen in gezellige in terieurs. In de volgende zaal maakt de bezoeker kennis met Adriaen Brouwer (1606-1638), afkomstig uit het Vlaamse Oudenaarde, die met Adriaen van Ostade (1610-1685) in Haarlem bij Frans Hals in de leer zou zijn geweest. Brouwer en Van Ostade schilderden volkse figuren, onder wie pijp rokende mannen (roken was toen nog een moderne nieu wigheid), zingende drinkers en smullende plattelanders. De tijdgenoten van Brouwer koesterden grote bewondering voor diens werk. Rubens bezat niet minder dan 16 van zijn schilderijen. Op Rembrandts inventaris uit 1656 stonden 6 doeken van Brouwers hand. De vierde zaal van deze merkwaardige expositie is ge vuld met schilderijen van Qui- ringh van Brekelenkam (ca. 1620-1668) en van de gebroe ders Cornelis (ca. 1607-1681) en Herman Saftleven (1609-1685), uit Rotterdam, die tot in het "De Kantkloster" van Jo hannes Vermeer Van een onzer verslaggevers ARNHEM - Nog even plank gas, een salvo goed gerichte schoten in de herfst plus nog meer vierbaanswegen vlak langs of dwars door natuurge bieden en Nederland verliest voorgoed zijn grootste roof dier: de das. Meteen enkele alarmerende cijfers, afkomstig van het Rijksinstituut voor Natuurbe heer (RIN) in Arnhem, dat binnenkort een rapport uit brengt over de nagenoeg uit getelde das. In 1960, toen de biologen Van Wijngaarden en Van de Peppel, het dassenbestand in Nederland onderzochten, turf den zij nog 575 hoofdburchten, de ondergrondse, van vele gangen en kamers voorziene woning van dit nachtdier. Twintig jaar later, zo leert het RIN-onderzoek, telt ons land krap 360 burchten, een achteruitgang van dik dertig procent. Kortom, in twintig jaar te rug van 1100 naar hooguit 700 dassen. „In het Land van Maas en Waal, Rijk van Nijmegen, Meerlo-Wanssum en rondom Roermond is de dassenstand zelfs met meer dan vijftig pro cent gedaald", verzuchten de onderzoekers J. Wiertz en J. Vink in hun rapport. Wie nu veronderstelt dat de das elders in Nederland onge moeid wordt gelaten, heeft pijnlijk gelijk. Want de das is nagenoeg al geheel uitgestorven in Gro ningen, Friesland, Overijssel, de Achterhoek, Utrecht, Noord-Holland, Zeeuws- Vlaanderen, West- en Mid den-Brabant en Midden-Lim burg. De onderzoekers Wiertz, verbonden aan het RIN, en Vink (Staatsbosbeheer) spre ken dan ook van een dramati sche achteruitgang, die smeekt om een spoedig halt. Wie doet de das eigenlijk de das om? Onderzoeker/ bioloog S. Broekhuizen, bij het Rijksin stituut voor Natuurbeheer vooral bezig met de studie naar de levenswijze, het ge drag van dieren die slachtof fer worden van het verkeer, heeft een lange lijst met 'da ders' voorhanden. Bovenaan prijkt de automo bilist. Dassen zijn gezelligheids- dieren, leven derhalve in zoge heten clans en 'grazen' hun voedsel bijeen binnen een ter ritorium van 50 tot 150 hectare. Hollen via vaste looppaadjes bij nacht en ontij van burcht naar burcht, dwars over auto wegen. Broekhuizen: „Jaarlijks ko men zeker 130 dassen om in het verkeer. Het zouden er be duidend meer zijn als we geen dassenspiegels - reflecterende bermpaaltjes om de das voor naderend gevaar te waarschu wen - poortjes en tunnels on der drukke wegen hadden ge plaatst". Andere belagers zijn de ja ger, de stroper, de boer en de ambtenaar. Vooral bij de vos senjacht is menige das het haasje. Zo gauw een vos merkt dat zijn/haar burcht onge wenst bezoek heeft gehad, neemt