a
PROFESSOR I. A. DIEPENHORST OVER ONDERWIJS EN HOMOFILIE
J arenlang gevierd als radio
spreker en forumleider op de
televisie (zijn rechts van mij,
voor u links' werd een
gevleugelde uitdrukking).
Theoloog en rechtsgeleerde.
Sinds 1945 hoogleraar aan de
Vrije Universiteit, eerst in
strafrecht en strafprocesrecht,
later in de algemene
staatsleer. Volbloed anti
revolutionair. Minister van
Onderwijs en
Wetenschappen in het
kabinet-Cals ('65-'67),
voorzitter van de
Onderwijsraad sinds 1969.
IETENCHR1
hebben ze het hee
Maar waar Chrü
baard en zuidelij
bekend zijn van d<
de zestien manen
kan Piet Smo
onbekend gezi
menigte over de I
kuierer
Hoe komt het dat J
deze ruimtevaart
kennen die al 25 ji
en goed zijn werk
onder meer voor
regelmatig schrijft
Piet Smolders, het
gezicht van de ru
BeTER goed gei
bedacht', is een fa
reclamewereld. Tr
waarmee vaak bru
wordt. Voorrecli
pijnlijke o
Vandaar dat de Kc
in Rotterdam
symposium heeft be
het plagiaat in de r<
'ns na, heet het sym
hangijzer in de
ZATERDAG 29 SEPTEMBER 1984
Professor Isaac Arend
Diepenhorst. 68 jaar nu.
Gisteren gaf hij zijn
afscheidscollege aan de VU.
i
Jongeren
Hechtenis
Moraal
Wetenschappelijk
Alcoholist
ZATERDAG 29 SEPTE
Leerboek
- S
W<
Overheid moet opvattingen van
Door Max de Bok
„Vraagt u mij wat het anti
revolutionair zijn voor mij
persoonlijk heeft betekend,
dan is dat een beetje moeilijk
aan te geven, omdat het per
soonlijk leven tot op zekere
hoogte gestempeld wordt door
de familie - dat is heel be
langrijk - en in de tweede
plaats door vrienden, kennis
sen, omgeving.
Daar is de universiteit, daar zijn de
langzamerhand in het leven zich een
plaats verworven hebbende oude
kennisssen uit de studententijd,
iemand kan verder - en dat was in
mijn geval zo - behoren tot een kerk
en dat heeft uiteraard ook invloed,
verder zijn er het politieke milieu, de
partij en men kijkt op een bepaalde
manier, ook staatkundig, tegen kwes
ties aan en als dat een beetje aanslaat
dan voelt men zich over het algemeen
in zo'n partij wel thuis.
In mijn geval kwam daarbij dat ik
vanaf 1945 veel in het land voor kies
verenigingen gesproken heb en dus
uit dien hoofde heel goed op de hoogte
was van wat er hier en ginds leefde.
In later tijd kwamen daarbij de con
tacten, die soms vrij innig waren, in
verband met de radio en daarna heeft
zich gemeld de televisie. Bovendien
vanuit de politiek, men krijgt voor
bepaalde terreinen van het leven bij
zondere belangstelling, dus daar wa
ren, het was nog al uiteenlopend, aan
de ene kant het onderwijs en aan de
andere kant degenen die het niet zo
erg getroffen hadden, dus laat ik zeg
gen verwaarloosde jeugd en zij die in
gevangenissen aanwezig waren, zo
dat, alles bij elkaar genomen, men
zou kunnen zeggen: men heeft zijn le
ven niet geheel en al iniide hand en
toch zit er goed bekeken, een zekere
logica in althans geslotenheid; het
ene houdt verband met het ander.
En dan, het spreekt eigenlijk van
zelf, de antirevolutionaire partij ziet,
op haar beurt, de politiek niet los van
bepaalde religieuze uitgangspunten,
hoewel naar mijn mening de partij
niet altijd even voorzichtig was in het
leggen van de verbanden, het ging
wel eens te vlug en te gemakkelijk,
maar de grondgedachte was toch de
ze, de politiek staat niet los van het
evangelie en ik heb me in het alge
meen daarin heel goed kunnen vin
den."
Bent u er nog Na zeven zinnen en
welgeteld 352 woorden
Heeft professor Diepenhorst dat
spreken in volzinnen en bijzinnen,
zonder ooit de draad van de zin kwijt
te raken, bewust gecultiveerd
„Nee, ik denk dat het een kwestie is
van natuurlijke aanleg of afwijking.
Sommigen vinden het aantrekkelijk,
anderen afschuwelijk. Ik erger me
zelf wel eens aan het taalgebruik van
anderen. Maar die anderen doen dat
weer aan mij. Zo staan we misschien,
wat dit betreft, quitte."
burgers
respecteren
Diepenhorst: „Ik denk dat het een kwestie is van natuurlijke aanleg, of afwijking."
Heeft V nooit spijt gehad van de vor
ming van het CDA
„Ik denk dat er voor een partij, die
zo ongeveer vier jaar bestaat, verras
send weinig ernstige moeiljkheden
zijn voorgevallen.
Laten we nemen de KVP. Het is
niet zo eenvoudig aan een aantal pro
testanten te wennen. Dat moet men
niet onderschatten.
Nemen we de CHU. Die leefde, wat
een bepaalde vleugel betreft, zeer be
slist uit een zeker verzet tegen Rome.
Maar men heeft nimmer kunnen
merken van enige bijzondere drei
ging; integendeel, de CHU is loyaal in
het CDA gaan staan.
Wat tenslotte de ARP betreft - dat
is voor een deel een lastig volkje - ze
kende ook een zeer dogmatisch den
kende vleugel. Dat sommigen van die
vleugel zich leerstellig opstellden en
heel wat deining veroorzaakten lag in
de lijn van de verwachtingen. Maar
veruit de meerderheid heeft zich bij
zonder begrijpend en trouw opgesteld
ten opzichte van de nieuwe parijfor-
matie."
Is er dan voor een echte Anti, zoals
U, niet veel van het antirevolutionai
re gedachtengoed weggevallen
"Ik zie dat niet aanstonds in. Voor
vergeten groepen, dat waren in mijn
geval dan in zonderheid politieke de
linquenten, staatlozen, kinderen die
onder zeer moeilijke omstandigheden
werden groot gebracht, gezinnen aan
de zelfkant van de samenleving, be
staat de aandacht beslist in het CDA.
Er zijn er, die zeer nostaligisch terug
kijken naar de ARP; dat zijn, voor
zover ze ouder zijn, diegenen die zich
vroeger in die partij nogal zelfstandig
toonden."
Daar hoort u ook bij.
„Niet helemaal; men kan zich zelf
standig opstellen met de bedoeling
duidelijk te maken waar men zelf
staat in een zucht tot, met een mode
term, profileren; men kan het ook
doen om te trachten de gehele partij
wat van koers te veranderen, zodat
het steeds zaak is van opbouwend
met de groep waartoe men behoort,
werkzaam zijn. Dat maakt een kardi
naal verschil. Overigens, De ARP be
hoort tot het verleden
Er blijft natuurlijk in de politiek de
verleiding van het zich willen etale
ren en dat is naar mijn mening niet
aantrekkelijk, zelfs bedenkelijk."
Reeds als student toonde Diepen
horst daadwerkelijke belangstelling
voor de jeugd, vooral voor jongeren
die in beroerde levensomstandighe
den verkeren. Zo gemakkelijk hij
over van alles en nog wat praat, zo
klapt hijdaarnaar gevraagd, dicht.
Speelt hij nog elke week met gehan
dicapte kinderen?
„Wel, dat gaat wat ver. In ieder ge
val ga ik graag met jonge en heel jon
ge mensen om."