reinaard meteen de be nen. Vaak verkast de vos dan naar een dassenburcht. Deze inwoning komt de das, die in tegenstelling tot de vos juist erg hecht aan zijn burcht, duur te staan als jagers de vos komen 'vergraven'. Natuurlijk kunnen boeren last hebben van een dassen burcht op hun akkers. Broek huizen over de aanpak: „Of ze nemen het j achtgeweer of men ledigt de giertank in de burcht. Beide methodes kan de das niet navertellen". Wil de geplaagde boer voortaan de das met rust la ten, pleiten zowel de onderzoe kers Wiertz en Vink als hun collega Broekhuizen vurig voor het invoeren van een schadevergoeding op voor hand. „Maar aan het vooraf betalen van de te verwachten schade zit het risico dat de boer ineens extra-schadege- voelige gewassen gaat telen", grinnikt de RIN-bioloog. Het aandeel van de ambte naar in het achteruithollen van het dassenbestand heet ruilverkaveling en wegenaan leg. Houtwallen verdwijnen, nieuwe boerderijen vergen een intensiever agrarisch be heer. Dus meer varkens, nog meer mest. Juist dat laatste is fataal voor de regenworm, de voornaamste voedselbron van de das. „Gelukkig is de das een alle- seter. Kan zich dan ook goed aanpassen aan het karige voedsel. Bovendien lukt het de das om zich snel te herstellen, ook in gebieden waar hij/zij bedreigd is", licht Broekhui zen toe. In de jaren zestig zijn er vanuit Zuid-Limburg dassen overgebracht naar de Veluwe, Staphorst en Gaasterland, Friesland. Uit het onderzoek blijkt dat de das daar weer de kop op steekt. „Maar", zo voegen de onder zoekers Wiertz en Vink er be nauwd aan toe, „met deze me thode loop je het risico het ene gat met het andere te stop pen". Het liefst zagen zij ruimte voor het opstellen van een be heersplan, waardoor de das senburcht gedurende bijvoor beeld vijf jaar met rust wordt gelaten. Zo'n wettelijk regeling be schermt de nu te zwaar be laagde dassenburcht. Ge meenten die nog burchten rijk zijn, moeten financiële steun krijgen voor het gedogen van dassen. „Misschien dat een schadefonds beter helpt dan ons verhaal dat een dassen burcht eigenlijk een unieke rijkdom is". Tot slot pleiten de onderzoe kers voor een verbod op het in huis hebben van een opgezette das. Een netelige kwestie, meent bioloog Broekhuizen. „Wie nu een opgezette das, vos of mar ter in huis wenst, heeft welis waar een vergunning nodig. Maar als het dier niet onder verdachte omstandigheden om het leven is gekomen wordt die vergunning steevast ver leend door de directie Fauna beheer van het ministerie van Landbouw. Bij beschermde vogels ligt het verlenen van die vergunning anders en be ter. In principe is het bezitten van een opgezette, beschermde vogel verboden. Die bescher ming heeft de das ook hard nodig". begin van de jaren 1630 in Utrecht bedrijvig waren. Deze drie artiesten legden zich toe op taferelen waarin de nadruk gelegd werd op vlijt (waaron der moederzorg en huisvlijt) en ontspanning. Daarna komen werken van Jan Steen (1625/26-1679) aan de beurt. Hij werd beïnvloed door Pieter Breughel de Oude. Dit blijkt duidelijk uit zijn doek dat het spreekwoord 'Soo gewonnen, soo verteert' illu streert. Steens zin voor humor treedt naar voren in Het Dok tersbezoek. De patiënte die hij afbeeldde op dit schilderij, had last van minnepijn, de kwak zalver die haar onderzoekt heeft dit kennelijk niet door. De Bamboccianti waren groep Hollandse en Vlaai kunstenaars die in de