Na enig aandringen: „Ik ben voor
zitter van een vereniging die zich be
zig houdt met de verzorging van blin
den, slechtzienden en dan met name
meervoudig gehandicapten op jeug
dige leeftijd. Dat gaat iemand na
tuurlijk miet in z'n koude kleren zit
ten."
U doet meer dan gewoon voorzitter
zijn, maar u wilt er kennelijk niet
veel over zeggen.
"Nee. Ik heb zoeven gezegd, dat een
van de bezwaren die ik wel eens had
tegen anderen was een zich etaleren;
dan moet men ook zelf enige sober
heid betrachten."
U hebt zich zeer lang met het straf
recht bezig gehouden. Men hoort nog
al eens de roep om hardere rechters
en hogere straffen.
„Men moet de zaken uit elkaar
houden. Er is de kwestie van hoe
straffen we verantwoord en doelma
tig. Ik heb er altijd op gewezen dat
vrijheidsstraffen - die naar mijn me
ning onmisbaar zijn - verantwoord
en doordacht ten uitvoer moeten wor
den gelegd. Dus verbetering van het
regiem en van de behuizing heeft in
mij altijd een sterk voorstander ge
vonden. Ook wat in de laatste tijd is
opgekomen, het zoeken van alterna
tieve straffen, het lijkt mij alleen
maar gunstig. Van bepaalde midde
len, bijvoorbeeld stevige vermogens-
straffen straffen en het innemen van
het rijbewijs, is echter veel te weinig
gebruik is gemaakt. Bovendien voor
jeugdigen beperkingen in het week
eind, dat is allemaal uitstekend."
Wat voor beperkingen
„Men kan jongeren tot gevangenis
of hechtenis veroordelen. Men kan
echter ook zeggen:je meldt je 's zater
dags en 's zondags op bepaalde tijden
op het politiebureau zodat je niet
naar voetbalwedstrijden kunt en niet
aan samenscholingen uitlopend op
vandalisme kunt deelnemen. Dat is
een hele nuttige en opvoedende maat
regel die, als men er gepast gebruik
van maakt, alleen maar is toe te jui
chen."
Twintig jaar geleden al schreef u een
boekje over emancipatie. Wat vindt u
van emancipatie
„Dat hangt ervan af wat men onder
emmacipatie verstaat. Er zijn man
nen die zich gedragen als opgewon
den hanen; dat is afschuwelijk. Er
zijn ook sommige dames, die - ik be
grijp het overigens wel, want ze heb
ben tegen meer op te tornen dan de
mannen - af en toe wel eens de gren
zen overschrijden en aan de beweging
nogal kwaad doen. Maar dat mag de
aandacht niet afleiden van de hoofd
zaak: de gelijkwaardigheid van man
en vrouw moet met hand en tand
worden verdedigd. Of gelijkwaardig
heid steeds inhoudt, dat de posities
ook geheel gelijk zijn is een tweede."
Moet de overheid daarvoor zorgen
"De overheid moet in elk geval er
voor zorgen, dat er geen achteruit
stelling plaats heeft. Maar zij dient
daarnaast veel over te laten aan de
ontwikkeling der dingen. Uiteindelijk
is de overheid er in de eerste plaats -
dat wordt vaak vergeten - ter be
scherming en voor het wegnemen van
de achterstand. Verder schept zij
voorwaarden voor gunstige ontwik
kelingen. De overheid die zou denken,
dat ze de wijsheid in pacht had voor
het leven van de burgers wordt ten
slotte, al bedoelt ze het niet, en tikje
absolutistisch."
De verhouding tot homifilie is voor
velen ook een vorm van emancipatie.
U bent in het CDA ten strijde getrok
ken tegen de idee dat de overheid zou
verbieden dat christelijke organisa
ties, te denken is vooral aan het
christelijk onderwijs, homofiele leer
krachten zouden weren. Waar komt
die opvatting uit voort
„Ik denk dat over huwelijk, de om
gang der geslachten, zedelijkheid en
moraal, een partij terughoudend
dient te zijn. Die dingen worden in de
eerste plaats elders beslist. Dit alles
kan nu op een gegeven ogenblik voor
de overheid en dus voor partijen be
langrijk worden. Dan moet een partij
zich er nauwgezet rekenschap van,
wat de beslissingsbevoegdheid van
afzonderlijke mannen, vrouwen en
kinderen is en wat haar taak vormt.