eerst helft van de 17e eeuw in Roi werkten. Zij schilderden II liaanse straatscènes en wei den Bamboccianti genoei naar hun leider Pieter v Laer (1599-na 1642) uit Haai lem, die de bijnaam II Bai boccio (letterlijk: De mi vormde baby of marioni droeg, omdat hij een boel had. Van Laer schilderde voorkeur op straat naar hl leven. Zijn modellen wari bedelaars, venters, zigeuni en gokkers. Van Laers trou' ste navolger was Jan Ni$ (1599-1664), afkomstig uit veren bij Antwerpen, penseelde met veel zwier li waaierige Italiaanse carm vals. Na de zalen waarin fiji schilders Gerrit Dou (1611 1675), stichter van de Schi van Leiden, Emanuel de Wit] (omstreeks 1617-1692) en Col nelis de Man (1621-1706) Delft aan de beurt kome| krijgt de bezoeker tot besli een serie doeken van de groo| ste drie Nederlandse gem schilders: Gerard ter Bor| (1617-1681), Pieter de Hooi (1629-1684) en Johannes Vei meer (1632-1675) voor oge| Deze werken worden geëxi seerd in de Voordrachtzai van de Royal Academy, wal de sfeer doet denken aan stemmingsvolle oude kapel De Londense tentoonstellin is dagelijks toegankelijk v? 10.00 tot 18.00 uur. Het entree geld bedraagt 2 pond (1.40 voor studenten, gepensioneerden, gehandicapten, werklozen en groepen van tien of meer), s Zondags tot kwart voor 3 is de toegang voor iedereen pond. Voor de fraaie catalog# wordt 7.95 pond gevraagd, W is uitvoerig geïllustreerd, kleuren en zwart-wit, en i vanwege zijn rijke inhoud de bibliotheek van kunstliefhebber. Schrijf een recensie en win een bekroond boek 10 oktober begint de kin derboekenweek. Dat be tekent dat er dan 10 da gen lang overal in het land extra aandacht wordt besteed aan kin- derzoekn. Zo wordt er bijvoorbeeld eik jaar op nieuw een groot aantal kinderzoeken gelezen door een jury, die alleen uit grote mensen bestaat. De boeken, die zij het beste vinden worden be kroond met een gouden of zilveren griffel. Nu hebben kinderen en grote mensen lang niet altijd dezelfde smaak. Daarom willen wij graag eens weten welk boek JIJ het allermooiste boek vindt, dat je in het afge lopen jaar gelezen hebt. Denk er eens over na. Als je het weet, schrijf dan eens op hoe dat boek heet, wie het geschreven heeft en waarom jij het zo mooi vindt. Is het spannend? Is het om te lachen of om te huilen? Wat vind je het mooiste stuk uit dat boek? Misschien kun je er nog meer over vertellen? Kortom: SCHRIJF JE EIGEN RECENSIE! Voor de recensies die in De Kleine Stem geplaatst worden ligt een stapel bekroonde boeken klaar. Doe je best en stuur je inzending vóór maandag 8 oktober naar: De Kleine Stem Spinveld 55 Breda Vergeet niet je NAAM, ADRES en LEEFTIJD erbij te zetten. Succes er mee! Van de auteur Vincent Boot uit Prinsenbeek kregen we een paar gedichten toege stuurd. Vincent is 10 jaar en wil later schrijver worden. Andere hobby's zijn: scha ken en postzegels verzame len. De fee Heb jij misschien fee Tien gezien? Ze is nergens te vinden van daag Is ze bij Den Haag Of bij Gelderland b g' te ie o k b b e1 ge de te al m lo bi ge st ni ke lai je iedere "De Liefdesbrief' van Johannes Vermeer^hMldejn^^ Jl wereldpers toen een jonge Belg het in het Paleis voor Kunsten in Brussel uit de lijst sneed enfl4 miljoen eiste. Het geld zou zijn bestemd voor hongerende viu gen uit Pakistan. De man werd gepakt. Het schilderij grondeig worden gesrestaureerd.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 26