Als u krijgt uitwassen van het huwe
lijk met grenzeloze onderdrukking
van het gezin, als u krijgt het huwe
lijk met inwendig zedelijke misstan
den, geweldpleging, psychische mis
handeling, dan zal soms een overheid
hebben in te grijpen.
Wanneer onderdanen zich met an
dere onderdanen gaan bemoeien om
dat de zedelijke houding van degenen
tegen wie zij zich keren hen niet be
valt, dan behoort de overheid zich na
tuurlijk daaraan ook iets gelegen la
ten liggen. Wanneer de zedelijke op
vattingen van sommigen zouden lei
den tot een achteruitstelling binnen
de democratie, dan is dat natuurlijk
volstrekt verkeerd. Maar als men be
paalde, mede door de religie gedra
gen, opvattingen heeft ten aanzien
van huwelijk, gezin, de omgang tus
sen de geslachten, zal men ook dege
nen die zulk een overtuiging hebben
daarin moeten respecteren en dat de
betrokkenen zullen zelf de zaken
moeten kunnen regelen op de wijze
die zij verantwoord vinden.
Dus een overheid gaat niet verbie
den, gesteld dat de Joden een bepaald
onderwijs alleen voor mannelijke
leerlingen wensen, dat onderwijs uit
sluitend voor mannen. Als scholen
zich stellen onder kerkelijk gezag,
gaat de overheid dat niet doorbreken
met haar democratiserende opvattin
gen, die naar zij meent de voorkeur
verdienen. Op de kwestie toegespitst:
wanneer sommigen binnen hun kring
homofielen niet in een opvoedende,
onderwijzende of kerkelijk-religieu-
ze positie willen toelaten omdat ze
deze levenshouding afkeuren, moet
de overheid dit vrijlaten."
Komt die redenering voort uit de
opvatting dat homofolie een ziekte,
een afwijking zou zijn
"Er is nog niet beslist wat de aard
- FOTO'S DE STEM
van homofilie is. Dat staat weten
schappelijk nog niet vast. Maar ik
laat het in-het midden. U moet jgoed
begrijpen, dat iemand die een meele
vend lid van een kerk is natuurlijk
ten opzichte van andere religies be
paalde opvattingen heeft. Maar hij
zal niet willen, dat is nu juist de
kracht van een wezenlijk verant
woorde politieke overtuiging, dat de
Staat tegenover die religies stelling
neemt in een discriminerende, de
rechtsongelijkheid betrachtende, zin.
Het eigen gevoelen van de onder
danen zal de overheid als regel vol
strekt moeten respecteren. Ze zal wel
- daar beslist in een democratie de
meerderheid over - vanuit eigen op
vattingen bepaalde beginselen trach
ten in het publieke leven te honore
ren. Maar dat mag nooit gaan ten
koste van de vrijheid die anderen be
geren. Dus het geestelijk imperialis
me, het geestelijk heersen, is voor de
overheid uit den boze. Ik heb de in
druk dat men deze principiële terug
houding, die tenslotte verband houdt
met het afwijzen van de absolute
Staat - een terughouding, die er ook is
ongetwijfeld ten gerieve van de kerk,
maar tevens van andere religies o'f
van degenen die geen enkele religie
hebben - wel eens uit het oog ver
liest."
Voor U is het weigeren van een baan
aan een leerkracht die erkent dat hij
homofiel is, niet in strijd met artikel 1
van de Grondwet, dat discriminatie
verbiedt
"Het staat aldus, dat een christelijk
- trouwens ook een humanistisch -
schoolbestuur, daartoe het volste
recht heeft."
Bij de christelijke organisatie blij
vend, zegt men dan in feite niet, om
dat homofilie door ons als onchriste
lijk gezien wordt, kunt u hier niet ko
men?
"Maar dat mag men toch verkla
ren, dat gebeurt toch op grote schaal?
De belijdende kerken doen niet an
ders en daar blijft men van af."
Dat betekent, goed doorgedacht,
dat een school kan zeggen: gezien uw
levenswijze in uw huwelijk of in een
samenlevingsvorm anders dan homo
filie, voldoet u niet aan onze christe
lijke normen en kunt u hier niet zijn.
Zo gaat men eikaars nieren proeven,
zoals dat in AR-kring zo fraai heet.
„Dat is geen nieren proeven. Dat
laatste staat los van het uitwendig
gedrag. Nieren proeven is iemands
innerlijk proeven. Dat doet de kerk
zelfs niet. 'De intimis non judicat ec
clesia' als ik nu eens een ogenblik ge
leerd mag zijn. (De Kerk oordeelt niet
over het innerlijk). Maar wat het uit
wendig gedrag betreft, wenst u een
rector magnificus van een universi
teit, die tevens een begaafd dronk
aard of een van de bekendste
kroeglopers is van de Europese
hoofdsteden? Dat is toch dwaas! En
dat doet toch niets toe of af aan het de
ander respecteren en niet discrimine
ren?
Men hoort nogal eens: die homofie
len moeten er niet zo mee te koop lo-
pen. Dan zeg je tegen mensen: stel j«
verdekt op. Daarmee maak je mensen
onvrij.
„Neemt u het alcoholisme. Ali
iemand van nature alcoholist is, maar
hij heeft het vrij goed in de hani
welnu dat hij geregeld binnenska
mers nogal zich bedrinkt, het mag,
het niet op zijn functie invloed he
buiten beschouwing blijven. Ik di
dat aan de ene kant iedereen h(
recht heeft, waar het de ander niei
schaadt, toe te geven aan zijn natuur
en wezen. Op dit ogenblik is overi-'
gens nog steeds niet beslist of homofi.'
lie op die wijze tot de menselijke na
tuur behoort, dat men die ei
geheel en al vrijelijk moet uitleven]
Dat is min of meer de beslissend!
kwestie."
i
Homofilie bestaat al zolang de
bestaat.
„Zolang de mens bestaat, heeft mei
ook de verhoudingen buiten het hi
welijksverband. In het algemeen lij]
verdedigbaar - het is de vraag hoi
men hier nu met de emancipatie wil
dat de polygame aard van de man,
thans het zich aangetrokken voelei
tot verscheidene vrouwen, een hari
feit is; dat wil nog niet zeggen
men aan die aard de vrije loop moe
geven. Zou het bij de vrouwen even
zeer zo zijn - wat ik beslist geloof
dat ze zich tot verscheidene manneij
aangetrokken voelen, moeten
daaraan op haar beurt toegeven
Uiteindelijk is het een kwestie vai
wat aanvaard ik als norm; dat norm
besef loopt uiteen."
Deelt u de vrees voor groeiend racis
me in onze samenleving
„Ik denk dat zuiver racism^
iemand verachten om het ras, bij Ne
derlanders niet in sterke mate word
gevonden. Wel speelt een rol dat bi
de vrij grote toevloeiing van vreem
delingen, degenen die in wat bekromj
pen omstandigheden leven of zelf
slachtoffer van de woningnood zijij
niet begrijpen dat buitenlanders ooi
een bepaalde verzorging krijgen
worden gehuisvest. Iemand van
jaar, die al acht voor een woning in
geschreven staat, kan het op een gej
ven moment niet verkroppen dateer
volgens hem 'vreemdeling', na dri
jaar en soms zelfs op staande voet eel
huis krijgt. Een en ander gaat gej
paard met teleurgestelde verlangen
en dan krijg je bitterheid en de?
knoopt aan bij uiterlijke kenmerkei
Ik moet eraan toevoegen: als u di
uitwendige kenmerken strikt neem
dan zijn ze louter van animale aar
en dus als zodang eigenlijk toch al be
neden het niveau van de mens t
plaatsen."
Op die gevoelens wordt ingespeeld.
„Ja, dat is waar, maar helaas word
het wel eens bevorderd door onver
standig beleid. Onverstandig beleid is
het door de toewijzing van woningen
scheppen van gekleurde wijken. Een
laan, een straat, met 300,400,500 man
nen, vrouwen, kinderen kan heel god
drie, vier, vijf 'vreemde' gezinne'
hebben. Maar de 300,400,500 personel
tellende groepen die plotseling voo
150, 200, 250 gaan bestaan uit degenen
die niet geboren en getogen Neder-
landers zijn, zo'n straat, zo'n laan,
zo'n wijk kan het niet aan. Dat is vra
gen om moeilijkheden.
We hebben trouwens - dat is hele
maal niet iets om ons op te beroemen
het is alleen een kwestie van de wer
kelijkheid laten spreken - van natu
een grote mate van selectie als we-,
derlanders onder elkaar. U moet ee
bedenken met wie u niet wilt dat
kinderen omgaan; of, louter bi]
Nederlanders blijvend, naast wieu
de tram wil zitten; of naast wie u
de kerkbank wilt schuiven. Ik zieu»
terwille van, wat deftig uitgedru
de gemeenschap der heiligen, in
van luizen krioelende kerkb
plaats nemen.
Nog eens, die dingen moet
goed bekijken. En overigens, in
laatste geval, daar ligt de rem
voor de hand: ontluizen.
Bent u voor het verbieden van
Centrumpartij? .„Mp.
„Nee. Zolang een partij met dm
lijk ingaat tegen wet en
men niet met verboden gaan w
Het kan heel goed zijn, dat ik o
maanden, in verband metmeuwe -
ten, voor een verbod van de Cen
partij ben, maar op dit ogenb
het beslist in strijd zijn met w
derland als democratie wil.
Dooi
Geen elektron»
Titulaer drijft o
passant verkot
tempo zijn ima
boekje na het a
het duidelijk d
alle krachten di
atoom tot het ge
dienst staan va
die prothese wa
loven dat het eei
Toch is de inform
gelijker, zijn kennis
en bovendien heeft 1
uit de Sowjet Unie.
Acht Zaligheden va
Kempen. Het ligt er
schoon dorp waarv;
gen kan hebben.
„Ik was zeg maar
buiten, op een boer
donker in die tijd, e
ting. Ik keek omh
ademloos over de st<
en al in de sloot done
confrontatie met de
kracht."
Piet blijft omhoog
hem een plastic kijk
van ik het vermoed
beter kon zien." Hij
met de kroontjespen
kennis van zaken. Ik
van Jupiter was. Na
uitgegeven."
Maar Piet Smolde
gevonden. Alles wil 1
hü begint krachtig,
in de Kempen. „We
blad: De Boerderij e
verhaaltje over stern
Op de HBS schrij
kosmografie over en
bij. Hij noemt het i
'Hoofdzaken der ast:
maar ook dit werk za
„Maar ik heb er wel
leerd."
Op zijn zeventien
zijn carrière als rui
de veertien dagen vu
sen was ik ook voor
bode gaan schrijven,
ik durfde mijn gezich
ten zien, omdat ik bt
zo'n broekie zouden a;
dertekende ik met P1
In militaire dienst
Door Rime Bram
„En öf het een p:
is", zegt de Rottt
reclameman Jan
sting, een van de
satoren. „Op
wordt voor miljoe
pikt, platweg gez
uurtarieven van
pers, fotografen
stratoren belopen
100. Maken z:
nieuws, dan kost
ker een dag of twi
dus zo al op een pi
zend, de rest van
ten niet meege
Ideeën worden on
verklap gejat. 1
maar op. Allem:
derfde inkomsten.
Op het symposium
keur van deskundigen